Alkmaarsche Courant. De bruid van hei Glomdal ifiadixmieuws ZeuUleton In den Alkmaarder Kout. SèHlerfl fier jti dertigstt Jaargang HAANDAG 31 OCTOBER il Geneeskundige brieven ANTHONY VAN LEEUWENHOEK. No. ?57 1932 de Dinsdag 1 November. Hilversum, 296 M. (Uits.uitend AVRO). 8 Gramofoonpl. 9 AVRO-Kamerorkest o.l.v. L Schmidt. 10.Morgenwijding 10.15 Gramoïoonplaten. 10.30 Orgelconcert P van Egmond Jr. Maria Ohlsen, zang 11.Drs. P. Dijksma: Moeilijke kinderen. 11.30 Vervolg orgelconcert. 12—2 15 AVRO-kleinorkest o.l.v. N. Treep en gramo ïoonplaten. 2.30 Gramofoonp aten. 3. Knipcursus. 4.— Zang door U. Kummer— Heeroma m. m. v. J. de Vent, fluit en Egb. Veen, piano. 4.30 Kinderuur. 5.30 VPRO L>s. B J. Aris: Menschen in den bijbel. 6.— Gra mofoonplaten. 6.30 R.V.U, 7.— Kovacs La- jos en zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte. 7.30 Engelsche les. 8— Vaz Dias. 8.05 Vervolg Kovacs Lajos, m. m. v. The Four Keath, accordeon. 9.Argentijnsche muziek door „The 4 Keath". 9.15 Gramofoonpl. 9 30 Omroeporkest o.l.v. N. Trtep, m. m. v. een violist. 10.Gramoïoonplaten. 10.30 Ver- vo'g Omroeporkest, o.a. Auftorderung zum Tanz, Weber. 11.Vaz Dias. 11.05 Vervo'g Omroeporkest. 11.30—12 Gramofoonpl. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.) 8—9.15 en 10.Gramofoonplaten. 10.30 Hoogmis uit Tilburg. 11.45 Gramofoonpl. 12,15 Sextetconcert. 2.Dameskoorconcert. 330 Militaire muziek. 4 Hoorspel. 4.30 Vervolg concert. 5.Kamermuziek. 5.55 Gramofoonplaten. 7.10 Lezing. 7 45 Cause rie. 8.Koor- en orkeskoncert. Ca. 9.10 Vaz Dias. 1112 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, weerbericht. 11.0511.20 Lezing. 12-20 Orgelspel Edw. O'Henry. 1.05 Commodore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant 2 2Q Voor scholen. 4.50 Moschetto's orkest 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten 6.50 Schu- mann's liederen door R. Maitland. 7.10 Italiaansche Conversatie 7.55 BBC-orkest o.' v. J. Lewis, m. m. v. F Richardson. bas. 8 50 Lezing. 9.20 Berichten. 9.40 „The Eve of AU Souls", hoorspel van B Walke 10.40 Lezing en hierna tot 12 20 Dans muziek door Ambrose's B'ue Lvres. Parijs „Radio-Paris'", 1724 .4f. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.20 en 7.25 Concert door het Krettly-orkest. 9.05 Symphonieconcert 0.Lv. Eugène Bigot. Ralundbor 1153 M. 11.201.20 Con cert uit het Bellevue-Strandhotel. 2 204.20 Omroeporkest o.l.v. Reesen. 7.208.10 Ro mantische muziek door het Omroeporkest 01,v. Gröndahl. 810 Hoorspel. 8 50 Oude Deensche Liederen, zang en piano. 9.20— 10.20 Kamermuziek door het Brusselsch Pro Arte Kwartet, o.a. Strijkkwartet C gr.t. op 33 nr. 3, Havdn. 10.20—11,50 Dansmuziek o.l.v. Kai Julian L angenberg, 473 M. 6 207.50 Gramo foonplaten 12 201.50 Concert o.l.v. Eysoldt 7 20 Concert door het Peter-kwartet. Rome, 441 M. 8 05 „Fanfan la tulipe", operette van L. Varney. Na afloop berichten. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Omroepkleinorkest o 1 v. André. 5.20 Omroeporkest o.l.v. André. 6 35 Gramofoonplaten. 7.05 Omroepk ein- orkest o Lv. Leemans. 8.20 Concert o.l.v. Kumps. 9 30 Beiaardconcert door Staf Nees 10.30 Gramofoonplaten. 338 M.: 12.20 Om roeporkest o.l.v. André. 1.30 Gramofoonpl. 5 20 Concert o.l.v. Kumps. 6.50 Orgelconcert door R. Tellier. 8.20 Concert o.l.v. Kumps. 9 30 en 10.30 Zie programma 508 M Zeesen, 1635 M. 7.20 „Freie Strasen— freies Land", muzikaal-!iterair hoorspel. 8.20 Norag-orkest m. m. v. Georg Kulenkampff, viool o.l.v. José Eibenschütz. 9.30 Berichten tn hierna tot 11.20 Concert uit Hamburg. ANTI-STORINGSWET IN ROEMENIE. In korte trekken komen de bepalingen van bovengenoemde door de volksvertegenwoor diging goedgekeurde wet op het volgende neer: 1lke luisteraar, ciic zijn bijdrage behoor lijk betaalt, heeft bet recht op ongestoorde radio-ontvangst. 2. -De eigenaars van fabrieken of dergelij ke bedrijven zijn verplicht hun electrische machines en installaties te voorzien van een inrichting voor stoi'ngsbevrijdiig 3 Luisteraars, wier ontvangst wordt ge stoord, hebben hei recht om met behulp van uit het Noorsch van Jacob B. Buil. Maar Berit had onrustig uitgekeken over de rivier, daar waar het woud hoog en dicht stond Daarna had ze stil voor zich heen geglimlacht. Ze had iets bemerkt daar beneden. En de twee paarden trokken verder over de Tegnstadbrug naar Tegnstaden. Prroe! 01a Eriksen hield voor de huisdeur zijn paard in en stapte langzaam af. Hij begon stijf te wor den, de oude baas. Daarna kwam Berit ook aan rijden, maar bleef in het zadel zitten. 01a Eriksen bond beide paarden met de teu gels aan de heining vast, nam de trommel, die hij had neergezet, op, en ging naar de deur. Kom nu, zei hij tot Berit. Berit bleef zitten. Zijn ze dan thuis? vroeg ze. Haar vader antwoordde niet, maar opende de deur en trad binnen. Op den dorpel trof hij Goro Tegnstaden. Neen maar, nu komt de bruid, zei ze Met gevouwen handen stond ze uit te kijken. 01a Eriksen trad nader. Ja, nu komt ze, antwoordde hij. Daarna «loot hij de deur achter zich. Hij stond met de trommel in zijn hand. Je hebt de koffie toch zeker klaar? vroeg hij opgewekt. rechterlijke macht onmiddellijk opheffing van de oorzaken der storingen te eischen en schadevergoeding te verlangen. 4. Zij, wier electrische installaties radio- storing veroorzaken, worden gestraft met geldboetes van 1000—10.000 lei (ongeveer la tot 150 gulden). 5. Binnen een maand na het van kracht worden van de wet zal het Ministerie van verkeer, tezamen niet de Roemeensche Om- roepmaatschappij, met de Vereeniging van electrische centrales en met vertegenwoordi gers van de luisteraars en de radiohande laars, een besluit uitwerken, dat alle nadere voorschriften omvat. Het bedrag der opge legde boetes wordt gestort in een fon ls, dat dient voor de uitbreiding van het omrocp- wezen in Roemenië. VARA-HOOGTIJDAG VIA LEUVEN? Mededeeling van den voorzitter der Vara. De voorzitter van de Vara heeft voor de microfoon het volgende medegedeeld naar aonleiding van de geweigerde aanvrage tot ruiling van de zenduren op 8 November: „De Vara heeft zijn protest bij den minis ter ingediend. Mocht de minister zijn beslis sing handhaven, dan zullen we t lische hulpmiddelen te baat nemen om het Neder- landsche volk toch te laten hooren wat er in Den Haag gezegd wordt". De voorzitter van de Vara doelt hier blijk baar op een uitzending van Leuven (België) uit. Op Dinsdag 8 November heeft namelijk de Soc Arb. Radio Omroep-Vereeniging in België de beschikking over den Vlaamschan zender te Leuven. Hiervoor heeft de Vara echter een tele foonlijn noodig van Den Haag (waar de s.d. protestbetooging gehouden wordt) naar Leuven. Deze lijn die ressorteert onder den min ster van waterstaat zou zij van het rijk moeten huren Op 24 October van dit jaar herdacht de geleerde wereld den 300sten geboorte dag van A.ntony van Leeuwenhoek, van w en menige lezer, die nic-i aan histori sche studie op het gebied der natuur kunde heeft gedaan, niet veel meer zal weten dan dat het Anthony Leeuwen- hoekhuis iri Amsterdam naar hem ge noemd is en daardoor allicht i.. de mee ning zal verkeeren, dat zijn naam met het kankervraagstuk is verbonden Niets is minder waar, althans niet in directen zin. Toch is het wel de moeite waard, iets van zijn leven en werken te hooren Ook hij. voor wiens arbeidsterrein Van Leeu wenhoek niet van belang is, zal moeten toegevei, dat hij als groot Nederlander en wetenschappelijk zoeker verdient, door ieder herdacht en gehuldigd te worden. De terminologie van zijn maat schappelijke positie doet in onze dagen vreemd aan. Zijn eigenlijke betrekking was: kamerbewaarder der Kamer van heeren Schepenen van Delft. Deze post, waartoe hij op 28-jarigen leeftijd be noemd werd, bekleedde hij gedurende 39 jaren. Zooals men ziet, is dit niet juist een wetenschappelijke functie Maar ook daarvóór vinden wij niet veel, dat op een wetenschappelijke opleiding wijst, Na op school in Warmond geweest te zijn, volg de hij zijn oom in Benthuizen op als secretaris en procureur, toen hij zestien jaar was. Na eenigen tijd verhuisde hij naar Amsterdam en werd daar spoedig boekhóüder en kassier op het kantoor van een lakenhandelaar In de groote stad bleef hij slechts enkele jaren om toen terug te gaan naar zijn geboorte plaats, Delft. Hij was afkomstig uit een deftige brouwersfamilie en moet tamelijk ver mogend geweest zijn, want de eerste zes jaar na zijn huwelijk in 1654 met Bar- bara de Mey leefde hij uitsluitend voor zijn onderzoekingen en hield en een paard en een buitentuin op na De post van kamerbewaarder, welke hij toen kreeg, schijnt toen een voornamere ge weest te zijn dan men thans zou ver moeden. In elk geval zien wij, dat van een zui ver wetenschappelijke opleiding geen sprake was Hij kende geen Latijn, de wetenschappelijke taal van dien tijd, en ook geen Fransch of Engelsch. Geheel op eigen gelegenheid studeerde hij na zijn huwelijk natuur-, wis-, sterren- en scheikunde, filosofie en navigatie. Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij met Goro Tegnstaden sloeg de handen in elkaar Ze keek naar den haard. Ola Eriksen ging verder de kamer in. Kijn eens hier, zei hij. Hij zette de trom mel op tafel en opende deze. Oh! riep ze, en sloeg weer de handen in een. Je moet hiervan op tafel zetten, zei Ola Glomgaarden. Maar je moet haast maken. We hebben vandaag niet veel tijd zie je. Hij ging naar den haard en keek toe. De koffieketel stond op de kook. Nu haalde hij zijn pijp te voorschijn, trok een stang ta bak uit zijn zak en begon de tabak in zijn pijp te kerven. Goro Tegnstaden maakte het zich intusschen druk met kopjes op tafel te zetten. Heb je ook room bij je? vroeg ze. —Die moet daar in dat fleschje zitten? ant woordde Ola Eriksen. Nu stak hij de pijp aan. Goro Tegnstaden zocht in den trommel en vond het, terwijl Ola Eriksen ging zitten. Hij wachtte nu op Berit, die nog niet gekomen was Nu liep Goro naar de deur. Mijn hemel, waar blijft Berit toch? riep ze Toen liep naar den haard, waar de koffieketel overkookte, en daarna weer naar de deur. Nu stond ze in de deur. Daar stonden ze nu beiden verbluft den weg langs te staren Buiten stond de oude Grauwe met het vrouw zadel op zijn rug alleen, maar ginds over den weg langs bet bergpad naar omlaag liep de groote Bruine in gestrekten darf met Berit en een man in het zadel. Neen, het is een mirakel! schreeuwde de vrouw Wat is dat nou? groote mannen van dien tijd, zooals Swammerdam, Boerhave, heeft kennis gemaakt en dat op die wijze de prikkel tot studie is vergroot. Hij schonk groote aandacht aan alles wat om hem heen in de natuur voor viel en kon het niet na laten dan naar het naadje van de kous te zoeken. In een van zijn latere geschriften laat hij zich zelf hierover op de volgende wijze uit: „Mijn arbeyt, dien ik veel ja ren agter een ghedaan hebbe, is niet ge weest om den lof dien ik nu geniet, daardoor te behalen, maar meest uyt een drift van weetgierigheyt, die in mij meer woont, gelijk ik merk, dan in veel andere menschen en: „Myn geringe arbeyt komt alleen voort uyt een ney- ginge, die ik hebbe om de beginselen van de geschapene saaken te onderzoeken, tot soo verre als het my mogelijk was." Hij werkte niet bepaald systematisch, alles wat onder zijn aandacht kwam, in teresseerde hem en zoo vol -"en zijn on derzoekingen elkander in een bonte rij op. De richting van zijn onderzoekingen werd echter in hoofdzaak bepaald door zijn handigheid om lenzen te slijpen en deze te bevestigen zoodat allerlei dingen met vergrootingen konden worden ge zien, welke te voren onbekend waren. Zoodoende werd door hem eei nieuw werelddeel, de wereld van het kleine geopend. Er gingen jaren vocibij, dat de buitenwere'd met zijn werk onbekend bleef. In zijn eigen land (het komt meer voor) werd hij weinig gekend en mis schien nog minder geëerd. In 1673 zond zijn vriend, dr. Reynier de Graaf, een bericht van zijn microskopische waarne mingen naar de Royal Society te Lon den. Hier vond hij de waardeering, wel ke hij verdiende, er onstond een regel- n atige correspondentie, waarbij helaas altijd vertaling noodig was, omdat hij geen F.ngelsch verstond, afgevaardigden van de Society kwamen hem bezoeken er. in 1680, toen hij dus 48 jaar was, werd hij benoemd tot, lid (fellow) der Society, een onderscheiding, welke hij als de hoogste van zijn leven bleef be-* schouwen en een hechten band tusschen hem en dat geieerde genootschap bleef vormen Immers, tot op 85-jarigen leef tijd zond hij geregeld berichten over zijn onderzoekingen en na zijn dood (hij heeft den leeftijd van bijna 91 jaar be reikt) kon de Graaf nog opmerkingen mededelen, door den stervende ge maakt over de vraagstukken, waarmee hij zich bij voorkeur bezig hield. De kunst om lenzen te maken, hield Leeuwenhoek langen tijd geheim En toen bij ze aan anderen liet zien, bleven er steeds enkele exeronlaren over, welke hij voor zich hield Van het tegenwoor dige standpunt gezien, is het microscoop van Leeuwenhoek al zeer eenvoudig Het bestond feitelijk uit een enkele kleine lens, voor welke op een stift het te on derzoeken voorwerp werd bevestigd Daar de stift een geheel met de lens maakte, moest meestal voor elk nieuw te onderzoeken voorwerp een nieuw microscoop geplakt worden. Dit ver- k'aart de groofe hoeveelheid instrumen ten welke Leeuwenhoek heeft nagelaten. Ook nu nog moeten wij ons er over verbazen, dat Leeuwenhoek met dit een- vudig apparaat in staat was tot zijn veie ontdekkingen. Ter gelegenheid van de 300-jarige herdenking verschijnt een boek over Leeuwenhoek van de hand van een Engelschman, Clifford Dobell. In zijn geestige introductie schreef deze dioloog hoe hij gedurende zijn opleiding bij de opvolgende onderwerpen van zijn studie telkens moest bemerken, dat het Leeuwenhoek was, die die voorwerpen (bloedcellen, infusoria, houtvezels, pro- tozoën enz.) voor het eerst had gezien en beschreven. Inderdaad moet men ver baasd staan over de veelzijdigheid van zijn onderzoekingen. Maar het gi\g niet alleen om de nieuwe, voo. het gezicht des menschen ontdekte dingen, zijn juiste waardeering. de door gemaakte berekeningen, de gevolgtrekkingen uit de velerlei vondsten, gaven de grootste waarde aan zijn arbeid. Gelukkig, dat hij zijn uitvindingen in brieven aan de Royal Society en aan andere buitenlandsche onderzoekers heeft gezonden. Op deze wijze werd veel vcor de toekomst bewaard, wat anders allicht verloren gegaan zou zijn. In .lijn lange leven heeft Leeuwenhoek veel belangstelling en waardeering on dervonden. Maar deze kwamen hoofd zakelijk uit het buitenland. Zoo heeft hij Ola Eriksen liep snel naar buiten. Prroe! riep hij hen achterna. De man, die achter op het paard rat, keerde het hoofd om. Ha! riep hij terug en gaf den grooten Brui ne een tik, die nu aan het galoppeeren ging. Het was Tore Braaten. En daar verdwenen re achter de bocht onder de Tegnstadbrug. De duivel hale hen! Ola Eriksen liep op den ouden Grauwe toe. Maar op een vrou wenzadel kon hij niet rijden en loopend kon hij hen stellig niej in halen. Wel voor den duivel! riep hij. Op de trap stond Goro Tegnstaden te jamme ren. Neen, dat ik dit moest rien! riep re. Ola Eriksen nam fluks den ouden Grauwe het vrouwenradel af, steeg te paard, hakte een tak af en reed weg bergafwaarts. Ik kom spoedig terug, riep hij Goro toe, die op den drempel stond. Zoo ging het de hoeve af naar omlaag in rwaren hortenden galop de oude man op het oude paard. Neen, dat ik dit moest zien! riep Goro Tegnstaden. Ze sloeg de handen samen. Daarna ging ze naar binnen om de koffietafel gereed te maken. Het ging vlug met Ola Glomgaarden en den ouden Grauwe langs de groene berghel ling der Glom naar oplaag. Hij slingerde op het paard heen en weer bij dien strompelenden draf, hield zich vast aan de manen, klapte met de tong en schreeuwde in één stuk door het paard toe Maar vlugger toch ging het met Tore en Be rit op den grooten Bruine, zelfs een bezoek gehad van Czaar Peter van Rusland. Wel werd hij ook mearma- len door landgenooten geraadpleegd, maar van officieele erkenning i nooit iets gebleken In een brief aan Leibnitz schrijft hij eenigszins puntig: „Die geene die in onzen landen, om haar kennosse en wetenschappen, vergelding krijgen, dat syn Heeren Professoren, Predican- ten, en de Meesters in de Latynze schoo ien, die soo veel Latijn konnen. dat ze de jonge luyden in die taal komen onder- wysen". Thans wordt zijn beteekenis overal bekend als scherper van de wetenschap der kleinere organismen en er valt niet aan te twijfelen of alom zal zijn nage dachtenis gëerd worden. In de eerste plaats in wetenschappelijke kringen Maar het is wenschelijk dat ook de groote massa iets leert begrijpen van de groote beteekenis van het bezit van groote mannen als Leeuwenhoek, Swam merdam, Boerhaave e.a., waarin Neder land zich in de 17e eeuw heeft mogen verheugen. In de Oude Lerk te Delft bevindt zich het gedenkteeken, na zijn dood daar ge plaatst door zijn dochter Maria, de ecnig overgeblevene uit zijn beide huwelijken, die hem, toen hij weduwnaar was, steeds zorgvuldig heeft bijgestaan. H. A S. m. Ik zal U het verhaal van den ouden Hertebok vertellen. Niet ieder weet, dat de herten leven in een kudde onder de heerschappij van een sterken bok, den kuddeleider, den Heer der Herten, ook als zij in gevan genschap leven, zooals in onzen Hout Wanneer gij in de nu afgeloooen zomer maanden in dat rustige hoekje bij het houten bruggetje voorbij het fazanten- huis in de schaduw van hoog,, hoornen de vier hertebokken zoo rustig bijeen zaagt liggen te herkauwen drie dra gen geweien, de vierde is nog een jonge ling zonder het kroonsieraad van den bok, dan zult gij niet geweten hebben, wTien van de drie geweidragende bokken gij als kuddeleider zoudt mogen begroe ten. Misschien hebt gij wel gedacht, dat deze drie edele bokken tezamen (als in een driemanschap) het gezag bewaren over de hinden en jonge reeën der kud le, maar schijn bedriegt. Van de drie groote herten is er slechts één, de oudste der drie zeventien ja ren telt zijn leven die reeds sinds een aantal jaren als pater familias de onbe twiste heerschappij voert over de her tenkudde van den Hout, de bolleboos over allen en daarom de vader van de zeven jonge reeën, die dezen zomer uit de kudde geboren zijn, de oude Herten koning. En de schijnbaar zoo kameraad schappelijke verhouding met de andere volwassen mannelijke dieren heeft dan ook deze stilzwijgende overeenkomst tot grondslag, dat de zonen en vrienden des huizes zich onthouden van iedere po ging tot toenadering naar de hinden want daarop staat de doodstraf. In den vorigen herfst wao er een her tebok, die de Heerschappij begeerde en zich vermat zich zeiven het gezag van kuddeleider met de daarbij behoorende rechten te willen toeëigenen Zijn poging faalde: de oude Hertebok heeft hem met zijn gewei den buik opengescheurd, zoo dat de dood er op volgde. Eenmaal voor vele jaren, toen „Oudje" nog strijden moest tegen sterkeren dan hij, is hij door den toenmaligen over winnaar zoo leelijk toegetakeld, dat het voorhoofdsbot, waaruit elk jaar de go- weien opgroeien, sindsdien aan de rechterzijde slechts een verminkt gewei kan voortbrengen: alleen links draagt „Oudje" den naar voren gerichten scher pen geweitak, die daardoor zijn eenige dolk in den aanval is. Ook werd bij die gele genheid een van zijn voeten zwaar ge wond, waardoor nog altijd een uiterst geringe mankheid is overgebleven, dia aan zijn démarche het individueele ka rakter geeft, waardoor gij ook op groo ten afstand den .uden hertebok van de anderen kunt onderscheiden. Zijn thans volwassen zoon, de Kroon prins, is in zijn uiterlijk het evenbeeld zijns vaders, dezelfde blonde kleur, maar zonder do beide genoemde lichaamsge breken van den Ouden Heer: zijn zuiver syóimetrisch gewei draagt de beide naar voren gerichte dolken, zijn gang is Berit zat dwars op het zadel en Tore ach ter haar op den b'.ooten paardenrug. Hij had de voeten in de stijgbeugels en den teugel in de hand. Achterover geleund tegen zijn schouder hield Berit zich vast, zoo goed zij kon, terwijl het in galop naar omlaag ging En daar de groote Bruine een geheel anderen stap had dan de oude Grauwe, zagen ze niet het minste van Ola Glomgaarden, terwijl ze zonder een woord te spreken in vollen draf naar beneden reden. Er schuilde een glimlachje in Tore's mond hoeken, maar uit zijn blauwe oogen sprak vastberadenheid, terwijl hij aldoor het paard aanspoorde. Nu bereikten zij den veerweg. Tore hield de teugels strak en boog af naar de rivier. In korte sprongen kwamen zij aan den oever van den stroom. Daar bleef het paard plotseling staan. Tore sprong er af, nam Berit in zijn armen en til de haar van het oaard. Snel liepen beiden op de boot toe. Tore hielp Berit in de boot, maakte de ketting los en lei de riemen in de gaten. Daarna ging hij terug, nam het paard bij den teugel en leidde het naar het water. Hui! Hij gaf hef een tik over de lenden Het keek om naar de boot daar beneden. Daarna plompte het met een sprong in het water en begon te zwemmen in den sterken stroom. Tore ging kalm naar de boot, haalde de zitting binnen en liet van wal. Met een krachtigen stoot boomde hij zich te midden van de stroomine en sprong dan weer naar achter. Met krachtige, gelijkmatige stooten boomde hij au dw*rs door de* stroom. Het veerkrachtig: men ziet in hem den prins van den bloede en toekomstigen Heer aller herten. Dikwijls in de nu voorbije maand September zag ik hem aan het stoeien met zijn vader: met het voor hoofd tegen elkaar en de geweien ver strengeld tracht men elkaar van de plaats te duwen, zooals jongens kunnen doen om te zien, wie de sterkste is. Een onschuldig spelletje van krachtmeten. Hoe wonderiijk zijn toch de machten van het instinct, dat in weinige weken den sptel3chen wedstrijd verandert in een strijd op leven en dood! Want dat zij hier duidelijk gezegd in den herfst, wanneer de bladeren va'ien, Deslist de strijd der hertebokken, wie wederom voor een jaar koning zal zijn. Anders dan bij de kemphaantjes, die eik voorjaar in de weilanden binnen de duinstreek elkander slag leveren in sierlijke, ongevaarlijke tournooien, waarin de kr jgshaftigste kemphaan door de tentoonspreiding van zijn dar tele dapperheid het hennetje bekoort, is de hertenstrijd doodelijke ernst, en ein digt alleen dan zonder bloed en wonden, als de overwonnen bok door de vlucht z;ch aan den strijd onttrekt, op eerbie digen afstand van de kudde blijft en zrifs geen beweging meer toont van toe nadering tot de kudde en haar koning. Het hert is als een strijdend wigant uit oude tijden, wiens wil tot macht en tot de heerschappij door geen enkel gewe tensbezwaar noch door afgesproken toernooiwetten wordt ingetoond: Heil den sterke, wee den overwonnene! De dood aan hem, die niet buigt voor de kracht van den heerscher Zoo wordt iederen herfst macht recht, voor één jaar In de laatste weken kwamen de span ningen: de oude hertebok nam meer zelfbewust de teugels van het bewind in handen; met de verzamelde kudde schreed hij over de weilanden en toonde in knorrende geluiden zijn welbehagen in de hinden, die zijn roep beantwoord den. Hij, dien wij den kroonprins ge noemd hebben, scheen zich weinig orn de kudde te bekommeren. Met zijn vriend, het donkere Spaansche hert, zocht hij de rust van het herkauwen op een stil plekje onder de boomen bij het water en trok zich blijkbaar weinig aan van het lastige humeur des ouden her- teboks. Onbekommerd om de kudde ge noten zij de rust der boomen en hun trouwe vriendschap; soms zag men hen de geweien wetten tegen den bast der stammen. Dat was de stilte vóór den strijd Toen kwam er een tijd, dat de jonge bok. de kroonprins, tot de kudde terug keerde en welbewust de houding aan nam van een, die de heerschappij des Konings niet meer wenscht te-erkennen. Ook hij toonde iu knorrende geluiden zijn welbehagen in de hinden, die zijn roep beantwoordden, en scheer onver schillig voor het dreigend grommen van het oude hert. Hun gevechten werden ernstiger; er kwamen charges in draf, waarbij de geweien ineen sloegen De Kroonprins had zeker het voordeel van zijn jor.ge spierkracht, maar het nadeel van zijn gezonde maag, zoodat hij rustig den tijd nam voor de maaltijden; zijn honger bleek grooter dan zijn strijd lust. De oude echter at niet meer, maar schreed in telgang waakzaam door de kudde, steeds gereed om zijn rechten te verdedigen, zoodra deze belaagd wer den. Men zag hem vermageren, men be wonderde de toewijding, waarmede hij waakte voor de eer van zijn kudde. Er kwam een dag, dat de kroonprins zijn oogen welgevallig op de hinden liet rusten, en het scheen, alsof reeds een deel der kudde zijn ouden koning had verlaten en hulde bewees aan den rieu- wen heerscher. Zou dat het einde zijn, dat oudje vluchten zou voor de jonge kracht van zijn bloedeigen zoou en uit de Heerschappij gestooten zou worden voor altoos? De tragoedie van den ouderdom! Want is ouderdom ook in het hertenleven geen tragoedie, noodlots onontkoombare ver nietiging van kracht en macht en leven? Zou ons goede oudje, dat zoovele ja ren met zijn vriendelijken aard de kud de leidde, dit jaar overwonnen worden aoor het jonge geslacht, den Kroon prins? Maar op 25 October 1932 had de oude koning gewonnen! Opnieuw heeft de geheele kudde hem paard volgde de boot, waar deze door het water sneed zwemmend in haar kielwa ter zoo gleden ze zachtjes aan den rivier oever. Opeens riep Berit. Ze zag haar vader op den ouden Grauwe aankomen. Daar komt hij! riep ze. Tore trok den boom binnen en tuurde uit, terwijl de boot langzaam voortdreef. Nu bracht Ola Eriksen daarginds op den weg het paard tot staan en sprong er af Hij tuurde de rivier over. Ho! riep hij. Toen lachte Tore Braaten. Ja, roep maarzei hij, spuwde in zijn vuisten en begon weer te boomen. Rustig en gelijkmatig naderden zij den overkant. En de oude man op den oever stond hen vloe kend na te schreeuwen. Als hij maar niet op het paard springt en de rivier in gaat! zei Berit. Ze keek Tore aan. O, de oude Grauwe houdt niet van zwemmen, antwoordde deze. Hij boomde de boot juist aan den linker oever de kleine vik binnen. Overigens kan hij nu doen wat hij wil, voegde hij er aan toe, terwijl de boot over het zand schuurde. Hij heeft het aan zich zelf te wijten door de brui loft met Gjermund. Toen glimlachte Berit. Maar de oude ginds op het strand stond radeloos te schreeuwen. Hij had geen boot en durfde op het paard niet over te zwemmen. Noch op waarts, noch stroomafwaarts, was er op mijlen afstand een boot te vinden. (Wordt vervolgd)>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5