DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. S. KROM Hit het fxuiemmt No. 280 Zaterdag 26 November 1932 134e Jaargang Er worden geen onderwijzers meer naar Indië gezonden om de krontjongmuziek te bestudeeren. Sociëteitslokaaltjes voor Alkmaarsche renteniers zullen voortaan alleen op kosten van de busdiensten gebouwd worden. De voorkeur voor „Alkmaarsch fabrikaat" dient niet alleen bij benoemingen tot uiting te komen. f. Ververij en Chemische Wasscherij Winkel Langestraat 91. Tel. 794. ALKMAARSCH URANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Waar niets is verliest zelfs de keizer zijn recht en van een agenda vol hamerstukken, die voornamelijk den verkoop van grond en wijziging van allerlei verordeningen betref fen, valt voor een overzichtschrijver maar bitter weinig te zeggen. Laten wij allereerst dankbaar constatee- ren, dat, ondanks zoovele onbeduidende voor stellen, alle raadsleden aanwezig waren, doordrongen van hun plicht tegenover de burgers, die hen eenmaal hebben afgevaar digd en bereid de belangen der gemeente, zooals zij ze zien, tot in het scherpste debat te verdeaigen. Evenwel waren de debatten ditmaal vrij tam en zij beperkten zich in hoofdzaak tot verwijten aan het college, dat dit in vele ge vallen te zelfstandig was opgetreden en den Raad langzamerhand als quantité negli- geable gaat beschouwen. Er is dit college, dat zich democratisch noemt, menigmaal een zeker dictatorschap verweten al is voor een buitenstaander moei lijk te constateeren wie er de leidende en wie er de volgzame rollen in vervullen. Een feit is het, dat colleges die op een vrij sterke raadsmeerderheid steunen een zekere mate van zelfstandigheid krijgen, welke op den duur door den raad niet geapprecieerd wordt. Commissies van Bijstand zijn er nu eenmaal om gehoord te worden en willen zich niet ge passeerd zien en het heeft geen zin besluiten te nemen als B. en W. reeds zelfstandig zijn opgetreden en het raadsbesluit dus eigenlijk niets meer dan een goedkeuring beteekent. Uit deze beschouwing blijkt alweer, dat er over de agenda zelf eigenlijk niet veel te ver tellen is. Het meest interessant was ongetwijfeld de critiek van de raadscommissie, die de ge meenterekening over 1931 had nagekeken en daarover enkele leerzame opmerkingen had ge maakt. Zoo was er b.v. een adviseuse voor het gemeentelijk drukwerk geweest, die door B. en W. was aangesteld om eenige verfraaiing in de typografische uitvoering van ambtelijke stukken te brengen en het was alleen maar te betreuren, dat zij haar talenten op de droge lectuur van bijlagen, raadsverslagen, begroo tingen en agenda's had moeten beproeven. Daaraan valt nu eenmaal niet veel te ver fraaien en zoolang van gemeentewege geen politieke roman in afleveringen wordt uitge geven, bestaat er geen behoefte aan passen de illustraties en zou deze expert eigenlijk alleen haar bekwaamheden in het ontwerpen van kunstzinnige vignetten voor het postpa pier van den burgemeester of van de andere eden van het college in toepassing kunnen brengen. Toch was aan dit deskundig advies in 1931 nog een bedrag van ruim 600 uit gegeven en het zou waarschijnlijk onbespro ken zijn gebleven als deze rekening niet eind 1932 onderzocht was geworden en de nood zakelijke soberheid op allerlei uitgaven niet sterker dan ooit tot ae raadsleden was door gedrongen. Vandaar dat ook de directeur van een onzer middelbare gemeentelijke scholen het een en ander te hooren kreeg over een teekening, welke hij voor zijn schoolgebouw gekocht had en waarvoor hij op een tentoonstelling de van dertig gulden had moeten betalen. Reeds bleken dat jaar twee etsen te samen Vo.or 65 voor hetzelfde doel te zijn aange schaft, maar omdat er op de begrooting 100 v oor aanschaffing van „meubilair" was uit getrokken, was de bewuste teekening er nog 171 Ogenomen, wat door B. en w. naar zij beweerden eenigszins onnadenkend was goedgekeurd Dat alles gaf natuurlijk aanleiding tot een langdurige discussie. Ambtenaren, zoo werd g^zego, moesten zuinigheid betrachten en niet het geld opmaken, als er nog wat was overgebleven, en de wethouder van financiën het opnieuw uitkomen, dat hij dreigbrieven aan allerlei gemeentediensten had geschre ven, waarbij hij op de grootst mogelijke soberheid had aangedrongen en niet kon goedkeuren, dat men het geld nutteloos be steedde, alleen omdat het nu eenmaal op de begrooting gezef was. Nog veel meer kregen B. en W. te hooren over een tweetal onderwijzers, die op gemeen- tekosten een uitstapje naar Keulen en omstre ken gemaakt hadden om er de musicale ge volgen van het luitspel te bestudeeren. Op aandringen van een muziekleeraar was op een onzer lagere scholen de Stössel-luit ingevoerd en het bleek werkelijk, dat zelfs on- musicale leerlingen daarmede een zekere virtuositeit konden bereiken. Maar het hoofd van de school was niet erg enthousiast en wilde er liever een einde aan maken, waarna de muziekleeraar den raad gaf eens een kijkje in Duitschland te nemen ,waar met dezelfde luit bijzondere resultaten bereikt waren. Men voelde daar voor blijkbaar meer dan voor het luitspel en het gevolg was, dat het hoofd, vergezeld van een musicalen onderwijzer, naar Keulen en omstreken was getogen en daarna een rap port had ingezonden, waarvan de strekking was, dat men nog wel een paar jaar met de proef zou kunnen doorgaan. Men zou verwachten, dat B. en W. na ruim 160 aan reis- en verblijfkosten te hebben betaald, dit advies nu ook zouden opgevolgd hebben, maar zij besloten daarentegen de lier, of in dit geval de luit, maar aan de boomen te hangen en definitief met het systeem te breken. Het was geen wonder dat de Raad constateerde, dat het wel zoo goed koop was geweest als B. en W. dit hadden besloten alvorens het tweetal naar Keulen was vertrokken en tevens meende, dat het be sluit thans nog vreemder was nu niet tot voortzetting maar tot staking van de proef was besloten, wat, naar de burgemeester me dedeelde, slechts te wijten was aan de om standigheid, dat het rapport der Keulsche rei zigers nu niet bepaald „enthousiast" was geweest, wat men in deze omstandigheden evenwel had kunnen verwachten. Dat het college al deze verwijten te hooren kreeg zal hoofdzakelijk wel het gevolg ge weest zijn van zijn autoritair optreden, daar het op de reeds schriftelijk gemaakte opmer kingen der commissie niets anders had ge antwoord dan „dat het de wandversiering in de school gewenscht achtte en de kosten van de Keulsche reis niet td hoog had gevon den". In tegenstelling met allerlei kleinigheden, waarvoor een officieele bijlage moet verschij nen, deed de heer Westerhof diverse mededee- lingen ter raadszitting over de door B. en W. genomen besluiten inzake de werkver schaffing. Zoowel het aanwijzen der voor werkers, als de productie en de loonrekening, alsmede bijslagen en andere maatregelen werden en passant even medegedeeld tot groote verontwaardiging van den heer Rin- gers, die er zeer terecht op wees, dat de Raad besloten had het vervoer van zand per vlet, dus op de ouderwetsche wijze, te laten ge schieden om zooveel mogelijk werkloozen ge legenheid te geven daarvan te profiteeren. Thans bleek, dat B. en W. zonder meer het zandvervoer hadden aanbesteed en het werk zelfs reeds gegund hadden. De heer Wester hof wees er triomfantelijk op, dat de grond werkers nu een hooger loon konden krijgen het bleek dat de bonden dezer arbeiders daaraan medegewerkt hadden maar de heer Ringers veronderstelde, dat de aanne mer alleen geschoolde grondwerkers zou uit kiezen en het werk dus, tégen de bedoeling van den Raad in, veel vroeger gereed zou zijn dan wanneer daaraan in werkverschaf fing ook anderen zouden gearbeid hebben, zoodat werkloozen buiten de categorie van grondwerkers zich thans misdeeld konden achten. De heer Westerhof deed nog een wei nig gelukkige poging de opmerkingen van den heer Ringers als een poging tot loondruk te qualificeeren, maar de burgemeester er kende, dat de wensch van den Raad hem door het hoofd gegaan was en hij het vraag stuk in het college nog wel eens zou willen bekijken. Of er nu het werk reeds voorhang aan besteed is nog veel te veranderen zal zijn valt intusschen te betwijfelen. Diverse krotwoningen zullen weer opge ruimd worden en het goede hart van den heer Govers drong hem er toe uitstel van af braak te vragen voor het huisje van een ouden man, dien hij levenslang in het tegen woordige pand wilde laten blijven. Over het algemeen is de veroordeeling om levenslang in een onbewoonbare woning te moeten hui zen een bedenkelijke straf, maar het oude mannetje, dat door den heer Govers gepro tegeerd werd was wellicht nog ouder en bouwvalliger dan het huisje waarin hij zich gelukkig gevoelt en zoolang weer en wind dat nog sparen schenen ook B. en W. wel ge negen dat voorbeeld te volgen. Voor de overige van huis en haard of beter gezegd van krot en kacheltje verdrevenen bouwt de wethouder van Publieke Werken thans een 24-tal woningen, die slechts 3.65 per week moeten opbrengen. Het zijn natuur lijk geen paleisjes en vaste waschtafels en badkamers zal men er tevergeefs zoeken. Zij zijn zelfs zoo eenvoudig, dat de heeren Van de Vall en Geels er nog graag wat meer or nament aan gezien hadden. Wethouder Kla ver betoogde, dat hij tevergeefs getracht had ze niet bij elkaar te bouwen maar in diverse bouwblokken te verspreiden, maar beloofde er nog het een en ander aan te zullen ver fraaien wat waarschijnlijk zal kunnen ge beuren als de huisjes op aandringen van den Raad niet onder toezicht van een bij zonderen opzichter, maar van een opzichter van Gemeentewerken zullen gebouwd wor den. In allen gevalle werken deze woningen er toe mede, dat steeds meer krotten en nood woningen ontruimd kunnen worden en de ergerlijkste misstanden op dit gebied gelei delijk kunnen verdwijnen. Minder gelukkig waren B. en W. met hun voorstel een wachtlokaal bij het station ten behoeve van reizigers der daar gestationneer- de autobussen te bouwen. De meeste raadsleden gevoelden er niets voor temeer daar zij van oordeel waren, dat men hier kostbare diensten aan particuliere ondernemingen ging bewijzen. Als de auto busdiensten wachthuisjes noodig hebben, kunnen zij die zelf wel laten zetten, nog af gescheiden van de vraag of het voorgenomen gemeentelokaaltje wel goed en. doelmatig ge plaatst zou worden. De heer Sietsma wilde het alleen maar bouwen als er huur voor be taald werd, maar de meeste raadsleden we zen er op, dat op het Stationsplein diverse café's en bovendien de stationwachtkamers ter beschikking van de reizigers staan en de heer Vogelaar herinnerde nog eens aan de kuilen in onze bestrating en zou de zevenhon derd gulden voor een wachtlokapltje benoo- digd liever voor de herstelling van onze klin kerwegen willen gebruiken. Men vreesde bo vendien dat dit wachthuisje spoedig door meerdere gevolgd zou worden en de heer Govers verklaarde, dat de overdekte zit plaatsen welke de gemeente reeds in den Ber gerhout liet aanbrengen zelden door wach tende reizigers worden gebruikt, maar een sociëteit zijn geworden voor praatgrage ren teniers, die hier, evenals diverse autobussen, een vaste standplaats schijnen te hebben. Het resultaat van alle besprekingen was dan ook, dat het wachthuisje met twaalf tegen negen stemmen naar den grafkelder der doodgebo ren voorstellen wera verwezen. Van de overige agendapunten valt weinig meer te zeggen dan dat zij werden aangeno men zooals zij dezer dagen in onze courant in diverse bijlagen gepubliceerd zijn gewor den. Er is nog lang gesproken over de gronden in ons Grondbedrijf waarvan men de schat ting tot normaler tijden wilde uitstellen en waarvan de heer Sietsma veronderstelde, dat zij wel 30 procent in waarde gedaald zou den zijn, terwijl de heer Westerhof juist ver wachtte, dat zij als bouwgrond in waarde zouden zijn gestegen. B. en W. hebben verklapt, dat zij allesbe halve bewonderaars van de winkelsluitings wet zijn en al het mogelijke zullen doen om de nadeelen daarvan zoo gering mogelijk te doen zijn een opvatting, welke vooral in middenstandskringen met voldoening verno men zal worden er werd een pachtcom missie in het leven geroepen, die eigenlijk den naam „crisiscomité" zou moeten dragen en er werd besloten, dat de toeschouwers op de tribunes van ons Sportpark voortaan tegen rheumatiek en erger beschermd zullen wor den door rolluiken en windschermen. Er werden in gedachten al tweedehandsch auto tjes aangeschaft voor de ambtenaren van den Keuringsdienst, die nu door weer en wind op motorfietsen moeten rijden, de secretaris, die zijn koperen bruiloft gevierd had, werd nog eens officieel gefeliciteerd en een voor spoedige vaart in zijn huwelijksbootje toege- wenscht en de heer Boogh, die nummero twee op de voordracht stond voor leeraar in de wiskunde aan de gemeentelijke avondschool en door den heer Langeveld als „oud-Alk maarder" werd aanbevolen verkreeg op drie na algemeene stemmen zoodat zelfs vele katholieken hem de voorkeur boven nummero één hebben gegeven ofschoon deze als leeraar aan een Katholieke jongensschool te Heiloo gepresenteerd werd. Was dit een neiging om ook bij bencemin- ;en in zekere mate een voorkeur voor „Neder- andsch", in dit geval zou men kunnen zeg gen „Alkmaarsch fabrikaat" te demonstree- ren, dan moeten wij toch zeggen dat een der gelijk stedelijk chauvinisme bedenkelijke ge volgen kan hebben. Wij willen geenszins be weren, dat de keuze van den heer Boogh een minder gelukkige was, maar B. en W. hadden hem no. 2 geplaatst en hij had zijn voor sprong thans blijkbaar alleen aan zijn Alk maarsche geboorte te danken. Bij benoemin gen dient o.i. op bekwaamheid en eerst daar na op andere factoren te worden gelet, wat de Raad zelf meermalen in het geding ge bracht heeft als bij een vacature voor hoofd der school uitsluitend sollicitanten uit an dere gemeenten in aanmerking bleken te ko men. Maar, wie weet, wellicht was deze stem ming de voorbode van een nieuwe groepee ring en als werkelijk alle raadsleden die thans den heer Boogh stemden voortaan een meerderheidsbloc zullen vormen, kunnen wij dit college van B. en W. geen lang politiek leven voorspellen. Betrekkelijk vroeg had de Raad zich door dezen rijstebrijberg van agendastukken heen- gewerkt en aangezien de weersomstandighe den zich minder voor een tochtje naar Ber gen aan Zee leenden, de chocoladefabriek van den heer Ringers reeds bekeken was en een gezamenlijke tocht naar de zesdaagsche door onze berooide schatkist niet meer gefi nancierd kon worden, besloot het edelacht baar gezelschap maar rechtstreeks naar huis te gaan om daar bij een eerzaam kop je thee na volbrachten arbeid in het belang der ge meenschap van een welverdiende rust te ge nieten. Den Haag, 25 November 1932. Avondvergaderingen zijn een noodzakelijk kwaad, wanneer de Tweede Kamer voor Kerstmis de Rijksbegrooting wil afhandelen Maar zij hebben een ander onaangenaam ge volg: zij zijn voor sommige partijen of leden prikkel tot breedsprakigheid. Gisteravond, bij de voortzetting van de algemeene be schouwingen over de Begrooting van Deefen- sie, hebben b.v. een half dozijn sociaal-demo cratische afgevaardigden aangehoord, die allen getuigden van het antimilitaristisch ka rakter van hun partij en we vroegen ons af: kan het niet wat minder? De heer K. ter Laan vond, dat we konden volstaan met de organisatie van een militaire grenswacht, de heer Drop hield tegenover den heer Schaepman (r.k.) vol, dat men in Denemar ken veel verder is gegaan met bezuiniging op het leger dan wij en wilde van géén vloot- vernieuwing weten, zoodat hij alvast een amendement heeft ingediend om de post voor den bouw van een onderzeeër voor Indië te schrappen, de heer Faber pleitte voor ontwa pening, in het bijzonder voor moreele ontwa pening, de heer Schaper beweerde dat wij voor militaire uitgaven per hoofd der bevol king duurder uit zijn dan de meeste andere landen, de heer Van dei* Houven sprong in de bres voor de vrijheid van de matrozen buiten dienst. Hierbij sloot zich vrijwel aan de rede van den heer Marchant (v.d.), die beweerde, dat men in de richting van bezui niging, o.a. wat betreft materiaal-voorzie ning nog veel verder kan gaan. Ook andere klanken zijn echter gehoord. Zoo sprak de heer Schaepman voor concen tratie van de militaire opleiding, terwijl hij tevens ernstig protesteerde tegen de ontwape- ningspropaganda der socialisten. De heer Zandt (St. Ger.) betoonde zich weder een op theologische gronden zijn meening basee- rende anti-ontwapenaar, de heer Amelink (a.r.) achtte een behoorlijk leger onmisbaar voor onze nationale zelfstandigheid, de heer Peereboom (herv. ger.) zelf militair, noemde een behoorlijk leger onvermijdelijk en in over eenstemming met den Bijbel. Minister Deckers heeft, in het nachtelijk uur aan het woord komend, tegenover de an timilitaristen als zijn eersten plicht geschetst zijn moeilijke taak om onze weermacht op peil te houden. Tegenover de van verschillen de zijden gehouden pleidooien ten gunste van het behoud van de werf te Hellevoetsluis, heeft hij de onvermijdelijkheid van de ophef fing er van, gegrond op de rapporten van twee commissies, uiteengezet. De kwestie van de verdeeling van de kosten der vloot tus schen Nederland en Indië heeft zijn voortdu rende aandacht, doch de tijdsomstandighe den zijn er niet naar om op een definitieve oplossing aan te sturen. Het denkbeeld van den heer Schaepman om in de opleiding van de marine meer centralisatie te brengen is niet goed voor verwezenlijking vatbaar. Te genover den heer Drop betoogde hij de wen- schelijkheid van den bouw van een onderzee boot voor Indië. Alleen wanneer de financiën het niet mochten toelaten, zou hij tot uitstel bereid zijn. Bij de zeemacht zullen slechts af vloeien zij die voor vol pensioen in aanmer king komen. Met den eisch door verschillen de ondernemingen gesteld, o.a. door de spoor wegen, dat men voor een benoeming tot een betrekking van militairene dienst vrij moet zijn, ging de minister niet accoord. Ter aanvulling en ook verbetering van het bovenstaande diene, dat de Tweede Kamer het vannacht tot over vieren heeft uitgehou den en, vermoedelijk ook dank zij de schaarschte van de aanwezigen, er in ge slaagd is de geheele Defensiebegrooting af te handelen zonder dat er belangrijke oogenblikken werden beleefd. Alleen was overgebleven de stemming van een paar mo ties. In de eerste plaats een motie-van der Houwen om nog niet over te gaan tot ophef fing van de werf te Hellevoetsluis. Deze werd verworpen met 55 tegen 28 stem men. Een voorstel-Drop om geen bedrag uit te Telefoon 1523. Teneinde een ieder in de gelegenheid te stellen met de bijzonder fraaie aflevering onzer nieuwe installatie kennis te maken, noteeren wij voorloopig nog onze speciale heropeningspr ijzen. Colbert-Costumes f 2.50, Japonnen f 2.00, Mantels f2.50, Regenjassen of Mantels f2.50 Op alle andere goederen 20 korting. trekken als eersten termijn voor den bouw van een onderzeeër werd verworpen met 55 tegen 33 stemmen De Defensiebegroo ting is daarop aangenomen met 54 te gen 31 stemmen. Hierna werd voortgegaan met de wijzi ging der Lager Onderwijswet. De heer Langman (c. h.) kon zich in het algemeen met liet ontwerp vereenigen, doch noemde het een ernstig bezwaar, dat zoovele onderwijzers en onderwijzeressen in de volle kracht huns levens op wachtgeld komen. Het ware beter meer ouderen te pensionneeren. De oudsten dienen het eerst af te vloeien. Kan men de wachtgelders niet werkzaam la ten blijven bij het onderwijs, b.v. als volon tairs? Wil de minister hiervan niet de moge lijkheid onderzoeken? De heer Ketelaar (v. d.) verklaarde, dat zijn fractie tegen het wetsontwerp zal stem men, al zijn er bij de schriftelijke behande ling verscheidene verbeteringen in het oor spronkelijke voorstel aangebracht. Spr zette uitvoerig uiteen waarom hij met de ontwor pen leerlingenschaal geen vrede had: in een school met 35 leerlingen moet één onderwij zer zorgen voor het onderwijs in zeven klas sen! Met het denkbeeld van den heer Lang man was spr. in het geheel niet ingenomen. De heer Tilanus (c. h.) beloofde zijn stem aan het voorstel te geven. Het verzet van ver schillende zijden kon spr. zich begrijpen, al leen dat van mej. Westerman, die een nieu we commissie van voorstanders van het openb. schoolonderwijs die een minder een zijdig rapport zal indienen dan de commis- sie-Rutgers. Anders stemt de liberaje fractie tegen! Dat begreep spr. niet, zoomin als be wering der S. D. A. P. dat de volksschool bedreigd wordt terwijl daarmede dan de openbare school bedoeld wordt. Het voor naamste bezwaar van spr. is gericht tegen de boventallige onderwijzers; de betaling er van uit de gemeentekas is niet in orde en spr. stelt daaromtrent een amendement in voor uitzicht. Het tijdelijke karakter van het ont werp laat spr. koud. De toekomst is zoo on zeker De heer W ij n k o o p (comm.) achtte de gelegenheid gunstig om te betoogen, dat de sociaal-democratische politiek juist tegen he'. openbaar onderwijs is gekant. Overigens is slechts in Rusland een goede onderwijsorga nisatie aan te treffen. Spr. verklaarde ten slotte tegen het wetsvoorstel te zullen stem men. Hij zei nog wel veel andere dingen, maar de samenhang was ons niet altijd dui delijk. Mej Groeneweg (s. d. a. p.) verdedigde de gelijkstelling van openbaar en bijzonder on derwijs. Zij moest ten goede komen aan de arbeiderskinderen. Vervolgens verzette zij zich tegen elke poging om op het onderwijs te bezuinigen. Moet er op onderwijs bezui nigd worden, dan liever op een ander onder wijsgebied, b.v. bij het midd. ond Spr. er kende de wenschelijkheid van het tegengaan van versnippering van het onderwijs. Het ontwerp achtte zij op vele punten een ver slechting en zij vreesde, dat op dien weg zal worden voortgegaan. Spr. kwam ook op tegen den korten duur van het wachtgeld der ontslagen gehuwde onderwijzeressen. Dal had niet in een noodwet mogen opgenomen worden. De heer Van Dis (CSt. ger.) drong o.a. aan op een wijziging van de leerlingenschaal ten dienste van kleine scholen. Overigens was deze spr., gelijk gewoonlijk, onverstaan baar bij het voorlezen van zijn redevoering. Intusschen zal zijn fractie vóór het ontwerp stemmen. De heer Beumer (a.r.) beval het wetsont werp bij de Kamer aan, al had hij er bezwa ren tegen, o.a. door den heer Ketelaar ver meld. Maar er moet bezuinigd worden! De adresbeweging tegen het ontwerp was vol gens hem van weinig beteekeenis. Ook al de hier gehouden beschouwingen hebben geen diepen indruk op spr. gemaakt. Een beter middel dan het voorstel, om tot bezuiniging te komen dan dit noodwetje. Minister Terpstra verkreeg hierna het woord tot verdediging van het ontwerp. Met de bezuiniging hiervan dweepte hij ook niet, doch we verkeeren in een noodtoestand en de eerstvolgende jaren beloven nog geen verbe tering. Tot de bezuiniging moet ook sprekers departement medewerken en dat wordt ook

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1