Geneeskundige brieven Rond 8000 komt er nu voor de loonen in werkverschaffing en 114000 voor uitkee- ring aan crisiswerkloozen. Dit beteekent, dat de uitkeeringen aan M. H. gehandhaafd kun nen blijven. Een subsidie van het Rijk is dan ook nood wendig voor de armen en niet voor de rijken De loonderving zal niet 17000 maar 12500 zijn. Het college zal datgene doen wat kan om het lot van de armen te verzachten, hoewe, de schijn van deze bijlage tegen is. Mr. Langeveld kan zich niet voor stellen, dat de controle van de Heidemaat schappij niet zoo zal zijn, als weth. wester hof die teekende. Spr. wil niet chicanneeren over de voorwaarden. Gaarne wil hij in aez opheldering. De heer V e n n e k e r zegde den wethou der dank voor zijn gedane toezegging, sp oordeelde de verwondering van den ne Woldendorp niet op zijn plaats, gezien bereikte resultaat van het college en het \o deel van M. H. Weth. W e s t e r h o f las in 4, dat de a1- gemeene controle door de Heidemaatschapp] wordt uitgevoerd en de dagelijksche leidi g bij de gemeente mag berusten en hiervan za h«.t college gebruik maken, zoodat de men- ci-ViAn «TorV^n nnHpr eitren leiding. Bovendien QC Utfgc.Ij bij de gemeente mag berusten en hiervan za hit college gebruik maken, zooa schen werken onder eigen leiding. heeft men alleen te maken met den heer Kik- kert. Het voorstel werd hierop z.h s. aangeno men. er Voorstel tot toekenning van eer crediet ten behoeve van de comnnss.e voor de ontwikkeling en ontspanning van werkloozen. B. en W. stellen voor aan de commissie voor ontwikkeling en ontspanning \.arJE^er^" loozen tot 1 Jan. een crediet van 450 te verleen en. De heer Go vers wees er op, dat hier voor reeds f 1000 beschikbaar was gesteld Spr. vroeg welk succes er mede behaald werd en wat er gedaan wordt. Weth. Westerhof raadde den heer Go- vers aan eens te gaan kijken, dan kan hij be wonderen de vitaliteit van de werkloozen. Voor ontspanning en ontwikkeling wordt zorg gedragen. Zonder hoofd, stemming werd het voorstel aangenomen. Interpellatie Vogelaar en Ringers. Aan de orde was hierop de interpellatie over den verminkten gedenksteen v. Deventer. De heeren hadden de volgende vragen in gediend Ondergeteekenden, leden van uwen raad, verzoeken beleefd hen in de gelegenheid te stellen de volgende vragen tot B. en W. te richten 1. Is uw college bekend door wie(n) het opschrift op den gedenksteen in het gebouw der Lichtbedrijven is aangegeven? 2. Heeft uw college zich met de(n) boven- bedoelde(n) persoon(en) in verbinding ge steld ten einde te vernemen, op welke gron den destijds werd aangenomen, dat de heer Van Deventer niet alleen was de bouwer, doch ook de ontwerper der fabriek? 3. Zijn de personen, die den gedenksteen als hulde aan den vertrekkenden Directeur hebben doen aanbrengen, over de aange brachte wijziging gehoord? 4. Is door of namens uw college nage gaan, of zich in het gemeente-archief, of in dat van gemeentewerken of der lichtbedrijven stukken aanwezig zijn. waaruit moet worden geconcludeerd, dat de heer Van Deventer niet is de ontwerper der fabriek? 5. Indien deze vragen ontkennend worden beantwoord, is uw college dan niet van oor deel, dat de beslissing om de woorden „ont worpen en" te doen verwijderen, niet berus op deugdelijke gronden en is uw college als dan bereid den steen in zijn oorspronkelijken vorm te doen herstellen? De heer Vogelaar herinnerde aan dat het college de zaak achter coulissen had willen afmaken. De A C. heeft de zaak echter publiek gemaakt en spr. oordeelde, dat het over weging verdiende om dit blad, dat ook onvriendelijk tegenover het college durfde te zijn, tijdelijk te verbieden (Gelach). De geschiedenis nagaande wees spr. e: op dat de heer van Deventer speciaal voor den bouw van de nieuwe fabriek In dienst is genomen. Hij stipte aan verschijning van het gedenkboek, het vertrek van den heer van Deventer en het daarop gevolgde bezoek van den heer de Kadt aan zijn vriend, den tegenwoor digen directeur, met als gevolg een klacht van den heer de Kadt aan het col lege, die aan den heer van Deventer werd doorgezonden. Spr. oordeelde dit een on juiste wijze van doen. Het college had zich kunnen wenden tot het personeel, dat. reeds toen aan wezig was. De heer de Jong is daar reeds van 1895 boekhouder en had zeker inlichtingen kunnen geven over d< viaag wie de fabriek had ontworpen Ook in 1915 waren raadsleden, Leesberg en de heer Cloeck, die in lichtcommissie zaten. Ook had men ue archieven kunnen nagaan, om zich een meening te vormen. In de eerste plaats had het college dan het gedenkboek aan getroffen. Spr. vestigde voorts de aandacht op t. Ji6 fg 1917 van de g^eente, waarin staat dat voor den verbouw ver- w.®z®!1..ïvordt naar het gedenkboek. Daar uit blijkt dat het bekend was en dat het toenmalig college tegen den inhoud geen bezwaar had. Nu zegt het college dat in haar midden niemand zat die op de hoogte was, doch dit verslag is geteekend door den heer Westerhof. De heer Westerhof: Door mij? De heer Vogelaar: Waarom heeft u toen in 1917 geen bezwaar gemaakt en daar op eerst 15 jaar later de aandacht gevestigd. Het college laat de vraag „wie de ontwerper is geweest" onbeslist. Men had dan wel een kaartje naast de steen moeten hangen, om de bedoeling aan te geven. Spr neemt aan, dat de heer de Katt belangrijk werk heeft ver richt. De verdeeling van een dienstgebouw wordt steeds aangegeven, doch wie dat doet, kan niet zeggen: „ik ben de ontwerper van iet gebouw* de Mr. te de i' De heer v. Drunen: U bent geen des- ^De^heer Vogelaar: Dat was de heer de Kadt ook niet en daarom vroeg hij een civiel-ingenieur. Met genoegen heeft spr. de bijlage gelezen, waaruit bleek, dat de heer de Kadt voor de hem toegekende gratificatie, omdat deze wat laat uitbetaald werd ook nog de rente vroeg. Niet is gebleken, dat de gratificatie van den bouw aan de heer de Kadt is verleend en spr. oordeelt dan ook, dat het college de steen niet hadden mogen ver nielen. De heer Ringers dankte het college voor de inzage van de stukken en zei, dat op voorstel van den heer de Kadt, de heer v. Deventer als civiel-mgenieur werd aange steld, omdat hij zich zelve niet bevoegd oor deelde. Spr. zei in de practijk ook gegevens voor een bouw te verkrijgen en daarna het plan te maken. Wie de gegevens verstrekt voor de ontwerpen is echter nog niet de ontwerper van een gebouw. Ieder particulier, die de indeeling var, den bouw van een huis aan een architect geeft, zou dan ontwerper zijn. Waarom heeft het college om inlichtingen gevraagd bij raadsleden. In het bouwbureau, destijds gevestigd in de oude Ambachts school, trof spr. steeds den heer v. Deventer werkzaam. Hij is de ontwerper en de bouwer van de fabriek, zooals ook in het gedenkboek staat. Spr. citeerde, hetgeen in het gedenkboek staat en zei, dat dat klopt met hetgeen hij in de practijk heeft ervaren. Spr. onderschreef wat de heer Vogelaar ezegd heeft. Waarom zeide de heer de (adt in 1917, na de verschijning van het ge denkboek niet: „van Deventer je bent te ver gegaan?" Spr. teekende de heer van Deventer als een harde werker, met groote verdienste voor de gemeente en betreurde het dat men hem op deze wijze de kroon van zijn werk had ont nomen. Spr. vertrouwde, dat er in den raad een meerderheid gevonden zou worden om den heer van De ven .er de eer te geven die hem toekomt. Weth. B o n s e m a wees op het hoofdarti kel in de Alkm. Courant en verweet dit blad de politieke kwestie in deze neutrale zaak te hebben gehaald. Spr. verzocht de raads leden los van de politiek hun stem te bepa len. Hij wees er op, dat het college de openba re behandeling niet heeft uitgelokt, doch de heer v. Deventer. Deze had zich echter bij den raad moeten beklagen, en niet bij 8e cou rant. Nu wordt spr. gedwongen om dingen te zeggen, die hij anders nooit zou hebben gezegd. In het belang van den heer v. De venter had hij de interpellanten in overwe ging gegeven om de eerste 3 vragen achter wege te laten. In waardeering voor den heer v. Deventer doet het college bii de heeren niet onder. De heer Vogelaar ried er maar naar, dat de heer de Kadt op bezoek kwam bij den heer Hofman. De hr. de Kadt maakte als lid van een commissie een excursie naar de Zuider zeewerken, w.o. de burgemeester en de bur gemeester van den Bosch. Men bezocht de gasfabriek. De heer de Kadt had verteld, dat hij den ontwerper was en de burgemeester van den Bosch las toen de steen, waardoor hij voor leugenaar kwam te staan. De heer De Kadt heeft toen gepoogd in minnelijke schikking met den heer v. Deven ter tot overeenstemming te komen, doch werd door deze honds behandeld en wendde zich toen tot het college. Spr. zou dit ook gedaan hebben. Spr. deelde in antwoord op de eerste vraag mede, dat het opschrift door den heer v. De venter is geleverd. Een commissie uif het per soneel wilde een ander opschrift, doch de heer v. Deventer verlangde dit. Het personeel heeft dus een steen gegeven en het personeel behoefde dus niet gehoord te worden voor de verandering van het op schrift. Het college staat op het standpunt, dat de heer v. Deventer niet alleen de ontwerper is In antwoord op vraag 5 betoogt spr., dat in Nov. 1913 noch in 1915 de heeren Lees berg en Cloeck deel van de gascommissie uitmaakten. In Nov. 1913 werd den heer de Kadt op dracht gegeven tot het ontwerpen en tot stand brengen van een geheel nieuwe gasfabriek en hij legde aan het college voor verschillende correspondentie daarover, uitsluitend door hem alleen gevoerd. Spr. citeerde hetgeen de heer De Kadt bij het aanbieden van die brieven schreef én in een rapport in Augustus 1915 ingediend Daarna kwam een geheime vergadering van den raad, waarin beide heeren tegenwoor dig waren en in bijlage 78 van 1915 werden de samengestelde plannen voorgelegd en bei den genoemd als bij den bouw betrokken. De heer v. Deventer heeft dus gelegenheden la ten voorbijgaan om daartegen op te komen en maakte dus nu een erger fout dan de heer De Kadt, die niet tegen het gedenkboek op kwam In 1917 werd aan beiden een gratifi catie toegekend van 4000. Ook in die bij lage komt tot uiting, dat men ook toen beide-1 als de ontwerpers erkende. Van den heer de Kadt vernam spr. dat hij zich ten zeorste gegriefd had ge voeld door het gedenkboek en las daar over een thans van hem ingekomen schrijven voor waarin hij betoogt dat, de technische voorbereiding klaar was toen hij weg ging. Spr. oordeelde, dat de heeren Voge laar en Ringers in de stukken hebben kunnen zien dat De Kadt een groot aan deel heeft gehad in de voorbereiding De heer van Deventer had ook stukken moeten overleggen doch bezit ze niet en kan ze niet overleggen. De heer Ringers: Ze zijn hem niet gevraagd. Wethouder Bon se ma concludeer de dat B. en W. niet over één nacht ijs zijn gegaan Voorts betoogde hij nog nat de heer de Jong wel gehoord is en nat naar zijn meenine vast staat, dat ze a le- beide betrokken zijn geweest bij het ontwerpen van de fabriek. Spreker verzocht de heeren te bewij zen, dat de heer de Kadt daarin geen aandeel heeft gehad. Het ging dus niet aan dat een van de twee zich de eer van het werk toeëigende. Het college is dan ook vooralsnog niet bereid den steen te veranderen, tenzij de nee- ren de bewijzen aanbrengen, dat de heer ae Kadt geen aandeel heelt gehad in het ont werpen van de fabriek. (De ziiting duurt voort.) Vermoeidheid. Ik herinner mij een leuk plaatje ge zien te hebben, waar, van wien en wan neer is mij ontschoten. Het stelde een kind voor, dat met de oogen knippende, de armen rekte en half uit haar bedje oprees, met het onderschrift: „He! wat ben ik moe van 't slapen!" Niet ieder zal dadelijk begrepen heb ben, welke tegenspraak in dit beeld ver scholen lag. Immers, als een kind 's morgens wakker wordt na een heelen nacht geslapen te hebben, dan behoort het uitgeslapen, volkomen uitgerust te zijn. Hoe kan het dan over vermoeid heid klagen? Deze ongerijmdheid is slechts schijn baar Zij wijst er op, dat het begrip ver moeidheid vrij wat ingewikkelder is, dan het er op het eerste gezicht uitziet. Inderdaad is het een onderwerp, dat verre van opgelost is en bij voortduring aan geneeskundigen en physiologen veel hoofdbreken kost. Op de laatst gehouden ongevallencongressen hebben vele on derzoekers er over gesproken en op de algemeene vergadering van de Neder- landsche Maatschappij van Geneeskun de vond de voorzitter het de moeite waard, zijn openingsrede er aan te wijden. Menigeen zal belangstelling hebben voor dit onderwerp. Ieder weet wat ver moeidheid is, heeft het aan den lijve on dervonden, dikwijls meer dan hem lief is Een van de k'achten, welko de ge neesheer regelmatig op zijn spreekuur hoort, is wel die over vermoeidheid. Hieruit kan men reeds opmaken, dat het dikwijls als een verschijnsel bij ziek te voorkomt. Maar evenzeer weet ieder, dat vermoeidheid als een normaal ver schijnsel voorkomt, dus in volle gezond heid, na elke eenigszins grootere lichaamsinspanning. En ook kent wel iedereen het aangename gevoel, dat na zulk een inspanning over ons komt door uit te rusten. De uitdrukking „lekker vermoeid" is dan ook dikwijls zeer goed op haar plaats, wanneer men het ten minste eens is met Mauritz, aL hij ar beid een belangrijken factor noemt voor levensvreugde en levensvoldoening. Na tuurlijk moet de geleverde arbeid bin nen bepaalde grenzen blijven Welke die grenzen zijn, zou men zoo gaarne pre cies, zoo mogelijk in cijfers willen uit drukken. Dit is tot nu toe evenwel niet gelukt. Wel weten wij met zekerheid, dat die grenzen bij de verschillende menschen zeer uiteen loopen. In elk geval is de geleverde arbeid geen voldoende maatstaf. Er komen zoo veel andere medewerkende factoren in aanmerking. Onwillekeurig zoekt men de vermoeidheid in de eerste plaats in de spieren. Hierover zijn tajrijke onder zoekingen verricht. Daarbij is gevonden, dat de vermoeide spier meer melkzuur bevat. Ook heeft men geleerd, dat gebrek aan zuurstof in het bloed, dat de spieren binnenstroomt, de vermoeidheid verer gert. In de perioden van rust dient dus het melkzuur verwijderd te worden, ter wijl grooter toevloed van zuurstof nood zakelijk is. Nu kan het verbruik van de noodige stoffen tot zekere hoogte wel, het herstel daarentegen niet gemeten worden. Daardoor wordt de beoordeeling van wat er precies gebeurt zeer moei lijk. Want het is niet.uitsluitend de sa menstelling der spieren, waardoor het vermoeidheidsgevoel ontstaat. Bij den een ontstaat het veel vroeger dan bij den ander. Voor bepaalde constituties, bij sommige ziektetoestanden, komt het voor zonder dat ecnige arbeid van be- teekenis is verricht. Het gevoel van ver moeidheid is dus lang niet altijd een be wijs, dat echte vermoeidheid bestaat. Dat gevoel staat voor een goed deel ook onder psychischen invloed, ock bij licham el ijken arbeid. Wanneer wij zien, welke inspanning voor sommige soorten van sport vereischt wordt, dan is het niet twijfelachtig of die inspanning zou bi' opgelegd en arbeid als te zwaar wor den gekwalificeerd. En toch zien w ij menigmaal, dat 1e sport juist beoefend wordt na het voltooien van een zware dagtaak. Dat ook door zenuwtoestanden het vermoeidheidsgevi.el kan worden opge wekt blijkt wel hieruit, dat klachten in dien zin soms veel heftiger worden ge uit na een periode van rust dan na een poos gearbeid te hebben. Te langdurige arbeid leidt ontegen zeggelijk tot vermoeidheid. Door ie moeilijkheid van het ondersoek kan he laas - t uitgemaakt worden, op welke wijze de vermoeidheid het best bestre den kan worden, bijv. doop groote rust- poozen na een betrekkelijk langen ar beidstijd dan wel de arbeid regelmatig door kleinere rustpozen te onderbreken. In 'tzelfde verband is men het ook niet eens over de vraag of op de scholen weinig groote of meer kleine vacanties aanbeveling verdienen. Het zou een groot vooraeel zijn, indien men derge lijke vragen door objectief onderzoek beslissen kon. Ook atmosferische invloeden zijn merkbaar. Volgens Ver non kan door ongunstige temperatuur in de kolenmij nen de productie belangrijk (soms 40 pet.) dalen, terwijl dan vier maal zoo veel ongevallen als in den regel voor komen In de ijzer- en staal-industrie is de productie in den zomer soms 30 pet. minder dan in den winter. Bij mechani- schen arbeid, waarbij niet zooveel ge dacht behoeft te worden, schijnt het ver moeidheidsgevoel spoediger op te treden dan bij individueelen arbeid. Katz kon door een onderzoek vaststellen, dat on der overigens gelijke omstandigheden wekende meisjes in een fabriek, waar zij niets anders behoefden te doen, dan dom weg blikken deksels in de machine te steken, sneller vermoeid werden dan daarnaast gezeten meisjes, die ontwer pen teekenden. Atzler heeft den invloed nagegaan van de spierspanning ten opzichte van den bloedstoevoer door aan den bovenarm de slagader dicht te drukken terwijl de hand een veerend instrument met 10 K G. kracht dichtkneep. Dan werd de geleverde arbeid minder. Bij knijpen van 20 K.G. was er evenwel geer. ver schil meer. Hij leidde hieruit af, dat dan de samentrekking ïeeds groot genöfeg was om den toevoer van bloed geheel op te heffen. Door andere onderzoekingen kon hij een beeld ontwerpen van den loop der arbeidsintensiteit gedurende den werkdag. In de morgeiuren had een vrij belangrijke stijging plaats, welke tegen de middagrust afnam. Na 'e pauze kwam na een wat lager begin weer een stijging, welke evenwel niet meer de hoogte van 's morgens bereikte. De snellere vermoeidheid bij hoogere temperaturen moet volgens Dille niet aan gebrekkige ventilatie maar aan vermoeidheid van het hart toegeschre ven worden. Uit dit alles blijkt duidelijk, dat niet iedereen en vooral niet iedere arbeid over één kam geschoren moet worden. Dit wordt wel eens uit het oog verloren bij de verschillende voorstellen tot ra tionalisatie van den arbeid, waarvan het werk aan den band het meest bekende voorbeeld is. Het te bewerken stuk wordt op een bewegenden band ge plaatst en passeert op zijn loop de ver schillende arbeiders, die ieder slechts een enkele verrichting hebben uit te voeren. Er treden dan groote verschillen aan den dag, die aantoonen, dat de be paling van een uniforme arbeidstijd voor alle werklieden onjuist is. De Japansche onderzoeker Teruoka heeft den arbeid voor vrouwen afzon derlijk bestudeerd en Is daarbij tot de volgende slotsom gekomen. Meisjes van 12 en 13 jaar moeten van den arbeid uit gesloten worden, die van 14 en 15 jaar mogen slechts werken bij korten ar beidstijd. Eerst op 18-jarigen leeftijd kar aan haar wettelijk geregelde arbeid worden opgedragen. In bepaalde om standigheden behoort de arbeid voor vrouwen tot de helft verminderd of wel geheel verboden worden. H A S ERNSTIGE AUTOBOTSING rt. HARMELEN. J Zes gewonden, waarvan fw ernstig. twa Op den weg naar Hannelen, onder de meente Veldhuizen, heeft hedenmorgen botsing plaatsgehad tusschen een luxe-a^" en een reiswagen van den dienst Deventer 0 Apeldoorn De botsing was zóó hevig, dat h* uxe auto bijna geheel versplinterd' WJ? terwijl de reiswagen gedeeltelijk in den l«vp schen Rijn wegzakte. Van de inzittenden ,u" Iteide wagens werden zes personen gewone van wie twee ernstig. Een van hen was ond»' de luxe-auto terecht gekomen, zoodat de» om het slachtoffer te bevrijden, moest word*! opgevijzeld De kwetsuren van de niet en stig gewonden zijn hoofdzakelijk door guT scherven veroorzaakt. Nadere bijzonderheid Omtrent de botsing, welke hedenmorg^ tusschen een luxe-auto en een reiswagen van den dienst Deventer—Apeldoorn onder a gemeente Veldhuizen is geschied vernq,* wij nader, dat de auto's in den bocht vand^ --"g op de grens van de gemeenten Haring Veldhuizen tegen elkaar zijn gebotst. de luxe-auto werd het linkervoorgedeelte j„ elkaar gedrukt, een inzittende dame brak been en moest naar de rijksklinieken te Utrecht worden vervoerd Van den reiswagen werden eenige passagiers hoofdzakelijk door glasscherven gewond. Ook zij zijn met par. ticuliere auto's naar de rijksklinieken over- gebracht. De reiswagen kwam met de voor- wielen in den Leidschen Rijn ierecht, de luxe auto werd gedeeltelijk in een sloot terzijde van den weg geslingerd. De burgemeesters van beide genoemde gemeenten, 2 doktoren uit Harmeien en Vleuten en een veldwachter verschenen spoedig op de plaats van het ongeval. Ook de beide chauffeurs hadden eenige niet ernstige vleeschwonden opgeloo- pen. £uchtvaact DE POSTVLUCHTEN OP 1NDIE. Hedenmorgen om 7.20 uur is het postvlieg- tuig de „Snip" naar Indië vertrokken. Drie passagiers maken de reis mede nl. een voor Bagdad en twee voor Calcutta. Aan boord is K.G. pakketpost en 287.883 K.G. post, j 20.780 K.G. goederen. De „Havik" (uitreis) is goon. geland te Ran- Filmster (wier man herstellende is van de gevoliren van een motorongeluk).Vertelt u me eens, lokter is hl) al sterk genoeg om te vernemen, dat lk tweemaal gehuwd ben, sedert zijn ongeval?" IPasslng Show) £aatste betichten (Ongecorrigeerd.) EEN HELDERSCHE SLAGER IN HOOGER BEROEP, Drie maanden gevangenisstraf geëischt. Voor het gerechtshof te Amsterdam stond in hooger beroep terecht een sla ger uit den Helder, die van de Texelaars in 1925 een som gelds van 2000 had geleend en deze vergat terug te betalen. Volgens den slager was deze schuld veref fend door het letteren van vleesch geduren de een jaa, wat pactisch onmogelijk was, aangezien het gezin slechts uit twee perso nen bestond. De rechtbank te Alkmaar ver oordeelde den slager tot drie maanden ge vangenisstraf. De proc.-generaal bij het Amsterdamsche Gerechtshof vroeg bevestiging van dit von nis. Uitspraak 10 Nov. VERDACHT VAN INBRAAK. In verband met een te Soest gepleegden in braak hebben twee rechercheurs van het hoofdbureau te Amsterdam een 50-iarigen koopman en een electricien aangehouden, daar het onderzoek nog in vollen gang is kon de politie behalve het feit van de aanlu geen nadere mededeelingen doen. houding DOODSLAG. De rechtbank te Groningen heeft heden morgen uitspraak gedaan in de zaak tegen den 34-jarigen los-werkman D. I. te Gro ningen, wegens poging tot doodslag en ver oordeelde hem tot 2 jaar gevangenisstraf. I. had in den vroegen morgen van den 28sten Augustus te Groningen een schot gelost ter- ijl hij even daarna een man Hi* hi-m nm ppn DE ORAF ZEPPELIN. De Hamburg—Amerikalijn deelt mede, dat het luchtschip Graf Zeppelin hedenmorgen om 9.40 uur M.E.T. te Pernambuco in Bra zilië is geland. £andm JMH&OUW- KENNEMERLAND. Het beloop vafl de handel was in de week van 17 tot 22 October niet zoo als de vorige week. Niet dat er zoo'n belangrijk prijsverschil viel te constateeren, doch da delijk als de handel weer stug wordt is men weer bang voor een inzinking; de tuinders zijn in dat opzicht angstig. Even als de vo rige week was er een enorme aanvoer van andijvie, die grootendeels voor lage prijzen werd verkocht, uitzonderingen was 2 per 100, de gewone gang was 0.30 tot 1.50 per 100 stuks. Nog altijd was er aanvoer van boonen, hoewel de kwaliteit veel te wen- schen overlaat, ook nu was er weer goede belangstelling voor kasboonen, die voor fancy-prijzen werden verkocht, de noteerin gen waren voor snijboonen en dunne boonen 12 tot 26 en voor kasboonen tot 36, voor de overige boonsoorten van 6 tot 16 alles per 100 K.G. Er was geen al te gróote aanvoer van sla, die uit de aard der zaak (regen en afloopen van het seizoen) aller minst mooi was, met prijzen van 0.30 tot 0.80 per bak. Een vreemd verschijnsel is de buitengewone vraag naar spinazie en vooral van eerste kwaliteit. Het prijsverschil tus schen spinazie eerste en tweede soort was vrij groot, de noteering 0.40 tot 1.80 per kist. Postelein, die niet ruim werd aange voerd en allerminst mooi was, mocht zich toch in de belangstelling verheugen, welke tot uiting kwam in hoogere prijzen van 0.60 tot 0.95 per kist. De nog ruime aan voer van bloemkool blijft, wat de prijs be treft, op peil. De tijd en vooral de regen laat zijn sporen achter en toch blijft er geregeld goede vraag en vaste prijzen, varieerend van 6.50 tot 15 per 100 stuks. De aanvoer van koolsoorten was niet zoo groot. Om die reden zijn de noteeringen veel hooger dan in de koolstreken en het was vooral de groene kool die duur was. We noteerden: groene kool 3.507.50, roode kool 2.50—6.50 en gele kool 2— 4.50 per 100 stuks. De aanvoer van worte len (bospeen) houdt steeds aan, doch de kwa liteit, die bij droog weer zoo goed kan wezen, gaat nu zienderoogen terug. De prijzen weken weinig af bij die der vorige week co bedroegen 5—10 per 100 bos. Prei jaar schijnt de kwaliteit uitmuntend) moch' zich in goede belangstelling verheugen. M* tegenstelling met de vorige week was er een vrij vlugge handel en hooger prijzen, n.1- 10 per 100 bos. Uien, welke niet ru® werden aangevoerd, liepen nog al vlug vafl stapel. Toch was de handel niet zoo als we g£ woon zijn en alleen le kwaliteit kon den Prjfi handhaven. De noteering was 3—/ per 100 KG. De handel in aardappel^*? nog steeds lui en de prijzen laag. I och ww er buiten de veiling voor prima Zeeuwsen en Friesche aardappelen nog wel een lijke prijs gemaakt. Op de veiling was prijs f 1 503.50 per 100 K.G. De her» ten spijt komt er al een aanvoer van do kool en niet^ minder van spruit en als we WIJ sigaret vroeg met zijn revolver bedreigde en rakeling langs diens hoofd schoot. De eisch van het O. M. was 2X jaar. maand verder zijn. De spruiten zijn uu - aard der zaak niet mooi (eerste pluk j. de vele regen los) en de prijzen niet hoog. f thans in doorsnee niet. We noteerden boerekool 1.50-/ 3.50 per 100 voor spruiten 6—12 per 100 K vKtfö ten waren, voor zoover mooie gave vr voor tafelgebruik, duur. We noteeren tafelperen 24—33, tafelappelen J f 27, keukenvruchten 8.5012, 100 K.G. De overige aanvoer g®'* reden tot afzonderlijke bespreking-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 10