TEEKENPLAAT JE
DRIE BENGELS
twee meineedigen.
premieloterijen.
Raadsel hoek ie
L
l
f VOOR DB KLEINTJES.
xxxxxxxxx.
ver in
de hand. Toen is liet noodlottige schot
11 ongeluk afgegaan.
De verdediger, mr. E. v. Zinnick Berg-
„nn- Is het niet juist, dat in Limburg de
"Lcte misdrijven gebeuren door menschen
Je zonder licht fietsen?
Verdachte: Ja zeker
Als deskundige werd gehoord de kolonet-
pecteur der marechaussee J. H. O. Kap-
elhoff Hij meende, dat men van een vuur
banen alleen mag gebruik maken als er een
rnstig misdrijf op te heiederen is. Niettemin
kan desk. begrijpen, dat beklaagde er toe
kwam eert schot in de lucht te lossen.
Het'is beter, dat eens een keer iemand ont-
enaot dan dat een menschenleven eraan ge
waagd wordt.
Verdediger: Acht u dezen verdachte onge
schikt voor den dienst
Deskundige: Neen, ik zou op behoud van
apren mart voor het wapen der marechaussee
beslist pri|S «tellen.
De advocaat fiscaal, mr. Brants, wees er
0p dat men hier te doen heeft met een politie
beambte wien het te doen was om iemand,
die een overtreding begaan had, in handen
te krijgen. Men zou nu kunnen vragen of de
middelen, die hij gebruikte gerechtvaardigd
waren. Dit punt komt echter te vervallen
omdat de beklaagde pertinent ontkent, dat
het tweede schot moedwillig gelost is. Een
andere mogelijkheid kan spr. niet aannemen
Kan hier nu gesproken worden van strafbare
schuld door een zóó groote mate van on
voorzichtigheid?
peze vraag moet bevestigend worden be
antwoord.
Hij zal dus moeten boeten. Een straf als
de krijgsraad oplegde is excessief. Deze man
is niet onwaardig om bij het wapen te die
nen. De bestraffing is veel te zwaar.
Spr. gaf in overweging in ieder geval de
bijkomstige straf van verlaging tot soldaat
te laten vervallerf en vroeg Arnietiging van
bet vonnis en een voorwaardelijke gevange
nisstraf van veertien dagen met proeftijd van
een jaar.
Het hoog militair gerechtshof zal later
litspraak doen.
FLESSCHENTREKKER1J.
In hooger beroep hebben voor het Ge
rechtshof te Amsterdam een man en een
vrouw terecht gestaan wegens flesschentrek
kerij. De Utrechtsche rechtbank had den man
te dier zake veroordeeld tot twee jaar gevan
genisstraf met aftrek, en de vrouw vrijge
sproken.
De man, die blijkens hun strafregister
reeds in verschillende plaatsen van ons land
o.a. als „wanbetaler" bekendheid had gekre
gen, had met zijn vrouw den laatsten keer
Utrecht tot het terrein hunner werkzaam
heden gemaakt. Op 15 April van dit jaar
namen zij daar pension twee personen
180; niet bij vooruitbetaling en toen er
bijna een maand verstreken was, waren zij
plotseling vertrokken en had de pensionhou
der zijn geld het nawuiven. De etnige herin
nering, die hem bleef varen allerlei kwitan
ties, die gepresenteerd werden.
Het bleek, dat- het echtpaar het heel druk
had gehad met inkoopen doen. Er werd voor
al veel voor de vrouw gekocht: hoeden, man
tels. allerlei kleedingstukken, en niet van een
voudige kwaliteit, integendeel, de eerste
zaken werden bezocht en ongeacht den prijs
wérd daar het verlangde 'gekocht en niet
betaald; de kwitantie kon later worden ge
presenteerd.
Voor het Hof zeide de man, dat hij al deze
inkoopen had kunnen doen, behalve kleeren
voor zijn vrouw, ook een costuum voor zich
zelf, boeken, enz., omdat hij, hoewel hij op
dat oogenbük niets bezat, er van overtuigd
was, dat hij binnenkort werkzaamheden zou
krijgen, die hem goed geld zouden opleveren
Hetgeen de president een nogal optimistische
methode achtte.
De procureur-generaal vroeg ten aanzien
van den man bevestiging van het vonnis;
tegen de vrouw werd een maand gevangenis
straf geëischt.
Arrest van het Hof 17 November.
zuivert Siroop Forntl
Uw luchtwegen,
Uoet hoest bedoren,
maakt ^>et slijm los!
r-'iifl 2.so p.flocoe.
Vroog het oordeel
van Uw dokter! V'
Agent: fo. B Mein-
dersmo Den Hoog
---
Onlangs is melding gemaakt van het geval
var, een jongeman die, na voor het kanton-
gei echt te Koog a. d. Zaan, waar zijn vriend
terecht stond, verklaringen te hebben afge
legd terzake van die verklaring later veer
de Haarlemsche rechtank zich te verant-
wooden heeft gehad voor meineed. Bij dé be
handeling van die meineed-zaak was de
vriend, die verdachte bij het kantongerecht
was geweest, op zijn beurt getuige en be
vestigde onder eede, dat hetgeen zijn vriend
hij het kantongerecht had verklaard der
waarheid getrouw was. Nu werd ook deze
jongen vervolgd wegens meineed en beiden
werden deswege tot acht maanden gevange
nisstraf veroordeeld.
Zij zijn tegen dit vonnis in beroep gekomen
Jij het gerechtshof te Amsterdam, dat thans
ie vonnissen heeft bevestigd.
Voor het kantongerecht te Groningen stond
w oensdag terecht een assuradeur te Gronin
gen, ter zake van overtreding der loterijwet-
Verdachte sloot met behulp van eenige
agenten contracten op groote schaal met ge
gadigden, waarbij deze kans kregen in ver
schillende soorten premieloterijen. Zij ver
bonden zich daarbij als eersten termijn
f 13.50 te betalen en voorts gedurende eenige
jaren 2-50 per maand. Bovendien bevatte
het contract bepalingen omtrent verzekering
tegen ongevallen, en voorts ontvingen zij een
lijstje van de nummers der premieloten,
waarop zij recht zouden hebben, ook al had
den zij nog niet ten volle aan hun geldelijke
verolichtingen voldaan.
De agenten werkten echter allen met de
zelfde lijstjes, zoodat verschillende personen
recht kregen op de prijzen, die op de nummers
der premieloten mochten vallen.
Bij onderzoek bleek verder, dat verdachte
enkele der op het lijstje voorkomende preroie-
1' ten niet eens in zijn bezit had.
Verdachte gaf dit toe, maar meende dat dit
aan contractanten geen nadeel bracht. Wan
neer op een der genoemde premieloten een
Prijs viel leed hij zelf het verlies, als hij aan
meer dan één persoon dien prijs moest uitbe-
tpLpn
Hij had feitelijk een loterij opgesteld, die
trok op de uitloüng van andere premielote-
rijen.
Of hij in staat zou zijn aan zijn verplich
tingen tegenover zijn cliëntele te voldoen als
op een zeker lot een grooten prijs zou vallen
bleek met.
De ambtenaar van het O. M. achtte het
in de dagvaarding te laste gelegde bewezen
en eischte f 1000 boete of twee maanden
hechtenisstraf.
EEN ONTZEGDE VORDERING.
Doodelijke aanrijding (e wijten aan
het slachtoffer.
Op 9 Octeber 1929 werd op den Graaf-
schenweg te Nijmegen een man door een auto
overreden en gedood. De weduwe stelde een
vordering in tegen den eigenaar van den
auto, die bij de aanrijding ook de bestuur
der was. Haar man was schoenmaker, ver
diende 25 a 35 per week. Na zijn dood
was zij zonder middel van bestaan en zij vor
derde nu een uitkeering van 20 per week
Bij de behandeling voor de reentbank te
Arnhem verklaarde de automobilist, dat het
ongeluk aan den schoenmaker zelf was te
wijten: de man was dronken en liep met zijn
fiets aan de hand zwaaiend langs den weg.
De rechtbank heeft toen een getuigenverhoor
gelast. Daaruit bleek, dat de schoenmaker
verschillende café's had bezocht. In één daar
van zag de caféhouder, dat de man reeds te
veel had gehad, maar hij heeft hem toch nog
geschonken. De schoenmaker werd op den
weg gebracht en hij kreeg den raad mee om
niet te fietsen.
De. rechtbank nam aan, dat de schoenma
ker zelf schuld had aan het ongeval, daar de
automobilist cok nog verklaarde, dat het
slachtoffer plotseling vóór zijn auto was ge
zwaaid.
De rechtbank wees de vordering van de
weduwe af en het gerechtshof te Arnhem
heeft thans dit vonnis bevestigd.
DE RELLETJES TE BOSKOOP.
Verdachten veroordeeld tot drie en
negen maanden gevangenisstraf.
Dé rechtbank te 's-Gravenhage wees gister
vonnis in de zaak tegen den 35-jarigen boom-
kweeker uit Boskoop en den 36-iarigen rei
ziger te Gouda, die op 20 October ].I. te
recht hebben gestaan, resp. wegens openlijke
geweldpleging en verzet tegen de politie en
wegens opruiing tot geweldpleging. Het O
M. had tegen den boomkweeker acht maan
den en tegen den reiziger een jaar gevange
nisstraf geëischt. De rechtbank veroordeelde
den eerste tot drie maanden en den tweede tot
negen maanden gevangenisstraf.
VRIJGESPROKEN VAN SCHULD.
Het gerechtshof te Arnhem heeft gister
uitspraak gedaan in de zaak tegen een reizi
ger te Nijmegen, die in Januari met zijn auto
een andere auto aanreed, met het gevolg, dat
de chauffeur van de tweede auto eruit werd
geslingerd en bijna oogenblikkelijk overleed
De rechtbank te Arnhem veroordeelde den
reiziger tot 200 boete of twee maanden
hechtenis. Het Hof heeft thans uitgemaakt,
dat de schuld van den verdachte aan het ge
beurde niet voldoende is gebleken, en heeft
hem vrijgesproken.
>4%
INBRAAK.
De arr. rechtbank te Breda veroordeelde
een gevangenisstraf van 2 jaar, conform den
eisch van het OM., met aftrek van den tijd in
voorloopige hechtenis doorgebracht; zulks
ter zake van diefstal met inklimming te Ter-
heyden en ter zake van poging tot inbraak
te Zevenbergen.
VERDUISTERING.
hij zou geld wisselen, maar behield
het voor zich zelf.
In hooger beroep heeft gisteren voor het
gerechtshof te Arnhem terechtgestaan de on
geveer 30-jarige koopman E. u. uit 's-Hee-
renberg, die door de rechtbank te Arnhem
wegens verduistering van vijfduizend mark
was veroordeeld tot één jaar gevangenis-
straf.
De man had op 10 Mei j.1. van een Duit
schen koopman, F. J. te Emmerik, dit bedrag
in ontvangst genomen om het over de grens
te smokkelen en het ia Nederland tegen Hol
landsch geld te wisselen en dan terug te bren
gen. De verdachte heeft het geld echter na
het gewisseld te hebben, op zijn eigen reke
ning geplaatst bij verschillende banken te
Doetinchem en Zeddam en gedeeltelijk ten
eigen bate aangewend.
De verdachte verklaarde, dat hij, toen hij
de grens wilde passeeren, Duitsche douane
beambten bemerkt en het geld daarom in een
boschje verborg. Toen hij een half uur latei
terug kwam om het geld te halen, was het
verowenen.
De advocaat-generaal mr, Visscher eisen te
bevestiging van het vonnis.
Uitspraak over 14 dagen.
UIT ZELFVERDEDIGING
GEHANDELD?
Pe veldwachter uit Volendam be
schuldigd van doodslag op Oerril
Veerman.
Op 27 Mei j.1. ontmoette de gemeente-veld
wachter J. A. K. te Volendam de gebroeders
V., die in eenigszins opgewonden toestand
verkeerden. Daar hij wist, dat het erkende
vechtersbazen waren, die bovendien graag
een café bezoeken als zii van de groote vaart
weer aan den wal zijn, hiejd hij een oogje in
't zeil. Ook al, omdat Gernt V., „op zwar
te lijst" stond en geen ca te mocht bezoeken,
's Avonds omstreeks 9 uur zag hij- de beide
mannen op den dijk staan, twistend voor het
café Van Diepe; hij ging naar het bureau om
zijn wapens te halen en tevens met het idee,
dat de broers dan misschien wel weggegaan
zouden zijn. Toen hij kort daarna terugkwam
en zij er nog stonden, besloot hij hen te som-
meeren om door te loopen.
Er ontstond ten slotte daarna een kleine
vechtpartij, zoodat de veldwachter waar
schuwde zijn sabel te zullen trekken als Ger-
rit hem niet losliet. Toen deze hem daarna
wilde aanvallen, trok de veldwachter zijn
sabel en deelde klappen uit. Met gevg].
den klewang recht voor zich uit j8 hij toen
blijven staan, totdat de aanvaller voor de
tweede maal in gebogen houding op den poli
tieman toeliep en in het wapen viel. Later is
hij echter aan de wond overleden.
Aldus luidde het relaas, dat de veldwach
ter gistermiddag voor de rechtbank te Haar
lem deed, waar hij terechtstond als verdacht
van mishandeling den dood ten gevolge heb
bende.
De Tel. geeft van die rechtszitting als
volgt verslag:
President: Nam het publiek een dreigende
houding aan?
Verdachte: Ik hoorde mompelen doet hem
dit en doet hem dat en toen was ik bang dat
men partij zou kiezen voor de broers. Daar
om moest ik wel slaan; maar gestoken heb ik
niet.
Dr. G. J. Hulst, als deskundige gehoord,
die de sectie op het lijk had Verricht, heeft
toen direct zijn meening gevormd over het
geval, voornamelijk ten gevolge van de eigen
aardige richting die het lemmet had geno
men Het kwam hem waarschijnlijk voor, dat
de wonde is toegebracht met een horizontaal
gehouden klewang ook het lemmet horizon
taal, gezien de sneden terwijl hij het on
aannemelijk achtte, dat er in deze houding
met de sabel is gestoken, want dan zou de
wonde meer een verloop naar boven hebbeu
gehad. Bovendien slaat men eerder en ge
makkelijker met een klewang, dan dat men er
mede steekt Hij achtte het dan ook zeer aan
nemelijk, dat de sabel gehouden is zooals
verdachte dat demonstreerde: recht vooruit
en steunend in de zij.
Als tweede getuige verklaarde daarna de
rijksveldwachter Oudshoorn uit Edam, dat
men voor de gebrs. V. te bang was. Toen
Gerrit overleden is, keerde de openbare mee
ning zich echter tegen den gemeente-veld
wachter, vooral door toedoen van een zekeeen
K., zeide de getuige, die eens beweerd zou
hebben dat hij er wel duizend gulden voor
over had als de'veldwachter uit het dorp te
verwijderen zou zijn. Op een vraag van den
verdediger of er pressie zou zijn uitgeoefend
op de getuigen bij hun verklaringen voor den
rechter commissaris, deelde deze getuige en
kele dingen mede, die op een dergelijke pres
sie zouden kunnen wijzen.
Ook de inspecteur van politie, Boone, deel
de mede, dat bedoelde K. een grooten invloed
heeft in Volendam en dat het niet onmogelijk
is, dat er tegen den veldwachter gestookt is.
De getuigenverklaringen van de volgende
vijftien getuigen, allen ingezetenen van Vo
lendam, liepen zeer veel uiteen, hoewel de
meesten verklaarden, dat de veldwachter wèi
gestoken zou hebben. "Getuige S. verklaarde
zelfs duidelijk gezien te hebben, dat Gerri;
V., toen hij gestoken werd, rechtop en stil
stond; de veldwachter stak, draaide eerst den
klewang nog een halven slag om en trok hem
er toen pas uit.
Officier, mr. W. M. Paardekoper Over.
man: En bleef Gerrit toen doodstil staan?
Getuige: Ja, recht en stil.
Officier: Je maakt 't veel te mooi, man!
Een andere getuige zeide, daf er geroepen
is „duik dien kerel" en ook dat Gerrit Z. zich
een tweede maal boog om den veldwachter
aan te vallen.
Daarna ontstond een heftige woordenwis
seling tusschen den verdediger en den vol
genden getuige K., die de anderen zou heb
ben opgestookt tegen den politieman.
Getuige: Ik zag den veldwachter in ge
sprek met Jan en Oerrit, die erg dronken wa
ren. Ik ben toen weggegaan, omdat ik zoo
goed als zeker was, dat hij hen zou afslach
ten.
Verdediger: Als er vast staat, dat u niets
gezien hebt, waarom meldde u zichzelf dan
als getuige aan. Ik als verdediger kan u wel
ronduit in uw gezicht zeggen, dat u niets ge
zien hebt, alleen maar gepraat.
De broer van den overledene vertelt, dat de
veldwachter eenfge dagen van te voren ge
zegd had, dat bij Gerrit vermoorden zou. Een
van ons tweeën moest hij hebben. Getuige
vertelt verder, hoe hij achter den veldwachter
was gaan staan, waarna hij een slag met de
sabel kreeg. Een gewonde rechterhand, waar
van wijsvinger en pink ontberen, herinnert
aan dien slag.
In zijn requisitoir verklaarde de officier,
dat het wettig bewijs misschen te leveren zou
zijn door de getuigenverklaringen, doch dat
hij niet tot de overtuiging is gekomen, dat
hier inderdaad met opzet iemand gestoken is.
Hij requireerde ten slotte vrijspraak.
Uitspraak over 14 dagen.
Oplossingen der raadsels uit het
vorige nummer,
Voor grooteren.
1. Ik geloof, dat de ham ergens anders
bezorgd is. (hamer).
De oude directeur zal de regie ter
hand nemen, als wij dit stuk wil
jen opvoeren. (gieter).
Wat ben je laat! An. Gerda en Marie
zijn er- al lang. (tang).
We konden niet aan schar komen;
die had de vischboer niet. (hark)
2. Senegal. Gans, Lena, geel, glans,
leng.
3.
D 0
L
K
0 L
I
E
E
K E
R
K
(Nadruk verboden).
Verhaaltje op Rijm
door C. E DE LILLE HOGERWAARD.
Drie bengels gingen niet naar school
Maar slopen stil naar 't bosch.
Ze maakten liever samen jool
Ravotten op het mos.
2.
De namen van die bengels? 'k Noem
Ze op: het waren Jan,
Zijn vriend, de luie, domme Piet
En ook zijn zus Marian.
3.
Na 'n poosje riep Jan plots'ling uit,
Ik weet een aardig spel:
Een schommel maken wij! Vooruit!
Of 'k touw heb? Zeker wel!
4.
Vlug klom hij in een boom en bond
De einden daarin vast.
Hoera! een schommel! juichte Jan.
Dat 's fijn! Nu opgepast!
5.
Jan liet zich zakken uit den boom,
Was weldra weer beneê.
Marian stond juichend naast hem, riep:
Met schomm'len doe ik meel
6.
Om beurten zaten zij op 't touw,
Zetten elkander aan.
Wat dolle pret! Geen schommel was
Nog ooit zoo hoog gegaan!
7.
Tot plots'ling Marianne's rok
Bleef haken in een tak
Hoog in de lucht.... Dat was een schrik!
O, als die tak maar brak!
En vrij haar liet! Och, heden neen!
Marianne kwam niet los,
Bleef hangen! Lieve tijd, wat schrik!
Geen hulp was daar in 't bosch.
9.
De jongens staarden naar omhoog
En dachten: Hoe loopt 't af?
Weg was op éénmaal alle pret.
Een ongeluk? Wat straf!
10.
Marianne rukte telkens weer.
De tak liet eind'lijk los.
Maar ook het touw ging los, o wee!
Marianne viel op 't mos!
11.
Haar arm deed pijn. Marianne kwam
Juist tegen Jantje aan.
Die tegen Piet en geen van twee
Kon nu nog blijven staan.
12.
Een bloedneus %vas hun beider straf.
Wat hadden ze een pijn!
En ieder had veel liever nu
Op school maar willen zijn!
13.
Maar 't was te laat en kermend ging
Ons drietal dus naar huis.
Zij k o n d e n nu den heelen dag
Naar school niet, bleven thuis.
14.
De les was hard, wel vrees'lijk hard!
Maar 't drietal is voortaan.
Nooit meer, als 't schooltijd was, in
't boscb
Aan 't spijbelen gegaan.
(Nadruk verboden).
4. Urk.
Voor kleineren.
1. Poes, does, soes.
2. Een eekhoorn.
3. Naar, den; Naarden.
4. Mast, stam.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Mijn geheel wordt met 10 letters ge
schreven en noemt een kerk.
10, 9, 2, 3 is niet vroeg.
Een 6, 7, 2, 8, 1 is een fabelachtig
dier.
3, 4, 5, 5 is een drank.
Een 6, 8, 1 is een deel van een ge
bouw.
Een 4, 9, 1 is een deel van je schoen.
2. Mijn eerste is een deel van een schip
of bootje, mijn tweede is niet slim
ee» medeklinker en mijn geheel
noemt een moerasvogel
3. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjeslijnen komt de
naam van een stad in ons land.
X
1 X
i X i
X k
- X
X
X
lo ij een medeklinker.
2o een heel klein plantje.
3o een bloem
4o een bijvoegelijk naamwoord, dat
een goede hoedanigheid noemt.
5o 't gevraagde woord.
6o een plaats in Limburg.
7o een knolvruchtje.
8o iets, dat in de keuken gebruikt
wordt
9o een medeklinker.
4. Verborgen lichaamsdeelen.
Je moet Claar maar een boek en Bob
een spel geven. (2)
Dank u; ik ben al klaar. U geeft u
werkelijk te veel moeite.
Is de visch al schoon gemaakt?
Hoe dom! ik keek niet uit!
Voor kleineren.
1. Je zult mij dikwijls eten.
Verwijdert men mijn staart,
Dan word 'k een nuttig dier err
Den boer wel heel veel waard.
Vaak sta ik in het weiland
En 's winters in den stal,
Je weet de beide woorden
Nu allen zeker al!
2. Met k ben ik diep, met z hoog, met m
een lichaamsdeel van een dier, met
t een bosje bloemen en met v niet
schoon.
3. Vul de rijmwoorden in:
O, jongens, 't heeft gesneeuwd van
nacht!
Hoera! Er viel een heele 1
We kijken door de ruiten.
Hoe mooi is het nu
Een sprookje, maar toch werkelijk»
heid,
Een uit den allernieuwsten -
„Hoera! Nu gaan we spelen!"
Klinkt het uit heel veel
4. Op de kruisjeslijn komt, van boven
naar beneden gelezen, da naam van
een mooi diertje, dat we 's zomers
dikwijls zien.
X lo rij een roofvogel.
X i 2o een vette vloeistof.
X 3o iets, waarmee sommi-
x gen beter kunnen zien.
X 4o een hemellichaam.
X i 5o een ander woord voor
X toespraak.
6o u een vrucht
7o een bloem.
(Nadruk verboden).