Alkmaarsche Courant.
De dag begint goed
De bruid van het Giomdal
Internationaal autnverkeer.
^Radionieuws
HeiiiUeton
Stad en Om
fomlen! Tier n derflgsti laargang.
DONDERDAG^3 NOVEMBER
(Wordt vervolgd)..
Ho. ?60 lg32
Vrijdag 4 November,
Hilversum, 296 M. (8.—12.— 4.-8.— en
11.12. VARA, 12.4.AVRO en de
VPRO van 8.11.uur). 8.Gramofoon
platen. 10— VPRO-morgenwijding. 10.15
Voordracht Hetty Beek. 10.30 VARA-klein-
orkest o.l.v. P. Duchant. 11.15 Keuken
praatje P. J. Kers. 11.45 Declamatie Hetty
Beek. 12.AVRO-kleinorkest o.l.v. N
Treep en gramofoonplaten. 2.Piet van 't
Veer „Cairo, de smeltkroes van het Oosten".
2.30—4.AVRO-kamerorkest o.l.v. L.
Schmidt en gramofoonplaten. 4.Gramo
foonplaten. 4.50 Voor de jeugd. 5.30 VARA-
kleinorkest o.l.v. P. Duchant. 6.— VARA-
Mandoline-ensemble o.l.v. J. B. Kok. 6 15
Orgelspel J. Brookhouse MacCarthy. 6*40
Lezing. 7— Vervolg orgelspel. 7.15 Vervolg
Mandolineconcert. 7.30 VARA-kleinorkest o
1. v. P. Duchant. 8.— Voordracht Mej. Dr.
N. A. Bruining. 8.30 Concert. Frieda Belin-
fante, cello. J. Feitkamp, piano en fluit. 9
Lezing door Ds. J. J. Thomson. 9.30 Vervolg
concert. 10.— Vrijz. Godsd. Persbureau
10.05 Vaz Dias. 10.15 Causerie. 10.45 en
11 12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma te
verzorgen door den KRO). 8 9.15 en 10
Gramofoonplaten. 11.30 Voor zieken en
ouden van dagen. 12.15 Sextetconcert. 1.45
Gramofoonplaten. 2.3.Solistenconcert
3 15 Gramofoonplaten. 4.30 Lezing. 5.
Orkestconcert. 6.15 Lezing. 6.45 Vervolg
concert. 7.10 Lezing. 7 45 Gramofoonplaten
8.11.Orkestconcert uit Maastricht. Ca.
915 Vaz Dias. 11.—12.— Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10 50 Tijdsein en berichten. 11.0511.20
Lezing. 12.20 Orgelconcert Marjoroe Ren-
ton. 1.05 Shepherd's Bush Paviljoenorkest
o.l.v. Harry Fryer. 2.2i; Voor de scholen
4.15 Northern Studio-orkest. 5.05 BBC-dans-
orkest o.l.v. H. Hall. 5.35 Kinderuurtje. 6.20
Berifchten. 6.50 Schumann's liederen door
R Maitland. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezingen
8 20 Operaconcert m m. v. BBC-orkest, koor
en solisten o.l.v. Ch. Webber. 9.20 Ber. en
lezing. 9.55 Concert door Troise and the
Mandoliers (Mandoline-orkest). 10.55 Le
zing. 11.12.20 Dansmuziek door de Savoy
Hotel Orpheans.
Parijs Radio-Paris, 1724 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 en 7.40 Concert door
het Krettly-orkest. 8.20 ,.Die Entführung
aus dem Serail", opera van Mozart m. m. v.
solisten en orkest o.'v. H. Defosse.
Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Concert
uit het Bellevue-Strandhotel. 2 204.20
Concert door het Radio-Harmonieorkest o. 1.
v L. Gröndahl, m. m v. Beate Novi, viool.
7.30 Kerkelijke muziek door Gemengd koor
en orgel o.l.v. M. Wöldike, o a. Motet, h
Schfitz. 8.35 „Mozart's Jeugd", hoorspel.
9 55—10.35 Napolitaansche muziek door het
Bracony-Trio (mandoline, mandola en luit).
Langenberg, 473 M. 6.25—7.20 Gramo
foonplaten. 11.20—12.10 Orkestconcert o.l.v
Kraus. 12.201.50 Concert door het Om
roeporkest o.l.v. Kiihn. 4.205.35 Concert
7 207.40 Uit Weenen: Gevariëerd pro
gramma door orkest o.l.v. Hoizer en Jazz
orkest o.l.v. Gaudriot en solisten. 10.05—
11 20 Concert o.l.v. Eyso'dt.
Rome, 441 M. 8.05 „Mignon", opera van
Thomas. Na afloop berichten.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12 20
Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans 1.30 Gra
mofoonplaten. 5.20 Concert o.l.v. Meule-
mans. 6 35 Gramofoonplaten. 8.20 Omroep
orkest o.l.v. André. 9.20 Vervolg concert.
10.30 Gramofoonplaten. 338 M.: 12.20 Gra-
mofoonpl. 1.30 Omroepkleinorkest o 1 v. P.
Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v. André.
6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. P. Leemans
8.20 Radio-orkest o.l.v. Meulemans. 10 30
Gramofoonpl.
Zeesen, 1635 M. 7 20 Vroolijke avond uit
Weenen m. m. v. orkest, danceband en solis
ten. 9.45 Berichten en hierna tot 11.20 Popu-
lairconcert uit Hamburg.
voor wie zich tot gewoonte maakt de huid
na het scheren met een weinig „Zij"-Crême
in te wrijven. Geen branderig gevoel of na-
schrijnen meer, integendeel, liw gezicht blijft
den geheelen dag frisch en zacht.
In prijzen van 20304575 ct.
er i in imiiaiiiM
uit het Noorsch van Jacob B. Buil.
14;
Ja, d a t is wel het ergste, antwoordde
zijn en heel even gleed, er een glimlach langs
oogen en mondhoeken.
doen ontstak 01a Glomgaarden opnieuw in
toorn.
Vervloekte zwijnejongen! schreeuwde
hij. De oude Grauwe kreeg een tik met den
teugel en ging over in een kort drafje. Daar
op werd hij met een ruk ingehouden, zoodat
zijn kop omhoog ging en het wit der oogen
zichtbaar werd.
Nu giimiachte Karen Glomgaarden onver
bloemd weg.
Ja, waarlijk, dat is ook wel erg! zei ze.
Maar 01a zweeg. Want nu reden ze voor
bij Tegnstaden. Daar stond de huisvrouw
in haar Zondagsche kleeren op de stoep.
Wees welkom op de terugreis, zei ze.
Geen van beiden antwoordde.
Het was duidelijk dat ze naar het dorp
gingen.
Zonder zelfs het hoofd om te keeren reed
het tweetal verder. Zij keek hen na.
Daarna lachte ze zachtjes in zich zelf,
snoot haar neus, wreef met den rug van
haar hand langs den mond en ving haar
tocht aan, den bergrug op.
CHR. BESTURENBOND „ALKMAAR".
Propaganda-vergadering in Waakt
en Bidt.
De zaal van bovengenoemd gebouw was
gisteravond dicht bezet (er waren tal van
dames), toen om 8 uur de voorzitter, de heer
f i e r s m a, de bijeenkomst opende met een
verzoek om gezamenlijk te zingen het 3e en
4e vers van Ps. 138, waarop spr. voorlas
Jesaja 58. en vervolgens voorging in gebed.
Namens den chr. besturenbond sprak de
voorzitter vervolgens een kort welkomst
woord, vreugde er over uitsprekend, dat ds.
Hak weder aanwezig was (Later kwamen ook
ds. Warners en ds. von Meyenfeldt, die spr.
eveneens hartelijk begroette).
t Geldt hier d^ November-actie van onze
vakbeweging, zei spr., het leger der aange
slotenen moet weder versterkt worden. Er
worden tot 18 Nov. meer dan honderd ver
gaderingen als deze gehouden in heel het
land.
De tijden zijn donker als nooit te voren, de
werkloosheid stijgt met den dag en een op
lossing is slechts te vinden, als men God er
om vraagt. Steeds meerderen moeten er ko
men, die van God hun hulp verwachten,
daarom luiden wij de stormklok in en om
onze stad.
Nadat nog gezamenlijk gezongen was,
kreeg ds. Hak, herv. predikant, het woord.
Spr. vond het wel wat moeilijk om voor
deze vergadering een eigenlijk openings
woord te spreken omdat hij daarbij over de
sociale zijden van de campagne natuurlijk
had t« zwijgen, vviji daarvoor andere spre
kers kwamen. Hij zou dus de zaak geestelijk
moeten bezien, maar ook daarin zou hij zich
allerlei beperkingen moeten opleggen. Spr.
zette dit nader uiteen.
Ook buiten de chr. vakbeweging zijn nog
velen, die zuiver christelijk zijn en denken,
terwijl het chr. etiket van anderen niet altijd
den inhoud dekt, zei spr. Er is veel gelegen
heid voor critiek, stelde spr. vast, maar hij
liet er op volgen, dat zij, die zich geven aan
de chr. vakbeweging, dit doen uit roeping om
op te komen voor het recht van de verdruk
ten en hun sociale politie, alles gezien vanuit
de geestelijke vraag. Gaarne zou spr. zien,
dat van deze vergadering een stevige actie
uitging voor de chr. vakbeweging, in het
belang van armen en misdeelden, land en
volk.
„In den storm".
Dit was het onderwerp, waarover de heer
C. van Baaren Jr., hoofdbestuurder van
den chr. fabrieks en transportarbeidersbond
sprak.
E>e vakbeweging staat nog midden in den
storm, die verleden jaar reeds was opge
stoken, de crisis is nationaal en internationaal
in omvang toegenomen, pogingen om haar
op te heffen zijn er veie ondernomen, ook
door den Volkenbond, maar telkens weer lie
pen de verwachtingen op teleurstelling uit,
doordat men struikelde over het vraagstuk
van het vrije ruilverkeer. Tal van regeeringen
hebben heil gezocht in het hooger optrekken
der tariefmuren of in contingenteering; En
geland verliet den gouden standaard, Duitsch-
land nam nog speciale maatregelen (deviezen-
verordeningen), enz., en dit alles deed spr.
zeggen, dat een aanmerkelijke verbetering
niet zal komen, zoolang niet het vrije ruil
verkeer is hersteld.
Als gevolg van de crisis zijn er groote ka
pitalen verloren, rijk en gemeenten kunnen
het hoofd niet meer bieden aan de zware
eischen, aan de schatkist gesteld.
Te midden van deze zorgvolle omstandig
heden is de chr. vakbeweging gegroeid, een
verheugend verschijnsel. Zijn deze duizenden
nieuwe leden der laatste twee jaren toege
treden als gevolg van het inzicht, dat ook op
het terrein der maatschappij der vakbeweging
een taak heeft te vervullen? Helaas, neen.
Spr. geloofde, dat velen in hoofdzaak om
materieele redenen zijn toegetreden en hij be
treurde dit.
Een gevolg van het groote aantal nieuwe
leden is een stijging geweest van invloed en
verantwoordelijkheid der chr. vakbeweging.
De nood en verarming als gevolg van de
crisis komen wel het sterkste uit in de krin
gen der arbeiders, omdat zij financieel het ge
ringste weerstandsvermogen hebben. Zullen
alle 300.000 werkloozen In ons land en de
millioenen daarbuiten straks, na wederop
leving der wereld, weder een plaats kunnen
krijgen in het productieproces? Spr. vreesde
het ergste, gezien de mechanisatie van den
arbeid.
Dankbaar was spr. voor hetgeen in ons
land is kunnen worden gedaan voor de werk
loozen, hetgeen gunstig afsteekt bij het bui
tenland, maar desondanks blijft er nog wel
Ola Eriksen keerde het hoofd naar haar
om.
O, ja! zei hij boos. Nu komt haar tong
in beweging; het heele dorp door!
Ja, daar kunt je zeker van zijn, ant
woordde Karen Glomgaarden.
En in diep stilzwijgen reden de beide oud
jes verder den weg langs, het veer voorbij
huiswaarts.
Den grooten Bruine hebben ze ook
meegenomen, zei Ola Eriksen brommend,
toen ze bij het hek der hoeve kwamen.
Ja, wie heeft ooit zooiets gehoord ant
woordde Karen, terwijl ze moeite deed een
glimlacht te verbergen.
Het is acht dagen later.
Ola Glomgaarden heeft niets vernomen
van hen daarginds aan de andere zij
Maar een nieuwe boot uit het Klein-
is over de Glom aangekomen en ligt nu aan
den oostelijken er, vlag bij het veer.
Twee mannen komen den weg af van Glom
gaarden en gaan naar de boot toe. Het
Ola Glomgaarden zelf en de jongste knecht
Beiden dragen een bijl over den schouder
Nu stapt Ola Glomgaarden in, legt de bijl
neer en gaat midden in de boot zitten.
De jongste knecht stoot de boot van wal,
springt er in, legt de bijl bij den voorsteven,
pakt den boom en stapt over de roeibanken
naar achter. Daarna begint hij langzaam
maar zeker de boot den stroom over te hoo
rnen. Ola riksen zit met saamgeknepen lip
pen voor zich uit te staren. Geen van beiden
zegt een woord.
Na vijf minuten, gedurende welke ze geen
veel te wenschen.
Het vraagstuk der loonen is zeer moeilijk.
Vele ondernemingen verkeeren in grooten
economischen nood tengevolge van de crisis.
Wij hebben daar wel oog voor, zei spr., maar
daarom mogen de loonen nog niet maar een
zijdig worden verlaagd.
Als chr. vakbeweging zien wij deze crisis
ook als een oordeel Gods over het afwijken
van Zijn ordonnantiën en wij zijn er van over
tuigd, dat, als de terugkeer van den vroeg
ren welstand zal komen, eveneens moet komen
een terugkeer naar God, want het evangebe
heeft ook thans nog veel te zeggen, ook tot
ons.
Het socialisme, communisme en fascisme
winnen alom veld, ook in ons land, al is het
waar, dat vele socialisten terugkeerden van
hun weg en overliepen naar het fascisme liet
socialisme is voor hen geweest als een evan
gelie, maar zij zijn ontnuchterd en zochten
heil bij het fascisme, omdat zij in het socia
lisme geen toekomst meer zagen Dit gold
speciaal voor de jeugd
De chr. vakbeweging heeft tot taak tegen
socialisme en fascisme zoowel als tegen het
communisme te strijden. Wij heob n een
eigen taak te vervullen om te bouwen in de
maatschappij en dienen daarom niet te rusien
vóór wij allen die bij ons b^hooren, tot het
lidmaatschap hebben gebracht Dan heeft
onze arbeid op dat terrein beteekenis ook
voor de eeuwigheid.
Met een krachtig woord drong spr. erop
aan, de chr. beginselen te prediken met woord
en daad ook onder de ongeorganiseerden.
De heer A. G. Vreugdenhil, hoofdbe
stuurder van de Ned. Vereen, van chr. tech
nici, sprak'na een korte pauze, gedurende
welke een kop thee werd aangeboden, over
het onderwerp
„Arbeid die wacht"
In aansluiting op hetgeen de vorige spreker
had gezegd, wilde spr. wijzen op de taak,
die blijft roepen, op den arbeid die wacht en
voorts doen zien, wat straks de taak zal zijn.
In en door den storm zullen andere maat
schappelijke verhoudingen zjch baan breken
en gepoogd moet worden economische stor
men als de huidige te voorkomen en dat kan
door te leven naar Gods wil en woord om
dat immers deze storm een gevolg is van on
gehoorzaamheid aan God.
Spr. zei dat, omdat het zijn overtuiging
was, dat het Woord Gods ook voor de 20ste
eeuw zijn kracht ten volle heeft behouden.
Hiermede, zei spr.,. komen wij al dadelijk in
conflict met alle mogelijke „stelsels" en „par
tijen", die zonder onderscheid alle trachten
de orde, die God voor het sociaal-economische
leven heeft gesteld, te ondermijnen of op zij
de te zetten. Toch moeten we ook bij de be
oordeeling dier „stelsels" en „partijen" recht
vaardig zijn. Nooit mag worden vergeten,
dat ze zijn geboren, mede doordat ten aan
zien van bepaalde belangen het betrachten
van Gods geboden hopeloos te kort is gescho
ten. Zouden met name het socialisme en het
communisme wel zulk een aanhang hebben
gevonden, indien Gods wetten niet alleen het
begin van onze godsdienstoefeningen, maar
indien zij vooral het begin waren geweest
van al onze handelingen, ook in de maat
schappij? We zijn er niet mee klaar, wan
neer we eiken .Zondag de wet van God laten
voorlezen, want wij moeten die wet betrach
ten, ook op Maandag en Dinsdag en op el-
ken dag van ons leven.
In de liefde tot God en den naaste moeten
al onze gedragingen in dit leven worden be-
heerscht. Zoo eeren we God als onzen Ko
ning, die Zijn wet op de aarde gesteld heefr.
Daarom, tot de Wet terug! Hier ligt een
taak voor onze christelijke actie, zoowel op
sociaal als staatkundig terrein, omdat het te
rugbrengen tot die wet, de oplossing is van
alle problemen, die op ons terrein zich
voordoen.
Spr. herinnerde aan het woord Van prof.
dr. J. R. Slotemaker de Bruine toen hij zich
op den vijfden christelijk-socialen cursus ver
leden jaar in Lunteren aldus uitdrukte:
„Wij hebben geleerd, dat tegenover de be
staande wereldorde nóch de houding past
van den tevredene nóch die van den twijfel
moedige, maar alleen de houding van den
criticus".
Inderdaad, onze tijd heeft ons wat te ke
ren. De crisislessen zijn hard, maar noodig.
Reeds Jesaja wist daarvan. Zijn woorden
klonken eveneens in crisistijd.
Dr. J. A. Nederbragt zeide onlangs, dat
die woorden evengoed van toepassing wa
ren op den economischen oorlog van tegen
woordig en ds. J. J- Buskes legde die woor
den ten grondslag aan zijn radio-intreepreek
te Amsterdam op 4 September 1932.
Wij moeten de crisislessen leeren en aan
vaarden en daarnaar onze houding bepalen.
„Wat mij kan benauwen, aldus mr. dr. A.
A. van Rhijn op genoemden chr.-soc. cursus,
woord spreken, schuurt de boot tegen den
wal aan de overzijde. Beide mannen nemen
hun bijl op, trekken de boot omhoog en gaan
noordwaarts langs het Braaten-pad, even
stilzwijgend als ze over geroeid zijn.
Het is Ola Eriksen, op weg om zijn doch
ter terug te halen. Daar gekomen, vanwaar
men Braaten ziet, blijft Ola Eriksen staan.
Ja, je begrijpt de zaak zeker wel? zegt
hij tot den knecht.
Ja, dat zou ik wel denken, antwoordt
de jongen.
Of wel, ze komt nu mee, of wel het
loopt verkeerd, zegt Ola Eriksen somber.
Zijn vuist klemde zich om de schacht der
bijl, zoodat zijn knokkels wit werden.
Ja, dat begrijp ik, antwoordde de jongen
Maar hij trok een bedenkelijk gezicht.
Ze liepen weer voort en kwamen eindelijk
aan de ontginning. Daar bleven beiden eens
klaps staan.
De hoeve was omheind en zoowel uit den
schoorsteen van het oude als'van het nieuwe
huis steeg rook naar boven. Maar ginds aan
den zoom van het woud was Tore Braaten
met den grooten Bruine bezig om steenen en
wortels op een hoop te rijden.
Ola Eriksen werd wit van woede en kon
geen woord uitbrengen. Maar de jongste
knecht, die met grootte oogen stond te sta
ren, sprak in zijn plaats.
Neen, maar, dat is een echte hoeve ge
worden flapte hij er opeens uit.
Ola Glomgaarden stond nog zwijgend
daar. Nu overmeesterde de woede hem.
Kom nu, zei hii kortaf er liep r«cht od
is, dat bij vele menschen het christelijk ge
loof is geworden: stilstaan. Het is niet meer
een bewegende kracht".
De oplossingen die men ter opheffing van
de crisis van alle zijden heeft aangevoerd,
overtreffen schier in aantal de beschouwin
gen over de oorzaken.
En was men het nu in de groote lijnen in
de oplossing maar eens, we zouden spoedig
door de moeilijkheden heen zijn gekomen,
meende spr., maar het is verbijsterend hoe
economen van naam zich hebben tegenge
sproken en tegen elkander in hebben gerede
neerd. Spr. gaf hiervan een staaltje door op
te sommen waarvoor in de laatste maanden
zooals gepleit is, veelal voor zaken, die in
strijd zijn met elkaar.
Al deze zaken werden aanbevolen, sommi
ge in verband met elkander en andere als op
zichzelf staande principes, waaraan zou
moeten worden voldaan, vóórdat er van
eenige verbetering sprake zou kunnen zijn.
Wanneer we ons hoofdzakelijk willen be
palen bij de crisis in ons land en de maat
regelen die daartegen genomen moeten wor
den, dan, zoo vervolgde spr., moeten we ons
eerst realiseeren dat ons land geen „crisis-
haard" is.
Dr. J. A. Nederbragt, chef der directie van
economische zaken van het departement van
buitenlandsche zaken, heeft eveneens in zijn
radiorede van 8 Juni j.1. daarop de aandacht
gevestigd. Hij zag crisishaarden in Duitsch-
land, Engeland (in dit land in afnemende
mate), Centraal Europa en Amerika en hij
beweerde, dat deze centra, die de hoofdoor
zaken van de crisis in zich meedragen, de
gevolgen daarvan ook hebben meegedeeld
aan de landen in de omgeving, aan Neder
land, Frankrijk, Zwitserland enz.
Dit mag eenerzijds een geruststellen
den invloed op ons hebben, anderzijds is het
een benauwende gedachte dat Nederland
zelf hoegenaamd niet in staat is, maatrege
len tegen de crisis te nemen, maar dat ons
land hierin van de omringende landen af
hankelijk is. Toch kan dit niet beteekenen,
dat ons land dan maar passief moet zijn en
maar lijdelijk de crisiss'agen moet opvangen
in de verwachting dat daaraan te eeniger
tijd nog weieens een einde zal komen. Dege
nen die dergelijke gedachten koesteren, too-
nen dezen tijd niet begrepen te hebben, want
zij beseffen niet, dat de binnen- en buiten
landsche verhoudingen zich dermate zullen
wijzigen, dat na de crisis een gansch ander
wereldbeeld zich aan ons zal voordoen.
Spr. herhaalde wat dr. Colijn in Gronin
gen op de vergadering van Patrimonium zei:
„Wie in deze crisis slechts een gewone con
junctuurinzinking ziet, wie dus de hoop koes
tert dat na korter of langer tijd de normale
toestanden vanzelf weer zullen terugkeeren,
staat tegenover die vragen natuurlijk anders
dan wie oordeelt, dat we voor omvormin
gen in ons economisch leven staan; dat het
oude althans voor een reeks van jaren
niet weer terugkeert, dat we ons voor lange-
ren tijd op geheel veranderde toestanden
hebben voor te bereiden".
Onze regeering is hiervan eveneens door
drongen en nog slechts eenige weken gele
den heeft de minister van financiën zich in
gelijken zin uitgelaten, zooals spr. citeerde.
Wanneer men acht geeft op de buitenland
sche literatuur zal men eveneens tot d'-ze
conclusie komen, ging hij voort. Men weet
dan, dat op het oogenblik in de ons omrin
gende lanaen op allerlei wijze wordt ge
tracht, onze uitvoerproducten zelf voort te
brengen. Dat zou de reden kunnen zijn, dat
onze goederen, die nu door de tijdsomstan
digheden niet meer van ons land worden be
trokken, straks door de veranderde productie
programma's blijvend in het buitenland zou
den worden gekweekt of gefabriceerd, t Mo
ge voldoende zijn, om te kunnen beweren, dat
het voor ons land van het allergrootste be
lang is, dat we nu reeds de maatregelen ne
men tot een zoo krachtig mogelijk bedrijfs
leven, een bedrijfsleven, dat zich op de ko
mende gewijzigde verhouding gaat instellen.
Echter, die maatregelen moeten gedragen
kunnen worden door onze christelijke begin
selen.
Vóór alles moeten wij één ding leeren, n.1.
dat de crisis het hare tot een nieuwe maat
schappijvorming zal bijdragen. Iets daarvan
zien we reeds bij de glasfabrieken te Leer
dam, waar de arbeiders medezeggenschap
hebben verkregen. De tnans in de Tweede
Kamer aangenomen bedrijfsradenwet moge de
overtuiging geven, dat op den nieuwen weg
de eerste schreden zijn gezet. Juist thans heb
ben wij ervoor te zorgen, dat het evangelie
van Jezus de nieuwe maarschappijvormen zal
beheerschen.
Daarvoor is leiding noodig en die wil de
dhr. vakbeweging geven. Een grootsch plan
heeft zij daartoe op touw gezet, in de over
tuiging, dat het ledental moet worden opge
voerd, meer nog dan tot dusver reeds het
het nieuwe huis aan, want hij meende stellig
dat Berit daar was. De knecht volgde. Maar
zoodra Tore Braaten had gezien wie daar
kwamen, bond hij den grooten Bruine aan
een den vast en trad achter dit twee het huis
binnen.
Toen hij binnen kwam, stonden Ola
Eriksen en zijn knecht met de bijl over den
schouder, midden op den vloer. Ze hadden
rondgekeken naar Berit, maar niemand ge
vonden.
Tore Braaten ging recht op den hoogen ze
tel af, waar, boven het raam, een geweer
hing, en nam plaats.
Goedendag mannen, zei hij. Er lag
iets brandend heets in zijn blauwe oogen.
Ola Eriksen stond daar trots, maar bleek.
Ja, je weet om wie ik hier kom, zei hij
met ijskoude stem.
Tore Braaten keek hem strak aan.
Neen, dat weet ik juist niet, gaf hij ten
antwoord.
Ola Eriksen stampte op den grond, zoodat
de nieuwe vloer kraakte.
Leugenaar! schreeuwde hij. De bijl op
zijn schouder gleed neer.
Tore Braaten keek hem aan. Zijn blauwe
oogen werden al donkerder en donkerder.
Ga zitten, antwoordde hij.
Ola Eriksen omklemde de bijl vaster in zijn
rechter hand.
Waar is Berit? vroeg hij.
Tore Braaten stond op en nam het geweer
van den muur.
Niet hier, antwoordde hij. en er kwam
een jjzige koude in zijn jonge stem.
geval was. Dan pas kan de christelijke over
tuiging van goeden invioed zijn op de vor
ming van de nieuwe maatschappij.
Spr. ging na wat de chr. vakbeweging
reeds deed op dit terrein en betoogde dan
dat er méér moet gebeuren. Daarom wil de
christelijke vakbeweging kernen vormen, om
de massa te overtuigen, dat alleen de christe
lijke beginselen de ware zijn.
De organisaties en de besturenbonden zul
len de clubs tot kernvorming moeten op
richten en deze hebben dan de sociale wet
geving van nu en voorheen te bestudeeren,
alsook de maatschappijvormen en de vragen
van vakorganisatie. Spr. zette verder uiteen,
hoe een en ander dient te geschieden en welke
hulp het C. N. V. hierbij zal geven.
Laten wij den arbeid zoo goed mogelijk
trachten te doen en niet versagen ook al ko
men er teleurstellingen. Versterkt onze ge
lederen en vertrouwt op God, die dat ver
trouwen zal geven.
Een zestal musici, dat zich ook reeds eerder
had doen hooren, vulde de hierna komende
pauze en daarna werden verschillende voor
drachten gehouden.
Ds. Warners sprak een slotwoord,
waarin hij als samenvatting van den avond
constateerde, dat het van het hoogste belang
is. werkelijk christen te zijn. V at geeft het
christelijk georganiseerd zijn, als wij niet d«
hand aan den ploeg willen slaan en steeds
achterom zien? Wij moeten vooruit zien,
als wij den eisch van God hebben begrepen.
E)e nood van de tijden drukt zwaar en daar
om zegt Christus: .vooruit het volle leven in,
persoonlijk, ook al beteekent het de dood.
Maar dat einde beteekent slechts de dood van
alle dwaalwegen, waarbij alleen overblijft de
ééne richting: de richting van God en diens
Koninkrijk. Wie dat voelt, weet dat hij niet
alleen staat, zooals God zelf heeft gezegd:
„Zie ik ben bij U". Dan zal God ook de chr.
vakbeweging gebruiken tot opbouw van Zijn
Koninkrijk. Zóó beschouwd, geloofde spr.
stellig, dat deze avond niet tevergeefs zal zijn
geweest.
De heer P i e r s m a bracht vervolgens een
woord van dank aan allen, die aan het wel
slagen van den avond hebben meegewerkt.
Na gemeenschappel ijken zang sloot ds. von
Meyenfeldt de bijeenkomst met dankgebed.
De „Ver. Staten van Europa"
voor den auto-toerist verwezen
lijkt!
Welk een juichkreet zou er opgaan, wan
neer de kabouters vannacht eens alle tolmu
ren omverhaalden, welke thans in zoo menig
opzicht een belemmering vormen voor den
terugkeer raar jaren van welvaart! Voorloo-
pig gelooven alleen de idealisten onder ons
aan de „Vereenigde Staten van Europa" en
toch wanneer men nagaat, wat er op het
gebied van internationaal autoverkeer reeds
bereikt is door internationale overeenkomsten,
dan behoeft men ook voor de overige grens-
documenten de hoop op vereenvoudiging
niet op te geven.
Velen onzer lezers zullen dezen zomer
wel een kort of misschien zelfs een lang uit
stapje per auto gemaakt hebben en talrijk
wa-en ook in dit seizoen de toeristen, die eens
buiten de landgrenzen hebben gekeken; die
elders gezocht hebben, wat Nederland niet
bieden kan. (Bergen, grootsche watervallen,
enz.) Daarom zal het menigeen, naar wij
vermoeden, interesseeren om eens iets te lezen
over de organisatie van het internationale
autotoerisme.
Reeds in 1896
werden er door vooruitstrevende toeristen
pogingen gedaan, om de tijdroovende en kost
bare grenspassages voor automobielen te
vereenvoudigen. Wanneer men daarbij be
denkt, dat een auto tegen het einde van de
vorige eeuw een gecompliceerd voertuig was,
dat chronisch aan de fiechziekte leed, reali
seert men zich terdege, dat er inderdaad een
vooruitziende blik noodig was, om in die
jaren het internationale verkeer te gaan be
vorderen voor vervoermiddelen, die eigenlijk
niet eens in staat waren, om zonder repara
tie van Amsterdam naar Rotterdam te rijden!
In verschillende landen bestonden toen reed3
toeristenvereenigingen, zoo in Nederland de
A. N. W. B., die in 1933 zijn vijftig-jarig
bestaan hoopt te herdenken. De verschillende
vereenigingen hebben toen de handen ineen
geslagen en zoo werd, omstreeks 1900, in
ons land het eerste triptiek afgegeven, waar
mede een autotoerist onbelemmerd naar
België kon rijden.
Wat zijn triptieken?
Zooals op het oogenblik wel algemeen be
kend geacht mag worden, heffen alle Euro-
Ola Eriksen keek naar zijn knecht. Het
was alsof beiden een huivering beving.
\Xaar is ze?1 vroeg Ola Eriksen bits.
In het huis ginds, gaf Tore Braaten ten
antwoord. Hij stond met het geweer in de
hand naast den hoogen zetel.
Ola Eriksen stampte op den vloer.
Haal ze hier! riep hij.
Neen, antwoordde Tore Braaten. Ik hek
geen tijd.
Beiden, haar en het paard! riep Ola
woedend.
Vraag er haar om, antwoordde Tore
luid. Ik heb het paard van haar geleend en
er ook voor betaald! Hij stond daar nog als
tevoren.
Ola Eriksen zette verbaasde oogen op.
maar begon zich weer driftig te maken.
Waar is ze dan? schreeuwde hij.
In het huis ginds, heb ik je gezegd!
schreeuwde Tore Braaten nu terug.
En nu onmiddellijk de deur uit, beidenl
voegde hij er toornig aan toe. Dit is mijn hoe
ve, nu weet jelui hetl De blauwe oogen vlam
den.
Hoeve) schreeuwde Ola Glomgaarden
hoonend, terwijl hij zich half omkeerde.
Ja, hoeve, antwoordde Tore Braaten en
richtte zich op.
Er uit) schreeuwde hij. Komen jelui
tweeën hier met bijlen aan! Hij omvatte de ge
weerkolf.
Toen keerde Ola Eriksen zich om en ging
heen. Rechtstreeks stapte hij op het oude
huis af. De jongen volgde.
Maar Tore Braaten bleef in de deur staan
met het geweer in de hand.