Autotochten door herfstgetint gebied.
DE IEPENZIEKTE.
f VQQIR IDE ETLBINTJ-HS.
In den ouden eiK.
Zoekplaaife.
Raadselhoekie
tact met zijn toehoorders bezorgt, waar
voor anderen soms en dikwijls tever
geefs uit alle macht hun krachten
geven. De zaal is in de wolken, Maurice
Chevalier antwoordt met een beschei
den glimlach en voor dien avond is
Tuschinski van hem alléén. Oh, onge
twijfeld, Chevalier was niet de Cheva'ier
van thans, wanneer niet een Dubitsch
hem naar voren geschoven had en zijn
talenten voor de film ontwikkelde, maar
ook zonder dat alles is Chevalier een
artist van den bloede, met geest, charme
en met een welbespraaktheid, welhaast
niet te evenaren. En van zijn onge
kunstelde eenvoud mischien tóch een
voud uit routine, maar dan onmerkbaar
is aan het slot van een onvergetelijken
avond het Amsterdamsche publiek on
der den indruk gekomen. En toen Che
valier sprak van „één van de mooiste
dagen uit zijn heele carrière", dit Am
sterdamsche bezoek, toen kwamen er
tranen op vele plaatsen in de zaal. Toen
met zachten drang de zaal ontruimd
werd en de voorbereidingen voor een
nachtfeest getroffen moesten worden,
toen juichte Amsterdam en gaf er dui
delijk blijk van, dat na dit kortstondige
bezoek het afscheid veel te snel geko
men was.
Het Amsterdamsche kantongerecht,
de rommelwinkel van dagelijksche
'overtredingen van politie-verordeningen
en wat dies meer zij, zag zich dezer da
gen tegenover het eerste hoofdstedelijke
lucht-verkeersdelict geplaatst. Daar
stond ter eene zijde de gezagvoerder van
het driemotorige K.L.M.-vliegtuig, de
PH-AGA, piloot Beekman als verdachte,
en aan den anderen kant de verkeerspo-
litie-inspecteur, L. A. A. Cohen, als ver
balisant en als getuige. Het was wel een
wonderlijke opstelling te midden der
alledaagsche kleedjesklopsters, snel
heidsovertreders en andere verkeerszon-
daren, mitsgaders ouders van school-
verzuimende of niet-kaalgeknipte kinde
ren. De inspecteur had namelijk, toen
hij rustig op zijn bureau zat, een oorver-
doovend geronk „waargenomen", het
raam uitgekeken en geconstateerd, al
thans naar hij vermeende, dat het vlieg
tuig, waarvan later bleek, dat het door
Beekman werd bestuurd, lager dan de
voorgeschreven hoogte van 400 M. zich
bevond. Er werd niet bijverteld of de
inspecteur maar een formulier voor het
grijpen had om den vlieger te bekeuren,
hetgeen intusschen niet kon worden ver
ondersteld, wijl dit geval van te laag
vliegen het eerste was, dat ooit te Am
sterdam berecht werd. We hooren al
tijd, hoe meesterlijk de diverse verdach
ten de verklaringen der getuigen te
loochenen meenen en door de mazen
van het net probeeren heen te glippen.
Het verweer echter van een vliegende
verdachte was ons tot dusver onbekend.
En dat men daarop wel degelijk prijs
stelde, bleek wel uit het feit, dat men
met deze behandeling had gewacht tot
Beekman's Indië-vliegtuig veilig op
Schiphol was geland. Waarmede intus
schen ook wel bewezen is, dat het lang
zaam werkende apparaat van de justi
tie zich zal hebben aan te passen aan
moderne methoden en transport-ontwik-
keling. Men kreeg het idee, dat de al-
léénstaande deskundige de situatie hier
volkomen beheerschte, en het geheele
kantongerecht, de verbaliseerende ge
tuige incluis, het, als „grondrotten",
gelijk de ambtenaar van het O. M. te
recht opmerkte, het tegen den luchtvaar
der verliezen moest. Vooral toen de in
specteur verklaarde, dat zijn verklarin
gen op schatten berustten en het wettig
en overtuigend bewijs hier niet geleverd
kon worden, aangezien „de meetinstru
menten, noodig voor de contróle op de
juiste naleving van het luchtvaart-regle
ment, niet in Amsterdam aanwezig wa
ren en te duur voor aanschaffing wer
den gevonden". De fietsjongens op de
achterbanken, deed het zichtbaar genoe
gen, dat de justitie met haar politie
apparaat door den aviateur in het nauw
was gebracht en ik geloof, dat de Am
sterdammertjes, als zet mochten, hard
hoera hadden geschreeuwd, toen de kan
tonrechter, na den eisch van vrijspraak
door den ambtenaar, het hyper-moderne
Salomo's oordeed uitsprak conform de
vordering van het Openbaar Ministe
rie. Het slotwoord van de tribune, dat:
„de vliegenier het seker hogerop gesocht
sou hebbe" was hier meer dan ooit van
toepassing. Later, onder een gemoede
lijk kopje koffie, toen het gerechtsge
bouw uit het zicht was, schijnt de K L.
M.-piloot zoo een beetje uit plagerij toch
maar toegegeven te hebben, „nu niet
precies op 400 M. te hebben gezeten".
Dan k r ij g e n ze vrijspraak, maar het
plagen kunnen ze toch maar niet laten...
VAN STEGEN.
„Ken Uw land en heb het lief" van
ganscher harte zal men dit onderschrijven,
wanneer men na een genotvolle autoreis
door ons mooie „Nederland in herfsttinten"
huiswaart keert. Tracht nu enkele dagen
„uit te breken" vergaar thans nog wat
extra energie voor het koude, mistige en
natte tijdperk, dat voor de deur staat.
In alle provincies van ons land kan men
prachtige bosschen vinden, een bezoek over
waard. Wij moesten echter bij het samen
stellen van onderstaande autotochten een
keuze doen, en daarbij de route zooveel mo
gelijk door die streken leiden, waar men een
aaneenschakeling van natuurschoon vindt
Ons eerste tochtje, aangeduid op bijgaand
schetskaartje, dat ons toegezonden is door
den A.N.W.B. Toeristenbond voor Neder
land, begint in Den Haag en gaat dan door
de prachtige gemeente Wassenaar en vervol
gens langs den duinvoet naar de schoone,
boschrijke streek benoorden Haarlem. De
bloemenstad zelf blijft rechts liggen, via
Halfweg en Amsterdam komen wij in het
Gooi met zijn schitterende bosschen en hei.
Over Hilversum, de Vuursche en Zeist naar
Utrecht en vervolgens door een polderland
schap langs den Ouden Rijn via Leiden weer
naar de Residentie terug.
De tweede tocht,
over de Veluwe
geeft waarlijk die aaneenschakeling van
natuurschoon, waarop wij hierboven doel
den. Van Deventer over Apeldoorn, langs
het Uddelermeer en vervolgens langs de
Leuvenumsche bosschen. in hun herfsttooi
indrukwekkender dan ooit, naar Harderwijk,
de stad, waar de visscherijbedrijvigheid
helaas verdwenen is. De oude Zuiderzee
straatweg voert naar Putteh, waar wij een
prachtigen omweg beginnen over Garderen,
Stroe, Otterlo en Ede naar de Veluwezoom,
westelijk van Arnhem. Deze tocht over de
Veluwe, nu eens over de onafzienbare heide
velden, dan weer door laag eikenhout vormt
een waardig slot voor de zomer-excursies, die
velen ongetwijfeld in dit door de natuur zoo
rijk gezegende gebied hebben gemaakt. Van
Arnhem uit natuurlijk nog even op den Zij
penberg en bij de Posbank kijken, en vervol
gens door de Middachterallee en zoo via
Zutphen naar de stad van de befaamde koeK
'enig. De derde excursie gaat door
Overijssel en den Achterhoek
Van Zwolle langs het mooie kasteel Rech-
teren naar Ommen en dan dwars door Oyer-
ijsel langs Hellendoorn, Almelo, Vasse naar
Óotmarsum. Over Denekamp, de Lutte, Ol-
denzaal, Hengelo, Goor en Lochem, door het
textielgebied dus, bereiken wij den Achter
hoek, die natuurlijk met zijn vele geboomte
ook in dezen tijd schitterend van kleur is.
Van Ruurlo naar Varsseveld rijdt men het
mooist langs den nieuwen weg over Zelhem
en vervolgens via Slangenberg. Tenslotte
langs den Gelderschen IJssel en weder over
de Veluwe (via Apeldoorn) naar Zwolle
terug.
De Vennen en de Maasvallei,
dat zijn de gebieden, welke door onze laatste
twee tochten doorkruist worden. Rit No. 4
begint in Bergen op Zoom, in een uithoek
des lands gelegen en daarom door de bewo
ners van verder verwijderde provincies
helaas meestal vermeden. N.-Brabant kan in
het algemeen bogen op een uitmuntend
wegennet, en hier, in het Zuidwesten is heel
wat natuurschoon, dat minder bezocht en
dus ook minder bedorven is, dan op andere
plaatsen in Nederland. Wij rijden dan in de
richting Antwerpen naar Hoogerheide en
bereiken via Huybergen de stad Roosendaal,
een van de belangrijkste grensstations voor
de spoor. Een tweede omweg gaat via
Rucphen en Zundert naar Ginneken en be
reikt even benoorden Gilze de hoofdroute
Breda—Tilburg. Van Tilburg naar den
Bosch berijden wij alweer een „onbekend
pad", n.1. langs Oisterwijk, waar de prach
tige, ongerepte vennennatuur te bewonderen
is"en zoo via St. Michielsgestel naar de
gastvrije hoofdstad van Brabant. De hoofd
wegen, die echter eveneens door prachtige
natuur gaan, brengen ons dan tenslotte weer
in Bergen op Zoom terug.
In het aloude Nijmegen, dat nog zoovele
herinneringen bezit aan de lang vervlogen
Rcmeinsche tijden, begint de laatste excur
sie. Over een paar maanden kan de verbin
ding over Grave met 's-Hertogenbosch al
weer onder staan; feitelijk is het berijden van
dezen weg in een tijd, dat de winter komen
gaat, een bezienswaardigheid op zichzelf!
Langs Boxtel, de lichtstad Eindhoven en
Weert gaan we dan, gedeeltelijk door het
woeste landschap van de Peel naar Venlo
om tenslotte, den heerbaan door Limburg
vo'gende, door een uniek mooie streek in
Nijmegen terug te komen.
De bewoners van de overige provincies
zullen gemakkelijk enkele plaatsen weten te
vinden, waar zij een of meer der bovenver
melde excursies kunnen beginnen; met een
lijn zijn enkele verhlhdingen aangegeven,
daardoor men eenvoudig de verschillende
routes kan combineeren. Tot slot volgen hier
dan nog enkele
Kilometerafstanden
I. Den Haag Kievit Wassenaar (11)
Katwijk-Binnen (IS) Noordwijk (23)
Vogelenzang Aardenhout (42)
Overveen Bloemendaal Velsen (35)
Santpoort Spaarndam Halfweg (68)
Amsterdam (78) Bussum (103)
Hilversum (111) Lage Vuursche (119)
Huis ter Heide (129) Zeist (133)
Utrecht (142) Woerden Leiden (195)
Den Haag (212 K-M)
II. Deventer Apeldoorn (16) Udde
lermeer Staverden Harderwijk (49)
Putten (59) Garderen (67) Stroe
Otterlo (84) Ede Bennekom (100)
Heelsum Doorwerth (115) Ooster
beek (119) .Arnhem (124) Zijpenberg
(135) de Steeg Zutphen (164)
Deventer (181).
III. Zwolle Wijthmen Ommen (25)
Hellendoorn (414) Almelo (58)
Tubbergen (69) Vasse Denekamp (89)
de Lutte Oldenzaal (104) Hen
gelo (114) Goor (129) Lochem (145)
Ruurlo (154) Zelhem (165) Slan
genburg (172) Varsseveld (180) Ter-
borg (187) Montferland (197) Wehl
(206) Laag Keppel (210) Doesburg
(217) Dieren (221) Apeldoorn (247)
Hattem (290) Zwolle (296).
IV. Bergen op Zoom Hoogerheide
Huybergen Roosendaal (29) Rucphen
Zundert (49) Princenhage Ginne
ken Gilze (76) Tilburg (95) Oister
wijk St. Michielsgestel 's-Hertogen-
bosch (125) Helvoirt (133) Tilburg
(147) Breda (169) Roosendaal (194)
Bergen op Zoom (207).
V. Nijmegen Grave 's-Hertogen-
bosch 48) Boxtel (60) Eindhoven (80)
Weert (112) Baexem Baarlo
Venlo (153) Gennep (196) Nijmegen
(215).
VI.
Geneesmiddelen voor zieke iepen
zijn niet bekend.
Zcoals uit de vorige artikelen is gebleken,
wordt de bestrijding van de iepenziekte ge
zocht in het verminderen van de besmettings
kansen voor de nog gezonde boomen, door
het verwijderen en onschadelijk maken van
door de ziekte en door de spintkevers aange
taste iepen. De vraag dient te worden ge
steld, of bestrijding met scheikundige midde
len ook mogelijk is. Immers voor bestrijding
van zoovele plantenziekten wordt van veler
lei stoffen (koperverbindingen, zwavel) met
goed gevolg gebruik gemaakt en het zou van
zeer groote beteekenis zijn, als ook de iepen
ziekte door bespuitingen, bestuiving of met op
andere wijze aangewende scheikundige mid
delen bestreden kon worden.
Het behoeft geen betoog, dat het van
groote beteekenis zou zijn, als een dergelijk
middel met gerustheid aan hen, die hun
iepen behouden willen, kon worden aanbe
volen.
De schimmel, die de iepenziekte veroor
zaakt, groeit echter in het hout en is dus niet
van buitenaf door bestuiven of bespuiten te
bereiken. Bij het behandelen van de boomen
door middel van inspuitingen moet de boom
beschadigd worden (gaten boren), wat ge
vaarlijk is, daar het aanleiding geeft tot rot
ting, terwijl gebleken is, dat men toch de
schimmel niet bereikt en deze dus niet kan
dooden.
De zeer vele pogingen, die van verschil
lende zijden zijn aangewend om de iepen
ziekte met scheikundige middelen te bestrij
den, hebben dan ook tot nu toe geen enkel
gunstig resultaat opgeleverd.
In de jaarverslagen van den Plantenziek-
tenkund^en Dienst zijn uitvoerige mede-
deelingen opgenomen over de genomen proe
ven, welke mededeelingen in de publicaties
van het Iepenziekte-Comité zijn overgeno
men, zoodat daaraan op ruime schaal be
kendheid is gegeven.
Toch zijn deze feiten nog niet doorgedron
gen, tot allen, die daarbij belang hebben.
Vandaar, dat hiernogmaals met klem
wordt aangeraden niet in te gaan, op welke
aanbieding ook van een middel, dat bestrij
dingsmiddel tegen de iepènziekte heet te zijn,
want in geen enkel geval heeft men met uit
wendige of inwendige middelen behandelde
boomen, die door de iepenziekte waren aan
getast, kunnen behouden.
Verscheidene gemeenten, die eenige door
de uitvinders sterk aanbevolen middelen soms
op vrij groote schaal hhdden toegepast, zijn
daarmede opgehouden wegens het uitblijven
van een gunstig resultaat. Allen anderen,
zoomede waterschappen, polders en particu
lieren bezitters van iepen, zij aangeraden,
niets voor deze waardelooze middelen uit te
geven.
Daar het toeoassen van scheikundige mid
delen voor de boomen gevaar kan opleveren,
is het gewenscht. dat men alvorens op aan
biedingen van dergeliike middelen in te
gaan, het advies van het Iepenziekte-Comité
of van den Plantenziektenkundigen Dienst
te Wageningen inwint.
OPLOSSING VAN DEN REBUS
UIT 'T VORIGE NUMMER.
Gisteren stond er een poppenkast voor
het huis van Klaas.
(Nadruk verboden).
Oplossingen der raadsels uit het
vorige nummer.
Voor grooteren.
E
Z
E
L
Z
0
D
E
E
D
E
N
L
E
N
S
2. Roodvonk. Doorn, rood, vork, koor.
L.(elh IJ, ster ijjster,
Knagelijn, een eekhoorn vlug»
Met haar mooien staart,
Had voor 't kindervolkje thuis
Voorraad reeds vergaard:
Noten, eikels, wat niet al!
In het groote bosch,
Waar zij trippeld' op en neer
Over 't groene mos.
Plots'ling kwamen kind'ren aan.
Knagelijn, heel vlug,
Klauterd' in haar ouden eik,
Ging naar huis terug.
Spring gezwind van tak op tak
En de jeugd benee'
Keek bewond'rend: Hoe zoo n En-
Dat zoo vlug toch dee'!
Knagelijn in 't veilig nest
Bij de kind'ren thuis,
Deelde nu haar voorraad uit.
Heel jstil als een muis
Waren Roodstaart, Spitstand en
Kleine Knagelijn,
Die als 't wat te knabb'len geeft
Rustig kunnen zijn!
Roodstaart hoorde van de jeugd,
Die Moes had verschrikt
En heeft 't was wel heel brutaal!
Toen op hen gemakt....
'n Leegen dop, die kwam terecht
Op een kinderneus.
Roodstaart en al 't jonge goed
Lachten nu toch heusch!
Moeder zei op strengen toon:
Laat dat! Je kr gt straf!
.Want zoo'n aanval, onverhoeds.
Is toch wel heel laf!
Kleine Roodstaart fluisterde:
Moes, het was een grap.
Vondt je, dat 'k zoo mikken kon,
Nu toch heusch niet knap?
Zeker, zei Moes Knagelijn,
Maar nog knapper, vent,
Vind ik jou, als je heel zoet
En gehoorzaam bent!
Wees nu lief, 'k vertel je dan
'n Mooi en lang verhaal.
Rustig zittend om Moes heen,
Luist'ren z' allemaal
Naar wat Moeder hun vertelt
En de oude Eik
Ruischt daarbij zijn bladerlied:
Nu gaan in mijn rijk
Vogels, eekhoorns, allemaal
Slapen heel den nacht.
Droom maar pretiig. Opa Eik
Houdt heel trouw de wacht.
't Maaitje komt er nu ook bij,
Lacht om 't jonge goed,
Dat in 't bosch maar ook in stad!
Slaapt gerust en zoet.
CARLA HOOG.
(Nadruk verboden).
(Nadruk verboden).
Waar is de jockey?
4.
M
v
O"
P
k
w
ml
b
b
s
t
O
s
f
a a
a s
t t
o e
a 1
a n g
0 1 f
1 er
eek
oor
Metslawier.
Voor kleineren.
Tor, rot.
Moet Jan Hake leien uitdeel n van
daag? (akelei'.
Laat Moeder maar begaan Je raadt
nooit, wat zij van plan is. (anjer).
De kast was te ruw afgewerkt, vond
ik. (aster':
Hoeveel el? Iets meer dan drie.
(lelie)
Barend, Arend.
Een mol.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjeslijnen komt de
naam van een muziekinstrument.
X
X
X
X
XXXXXXXXX
X
X
X
X
lo rij een medeklinker,
2o een jong, viervoetig dier.
3o een kleur.
4o een provincie in ons land
oo 't gevraagde woord.
6o een plank over een sloot.
7o een deel van een etmaal.
8o schrijfgereedschap.
9o een medeklinker.
2. Als mijn eerste heel koud en mijn
tweede geen water is, welk groot
eiland is dan mijn geheel?
3. Mijn geheel wordt met 22 letters ge
schreven en noemt een bekend
spreekwoord.
1, 5, t), 3. 4 is een kleur.
Een 7, 17, 18, 22 kan nooit een meisje
zijn.
16, 17, 18, 19, 20 is een mooi dorp in
de prov. Utrecht
Een 9, 8, 1, 2, 15 heeft een donkere
gelaatskleur-.
De 10, 11, 12 is een hemellichaam.
13, 14, 21, 1 wordt zoowel door de
huisvrouw als den bakker gebruikt.
4 Mijn broertje liet een grooten steen
aan stukken vallen in een afgrond.
Daar vond een ander ze, voegde ze
weer samen en kreeg een boom
Hoe kan dat?
Vcor kleineren.
1. Verborgen jongens- en meisjesnamen
Ik dacht, dat een versch ei nog in de
kast lag.
Oom kwam in alle onmogelijke hoek
jes zoeken, maar vond Poes niet. (2)
Neen! We gaan niet zoo gauw ver
huizen.
Ga, je mee? Ja, nu dadelijk!
2. Wij dansen en wij springen,
Wij loopen met een vaart.
Wij hebben kop noch beenen,
Geen armen en geen staart.
Zijn w' éénmaal weggeloopen,
Dan kunnen w' onze plaats
Heusch nimmer meer bereiken.
Al hebben wij veel praatsI
jf,c IE
Hoe of w ij er wel uitzien?
Soms groen, soms bruin, rood, geel
Je vindt ons ook dit najaar,
Als ieder jaar, weer veel.
3 Ik noem een jongensnaam. Neemt
men mijn staart weg, dan staan
wij op het land. Als we nu nog ont
hoofd worden, vindt je ons in het
kippenhok.
4 Wie slaapt niet rustig in zijn bed
En kan ook nimmer droomen?
Wie kan niet liggen, zitten, staan.
Moet loopen steeds of stroomen?
{Nadj-uk verbodenh