Alkmaarsche Courant. De dag begint goed De bruid van het Giomdal Internationaal autnverkeer. ^Radionieuws HeiiiUeton Stad en Om fomlen! Tier n derflgsti laargang. DONDERDAG^3 NOVEMBER (Wordt vervolgd).. Ho. ?60 lg32 Vrijdag 4 November, Hilversum, 296 M. (8.—12.— 4.-8.— en 11.12. VARA, 12.4.AVRO en de VPRO van 8.11.uur). 8.Gramofoon platen. 10— VPRO-morgenwijding. 10.15 Voordracht Hetty Beek. 10.30 VARA-klein- orkest o.l.v. P. Duchant. 11.15 Keuken praatje P. J. Kers. 11.45 Declamatie Hetty Beek. 12.AVRO-kleinorkest o.l.v. N Treep en gramofoonplaten. 2.Piet van 't Veer „Cairo, de smeltkroes van het Oosten". 2.30—4.AVRO-kamerorkest o.l.v. L. Schmidt en gramofoonplaten. 4.Gramo foonplaten. 4.50 Voor de jeugd. 5.30 VARA- kleinorkest o.l.v. P. Duchant. 6.— VARA- Mandoline-ensemble o.l.v. J. B. Kok. 6 15 Orgelspel J. Brookhouse MacCarthy. 6*40 Lezing. 7— Vervolg orgelspel. 7.15 Vervolg Mandolineconcert. 7.30 VARA-kleinorkest o 1. v. P. Duchant. 8.— Voordracht Mej. Dr. N. A. Bruining. 8.30 Concert. Frieda Belin- fante, cello. J. Feitkamp, piano en fluit. 9 Lezing door Ds. J. J. Thomson. 9.30 Vervolg concert. 10.— Vrijz. Godsd. Persbureau 10.05 Vaz Dias. 10.15 Causerie. 10.45 en 11 12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Algemeen programma te verzorgen door den KRO). 8 9.15 en 10 Gramofoonplaten. 11.30 Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Sextetconcert. 1.45 Gramofoonplaten. 2.3.Solistenconcert 3 15 Gramofoonplaten. 4.30 Lezing. 5. Orkestconcert. 6.15 Lezing. 6.45 Vervolg concert. 7.10 Lezing. 7 45 Gramofoonplaten 8.11.Orkestconcert uit Maastricht. Ca. 915 Vaz Dias. 11.—12.— Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10 50 Tijdsein en berichten. 11.0511.20 Lezing. 12.20 Orgelconcert Marjoroe Ren- ton. 1.05 Shepherd's Bush Paviljoenorkest o.l.v. Harry Fryer. 2.2i; Voor de scholen 4.15 Northern Studio-orkest. 5.05 BBC-dans- orkest o.l.v. H. Hall. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berifchten. 6.50 Schumann's liederen door R Maitland. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezingen 8 20 Operaconcert m m. v. BBC-orkest, koor en solisten o.l.v. Ch. Webber. 9.20 Ber. en lezing. 9.55 Concert door Troise and the Mandoliers (Mandoline-orkest). 10.55 Le zing. 11.12.20 Dansmuziek door de Savoy Hotel Orpheans. Parijs Radio-Paris, 1724 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50 en 7.40 Concert door het Krettly-orkest. 8.20 ,.Die Entführung aus dem Serail", opera van Mozart m. m. v. solisten en orkest o.'v. H. Defosse. Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Concert uit het Bellevue-Strandhotel. 2 204.20 Concert door het Radio-Harmonieorkest o. 1. v L. Gröndahl, m. m v. Beate Novi, viool. 7.30 Kerkelijke muziek door Gemengd koor en orgel o.l.v. M. Wöldike, o a. Motet, h Schfitz. 8.35 „Mozart's Jeugd", hoorspel. 9 55—10.35 Napolitaansche muziek door het Bracony-Trio (mandoline, mandola en luit). Langenberg, 473 M. 6.25—7.20 Gramo foonplaten. 11.20—12.10 Orkestconcert o.l.v Kraus. 12.201.50 Concert door het Om roeporkest o.l.v. Kiihn. 4.205.35 Concert 7 207.40 Uit Weenen: Gevariëerd pro gramma door orkest o.l.v. Hoizer en Jazz orkest o.l.v. Gaudriot en solisten. 10.05— 11 20 Concert o.l.v. Eyso'dt. Rome, 441 M. 8.05 „Mignon", opera van Thomas. Na afloop berichten. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12 20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans 1.30 Gra mofoonplaten. 5.20 Concert o.l.v. Meule- mans. 6 35 Gramofoonplaten. 8.20 Omroep orkest o.l.v. André. 9.20 Vervolg concert. 10.30 Gramofoonplaten. 338 M.: 12.20 Gra- mofoonpl. 1.30 Omroepkleinorkest o 1 v. P. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v. André. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. P. Leemans 8.20 Radio-orkest o.l.v. Meulemans. 10 30 Gramofoonpl. Zeesen, 1635 M. 7 20 Vroolijke avond uit Weenen m. m. v. orkest, danceband en solis ten. 9.45 Berichten en hierna tot 11.20 Popu- lairconcert uit Hamburg. voor wie zich tot gewoonte maakt de huid na het scheren met een weinig „Zij"-Crême in te wrijven. Geen branderig gevoel of na- schrijnen meer, integendeel, liw gezicht blijft den geheelen dag frisch en zacht. In prijzen van 20304575 ct. er i in imiiaiiiM uit het Noorsch van Jacob B. Buil. 14; Ja, d a t is wel het ergste, antwoordde zijn en heel even gleed, er een glimlach langs oogen en mondhoeken. doen ontstak 01a Glomgaarden opnieuw in toorn. Vervloekte zwijnejongen! schreeuwde hij. De oude Grauwe kreeg een tik met den teugel en ging over in een kort drafje. Daar op werd hij met een ruk ingehouden, zoodat zijn kop omhoog ging en het wit der oogen zichtbaar werd. Nu giimiachte Karen Glomgaarden onver bloemd weg. Ja, waarlijk, dat is ook wel erg! zei ze. Maar 01a zweeg. Want nu reden ze voor bij Tegnstaden. Daar stond de huisvrouw in haar Zondagsche kleeren op de stoep. Wees welkom op de terugreis, zei ze. Geen van beiden antwoordde. Het was duidelijk dat ze naar het dorp gingen. Zonder zelfs het hoofd om te keeren reed het tweetal verder. Zij keek hen na. Daarna lachte ze zachtjes in zich zelf, snoot haar neus, wreef met den rug van haar hand langs den mond en ving haar tocht aan, den bergrug op. CHR. BESTURENBOND „ALKMAAR". Propaganda-vergadering in Waakt en Bidt. De zaal van bovengenoemd gebouw was gisteravond dicht bezet (er waren tal van dames), toen om 8 uur de voorzitter, de heer f i e r s m a, de bijeenkomst opende met een verzoek om gezamenlijk te zingen het 3e en 4e vers van Ps. 138, waarop spr. voorlas Jesaja 58. en vervolgens voorging in gebed. Namens den chr. besturenbond sprak de voorzitter vervolgens een kort welkomst woord, vreugde er over uitsprekend, dat ds. Hak weder aanwezig was (Later kwamen ook ds. Warners en ds. von Meyenfeldt, die spr. eveneens hartelijk begroette). t Geldt hier d^ November-actie van onze vakbeweging, zei spr., het leger der aange slotenen moet weder versterkt worden. Er worden tot 18 Nov. meer dan honderd ver gaderingen als deze gehouden in heel het land. De tijden zijn donker als nooit te voren, de werkloosheid stijgt met den dag en een op lossing is slechts te vinden, als men God er om vraagt. Steeds meerderen moeten er ko men, die van God hun hulp verwachten, daarom luiden wij de stormklok in en om onze stad. Nadat nog gezamenlijk gezongen was, kreeg ds. Hak, herv. predikant, het woord. Spr. vond het wel wat moeilijk om voor deze vergadering een eigenlijk openings woord te spreken omdat hij daarbij over de sociale zijden van de campagne natuurlijk had t« zwijgen, vviji daarvoor andere spre kers kwamen. Hij zou dus de zaak geestelijk moeten bezien, maar ook daarin zou hij zich allerlei beperkingen moeten opleggen. Spr. zette dit nader uiteen. Ook buiten de chr. vakbeweging zijn nog velen, die zuiver christelijk zijn en denken, terwijl het chr. etiket van anderen niet altijd den inhoud dekt, zei spr. Er is veel gelegen heid voor critiek, stelde spr. vast, maar hij liet er op volgen, dat zij, die zich geven aan de chr. vakbeweging, dit doen uit roeping om op te komen voor het recht van de verdruk ten en hun sociale politie, alles gezien vanuit de geestelijke vraag. Gaarne zou spr. zien, dat van deze vergadering een stevige actie uitging voor de chr. vakbeweging, in het belang van armen en misdeelden, land en volk. „In den storm". Dit was het onderwerp, waarover de heer C. van Baaren Jr., hoofdbestuurder van den chr. fabrieks en transportarbeidersbond sprak. E>e vakbeweging staat nog midden in den storm, die verleden jaar reeds was opge stoken, de crisis is nationaal en internationaal in omvang toegenomen, pogingen om haar op te heffen zijn er veie ondernomen, ook door den Volkenbond, maar telkens weer lie pen de verwachtingen op teleurstelling uit, doordat men struikelde over het vraagstuk van het vrije ruilverkeer. Tal van regeeringen hebben heil gezocht in het hooger optrekken der tariefmuren of in contingenteering; En geland verliet den gouden standaard, Duitsch- land nam nog speciale maatregelen (deviezen- verordeningen), enz., en dit alles deed spr. zeggen, dat een aanmerkelijke verbetering niet zal komen, zoolang niet het vrije ruil verkeer is hersteld. Als gevolg van de crisis zijn er groote ka pitalen verloren, rijk en gemeenten kunnen het hoofd niet meer bieden aan de zware eischen, aan de schatkist gesteld. Te midden van deze zorgvolle omstandig heden is de chr. vakbeweging gegroeid, een verheugend verschijnsel. Zijn deze duizenden nieuwe leden der laatste twee jaren toege treden als gevolg van het inzicht, dat ook op het terrein der maatschappij der vakbeweging een taak heeft te vervullen? Helaas, neen. Spr. geloofde, dat velen in hoofdzaak om materieele redenen zijn toegetreden en hij be treurde dit. Een gevolg van het groote aantal nieuwe leden is een stijging geweest van invloed en verantwoordelijkheid der chr. vakbeweging. De nood en verarming als gevolg van de crisis komen wel het sterkste uit in de krin gen der arbeiders, omdat zij financieel het ge ringste weerstandsvermogen hebben. Zullen alle 300.000 werkloozen In ons land en de millioenen daarbuiten straks, na wederop leving der wereld, weder een plaats kunnen krijgen in het productieproces? Spr. vreesde het ergste, gezien de mechanisatie van den arbeid. Dankbaar was spr. voor hetgeen in ons land is kunnen worden gedaan voor de werk loozen, hetgeen gunstig afsteekt bij het bui tenland, maar desondanks blijft er nog wel Ola Eriksen keerde het hoofd naar haar om. O, ja! zei hij boos. Nu komt haar tong in beweging; het heele dorp door! Ja, daar kunt je zeker van zijn, ant woordde Karen Glomgaarden. En in diep stilzwijgen reden de beide oud jes verder den weg langs, het veer voorbij huiswaarts. Den grooten Bruine hebben ze ook meegenomen, zei Ola Eriksen brommend, toen ze bij het hek der hoeve kwamen. Ja, wie heeft ooit zooiets gehoord ant woordde Karen, terwijl ze moeite deed een glimlacht te verbergen. Het is acht dagen later. Ola Glomgaarden heeft niets vernomen van hen daarginds aan de andere zij Maar een nieuwe boot uit het Klein- is over de Glom aangekomen en ligt nu aan den oostelijken er, vlag bij het veer. Twee mannen komen den weg af van Glom gaarden en gaan naar de boot toe. Het Ola Glomgaarden zelf en de jongste knecht Beiden dragen een bijl over den schouder Nu stapt Ola Glomgaarden in, legt de bijl neer en gaat midden in de boot zitten. De jongste knecht stoot de boot van wal, springt er in, legt de bijl bij den voorsteven, pakt den boom en stapt over de roeibanken naar achter. Daarna begint hij langzaam maar zeker de boot den stroom over te hoo rnen. Ola riksen zit met saamgeknepen lip pen voor zich uit te staren. Geen van beiden zegt een woord. Na vijf minuten, gedurende welke ze geen veel te wenschen. Het vraagstuk der loonen is zeer moeilijk. Vele ondernemingen verkeeren in grooten economischen nood tengevolge van de crisis. Wij hebben daar wel oog voor, zei spr., maar daarom mogen de loonen nog niet maar een zijdig worden verlaagd. Als chr. vakbeweging zien wij deze crisis ook als een oordeel Gods over het afwijken van Zijn ordonnantiën en wij zijn er van over tuigd, dat, als de terugkeer van den vroeg ren welstand zal komen, eveneens moet komen een terugkeer naar God, want het evangebe heeft ook thans nog veel te zeggen, ook tot ons. Het socialisme, communisme en fascisme winnen alom veld, ook in ons land, al is het waar, dat vele socialisten terugkeerden van hun weg en overliepen naar het fascisme liet socialisme is voor hen geweest als een evan gelie, maar zij zijn ontnuchterd en zochten heil bij het fascisme, omdat zij in het socia lisme geen toekomst meer zagen Dit gold speciaal voor de jeugd De chr. vakbeweging heeft tot taak tegen socialisme en fascisme zoowel als tegen het communisme te strijden. Wij heob n een eigen taak te vervullen om te bouwen in de maatschappij en dienen daarom niet te rusien vóór wij allen die bij ons b^hooren, tot het lidmaatschap hebben gebracht Dan heeft onze arbeid op dat terrein beteekenis ook voor de eeuwigheid. Met een krachtig woord drong spr. erop aan, de chr. beginselen te prediken met woord en daad ook onder de ongeorganiseerden. De heer A. G. Vreugdenhil, hoofdbe stuurder van de Ned. Vereen, van chr. tech nici, sprak'na een korte pauze, gedurende welke een kop thee werd aangeboden, over het onderwerp „Arbeid die wacht" In aansluiting op hetgeen de vorige spreker had gezegd, wilde spr. wijzen op de taak, die blijft roepen, op den arbeid die wacht en voorts doen zien, wat straks de taak zal zijn. In en door den storm zullen andere maat schappelijke verhoudingen zjch baan breken en gepoogd moet worden economische stor men als de huidige te voorkomen en dat kan door te leven naar Gods wil en woord om dat immers deze storm een gevolg is van on gehoorzaamheid aan God. Spr. zei dat, omdat het zijn overtuiging was, dat het Woord Gods ook voor de 20ste eeuw zijn kracht ten volle heeft behouden. Hiermede, zei spr.,. komen wij al dadelijk in conflict met alle mogelijke „stelsels" en „par tijen", die zonder onderscheid alle trachten de orde, die God voor het sociaal-economische leven heeft gesteld, te ondermijnen of op zij de te zetten. Toch moeten we ook bij de be oordeeling dier „stelsels" en „partijen" recht vaardig zijn. Nooit mag worden vergeten, dat ze zijn geboren, mede doordat ten aan zien van bepaalde belangen het betrachten van Gods geboden hopeloos te kort is gescho ten. Zouden met name het socialisme en het communisme wel zulk een aanhang hebben gevonden, indien Gods wetten niet alleen het begin van onze godsdienstoefeningen, maar indien zij vooral het begin waren geweest van al onze handelingen, ook in de maat schappij? We zijn er niet mee klaar, wan neer we eiken .Zondag de wet van God laten voorlezen, want wij moeten die wet betrach ten, ook op Maandag en Dinsdag en op el- ken dag van ons leven. In de liefde tot God en den naaste moeten al onze gedragingen in dit leven worden be- heerscht. Zoo eeren we God als onzen Ko ning, die Zijn wet op de aarde gesteld heefr. Daarom, tot de Wet terug! Hier ligt een taak voor onze christelijke actie, zoowel op sociaal als staatkundig terrein, omdat het te rugbrengen tot die wet, de oplossing is van alle problemen, die op ons terrein zich voordoen. Spr. herinnerde aan het woord Van prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine toen hij zich op den vijfden christelijk-socialen cursus ver leden jaar in Lunteren aldus uitdrukte: „Wij hebben geleerd, dat tegenover de be staande wereldorde nóch de houding past van den tevredene nóch die van den twijfel moedige, maar alleen de houding van den criticus". Inderdaad, onze tijd heeft ons wat te ke ren. De crisislessen zijn hard, maar noodig. Reeds Jesaja wist daarvan. Zijn woorden klonken eveneens in crisistijd. Dr. J. A. Nederbragt zeide onlangs, dat die woorden evengoed van toepassing wa ren op den economischen oorlog van tegen woordig en ds. J. J- Buskes legde die woor den ten grondslag aan zijn radio-intreepreek te Amsterdam op 4 September 1932. Wij moeten de crisislessen leeren en aan vaarden en daarnaar onze houding bepalen. „Wat mij kan benauwen, aldus mr. dr. A. A. van Rhijn op genoemden chr.-soc. cursus, woord spreken, schuurt de boot tegen den wal aan de overzijde. Beide mannen nemen hun bijl op, trekken de boot omhoog en gaan noordwaarts langs het Braaten-pad, even stilzwijgend als ze over geroeid zijn. Het is Ola Eriksen, op weg om zijn doch ter terug te halen. Daar gekomen, vanwaar men Braaten ziet, blijft Ola Eriksen staan. Ja, je begrijpt de zaak zeker wel? zegt hij tot den knecht. Ja, dat zou ik wel denken, antwoordt de jongen. Of wel, ze komt nu mee, of wel het loopt verkeerd, zegt Ola Eriksen somber. Zijn vuist klemde zich om de schacht der bijl, zoodat zijn knokkels wit werden. Ja, dat begrijp ik, antwoordde de jongen Maar hij trok een bedenkelijk gezicht. Ze liepen weer voort en kwamen eindelijk aan de ontginning. Daar bleven beiden eens klaps staan. De hoeve was omheind en zoowel uit den schoorsteen van het oude als'van het nieuwe huis steeg rook naar boven. Maar ginds aan den zoom van het woud was Tore Braaten met den grooten Bruine bezig om steenen en wortels op een hoop te rijden. Ola Eriksen werd wit van woede en kon geen woord uitbrengen. Maar de jongste knecht, die met grootte oogen stond te sta ren, sprak in zijn plaats. Neen, maar, dat is een echte hoeve ge worden flapte hij er opeens uit. Ola Glomgaarden stond nog zwijgend daar. Nu overmeesterde de woede hem. Kom nu, zei hii kortaf er liep r«cht od is, dat bij vele menschen het christelijk ge loof is geworden: stilstaan. Het is niet meer een bewegende kracht". De oplossingen die men ter opheffing van de crisis van alle zijden heeft aangevoerd, overtreffen schier in aantal de beschouwin gen over de oorzaken. En was men het nu in de groote lijnen in de oplossing maar eens, we zouden spoedig door de moeilijkheden heen zijn gekomen, meende spr., maar het is verbijsterend hoe economen van naam zich hebben tegenge sproken en tegen elkander in hebben gerede neerd. Spr. gaf hiervan een staaltje door op te sommen waarvoor in de laatste maanden zooals gepleit is, veelal voor zaken, die in strijd zijn met elkaar. Al deze zaken werden aanbevolen, sommi ge in verband met elkander en andere als op zichzelf staande principes, waaraan zou moeten worden voldaan, vóórdat er van eenige verbetering sprake zou kunnen zijn. Wanneer we ons hoofdzakelijk willen be palen bij de crisis in ons land en de maat regelen die daartegen genomen moeten wor den, dan, zoo vervolgde spr., moeten we ons eerst realiseeren dat ons land geen „crisis- haard" is. Dr. J. A. Nederbragt, chef der directie van economische zaken van het departement van buitenlandsche zaken, heeft eveneens in zijn radiorede van 8 Juni j.1. daarop de aandacht gevestigd. Hij zag crisishaarden in Duitsch- land, Engeland (in dit land in afnemende mate), Centraal Europa en Amerika en hij beweerde, dat deze centra, die de hoofdoor zaken van de crisis in zich meedragen, de gevolgen daarvan ook hebben meegedeeld aan de landen in de omgeving, aan Neder land, Frankrijk, Zwitserland enz. Dit mag eenerzijds een geruststellen den invloed op ons hebben, anderzijds is het een benauwende gedachte dat Nederland zelf hoegenaamd niet in staat is, maatrege len tegen de crisis te nemen, maar dat ons land hierin van de omringende landen af hankelijk is. Toch kan dit niet beteekenen, dat ons land dan maar passief moet zijn en maar lijdelijk de crisiss'agen moet opvangen in de verwachting dat daaraan te eeniger tijd nog weieens een einde zal komen. Dege nen die dergelijke gedachten koesteren, too- nen dezen tijd niet begrepen te hebben, want zij beseffen niet, dat de binnen- en buiten landsche verhoudingen zich dermate zullen wijzigen, dat na de crisis een gansch ander wereldbeeld zich aan ons zal voordoen. Spr. herhaalde wat dr. Colijn in Gronin gen op de vergadering van Patrimonium zei: „Wie in deze crisis slechts een gewone con junctuurinzinking ziet, wie dus de hoop koes tert dat na korter of langer tijd de normale toestanden vanzelf weer zullen terugkeeren, staat tegenover die vragen natuurlijk anders dan wie oordeelt, dat we voor omvormin gen in ons economisch leven staan; dat het oude althans voor een reeks van jaren niet weer terugkeert, dat we ons voor lange- ren tijd op geheel veranderde toestanden hebben voor te bereiden". Onze regeering is hiervan eveneens door drongen en nog slechts eenige weken gele den heeft de minister van financiën zich in gelijken zin uitgelaten, zooals spr. citeerde. Wanneer men acht geeft op de buitenland sche literatuur zal men eveneens tot d'-ze conclusie komen, ging hij voort. Men weet dan, dat op het oogenblik in de ons omrin gende lanaen op allerlei wijze wordt ge tracht, onze uitvoerproducten zelf voort te brengen. Dat zou de reden kunnen zijn, dat onze goederen, die nu door de tijdsomstan digheden niet meer van ons land worden be trokken, straks door de veranderde productie programma's blijvend in het buitenland zou den worden gekweekt of gefabriceerd, t Mo ge voldoende zijn, om te kunnen beweren, dat het voor ons land van het allergrootste be lang is, dat we nu reeds de maatregelen ne men tot een zoo krachtig mogelijk bedrijfs leven, een bedrijfsleven, dat zich op de ko mende gewijzigde verhouding gaat instellen. Echter, die maatregelen moeten gedragen kunnen worden door onze christelijke begin selen. Vóór alles moeten wij één ding leeren, n.1. dat de crisis het hare tot een nieuwe maat schappijvorming zal bijdragen. Iets daarvan zien we reeds bij de glasfabrieken te Leer dam, waar de arbeiders medezeggenschap hebben verkregen. De tnans in de Tweede Kamer aangenomen bedrijfsradenwet moge de overtuiging geven, dat op den nieuwen weg de eerste schreden zijn gezet. Juist thans heb ben wij ervoor te zorgen, dat het evangelie van Jezus de nieuwe maarschappijvormen zal beheerschen. Daarvoor is leiding noodig en die wil de dhr. vakbeweging geven. Een grootsch plan heeft zij daartoe op touw gezet, in de over tuiging, dat het ledental moet worden opge voerd, meer nog dan tot dusver reeds het het nieuwe huis aan, want hij meende stellig dat Berit daar was. De knecht volgde. Maar zoodra Tore Braaten had gezien wie daar kwamen, bond hij den grooten Bruine aan een den vast en trad achter dit twee het huis binnen. Toen hij binnen kwam, stonden Ola Eriksen en zijn knecht met de bijl over den schouder, midden op den vloer. Ze hadden rondgekeken naar Berit, maar niemand ge vonden. Tore Braaten ging recht op den hoogen ze tel af, waar, boven het raam, een geweer hing, en nam plaats. Goedendag mannen, zei hij. Er lag iets brandend heets in zijn blauwe oogen. Ola Eriksen stond daar trots, maar bleek. Ja, je weet om wie ik hier kom, zei hij met ijskoude stem. Tore Braaten keek hem strak aan. Neen, dat weet ik juist niet, gaf hij ten antwoord. Ola Eriksen stampte op den grond, zoodat de nieuwe vloer kraakte. Leugenaar! schreeuwde hij. De bijl op zijn schouder gleed neer. Tore Braaten keek hem aan. Zijn blauwe oogen werden al donkerder en donkerder. Ga zitten, antwoordde hij. Ola Eriksen omklemde de bijl vaster in zijn rechter hand. Waar is Berit? vroeg hij. Tore Braaten stond op en nam het geweer van den muur. Niet hier, antwoordde hij. en er kwam een jjzige koude in zijn jonge stem. geval was. Dan pas kan de christelijke over tuiging van goeden invioed zijn op de vor ming van de nieuwe maatschappij. Spr. ging na wat de chr. vakbeweging reeds deed op dit terrein en betoogde dan dat er méér moet gebeuren. Daarom wil de christelijke vakbeweging kernen vormen, om de massa te overtuigen, dat alleen de christe lijke beginselen de ware zijn. De organisaties en de besturenbonden zul len de clubs tot kernvorming moeten op richten en deze hebben dan de sociale wet geving van nu en voorheen te bestudeeren, alsook de maatschappijvormen en de vragen van vakorganisatie. Spr. zette verder uiteen, hoe een en ander dient te geschieden en welke hulp het C. N. V. hierbij zal geven. Laten wij den arbeid zoo goed mogelijk trachten te doen en niet versagen ook al ko men er teleurstellingen. Versterkt onze ge lederen en vertrouwt op God, die dat ver trouwen zal geven. Een zestal musici, dat zich ook reeds eerder had doen hooren, vulde de hierna komende pauze en daarna werden verschillende voor drachten gehouden. Ds. Warners sprak een slotwoord, waarin hij als samenvatting van den avond constateerde, dat het van het hoogste belang is. werkelijk christen te zijn. V at geeft het christelijk georganiseerd zijn, als wij niet d« hand aan den ploeg willen slaan en steeds achterom zien? Wij moeten vooruit zien, als wij den eisch van God hebben begrepen. E)e nood van de tijden drukt zwaar en daar om zegt Christus: .vooruit het volle leven in, persoonlijk, ook al beteekent het de dood. Maar dat einde beteekent slechts de dood van alle dwaalwegen, waarbij alleen overblijft de ééne richting: de richting van God en diens Koninkrijk. Wie dat voelt, weet dat hij niet alleen staat, zooals God zelf heeft gezegd: „Zie ik ben bij U". Dan zal God ook de chr. vakbeweging gebruiken tot opbouw van Zijn Koninkrijk. Zóó beschouwd, geloofde spr. stellig, dat deze avond niet tevergeefs zal zijn geweest. De heer P i e r s m a bracht vervolgens een woord van dank aan allen, die aan het wel slagen van den avond hebben meegewerkt. Na gemeenschappel ijken zang sloot ds. von Meyenfeldt de bijeenkomst met dankgebed. De „Ver. Staten van Europa" voor den auto-toerist verwezen lijkt! Welk een juichkreet zou er opgaan, wan neer de kabouters vannacht eens alle tolmu ren omverhaalden, welke thans in zoo menig opzicht een belemmering vormen voor den terugkeer raar jaren van welvaart! Voorloo- pig gelooven alleen de idealisten onder ons aan de „Vereenigde Staten van Europa" en toch wanneer men nagaat, wat er op het gebied van internationaal autoverkeer reeds bereikt is door internationale overeenkomsten, dan behoeft men ook voor de overige grens- documenten de hoop op vereenvoudiging niet op te geven. Velen onzer lezers zullen dezen zomer wel een kort of misschien zelfs een lang uit stapje per auto gemaakt hebben en talrijk wa-en ook in dit seizoen de toeristen, die eens buiten de landgrenzen hebben gekeken; die elders gezocht hebben, wat Nederland niet bieden kan. (Bergen, grootsche watervallen, enz.) Daarom zal het menigeen, naar wij vermoeden, interesseeren om eens iets te lezen over de organisatie van het internationale autotoerisme. Reeds in 1896 werden er door vooruitstrevende toeristen pogingen gedaan, om de tijdroovende en kost bare grenspassages voor automobielen te vereenvoudigen. Wanneer men daarbij be denkt, dat een auto tegen het einde van de vorige eeuw een gecompliceerd voertuig was, dat chronisch aan de fiechziekte leed, reali seert men zich terdege, dat er inderdaad een vooruitziende blik noodig was, om in die jaren het internationale verkeer te gaan be vorderen voor vervoermiddelen, die eigenlijk niet eens in staat waren, om zonder repara tie van Amsterdam naar Rotterdam te rijden! In verschillende landen bestonden toen reed3 toeristenvereenigingen, zoo in Nederland de A. N. W. B., die in 1933 zijn vijftig-jarig bestaan hoopt te herdenken. De verschillende vereenigingen hebben toen de handen ineen geslagen en zoo werd, omstreeks 1900, in ons land het eerste triptiek afgegeven, waar mede een autotoerist onbelemmerd naar België kon rijden. Wat zijn triptieken? Zooals op het oogenblik wel algemeen be kend geacht mag worden, heffen alle Euro- Ola Eriksen keek naar zijn knecht. Het was alsof beiden een huivering beving. \Xaar is ze?1 vroeg Ola Eriksen bits. In het huis ginds, gaf Tore Braaten ten antwoord. Hij stond met het geweer in de hand naast den hoogen zetel. Ola Eriksen stampte op den vloer. Haal ze hier! riep hij. Neen, antwoordde Tore Braaten. Ik hek geen tijd. Beiden, haar en het paard! riep Ola woedend. Vraag er haar om, antwoordde Tore luid. Ik heb het paard van haar geleend en er ook voor betaald! Hij stond daar nog als tevoren. Ola Eriksen zette verbaasde oogen op. maar begon zich weer driftig te maken. Waar is ze dan? schreeuwde hij. In het huis ginds, heb ik je gezegd! schreeuwde Tore Braaten nu terug. En nu onmiddellijk de deur uit, beidenl voegde hij er toornig aan toe. Dit is mijn hoe ve, nu weet jelui hetl De blauwe oogen vlam den. Hoeve) schreeuwde Ola Glomgaarden hoonend, terwijl hij zich half omkeerde. Ja, hoeve, antwoordde Tore Braaten en richtte zich op. Er uit) schreeuwde hij. Komen jelui tweeën hier met bijlen aan! Hij omvatte de ge weerkolf. Toen keerde Ola Eriksen zich om en ging heen. Rechtstreeks stapte hij op het oude huis af. De jongen volgde. Maar Tore Braaten bleef in de deur staan met het geweer in de hand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5