Rechtszaken
Jocmeei
Tuimeltje en'Kruimeltje in het Kabouterkind.
Oroot financieel risico.
Internationale rijbewijzen
Naar een nóg vrijer grensverkeer.
Dat is de leuze, waardoor ook de A. N. W.
B. onafgebroken strijdt In den loop der
jaren is er door zijn initiatief of zijne mede
werking op internationaal gebied reeds zeer
veel vereenvoudigd.
werkt antiseptisch,
verfrischt den mond,
en houdt de tanden
mooi, wit en gezond.
ZWENDEL IN DUITSCHE
OBLIGATIES?
Notaris voor de rechtbank.
peesche landen invoerrechten op auto's.
Wanneer men den invoer voor toeristische
doeleinden zonder meer vrij zou geven, dan
zou de schatkist daar slecht bij varen, want
plotseling zouden natuurlijk vrijwel alle
auto's door „toeristen" worden ingevoerd.
Daartegen moet dus gewaakt worden- aan
de grens eischt men öf betaling van de in
voerrechten öf het storten van een catiT'e
(waarborgsom). Wanneer een Nederlandsche
auto tijdelijk b. v. in België moet worden in
gevoerd, eischt de Belgische douane aan de
grens van den automobilist, dat deze een
waarborgsom deponeert. Verzuimt men den
weder-invoer, dan komt België niets te kon,
want alleen wanneer de auto het land ver
laat wordt de gedeponeerde som (de cautie)
teruggegeven. Reizen per auto zou op die
manier (welke vóór de invoering der |rlP4ie_
ken toch de eenig mogelijke was) heel duur
en tijdroovend zijn. Daarom heeft men du
internationaal aldus geregeld; In tal van
landen zijn onderling samenwerkende clubs
gevormd, wier garantie tegen misbruiken
door de regeeringen erkend is. Zoo is o.a. in
België gevestigd de Touring Club de öei-
gique (T. C. B.), welke bij het Belgische Mi
nisterie van Financiën een groot bedrag ais
„centrale" waarborgsom gedeponeerd neett
en daardoor het recht verkreeg, om triptieken
(bewijzen van vrijen grensovergang) af te
geven. Buitenlamische clubs, die met de i
C. B. samenwerken, (in Nederland de A. IN
W- B.) ontvangen van de Belgische vereeni-
ging een aantal blanco triptieken en verstrek
ken deze, nauwkeurig ingevuld, aan hun
leden. Toch zou b.v. een mala-fide clublid
misbruik kunnen maken door een auto met
een triptiek, dus zonder betaling van invoer
rechten en zonder het stellen Van een cautie
aan de Belgische grens, in België in te voe
ren en aldaar te verkoopen, terwijl het trip
tiek immers uitsluitend bestemd is voor toe
ristisch gebruik, dus voor iijdelijken invoer
Zoodra echter aan de Belgische douane
uit haar registers blijkt, dat een bepaalde
auto wèl ingevoerd, doch niet weder geëxpor
teerd is, moet de T. C. B. het bedrag der in:
yoerrechten boete!) betalen. Indien zij
'dit weigeren zou, wordt natuurlijk het bo
vengenoemde depot aangesproken. Vanzelf
sprekend eischt de T.C.B. het bedrag op van
'de buitenlandsche club, die het triptiek heeft
;afgegeven en deze verhaalt de kosten weer op
'het lid, dat het document gebruikt heeft.
ÈDit „verhaal" is natuurlijk niet steeds moge
lijk, zoodat aan de afgifte van triptieken
risico's verbonden zijn. In vroeger jaren werd
dan ook van iedereen, die een triptiek aan
vroeg een zekerheidsstelling in contanten of
effecten geëischt, terwijl een derde manier
was het stellen van een bankgarantie. Toen
echter na den oorlog de auto een populair
vervoermiddel werd, stuitte deze regeling op
bezwaren, want niet ieder automobilist bezit
effecten en niet iedereen kan groote bedragen
aan geld gemakkelijk vrij maken. Daarom is
toen in vrijwel alle landen een nieuwe rege
ling ingevoerd, waarbij voor ieder triptiek ^en
kleine premie betaald wordt, welk bedrag
door de club gebruikt wordt om het risico bij
een borgmaatschappij te dekken. De kosten
van de grensdocumenten zijn bij verschillen
de vereenigingen in de diverse landen in een
hoogere contributie verdisconteerd. Bij an
dere evenwel is de contributie juist zoo laag
mogelijk gesteld en moet voor dergelijke
extra's een kleinigheid betaald worden,
welke echter op het reisbudget geen post van
eenige beteekenis uitmaakt.
Aangezien de afgifte van grensdocumen
ten belangrijke risico's met zich brengt en
de regeeringen overigens natuurlijk alleen
willen werken met te goeder naam en faam
bekend staande;, kapitaalkrachtige vereeni
gingen, is het duidelijk, dat de afgifte van
deze stukken niet aan „jan en alleman" in
handen gegeven kan worden. De waarde van
de „in omloop zijnde" waarborgsommen
loopt alleen voor Nederlandsche auto's in
tientallen millioenen guldens. Het risico, dat
de clubs loopen, ontstaat niet alleen door
frauduleus gebruik, ook wanneer de auto in
het buitenland door diverse oorzaken achter
blijven moet (brand, diefstal, enz.) moeten
de invoerrechten veelal betaald worden. Het
Carnet de passages en douanes is te bespu
wen als een bundel triptieken, op handige
.wijze in een boekje vereenigd. Met zoo'n
carnet kan men practisch geheel Europa
doortrekken, zoodat in dit opzicht de Ver-
eenigde Staten van de oude wereld voor den
automolibist verwezenlijkt zijn.
zijn stukken, waardoor de Nederlandsche
rijbewijzen ook buiten de grenzen geldig wor
den. Terwijl de triptieken of carnets dus a.h.
w. zekerheidsmaatregelen van den fiscus
zijn, waardoor ontduiking van de invoer
rechten buitengesloten wordt vervult het in
ternationale rijbewijs een „politioneele rol".
Vroeger was dit bewijs uitsluitend geldig
voor één bepaalde auto, Jegenwoordig wor
den voor den wagen en voor den bestuurder
afzonderlijke documenten verstrekt, welke
feitelijk een meervoudige vertaling zijn van
de inheemsche rij- en nummerbewijzen. In
internationale verdragen heeft onze regee
ring zich verplicht, ervoor te zorgen, dat
deze Internationale documenten alleen in
handen van bevoegde bestuurders komen,
opdat het verkeer in het buitenland niet door
vreemden in gevaar gebracht zal worden.
Daarom moeten alle gegevens over de af
gegeven rijbewijzen, Welke door de provin
ciale griffies verstrekt worden aan de clubs
die ten onzent deze documenten afgeven'
telkenmale voor de afgifte van internationale
bewijzen geraadpleegd worden. Voorts moet
rekening gehoude- worden met de vonnissen,
waarbij rijbewijzen ingetrokken worden en
moet dus in het algemeen de garantie be
staan, dat alle wettelijke bepalingen (ook in
verband met dronkenschap) geëerbiedigd
worden. Het behoeft wel geen betoog, dat de
afgifte van internationale rijbewijzen dien
tengevolge een staf van geschoold personeel
vordert en een minutieuze, uitvoerige regi
stratie van alle noodzakelijke gegevens!
In Nederland bestaat gelukkig een gecen
traliseerde afgifte (onze regeering heeft deze
in handen gesteld van den A. N. W. B. en
de K. N. A. C.) dank zij welke regeling hier
te lande de kosten tot een minimum terug
gebracht konden worden. Ter vergelijking
diene, dat in Duitschland de internationale
bewijzen door de politie afgegeven worden,
die daarvoor 16 Mark per stel rekent! In
Nederland kosten deze bewijzen slechts een
fractie van den Duitschen prijs, terwijl de
zoo juist genoemde clubs voor hare leden de
kosten geheel of bijna geheel voor haar re e-
ning nemen, aangezien practisch gesproken
iedere automobilist, die naar het buitenland
gaat of om eigen voordeel öf om moreele
redenen lid is van een dezer clubs komt de
Nederlandsche regeling er neer dat de nood
zakelijke stukken gratis of althans ver be
neden kostprijs in handen van de gebruikers
komen.
In dit verband mag er nog wel eens op
gewezen worden, dat een dergelijke centra
lisatie indertijd ook voor de afgifte van de
Nederlandsche rijvaardigheidsdiploma's in
gevoerd is, met het gevolg, dat de kosten
hiervoor, welke door de regeering op 10 gul
den waren gefixeerd, met meer dan de helft
verminderd "konden worden. De samenwer
kende verkeersbonden hebben zoodoende in
vijf jaar tijd voor „benzinend Nederland"
een bedrag'van meer dan een milltoen gul
den bespaard.
Iedereen, die wel eens de grens gepasseerd
is, weet trouwens uit ondervinding, hoe sim
pel het reizen met de auto geworden is. Op
een kort geleden in Boedapest gehouden in
ternationaal congres heeft de A. N. W. B.
een verdere vereenvoudiging voor het rijwiel-
verkeer voorgesteld, en mettertijd zal het on-
getijfeld mogelijk blijken om ook voor het
autoverkeer de nog bestaande formaliteiten
(welke toch reeds zeer eenvoudig zijn) geheel
uit den weg te ruimen. Dat het internationaal
toerisme, waarvan ook in ideëel opzicht nog
heel veel te verwachten is, daardoor in hooge
mate bevorderd zal worden, is een gelukkig
gevolg van een actie, welke nu al tientallen
jaren, ook door den A. N. W. B., met stijgend
succes gevoerd is.
BEZUINIGING BIJ JUSTITIE.
Niet te ontkennen is dat bezuiniging op de
Staatsuitgaven ernstig is geboden en dat
naar afdoende middelen moet worden uitge
zien om dat doel te bereiken, mits hierdoor
niet in gevaar komt de uitoefening van een
der meest belangrijke organen van den Staat
„de Rechtspraak". Het ranport-Welter heeft
te dien opzichte ingrijpende voorstellen ge
daan door de opheffing Van een groot aantal
Kantongerechten en eenige Arrondissements
Rechtbanken, als middel om tot bezuiniging
te geraken, aan te bevelen.
Wat de opheffing van de Kantongerechten
betreft zoo zal daarop niet worden Ingegaan
omdat nu ongeveer 25 jaar geleden eene
nieuwe rechterlijke indeeling dier gerechten
door splitsing, samenvoeging en opheffing
gebaseerd op het toenmalig bevolkingscijfer
door mij in het Weekblad van het Recht is
bepleit, waar echter niet de minste aandacht
is aangeschonken, doch naar mijn bescheiden
meening is een woord van protest niet mis
plaatst, waar het de opheffing van eenige
Rechtbanken betreft, te meer waar getracht
zal worden aan té toonen dat er nog andere
en minder matale middelen bestaan, om tot
vermindering van uitgaven ook op de Justi-
tiebegrooting te geraken.
De voorgestelde opheffing der met name
genoemde Arrondissements Rechtbanken doet
denken aan bevoorrechting van de groote
steden ten koste van het platteland, hetgeen,
de geschiedenis leert het, herhaaldelijk is
voorgekomen. Men gaat toch van deze rede
neering uit. Er zijn enkele Rechtbanken wier
instandhouding in verband met de te geringe
arbeidsprestatie van hen die daaraan verbon
den zijn niet gerechtvaardigd is en daarom
moeten deze uit een oogpunt van bezuiniging
maar verdwijnen, zonder zich goed reken
schap te geven van de gevolgen en de voor
steller heeft er geen rekening mede gehouden
dat het doel ook te bereiken is door andere
middelen, die het voortbestaan der bedoelde
Rechtbanken uit verschillende overwegingen
niet alleen mogelijk maar gewenscht doet
zijn.
Moet er op Justitie bezuinigd worden,
waarom dan vier Hoven in den lande waar
zoo dikwijls stemmen zijn opgegaan dat deze
instatie in de rechtspleging wel kan gemist
worden en speciaal, zooals verluidt, het Hof
te Leeuwarden weinig te doen heeft. Waarom
moeten de Arrondissements Rechtbanken in
de Provinciale Hoofdsteden gehandhaafd
blijven, waar met cijfers is aangetoond dat de
werkzaamheden er minder omvattend zijn
dan o.a. de Arrondissements-Rechtbank te
Alkmaar, die ten doode is opgeschreven?
En nu kon ik van zelf tot de kern van mijn
betoog tot behoud dier Rechtbank om de een
voudige reden dat ik mij bij gebreke van
locale kennis en andere gegeven onbevoegd
acht te oordeelen over de wenschelijkheid van
het al of niet voortbestaan der andere Recht
banken, wier opheffing in uitzicht is gesteld.
Alkmaar bevindt zich door zijn ligging in
eene bijzondere positie, een uitgestrekt achter
land ligt ten noorden met de volkrijke ge
meente den Helder aan de spits van Noord
holland daarvan benoorden de eilanden
Texel, Vlieland en Terschelling en in het
noord-oosten de pas ontstane Wieringermeer-
polder, een groote uitgestrektheid, die te ver
wachten is dat in de naaste toekomst wel be
volkt zal worden.
Moeten nu de bewoners van deze gebieder,
in het vervolg voor den rechter in Haarlem
verschijnen, wanneer hun aanwezigheid het-
z>j in burgerlijke hetzij in strafzaken aldaar
noodzakelijk is enkel en alleen omdat de
rechter te Alkmaar te weinig te doen heeft,
want dit toch is het eenige tastbare motief
voor de opheffing dier Rechbank.
Wat een tijdverlies en geldverspilling deze
voorgestelde maatregel met zich zal brengen
is niet onder woorden en cijfers te brengen
en het merkwaardige is dat de minister in de
memorie van toelichting aangaande dit wets
ontwerp zegt „dat de opheffing der rechtban
ken, die daarvoor in aanmerking komen,
noodwendig zal moeten leiden tot uitbreiding
van de bezetting der Rechtbanken aan wier
rechtsgebied de opgeheven rechtbanken zul
len worden toegevoegd" zoodat het op stal
zetten van rechters als bezuinigingsmaatre
gel niet zwaar kan wegen en enkel en aJleen
de deernis met Rechtbanken die te weinig te
do enhebben, als argument voor de opheffing
kan dienst doen.
Wanneer dit zoo is en de arbeider zijn loon
waard moet zijn, dat wel niemand ontkennen
zal, dan zijn er zeker twee middelen om uit
deze impassie te geraken:
le. Toevoeging van rechtsgebied aan
rechtbanken die dan te weinig te doen zouden
hebben en dientengevolg de losmaking van
dat gebied van Rechtbanken, die met werk
zijn overladen in het onderhavige geval b.v.
de gemeenten Velsen, Beverwijk en Velsen
losmaken van het Arrondissement Haarlem
en toevoegen aan het rechtsgebied van de
Rechtbank te Alkmaar;
2e. Inkrimping der rechterlijke ambtena
ren en van het personeel aan een der op te
heffen Rechtbank verbonden.
Waar het nemen van conclusie in burger
lijke zaken door den Officier van Justitie
hoogstwaarschijnlijk zal worden afgeschaft,
kan een dergelijke Rechtbank zeer goed func-
tioneeren met één titularis die het Openbaar
Ministerie vertegenwoordigd, want een thans
gewezen Officier van Justitie van een derge
lijke Rechtbank heeft mij eens met zoovele
woorden gezegd, „ik heb bijna niets te doen"
Ook het aantal rechters aan dergelijke recht
banken verbonden kan gevoegelijk met één
verminderd worden en teruggebracht worden
op vier, want wanneer men de collegiale
rechtspraak wil handhaven, zijn zeker drie
rechters voldoende om zoowel in burgerlijke
als in strafzaken een kamer te vormen, terwijl
dan een hunner permanent voor een zeker
tijdperk als rechter van instructie kan fun-
geeren en er voor een der leden der kamer
dan wel genoegzaam beschikbare tijd over
blijft om als politierechter op te treden, ter
wijl in cas van ziekte of vacantie wel altijd
reehter-plaatsvervangers beschikbaar zullen
zijn om in te springen.
Deze inkrimping geldt ook voor j>ersoneel
aan parket en griffie verbonden daar wellicht
door minder omslachtige en meer eenvoudi
ge werkwijze, werkkrachten kunnen worden
gemist.
Indien aan deze voorgestelde bezuinigings
maatregelen, die betrekkelijk eenvoudig zijn
en tot hetzelfde doel zullen leiden, eenige
aandacht mocht worden geschonken is de
„drastische maatregel" opheffing van Recht
banken, zooals de Telegraaf het in haar blad
van 12 October gelieft te noemen, die nood
wendig tot ontstemming leidt en nog meer
wantrouwen van het platte land tegenover
de steden doet ontstaan, absoluut onnoodig
en ik ben er van verzekerd dat wanneer de
minister de opheffing van de met name ge
noemde Rechtbanken loslaat er zeker wel
met de Kamers te ipraten zal zijn om door
eene nieuwe rechterlijke indeeling en inkrim
ping van personeel, waar dit overtollig is,
langs geleidelijken weg tot een zelfden doel
verlaging van de Justitiebegroting te ko
men. Wanneer „Barbertje moet hangen"
waarom is dat lot juist toegedacht aan Alk
maar en niet aan Haarlem? Haarlem is als
't ware een voorstad van Amsterdam, men
zegt dat er of in de onmiddellijke omgeving
Amsterdamsche rechters wonen. Haarlem be
zit een totaal ongeschikt Rechtsgebouw ter
wijl dat in Alkmaar in alle opzichten aan de
festelde eischen voldoet en is het nu zoo een
ezwaar dat de Haarlemieten en de bewoners
der naast gelegen gemeenten in Amsterdam
berecht worden waar beide plaatsen met al
lerlei communicatiemiddelen zijn verbonden
en is het denkbeeld van Mr. ae Jongh een
bezadigd Amsterdamseh Rechter, die de
kaart van het land kent, zoo dwaas, dat wan
neer Haarlem er bijzonder op gesteld mocht
zijn om de magistratuur binnen hare muren
te zien, het Hof uit Amsterdam, te meer waar
de ruimte van het gebouw op de Prinsen-
fracht voor Hof en Rechtbank te beperkt
lijkt te zijn, naar Haarlem wordt over
gebracht?
Ik heb getracht een lans te breken voor het
behoud der Rechtbanken over wier opheffing
de beide Kamers der Staten Generaal eer
lang zullen hebben te beslissen en heb daar
voor eenvoudige nuchtere argumenten aan
gevoerd en mij gespeend van ideëele over
wegingen, die er zeker te over zijn en die Mr.
E. W. Catz in zijn ingezonden stuk „van
Zeven Dekens" in de Telegraaf heeft goed
gevonden, uit welke overwegingen dan ook,
belachelijk te maken, zondeer echter de kern
van de zaak, waarom het uitsluitend gaat, te
raken, te weten of de bezuiniging die wordt
verkregen door opheffing van de genoemde
Rechtbanken voldoende opweegt tegen de
meerdere kosten die noodwendig zullen ont
staan door aanzienlijke hoogere toeschattm-
aen aan getuigen enz en uitbreiding van
personeel aan Rechtbanken, waarin het
rechtsgebied van de opgeheven Rechtbank
wordt opgenomen, om van het ongerief der
rechtzoekende maar niet te spreken.
Als leek gesproken staat het pro en contra
met betrekking tot de eventueele opheffing
der genoemde Rechtbanken buiten de politiek
en het is te wenschen dat deze er geheel bui
ten blijft, omdat aHdan eene objectieve be
oordeeling onwillekeurig wordt vertroebeld
ofschoon de Staten Generaal, volgens de
Grondwet, het geheele Nederlandsche volk
vertegenwoordigen, maar het is wel te ver
wachten dat de minister, die er wel geen ka
binetskwestie van zal maken, met zijn voor
stel tot opheffing dier Rechtbanken bij de
verschillende politieke fracties veel tegen-
standzal ondervinden, omdat de motieven
voor opheffing uit een oogpunt van bezuini
ging niet zwaarwichtig genoeg zijn en door
andere minder vixatoire middelen, zooals
hierboven is aangegeven, kunnen ondervan
gen worden om tot een en het zelfde doel,
versobering der Staatsuitgaven ook op de
Justitie begrooting, aan te sturen.
Eenige maanden geleden werd te Am
sterdam een notaris gearresteerd, ver
dacht o.a. een aantal valsche ambts-
eedige verklaringen inzake een effecten
transactie te hebben afgelegd.
Hij legaliseerde n.1. een verklaring d.d.
18 Februari 1927 van een weduwe en
een desbetreffende verklaring d.d. 18
Maart '27 van een inmiddels gefailleer-
den bankier als zou de overleden echt
genoot van de weduwe op 3 Dec. 1919
gekocht hebben voor M. 298 000 aandeo-
len Keulsche stadsleening.
Deze verklaringen hadden ten doel
dat bezit te doen erkennen als „oud be
zit" in den geest van de Duitscne wet
va«n 16 Juni 1925, dus als bezit, verkre
gen vóór 1 Juli 1920. Bij „oud bezit"
kreeg de houder nl. „Ablösungsanleihe
mit Auslosungsrechten" tot een bedrag
van 2% van het ingeleverde nominale
bedrag, welke „Anleihe" aflosbaar was
binnen 30 jaar door uituoting met het
vijfvoudige van het nominaal bedrag,
vermeerderd met 5 rente voor elk
jaar, dat de stukken niet afgelost waren.
Ingeval van „nieuw bezit" ontving de
houder echter niet rentedragende stuk
ken, groot 2H van het ingeleverde
nominale bedrag, welke stukken eerst
aflosbaar zijn nadat Duitschland aan
zijn verplichtingen inzake de herstelbe
talingen zal hebben voldaan. De „Ablö
sungsanleihe mit Auslosungsrechten"
heeft een beurswaarde van 46 met
het vijfvoudige nominale bedrag, die
zonder ,Auslosungsrecht" slechts van
4 van het nominale bedrag.
De bankbediende, die in dienst was bij
de nu gefailleerde bankiersfirma Roozen
en Co., heeft reeds eenige maanden be
leden in verband met dezen zwendel in
Duitsche gemeente-obligaties, terecht
gestaan wegens valschheid in geschrif
te. Hij werd veroordeeld tot een gevan
genisstraf van acht maanden. Tijdens
deze zitting heeft de officier van justitie
g :ogd, dat hij ook den bankier en den
notaris graag tegelijkertijd in het ver
dachtenbankje had gezien. De bankier
was echter naar het buitenland gevlucht
en de notaris wist door allerlei rechts-
midelen zijn zaak steeds uitgesteld te
krijgen, zoo zeide de officier toen, „maar
hij kan er op rekenen, dat zijn tijd ook
aanbreekt." De notaris diende naar aan
leiding van dit gedeelte van het requisi
toir zelfs een klacht tegen den officier
in.
Gister stond voor de Amsterdamsche
rechtbank de notaris terecht, verdacht
van valschheid in geschrifte. Toen de
zitting zou beginnen, bleek, dat de nota
ris, die kort na zijn arrestatie tegen
borgstelling in vrijheid werd gesteld,
niet was verschenen. De officier van
justitie mr. Van Dulleman begon met te
zeggen, dat verd. wel een held is in het
vinden van spitvondigheden, doch niet
om zich ter zitting te verdedigen. De
officier vorderde op grond van het nieu
we artikel 272 strafvordering de mede-
brenging van verd. te gelasten. Na in
raadkamer te zijn geweest, besloot de
rechtbank hiertoe, de zitting werd een
uur geschorst om den notaris met den
sterken arm ter zitting te doen verschij
nen.
Om twaalf uur was de zitting nog ge
schorst. Bij informatie bleek dat de poli
tie intusschen den verdachte niet had
aangetroffen. Een inspecteur en twee
rechercheurs zijn onverrichterzake te
ruggekeerd na een oogenblik iemand
te hebben gearresteerd dien zij voor ver
dachte aanzagen.
In de rechtszaal en wandelgangen
waar, vooral van de zijde van de balie
groote belangstelling was voor cjezè
zaak, deden de vreemdste verhalen
ronde. Reeds Dinsdagavond zou een re
chercheur zich hebben geposteerd bij het
huis van verdachte, die des middags
zou zijn uitgegaan om i int IJ-bosch te
wandelen, waar twee rechercheurs, die
volgden, hem uit het oog zouden hebben
verloren.
Nadat tot één uur gewacht fs, keerde
de rechtbank terug.
De rechtbank vaardigde toen opnieuw
een bevel uit tot medebrenging van ver
dachte tegen 3 uur en schorste tot zoo
lang de zitting.
Te drie uur was de belangstelling
weer zeer groot, de publ. tribune waj
tot op de laatste plaats bezet.
Te kwart over drie was verdachte nog
steeds niet gevondei#
Te kwart voor vier kwam de recht
bank weer binnen en deelde mede, dat
verd. niet was verschenen. De rechtbank
stelde er echter prijs op de zaak in te
genwoordigheid van verd. te behandelen
Derhalve werd de zaak geschorst tot
Maandagochtend te negen uur, het bevel
tot medebrenging zal opnieuw worden
uitgevaardigd.
DE ALKM. OPERETTE- EN ORKEST-
VEREENIGING JUBILEERT!
't Was op een der avonden in den zomer
van 1927, dat de Alkmaarsche Courant een
advertentie bevatte, waarin een oproeping
werd gedaan tot hen, die iets voelden voor
de oprichting van een operetteclub.
De belangstelling scheen niet groot, want
bij den heer Vóórhaar, den steller van de ad
vertentie, kwamen slechts zes brieven binnen.
Dat was echter voor hem genoeg en vlug
werd een vergaderingtje belegd. Eenigen tijd
later was de operetteclub opgericht...
Thans zijn wij 5 jaar later. En de Alk
maarsche operetteclub, nu Alkmaarsche
Operette- en Orkestvereeniging geheeten, is
in deze korte spanne tijds gegroeid tot een
vereeniging, die een geheel aparte plaats in
onze stad inneemt. Zij heeft kans gezien,
om Alkmaar met vlag en wimpel te verove
ren! Een bewijs daarvoor?: in de afgeloopen
vijf jaren werden elf opvoeringen gegeven en
op één na was de groote zaal van 't Gulden
Vlies totaal uitverkocht! Zelfs is het gebeurd,
dat er vele honderden teleurgesteld moesten
worden, omdat er absoluut geen enkele
plaats meer vrij was!
Elf operettes "opgevoerd in 5 jaren! Eigen
lijk is dat niet juist. Er zijn slechts vijf stuk
ken ten tooneele gebracht," doch behalve de
eerste keer moesten alle andere keeren twee
(of drie) avonden gegeven worden. Doch dat
is nog niet alles. De A. O. O. V. verzorgde
ook nog twee bals-masqués en vier feestavon-
den voor haar donateurs, zoodat de nog jon
ge vereeniging reeds voor 17 prettige en
prachtige avonden gezorgd heeft!
Hoe was het mogelijk, dat de club zooveel
succes had? Och het antwoord is gemakke
lijk te geven. In de eerste plaats heeft de
operette een eigenaardige bekoring. Zij geeft
een geschiedenis weer, zooals een tooneelstuk
dit doet. Ze geeft verder zang, muziek en
dans. En niet te vergeten, ze geeft kleurige
costumes en tooneelaankleeding, fraaie be
lichtingen, enz. En het bleek, dat het Alk
maarsche publiek van al deze bekoringen
hield.
Nu moet men over een operette niet te licht
denken. De voorbereidingen kosten veel tijd
en inspanning. Men denke maar eens aan
het instudeeren der koren, aan de repetities
voor het orkest, aan het samenspel, aan de
regie! En wij mogen hier wel hulde brengen
aan regisseur Vóórhaar en aan directeur J.
Gerritsen. De eerste zorgde er steeds voor,
dat de operette „liep", de tweede, dat de mi>
ziek in overeenstemming was met het spel dp
het tooneel. En het is elk jaar weer gebleken,
dat de uitvoeringen voortdurend op hooger
peil kwamen, zoodat het steeds weer een ge
not is, een avond mee te maken.
Geen wonder ook, als men bedenkt, dat de
costumes met de meeste zorg werden uitge
zocht en dat met de meeste accuratesse voor
de belichting werd gezorgd! En weer moeten
wij den heer Vóórhaar noemen, die voor dit
alles zorgde en die trouwens steeds de ziel
der vereeniging is geweest.
Nu wij toch reeds namen genoemd hebben,
mogen we mej. Bijl zeker niet vergeten.
Vanaf de oprichting bestuurslid, vervulde
zij de zware taak van penningmeesteresse
Tot heil der A. O. O. V.! Want als men weet,
dat elke opvoering zoo'n 500 gulden kost, als
men bedenkt, dat er elk seizoen zoo'n 3000
gulden werd uitgegeven en als men dan be
denkt, dat zelfs bij een tjok-volle zaal de on
kosten nog niet gedekt werden, dan blij*4
wel, dat mej. Bijl een zware taak had, die ze
h» ?-P dreigement werd de boer nog woester
Hi zet e het arme Kruimeltje onder een grootg°asen
wilde de andere kabouters te lijf gaan. Doe eens wa"
leelijk mensch ze! Tuimeltje en hij wilde den boer
een duw met zijn riek geven, maar dat zou hij duur
betalen. Met zulke idiote kereltjes zullen we wel eens
anders handelen, zei de boer en pakte nu ook Tuimel
tje beet.
240. Waar ga je met me naar toe, zei Tuimeltje met
een brutaal gezicht en de andere kaboutertjes moes
ten daar echt hartelijk om lachen. Net al die andere,
onder een glas, antwoordde de boer en daar stonden
ze nu allebei naast elkaar. De een verstond den an
der niet en Kruimeltje dacht niet anders of hun laat
ste uur was geslagen.