Geneeskundige brieven
Rond 8000 komt er nu voor de loonen in
werkverschaffing en 114000 voor uitkee-
ring aan crisiswerkloozen. Dit beteekent, dat
de uitkeeringen aan M. H. gehandhaafd kun
nen blijven.
Een subsidie van het Rijk is dan ook nood
wendig voor de armen en niet voor de rijken
De loonderving zal niet 17000 maar
12500 zijn.
Het college zal datgene doen wat kan om
het lot van de armen te verzachten, hoewe,
de schijn van deze bijlage tegen is.
Mr. Langeveld kan zich niet voor
stellen, dat de controle van de Heidemaat
schappij niet zoo zal zijn, als weth. wester
hof die teekende. Spr. wil niet chicanneeren
over de voorwaarden. Gaarne wil hij in aez
opheldering.
De heer V e n n e k e r zegde den wethou
der dank voor zijn gedane toezegging, sp
oordeelde de verwondering van den ne
Woldendorp niet op zijn plaats, gezien
bereikte resultaat van het college en het \o
deel van M. H.
Weth. W e s t e r h o f las in 4, dat de a1-
gemeene controle door de Heidemaatschapp]
wordt uitgevoerd en de dagelijksche leidi g
bij de gemeente mag berusten en hiervan za
h«.t college gebruik maken, zoodat de men-
ci-ViAn «TorV^n nnHpr eitren leiding. Bovendien
QC Utfgc.Ij
bij de gemeente mag berusten en hiervan za
hit college gebruik maken, zooa
schen werken onder eigen leiding.
heeft men alleen te maken met den heer Kik-
kert.
Het voorstel werd hierop z.h s. aangeno
men.
er
Voorstel tot toekenning van eer crediet
ten behoeve van de comnnss.e voor
de ontwikkeling en ontspanning
van werkloozen.
B. en W. stellen voor aan de commissie
voor ontwikkeling en ontspanning \.arJE^er^"
loozen tot 1 Jan. een crediet van 450 te
verleen en.
De heer Go vers wees er op, dat hier
voor reeds f 1000 beschikbaar was gesteld
Spr. vroeg welk succes er mede behaald werd
en wat er gedaan wordt.
Weth. Westerhof raadde den heer Go-
vers aan eens te gaan kijken, dan kan hij be
wonderen de vitaliteit van de werkloozen.
Voor ontspanning en ontwikkeling wordt
zorg gedragen.
Zonder hoofd, stemming werd het voorstel
aangenomen.
Interpellatie Vogelaar en Ringers.
Aan de orde was hierop de interpellatie
over den verminkten gedenksteen v. Deventer.
De heeren hadden de volgende vragen in
gediend
Ondergeteekenden, leden van uwen raad,
verzoeken beleefd hen in de gelegenheid te
stellen de volgende vragen tot B. en W. te
richten
1. Is uw college bekend door wie(n) het
opschrift op den gedenksteen in het gebouw
der Lichtbedrijven is aangegeven?
2. Heeft uw college zich met de(n) boven-
bedoelde(n) persoon(en) in verbinding ge
steld ten einde te vernemen, op welke gron
den destijds werd aangenomen, dat de heer
Van Deventer niet alleen was de bouwer,
doch ook de ontwerper der fabriek?
3. Zijn de personen, die den gedenksteen
als hulde aan den vertrekkenden Directeur
hebben doen aanbrengen, over de aange
brachte wijziging gehoord?
4. Is door of namens uw college nage
gaan, of zich in het gemeente-archief, of in
dat van gemeentewerken of der lichtbedrijven
stukken aanwezig zijn. waaruit moet worden
geconcludeerd, dat de heer Van Deventer niet
is de ontwerper der fabriek?
5. Indien deze vragen ontkennend worden
beantwoord, is uw college dan niet van oor
deel, dat de beslissing om de woorden „ont
worpen en" te doen verwijderen, niet berus
op deugdelijke gronden en is uw college als
dan bereid den steen in zijn oorspronkelijken
vorm te doen herstellen?
De heer Vogelaar herinnerde
aan dat het college de zaak achter
coulissen had willen afmaken.
De A C. heeft de zaak echter publiek
gemaakt en spr. oordeelde, dat het over
weging verdiende om dit blad, dat ook
onvriendelijk tegenover het college
durfde te zijn, tijdelijk te verbieden
(Gelach).
De geschiedenis nagaande wees spr.
e: op dat de heer van Deventer speciaal
voor den bouw van de nieuwe fabriek
In dienst is genomen. Hij stipte aan
verschijning van het gedenkboek, het
vertrek van den heer van Deventer en
het daarop gevolgde bezoek van den heer
de Kadt aan zijn vriend, den tegenwoor
digen directeur, met als gevolg een
klacht van den heer de Kadt aan het col
lege, die aan den heer van Deventer werd
doorgezonden. Spr. oordeelde dit een on
juiste wijze van doen.
Het college had zich kunnen wenden
tot het personeel, dat. reeds toen aan
wezig was. De heer de Jong is daar
reeds van 1895 boekhouder en had zeker
inlichtingen kunnen geven over d<
viaag wie de fabriek had ontworpen
Ook in 1915 waren raadsleden,
Leesberg en de heer Cloeck, die in
lichtcommissie zaten. Ook had men ue
archieven kunnen nagaan, om zich een
meening te vormen. In de eerste plaats
had het college dan het gedenkboek aan
getroffen.
Spr. vestigde voorts de aandacht op
t. Ji6 fg 1917 van de g^eente,
waarin staat dat voor den verbouw ver-
w.®z®!1..ïvordt naar het gedenkboek. Daar
uit blijkt dat het bekend was en dat het
toenmalig college tegen den inhoud
geen bezwaar had.
Nu zegt het college dat in haar midden
niemand zat die op de hoogte was, doch
dit verslag is geteekend door den heer
Westerhof.
De heer Westerhof: Door mij?
De heer Vogelaar: Waarom heeft u
toen in 1917 geen bezwaar gemaakt en daar
op eerst 15 jaar later de aandacht gevestigd.
Het college laat de vraag „wie de ontwerper
is geweest" onbeslist. Men had dan wel een
kaartje naast de steen moeten hangen, om de
bedoeling aan te geven. Spr neemt aan, dat
de heer de Katt belangrijk werk heeft ver
richt. De verdeeling van een dienstgebouw
wordt steeds aangegeven, doch wie dat doet,
kan niet zeggen: „ik ben de ontwerper van
iet gebouw*
de
Mr.
te
de
i'
De heer v. Drunen: U bent geen des-
^De^heer Vogelaar: Dat was de heer
de Kadt ook niet en daarom vroeg hij een
civiel-ingenieur. Met genoegen heeft spr. de
bijlage gelezen, waaruit bleek, dat de heer de
Kadt voor de hem toegekende gratificatie,
omdat deze wat laat uitbetaald werd ook
nog de rente vroeg. Niet is gebleken, dat de
gratificatie van den bouw aan de heer de Kadt
is verleend en spr. oordeelt dan ook, dat het
college de steen niet hadden mogen ver
nielen.
De heer Ringers dankte het college voor
de inzage van de stukken en zei, dat op
voorstel van den heer de Kadt, de heer v.
Deventer als civiel-mgenieur werd aange
steld, omdat hij zich zelve niet bevoegd oor
deelde.
Spr. zei in de practijk ook gegevens voor een
bouw te verkrijgen en daarna het plan te
maken. Wie de gegevens verstrekt voor de
ontwerpen is echter nog niet de ontwerper
van een gebouw. Ieder particulier, die de
indeeling var, den bouw van een huis aan een
architect geeft, zou dan ontwerper zijn.
Waarom heeft het college om inlichtingen
gevraagd bij raadsleden. In het bouwbureau,
destijds gevestigd in de oude Ambachts
school, trof spr. steeds den heer v. Deventer
werkzaam. Hij is de ontwerper en de bouwer
van de fabriek, zooals ook in het gedenkboek
staat.
Spr. citeerde, hetgeen in het gedenkboek
staat en zei, dat dat klopt met hetgeen hij in
de practijk heeft ervaren.
Spr. onderschreef wat de heer Vogelaar
ezegd heeft. Waarom zeide de heer de
(adt in 1917, na de verschijning van het ge
denkboek niet: „van Deventer je bent te ver
gegaan?"
Spr. teekende de heer van Deventer als een
harde werker, met groote verdienste voor de
gemeente en betreurde het dat men hem op
deze wijze de kroon van zijn werk had ont
nomen. Spr. vertrouwde, dat er in den raad
een meerderheid gevonden zou worden om
den heer van De ven .er de eer te geven die
hem toekomt.
Weth. B o n s e m a wees op het hoofdarti
kel in de Alkm. Courant en verweet dit blad
de politieke kwestie in deze neutrale zaak
te hebben gehaald. Spr. verzocht de raads
leden los van de politiek hun stem te bepa
len.
Hij wees er op, dat het college de openba
re behandeling niet heeft uitgelokt, doch de
heer v. Deventer. Deze had zich echter bij
den raad moeten beklagen, en niet bij 8e cou
rant. Nu wordt spr. gedwongen om dingen
te zeggen, die hij anders nooit zou hebben
gezegd. In het belang van den heer v. De
venter had hij de interpellanten in overwe
ging gegeven om de eerste 3 vragen achter
wege te laten.
In waardeering voor den heer v. Deventer
doet het college bii de heeren niet onder. De
heer Vogelaar ried er maar naar, dat de
heer de Kadt op bezoek kwam bij den heer
Hofman. De hr. de Kadt maakte als lid van
een commissie een excursie naar de Zuider
zeewerken, w.o. de burgemeester en de bur
gemeester van den Bosch. Men bezocht de
gasfabriek. De heer de Kadt had verteld, dat
hij den ontwerper was en de burgemeester
van den Bosch las toen de steen, waardoor
hij voor leugenaar kwam te staan.
De heer De Kadt heeft toen gepoogd in
minnelijke schikking met den heer v. Deven
ter tot overeenstemming te komen, doch werd
door deze honds behandeld en wendde zich
toen tot het college. Spr. zou dit ook gedaan
hebben.
Spr. deelde in antwoord op de eerste vraag
mede, dat het opschrift door den heer v. De
venter is geleverd. Een commissie uif het per
soneel wilde een ander opschrift, doch de
heer v. Deventer verlangde dit.
Het personeel heeft dus een steen gegeven
en het personeel behoefde dus niet gehoord
te worden voor de verandering van het op
schrift.
Het college staat op het standpunt, dat de
heer v. Deventer niet alleen de ontwerper is
In antwoord op vraag 5 betoogt spr., dat
in Nov. 1913 noch in 1915 de heeren Lees
berg en Cloeck deel van de gascommissie
uitmaakten.
In Nov. 1913 werd den heer de Kadt op
dracht gegeven tot het ontwerpen en tot stand
brengen van een geheel nieuwe gasfabriek en
hij legde aan het college voor verschillende
correspondentie daarover, uitsluitend door
hem alleen gevoerd.
Spr. citeerde hetgeen de heer De Kadt bij
het aanbieden van die brieven schreef én in
een rapport in Augustus 1915 ingediend
Daarna kwam een geheime vergadering van
den raad, waarin beide heeren tegenwoor
dig waren en in bijlage 78 van 1915 werden
de samengestelde plannen voorgelegd en bei
den genoemd als bij den bouw betrokken. De
heer v. Deventer heeft dus gelegenheden la
ten voorbijgaan om daartegen op te komen
en maakte dus nu een erger fout dan de heer
De Kadt, die niet tegen het gedenkboek op
kwam In 1917 werd aan beiden een gratifi
catie toegekend van 4000. Ook in die bij
lage komt tot uiting, dat men ook toen beide-1
als de ontwerpers erkende.
Van den heer de Kadt vernam spr.
dat hij zich ten zeorste gegriefd had ge
voeld door het gedenkboek en las daar
over een thans van hem ingekomen
schrijven voor waarin hij betoogt dat,
de technische voorbereiding klaar was
toen hij weg ging.
Spr. oordeelde, dat de heeren Voge
laar en Ringers in de stukken hebben
kunnen zien dat De Kadt een groot aan
deel heeft gehad in de voorbereiding
De heer van Deventer had ook stukken
moeten overleggen doch bezit ze niet en
kan ze niet overleggen.
De heer Ringers: Ze zijn hem niet
gevraagd.
Wethouder Bon se ma concludeer
de dat B. en W. niet over één nacht ijs
zijn gegaan Voorts betoogde hij nog nat
de heer de Jong wel gehoord is en nat
naar zijn meenine vast staat, dat ze a le-
beide betrokken zijn geweest bij het
ontwerpen van de fabriek.
Spreker verzocht de heeren te bewij
zen, dat de heer de Kadt daarin geen
aandeel heeft gehad. Het ging dus niet
aan dat een van de twee zich de eer van
het werk toeëigende.
Het college is dan ook vooralsnog niet
bereid den steen te veranderen, tenzij de nee-
ren de bewijzen aanbrengen, dat de heer ae
Kadt geen aandeel heelt gehad in het ont
werpen van de fabriek.
(De ziiting duurt voort.)
Vermoeidheid.
Ik herinner mij een leuk plaatje ge
zien te hebben, waar, van wien en wan
neer is mij ontschoten. Het stelde een
kind voor, dat met de oogen knippende,
de armen rekte en half uit haar bedje
oprees, met het onderschrift: „He! wat
ben ik moe van 't slapen!"
Niet ieder zal dadelijk begrepen heb
ben, welke tegenspraak in dit beeld ver
scholen lag. Immers, als een kind
's morgens wakker wordt na een heelen
nacht geslapen te hebben, dan behoort
het uitgeslapen, volkomen uitgerust te
zijn. Hoe kan het dan over vermoeid
heid klagen?
Deze ongerijmdheid is slechts schijn
baar Zij wijst er op, dat het begrip ver
moeidheid vrij wat ingewikkelder is,
dan het er op het eerste gezicht uitziet.
Inderdaad is het een onderwerp, dat
verre van opgelost is en bij voortduring
aan geneeskundigen en physiologen veel
hoofdbreken kost. Op de laatst gehouden
ongevallencongressen hebben vele on
derzoekers er over gesproken en op de
algemeene vergadering van de Neder-
landsche Maatschappij van Geneeskun
de vond de voorzitter het de moeite
waard, zijn openingsrede er aan te
wijden.
Menigeen zal belangstelling hebben
voor dit onderwerp. Ieder weet wat ver
moeidheid is, heeft het aan den lijve on
dervonden, dikwijls meer dan hem lief
is Een van de k'achten, welko de ge
neesheer regelmatig op zijn spreekuur
hoort, is wel die over vermoeidheid.
Hieruit kan men reeds opmaken, dat
het dikwijls als een verschijnsel bij ziek
te voorkomt. Maar evenzeer weet ieder,
dat vermoeidheid als een normaal ver
schijnsel voorkomt, dus in volle gezond
heid, na elke eenigszins grootere
lichaamsinspanning. En ook kent wel
iedereen het aangename gevoel, dat na
zulk een inspanning over ons komt door
uit te rusten. De uitdrukking „lekker
vermoeid" is dan ook dikwijls zeer goed
op haar plaats, wanneer men het ten
minste eens is met Mauritz, aL hij ar
beid een belangrijken factor noemt voor
levensvreugde en levensvoldoening. Na
tuurlijk moet de geleverde arbeid bin
nen bepaalde grenzen blijven Welke die
grenzen zijn, zou men zoo gaarne pre
cies, zoo mogelijk in cijfers willen uit
drukken. Dit is tot nu toe evenwel niet
gelukt. Wel weten wij met zekerheid,
dat die grenzen bij de verschillende
menschen zeer uiteen loopen.
In elk geval is de geleverde arbeid
geen voldoende maatstaf. Er komen zoo
veel andere medewerkende factoren in
aanmerking. Onwillekeurig zoekt men
de vermoeidheid in de eerste plaats in
de spieren. Hierover zijn tajrijke onder
zoekingen verricht. Daarbij is gevonden,
dat de vermoeide spier meer melkzuur
bevat. Ook heeft men geleerd, dat gebrek
aan zuurstof in het bloed, dat de spieren
binnenstroomt, de vermoeidheid verer
gert. In de perioden van rust dient dus
het melkzuur verwijderd te worden, ter
wijl grooter toevloed van zuurstof nood
zakelijk is. Nu kan het verbruik van de
noodige stoffen tot zekere hoogte wel,
het herstel daarentegen niet gemeten
worden. Daardoor wordt de beoordeeling
van wat er precies gebeurt zeer moei
lijk. Want het is niet.uitsluitend de sa
menstelling der spieren, waardoor het
vermoeidheidsgevoel ontstaat. Bij den
een ontstaat het veel vroeger dan bij den
ander. Voor bepaalde constituties, bij
sommige ziektetoestanden, komt het
voor zonder dat ecnige arbeid van be-
teekenis is verricht. Het gevoel van ver
moeidheid is dus lang niet altijd een be
wijs, dat echte vermoeidheid bestaat.
Dat gevoel staat voor een goed deel ook
onder psychischen invloed, ock bij
licham el ijken arbeid. Wanneer wij zien,
welke inspanning voor sommige soorten
van sport vereischt wordt, dan is het
niet twijfelachtig of die inspanning zou
bi' opgelegd en arbeid als te zwaar wor
den gekwalificeerd. En toch zien w ij
menigmaal, dat 1e sport juist beoefend
wordt na het voltooien van een zware
dagtaak.
Dat ook door zenuwtoestanden het
vermoeidheidsgevi.el kan worden opge
wekt blijkt wel hieruit, dat klachten in
dien zin soms veel heftiger worden ge
uit na een periode van rust dan na een
poos gearbeid te hebben.
Te langdurige arbeid leidt ontegen
zeggelijk tot vermoeidheid. Door ie
moeilijkheid van het ondersoek kan he
laas - t uitgemaakt worden, op welke
wijze de vermoeidheid het best bestre
den kan worden, bijv. doop groote rust-
poozen na een betrekkelijk langen ar
beidstijd dan wel de arbeid regelmatig
door kleinere rustpozen te onderbreken.
In 'tzelfde verband is men het ook niet
eens over de vraag of op de scholen
weinig groote of meer kleine vacanties
aanbeveling verdienen. Het zou een
groot vooraeel zijn, indien men derge
lijke vragen door objectief onderzoek
beslissen kon.
Ook atmosferische invloeden zijn
merkbaar. Volgens Ver non kan door
ongunstige temperatuur in de kolenmij
nen de productie belangrijk (soms 40
pet.) dalen, terwijl dan vier maal zoo
veel ongevallen als in den regel voor
komen In de ijzer- en staal-industrie is
de productie in den zomer soms 30 pet.
minder dan in den winter. Bij mechani-
schen arbeid, waarbij niet zooveel ge
dacht behoeft te worden, schijnt het ver
moeidheidsgevoel spoediger op te treden
dan bij individueelen arbeid. Katz kon
door een onderzoek vaststellen, dat on
der overigens gelijke omstandigheden
wekende meisjes in een fabriek, waar
zij niets anders behoefden te doen, dan
dom weg blikken deksels in de machine
te steken, sneller vermoeid werden dan
daarnaast gezeten meisjes, die ontwer
pen teekenden.
Atzler heeft den invloed nagegaan van
de spierspanning ten opzichte van den
bloedstoevoer door aan den bovenarm
de slagader dicht te drukken terwijl de
hand een veerend instrument met 10
K G. kracht dichtkneep. Dan werd de
geleverde arbeid minder. Bij knijpen
van 20 K.G. was er evenwel geer. ver
schil meer. Hij leidde hieruit af, dat dan
de samentrekking ïeeds groot genöfeg
was om den toevoer van bloed geheel op
te heffen. Door andere onderzoekingen
kon hij een beeld ontwerpen van den
loop der arbeidsintensiteit gedurende
den werkdag. In de morgeiuren had een
vrij belangrijke stijging plaats, welke
tegen de middagrust afnam. Na 'e
pauze kwam na een wat lager begin
weer een stijging, welke evenwel niet
meer de hoogte van 's morgens bereikte.
De snellere vermoeidheid bij hoogere
temperaturen moet volgens Dille niet
aan gebrekkige ventilatie maar aan
vermoeidheid van het hart toegeschre
ven worden.
Uit dit alles blijkt duidelijk, dat niet
iedereen en vooral niet iedere arbeid
over één kam geschoren moet worden.
Dit wordt wel eens uit het oog verloren
bij de verschillende voorstellen tot ra
tionalisatie van den arbeid, waarvan het
werk aan den band het meest bekende
voorbeeld is. Het te bewerken stuk
wordt op een bewegenden band ge
plaatst en passeert op zijn loop de ver
schillende arbeiders, die ieder slechts
een enkele verrichting hebben uit te
voeren. Er treden dan groote verschillen
aan den dag, die aantoonen, dat de be
paling van een uniforme arbeidstijd
voor alle werklieden onjuist is.
De Japansche onderzoeker Teruoka
heeft den arbeid voor vrouwen afzon
derlijk bestudeerd en Is daarbij tot de
volgende slotsom gekomen. Meisjes van
12 en 13 jaar moeten van den arbeid uit
gesloten worden, die van 14 en 15 jaar
mogen slechts werken bij korten ar
beidstijd. Eerst op 18-jarigen leeftijd
kar aan haar wettelijk geregelde arbeid
worden opgedragen. In bepaalde om
standigheden behoort de arbeid voor
vrouwen tot de helft verminderd of wel
geheel verboden worden.
H A S
ERNSTIGE AUTOBOTSING rt.
HARMELEN. J
Zes gewonden, waarvan fw
ernstig. twa
Op den weg naar Hannelen, onder de
meente Veldhuizen, heeft hedenmorgen
botsing plaatsgehad tusschen een luxe-a^"
en een reiswagen van den dienst Deventer 0
Apeldoorn De botsing was zóó hevig, dat h*
uxe auto bijna geheel versplinterd' WJ?
terwijl de reiswagen gedeeltelijk in den l«vp
schen Rijn wegzakte. Van de inzittenden ,u"
Iteide wagens werden zes personen gewone
van wie twee ernstig. Een van hen was ond»'
de luxe-auto terecht gekomen, zoodat de»
om het slachtoffer te bevrijden, moest word*!
opgevijzeld De kwetsuren van de niet en
stig gewonden zijn hoofdzakelijk door guT
scherven veroorzaakt.
Nadere bijzonderheid
Omtrent de botsing, welke hedenmorg^
tusschen een luxe-auto en een reiswagen van
den dienst Deventer—Apeldoorn onder a
gemeente Veldhuizen is geschied vernq,*
wij nader, dat de auto's in den bocht vand^
--"g op de grens van de gemeenten Haring
Veldhuizen tegen elkaar zijn gebotst.
de luxe-auto werd het linkervoorgedeelte j„
elkaar gedrukt, een inzittende dame brak
been en moest naar de rijksklinieken te
Utrecht worden vervoerd Van den reiswagen
werden eenige passagiers hoofdzakelijk door
glasscherven gewond. Ook zij zijn met par.
ticuliere auto's naar de rijksklinieken over-
gebracht. De reiswagen kwam met de voor-
wielen in den Leidschen Rijn ierecht, de luxe
auto werd gedeeltelijk in een sloot terzijde
van den weg geslingerd. De burgemeesters
van beide genoemde gemeenten, 2 doktoren
uit Harmeien en Vleuten en een veldwachter
verschenen spoedig op de plaats van het
ongeval. Ook de beide chauffeurs hadden
eenige niet ernstige vleeschwonden opgeloo-
pen.
£uchtvaact
DE POSTVLUCHTEN OP 1NDIE.
Hedenmorgen om 7.20 uur is het postvlieg-
tuig de „Snip" naar Indië vertrokken. Drie
passagiers maken de reis mede nl. een voor
Bagdad en twee voor Calcutta. Aan boord is
K.G. pakketpost en
287.883 K.G. post, j
20.780 K.G. goederen.
De „Havik" (uitreis) is
goon.
geland te Ran-
Filmster (wier man herstellende is van de gevoliren
van een motorongeluk).Vertelt u me eens, lokter is
hl) al sterk genoeg om te vernemen, dat lk tweemaal
gehuwd ben, sedert zijn ongeval?" IPasslng Show)
£aatste betichten
(Ongecorrigeerd.)
EEN HELDERSCHE SLAGER IN
HOOGER BEROEP,
Drie maanden gevangenisstraf
geëischt.
Voor het gerechtshof te Amsterdam
stond in hooger beroep terecht een sla
ger uit den Helder, die van de Texelaars
in 1925 een som gelds van 2000 had
geleend en deze vergat terug te betalen.
Volgens den slager was deze schuld veref
fend door het letteren van vleesch geduren
de een jaa, wat pactisch onmogelijk was,
aangezien het gezin slechts uit twee perso
nen bestond. De rechtbank te Alkmaar ver
oordeelde den slager tot drie maanden ge
vangenisstraf.
De proc.-generaal bij het Amsterdamsche
Gerechtshof vroeg bevestiging van dit von
nis.
Uitspraak 10 Nov.
VERDACHT VAN INBRAAK.
In verband met een te Soest gepleegden in
braak hebben twee rechercheurs van het
hoofdbureau te Amsterdam een 50-iarigen
koopman en een electricien aangehouden,
daar het onderzoek nog in vollen gang is kon
de politie behalve het feit van de aanlu
geen nadere mededeelingen doen.
houding
DOODSLAG.
De rechtbank te Groningen heeft heden
morgen uitspraak gedaan in de zaak tegen
den 34-jarigen los-werkman D. I. te Gro
ningen, wegens poging tot doodslag en ver
oordeelde hem tot 2 jaar gevangenisstraf. I.
had in den vroegen morgen van den 28sten
Augustus te Groningen een schot gelost ter-
ijl hij even daarna een man Hi* hi-m nm ppn
DE ORAF ZEPPELIN.
De Hamburg—Amerikalijn deelt mede, dat
het luchtschip Graf Zeppelin hedenmorgen
om 9.40 uur M.E.T. te Pernambuco in Bra
zilië is geland.
£andm JMH&OUW-
KENNEMERLAND.
Het beloop vafl de handel was in de
week van 17 tot 22 October niet zoo als de
vorige week. Niet dat er zoo'n belangrijk
prijsverschil viel te constateeren, doch da
delijk als de handel weer stug wordt is men
weer bang voor een inzinking; de tuinders
zijn in dat opzicht angstig. Even als de vo
rige week was er een enorme aanvoer van
andijvie, die grootendeels voor lage prijzen
werd verkocht, uitzonderingen was 2 per
100, de gewone gang was 0.30 tot 1.50
per 100 stuks. Nog altijd was er aanvoer
van boonen, hoewel de kwaliteit veel te wen-
schen overlaat, ook nu was er weer goede
belangstelling voor kasboonen, die voor
fancy-prijzen werden verkocht, de noteerin
gen waren voor snijboonen en dunne boonen
12 tot 26 en voor kasboonen tot 36,
voor de overige boonsoorten van 6 tot 16
alles per 100 K.G. Er was geen al te gróote
aanvoer van sla, die uit de aard der zaak
(regen en afloopen van het seizoen) aller
minst mooi was, met prijzen van 0.30 tot
0.80 per bak. Een vreemd verschijnsel is de
buitengewone vraag naar spinazie en vooral
van eerste kwaliteit. Het prijsverschil tus
schen spinazie eerste en tweede soort was
vrij groot, de noteering 0.40 tot 1.80 per
kist. Postelein, die niet ruim werd aange
voerd en allerminst mooi was, mocht zich
toch in de belangstelling verheugen, welke
tot uiting kwam in hoogere prijzen van
0.60 tot 0.95 per kist. De nog ruime aan
voer van bloemkool blijft, wat de prijs be
treft, op peil. De tijd en vooral de regen laat
zijn sporen achter en toch blijft er geregeld
goede vraag en vaste prijzen, varieerend
van 6.50 tot 15 per 100 stuks.
De aanvoer van koolsoorten was niet zoo
groot. Om die reden zijn de noteeringen veel
hooger dan in de koolstreken en het was
vooral de groene kool die duur was.
We noteerden: groene kool 3.507.50,
roode kool 2.50—6.50 en gele kool 2—
4.50 per 100 stuks. De aanvoer van worte
len (bospeen) houdt steeds aan, doch de kwa
liteit, die bij droog weer zoo goed kan wezen,
gaat nu zienderoogen terug. De prijzen
weken weinig af bij die der vorige week co
bedroegen 5—10 per 100 bos. Prei
jaar schijnt de kwaliteit uitmuntend) moch'
zich in goede belangstelling verheugen. M*
tegenstelling met de vorige week was er een
vrij vlugge handel en hooger prijzen, n.1-
10 per 100 bos. Uien, welke niet ru®
werden aangevoerd, liepen nog al vlug vafl
stapel. Toch was de handel niet zoo als we g£
woon zijn en alleen le kwaliteit kon den Prjfi
handhaven. De noteering was 3—/
per 100 KG. De handel in aardappel^*?
nog steeds lui en de prijzen laag. I och ww
er buiten de veiling voor prima Zeeuwsen
en Friesche aardappelen nog wel een
lijke prijs gemaakt. Op de veiling was
prijs f 1 503.50 per 100 K.G. De her»
ten spijt komt er al een aanvoer van do
kool en niet^ minder van spruit en als we
WIJ
sigaret vroeg met zijn revolver bedreigde en
rakeling langs diens hoofd schoot. De eisch
van het O. M. was 2X jaar.
maand verder zijn. De spruiten zijn uu -
aard der zaak niet mooi (eerste pluk j.
de vele regen los) en de prijzen niet hoog. f
thans in doorsnee niet. We noteerden
boerekool 1.50-/ 3.50 per 100
voor spruiten 6—12 per 100 K vKtfö
ten waren, voor zoover mooie gave vr
voor tafelgebruik, duur. We noteeren
tafelperen 24—33, tafelappelen J
f 27, keukenvruchten 8.5012,
100 K.G. De overige aanvoer g®'*
reden tot afzonderlijke bespreking-