„ARNHEM"
O&itwmland
/T\ LEVENS-
H VERZEKERING
•%p*-y MAATSCHAPPIJ
HEERHUGOWAARD.
HENSBROEK.
Geneeskundige brieven
beeld niet altijd even mcoi is, mag men den
spiegel niet wijten.
De heer Pool handeit naar het wijze woord
'm het voorspel van Goethe's Faust:
„Wees dus' goecfgeefsch en zeker van uw
[doel,
Laat ons verbeelding en al hare koren,
Verstand, vernuft en 'hartstocht en gevoel,
doch, denk er om! niet zonder grappen
[hooren!
Maar laat toch bovenal genoeg geschiên!
Men komt hier kijken, men wil 't liefst wat
[zien".
De aankleeding van het tooneel, de ver
lichting, de mooie costuums, alles is keurig
verzorgd en niets is vergeten. De helper
achter de schermen is steeds op zijn post.
Het is te hopen dat het werk van dezen
voordrager, die in elk geval het oor en de
■belangstelling van het volk heeft, eens door
een bezadigd en ter zake bevoegd man aan
een zakelijke en opbouwende kritiek wordt
onderworpen. Deze ernstige werker is den
moreelen steun waard, dien degelijke beoor
deeld verleent. Populariteit is prachtig,
velen jagen haar na tevergeefs, de heer Pool
heeft haar verworven. Dit is een
recht. Maar op ieder levensgebied blijkt dat
zij steeds gevaarlijk is voor het karakter. De
'heer Pool maakt den indruk, dat hij zich ver-
weerd tegen deze invloeden. Hij vo.'harde
daarin! Hij worde daarin sterker! Kostelijk
zou het wezen, wanneer hij zich ontwikkelde
tot een echte, gave plattelands-voordrager
van volksgunst
Nog kostelijker, wanneer hij zich ook dan
in de positie, die hij nu inneemt in het ont
spanningsleven van zeer velen in Noord-
Holland, te handhaven wist!
Op voortreffelijke wijze verzogrde de heer
De Goede van Egmond a. d. Hoef het muzi
kale gedeelte.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer G.
van Susante, heeft aan de universiteit te
Utrecht met gunstig gevolg het doctoraal
examen afgelegd in de medicijnen.
Bij de heden gehouden stemming voor
bestuurslid van het Geestmer Ambacht kon
geen beslissing worden genomen, daar geen
volstrekte meerderheid werd behaald.
De stemming was als volgt: Jb. Groot Jr.
20 stemmen, het periodiek aftredend be
stuurslid de heer D. Schrooder, thans wo
nende te Alkmaar, 19 stemmen met nog enkele
stemmen verdeeld, zoodat een herstemming
zal volgen.
De vroedvrouw.
Nog niet zoo heel veel jaren geleden werd
naast de in Amsterdamsen Rotterdam be
staande vroedvrouwenscholen een derde der
gelijke inrichting te Heerlen opgericht. Niet
zoozeer bij de oprichting zelve als korten tijd
nadat de school haar werk had begonnen en
de hooge daaraan verbonden kosten bekend
werden, ontwikkelde zich een oppositie, wel
ke in en buiten de Kamers der Staten-Gene-
raal veel pennen en tongen in beweging
bracht. De plaats van vestiging, haast zoo
ver als mogelijk is, van het centrum des lands
verwijderd, oordeelde men al zeer ongunstig
gekozen. Het gerucht ging, dat een groote
factor voor de oprichting bestond in de nood
zakelijk gebleken uitbreiding van het groote
ziekenhuis te Heerlen, waarvan de verloskun
dige afdeeling thans naar de nieuwe school
kon worden overgebracht. Tegenover de hoo
ge kosten vormde de geringe toevloed van
kraamvrouwen een schrille tegenstelling.
Booze tongen beweerden zelfs, dat bij het be
zoek van hooge persoonlijkheden verleegsters
in bed werden gestopt om den indruk van een
grooter getal verpleegden te geven.
Eén argument, dat ter verdediging der
school werd gebruikt, kon evenwel niemand
tegenspreken. In het zuiden van ons land was
de kindersterfte ontstellend hoog. Men hoop
te door het aankweeken van meer geschoolde
verloskundige hulp in die streken een verla
ging van het sterftecijfer der zuigelingen te
kunnen bereiken.
Intusschen luwde de opgestoken storm en
de school bleef behouden
Nu is, in den geest van bezuiniging, welke
over ons land is vaardig geworden en op zich
zelf allerminst misplaatst is, door de regee-
ring gedecreteerd, dat een der drie scholen
moet verdwijnen. Niet die uit Heerlen even
wel, maar de oude beproefde school te Am
sterdam. Het zal niemand verbazen, dat de
Amsterdammers dit besluit niet prettig vin
den en met alle kracht probeeren, hun school
voor den ondergang te behoeden.
Alvorens verder te gaan, dienen eerst eeni
ge woorden besteed te worden om de beteeke
nis en het leven van de vroedvrouw wat na
der onder het oog te zien.
Het vak van vroedvrouw is oud en eerbied
waardig. De term vroed, welken wij ook aan
treffen bii „vroede vaderen" en in de slotregel
van het bekende gymnastenlied „frank, vrij,
vroom, vroed", wordt overigens zelden meer
gebruikt. De Fransche uitdrukking „sage-
femme" toont ons allicht nog beter de waar
de, aan deze vrouwen gehecht. Trouwens,
haar taak gaat in Frankrijk wel wat verder
dan in ons land. Bij ons is zij bestemd om
hulp te verleenen bij normale bevallingen.
Zoodra zich buitengewone omstandigheden
voordoen, moet zij een arts om bijstand vra
gen.
De bevalling is een natuurlijke, ja mis
schien wel de meest natuurlijke verrichting
der vrouw. Men kan daarom de vraag stellen
of de vroedvrouw bij haar dan wel een taak
te vervullen heeft. Kan men niet alles aan de
natuur overlaten, immers bij bijzondere om
standigheden, die als een soort ziekte te be
schouwen zijn, moet toch andere hulp inge
roepen worden. Dan is inderdaad de genees
kundige noodig. Maar bij een natuurlijke ge
beurtenis is van genezing geen sprake. Hoe
moest het dan aan bn natuurvolken, voor wie
onze geneeskundige kennis een absoluut ge
sloten boek is? Inderdaad verloopt de beval
ling in zeer vele gevallen zonder dat feitelijk
eenige hulp van beteekenis noodig is. Maar
toch schijnt in de beschaafde wereld de be
schaving verkregen te ziin ten koste van
eenige lichamelijke minderwaardigheid. Bij
de naturuvolken komen trouwens ook afwij
kingen in het verloop voor, al is het in min
dere mate dan in Europa. En zij hebben wel
degelijk hun medicijnmeesters, al oefenen die
hun taak dan ook volgens onze meening ten
eenen male verkeerd uit.
Maar er kunnen zich zoo gemakkelijk om
standigheden voordoen, die tot nadeelige ge
volgen zouden leiden, indien zij niet onmid
dellijk verholpen worden, dat de veel geroem
de buurvrouw in dergelijke gevallen niet vol
doende is, maar vakkundige kennis beslist
vereischt wordt Nog afgezien van moreele
en psychische steun, welke de aanstaande
moeder ook zoo menigmaal ten zeerste noo
dig heeft.
Er zijn landen waar de verloskundige hulp
zoo goed als uitsluitend, althans in eerste in
stantie, verleend wordt door de vroedvrouw.
In ons land stelt de huisarts zich in vele ge
vallen ook beschikbaar om die hulp te ver
leenen, ook indien ter zelfder plaatse een
vroedvrouw komt. Vroeger schijnt de oplei
ding der vroedvrouw niet steeds even goed
geweest te zijn. Geen wonder dat dan de zoo
veel kundiger arts de voorkeur kreeg. Dat kan
men thans niet meer zeggen. De opleiding is
tegenwoordig zoo uitstekend dat men ge
rechtigd is, aan te nemen, dat de vroedvrouw
tot op de hoogte, waar haar bevoegdheid op
houdt, even bekwaam en kundig is als de
arts. Er is geen enkele reden om den laatste
boven haar te verkiezen. Als er iets bijzon
ders aan de hand is, moet zij hem toch te
hulp roepen. In één opzicht verdient de
vroedvrouw zelfs de voorkeur. Haar werk is
een geduldwerk. In het algemeen kan zij met
meer geduld werken dan de arts, bij wien
door een kraamvrouw de overige praktijk dik
wijls leelijk in de war gestuurd wordt. Haast
is in de verloskunde uit den booze.
In dit opzicht doet zich soms het treurig
verschijnsel voor, dat de arts als concurrent
van de vroedvrouw optreedt. Op de onver
kwikkelijke toestanden, op deze wijze ont
staan, wil ik thans echter niet nader ingaan.
Wel wil ik er nog eens den nadruk op leg
gen, dat de vroedvrouw in onze maatschappij
een hoogst belangrijken werkkring vervult.
Zoowel voor moeder als voor kind is zij van
groote beteekenis.
Alleen reeds om deze reden zou het te be
treuren zijn, als de zoo nuttig werkende
school te Amsterdam zou moeten verdwij
nen. Maar er is meer. Een school kan alleen
goed werken, als er voldoende „materiaal"
komt, d w.z. als een genoegzaam aantal vrou
wen zich daar wil laten verplegen. Ook hier
geldt het spreekwoord, dat als de eene hand
de andere wascht, zij beide schoon worden.
Door de geboden gelegenheid tot opname ge
nieten vele vrouwen van een uitstekende ver
zorging, waarvoor zij anders geen geld zou
den hebben en genoodzaakt waren, in een
minder gunstige omgeving de blijde gebeur
tenis af te wachten. Door de opheffing der
school zouden talrijke vrouwen in en om Am
sterdam in hooge mate gedupeerd worden.
Daar zouden nog andere voordeden komen
te vervallen. Menige moeder leert tijdens haar
verblijf in de school haar kind zoo goed te
verzorgen als voor haar in eigen omgeving
niet mogelijk zou zijn. Hoewel de kindersterf
te in ons land belangrijk geringer is gewor
den, is zij toch altijd nog veel te hoog. Als
een natuurlijk gevolg van de school werd een
consultatie-bureau voor zuigelingen opge
richt en de behoefte aan zuigelingenzorg, ook
in het gezin door ervaren zuigelingen-ver
pleegsters wordt zoodoende geschapen. Het
zou onmenschelijk zijn, als al die goede din
gen met één slag werden vernietigd.
Naar het schijnt, blijft de regeering niet
geheel ongevoelig voor de door Amsterdam
gevoerde actie. Het ziet er naar uit of de
vraag ten slotte als een financieele kwestie
zal worden behandeld. Goed! zegt de regee
ring, als de Amsterdamsche belangen zoo
erg geschaad worden, laat Amsterdam dar,
zelf de school betalen. Natuurlijk zijn speci
fiek Amsterdamsche voordeelen aan de
school verbonden. Wie het dichtst bij het vuur
zit, warmt zich het best. Maar men kan niet
zeggen, dat uitsluitend Amsterdamsche be
langen bij de zaak gemoeid zijn. De opgelei
de vroedvrouwen en kraamverzorgsters blij
ven niet allen in de stad, maar vestigen zich
Hater alom door het geheele land.
In elk geval is het te hopen, dat een verge
lijk kan worden getroffen, èn in het algemeen
belang èn in dat der vroedvrouwen, die nu
reeds niet altijd een rooskleurig bestaan heb
ben, terwijl zij het door hun moeilijk werk in
alle opzichten verdienen.
H. A. S.
MISLUKTE POGING TOT STRAAT
ROOF.
De dief wierp den buit van
1800 tijdens de achtervolging
weg en werd kort daarna gear
resteerd.
Zaterdag j.1. kreeg een 22-jarige kantoor
juffrouw van de fa. De Beer en Gnirrep op
den Amstel opdracht een bedrag van 1800
van de giro te halen. Zij borg het geld in een
klein handkoffertje. Toen zij weer op den Am-
stel terugkwam, sprong, naar het Hbld.
meldt, bij Carré een man op haar af, die
haar met een woesten ruk het koffertje ont
stal, waarna de man er vandoor ging, op
den hoek van de N. Prinsengracht een fiets
greep, die een helper daar klaarblijkelijk ge
reed had gezet, en verder op die fiets zijn
vlucht voortzette.
Het meisje riep onmiddellijk „houdt den
dief!", houdt den dief!", waarna een aantal
burgers zonder aarzelen op de fiets de ach
tervolging begon. Eerste resultaat van die
achtervolging was, dat de roover op de N
Prinsengracht bij de Onbekende Gracht de
tasch met geld wegwierp, zoodat de kantoor
juffrouw weldra in het bezit van de 1800
kon worden gesteld.
Er ontstond nu een achtervolging door een
groot deel van de stad, maar de man had
natuurlijk, dank zij de consternatie, eenigen
voorsprong. In de Roeterstraat had de dief
pech, de ketting liep van zijn kamwiel af,
maar zijn medeplichtige die op den hoek van
de N. Prinsengracht had staan wachten en
zoogenaamd meehielp aan de achtervolging,
gaf hem zijn fiets en verdween rustig met het
defecte rijwiel,
De roover zette zijn tocht voort door de
Plantage, Muiderstraat, enz. Steeds meer na
derden enkele achtervolgers en op de Gelder-
sche kade wisten zij een agent op den vluch
teling attent te maken en deze agent slaagde
erin den man aan te houden. De roover
een 31-jarige metaalbewerker is naar het
politiebureau op het J. D. Meijerplein overge
bracht en heden ter beschikking van de justi
tie gesteld.
TRAMBOTSING TE EKEHAAR
BIJ ASSEN.
Vijf licht gewonden. Vrij
groote materieele schade.
Gistermiddag is te Ekehaar, onder de ge
meente Rolde, op de lijn van de Eerste Drent-
sche Stoomtramweg Maatschappij een goe-
derentram geloopen op een personentram,
die uit de richting Assen kwam. Beide machi
nes werden in elkaar gedrukt, terwijl een
aantal goederenwagens uit de rails liepen en
gedeeltelijk in elkaar schoven.
Drie passagiers liepen eenige schrammen
en builen op. De conducteur Leissenaar had
eenige verwondingen van lichten aard. De
machinist Krabben bleek inwendige kneu
zingen te hebben opgeloopen en leed veel
pijn. Op advies van dr. Rijtma werd hij naar
het ziekenhuis te Assen vervoerd
De waarschijnlijke oorzaak is dat de goe
derentram op den wissel te Ekehaar de per
sonentram wilde laten passeeren Deze kwam
eerder dan verwacht werd. De materieele
schade is vrij groot.
DE LOONSVERLAGING IN DE
4 BOUWBEDRIJVEN.
Van de zijde van den Algem. Ned. Bouw-
arbeidersbond wordt gemeld, dat thans ook
het compromis in het srenhouwersbedrijf
met groote meerderheid van stemmen is aan
vaard, zoodat dus ook in dit bedrijf een
loonsverlaging van 10 pCt. wordt ingevoerd.
Wanneer deze nieuwe arbeidsvoorwaarden
zullen ingaan, is nog niet met zekerheid be
kend.
HET POSTVERVOER PER TRAM.
Alle vervoer contracten met tram
wegondernemingen opgezegd.
Niet alleen in den Achterhoek, maar bij
alle tramwegondernemingen, post vervoe
rend, hebben de posterijen de vervoercontrac-
ten tegen 1 Januari a.s. opgezegd. Dat wi'i
niet zeggen, dat het postvervoer op al die
lijnen gestaakt zal worden. Wel zal echter
bijna overal het postvervoer met tramwegen
sterk worden ingekrompen. Vooral lijnen, die
het verkeer onderhouden met groote steden,
zullen zich het postvervoer geheel of gedeel
telijk zien ontnomen. Voor zoover de poste
rijen het postvervoer zelf ter hand nemen,
ligt het ook in de bedoeling het bestaande
autoverkeer in de gelegenheid te stellen aan
dit vervoer deel te nemen, meent het Hbld.
In verband daarmede hebben de posterijen
als voorwaarde voor nieuwe contracten de
bepaling gesteld, dat het postvervoer niet
langer door een postbeambte zal worden be
geleid, waaruit volgt dat de ondernemingen
die post vervoeren, geheel voor het transport
verantwoordelijk zullen zijn.
De onderhandelingen, die ter zake gevoerd
worden, schijnen nog niet overal beëindigd te
zijn. Dat verlies of vermindering van post
vervoer voor de tramwegondernemingen, die
welhaast zonder eenige uitzondering in min
der gunstige financieele positie verkeeren,
een groot nadeel zal zijn en dat de exploita
tiemoeilijkheden daardoor nog zullen worden
vergroot, behoeft geen betoog.
BEDRIJFSRADEN.
Bezwaren van de Chr. Werk-
geversvereeniging.
In een adres aan de Tweede Kamer komt
de Christ. Werkgeversvereeniging op tegen
het wetsontwerp tot instelling van bedrijfs-
raden en wel in hoofdzaak, omdat dit voor
stel de bedrijfsraden stempelt tot overheids
orgaan.
In zijn toelichting merkt het bestuur o.m.
op:
„Tegen het systeem van het aanhangig
wetsontwerp wordt als zeer ernstig bezwaar
gevoeld, dat niet in de eerste en laatste in
stantie de bedrijfsgenooten zelf, door middel
van hunne organisaties, beslissen of in eenig
bedrijf een bedrijfsraad zal worden opgericht
en welke werkzaamheden de bedrijfsraad op
zich zal nemen. Zulks behoort, naar het oor
deel van ons bestuur, uiteindelijk aan de
maatschappelijke organisaties te worden
overgelaten. Zoodra de overheid een beslis
sing nemen gaat inzake het oprichten en de
werkzaamheden van een bedrijfsraad. be
treedt de overheid een terrein, dat het hare
niet is en wordt aan de maatschappij een
orgaan opgelegd,» dat niet uit haar zelf is
voortgekomen en wellicht niet door haar ge
wenscht wordt".
TANKWAGEN IN BRAND TE MEPPEL.
Groote schade aan jabriek.
Zaterdagmiddag vloog voor de fabriek
van de firma Top te Meppel een met 2500
liter benzine gevulde tankwagen van de Pur-
fina in brand, waardoor velschillende wo
ningen en de fabriek werden bedreigd. Als
bijzonderheden vernam De Crt., dat perso
neel van het depót Meppel van de Purfina-
Company de benzine-tank van de wasch-
inrichting Top aan de Woldstraat zou vul
len. Reeds waren de slangen uitgelegd, toen
de monteur bemerkte dat de houten ligger
van den wagen in brand was geraakt. Met
behulp van snelblusschers probeerde men
nog den auto tegen het vuur te behoeden,
doch de vlammen grepen met zulk een he
vigheid om zich heen dat in een minimum
van tijd zij naar alle kanten heen sloegen en
de personen overhaast de vlucht moesten
nemen.
De in aanbouw zijnde kantoren van de
waschinrichting, waarvoor de auto stond,
liepen groot gevaar door het vuur van den
wagen aangetast te worden en zij werden
door het personeel van de fabriek met een
slang op de waterleiding nat gehouden tot
de brandweer met veel materieel ter plaatse
verscheen en zijn taak kon overnemen. Het
Een polis der
is de beste geldbelegging.
Bijkantoor Kanaalkade 2, Dir. A. J. Stikkel.
gelukte haar nochtans gevaar voor de kan
toren te voorkomen.
Drie kwartier na het uitbreken van den
brand hoorde men plotseling een zware ex
plosie en stegen torenhooge vlammen en
dikke rookwolken hemelwaarts, welke af
komstig bleken te zijn van den in vlammen
geraakten auto. Op 150 meter afstand was
de hitte ondragelijk en het kostte den brand
weerlieden moeite stand te houden. Zij ver
saagden evenwel niet, te meer daar de toe
stand kritiek was en de woningen van Bosker
en Van Brussel ernstig bedreigd werden.
Reeds brandden daar de deuren en waren
de ruiten gesprongen, zoodat het gevaar voor
uitbreiding geenszins denkbeeldig was. De
brandweerlieden slaagden er in meester van
het terrein te blijven.
De schade, door den brand veroorzaakt
aan de fabriek, was vrij groot en is voor re
kening van de aannemers, gebroeders Lees
tenmaker, die evenwel verzekerd zijn. Na
drie uur branden was slechts een smeulende
massa ijzer overgebleven. Omtrent de oor
zaak van den brand tast men in het onze
kere. Mogelijk is een vonk uit den uitlaat
gesiprongen en toen met de benzine in aanra
king gekomen.
EEN RUMOERIGE AVOND IN
BODEGRAVEN.
Aanleiding was het uit de wo
ning zetten van een gezin.
Gistermiddag werd onder toezicht van
den burgemeester en in tegenwoordigheid van
vier gewapende politiemannen een gezin aan
de Rijnkade wegens huurschuld gerechtelijk
uit zijn woning gezet. Deze uitzetting ver
liep niet gemakkelijk, daar de deur was ge
barricadeerd en vastgespijkerd, terwijl de
man zich op de bovenverdieping had ver
schanst en het zolderluik had dichtgespijkerd.
Met de geladen revolver in de hand drong
de politie via een ladder door een inge
slagen raam de bovenverdieping binnen.
Onderwijl kwam het buiten onder leiding
van den plaatselijken leider van de O. S. P.
tot een demonstratie, 's Avonds begaf de
man zich met zijn geheele gezin, 'bestaande'
uit grootendeels kleine kinderen, naar het
gemeentehuis, waar het college van B en W.
vergaderde. Ook de O. S. P.'ers waren weer
present. Een dezer laatsten, die wat al te
hardhandig optrad, werd door de politie met
den gummistok weggejaagd. Na afloop der
vergadering werd aan den burgemeester om
huisvesting gevraagd en toen deze den poli
tiepost aanbood, volgde een menschenmenigte
van vele honderden personen den stoet. De
politie werd tenslotte genoodzaakt in te
grijpen en joeg de menschen uit elkaar. Een
wilde ren brak uit, waarbij verscheidene per
sonen vielen en enkele klappen werden uitge
deeld. Het werd voor het anders meestal
rustige Bodegraven een zeer rumoerige
avond.
MINISTER DE GEER GEVOELIG
VOOR CRITIEK.
Geen depreciatie van den gulden.
Dezer dagen had het Nederlandsch Cor
respondentiebureau een onderhoud met den
minister van financiën omtrent den zorgelij-
ken toestand van 's rijks geldmiddelen en
stelde zijne excellentie eenige vragen omtrent
den verderen loop van zaken.
Op dit oogenblik zeide de minister
kan ik daarover niet veel nieuws vertellen.
Zooals u weet, ben ik een groot voorstander
van het gemeen overleg met de Kamer. Ik
wacht dus met belangstelling af, tot welke
beschouwingen de gevolgde financieele poli
tiek haar zal aanleiding geven, ten einde
daarna te overwegen, in hoever aan moge
lijke bedenkingen, die mochten rijzen, tege
moet kan worden gekomen.
Is het onbescheiden te informeeren naar
den algemeenen indruk, dien uwe excellentie
ontvangen heeft van de opmerkingen, welke
buiten de Kamer aan de millioenennota en de
begrooting werden gewijd?
Allerminst. Die algemeene indruk is dat er
naast vrij veel instemming ook vrij veel cri-
tiek was en dat beide een goeden grond heb
ben. Vooral met de critiek, voor zoover die
zakelijk was, was ik het doorgaans eens, zei-
de de minister. Althans voor zoover zij het
pijnlijke der te nemen maatregelen in het
licht stelt. Voor zoover zij hieruit onjuiste
conclusies trekt, moet ik uiteraard een voor
behoud maken.
Depreciatie van den gulden zou de regee
ring een ramp achten en het aanvaarden van
zulk een depreciatie om uit fiscale moeilijk
heden te komen, zou haar in buitengewone
mate verwerpelijk schijnen. Om tal van
redenen. Niet het minst, omdat dit naar
haar inzicht, zou beteekenen een opzettelijken
en in zijn omvang onberekenbaren aan
slag op de spaarpenningen der burgerij en
op alle geregelde arbeidsinkomsten die nog
genoten worden.
Menigeen schijnt ook nu nog geneigd, deze
crisis te beschouwen als een tunnel, waar wij
doorheen rijden en die langer duurt dan ver
wacht was, maar waaruit wij ieder oogenblik
weer in het volle daglicht kunnen komen. Te
vreezen is, dat dit op teleurstelling moet uit-
1 oopen Er is terecht onderscheid gemaakt,
zeide de minister, tusschen de „structurale"
en de „conjuncturale" verschijnselen in deze
crisis, waarvan dan de eerstgenoemde die
gene zijn, welke voortvloeien uit een gewij
zigde economische structuur en mitsdien een
blijvend karakter dragen, en de laatstgenoem
de slechts het gevolg zijn van tijdelijke ge
gevens en verhoudingen.
Indien ik die onderscheiding mag vast-
houden, zeide zijne excellentie, dan komt het
mij voor, dat te duchten is, dat de structurale
verschijnselen ten slotte zullen blijken een
breedere plaats in te nemen dan voor een
vlot en gemakkelijk herstel te wenschen ware.
Deze overweging reikt natuurlijk verder dan
het gebied van 's lands financiën.
Maar ten aanzien van deze laatste bevat
zij toch de krachtige waarschuwing, het her
stel van het evenwicht niet te zoeken op een
niveau, dat waarschijnlijk gedurende langen
tijd niet in overeenstemming zou zijn met het
verzwakte draagvermogen der natie.
Toch moet u niet denken besloot de mi
nister dat ik alleen waardeer die critische
opmerkingen, waarvan ik u straks zeide, dat
ik ze in het algemeen onderschrijven kan.
Dankbaar ben ik evenzeer voor alle beschou
wingen, mits van zakelijken aard, waarin
overwegende bezwaren tegen onderdeden
van het dekkingsplan worden ingebracht
Ook voor zoover de bezwaren door de regee
ring niet worden gedeeld, zijn ze nuttig, om
dat zij dieper inleiden in de materie en daar
door sterken voor een verdediging, die straks
noodig mocht worden. Bovendien bestaat na
tuurlijk steeds de mogelijkheid, dat nader on
derzoek de bezwaren wèl doet deelen. Ik heb
daarom aldus de minister de gewoonte,
van ernstige commentaren zooveel doenlijk
kennis te nemen.
VERZET TEGEN DE VOORGENOMEN
DUITSCHE CONTINGENTEERING.
De georganiseerde r.k. landbouw
richt een waarschuwing tot minister
Verschuur.
De r.k. georganiseerde Ned. land- en tuin
bouw deelt aan minister Verschuur mede, dat
indien de Duitsche contingenteering in wer
king treedt, onze land- en tuinbouw voor een
groot gedeelte ten doode zullen zijn opge
schreven, zoodat Nederland zal moeten vech
ten om zijn bestaan. De bond verwacht daar
om, dat de regeering hare lijdelijke houding
zal opgeven en alsdan onze grenzen zal sjui
ten voor Duitsche goederen.
DE BEWEGING
IN DE AMSTERDAMSCHE HAVEN
NEEMT TOE.
Meer graanschepen en ook indé
houthaven is het levendig.
Aan den steiger van de HollandAtnerika-
lijn, Westerdoksdijk, ligt een Grieksch schip,
de „Michalios Xiclos", graan te lossen. Dit
is voor het eerst sedert 10 Augustus 1921,
dat aan dien steiger een geladen schip is ge
meerd. Het heeft daar ligplaats gekregen,
omdat de andere plaatsen, bestemd voor
graanschepen, aan de Engelsche boeien en
bij de silo vol zijn. Er liggen nu zes graan
schepen in lossing, dat is meer dan in lang
het geval is geweest.
Na de vele maanden van slapte in de
haven, is deze glimp van opleving verheu
gend. Veel meer dan een glimp is het inder
daad niet, maar het zou zeker ook verkeerd
zijn de beteekenis ervan te onderschatten.
Meer graanaanvoeren geeft ook meer werk
aan de binnenschipperij, die ook al profiteert
van de bietencampagne.
In de houthaven is er ook aardig wat le
vendigheid, zoodat al „zijn wij er nog
niet" het algemeene beeld van de haven
toch niet meer troosteloos is.
De voorboden van een zonne-opgang?
vraagt het Hbld.
EEN ZONDERLINGE AUTOMOBILIST.
Te Zaandam heeft de politie een auto in
beslag genomen, aangezien de bestuurder
niet in het bezit was van een wegenbelasting-
kaart, rijbewijs en nummerbewijs. Er waren
drie verschillende nummerbordjes aanwezig
OVERDRACHT VAN WEGEN.
Een te ver gaande bevoegdheid?
Beperking voorgesteld.
De commissie van rapporteurs uit de Twee
de Kamer over het wetsontwerp tot vaststel
ling van een regeling betreffende het door
het Rijk bij anderen in beheer of onderhoud
overbrengen en betreflende het bij het Rijk in
beheer of onderhoud nemen van wegen of ge
deelten van wegen, heeft hierop drie amende
menten ingediend, waarvan blijkens de me
morie van toelichting o.m. de bedoeling is:
Blijkens de gewisselde stukken wenscht de
minister eene wet, die algemeene regels
stelt voor het overbrengen en overnemen van
wegen of gedeelten van wegen en hetgeen
daartoe behoort.
Volgens het wetsontwerp bepalen die alge
meene regels zich tot de voorwaarde, dat
overeenstemming met den anderen wegbe-
heerder is verkregen.
De grondgedachte van de wetsvoordracht
is, dat de onbelemmerde uitvoering van het
rijkswegenplan moet worden bevorderd, dat
vertragingen, uit beheersoverdrachten voort
spruitende, zooveel mogelijk moeten worden
voorkomen.
Buiten verband met het rijkswegenplan (en
de provinciale wegenplannen) heeft de minis
ter geen behoefte aan een zóó ver strekkende
bevoegdheid als het wetsontwerp aan de uit
voerende macht wil toekennen. In dien ge-
dachtengang behoort, naar de meening van
rapporteurs, in de algemeene regels, welke de
wet stelt, de samenhang met het rijkswegen
plan te worden opgenomen.
De regeling geldt dan voor die behoefte en
voor den duur van de uitvoering van de we
genplannen als bedoeld in de Wegenbelas
tingwet.
BEPERKING VAN DEN INVOER VAN
ONGESMOLTEN DIERLIJK VET.
Tot 100 pet. van den gemiddelden
invoer in 1929, 1930 en 1931.
De Staatscourant van gisteravond bevat
een Kon. besluit van 6 October, waarbij een
tijdelijke beperking van den invoer van onge*
smolten dierlijk vet wordt bepaald.
Gedurende het tijdvak van 1 October 1932
tot 1 October 1933 is de uitvoer uit ieder
land verboden van ongesmolten dierlijk vet,
voor zoover deze meer bedraagt dan 100 *en
honderd van de hoeveelheid, welke gemiddeld
in de jaren 1929, 1930 en 1931 van die goe
deren uit dat land is ingevoerd.
Overigens bevat dit Kon. besluit de gebrui
kelijke bepalingen ten aanzien van contingen
teering. Wij mogen daarvoor verwijzen naar
de Staatscourant no. 196.