Rechtszaken Jocmeei Tuimeltje en'Kruimeltje in het Kabouterkind. Oroot financieel risico. Internationale rijbewijzen Naar een nóg vrijer grensverkeer. Dat is de leuze, waardoor ook de A. N. W. B. onafgebroken strijdt In den loop der jaren is er door zijn initiatief of zijne mede werking op internationaal gebied reeds zeer veel vereenvoudigd. werkt antiseptisch, verfrischt den mond, en houdt de tanden mooi, wit en gezond. ZWENDEL IN DUITSCHE OBLIGATIES? Notaris voor de rechtbank. peesche landen invoerrechten op auto's. Wanneer men den invoer voor toeristische doeleinden zonder meer vrij zou geven, dan zou de schatkist daar slecht bij varen, want plotseling zouden natuurlijk vrijwel alle auto's door „toeristen" worden ingevoerd. Daartegen moet dus gewaakt worden- aan de grens eischt men öf betaling van de in voerrechten öf het storten van een catiT'e (waarborgsom). Wanneer een Nederlandsche auto tijdelijk b. v. in België moet worden in gevoerd, eischt de Belgische douane aan de grens van den automobilist, dat deze een waarborgsom deponeert. Verzuimt men den weder-invoer, dan komt België niets te kon, want alleen wanneer de auto het land ver laat wordt de gedeponeerde som (de cautie) teruggegeven. Reizen per auto zou op die manier (welke vóór de invoering der |rlP4ie_ ken toch de eenig mogelijke was) heel duur en tijdroovend zijn. Daarom heeft men du internationaal aldus geregeld; In tal van landen zijn onderling samenwerkende clubs gevormd, wier garantie tegen misbruiken door de regeeringen erkend is. Zoo is o.a. in België gevestigd de Touring Club de öei- gique (T. C. B.), welke bij het Belgische Mi nisterie van Financiën een groot bedrag ais „centrale" waarborgsom gedeponeerd neett en daardoor het recht verkreeg, om triptieken (bewijzen van vrijen grensovergang) af te geven. Buitenlamische clubs, die met de i C. B. samenwerken, (in Nederland de A. IN W- B.) ontvangen van de Belgische vereeni- ging een aantal blanco triptieken en verstrek ken deze, nauwkeurig ingevuld, aan hun leden. Toch zou b.v. een mala-fide clublid misbruik kunnen maken door een auto met een triptiek, dus zonder betaling van invoer rechten en zonder het stellen Van een cautie aan de Belgische grens, in België in te voe ren en aldaar te verkoopen, terwijl het trip tiek immers uitsluitend bestemd is voor toe ristisch gebruik, dus voor iijdelijken invoer Zoodra echter aan de Belgische douane uit haar registers blijkt, dat een bepaalde auto wèl ingevoerd, doch niet weder geëxpor teerd is, moet de T. C. B. het bedrag der in: yoerrechten boete!) betalen. Indien zij 'dit weigeren zou, wordt natuurlijk het bo vengenoemde depot aangesproken. Vanzelf sprekend eischt de T.C.B. het bedrag op van 'de buitenlandsche club, die het triptiek heeft ;afgegeven en deze verhaalt de kosten weer op 'het lid, dat het document gebruikt heeft. ÈDit „verhaal" is natuurlijk niet steeds moge lijk, zoodat aan de afgifte van triptieken risico's verbonden zijn. In vroeger jaren werd dan ook van iedereen, die een triptiek aan vroeg een zekerheidsstelling in contanten of effecten geëischt, terwijl een derde manier was het stellen van een bankgarantie. Toen echter na den oorlog de auto een populair vervoermiddel werd, stuitte deze regeling op bezwaren, want niet ieder automobilist bezit effecten en niet iedereen kan groote bedragen aan geld gemakkelijk vrij maken. Daarom is toen in vrijwel alle landen een nieuwe rege ling ingevoerd, waarbij voor ieder triptiek ^en kleine premie betaald wordt, welk bedrag door de club gebruikt wordt om het risico bij een borgmaatschappij te dekken. De kosten van de grensdocumenten zijn bij verschillen de vereenigingen in de diverse landen in een hoogere contributie verdisconteerd. Bij an dere evenwel is de contributie juist zoo laag mogelijk gesteld en moet voor dergelijke extra's een kleinigheid betaald worden, welke echter op het reisbudget geen post van eenige beteekenis uitmaakt. Aangezien de afgifte van grensdocumen ten belangrijke risico's met zich brengt en de regeeringen overigens natuurlijk alleen willen werken met te goeder naam en faam bekend staande;, kapitaalkrachtige vereeni gingen, is het duidelijk, dat de afgifte van deze stukken niet aan „jan en alleman" in handen gegeven kan worden. De waarde van de „in omloop zijnde" waarborgsommen loopt alleen voor Nederlandsche auto's in tientallen millioenen guldens. Het risico, dat de clubs loopen, ontstaat niet alleen door frauduleus gebruik, ook wanneer de auto in het buitenland door diverse oorzaken achter blijven moet (brand, diefstal, enz.) moeten de invoerrechten veelal betaald worden. Het Carnet de passages en douanes is te bespu wen als een bundel triptieken, op handige .wijze in een boekje vereenigd. Met zoo'n carnet kan men practisch geheel Europa doortrekken, zoodat in dit opzicht de Ver- eenigde Staten van de oude wereld voor den automolibist verwezenlijkt zijn. zijn stukken, waardoor de Nederlandsche rijbewijzen ook buiten de grenzen geldig wor den. Terwijl de triptieken of carnets dus a.h. w. zekerheidsmaatregelen van den fiscus zijn, waardoor ontduiking van de invoer rechten buitengesloten wordt vervult het in ternationale rijbewijs een „politioneele rol". Vroeger was dit bewijs uitsluitend geldig voor één bepaalde auto, Jegenwoordig wor den voor den wagen en voor den bestuurder afzonderlijke documenten verstrekt, welke feitelijk een meervoudige vertaling zijn van de inheemsche rij- en nummerbewijzen. In internationale verdragen heeft onze regee ring zich verplicht, ervoor te zorgen, dat deze Internationale documenten alleen in handen van bevoegde bestuurders komen, opdat het verkeer in het buitenland niet door vreemden in gevaar gebracht zal worden. Daarom moeten alle gegevens over de af gegeven rijbewijzen, Welke door de provin ciale griffies verstrekt worden aan de clubs die ten onzent deze documenten afgeven' telkenmale voor de afgifte van internationale bewijzen geraadpleegd worden. Voorts moet rekening gehoude- worden met de vonnissen, waarbij rijbewijzen ingetrokken worden en moet dus in het algemeen de garantie be staan, dat alle wettelijke bepalingen (ook in verband met dronkenschap) geëerbiedigd worden. Het behoeft wel geen betoog, dat de afgifte van internationale rijbewijzen dien tengevolge een staf van geschoold personeel vordert en een minutieuze, uitvoerige regi stratie van alle noodzakelijke gegevens! In Nederland bestaat gelukkig een gecen traliseerde afgifte (onze regeering heeft deze in handen gesteld van den A. N. W. B. en de K. N. A. C.) dank zij welke regeling hier te lande de kosten tot een minimum terug gebracht konden worden. Ter vergelijking diene, dat in Duitschland de internationale bewijzen door de politie afgegeven worden, die daarvoor 16 Mark per stel rekent! In Nederland kosten deze bewijzen slechts een fractie van den Duitschen prijs, terwijl de zoo juist genoemde clubs voor hare leden de kosten geheel of bijna geheel voor haar re e- ning nemen, aangezien practisch gesproken iedere automobilist, die naar het buitenland gaat of om eigen voordeel öf om moreele redenen lid is van een dezer clubs komt de Nederlandsche regeling er neer dat de nood zakelijke stukken gratis of althans ver be neden kostprijs in handen van de gebruikers komen. In dit verband mag er nog wel eens op gewezen worden, dat een dergelijke centra lisatie indertijd ook voor de afgifte van de Nederlandsche rijvaardigheidsdiploma's in gevoerd is, met het gevolg, dat de kosten hiervoor, welke door de regeering op 10 gul den waren gefixeerd, met meer dan de helft verminderd "konden worden. De samenwer kende verkeersbonden hebben zoodoende in vijf jaar tijd voor „benzinend Nederland" een bedrag'van meer dan een milltoen gul den bespaard. Iedereen, die wel eens de grens gepasseerd is, weet trouwens uit ondervinding, hoe sim pel het reizen met de auto geworden is. Op een kort geleden in Boedapest gehouden in ternationaal congres heeft de A. N. W. B. een verdere vereenvoudiging voor het rijwiel- verkeer voorgesteld, en mettertijd zal het on- getijfeld mogelijk blijken om ook voor het autoverkeer de nog bestaande formaliteiten (welke toch reeds zeer eenvoudig zijn) geheel uit den weg te ruimen. Dat het internationaal toerisme, waarvan ook in ideëel opzicht nog heel veel te verwachten is, daardoor in hooge mate bevorderd zal worden, is een gelukkig gevolg van een actie, welke nu al tientallen jaren, ook door den A. N. W. B., met stijgend succes gevoerd is. BEZUINIGING BIJ JUSTITIE. Niet te ontkennen is dat bezuiniging op de Staatsuitgaven ernstig is geboden en dat naar afdoende middelen moet worden uitge zien om dat doel te bereiken, mits hierdoor niet in gevaar komt de uitoefening van een der meest belangrijke organen van den Staat „de Rechtspraak". Het ranport-Welter heeft te dien opzichte ingrijpende voorstellen ge daan door de opheffing Van een groot aantal Kantongerechten en eenige Arrondissements Rechtbanken, als middel om tot bezuiniging te geraken, aan te bevelen. Wat de opheffing van de Kantongerechten betreft zoo zal daarop niet worden Ingegaan omdat nu ongeveer 25 jaar geleden eene nieuwe rechterlijke indeeling dier gerechten door splitsing, samenvoeging en opheffing gebaseerd op het toenmalig bevolkingscijfer door mij in het Weekblad van het Recht is bepleit, waar echter niet de minste aandacht is aangeschonken, doch naar mijn bescheiden meening is een woord van protest niet mis plaatst, waar het de opheffing van eenige Rechtbanken betreft, te meer waar getracht zal worden aan té toonen dat er nog andere en minder matale middelen bestaan, om tot vermindering van uitgaven ook op de Justi- tiebegrooting te geraken. De voorgestelde opheffing der met name genoemde Arrondissements Rechtbanken doet denken aan bevoorrechting van de groote steden ten koste van het platteland, hetgeen, de geschiedenis leert het, herhaaldelijk is voorgekomen. Men gaat toch van deze rede neering uit. Er zijn enkele Rechtbanken wier instandhouding in verband met de te geringe arbeidsprestatie van hen die daaraan verbon den zijn niet gerechtvaardigd is en daarom moeten deze uit een oogpunt van bezuiniging maar verdwijnen, zonder zich goed reken schap te geven van de gevolgen en de voor steller heeft er geen rekening mede gehouden dat het doel ook te bereiken is door andere middelen, die het voortbestaan der bedoelde Rechtbanken uit verschillende overwegingen niet alleen mogelijk maar gewenscht doet zijn. Moet er op Justitie bezuinigd worden, waarom dan vier Hoven in den lande waar zoo dikwijls stemmen zijn opgegaan dat deze instatie in de rechtspleging wel kan gemist worden en speciaal, zooals verluidt, het Hof te Leeuwarden weinig te doen heeft. Waarom moeten de Arrondissements Rechtbanken in de Provinciale Hoofdsteden gehandhaafd blijven, waar met cijfers is aangetoond dat de werkzaamheden er minder omvattend zijn dan o.a. de Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar, die ten doode is opgeschreven? En nu kon ik van zelf tot de kern van mijn betoog tot behoud dier Rechtbank om de een voudige reden dat ik mij bij gebreke van locale kennis en andere gegeven onbevoegd acht te oordeelen over de wenschelijkheid van het al of niet voortbestaan der andere Recht banken, wier opheffing in uitzicht is gesteld. Alkmaar bevindt zich door zijn ligging in eene bijzondere positie, een uitgestrekt achter land ligt ten noorden met de volkrijke ge meente den Helder aan de spits van Noord holland daarvan benoorden de eilanden Texel, Vlieland en Terschelling en in het noord-oosten de pas ontstane Wieringermeer- polder, een groote uitgestrektheid, die te ver wachten is dat in de naaste toekomst wel be volkt zal worden. Moeten nu de bewoners van deze gebieder, in het vervolg voor den rechter in Haarlem verschijnen, wanneer hun aanwezigheid het- z>j in burgerlijke hetzij in strafzaken aldaar noodzakelijk is enkel en alleen omdat de rechter te Alkmaar te weinig te doen heeft, want dit toch is het eenige tastbare motief voor de opheffing dier Rechbank. Wat een tijdverlies en geldverspilling deze voorgestelde maatregel met zich zal brengen is niet onder woorden en cijfers te brengen en het merkwaardige is dat de minister in de memorie van toelichting aangaande dit wets ontwerp zegt „dat de opheffing der rechtban ken, die daarvoor in aanmerking komen, noodwendig zal moeten leiden tot uitbreiding van de bezetting der Rechtbanken aan wier rechtsgebied de opgeheven rechtbanken zul len worden toegevoegd" zoodat het op stal zetten van rechters als bezuinigingsmaatre gel niet zwaar kan wegen en enkel en aJleen de deernis met Rechtbanken die te weinig te do enhebben, als argument voor de opheffing kan dienst doen. Wanneer dit zoo is en de arbeider zijn loon waard moet zijn, dat wel niemand ontkennen zal, dan zijn er zeker twee middelen om uit deze impassie te geraken: le. Toevoeging van rechtsgebied aan rechtbanken die dan te weinig te doen zouden hebben en dientengevolg de losmaking van dat gebied van Rechtbanken, die met werk zijn overladen in het onderhavige geval b.v. de gemeenten Velsen, Beverwijk en Velsen losmaken van het Arrondissement Haarlem en toevoegen aan het rechtsgebied van de Rechtbank te Alkmaar; 2e. Inkrimping der rechterlijke ambtena ren en van het personeel aan een der op te heffen Rechtbank verbonden. Waar het nemen van conclusie in burger lijke zaken door den Officier van Justitie hoogstwaarschijnlijk zal worden afgeschaft, kan een dergelijke Rechtbank zeer goed func- tioneeren met één titularis die het Openbaar Ministerie vertegenwoordigd, want een thans gewezen Officier van Justitie van een derge lijke Rechtbank heeft mij eens met zoovele woorden gezegd, „ik heb bijna niets te doen" Ook het aantal rechters aan dergelijke recht banken verbonden kan gevoegelijk met één verminderd worden en teruggebracht worden op vier, want wanneer men de collegiale rechtspraak wil handhaven, zijn zeker drie rechters voldoende om zoowel in burgerlijke als in strafzaken een kamer te vormen, terwijl dan een hunner permanent voor een zeker tijdperk als rechter van instructie kan fun- geeren en er voor een der leden der kamer dan wel genoegzaam beschikbare tijd over blijft om als politierechter op te treden, ter wijl in cas van ziekte of vacantie wel altijd reehter-plaatsvervangers beschikbaar zullen zijn om in te springen. Deze inkrimping geldt ook voor j>ersoneel aan parket en griffie verbonden daar wellicht door minder omslachtige en meer eenvoudi ge werkwijze, werkkrachten kunnen worden gemist. Indien aan deze voorgestelde bezuinigings maatregelen, die betrekkelijk eenvoudig zijn en tot hetzelfde doel zullen leiden, eenige aandacht mocht worden geschonken is de „drastische maatregel" opheffing van Recht banken, zooals de Telegraaf het in haar blad van 12 October gelieft te noemen, die nood wendig tot ontstemming leidt en nog meer wantrouwen van het platte land tegenover de steden doet ontstaan, absoluut onnoodig en ik ben er van verzekerd dat wanneer de minister de opheffing van de met name ge noemde Rechtbanken loslaat er zeker wel met de Kamers te ipraten zal zijn om door eene nieuwe rechterlijke indeeling en inkrim ping van personeel, waar dit overtollig is, langs geleidelijken weg tot een zelfden doel verlaging van de Justitiebegroting te ko men. Wanneer „Barbertje moet hangen" waarom is dat lot juist toegedacht aan Alk maar en niet aan Haarlem? Haarlem is als 't ware een voorstad van Amsterdam, men zegt dat er of in de onmiddellijke omgeving Amsterdamsche rechters wonen. Haarlem be zit een totaal ongeschikt Rechtsgebouw ter wijl dat in Alkmaar in alle opzichten aan de festelde eischen voldoet en is het nu zoo een ezwaar dat de Haarlemieten en de bewoners der naast gelegen gemeenten in Amsterdam berecht worden waar beide plaatsen met al lerlei communicatiemiddelen zijn verbonden en is het denkbeeld van Mr. ae Jongh een bezadigd Amsterdamseh Rechter, die de kaart van het land kent, zoo dwaas, dat wan neer Haarlem er bijzonder op gesteld mocht zijn om de magistratuur binnen hare muren te zien, het Hof uit Amsterdam, te meer waar de ruimte van het gebouw op de Prinsen- fracht voor Hof en Rechtbank te beperkt lijkt te zijn, naar Haarlem wordt over gebracht? Ik heb getracht een lans te breken voor het behoud der Rechtbanken over wier opheffing de beide Kamers der Staten Generaal eer lang zullen hebben te beslissen en heb daar voor eenvoudige nuchtere argumenten aan gevoerd en mij gespeend van ideëele over wegingen, die er zeker te over zijn en die Mr. E. W. Catz in zijn ingezonden stuk „van Zeven Dekens" in de Telegraaf heeft goed gevonden, uit welke overwegingen dan ook, belachelijk te maken, zondeer echter de kern van de zaak, waarom het uitsluitend gaat, te raken, te weten of de bezuiniging die wordt verkregen door opheffing van de genoemde Rechtbanken voldoende opweegt tegen de meerdere kosten die noodwendig zullen ont staan door aanzienlijke hoogere toeschattm- aen aan getuigen enz en uitbreiding van personeel aan Rechtbanken, waarin het rechtsgebied van de opgeheven Rechtbank wordt opgenomen, om van het ongerief der rechtzoekende maar niet te spreken. Als leek gesproken staat het pro en contra met betrekking tot de eventueele opheffing der genoemde Rechtbanken buiten de politiek en het is te wenschen dat deze er geheel bui ten blijft, omdat aHdan eene objectieve be oordeeling onwillekeurig wordt vertroebeld ofschoon de Staten Generaal, volgens de Grondwet, het geheele Nederlandsche volk vertegenwoordigen, maar het is wel te ver wachten dat de minister, die er wel geen ka binetskwestie van zal maken, met zijn voor stel tot opheffing dier Rechtbanken bij de verschillende politieke fracties veel tegen- standzal ondervinden, omdat de motieven voor opheffing uit een oogpunt van bezuini ging niet zwaarwichtig genoeg zijn en door andere minder vixatoire middelen, zooals hierboven is aangegeven, kunnen ondervan gen worden om tot een en het zelfde doel, versobering der Staatsuitgaven ook op de Justitie begrooting, aan te sturen. Eenige maanden geleden werd te Am sterdam een notaris gearresteerd, ver dacht o.a. een aantal valsche ambts- eedige verklaringen inzake een effecten transactie te hebben afgelegd. Hij legaliseerde n.1. een verklaring d.d. 18 Februari 1927 van een weduwe en een desbetreffende verklaring d.d. 18 Maart '27 van een inmiddels gefailleer- den bankier als zou de overleden echt genoot van de weduwe op 3 Dec. 1919 gekocht hebben voor M. 298 000 aandeo- len Keulsche stadsleening. Deze verklaringen hadden ten doel dat bezit te doen erkennen als „oud be zit" in den geest van de Duitscne wet va«n 16 Juni 1925, dus als bezit, verkre gen vóór 1 Juli 1920. Bij „oud bezit" kreeg de houder nl. „Ablösungsanleihe mit Auslosungsrechten" tot een bedrag van 2% van het ingeleverde nominale bedrag, welke „Anleihe" aflosbaar was binnen 30 jaar door uituoting met het vijfvoudige van het nominaal bedrag, vermeerderd met 5 rente voor elk jaar, dat de stukken niet afgelost waren. Ingeval van „nieuw bezit" ontving de houder echter niet rentedragende stuk ken, groot 2H van het ingeleverde nominale bedrag, welke stukken eerst aflosbaar zijn nadat Duitschland aan zijn verplichtingen inzake de herstelbe talingen zal hebben voldaan. De „Ablö sungsanleihe mit Auslosungsrechten" heeft een beurswaarde van 46 met het vijfvoudige nominale bedrag, die zonder ,Auslosungsrecht" slechts van 4 van het nominale bedrag. De bankbediende, die in dienst was bij de nu gefailleerde bankiersfirma Roozen en Co., heeft reeds eenige maanden be leden in verband met dezen zwendel in Duitsche gemeente-obligaties, terecht gestaan wegens valschheid in geschrif te. Hij werd veroordeeld tot een gevan genisstraf van acht maanden. Tijdens deze zitting heeft de officier van justitie g :ogd, dat hij ook den bankier en den notaris graag tegelijkertijd in het ver dachtenbankje had gezien. De bankier was echter naar het buitenland gevlucht en de notaris wist door allerlei rechts- midelen zijn zaak steeds uitgesteld te krijgen, zoo zeide de officier toen, „maar hij kan er op rekenen, dat zijn tijd ook aanbreekt." De notaris diende naar aan leiding van dit gedeelte van het requisi toir zelfs een klacht tegen den officier in. Gister stond voor de Amsterdamsche rechtbank de notaris terecht, verdacht van valschheid in geschrifte. Toen de zitting zou beginnen, bleek, dat de nota ris, die kort na zijn arrestatie tegen borgstelling in vrijheid werd gesteld, niet was verschenen. De officier van justitie mr. Van Dulleman begon met te zeggen, dat verd. wel een held is in het vinden van spitvondigheden, doch niet om zich ter zitting te verdedigen. De officier vorderde op grond van het nieu we artikel 272 strafvordering de mede- brenging van verd. te gelasten. Na in raadkamer te zijn geweest, besloot de rechtbank hiertoe, de zitting werd een uur geschorst om den notaris met den sterken arm ter zitting te doen verschij nen. Om twaalf uur was de zitting nog ge schorst. Bij informatie bleek dat de poli tie intusschen den verdachte niet had aangetroffen. Een inspecteur en twee rechercheurs zijn onverrichterzake te ruggekeerd na een oogenblik iemand te hebben gearresteerd dien zij voor ver dachte aanzagen. In de rechtszaal en wandelgangen waar, vooral van de zijde van de balie groote belangstelling was voor cjezè zaak, deden de vreemdste verhalen ronde. Reeds Dinsdagavond zou een re chercheur zich hebben geposteerd bij het huis van verdachte, die des middags zou zijn uitgegaan om i int IJ-bosch te wandelen, waar twee rechercheurs, die volgden, hem uit het oog zouden hebben verloren. Nadat tot één uur gewacht fs, keerde de rechtbank terug. De rechtbank vaardigde toen opnieuw een bevel uit tot medebrenging van ver dachte tegen 3 uur en schorste tot zoo lang de zitting. Te drie uur was de belangstelling weer zeer groot, de publ. tribune waj tot op de laatste plaats bezet. Te kwart over drie was verdachte nog steeds niet gevondei# Te kwart voor vier kwam de recht bank weer binnen en deelde mede, dat verd. niet was verschenen. De rechtbank stelde er echter prijs op de zaak in te genwoordigheid van verd. te behandelen Derhalve werd de zaak geschorst tot Maandagochtend te negen uur, het bevel tot medebrenging zal opnieuw worden uitgevaardigd. DE ALKM. OPERETTE- EN ORKEST- VEREENIGING JUBILEERT! 't Was op een der avonden in den zomer van 1927, dat de Alkmaarsche Courant een advertentie bevatte, waarin een oproeping werd gedaan tot hen, die iets voelden voor de oprichting van een operetteclub. De belangstelling scheen niet groot, want bij den heer Vóórhaar, den steller van de ad vertentie, kwamen slechts zes brieven binnen. Dat was echter voor hem genoeg en vlug werd een vergaderingtje belegd. Eenigen tijd later was de operetteclub opgericht... Thans zijn wij 5 jaar later. En de Alk maarsche operetteclub, nu Alkmaarsche Operette- en Orkestvereeniging geheeten, is in deze korte spanne tijds gegroeid tot een vereeniging, die een geheel aparte plaats in onze stad inneemt. Zij heeft kans gezien, om Alkmaar met vlag en wimpel te verove ren! Een bewijs daarvoor?: in de afgeloopen vijf jaren werden elf opvoeringen gegeven en op één na was de groote zaal van 't Gulden Vlies totaal uitverkocht! Zelfs is het gebeurd, dat er vele honderden teleurgesteld moesten worden, omdat er absoluut geen enkele plaats meer vrij was! Elf operettes "opgevoerd in 5 jaren! Eigen lijk is dat niet juist. Er zijn slechts vijf stuk ken ten tooneele gebracht," doch behalve de eerste keer moesten alle andere keeren twee (of drie) avonden gegeven worden. Doch dat is nog niet alles. De A. O. O. V. verzorgde ook nog twee bals-masqués en vier feestavon- den voor haar donateurs, zoodat de nog jon ge vereeniging reeds voor 17 prettige en prachtige avonden gezorgd heeft! Hoe was het mogelijk, dat de club zooveel succes had? Och het antwoord is gemakke lijk te geven. In de eerste plaats heeft de operette een eigenaardige bekoring. Zij geeft een geschiedenis weer, zooals een tooneelstuk dit doet. Ze geeft verder zang, muziek en dans. En niet te vergeten, ze geeft kleurige costumes en tooneelaankleeding, fraaie be lichtingen, enz. En het bleek, dat het Alk maarsche publiek van al deze bekoringen hield. Nu moet men over een operette niet te licht denken. De voorbereidingen kosten veel tijd en inspanning. Men denke maar eens aan het instudeeren der koren, aan de repetities voor het orkest, aan het samenspel, aan de regie! En wij mogen hier wel hulde brengen aan regisseur Vóórhaar en aan directeur J. Gerritsen. De eerste zorgde er steeds voor, dat de operette „liep", de tweede, dat de mi> ziek in overeenstemming was met het spel dp het tooneel. En het is elk jaar weer gebleken, dat de uitvoeringen voortdurend op hooger peil kwamen, zoodat het steeds weer een ge not is, een avond mee te maken. Geen wonder ook, als men bedenkt, dat de costumes met de meeste zorg werden uitge zocht en dat met de meeste accuratesse voor de belichting werd gezorgd! En weer moeten wij den heer Vóórhaar noemen, die voor dit alles zorgde en die trouwens steeds de ziel der vereeniging is geweest. Nu wij toch reeds namen genoemd hebben, mogen we mej. Bijl zeker niet vergeten. Vanaf de oprichting bestuurslid, vervulde zij de zware taak van penningmeesteresse Tot heil der A. O. O. V.! Want als men weet, dat elke opvoering zoo'n 500 gulden kost, als men bedenkt, dat er elk seizoen zoo'n 3000 gulden werd uitgegeven en als men dan be denkt, dat zelfs bij een tjok-volle zaal de on kosten nog niet gedekt werden, dan blij*4 wel, dat mej. Bijl een zware taak had, die ze h» ?-P dreigement werd de boer nog woester Hi zet e het arme Kruimeltje onder een grootg°asen wilde de andere kabouters te lijf gaan. Doe eens wa" leelijk mensch ze! Tuimeltje en hij wilde den boer een duw met zijn riek geven, maar dat zou hij duur betalen. Met zulke idiote kereltjes zullen we wel eens anders handelen, zei de boer en pakte nu ook Tuimel tje beet. 240. Waar ga je met me naar toe, zei Tuimeltje met een brutaal gezicht en de andere kaboutertjes moes ten daar echt hartelijk om lachen. Net al die andere, onder een glas, antwoordde de boer en daar stonden ze nu allebei naast elkaar. De een verstond den an der niet en Kruimeltje dacht niet anders of hun laat ste uur was geslagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6