Alkmaarsche Courant.
De bruid van hei Glomdal
ifiadixmieuws
ZeuUleton
In den Alkmaarder Kout.
SèHlerfl fier jti dertigstt Jaargang
HAANDAG 31 OCTOBER
il
Geneeskundige brieven
ANTHONY VAN LEEUWENHOEK.
No. ?57
1932
de
Dinsdag 1 November.
Hilversum, 296 M. (Uits.uitend AVRO).
8 Gramofoonpl. 9 AVRO-Kamerorkest
o.l.v. L Schmidt. 10.Morgenwijding
10.15 Gramoïoonplaten. 10.30 Orgelconcert
P van Egmond Jr. Maria Ohlsen, zang
11.Drs. P. Dijksma: Moeilijke kinderen.
11.30 Vervolg orgelconcert. 12—2 15
AVRO-kleinorkest o.l.v. N. Treep en gramo
ïoonplaten. 2.30 Gramofoonp aten. 3.
Knipcursus. 4.— Zang door U. Kummer—
Heeroma m. m. v. J. de Vent, fluit en Egb.
Veen, piano. 4.30 Kinderuur. 5.30 VPRO L>s.
B J. Aris: Menschen in den bijbel. 6.— Gra
mofoonplaten. 6.30 R.V.U, 7.— Kovacs La-
jos en zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte.
7.30 Engelsche les. 8— Vaz Dias. 8.05
Vervolg Kovacs Lajos, m. m. v. The Four
Keath, accordeon. 9.Argentijnsche muziek
door „The 4 Keath". 9.15 Gramofoonpl. 9 30
Omroeporkest o.l.v. N. Trtep, m. m. v. een
violist. 10.Gramoïoonplaten. 10.30 Ver-
vo'g Omroeporkest, o.a. Auftorderung zum
Tanz, Weber. 11.Vaz Dias. 11.05 Vervo'g
Omroeporkest. 11.30—12 Gramofoonpl.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
8—9.15 en 10.Gramofoonplaten. 10.30
Hoogmis uit Tilburg. 11.45 Gramofoonpl.
12,15 Sextetconcert. 2.Dameskoorconcert.
330 Militaire muziek. 4 Hoorspel. 4.30
Vervolg concert. 5.Kamermuziek. 5.55
Gramofoonplaten. 7.10 Lezing. 7 45 Cause
rie. 8.Koor- en orkeskoncert. Ca. 9.10
Vaz Dias. 1112 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, weerbericht. 11.0511.20
Lezing. 12-20 Orgelspel Edw. O'Henry. 1.05
Commodore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant
2 2Q Voor scholen. 4.50 Moschetto's orkest
5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten 6.50 Schu-
mann's liederen door R. Maitland. 7.10
Italiaansche Conversatie 7.55 BBC-orkest
o.' v. J. Lewis, m. m. v. F Richardson. bas.
8 50 Lezing. 9.20 Berichten. 9.40 „The Eve
of AU Souls", hoorspel van B Walke
10.40 Lezing en hierna tot 12 20 Dans
muziek door Ambrose's B'ue Lvres.
Parijs „Radio-Paris'", 1724 .4f. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.20 en 7.25 Concert door
het Krettly-orkest. 9.05 Symphonieconcert
0.Lv. Eugène Bigot.
Ralundbor 1153 M. 11.201.20 Con
cert uit het Bellevue-Strandhotel. 2 204.20
Omroeporkest o.l.v. Reesen. 7.208.10 Ro
mantische muziek door het Omroeporkest
01,v. Gröndahl. 810 Hoorspel. 8 50 Oude
Deensche Liederen, zang en piano. 9.20—
10.20 Kamermuziek door het Brusselsch Pro
Arte Kwartet, o.a. Strijkkwartet C gr.t. op
33 nr. 3, Havdn. 10.20—11,50 Dansmuziek
o.l.v. Kai Julian
L angenberg, 473 M. 6 207.50 Gramo
foonplaten 12 201.50 Concert o.l.v.
Eysoldt 7 20 Concert door het Peter-kwartet.
Rome, 441 M. 8 05 „Fanfan la tulipe",
operette van L. Varney. Na afloop berichten.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 1.30 Omroepkleinorkest
o 1 v. André. 5.20 Omroeporkest o.l.v. André.
6 35 Gramofoonplaten. 7.05 Omroepk ein-
orkest o Lv. Leemans. 8.20 Concert o.l.v.
Kumps. 9 30 Beiaardconcert door Staf Nees
10.30 Gramofoonplaten. 338 M.: 12.20 Om
roeporkest o.l.v. André. 1.30 Gramofoonpl.
5 20 Concert o.l.v. Kumps. 6.50 Orgelconcert
door R. Tellier. 8.20 Concert o.l.v. Kumps.
9 30 en 10.30 Zie programma 508 M
Zeesen, 1635 M. 7.20 „Freie Strasen—
freies Land", muzikaal-!iterair hoorspel. 8.20
Norag-orkest m. m. v. Georg Kulenkampff,
viool o.l.v. José Eibenschütz. 9.30 Berichten
tn hierna tot 11.20 Concert uit Hamburg.
ANTI-STORINGSWET IN ROEMENIE.
In korte trekken komen de bepalingen van
bovengenoemde door de volksvertegenwoor
diging goedgekeurde wet op het volgende
neer:
1lke luisteraar, ciic zijn bijdrage behoor
lijk betaalt, heeft bet recht op ongestoorde
radio-ontvangst.
2. -De eigenaars van fabrieken of dergelij
ke bedrijven zijn verplicht hun electrische
machines en installaties te voorzien van een
inrichting voor stoi'ngsbevrijdiig
3 Luisteraars, wier ontvangst wordt ge
stoord, hebben hei recht om met behulp van
uit het Noorsch van Jacob B. Buil.
Maar Berit had onrustig uitgekeken over de
rivier, daar waar het woud hoog en dicht stond
Daarna had ze stil voor zich heen geglimlacht.
Ze had iets bemerkt daar beneden.
En de twee paarden trokken verder over de
Tegnstadbrug naar Tegnstaden.
Prroe!
01a Eriksen hield voor de huisdeur zijn paard
in en stapte langzaam af. Hij begon stijf te wor
den, de oude baas. Daarna kwam Berit ook aan
rijden, maar bleef in het zadel zitten.
01a Eriksen bond beide paarden met de teu
gels aan de heining vast, nam de trommel, die
hij had neergezet, op, en ging naar de deur.
Kom nu, zei hij tot Berit.
Berit bleef zitten.
Zijn ze dan thuis? vroeg ze.
Haar vader antwoordde niet, maar opende de
deur en trad binnen. Op den dorpel trof hij
Goro Tegnstaden.
Neen maar, nu komt de bruid, zei ze Met
gevouwen handen stond ze uit te kijken.
01a Eriksen trad nader.
Ja, nu komt ze, antwoordde hij. Daarna
«loot hij de deur achter zich. Hij stond met de
trommel in zijn hand.
Je hebt de koffie toch zeker klaar? vroeg
hij opgewekt.
rechterlijke macht onmiddellijk opheffing
van de oorzaken der storingen te eischen en
schadevergoeding te verlangen.
4. Zij, wier electrische installaties radio-
storing veroorzaken, worden gestraft met
geldboetes van 1000—10.000 lei (ongeveer
la tot 150 gulden).
5. Binnen een maand na het van kracht
worden van de wet zal het Ministerie van
verkeer, tezamen niet de Roemeensche Om-
roepmaatschappij, met de Vereeniging van
electrische centrales en met vertegenwoordi
gers van de luisteraars en de radiohande
laars, een besluit uitwerken, dat alle nadere
voorschriften omvat. Het bedrag der opge
legde boetes wordt gestort in een fon ls, dat
dient voor de uitbreiding van het omrocp-
wezen in Roemenië.
VARA-HOOGTIJDAG VIA LEUVEN?
Mededeeling van den voorzitter der
Vara.
De voorzitter van de Vara heeft voor de
microfoon het volgende medegedeeld naar
aonleiding van de geweigerde aanvrage tot
ruiling van de zenduren op 8 November:
„De Vara heeft zijn protest bij den minis
ter ingediend. Mocht de minister zijn beslis
sing handhaven, dan zullen we t lische
hulpmiddelen te baat nemen om het Neder-
landsche volk toch te laten hooren wat er in
Den Haag gezegd wordt".
De voorzitter van de Vara doelt hier blijk
baar op een uitzending van Leuven (België)
uit. Op Dinsdag 8 November heeft namelijk
de Soc Arb. Radio Omroep-Vereeniging in
België de beschikking over den Vlaamschan
zender te Leuven.
Hiervoor heeft de Vara echter een tele
foonlijn noodig van Den Haag (waar de
s.d. protestbetooging gehouden wordt) naar
Leuven. Deze lijn die ressorteert onder
den min ster van waterstaat zou zij van
het rijk moeten huren
Op 24 October van dit jaar herdacht
de geleerde wereld den 300sten geboorte
dag van A.ntony van Leeuwenhoek, van
w en menige lezer, die nic-i aan histori
sche studie op het gebied der natuur
kunde heeft gedaan, niet veel meer zal
weten dan dat het Anthony Leeuwen-
hoekhuis iri Amsterdam naar hem ge
noemd is en daardoor allicht i.. de mee
ning zal verkeeren, dat zijn naam met
het kankervraagstuk is verbonden Niets
is minder waar, althans niet in directen
zin.
Toch is het wel de moeite waard, iets
van zijn leven en werken te hooren Ook
hij. voor wiens arbeidsterrein Van Leeu
wenhoek niet van belang is, zal moeten
toegevei, dat hij als groot Nederlander
en wetenschappelijk zoeker verdient,
door ieder herdacht en gehuldigd te
worden. De terminologie van zijn maat
schappelijke positie doet in onze dagen
vreemd aan. Zijn eigenlijke betrekking
was: kamerbewaarder der Kamer van
heeren Schepenen van Delft. Deze post,
waartoe hij op 28-jarigen leeftijd be
noemd werd, bekleedde hij gedurende 39
jaren. Zooals men ziet, is dit niet juist
een wetenschappelijke functie Maar ook
daarvóór vinden wij niet veel, dat op een
wetenschappelijke opleiding wijst, Na op
school in Warmond geweest te zijn, volg
de hij zijn oom in Benthuizen op als
secretaris en procureur, toen hij zestien
jaar was. Na eenigen tijd verhuisde hij
naar Amsterdam en werd daar spoedig
boekhóüder en kassier op het kantoor
van een lakenhandelaar In de groote
stad bleef hij slechts enkele jaren om
toen terug te gaan naar zijn geboorte
plaats, Delft.
Hij was afkomstig uit een deftige
brouwersfamilie en moet tamelijk ver
mogend geweest zijn, want de eerste zes
jaar na zijn huwelijk in 1654 met Bar-
bara de Mey leefde hij uitsluitend voor
zijn onderzoekingen en hield en een
paard en een buitentuin op na De post
van kamerbewaarder, welke hij toen
kreeg, schijnt toen een voornamere ge
weest te zijn dan men thans zou ver
moeden.
In elk geval zien wij, dat van een zui
ver wetenschappelijke opleiding geen
sprake was Hij kende geen Latijn, de
wetenschappelijke taal van dien tijd, en
ook geen Fransch of Engelsch. Geheel
op eigen gelegenheid studeerde hij na
zijn huwelijk natuur-, wis-, sterren- en
scheikunde, filosofie en navigatie. Het
is niet onwaarschijnlijk, dat hij met
Goro Tegnstaden sloeg de handen in elkaar
Ze keek naar den haard.
Ola Eriksen ging verder de kamer in.
Kijn eens hier, zei hij. Hij zette de trom
mel op tafel en opende deze.
Oh! riep ze, en sloeg weer de handen in
een.
Je moet hiervan op tafel zetten, zei Ola
Glomgaarden. Maar je moet haast maken.
We hebben vandaag niet veel tijd zie je. Hij
ging naar den haard en keek toe.
De koffieketel stond op de kook. Nu haalde
hij zijn pijp te voorschijn, trok een stang ta
bak uit zijn zak en begon de tabak in zijn pijp
te kerven.
Goro Tegnstaden maakte het zich intusschen
druk met kopjes op tafel te zetten.
Heb je ook room bij je? vroeg ze.
—Die moet daar in dat fleschje zitten? ant
woordde Ola Eriksen. Nu stak hij de pijp aan.
Goro Tegnstaden zocht in den trommel en
vond het, terwijl Ola Eriksen ging zitten. Hij
wachtte nu op Berit, die nog niet gekomen was
Nu liep Goro naar de deur.
Mijn hemel, waar blijft Berit toch? riep ze
Toen liep naar den haard, waar de koffieketel
overkookte, en daarna weer naar de deur. Nu
stond ze in de deur.
Daar stonden ze nu beiden verbluft den weg
langs te staren
Buiten stond de oude Grauwe met het vrouw
zadel op zijn rug alleen, maar ginds over den
weg langs bet bergpad naar omlaag liep de
groote Bruine in gestrekten darf met Berit en
een man in het zadel.
Neen, het is een mirakel! schreeuwde de
vrouw Wat is dat nou?
groote mannen van dien tijd, zooals
Swammerdam, Boerhave, heeft kennis
gemaakt en dat op die wijze de prikkel
tot studie is vergroot. Hij schonk groote
aandacht aan alles wat om hem heen in
de natuur voor viel en kon het niet na
laten dan naar het naadje van de kous
te zoeken.
In een van zijn latere geschriften laat
hij zich zelf hierover op de volgende
wijze uit: „Mijn arbeyt, dien ik veel ja
ren agter een ghedaan hebbe, is niet ge
weest om den lof dien ik nu geniet,
daardoor te behalen, maar meest uyt een
drift van weetgierigheyt, die in mij
meer woont, gelijk ik merk, dan in veel
andere menschen en: „Myn geringe
arbeyt komt alleen voort uyt een ney-
ginge, die ik hebbe om de beginselen van
de geschapene saaken te onderzoeken,
tot soo verre als het my mogelijk was."
Hij werkte niet bepaald systematisch,
alles wat onder zijn aandacht kwam, in
teresseerde hem en zoo vol -"en zijn on
derzoekingen elkander in een bonte rij
op. De richting van zijn onderzoekingen
werd echter in hoofdzaak bepaald door
zijn handigheid om lenzen te slijpen en
deze te bevestigen zoodat allerlei dingen
met vergrootingen konden worden ge
zien, welke te voren onbekend waren.
Zoodoende werd door hem eei nieuw
werelddeel, de wereld van het kleine
geopend. Er gingen jaren vocibij, dat de
buitenwere'd met zijn werk onbekend
bleef. In zijn eigen land (het komt meer
voor) werd hij weinig gekend en mis
schien nog minder geëerd. In 1673 zond
zijn vriend, dr. Reynier de Graaf, een
bericht van zijn microskopische waarne
mingen naar de Royal Society te Lon
den. Hier vond hij de waardeering, wel
ke hij verdiende, er onstond een regel-
n atige correspondentie, waarbij helaas
altijd vertaling noodig was, omdat hij
geen F.ngelsch verstond, afgevaardigden
van de Society kwamen hem bezoeken
er. in 1680, toen hij dus 48 jaar was,
werd hij benoemd tot, lid (fellow) der
Society, een onderscheiding, welke hij
als de hoogste van zijn leven bleef be-*
schouwen en een hechten band tusschen
hem en dat geieerde genootschap bleef
vormen Immers, tot op 85-jarigen leef
tijd zond hij geregeld berichten over
zijn onderzoekingen en na zijn dood (hij
heeft den leeftijd van bijna 91 jaar be
reikt) kon de Graaf nog opmerkingen
mededelen, door den stervende ge
maakt over de vraagstukken, waarmee
hij zich bij voorkeur bezig hield.
De kunst om lenzen te maken, hield
Leeuwenhoek langen tijd geheim En
toen bij ze aan anderen liet zien, bleven
er steeds enkele exeronlaren over, welke
hij voor zich hield Van het tegenwoor
dige standpunt gezien, is het microscoop
van Leeuwenhoek al zeer eenvoudig Het
bestond feitelijk uit een enkele kleine
lens, voor welke op een stift het te on
derzoeken voorwerp werd bevestigd
Daar de stift een geheel met de lens
maakte, moest meestal voor elk nieuw
te onderzoeken voorwerp een nieuw
microscoop geplakt worden. Dit ver-
k'aart de groofe hoeveelheid instrumen
ten welke Leeuwenhoek heeft nagelaten.
Ook nu nog moeten wij ons er over
verbazen, dat Leeuwenhoek met dit een-
vudig apparaat in staat was tot zijn veie
ontdekkingen. Ter gelegenheid van de
300-jarige herdenking verschijnt een
boek over Leeuwenhoek van de hand
van een Engelschman, Clifford Dobell.
In zijn geestige introductie schreef deze
dioloog hoe hij gedurende zijn opleiding
bij de opvolgende onderwerpen van zijn
studie telkens moest bemerken, dat het
Leeuwenhoek was, die die voorwerpen
(bloedcellen, infusoria, houtvezels, pro-
tozoën enz.) voor het eerst had gezien en
beschreven. Inderdaad moet men ver
baasd staan over de veelzijdigheid van
zijn onderzoekingen. Maar het gi\g niet
alleen om de nieuwe, voo. het gezicht
des menschen ontdekte dingen, zijn
juiste waardeering. de door gemaakte
berekeningen, de gevolgtrekkingen uit
de velerlei vondsten, gaven de grootste
waarde aan zijn arbeid.
Gelukkig, dat hij zijn uitvindingen in
brieven aan de Royal Society en aan
andere buitenlandsche onderzoekers
heeft gezonden. Op deze wijze werd veel
vcor de toekomst bewaard, wat anders
allicht verloren gegaan zou zijn.
In .lijn lange leven heeft Leeuwenhoek
veel belangstelling en waardeering on
dervonden. Maar deze kwamen hoofd
zakelijk uit het buitenland. Zoo heeft hij
Ola Eriksen liep snel naar buiten.
Prroe! riep hij hen achterna.
De man, die achter op het paard rat, keerde
het hoofd om.
Ha! riep hij terug en gaf den grooten Brui
ne een tik, die nu aan het galoppeeren ging.
Het was Tore Braaten. En daar verdwenen re
achter de bocht onder de Tegnstadbrug.
De duivel hale hen! Ola Eriksen liep op
den ouden Grauwe toe. Maar op een vrou
wenzadel kon hij niet rijden en loopend kon
hij hen stellig niej in halen.
Wel voor den duivel! riep hij.
Op de trap stond Goro Tegnstaden te jamme
ren.
Neen, dat ik dit moest rien! riep re.
Ola Eriksen nam fluks den ouden Grauwe het
vrouwenradel af, steeg te paard, hakte een tak
af en reed weg bergafwaarts.
Ik kom spoedig terug, riep hij Goro toe,
die op den drempel stond.
Zoo ging het de hoeve af naar omlaag in
rwaren hortenden galop de oude man op het
oude paard.
Neen, dat ik dit moest zien! riep Goro
Tegnstaden. Ze sloeg de handen samen. Daarna
ging ze naar binnen om de koffietafel gereed te
maken.
Het ging vlug met Ola Glomgaarden en
den ouden Grauwe langs de groene berghel
ling der Glom naar oplaag.
Hij slingerde op het paard heen en weer
bij dien strompelenden draf, hield zich vast
aan de manen, klapte met de tong en
schreeuwde in één stuk door het paard toe
Maar vlugger toch ging het met Tore en Be
rit op den grooten Bruine,
zelfs een bezoek gehad van Czaar Peter
van Rusland. Wel werd hij ook mearma-
len door landgenooten geraadpleegd,
maar van officieele erkenning i nooit
iets gebleken In een brief aan Leibnitz
schrijft hij eenigszins puntig: „Die geene
die in onzen landen, om haar kennosse
en wetenschappen, vergelding krijgen,
dat syn Heeren Professoren, Predican-
ten, en de Meesters in de Latynze schoo
ien, die soo veel Latijn konnen. dat ze de
jonge luyden in die taal komen onder-
wysen".
Thans wordt zijn beteekenis overal
bekend als scherper van de wetenschap
der kleinere organismen en er valt niet
aan te twijfelen of alom zal zijn nage
dachtenis gëerd worden. In de eerste
plaats in wetenschappelijke kringen
Maar het is wenschelijk dat ook de
groote massa iets leert begrijpen van de
groote beteekenis van het bezit van
groote mannen als Leeuwenhoek, Swam
merdam, Boerhaave e.a., waarin Neder
land zich in de 17e eeuw heeft mogen
verheugen.
In de Oude Lerk te Delft bevindt zich
het gedenkteeken, na zijn dood daar ge
plaatst door zijn dochter Maria, de ecnig
overgeblevene uit zijn beide huwelijken,
die hem, toen hij weduwnaar was,
steeds zorgvuldig heeft bijgestaan.
H. A S.
m.
Ik zal U het verhaal van den ouden
Hertebok vertellen.
Niet ieder weet, dat de herten leven
in een kudde onder de heerschappij van
een sterken bok, den kuddeleider, den
Heer der Herten, ook als zij in gevan
genschap leven, zooals in onzen Hout
Wanneer gij in de nu afgeloooen zomer
maanden in dat rustige hoekje bij het
houten bruggetje voorbij het fazanten-
huis in de schaduw van hoog,, hoornen
de vier hertebokken zoo rustig bijeen
zaagt liggen te herkauwen drie dra
gen geweien, de vierde is nog een jonge
ling zonder het kroonsieraad van den
bok, dan zult gij niet geweten hebben,
wTien van de drie geweidragende bokken
gij als kuddeleider zoudt mogen begroe
ten. Misschien hebt gij wel gedacht, dat
deze drie edele bokken tezamen (als in
een driemanschap) het gezag bewaren
over de hinden en jonge reeën der kud le,
maar schijn bedriegt.
Van de drie groote herten is er slechts
één, de oudste der drie zeventien ja
ren telt zijn leven die reeds sinds een
aantal jaren als pater familias de onbe
twiste heerschappij voert over de her
tenkudde van den Hout, de bolleboos
over allen en daarom de vader van de
zeven jonge reeën, die dezen zomer uit
de kudde geboren zijn, de oude Herten
koning. En de schijnbaar zoo kameraad
schappelijke verhouding met de andere
volwassen mannelijke dieren heeft dan
ook deze stilzwijgende overeenkomst tot
grondslag, dat de zonen en vrienden des
huizes zich onthouden van iedere po
ging tot toenadering naar de hinden
want daarop staat de doodstraf.
In den vorigen herfst wao er een her
tebok, die de Heerschappij begeerde en
zich vermat zich zeiven het gezag van
kuddeleider met de daarbij behoorende
rechten te willen toeëigenen Zijn poging
faalde: de oude Hertebok heeft hem met
zijn gewei den buik opengescheurd, zoo
dat de dood er op volgde.
Eenmaal voor vele jaren, toen „Oudje"
nog strijden moest tegen sterkeren dan
hij, is hij door den toenmaligen over
winnaar zoo leelijk toegetakeld, dat het
voorhoofdsbot, waaruit elk jaar de go-
weien opgroeien, sindsdien aan de
rechterzijde slechts een verminkt gewei
kan voortbrengen: alleen links draagt
„Oudje" den naar voren gerichten scher
pen geweitak, die daardoor zijn eenige dolk
in den aanval is. Ook werd bij die gele
genheid een van zijn voeten zwaar ge
wond, waardoor nog altijd een uiterst
geringe mankheid is overgebleven, dia
aan zijn démarche het individueele ka
rakter geeft, waardoor gij ook op groo
ten afstand den .uden hertebok van de
anderen kunt onderscheiden.
Zijn thans volwassen zoon, de Kroon
prins, is in zijn uiterlijk het evenbeeld
zijns vaders, dezelfde blonde kleur, maar
zonder do beide genoemde lichaamsge
breken van den Ouden Heer: zijn zuiver
syóimetrisch gewei draagt de beide naar
voren gerichte dolken, zijn gang is
Berit zat dwars op het zadel en Tore ach
ter haar op den b'.ooten paardenrug. Hij had
de voeten in de stijgbeugels en den teugel in
de hand. Achterover geleund tegen zijn
schouder hield Berit zich vast, zoo goed zij
kon, terwijl het in galop naar omlaag ging
En daar de groote Bruine een geheel anderen
stap had dan de oude Grauwe, zagen ze niet
het minste van Ola Glomgaarden, terwijl ze
zonder een woord te spreken in vollen draf
naar beneden reden.
Er schuilde een glimlachje in Tore's mond
hoeken, maar uit zijn blauwe oogen sprak
vastberadenheid, terwijl hij aldoor het
paard aanspoorde. Nu bereikten zij den
veerweg. Tore hield de teugels strak en
boog af naar de rivier. In korte sprongen
kwamen zij aan den oever van den stroom.
Daar bleef het paard plotseling staan. Tore
sprong er af, nam Berit in zijn armen en til
de haar van het oaard. Snel liepen beiden
op de boot toe. Tore hielp Berit in de boot,
maakte de ketting los en lei de riemen in de
gaten. Daarna ging hij terug, nam het
paard bij den teugel en leidde het naar het
water.
Hui! Hij gaf hef een tik over de lenden
Het keek om naar de boot daar beneden.
Daarna plompte het met een sprong in het
water en begon te zwemmen in den sterken
stroom.
Tore ging kalm naar de boot, haalde de
zitting binnen en liet van wal. Met een
krachtigen stoot boomde hij zich te midden
van de stroomine en sprong dan weer naar
achter. Met krachtige, gelijkmatige stooten
boomde hij au dw*rs door de* stroom. Het
veerkrachtig: men ziet in hem den prins
van den bloede en toekomstigen Heer
aller herten. Dikwijls in de nu voorbije
maand September zag ik hem aan het
stoeien met zijn vader: met het voor
hoofd tegen elkaar en de geweien ver
strengeld tracht men elkaar van de
plaats te duwen, zooals jongens kunnen
doen om te zien, wie de sterkste is. Een
onschuldig spelletje van krachtmeten.
Hoe wonderiijk zijn toch de machten
van het instinct, dat in weinige weken
den sptel3chen wedstrijd verandert in
een strijd op leven en dood!
Want dat zij hier duidelijk gezegd
in den herfst, wanneer de bladeren
va'ien, Deslist de strijd der hertebokken,
wie wederom voor een jaar koning zal
zijn. Anders dan bij de kemphaantjes,
die eik voorjaar in de weilanden binnen
de duinstreek elkander slag leveren in
sierlijke, ongevaarlijke tournooien,
waarin de kr jgshaftigste kemphaan
door de tentoonspreiding van zijn dar
tele dapperheid het hennetje bekoort, is
de hertenstrijd doodelijke ernst, en ein
digt alleen dan zonder bloed en wonden,
als de overwonnen bok door de vlucht
z;ch aan den strijd onttrekt, op eerbie
digen afstand van de kudde blijft en
zrifs geen beweging meer toont van toe
nadering tot de kudde en haar koning.
Het hert is als een strijdend wigant uit
oude tijden, wiens wil tot macht en tot
de heerschappij door geen enkel gewe
tensbezwaar noch door afgesproken
toernooiwetten wordt ingetoond: Heil
den sterke, wee den overwonnene! De
dood aan hem, die niet buigt voor de
kracht van den heerscher Zoo wordt
iederen herfst macht recht, voor één
jaar
In de laatste weken kwamen de span
ningen: de oude hertebok nam meer
zelfbewust de teugels van het bewind in
handen; met de verzamelde kudde
schreed hij over de weilanden en toonde
in knorrende geluiden zijn welbehagen
in de hinden, die zijn roep beantwoord
den. Hij, dien wij den kroonprins ge
noemd hebben, scheen zich weinig orn
de kudde te bekommeren. Met zijn
vriend, het donkere Spaansche hert,
zocht hij de rust van het herkauwen op
een stil plekje onder de boomen bij het
water en trok zich blijkbaar weinig aan
van het lastige humeur des ouden her-
teboks. Onbekommerd om de kudde ge
noten zij de rust der boomen en hun
trouwe vriendschap; soms zag men hen
de geweien wetten tegen den bast der
stammen.
Dat was de stilte vóór den strijd
Toen kwam er een tijd, dat de jonge
bok. de kroonprins, tot de kudde terug
keerde en welbewust de houding aan
nam van een, die de heerschappij des
Konings niet meer wenscht te-erkennen.
Ook hij toonde iu knorrende geluiden
zijn welbehagen in de hinden, die zijn
roep beantwoordden, en scheer onver
schillig voor het dreigend grommen van
het oude hert. Hun gevechten werden
ernstiger; er kwamen charges in draf,
waarbij de geweien ineen sloegen De
Kroonprins had zeker het voordeel van
zijn jor.ge spierkracht, maar het nadeel
van zijn gezonde maag, zoodat hij
rustig den tijd nam voor de maaltijden;
zijn honger bleek grooter dan zijn strijd
lust. De oude echter at niet meer, maar
schreed in telgang waakzaam door de
kudde, steeds gereed om zijn rechten te
verdedigen, zoodra deze belaagd wer
den. Men zag hem vermageren, men be
wonderde de toewijding, waarmede hij
waakte voor de eer van zijn kudde.
Er kwam een dag, dat de kroonprins
zijn oogen welgevallig op de hinden liet
rusten, en het scheen, alsof reeds een
deel der kudde zijn ouden koning had
verlaten en hulde bewees aan den rieu-
wen heerscher. Zou dat het einde zijn,
dat oudje vluchten zou voor de jonge
kracht van zijn bloedeigen zoou en uit
de Heerschappij gestooten zou worden
voor altoos?
De tragoedie van den ouderdom! Want
is ouderdom ook in het hertenleven geen
tragoedie, noodlots onontkoombare ver
nietiging van kracht en macht en leven?
Zou ons goede oudje, dat zoovele ja
ren met zijn vriendelijken aard de kud
de leidde, dit jaar overwonnen worden
aoor het jonge geslacht, den Kroon
prins?
Maar op 25 October 1932 had de oude
koning gewonnen!
Opnieuw heeft de geheele kudde hem
paard volgde de boot, waar deze door het
water sneed zwemmend in haar kielwa
ter zoo gleden ze zachtjes aan den rivier
oever. Opeens riep Berit. Ze zag haar vader
op den ouden Grauwe aankomen.
Daar komt hij! riep ze.
Tore trok den boom binnen en tuurde uit,
terwijl de boot langzaam voortdreef.
Nu bracht Ola Eriksen daarginds op den
weg het paard tot staan en sprong er af
Hij tuurde de rivier over.
Ho! riep hij.
Toen lachte Tore Braaten.
Ja, roep maarzei hij, spuwde in zijn
vuisten en begon weer te boomen. Rustig en
gelijkmatig naderden zij den overkant. En
de oude man op den oever stond hen vloe
kend na te schreeuwen.
Als hij maar niet op het paard springt
en de rivier in gaat! zei Berit. Ze keek Tore
aan.
O, de oude Grauwe houdt niet van
zwemmen, antwoordde deze. Hij boomde de
boot juist aan den linker oever de kleine vik
binnen.
Overigens kan hij nu doen wat hij
wil, voegde hij er aan toe, terwijl de
boot over het zand schuurde. Hij heeft
het aan zich zelf te wijten door de brui
loft met Gjermund.
Toen glimlachte Berit.
Maar de oude ginds op het strand
stond radeloos te schreeuwen.
Hij had geen boot en durfde op het
paard niet over te zwemmen. Noch op
waarts, noch stroomafwaarts, was er op
mijlen afstand een boot te vinden.
(Wordt vervolgd)>