Alkmaarsche Courant.
Fortinbras' toovermacbt
Radionieuws
JeuiiietMt
JCiuist mUklmschap
Rechtszaken
Een Meisjesgezicht
De 8 October-vieririg.
Honlertf Tier en dertigste Jaargang.
MAANDAG 10 OCTOBER
No. 239 1932
Dinsdag 10 October.
Hilversum, 296 M. (Uitsluitend AVRO).
8 Gramofoonplaten. 10.— Morgenwijding.
1015 Gramofoonplaten. 10 30 Solisten-
concert m. m. v. Réüe Rimathé (zang) en W.
Brederode (viool). Piano: E. Veen. 11.—
Gramofoonplaten. 11.30 Vervolg solisten
concert. 12.—2.— Concert door ensemble
Rentmeester. 2.15 Gramofoonplaten. 3.—
Kniples door Mevr. de Leeuw—van Rees.
4.Pianorecital door Wihny Richards. 4.30
Radiokinderkoorzang o. 1. v. J. v. Hamei. 5.—
Max Tak :„Gounod'' (met gramofoonplaten-
ölustratie). 6.Gramofoonplaten. 6.30 R V.
U. 7.Kovacs Lajos en zijn orkest. Refrein-
zang: Bob Scholte. 7.30 Engelsche les door
Fred. Fry. 8.— Vaz Dias. 8.05 Kovacs Lajos
en zijn orkest m. in. v. ,,The Rythm Brithers".
0.Optreden Wouter Loeb. 9.20 Omroep
orkest o. 1. v- N. Treep. o.a. O schoner Mai,
wals, Strausz. 11.Vaz Dias. 11.0512.
Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K R.O.) 8.
9.15 Gramofoonplaten. 10.Orkestconcert.
11.30—12— Godsd. halfuurtje. 12.15 Con
cert. 1.45 Gramofoonplaten. 2— Voorde
vrouw. 3.Modecursus. 4.Vioolrecita!
door D. Vos, m. m. v. F. Boshart, piano. 5.
Gramofoonplaten. 6-30 Esperantoles. 6.50
Gramofoonplaten. 7.107.30 Lezen. 7.45
Causerie. 8 Orkestconcert. 9.— Vaz Dias.
9.15 Lezing. 9.35 Vervolg concert. 11
12.— Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10 50 Tijdsein en weerbericht. 11.05 Lezing.
12.20 Orgelconcert, E. O'Henry. 1.05 Com
modore Grand orkest o.l.v. Muscant. 2.20
Voor de scholen. 4.50 Moschetto's orkest.
5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Handei's
vioolmuziek door Orrea Pernel. 7.10 Fran-
sche les. 7.40 Wireless Military Band o.l.v
B. Walton O'Donnell, m. m. v. D. Brynley,
tenor. O.a. Drink to me only with thine eyes,
bew. Quilter. 8.50 Lezing. 9.20 Berichten.
9 40 „Conversations at the Dance", hoorspel.
10.25' Optreden Marion Harris, cabaret.
10.50 Lezing. 10.55—12.20 Roy Fox en zijn
orkest.
Parijs „Radio-Paris"1724 M. S.05, 12 20
en 7 40 Gramofoonplaten. 9.05 Radiotoo-
neel: „Le Maitre $aune", van M. Cério. 9 50
.Gramofoonplaten.
Kalundborg1153 M. 11.201.20 Con
cert uit Rest. „Wivex". 2.40—4.20 Louis
Preil en zijn orkest, m. m. v. Einar Johansen,
piano. 7.20—8.10 Herdenking St. Blicher,
voordracht, zang en piano 8.10—8.35 Kurt
ensen, mandoline en V. Fischer, piano. 9.20
Kamermuziek door het Boedapester strijk
kwartet, o.a. Strijkkwartet in G. gr.t., op.
161, Schubert. 1010—11 50 Dansmuziek o
1. v. Kai Julian.
- Langenberg, 473 M. 6.257.20 Gramo
foonplaten. 11.2012.10 Concert uit Stutt-
gart o.l.v. Görlich, m. m. v. K. P. Rau,
bariton. 12.20—1.50 Concert o.l.v. Eysoldt.
4.205.35 Concert o.l.v Eysoldt. Duitsche
Opera-muziek. 7.208 05 Concert o.l.v.
Wolf. 8.10 „Worueber Völker lachen II,
Russland", Russiscu j rogramma m. m. v. G.
Hermann, toelichting. Willy Buscnhoff en
leden van het Stedelijk theater te Münster
en Dortmund. Regie Hasli :de.
Rome, 441 M. 9.05 Concert en radiotoo-
neel; o.a. uit „Don Pasquale", Donizetti.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20
Radio-kleinorkest o.l.v. P. Leemans. 1.30
Gramofoonplaten. 5.20 Concert o.f.v. Kumps.
6 50 Zang door A. BritteMorrin. 7.05
Gramofoonplaten. 8.20 Omroeporkest o.l.v.
F André. 10.30 Gramofoonplaten. 338 M.
12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Omroep-klein-
orkest o.l.v. P. Leemans. 5.20 Omroeporkest
o.l v. F. André. 6.50 Omroep-kleinorkest o. i.
v P. Leemans. 8 20 Radio-symphonie-orkest
o.l.v. Kumps. 10.30 Gramofoonplaten.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Gevariëerd program
ma o.l.v. A. Braun. 9.20 Berichten. 9.40
1F.20 Concert door het Hamburgsch Phil-
harmonisch orkest o.l.v. Horst Platen.
verliest nimmer zijn irissche teint en soepele
gaafheid, wanneer men voor de verzorging
van het gelaat „Zij"-Crême gebruikt.
In prijzen van 20—3045 en 75 cent.
naar het Engelsch van William Locke
d<>or J. E. d. B. K.
70)
Doch Bigourdin wilde hier niet van hooren
iFkI!111 Was 'k verl°ren zoon, riep hij, we
heooen juist een heerlijken kalfskop voor het
dejeuner. Mijn buurman heeft het dier vetge
mest.
Martin verfrischte zich in de beroemde bad
kamer en trad de eetzaal binnen. Een paar
handelsreizigers met bezorgde gezichten wa
ren de eenige gasten. Behalve één, waren het
oude bekenden. Hij schudde hun de hand.
't Is de laatste maal, zeiden zij, morgen
worden v/e gemobiliseerd.
Ze verlangde er niet naar om te vechten,
maar als ze sneuvelden, nu, dan sneuvelden
ze. Ze hadden een soort kalme, fatalistische
vaderlandsliefde. Ze waren één met Frank
rijk. Het was heel eenvoudig.
Martin verliet hen en zat met Bigourdin
en Félise aan hun tafel in den hoek hij de
deur. Het was de eerste maal dat dit gebeur
de. Félise at weinig en was heel stil. Af en
toe, wanneer hij vertelde van zijn wederwaar
digheden in het verre Oosten, zag hij haar
groote donkere oogen hem aankijken en hij
glimlachte onbegrijpelijk blijde. Maar zij
zag dadelijk weer voor zich.
Toen Bigourdin, als hotelhouder, iets
Het bloemencorso.
Een bloemencorso het blijkt telkens
weer is steeds een programnummer, dat
inslaat. En dus waren er Zaterdagmiddag
duizenden menschen op de been. om dit deel
van het programma der 8 October-vereeni-
ging te bewonderen, dat bovendien plaats
had bij het mooist denkbare herfstweer en
daarom reeds bij voorbaat als geslaagd kan
worden beschouwd.
Bij de opstelling aan den Helderscheweg
bij den Raad van Arbeid stond het reeds lang
van te voren zwart van de menschen, die
zich een zoo goed mogelijk plaatsje trachtten
te verzekeren, om den stoet te kunnen gade
slaan.
Hij werd geopend met een rijtuig, waarin
de burgemeester en mr. C. J. de Lange, voor
zitter van de Octovereeniging, waarop volg
den twee dito met bestuur en feestcommissie
van deze vereeniging.
Het eerste nummer van het eigenlijke corso
was dat van Alcmaria V. V. V., voorstellende
de koningin der bloemen met gevolg, een num
mer van paardrijders(sters), dat een heel
goede inzet van van den stoet was. De 'oloe-
menmantel van de „koningin" was al heel
aardig.
Hierop volgde een groep meisjes-gymnas
ten, behoorende tot de adspirantengroep van
„Kracht en Vlugheid", die in hun wit-met-
roode-biezen-costuum pittig marcheerden op
de muziek van de drie begeleidende korpsen.
De vliegmachine van den heer J. Zwart,
begeleid door heeren der schepping met
hooge hoeden, heeft zeker veel werk ver-
eischt, maar het succes was daaraan ook
evenredig.
De „Driehoeksmeisjes" kwamen met twee
nummers. Met het eene werd het kampleven
uitgebeeld (een tent op een wagen met daar
omheen een groep zingende meisjes in de be
kende blauwe blouse); het andere was een
nummer van voetgangsters in dezelfde klee
ding, een driehoek vormende.
Oude Tijd (leider de heer L. B. Goettel)
was een allerliefst nummer. Hoe aardig die
jongens (met hooge hoeden) en meisjes, allen
in licht blauwe Meeding uit lang vervlogen
tijden.
De padvinders verschenen met St. Joris
(hun schutspatroon) en de door dezen ver
slagen draak. Een met zooveel bloemen over
dekte draak als deze kan toch niet zijn het
gevaarlijke monster, als waarvoor zij wordt
uitgemaakt: Zeven meisjes zouden haar dage-
lijksche kost zijn geweest volgens de legende.
Een zestal in het wit gek leed e meisjes met
gelaatssluiers als Turksche vrouwen waren
waarschijnlijk bestemd geweest voor het
monster, maar liepen er nu vrij achter.
De Wilhelminaschool kwam onder leiding
van den heer Jansen met een wagen, waarop
het oogstfeest (het binnenhalen van de laatste
korenschoven) werd uitgebeeld. Het waren
heel aardige jeugdige boeren en boerinnen,
die op den wagen hadden post gevat of daar
achter liepen.
Een bijzonder uitgebreid nummer was dat
van de buurtvereeniging S. I. S. Zij kwam
met niet minder dan acht groepen, waarvan
ons het meest konden bekoren „Geloof, hoop
en liefde" (in bloemen op een wagen) en „Up
en down in het leven". Dit wil natuurlijk niet
zeggen, dat de andere aideelingen niet met
zorg zouden zijn samengesteld, integendeel,
de groote klok b.v. was heel goed en het
bootje met het Alcinaria-wapen op het zeil
was schattig.
Op een auto van de brandweer, aangediend
als de. „Revueclub" waarin zich o.a. een aller
aardigst brandweermannetje bevond, volgde
een handwagen, waarop een miniatuur bloe
mentuin was aangelegd, voor velen allicht
een goed voorbeeld.
Dan kwam een versierde tweewieler van
het oude model, uit den tijd van 1860; het
hooge wiel met een klein daarachter. De
berijder had schijnbaar een,.steuntje noodig
om niet te vallen. Een vervoermiddel als dit
heeft altijd veel bekijks.
De twee fietsen, die op dit nummer volg
den, waren heel goed versierd met groen en
vele bioemen en maakten een zeer goed fi
guur in deze stoet.
De heer Timmer had met zijn groep Zonne
bloem iets aardigs bedacht: een groep meis
jes in het geel en daaromeheen andere, ver
bonden door groene en roode banden.
De r.-k. jongensschool kwam met een
wagen, waarop een vliegtuig, dat blijkbaar
een noodlanding had gemaakt. De begelei
dende jongens schenen intusschen allerminst
bevreesd in deze met bloemen overladen
vliegmachine.
moest bespreken met één van de handelsreizi
gers en van tafel was opgestaan, zei zij
Je bent veranderd. Men zou zeggen dat
je dezelfden man niet meer waart.
Wat doet je zoo denken? lachte hij.
Je praat anders. Je hebt een andere uit
drukking in je gezicht.
Dat spijt mij, zei hij.
Ik zie niet in, waarom je dat spijten zou
antwoordde Félise.
Als je me niet meer herkent, dan moet
ik een vreemde voor je zijn.
Ze beet zich op de lippen en bloosde.
Ik wist niet wat ik zeide, het was mis
schien heel brutaal.
Hoe kan dat nu brutaal zijn? vroeg hij,
zich over de tafel buigende. Maar indien ik
veranderd ben, is het ten goede of ten
kwade
Zou je hier weer bediende willen wor-
den?
Martin dacht een oogenblik na.
Neen.
Voila (zie je wel!).
Maar ik zou je niet kunnen zeggen
waarom niet.
Dat is ook niet noodig, antwoordde Fé
lise.
Bigourdin kwam weer bij hen. Toen het
maal was afgeloopen, ging Félise weer aan
haar werk en Bigourdin zei:
Laten we een kopje koffie gaan drinken
in het Café de 1' Univers. In de laatste dagen
zijn ze daar allemaal op dit uur.
Ze daalden den heuvel af en liepen over de
brandend heete kaden. Martin kende elk huis,
eiken steen, elke oude vrouw, die even ophield
Een zomersch idee gaf de auto, waarin
Menno Grondsma en eenige andere jonge
heden zaten, allen met een stroohoed op. Een
meegevoerde gramofoon zorgde voor een
stukje vroolijke muziek.
De heer A. de Vet had op een karretje op
gelukkige wijze den herfst uitgebeeld.
De koorklassen van Corn. Jonker kwamen
met „De Moorenkoning m zijn paleis", een
fragment uit de operette „Het Moorenschip"
en evenals een paar jaar geleden bij de eenige
malen herhaalde opvoering van dat zang
spel, was daarvoor ook thans aller belang
stelling.
De auto, waarmee de ambachtsschool uit
kwam, was een nummer dat er wezen mocht:
versierd met bloemen en daartusschen groen,
een en ander misschien juist door de sober
heid van uitvoering zoo mooi.
„De sneeuwkoningin het nummer van de
kweekschool, trok door een schitterende uit
beelding op een wagen, waarop ook een met
sneeuw overstrooide boom de aandacht. Er
omheen liep het gevolg, het vrouwelijk deel
in paarse rokjes en witte blouse, de jongens
in kleeding van dezelfde kleuren.
De voetbalvereniging Alcmaria Victrix
voerde op haar wagen met elftal een reusach-
tigen voetbal mee, ter grootte van een push-
bal, die al het andere op en aan den wagen
overheerschte.
Een wagen van den heer Geus volgde,
reclame makende voor de sigaren, waarop de
mannen van de Diaconie en de Piusstichting
door hem werden getracteerd.
De vrij lange stoet, die zooals gezegd, be
geleid werd door drie muziekkorpsen, mochc
zich langs den heelen weg dien hij volgde
en deze was eenige kilometers lang ver
heugen in de waardeerende belangstelling van
heel Alkmaar en van zeer velen uit de bui
tengemeenten.
Het electrisch licht ging plotse
ling uit.
De lichtstoring had Zaterdagavond heel
wat op haar geweten.
In sommige straten was die storing maar
van korten duur, m de omgeving van den
Stationsweg b.v. een kwartier, wat keurig
geregistreerd werd door den bloemenklok, die
ook de dupe der storing was geworden en
dientengevolge gister een kwartier achter
liep.
Er waren wijken waar men blijkbaar van
de storing niet het minste last had, maar er
waren ook straten en daaronder de voor
naamste, die van deze minder prettige ver
rassing op bedenkelijke wijze de dupe zijn
geworden. Daar was b.v. de Langestraat,
waar de bioscopen hun programma's al be
gonnen waren en waar men voor de keus
stond het geld terug te moeten geven of de
kaarten voor een anderen avond af te stem
pelen omdat bij kaarslicht nu eenmaal geen
film vertoond kan worden.
Juist door den druilerigen regen hadden
vele feestgangers een droog en behagelijk
plekje in bioscopen en café's gezocht, waar
van de laatste voor dezen avond diverse
strijkjes geëngageerd hadden. Wie nog kaar
sen had, haalde ze te voorschijn en tal van
winkelétalages de winkels hadden juist ver
gunning om lang te mogen openblijven
werden op gebrekkige wijze met kaarslicht
geïllumineerd. Alkmaar had inderdaad de
zelfde verlichting als op éten dag van het
eigenlijke ontzet, maar wij zijn nu, na 359
jaar, niet meer tevreden met het licht onzer
voorouders en het was dan ook geen won
der, dat de abonné's, die de gem. lichtbedrijr
ven aanvroegen, van de telefoonjuffrouw
voortdurend te hooren kregen, dat het num
mer „in gesprek" was.
De oorzaak van de storing.
Wij hebben hedenmorgen het kantoor der
Gem. Lichtbedrijven naar de oorzaak van de
storing gevraagd.
Die oorzaak is, naar wij vernemen, een
defect in de hoogspanningschakelaanleg. Er
is iets blijven haperen waardoor een auto
maat niet gewerkt heeft en zekeringen door
te groote belasting zijn doorgeslagen. De
illuminatie van de Oudegracht werd zoo
spoedig mogelijk uitgeschakeld. In de Lange
straat was voor sommige zaken om ongeveer
tien uur, voor andere omstreeks kwart over
tien, de storing weer opgeheven.
Het bezoek aan het Doelenveld.
Door ai dien tegenslag en vooral door den
kouden, regenachtigen avond was het be
zoek op het Doelenveld een teleurstelling. Er
waren heel weinig toeschouwers en vele ver
makelijkheden hebben, bij gebrek aan klan
ten, maar vroegtijdig gesloten. Alleen in de
wafelbakkerij en natuurlijk in Ober Bayera,
waar Amsterdamsche studenten voor goede
en vroolijke muziek zorgden, ging het nog
met het spoelen van haar wasch aan den oever
van de Dronne, om hem een welkom toe te
roepen. En de mannen hielden hem staande,
sloegen hem op den schouder en schudden
hem de hand.
Daar herken je het goede hart van Péri-
gord aan, zei Bigourdin.
Ze kwamen in de koele, nauwe Rue de Péri-
gueux, waar ze aan den overkant Monsieur
Foure, Adjoint du Maire, zagen loopen, terwijl
hij met den hoed in zijn hand ijverig zijn voor
hoofd afkoelde. Hij voegde zich bij hen, te
opgewonden om te réaliseeren, dat Martin te
rug was.
Heb je het nieuws gehoord? De Maire
kreeg een telegram uit Parijs, 't Bevel voor de
algemeene mobilisatie wordt vandaag gegeven.
Goed zoo! zei Bigourdin.
Het terras van het Café de 1' Univers was ge
heel gevuld met de notabelen van het stadje,
die er anders, getrouw aan hun sobere levens
wijze, slechts na het diner kwamen.
Martin werd bestormd.
Et maintenant, 1' Angleterre, qu' est-ce
qu' elle va faire? (wat gaat Engeland nu doen?).
Dat was de vraag, die dien dag op alle Fran-
sche lippen lag. En Martin verklaarde, alsof
het hem door Whitehall was opgedragen, dat
Engeland mede in den oorlog zou gaan. Voor
het oogenblik voldeed dit. Frankrijk weer in
oorlog na veertig jaren, die gedachte vervulde
hen geheel. Zij praatten in de lucht over ge
tallen, over prèparatieven, over kansen, over
de solidariteit van de natie. Toen er een oogen
blik van stilte was, zei de oude, grijze Mon
sieur Viriot:
Dit is het oogenblik, waarop alle misver-
lusrig toe, ook de brandweer scheen nog wel
zaken te doen, maar de groote dansvloer
officieel hosvlonder geheeten was, ondanks
de actieve Jazzbanders, bedroevend leeg en
wij zagen omstreeks tien uur alleen den wit-
gemutsten kok van de wafelbakkerij met een
der kellnerinnen in zijn armen zich aan een
foxtrotje wagen. De neger en de dikbuikige
spullebaas van het tentje dat voor een dub
beitje „vrouwelijk schoon, alleen toegang
boven 18 jaar" te zien gaf, hebben ons ver
zocht te vermelden, dat hun onderneming
niet van „Vokzos" uitgaat maar van een
vriendencombinatie die zich „Elborugra"
noemt. In het aantal vrouwelijke die
ren, dat zij vertoonden was trouwens
eenige variatie gekomen, maar de geit
aan het touwtje droeg nog allt anato
mische kenteekenen van het bokkenras. „Vok
zos" was er in geslaagd Ghandi in eigen
persoon naar het Doelenveld te brengen en
bij een tweetal doodskoppen met oogen van
electrische lichtjes werd er in het duister
„waaigezegd", een griezelige vertooning, die
niet zal hebben nagelaten, den noodigen in
druk te maken. Ook het sprekende hoofd
dat met „Vokzos" geen connecties blijkt te
hebben trok weer groote belangstelling,
althans later op den avond, want de werk-
looze, die hiermede een extra daggeldje ver
dient, was eerst weggeloopen omdat hij
dacht, dat de voorstelling niet doorging. Ge
lukkig kon hij weer teruggevonden worden,
zijn geverfde en met groen licht beschenen
kop, die op het zwarte doek neergelegd
scheen, grinnikte en lachte weer even sinister
als den vorigen avond en sprak weer even
vlot Maleisch met de zekerheid, dat toch nie-
man der iets van verstaan kon.
Een bedroevend slot.
In de stad werd het spoedig stiller. Regen
en duisternis deed de menschen vroeg huis
waarts gaan en wie er van buiten gekomen
waren, vonden al spoedig den terugweg naar
het station en de autobussen.
Het is jammer, voor de feestviering en
voor de buurtcommiesies, die op de verlich
ting zoo hun best hadden gedaan, maar ook
voor de financiën der getroffen 8 October-
vereeniging, dat de feestdag zoo ongelukkig
besloten moest worden.
HET KERKCONCERT.
Even half acht begon het concert in de
Groote Kerk die geheel gevuld was er wa
ren banken bij gezet en waaraan mede
werkten een groot gemengd koor, een man
nenkoor, en als solisten J. Henri Oushoorn
(alt-viool), P. A. van Langen, organist, en
de bariton, concertzanger Otto Couperus, van
Amsterdam.
Twee gelegenheidscomposities stonden er
op het programma: „Hollands' Glorie", van
Hol, en „Herontwaking" van Oushoorn. Ge
legenheidscomposities hebben weel een korte
levensduur. Niet alzoo „Hollands' Glorie",
dat nog zeer goed te genieten is, ondanks
den tamelijken ouderdom. „Herontwaking",
gedicht van onzen oud-stadgenoot, dr. J. W.
Wicherink, persoonlijk aanwezig is van veel
jonger datum, maar naar Oushoorn's compo
sitie zal ook nog wel eens meer gegrepen
worden, dank zij de welluidende, bevattelij
ke, aan het gedicht nauw aansluitende mu
ziek. Oushoorn die beide werken dirigeerde,
deed dit met toewijding, het koor zoowel
het gemengde- als het mannenkoor was
paraat, de blaasinstrumenten (vanwaar kwa
men de musici?) en het strijkorkest bij „Her
ontwaking" door Alkmaarders gevormd
waren voor de taak berekend, en zoo kreeg
men van beide nummers 'n mooie uitvoering,
waartoe, ook bijdroeg de solozang van Cou
perus, en het aanvullend spel op een harmo
nium van van Langen.
Opmerkelijk dat de zang van den bariton
solist in drie liederen, vanaf het orgel gezon
gen lang niet zoo vol deed als in O's compo
sitie. Ten eerste lag dat aan de keuze van
nummers, die men behalve het Oud-Holland-
sche „Wilt heden nu treden voor God den
Heere" niet zoo gelukkig was. En dan deto
neerde de zanger tamelijk in het genoemde
lied, terwijl „So ic een prince waer ghebo-
ren", van A. D. Loman Jr., en „Vredes Dank
lied van Cor. Kint, niet zoo erg aanspraken.
De dirigent speelde als altviool-solist zijn
compositie „Gebed", en „Elegie" van Ernst.
No. 1 heel mooi, het volgende ook wel, maar
't leek voorde alt-viool niet zoo geschikt, 't
Gebed stond als vertolking hooger!
Van Langen begeleidde de solo's voortref
felijk op het orgel, en gaf een uitnemende
weergave van het eerste deel van het concert
in Bes, van Handel, en van zijn Toccata,
waarin Van Langen gebruik maakte van de
standen moeten worden weggeruimd uit loyale
Fransche harten. Wij zijn nu allen broeders,
die ons geliefd vaderland moeten verdedigen.
Mon brave ami Bigourdin, donne-moi ta main
(geef mij de hand).
Bigourdin sprong overeind, ofschoon het aan
den openbaren weg was, maar wat deed dat er
toe, en riep: Mon vieux Viriot, en beide man
nen omhelsden elkaar.
Fortinbras kwam laat in den avond, waar
schijnlijk met den allerlaatsten trein, want den
volgenden dag en vele dagen daarna, was er
groote drukte en groote haast en veel verwar
ring op alle wegen en op alle spoorlijnen van
Frankrijk.
De mannen uit de omliggende dorpen vulden
de straten van de stad, vergezeld door hun
vrouwen en moeders en kinderen en vreemde
officieren in auto's raasden door de Rue de
Périgueux. Heele troepen jonge mannen
marcheerden in de pas naar het station, onder
het zingen van de Marseillaise en de vrouwen,
voor hun huizen staande, wierpen hun kushan<
den toe, toen ze voorbij kwamen. In het station
stroomden de lange soldatentreinen, versierd
met takken en bloemen, weg. Mannen en
vrouwen, jong en oud, wuifden met hun zak
doeken tot de wagons uit het gezicht waren.
Dan wendden zij zich om en weenden bitter.
Martin, Fortinbras en Bigourdin gingen dikwijls
kijken naar het vertrek der treinen, die de
bloem van stads jongelingschap wegvoerde.
Lucien Viriot ging ook vol moed. Evenals Jo
seph, die Martin's ouden rok voorgoed had
weggeworpen. Na een paar dagen was Bran-
töme zoo stil en saai als een balzaal, waaruit
de laatste gasten verdwenen waren. Ernstig
Wilhelmus melodie. Dit nummer werd daar
door een inleiding voor het door allen
zongen volkslied (twee coupletten) Reed*
eerder had het publiek deel aan het concert
genomen door twee verzen van Alkmaarscb
Victorielied aan te heffen, h Ging eerst wat
aarzelend, 't ware wellicht wenschelijk ze
weest als Van Langen eerst 'n accoord had
aangegeven, inplaats van direct met de me,
lodie te beginnen. Toen Oushoorn echter den
dirigeerstok ophief volgde men hem getrou-
welijk. In 'n korte pauze vond mevr v <f
Horst gelegenheid componist en dichter ha£
telijk toe te spreken en den dirigent namens
alle medewerkenden een groote krans aan te
bieden. Mevr. Oushoorn had, vergezeld van
eenige woorden door den heer Masee gespro.
ken, een souvenir in ontvangst te nemen -
A. K.
HET WAS GEEN CRANG PENDEK.^
Een onkiesche grap?,
Men zal zich herinrferen, dat in het begin
van Juli reeds de voorloopige resultaten ge
meld werden van het onderzoek, dat dr. K.
W. Dammerman, hoofd van het zoölogischen
museum en laboratorium te Buitenzorg, inge
steld heeft naar de identiteit van het'skelet
en de huid van het wezen, dat hem uit Suma-
tra was gezonden. Reeds toen werd gedacht
aan opzettelijk bedrog. Blijkbaar staat het
thans onomstootelijk vast, dat men te doen
heeft met een wel zeer onkiesche grap.
Aan het specimen, aldus dr. Dammerman
destijds, is niets menschelijks te bespeuren.
Het draagt geheel en al een aapachtig karak
ter. Vermoedelijk heeft men te doen met een
soort slankahp.
Nauwkeurig kon dit echter niet bepaald
worden, daar het skelet niet volledig was. De
jukbeenderen ontbraken, de staartwervels
waren afgebroken en de snijtanden waren af
gevijld. i
Behalve op den kop, waren de haren weg
geschoren. p
Men vermoedde, dat de staart was afge
sneden.
AUTO-DIEVEN.
De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft
den kantoorbediende L. de W. en den on
derwijzer G. R. te Amsterdam, behoo
rende tot een bende autodieven, die in
Oisterwijk en Vught opereerden, wegens
diefstal veroordeeld tot IK jaar (eisch 2
jaar) en een jaar en drie maanden (eisch
IK jaar) gevangenisstraf onder aftrek
van de voorloopige hechtenis.
DE HYPOTHEEKKWESTIES IN HET
LAND VAN MAAS EN WAAL. k
Zooals men zich zal herinneren, heeft de
Stichting Maas en Waal te Druten inzake de
bekende hypotheekkwestie van de door haar
voor de slachtoffers van den watersnood '26
gebouwde woningen, twee proef-processen
voor de rechtbank te Tiel aanhangig ge-
maakt. In het eene, tegen Van Someren te
Dreumel, is eenige maanden geleden von
nis gewezen; in het andere, tegen L. Pardoel
te Wamel, heeft de rechtbank Zaterdagmor
gen uitspraak gedaari.
Genoemde Pardoel was door de Stichting
Maas en Waal gesommeerd te kiezen: óf het
op zijn grond opgetrokken gebouw te behou
den tegen betaling der bouwkosten, óf toe te
laten, dat het door de Stichting weer werd
afgebroken. Den voor de beslissing gestelden
termijn van drie weken liet Pardoel verloo-
pen, weshalve de Stichting mocht aannemen,
dat hij het gebouw voor zich behield. Par
doel bleef echter nalatig, volgens zijn ver
klaring, wegens absolute financieele on
macht, het door de Stichting gevorderde be
drag te voldoen, zoodat hij daartoe voor de
rechtbank is gedagvaard.
In de dagvaarding stelde eischerses o.a.
dat zij er mede accoord zou gaan, indien
Pardoel tijdens het proces alsnog te kennen
gaf, dat hij er de voorkeur aan gaf, dat
eischeres het gebouwde weer liet afbreken.
Naar de meening van eischeres staat het
vast, dat Pardoel principieel onwillig is te
betalen en zich heeft opgeworpen als leider
van een verzet-partij tegen redelijke over-t
heidsmaatregelen, zulks, hoewel hij van de
totale bouwkosten ten bedrage van 3700
slechts 500 aan eischeres behoeft te be
talen.
Gedaagde concludeerde op verschillende
formeele gronden tot niet-ontvankelijkverkla-
ring van eischeres.
In haar vonnis overweegt de rechtbank,
dat vaststaat, dat eischeres het huis van ge
daagde op diens grond heeft doen bouwen
voor 3700 en dat zij aan gedaagde de keu
ze ex art. 638 B.W. heeft gelaten. Gedaagde
was het avondclubje in het Café de 1' Univers.
Door Frankrijk ging het gerucht, dat Engeland
weifelde. Fortinbras verdedigde warm Enge-
land's eer. Tehuis was hij heel stil; teeder en
beschroomd ging hij met Félise om. Voor Mar
tin maakte hij geen toekomstplannen; in zijn
geheele houding was iets zachts en weemoe
digs. Hij had aan Martin vertelde, dat hij niet
langer Marchand de Bonheur was. Hij had er
geen slag meer van. Op aandringen van Bi
gourdin had hij een lijfrente gekocht, groot ge
noeg om te voldoen aan zijn bescheiden be
hoeften van wijsgeer. Nu de scherpe prikkel
er niet meer was om vijffrancsstukken te ver
dienen en nu hij in geen andere zaken meer
betrokken was, geleek hij een zanger, die zijn
stem verloren heeft. Niettegenstaande zijn
groote kundigheden en zijn kennis van het
menschenhart, niettegenstaande zijn heldhafti-
gen strijd, had hij toch volkomen gefaald waar
het zijn eigen ziel betrof. Een andere Fortin
bras, eigenlijk een gebroken man, had nu zijn
intrek genomen in het Hotel des Grottes. Doch
al het spreken over oorlog werkte als een sti
mulans en hij werd weer de redenaar en de zie
ner. Hij kwam op voor Engeland en zijn vurige
oprechtheid maakte indruk op zijn hoorders.
De hemel zij gedankt, zei hij naderhand
ik had gelijk.
Ondertusschen kwam Martin, die door al
wat hij gezien had en gehoord, diep was ge
troffen, tot de overtuiging, dat, even goed
als het geschreven stond dat hij naar Bran-
tome gaan moest, 't ook stond geschreven
dat hij er niet moest blijven.
-1 (Wordt vervolgd).