ALKMAARSCHE COURANT Uit Heer-Hugowaard's historie. SPORT EN WEDSTRIJDEN. Ho. 244 ZATERDAG 15 OCTOBER 1932 De gevonden fundamenten ter plaatse van de boerderij Torenburg niet afkomstig van een vroeger kasteel. Van de romantiek blijft slechts weinig over. België-Nederland. Een wedstrijd zonder traditie. Twee semi-interland-ontmoetingen in Apeldoorn en Breda. Zal Alcmaria morgen eindelijk eens winnen? DE WEDSTRIJD IN BRUSSEL In de Alkmaarsche Courant van 6 de zer (no. 236) vermeldde de correspon dent uit Heer Hugowaard, dat het af graven van de oude fundamenten der voor ongeveer twee jaar (in den nacht van 24 op 25 November 1930) afgebrande boerderij genaamd „Torenburg", veel belangstelling trok. Immers ter plaatse waren zeer zware en diepe fundamenten aanwezig strekkende tot meer dan twee meter beneden het grondoppervlak, waaronder zich bovendien zelfs nog een achttiental z.g.n. „koude" lagen bevon den. Trapvormig en zeer hecht waren die voetstukken terwijl zij blijk gaven, dat een ouder gebouw zich hier moet hebben uitgestrekt verder dan de hoeve, die daar tot voor korten tijd gestaan had. Ook in de Schager Courant (van 8 October 1932, vierde blad no. 9155) kwam verlucht met een foto een artikel over deze vondsten voor, waarin de veronder stelling werd geuit, dat ter plaatse wel een kasteel gestaan zou kunnen heb ben; een slot; een „heerlijksheidswo- ning"een ingestorte onderaardsche gang, verborgen schatten Tevens gaf de Schager Courant een uitvoerige opsomming van nog ver scheidene andere hooggelegen boeren erven in de omgeving en in denzelfden polder gelegen en daarbij werd de mee ning geuit, dat hier ook wel sprake kon zijn van een bouwwerk van lagere orde. Daartoe door bevriende zijde in de ge legenheid gesteld, heb ik de bedoelde grondvesten een dezer dagen eens nader kunnen verkennen. De plaats is gelegen nabij den Middelweg in de Heer Hugo waard op den polderkavel C. nummer 45 en dus aan de Westzijde van dien Mid' delweg, onmiddellijk Noordelijk van den kavel, waarop zich de R. K. kerk van den H. Dionisius bevindt. Van den weg af was reeds aanstonds zichtbaar, dat de boerderij op een vrij hooge verhevenheid moet hebben ge legen, daar de plek, waar nu nog slechts de sleuven van de fundeeringen en hoo- pen uitgekomen steenen lagen, zich zeker circa 2K Meter boven het maaiveld ver heft. Van een z.g. terp was hier geen sprake omdat de grond ineens opge bracht bleek en derhalve ook geen cul tuurresten verborg. In het terrein treft men om dezen heu vel in het vierkant nog de duidelijke sporen van singels, d.w.z. grondstrooken door buiten- en binnengracht omgeven, waarop in vroeger tijden veelal een houtbeplanting werd aangebracht. Het uitgekomen muurwerk bestond uit mooien kleurigen handvorm-baksteen van normalen vorm en voor een deel nog uit de bekende kleinere helderroode baksteensoort, die beide niet ouder dan de 17e eeuw te dateeren war^n. Aarde werkfragmenten waren zeer spaarzaam aanwezig, doch wat er was, mét nog een enkele tegel, glanzend door overtollig loodglazuur, wees ook al een herkomst uit niet ouder dan de 17e eeuw. Uit deze gegevens blijkt dus reeds, dat de waarschijnlijkheid niet groot te noe men is, dat op de beschreven plaats „Torenburg" een middeleeuwsche of ook maar een laat-middeleeuwsche neder zetting bestaan kan hebben. Daarbij komt nog, dat de Heer Hugowaard tot het jaar 1630 een meer is geweest, welke omstandigheid het geenszins aanneme lijk maakt, dat hier een nederzetting (kasteel) was gevestigd; doch dit ook weer niet geheel uitsluit, daar juist in de Heer Hugowaard, toen deze nog water was, verscheidene bewoonde Tandjes van meerdere of mindere uitgestrekt heid hebben gelegen. Als voorbeelden hiervan vindt men in het Noorden van de Heer Hugowaard b.v. de oude schier eilanden of eilanden „Groot Gelde- bosch", „Neskewerf", „Paardebosch" „Plaatmansbosch", „Hasselaersbosch" „Zuiderbosch", „Sappewerf' en nog an deren, die^elfs de hééle kleine) op de oude kaarten wel terug te vinden zijn Een oude memorie uit het polderarchief van de hand van den vroegeren secre taris Mr. J. J. Vrijburgh deelt mede, dat dit „Zuiderbosch" een grootte had van 11 morgen; dat „Groot Geldebosch (res sorteerende onder Noord Scharwoude ruim 17 morgen telde en dat „Sappe werf" onder Zuid Scharwoude behoo- rende liefst 28 morgen in omvang telde Van het bestaan van een eiland ter plaatse waar tot voor kort de hoeve Torenburg lag, vinden we echter niets uit de kaarten en al evenmin uit de geschreven bronnen. En dat deze eilanden nog wel iets te beteekenen hadden en dat de eigenaars waarde aan hunne gronden hechtten is bijvoorbeeld duidelijk te zien uit een acte van protest door notaris C. J. Baer te Alkmaar dd. 17 Mei 1631 uitgebracht ten verzoeke van Mr Clement Boon, advocaat te Alkmaar, den rentmeester van Willem van Bronkhorst, Ridder Heer van Vliet. Bouckhorst, enz. Uit dit exploit, gericht aan den dijk graaf van den Heer Hugowaard en aan een Hoofdingeland, blijkt dat de ridder van Bronkhorst, die eigenaar was van het voormelde Groot Geldebosch, door het indijken van dit gebied „ten hooch- sto beschadicht en geinteresseert" was immers zijn land kon zoo geen versch water meer krijgen en door de afsluiting is hem een notweg ontnomen. Derhalve verzocht hij een duiker („pomp") in den ringdijk en een bekwamen uitweg over den grond van den nieuwen polder uit komende op den Middelweg: „alsoo men geen landen tot blocklan- den mach maecken maer deselve gehou den is te versien van notwegen ter ,naester plaetse van bet dorp ofte plaet- ,se daer onder de landen ressorteren..." Zoo protesteerde niet alleen de eige naar van het Groot Geldebosch, doch ook de andere eigenaars van oude eilan den die met bun terreinen binnen de bedijking van de Heer Hugowaard ge trokken werden. Echter vond ik noch in het polderarchief noch elders van een protest door of namens den eigenaar van een eiland ter plaatse waar dit „Toren burg" lag of van een aan dezen verleen de schadevergoeding of ook een regeling van de door hem verschuldigde molen gelden. Bij de verkaveling van het nieuw be dijkte land van de Heer Hugowaard viel deze strook in kwestie ten deel samen met kavel C. 46 aan Johan van Wasse naar, heer van Duivenvoorde, Voorscho ten, Sterrenburg, enz. Het is aanneme lijk, dat deze bezitter, die tot de eersten in den lande gerekend werd (hij was beschreven in de ridderschap van Hol land), zijn nieuwe domein aanstonds naar behooren heeft voorzien van een in zijn tijd moderne en flink ingerichte boerenplaats. Ongeveer een eeuw later (dit is bekend uit het kohier van de invordering van de ordinaris verponding der gebouwen in de Heer Hugowaard, samengesteld ingevolge plakkaat van de Staten van het gewest dd. 20 Mei 1730 en aanwezig in het polderarchief) behoorden de beide kavels aan een zekeren Jan Hoogeboom, die er een „huismanswoning" en niet meer bezat. De Schager Courant deelt ons nog me de, dat op de plek van de ontgravingen zich reeds in 1832, dus nog eens een eeuw later, een boerenhoeve bevond, toen in eigendom toebehooreiide aan S Buurman, die met de omliggende lande rijen in totaal 44 hectaren grond bezat Later nog ging deze plaats over in han den van den heer Frayman en vervol gens na dezen aan den heer H. W. Bur- ke. De tegenwoordige eigenaresse zou zijn Mevrouw C. J. A. Peek geboren Bothe, woonachtig in Eupen, België. Was dit Torenburg dus een kasteel ge weest, het zou dan zeker een ephemeer bestaan gehad moeten hebben. Maar ook: had er in vroegere dagen inderdaad een gebouw van meer betee- kenis dan een boerderij gestaan, dan zou zulks vrij zeker in de archiefstuk ken van den polder terug te vinden zijn Dit is evenwel niet het geval. Wél treffen we daarin b.v. bijzonder heden aan over het nabij gelegen „Le liehof", een evenzoo binnen singels ge legen boerderij aan den Middelweg, Westzijde op den kavel C. nummer 43 en plaatselijk genummerd wijk C. nommer 38, welke thans wordt bewoond door den heer K. Oudeman. Deze boerderij heeft een modern front, doch bij den zijmuur ziet men aan het gebruik van gele, z.g.n. Friesche steensoort en aan de wijze van bouwen, dat zij althans voor een deel reeds in de 18e eeuw bestaan moet hebben. Gelijk ik in mijn gedenkschrift van de Heer Hugowaard dit ook al heb uiteengezet, heeft „Leliehcf" zijn naam te danken gehad aan Margaretha Lelij, de echtgenoote van den Am sterdamschen koopman Matthijs Ooms die er reeds in 1730 een huismanswo ning bezat met „heerschapsvertrekken onder hetselve dak". Met andere woor den Leliehof was toen een gewone boer derij, welke door het aanbrengen van vertrekken een bijzondere accomodatie voor de eigenaars zelf bood, wellicht dus ingericht voor de familie om er des zomers een tijdlang te kunnen verblij ven. Om de bezitting als buitenverblijf wat aantrekkelijker te maken was er op de plaats ook nog een „plantage" aange legd. Matthijs Ooms bekleedde in het pol derbestuur de functie van hoofdingeland sedert het jaar 1716 tot zijn overlijden in 1757. Hij had drie zoons, met name Pie- ter, Johannes en Matthijs, waarvan de beide eerstgenoemden eveneens tot hoofdingeland van de Heer Hugowaard zijn verkozen geweest. Nadat Margaretha Lelij overleden was is deze bezitting op 20 October 1770 voor het gerecht van den polder door deze zoons getransporteerd aan Dr. Matthias Hofkens de Coui celles en diens echtge noote Catharina Bos. De nieuwe eige naar was geneesheer te Alkmaar en in 1764 schepen aldaar. Ook hij is hoofdin geland van de Heer Hugowaard geweest (1771, tot zijn overlijden in het volgende jaar). Een volgende eigenaar was Steven Pleen (tot 28 December 1793), terwijl het goed bij acte van transport gepasseerd 8 Februari 1831 voor notaris A. F. Allebé te Alkmaar overging aan den heer Jacob Josias de Lange bekend procu reur, zeepzieder enz. te Alkmaar, aldaar overleden 31 Mei 1844. Na laatstgenoem de kwam het ingevolge proces-verbaal voor notaris S. A. de Moraaz te Alkmaar d.d. 24 December 1844 aan Jacob Eg mond, waarna het door scheiding van diens boedel (30 April 1845, voor notaris Pieter Ev,rhard Levert te Hoogwoud gepasseerd) werd toebedeeld aan zijn weduwe Trijntje Eggeles, die later her trouwde met een zekeren Jan Bier, die op zijn beurt van 1848 tot 1854 als hoofd ingeland in het polderbestuur van de Heer Hug-owaard zittine heeft gehad. Tot zoover de historie van het nabu rige „LeUehof', een boerderij, waarvan men kan zeggen, dat zij nog min of meer de allure van een buitenhuis ge had heeft. En dit in tegenstelling met Torenburg in de Heer Hugowaard, welke plaats gezien het bovenstaande zeker geen buiten, laat staan een kasteel zal zijn geweest. Evenzoo is niets gebleken van een oudere vestiging dan uit de 17e eeuw, terwijl vrijwel voor de hand ligt de con clusie, dat we hier slechts te doen heb ben met de hechte grondvesten van een stevige ouderwetsche boerderij van na 1630, ruim van aanleg en binnen singels gelegen. Men maakt dikwijls de zaken, welke in het verleden zijn voorgevallen, graag en ook onwillekeurig mooier dan de nuchtere werkelijkheid ze inderdaad ge maakt heeft. Jammer en teleurstellend blijft het niettemin, wanneer er van de romantiek van vondsten als deze uit de dagen van weleer maar zoo weinig over blijven kan. Alkmaar, 12 October 1932. Mr. J. BELONJE. Zie „de Heer Hugowaard 1629—1929 Een geschiedenis van den polder", Alkmaar, van Putten Oortmeyer, 1929. Hierin een meer volledige lijst van de oude eilanden (bl. 5), van de oude buiten plaatsen (bl. 31 en 32), alsmede een af druk van de kaart van de Heer Hugo waard als meer en van die van de juist plaats gehad hebbende inpoldering met de verkaveling (door A. Metius, 1631). vgl. Ned. Patriciaat IX, 's-Hage, 1908) genealogie de Lange. Vtrich gekarnd met 23 o/o allerfijnste Roomboter onder Rijkicontröle Nauwelijks is de competitie een maand oud, of de eerste interland-ontmoeting staat voor de deur. Onze nationale ploeg gaat morgen op bezoek bij de Zuidelijke buren, die al tien tallen keeren de gaistfieeren geweest zijn van ons elftal. Het is geen traditioneele wedstrijd, geen echte lanaenwedstrijd. Dat wil zeggen, dat de ontmoeting van morgen niet genoteerd zal worden bij de reeks NederlandBelgië-ont- moetingen. Deze „echte" wedstrijden worden pas veel later in het seizoen gehouden en vormen, zooals steeds, de hoofdschotel van het internationale menu. Een extra-wedstrijd dus, evenals we er het vorige jaar een gehad hebben in Amsterdam tusschen de beide ploegen. Toen verloor onze ploeg, omdat het zonder dat heilige vuur speelde, dat anders een Nederland—België- wedstrijd kenmerkt. Toen zat er geen „sfeer" in den wedstrijd, zooals men dat placht te noemen. Zou die „sfeer" ook morgen afwezig zijn? Wij gelooven, dat er kans is, dat dit niet het geval zal zijn. In de eerste plaats speelt onze ploeg een uitwedstrijd, wat steeds een eigenaardige bekoring met zich meebrengt. Doch dat is niet het voornaamste. De huidige samenstelling van ons team spreekt nog veel meer een woordje mee. Allereerst zal Adam natuurlijk enthousiast spelen, omdat hij..-., niet anders kan. Maar daarnaast mag men niet vergeten, dat er in de voorhoede drie „nieuwelingen" zitten, nieuwelingen dan in dit opzicht, dat zij niet in de ploeg van het vorige seizoen zaten. Want wel heeft Nagels (Enschedé) al eens in de internationale trui gespeeld, wel heeft v. d. Broek (P.S.V.) wel eens vaker het oranjeshirt gedragen, doch momenteel zijn ze weer nieuwelingen, die morgen een vaste plaats kunnen veroveren. En dan is daar nog Bonsema (Velocitas), die het Noorden zal vertegenwoordigen en die eveneens zal trachten, meerdere wedstrijden mee te spelen In de voorhoede zit dus het frissche ele ment, dat met veel enthousiasme zal spelen. Hetzelfde is het geval met de half-linie. Ook hier twee nieuwelingen, n.1. v. d. Broek (Xerxes) en Pelikaan (Longa). Nu is het spil- vraagstuk voor ons wel het grootste pro bleem en al nemen wij dadelijk aan, dat v. d. Broek een zeer nuttig clubspeler is, wat hij in het Nederlandsch elftal zal presteeren, moeten wij afwachten. Een geluk heeft hij: hij houdt niet van „kort" spel, doch opent zooveel mogelijk op de vleugels. Enhij durft zelfs van zijn plaats ook te schieten! v. d. Broek kan een verrassing worden; v. d. Broek kan teleurstellen. De kansen zijn even groot. Pelikaan heeft meer vertrouwen gewekt. In dezen speler zit een Zuidelijk temperament, dat onze ploeg ten goede zal komen. Boven dien heeft hij in Zuidelijke elftallen al eenigs- zins kennis gemaakt met de internationale „sfeer", zoodat het met hem wellicht goed zal afloopen. De rest van de loeg is bekend. Van Nellen zal de links-buitenplaats behoorlijk bezetten, zonder uit te blinken, v. Heel zal een vlotte partij voetbal geven en Bonsema aan 't werk zetten, Adam zal goochelen en trachten met Nagels en v. d. Broek tot in het vijandelijke doelgebied door te dringen en de achter- hoede. Och ziet, v. d. Meulen staat in 't doel en v. Run en Weber staan op de backplaatsen. Moeten wij daar nu nog enkele regels over schrijven. Dit drietal is natuurlijk ok! o De Belgen hebben geoefend volgens het Lotsy-systeem. Ook zij hebben thans verlichte terreinen, waarop des avonds getraind wordt. Men kan er dus van op aan, dat de Belgen uiterst goed getraind voor den dag komen. Doch wat meer zegt: de keuze van dit elftal heeft in geheel België vertrouwen geschon ken. Vooral de voorhoede is sterk en zal onze verdediging de handen vol werk geven. En aangezien de achterhoede wellicht sterker is dan het vorige jaar, zullen de Nederland- sche goalzetters het zeer, zeer moeilijk heb ben. Evenals bij ons is bij de Belgen de midden linie het vraagteeken. Of eigenlijk is het bij België nog iets anders, omdat men weet, dat deze linie bij hen het zwakste deel der ploeg is, terwijl ze bij ons kan tegen- en meevallen. Al met al heeft België de beste papieren en het zou ons heelemaal niet verwonderen, als Brussel morgenavond in feeststemming was, omdat de Belgen den wedstrijd win nen! o Precies, er wordt deze keer in Brussel ge speeld. E>e traditioneele wedstrijden worden altijd in Antwerpen verspeeld, doch deze extra-ontmoeting mag Brussel binnen haar poorten hebben. In Antwerpen is het zoo'n Zondag een soort invasie van Nederlanders. En wat dat betreft, zal het in Brussel niet anders zijn. In tegendeel, de belangstelling van de zijde van Nederland is grooter dan normaal. Diverse extratreinen zulen naar Brussel gaan, Sport en Beeld, het bekende weekblad, heeft een reis georganiseerd, waarvoor zeer veel be langstelling bestaat. En om dichter in de buurt te blijven het Alkmaarsche reisbu reau H.A.B.O. heeft zonder al te veel moeite kans gezien, om met minstens vier touring cars naar Brussel te trekken! Dat wordt dus vannacht een Nederland- sche verhuizing; dat wordt een Nederland- sche gezelligheid in Brussel en in het fraaie stadion, dat om drie uur morgenmiddag de volgende elftallen b:nnen haar poorten zal hebben België. v. d. Berghe Nouwens Hoydonckx Claessens Hellemans v. Brandt Versyp Voorhoof Capele v. Beeck v. d. Eynde o v. Nellen Bonsema v. d. Broek Adam Nagels (D.H.C.) (Velocit.) (P.S.V.) (H.V.V.) (Ensch v. Heel J. v. d. Broek Pelikaan (Feijenoord) (Xerxes) (Longa) v. Run Weber (P.S.V.) (A.D.O.) v. d. Meulen (H.F.C.) Nederland. v. d. Meulen is aanvoerder der Nederland- sche ploeg, terwijl Hoydonckx deze functie in het Belgische elftal vervult. Scheidsrechter is de Engelschman Lewing- ton. Grensrechter voor Nederland is Casteleijn Reserves voor Nederland: v. Male (Feijen oord), v. Stokken (D.W.S.), B. Paauwe (Feijenoord) en Verkerk (R.C.H.). Reserves voor België: Braet, Dedeken, Stey- nen. Brichart en v. Campenhout. De wedstrijd begint om 3 uur dat is 3.20 uur Amsterdamsche tijd» VAN RUN SPEELT NIET. De bekende P. S. V.-er van Run, die de vorige week bij den oefenwedstrijd van het voorloopig Nederlandsch elftal tegen een Engelsche club aan zijn knie gewond werd-, kan morgen niet van de partij zijn. Welis waar, is de blessure niet van ernstigen aard. doch de T. C. meent, dat het niet geoorloofd is, een speler op te nemen die niet voor 100 pCt. fit is. Hetgeen zeer begrijpelijk is! Voor van Run zal of de Ajayied Diepen beek of de D. W. S.-er van Stokken invallen. Eerstgenoemde heeft Donderdagavond de laatste training nog meegemaakt, wat er op wijzen zou, dat hij met Weber de achterhoede zal vormen. Voor Nederland beteekent dit al weer een kleinere kans op de overwinning. Oost- en Zuid-Nederland spelen! Terwijl het Nederlandsch elftal in Brussel de Roode Duivels gaat bekampen, worden in Apeldoorn en Breda twee semi-landenwed- strijden gespeeld, nl. resp. Oost-Nederland— West-Duitschland en Zuid-Nederland Luxemburg. Als steeds bestaat er voor den wedstrijd Oost-NederlandWest-Duitschland enorme belangstelling, zegt de Sportkroniek, dat over de samenstelling van het Oostelijk elf- tal het volgende schrijft: Bijna algemeen is men content met de sa menstelling van het Oostelijk Elftal. Voor enkele plaatsen had men misschien liever hier of daar een andere speler geprefereerd, doch over het geheel heeft men wel vertrouwen. Het elftal, dat verleden jaar te Dusseldorf zoo'n slecht figuur maakte, is dan ook wel geheel gewijzigd. Alleen de backs Horsten en Wanders en de rechtsbuiten Landaal (die in plaats van Nagels medespeelt) zijn ge handhaafd. Voor de voorhoede heeft men weer de „oudjes" Kluin en De Kreek geko zen, die in den oefenwedstrijd van de vorigs week Dinsdagavond wel hebben aangetoond, dat zij nog onmisbaar zijn Als linksbinnen is gekozen Koopman van D.O.T O een water- vlugge en productieve speler, die zeker zijn plaats waard is. HET ZUID-NED. ELFTAL VERZWAKT. Er bestaat in het Zuiden ee:. conflict tus schen de Vereeniging Zuidelijke eerste klas- sers en de eerste klasser N. A C. vertelt het Hbld. De Bredasche vereeniging namelijk is niet bij de Z. E. K. aangesloten en laatstge noemde federatie nu staat er op, dat N. A C. zich eerst moet aansluiten alvorens de eerste klasse spelers van andere vereenigingen toe gestaan zal worden uit te komen in een wed strijd Zuid-NederlandLuxemburg, welke op het N. A. C.-terrein gespeeld wordt. Er zijn verschillende bijeenkomsten gehouden om tot een oplossing van het conflict te geraken, maar tot dusverre zonder eenig resultaat, zoodat bijna alle eerste klasse spelers, die voor Zuid-Nederland zouden uitkomen heb ben bedankt. Slechts enkele eerste klasse spelers hebben de verzekering gegeven dat ze wel zullen uitkomen. De organisatoren hebben alles in het werk gesteld om een zoo sterk mogelijk elftal op de been te brengen, maar een vertegenwoor digend Zuid-Nederlandsch elftal kan het in elk geval niet meer worden. De ploeg is met vele N. A. C.'ers aangevuld, enkele tweede klassers. terwijl Paffen en Peters blijven uit komen. Ook Lanegger kan onmogelijk spelen, daar thans gebleken is, dat deze nog steeds Oostenrijker is. Het elftal zal nu o.a. uitkomen met Kools Simons, Mes, v. d. Linden, Pafien en Peters. De juiste opstelling staat nog niet vast. Aan dit conflict zit evenwel nog een be zwarend feit vast. Luxemburg n.1. heeft aan genomen te spelen tegen het sterkste elftal dat Zuid-Nederland heeft (force majeur is natuurlijk dat Z.-N. het moet stellen zonder Van den Broek (P. S. V.), Pelikaan (L. O. N. O. A.). Zeer terecht zullen de Luxemburgers nu bezwaren maken en dan zou het wel kun nen gebeuren, dat de F. I. F. A. er aan te pas kwam. In dit district zitten wij dun bezaaid met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9