ALKMAARSCHE COURANT
Uit Heer-Hugowaard's historie.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Ho. 244
ZATERDAG 15 OCTOBER 1932
De gevonden fundamenten ter plaatse van de
boerderij Torenburg niet afkomstig van een
vroeger kasteel.
Van de romantiek blijft slechts
weinig over.
België-Nederland. Een wedstrijd
zonder traditie.
Twee semi-interland-ontmoetingen in
Apeldoorn en Breda.
Zal Alcmaria morgen eindelijk eens
winnen?
DE WEDSTRIJD IN BRUSSEL
In de Alkmaarsche Courant van 6 de
zer (no. 236) vermeldde de correspon
dent uit Heer Hugowaard, dat het af
graven van de oude fundamenten der
voor ongeveer twee jaar (in den nacht
van 24 op 25 November 1930) afgebrande
boerderij genaamd „Torenburg", veel
belangstelling trok. Immers ter plaatse
waren zeer zware en diepe fundamenten
aanwezig strekkende tot meer dan twee
meter beneden het grondoppervlak,
waaronder zich bovendien zelfs nog een
achttiental z.g.n. „koude" lagen bevon
den. Trapvormig en zeer hecht waren
die voetstukken terwijl zij blijk gaven,
dat een ouder gebouw zich hier moet
hebben uitgestrekt verder dan de hoeve,
die daar tot voor korten tijd gestaan had.
Ook in de Schager Courant (van 8
October 1932, vierde blad no. 9155) kwam
verlucht met een foto een artikel over
deze vondsten voor, waarin de veronder
stelling werd geuit, dat ter plaatse wel
een kasteel gestaan zou kunnen heb
ben; een slot; een „heerlijksheidswo-
ning"een ingestorte onderaardsche
gang, verborgen schatten
Tevens gaf de Schager Courant een
uitvoerige opsomming van nog ver
scheidene andere hooggelegen boeren
erven in de omgeving en in denzelfden
polder gelegen en daarbij werd de mee
ning geuit, dat hier ook wel sprake kon
zijn van een bouwwerk van lagere orde.
Daartoe door bevriende zijde in de ge
legenheid gesteld, heb ik de bedoelde
grondvesten een dezer dagen eens nader
kunnen verkennen. De plaats is gelegen
nabij den Middelweg in de Heer Hugo
waard op den polderkavel C. nummer 45
en dus aan de Westzijde van dien Mid'
delweg, onmiddellijk Noordelijk van den
kavel, waarop zich de R. K. kerk van
den H. Dionisius bevindt.
Van den weg af was reeds aanstonds
zichtbaar, dat de boerderij op een vrij
hooge verhevenheid moet hebben ge
legen, daar de plek, waar nu nog slechts
de sleuven van de fundeeringen en hoo-
pen uitgekomen steenen lagen, zich zeker
circa 2K Meter boven het maaiveld ver
heft. Van een z.g. terp was hier geen
sprake omdat de grond ineens opge
bracht bleek en derhalve ook geen cul
tuurresten verborg.
In het terrein treft men om dezen heu
vel in het vierkant nog de duidelijke
sporen van singels, d.w.z. grondstrooken
door buiten- en binnengracht omgeven,
waarop in vroeger tijden veelal een
houtbeplanting werd aangebracht. Het
uitgekomen muurwerk bestond uit
mooien kleurigen handvorm-baksteen
van normalen vorm en voor een deel nog
uit de bekende kleinere helderroode
baksteensoort, die beide niet ouder dan
de 17e eeuw te dateeren war^n. Aarde
werkfragmenten waren zeer spaarzaam
aanwezig, doch wat er was, mét nog een
enkele tegel, glanzend door overtollig
loodglazuur, wees ook al een herkomst
uit niet ouder dan de 17e eeuw.
Uit deze gegevens blijkt dus reeds, dat
de waarschijnlijkheid niet groot te noe
men is, dat op de beschreven plaats
„Torenburg" een middeleeuwsche of ook
maar een laat-middeleeuwsche neder
zetting bestaan kan hebben. Daarbij
komt nog, dat de Heer Hugowaard tot
het jaar 1630 een meer is geweest, welke
omstandigheid het geenszins aanneme
lijk maakt, dat hier een nederzetting
(kasteel) was gevestigd; doch dit ook
weer niet geheel uitsluit, daar juist in
de Heer Hugowaard, toen deze nog water
was, verscheidene bewoonde Tandjes
van meerdere of mindere uitgestrekt
heid hebben gelegen. Als voorbeelden
hiervan vindt men in het Noorden van
de Heer Hugowaard b.v. de oude schier
eilanden of eilanden „Groot Gelde-
bosch", „Neskewerf", „Paardebosch"
„Plaatmansbosch", „Hasselaersbosch"
„Zuiderbosch", „Sappewerf' en nog an
deren, die^elfs de hééle kleine) op de
oude kaarten wel terug te vinden zijn
Een oude memorie uit het polderarchief
van de hand van den vroegeren secre
taris Mr. J. J. Vrijburgh deelt mede, dat
dit „Zuiderbosch" een grootte had van
11 morgen; dat „Groot Geldebosch (res
sorteerende onder Noord Scharwoude
ruim 17 morgen telde en dat „Sappe
werf" onder Zuid Scharwoude behoo-
rende liefst 28 morgen in omvang telde
Van het bestaan van een eiland ter
plaatse waar tot voor kort de hoeve
Torenburg lag, vinden we echter niets
uit de kaarten en al evenmin uit de
geschreven bronnen.
En dat deze eilanden nog wel iets te
beteekenen hadden en dat de eigenaars
waarde aan hunne gronden hechtten is
bijvoorbeeld duidelijk te zien uit een
acte van protest door notaris C. J. Baer
te Alkmaar dd. 17 Mei 1631 uitgebracht
ten verzoeke van Mr Clement Boon,
advocaat te Alkmaar, den rentmeester
van Willem van Bronkhorst, Ridder
Heer van Vliet. Bouckhorst, enz.
Uit dit exploit, gericht aan den dijk
graaf van den Heer Hugowaard en aan
een Hoofdingeland, blijkt dat de ridder
van Bronkhorst, die eigenaar was van
het voormelde Groot Geldebosch, door
het indijken van dit gebied „ten hooch-
sto beschadicht en geinteresseert" was
immers zijn land kon zoo geen versch
water meer krijgen en door de afsluiting
is hem een notweg ontnomen. Derhalve
verzocht hij een duiker („pomp") in den
ringdijk en een bekwamen uitweg over
den grond van den nieuwen polder uit
komende op den Middelweg:
„alsoo men geen landen tot blocklan-
den mach maecken maer deselve gehou
den is te versien van notwegen ter
,naester plaetse van bet dorp ofte plaet-
,se daer onder de landen ressorteren..."
Zoo protesteerde niet alleen de eige
naar van het Groot Geldebosch, doch
ook de andere eigenaars van oude eilan
den die met bun terreinen binnen de
bedijking van de Heer Hugowaard ge
trokken werden. Echter vond ik noch in
het polderarchief noch elders van een
protest door of namens den eigenaar van
een eiland ter plaatse waar dit „Toren
burg" lag of van een aan dezen verleen
de schadevergoeding of ook een regeling
van de door hem verschuldigde molen
gelden.
Bij de verkaveling van het nieuw be
dijkte land van de Heer Hugowaard viel
deze strook in kwestie ten deel samen
met kavel C. 46 aan Johan van Wasse
naar, heer van Duivenvoorde, Voorscho
ten, Sterrenburg, enz. Het is aanneme
lijk, dat deze bezitter, die tot de eersten
in den lande gerekend werd (hij was
beschreven in de ridderschap van Hol
land), zijn nieuwe domein aanstonds
naar behooren heeft voorzien van een
in zijn tijd moderne en flink ingerichte
boerenplaats.
Ongeveer een eeuw later (dit is bekend
uit het kohier van de invordering van
de ordinaris verponding der gebouwen
in de Heer Hugowaard, samengesteld
ingevolge plakkaat van de Staten van
het gewest dd. 20 Mei 1730 en aanwezig
in het polderarchief) behoorden de beide
kavels aan een zekeren Jan Hoogeboom,
die er een „huismanswoning" en niet
meer bezat.
De Schager Courant deelt ons nog me
de, dat op de plek van de ontgravingen
zich reeds in 1832, dus nog eens een
eeuw later, een boerenhoeve bevond,
toen in eigendom toebehooreiide aan S
Buurman, die met de omliggende lande
rijen in totaal 44 hectaren grond bezat
Later nog ging deze plaats over in han
den van den heer Frayman en vervol
gens na dezen aan den heer H. W. Bur-
ke. De tegenwoordige eigenaresse zou
zijn Mevrouw C. J. A. Peek geboren
Bothe, woonachtig in Eupen, België.
Was dit Torenburg dus een kasteel ge
weest, het zou dan zeker een ephemeer
bestaan gehad moeten hebben.
Maar ook: had er in vroegere dagen
inderdaad een gebouw van meer betee-
kenis dan een boerderij gestaan, dan
zou zulks vrij zeker in de archiefstuk
ken van den polder terug te vinden zijn
Dit is evenwel niet het geval.
Wél treffen we daarin b.v. bijzonder
heden aan over het nabij gelegen „Le
liehof", een evenzoo binnen singels ge
legen boerderij aan den Middelweg,
Westzijde op den kavel C. nummer 43 en
plaatselijk genummerd wijk C. nommer
38, welke thans wordt bewoond door den
heer K. Oudeman. Deze boerderij heeft
een modern front, doch bij den zijmuur
ziet men aan het gebruik van gele,
z.g.n. Friesche steensoort en aan de
wijze van bouwen, dat zij althans voor
een deel reeds in de 18e eeuw bestaan
moet hebben.
Gelijk ik in mijn gedenkschrift van
de Heer Hugowaard dit ook al heb
uiteengezet, heeft „Leliehcf" zijn naam
te danken gehad aan Margaretha
Lelij, de echtgenoote van den Am
sterdamschen koopman Matthijs Ooms
die er reeds in 1730 een huismanswo
ning bezat met „heerschapsvertrekken
onder hetselve dak". Met andere woor
den Leliehof was toen een gewone boer
derij, welke door het aanbrengen van
vertrekken een bijzondere accomodatie
voor de eigenaars zelf bood, wellicht dus
ingericht voor de familie om er des
zomers een tijdlang te kunnen verblij
ven. Om de bezitting als buitenverblijf
wat aantrekkelijker te maken was er op
de plaats ook nog een „plantage" aange
legd.
Matthijs Ooms bekleedde in het pol
derbestuur de functie van hoofdingeland
sedert het jaar 1716 tot zijn overlijden in
1757. Hij had drie zoons, met name Pie-
ter, Johannes en Matthijs, waarvan de
beide eerstgenoemden eveneens tot
hoofdingeland van de Heer Hugowaard
zijn verkozen geweest.
Nadat Margaretha Lelij overleden was
is deze bezitting op 20 October 1770 voor
het gerecht van den polder door deze
zoons getransporteerd aan Dr. Matthias
Hofkens de Coui celles en diens echtge
noote Catharina Bos. De nieuwe eige
naar was geneesheer te Alkmaar en in
1764 schepen aldaar. Ook hij is hoofdin
geland van de Heer Hugowaard geweest
(1771, tot zijn overlijden in het volgende
jaar).
Een volgende eigenaar was Steven
Pleen (tot 28 December 1793), terwijl het
goed bij acte van transport gepasseerd
8 Februari 1831 voor notaris A. F. Allebé
te Alkmaar overging aan den heer
Jacob Josias de Lange bekend procu
reur, zeepzieder enz. te Alkmaar, aldaar
overleden 31 Mei 1844. Na laatstgenoem
de kwam het ingevolge proces-verbaal
voor notaris S. A. de Moraaz te Alkmaar
d.d. 24 December 1844 aan Jacob Eg
mond, waarna het door scheiding van
diens boedel (30 April 1845, voor notaris
Pieter Ev,rhard Levert te Hoogwoud
gepasseerd) werd toebedeeld aan zijn
weduwe Trijntje Eggeles, die later her
trouwde met een zekeren Jan Bier, die
op zijn beurt van 1848 tot 1854 als hoofd
ingeland in het polderbestuur van de
Heer Hug-owaard zittine heeft gehad.
Tot zoover de historie van het nabu
rige „LeUehof', een boerderij, waarvan
men kan zeggen, dat zij nog min of
meer de allure van een buitenhuis ge
had heeft.
En dit in tegenstelling met Torenburg
in de Heer Hugowaard, welke plaats
gezien het bovenstaande zeker geen
buiten, laat staan een kasteel zal zijn
geweest.
Evenzoo is niets gebleken van een
oudere vestiging dan uit de 17e eeuw,
terwijl vrijwel voor de hand ligt de con
clusie, dat we hier slechts te doen heb
ben met de hechte grondvesten van een
stevige ouderwetsche boerderij van na
1630, ruim van aanleg en binnen singels
gelegen.
Men maakt dikwijls de zaken, welke
in het verleden zijn voorgevallen, graag
en ook onwillekeurig mooier dan de
nuchtere werkelijkheid ze inderdaad ge
maakt heeft. Jammer en teleurstellend
blijft het niettemin, wanneer er van de
romantiek van vondsten als deze uit de
dagen van weleer maar zoo weinig over
blijven kan.
Alkmaar, 12 October 1932.
Mr. J. BELONJE.
Zie „de Heer Hugowaard 1629—1929
Een geschiedenis van den polder",
Alkmaar, van Putten Oortmeyer, 1929.
Hierin een meer volledige lijst van de
oude eilanden (bl. 5), van de oude buiten
plaatsen (bl. 31 en 32), alsmede een af
druk van de kaart van de Heer Hugo
waard als meer en van die van de juist
plaats gehad hebbende inpoldering met
de verkaveling (door A. Metius, 1631).
vgl. Ned. Patriciaat IX, 's-Hage,
1908) genealogie de Lange.
Vtrich gekarnd met 23 o/o allerfijnste Roomboter onder Rijkicontröle
Nauwelijks is de competitie een maand oud,
of de eerste interland-ontmoeting staat voor
de deur. Onze nationale ploeg gaat morgen
op bezoek bij de Zuidelijke buren, die al tien
tallen keeren de gaistfieeren geweest zijn van
ons elftal.
Het is geen traditioneele wedstrijd, geen
echte lanaenwedstrijd. Dat wil zeggen, dat
de ontmoeting van morgen niet genoteerd zal
worden bij de reeks NederlandBelgië-ont-
moetingen. Deze „echte" wedstrijden worden
pas veel later in het seizoen gehouden en
vormen, zooals steeds, de hoofdschotel van
het internationale menu.
Een extra-wedstrijd dus, evenals we er het
vorige jaar een gehad hebben in Amsterdam
tusschen de beide ploegen. Toen verloor onze
ploeg, omdat het zonder dat heilige vuur
speelde, dat anders een Nederland—België-
wedstrijd kenmerkt. Toen zat er geen „sfeer"
in den wedstrijd, zooals men dat placht te
noemen.
Zou die „sfeer" ook morgen afwezig zijn?
Wij gelooven, dat er kans is, dat dit niet
het geval zal zijn. In de eerste plaats speelt
onze ploeg een uitwedstrijd, wat steeds een
eigenaardige bekoring met zich meebrengt.
Doch dat is niet het voornaamste. De huidige
samenstelling van ons team spreekt nog veel
meer een woordje mee. Allereerst zal Adam
natuurlijk enthousiast spelen, omdat hij..-.,
niet anders kan. Maar daarnaast mag men
niet vergeten, dat er in de voorhoede drie
„nieuwelingen" zitten, nieuwelingen dan in
dit opzicht, dat zij niet in de ploeg van het
vorige seizoen zaten. Want wel heeft Nagels
(Enschedé) al eens in de internationale trui
gespeeld, wel heeft v. d. Broek (P.S.V.) wel
eens vaker het oranjeshirt gedragen, doch
momenteel zijn ze weer nieuwelingen, die
morgen een vaste plaats kunnen veroveren.
En dan is daar nog Bonsema (Velocitas), die
het Noorden zal vertegenwoordigen en die
eveneens zal trachten, meerdere wedstrijden
mee te spelen
In de voorhoede zit dus het frissche ele
ment, dat met veel enthousiasme zal spelen.
Hetzelfde is het geval met de half-linie.
Ook hier twee nieuwelingen, n.1. v. d. Broek
(Xerxes) en Pelikaan (Longa). Nu is het spil-
vraagstuk voor ons wel het grootste pro
bleem en al nemen wij dadelijk aan, dat v. d.
Broek een zeer nuttig clubspeler is, wat hij
in het Nederlandsch elftal zal presteeren,
moeten wij afwachten. Een geluk heeft hij:
hij houdt niet van „kort" spel, doch opent
zooveel mogelijk op de vleugels. Enhij
durft zelfs van zijn plaats ook te schieten!
v. d. Broek kan een verrassing worden; v. d.
Broek kan teleurstellen. De kansen zijn even
groot.
Pelikaan heeft meer vertrouwen gewekt. In
dezen speler zit een Zuidelijk temperament,
dat onze ploeg ten goede zal komen. Boven
dien heeft hij in Zuidelijke elftallen al eenigs-
zins kennis gemaakt met de internationale
„sfeer", zoodat het met hem wellicht goed
zal afloopen.
De rest van de loeg is bekend. Van Nellen
zal de links-buitenplaats behoorlijk bezetten,
zonder uit te blinken, v. Heel zal een vlotte
partij voetbal geven en Bonsema aan 't werk
zetten, Adam zal goochelen en trachten met
Nagels en v. d. Broek tot in het vijandelijke
doelgebied door te dringen en de achter-
hoede.
Och ziet, v. d. Meulen staat in 't doel en v.
Run en Weber staan op de backplaatsen.
Moeten wij daar nu nog enkele regels over
schrijven. Dit drietal is natuurlijk ok!
o
De Belgen hebben geoefend volgens het
Lotsy-systeem. Ook zij hebben thans verlichte
terreinen, waarop des avonds getraind wordt.
Men kan er dus van op aan, dat de Belgen
uiterst goed getraind voor den dag komen.
Doch wat meer zegt: de keuze van dit elftal
heeft in geheel België vertrouwen geschon
ken. Vooral de voorhoede is sterk en zal onze
verdediging de handen vol werk geven. En
aangezien de achterhoede wellicht sterker is
dan het vorige jaar, zullen de Nederland-
sche goalzetters het zeer, zeer moeilijk heb
ben.
Evenals bij ons is bij de Belgen de midden
linie het vraagteeken. Of eigenlijk is het bij
België nog iets anders, omdat men weet, dat
deze linie bij hen het zwakste deel der ploeg
is, terwijl ze bij ons kan tegen- en meevallen.
Al met al heeft België de beste papieren
en het zou ons heelemaal niet verwonderen,
als Brussel morgenavond in feeststemming
was, omdat de Belgen den wedstrijd win
nen!
o
Precies, er wordt deze keer in Brussel ge
speeld. E>e traditioneele wedstrijden worden
altijd in Antwerpen verspeeld, doch deze
extra-ontmoeting mag Brussel binnen haar
poorten hebben.
In Antwerpen is het zoo'n Zondag een
soort invasie van Nederlanders. En wat dat
betreft, zal het in Brussel niet anders zijn. In
tegendeel, de belangstelling van de zijde van
Nederland is grooter dan normaal. Diverse
extratreinen zulen naar Brussel gaan, Sport
en Beeld, het bekende weekblad, heeft een
reis georganiseerd, waarvoor zeer veel be
langstelling bestaat. En om dichter in de
buurt te blijven het Alkmaarsche reisbu
reau H.A.B.O. heeft zonder al te veel moeite
kans gezien, om met minstens vier touring
cars naar Brussel te trekken!
Dat wordt dus vannacht een Nederland-
sche verhuizing; dat wordt een Nederland-
sche gezelligheid in Brussel en in het fraaie
stadion, dat om drie uur morgenmiddag de
volgende elftallen b:nnen haar poorten zal
hebben
België.
v. d. Berghe
Nouwens Hoydonckx
Claessens Hellemans v. Brandt
Versyp Voorhoof Capele v. Beeck v. d. Eynde
o
v. Nellen Bonsema v. d. Broek Adam Nagels
(D.H.C.) (Velocit.) (P.S.V.) (H.V.V.) (Ensch
v. Heel J. v. d. Broek Pelikaan
(Feijenoord) (Xerxes) (Longa)
v. Run Weber
(P.S.V.) (A.D.O.)
v. d. Meulen
(H.F.C.)
Nederland.
v. d. Meulen is aanvoerder der Nederland-
sche ploeg, terwijl Hoydonckx deze functie in
het Belgische elftal vervult.
Scheidsrechter is de Engelschman Lewing-
ton.
Grensrechter voor Nederland is Casteleijn
Reserves voor Nederland: v. Male (Feijen
oord), v. Stokken (D.W.S.), B. Paauwe
(Feijenoord) en Verkerk (R.C.H.).
Reserves voor België: Braet, Dedeken, Stey-
nen. Brichart en v. Campenhout.
De wedstrijd begint om 3 uur dat is 3.20
uur Amsterdamsche tijd»
VAN RUN SPEELT NIET.
De bekende P. S. V.-er van Run, die de
vorige week bij den oefenwedstrijd van het
voorloopig Nederlandsch elftal tegen een
Engelsche club aan zijn knie gewond werd-,
kan morgen niet van de partij zijn. Welis
waar, is de blessure niet van ernstigen aard.
doch de T. C. meent, dat het niet geoorloofd
is, een speler op te nemen die niet voor
100 pCt. fit is. Hetgeen zeer begrijpelijk is!
Voor van Run zal of de Ajayied Diepen
beek of de D. W. S.-er van Stokken invallen.
Eerstgenoemde heeft Donderdagavond de
laatste training nog meegemaakt, wat er op
wijzen zou, dat hij met Weber de achterhoede
zal vormen.
Voor Nederland beteekent dit al weer een
kleinere kans op de overwinning.
Oost- en Zuid-Nederland spelen!
Terwijl het Nederlandsch elftal in Brussel
de Roode Duivels gaat bekampen, worden in
Apeldoorn en Breda twee semi-landenwed-
strijden gespeeld, nl. resp. Oost-Nederland—
West-Duitschland en Zuid-Nederland
Luxemburg.
Als steeds bestaat er voor den wedstrijd
Oost-NederlandWest-Duitschland enorme
belangstelling, zegt de Sportkroniek, dat
over de samenstelling van het Oostelijk elf-
tal het volgende schrijft:
Bijna algemeen is men content met de sa
menstelling van het Oostelijk Elftal. Voor
enkele plaatsen had men misschien liever hier
of daar een andere speler geprefereerd, doch
over het geheel heeft men wel vertrouwen.
Het elftal, dat verleden jaar te Dusseldorf
zoo'n slecht figuur maakte, is dan ook wel
geheel gewijzigd. Alleen de backs Horsten
en Wanders en de rechtsbuiten Landaal (die
in plaats van Nagels medespeelt) zijn ge
handhaafd. Voor de voorhoede heeft men
weer de „oudjes" Kluin en De Kreek geko
zen, die in den oefenwedstrijd van de vorigs
week Dinsdagavond wel hebben aangetoond,
dat zij nog onmisbaar zijn Als linksbinnen is
gekozen Koopman van D.O.T O een water-
vlugge en productieve speler, die zeker zijn
plaats waard is.
HET ZUID-NED. ELFTAL VERZWAKT.
Er bestaat in het Zuiden ee:. conflict tus
schen de Vereeniging Zuidelijke eerste klas-
sers en de eerste klasser N. A C. vertelt het
Hbld. De Bredasche vereeniging namelijk is
niet bij de Z. E. K. aangesloten en laatstge
noemde federatie nu staat er op, dat N. A C.
zich eerst moet aansluiten alvorens de eerste
klasse spelers van andere vereenigingen toe
gestaan zal worden uit te komen in een wed
strijd Zuid-NederlandLuxemburg, welke op
het N. A. C.-terrein gespeeld wordt. Er zijn
verschillende bijeenkomsten gehouden om tot
een oplossing van het conflict te geraken,
maar tot dusverre zonder eenig resultaat,
zoodat bijna alle eerste klasse spelers, die
voor Zuid-Nederland zouden uitkomen heb
ben bedankt. Slechts enkele eerste klasse
spelers hebben de verzekering gegeven dat
ze wel zullen uitkomen.
De organisatoren hebben alles in het werk
gesteld om een zoo sterk mogelijk elftal op
de been te brengen, maar een vertegenwoor
digend Zuid-Nederlandsch elftal kan het in
elk geval niet meer worden. De ploeg is met
vele N. A. C.'ers aangevuld, enkele tweede
klassers. terwijl Paffen en Peters blijven uit
komen. Ook Lanegger kan onmogelijk spelen,
daar thans gebleken is, dat deze nog steeds
Oostenrijker is.
Het elftal zal nu o.a. uitkomen met Kools
Simons, Mes, v. d. Linden, Pafien en Peters.
De juiste opstelling staat nog niet vast.
Aan dit conflict zit evenwel nog een be
zwarend feit vast. Luxemburg n.1. heeft aan
genomen te spelen tegen het sterkste elftal
dat Zuid-Nederland heeft (force majeur is
natuurlijk dat Z.-N. het moet stellen zonder
Van den Broek (P. S. V.), Pelikaan (L. O. N.
O. A.). Zeer terecht zullen de Luxemburgers
nu bezwaren maken en dan zou het wel kun
nen gebeuren, dat de F. I. F. A. er aan te pas
kwam.
In dit district zitten wij dun bezaaid met