DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
S. KROM
Hit het fxuiemmt
No. 280
Zaterdag 26 November 1932
134e Jaargang
Er worden geen onderwijzers meer naar Indië gezonden om
de krontjongmuziek te bestudeeren.
Sociëteitslokaaltjes voor Alkmaarsche renteniers zullen voortaan
alleen op kosten van de busdiensten gebouwd worden.
De voorkeur voor „Alkmaarsch fabrikaat" dient niet alleen bij
benoemingen tot uiting te komen.
f.
Ververij en Chemische Wasscherij
Winkel Langestraat 91. Tel. 794.
ALKMAARSCH
URANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Directeur: C. KRAK.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Waar niets is verliest zelfs de keizer zijn
recht en van een agenda vol hamerstukken,
die voornamelijk den verkoop van grond en
wijziging van allerlei verordeningen betref
fen, valt voor een overzichtschrijver maar
bitter weinig te zeggen.
Laten wij allereerst dankbaar constatee-
ren, dat, ondanks zoovele onbeduidende voor
stellen, alle raadsleden aanwezig waren,
doordrongen van hun plicht tegenover de
burgers, die hen eenmaal hebben afgevaar
digd en bereid de belangen der gemeente,
zooals zij ze zien, tot in het scherpste debat
te verdeaigen.
Evenwel waren de debatten ditmaal vrij
tam en zij beperkten zich in hoofdzaak tot
verwijten aan het college, dat dit in vele ge
vallen te zelfstandig was opgetreden en den
Raad langzamerhand als quantité negli-
geable gaat beschouwen.
Er is dit college, dat zich democratisch
noemt, menigmaal een zeker dictatorschap
verweten al is voor een buitenstaander moei
lijk te constateeren wie er de leidende en wie
er de volgzame rollen in vervullen. Een feit
is het, dat colleges die op een vrij sterke
raadsmeerderheid steunen een zekere mate
van zelfstandigheid krijgen, welke op den
duur door den raad niet geapprecieerd wordt.
Commissies van Bijstand zijn er nu eenmaal
om gehoord te worden en willen zich niet ge
passeerd zien en het heeft geen zin besluiten
te nemen als B. en W. reeds zelfstandig zijn
opgetreden en het raadsbesluit dus eigenlijk
niets meer dan een goedkeuring beteekent.
Uit deze beschouwing blijkt alweer, dat er
over de agenda zelf eigenlijk niet veel te ver
tellen is.
Het meest interessant was ongetwijfeld de
critiek van de raadscommissie, die de ge
meenterekening over 1931 had nagekeken en
daarover enkele leerzame opmerkingen had ge
maakt. Zoo was er b.v. een adviseuse voor het
gemeentelijk drukwerk geweest, die door B. en
W. was aangesteld om eenige verfraaiing in
de typografische uitvoering van ambtelijke
stukken te brengen en het was alleen maar te
betreuren, dat zij haar talenten op de droge
lectuur van bijlagen, raadsverslagen, begroo
tingen en agenda's had moeten beproeven.
Daaraan valt nu eenmaal niet veel te ver
fraaien en zoolang van gemeentewege geen
politieke roman in afleveringen wordt uitge
geven, bestaat er geen behoefte aan passen
de illustraties en zou deze expert eigenlijk
alleen haar bekwaamheden in het ontwerpen
van kunstzinnige vignetten voor het postpa
pier van den burgemeester of van de andere
eden van het college in toepassing kunnen
brengen.
Toch was aan dit deskundig advies in
1931 nog een bedrag van ruim 600 uit
gegeven en het zou waarschijnlijk onbespro
ken zijn gebleven als deze rekening niet eind
1932 onderzocht was geworden en de nood
zakelijke soberheid op allerlei uitgaven niet
sterker dan ooit tot ae raadsleden was door
gedrongen.
Vandaar dat ook de directeur van een onzer
middelbare gemeentelijke scholen het een en
ander te hooren kreeg over een teekening,
welke hij voor zijn schoolgebouw gekocht had
en waarvoor hij op een tentoonstelling de
van dertig gulden had moeten betalen.
Reeds bleken dat jaar twee etsen te samen
Vo.or 65 voor hetzelfde doel te zijn aange
schaft, maar omdat er op de begrooting 100
v oor aanschaffing van „meubilair" was uit
getrokken, was de bewuste teekening er nog
171 Ogenomen, wat door B. en w. naar
zij beweerden eenigszins onnadenkend was
goedgekeurd
Dat alles gaf natuurlijk aanleiding tot een
langdurige discussie. Ambtenaren, zoo werd
g^zego, moesten zuinigheid betrachten en
niet het geld opmaken, als er nog wat was
overgebleven, en de wethouder van financiën
het opnieuw uitkomen, dat hij dreigbrieven
aan allerlei gemeentediensten had geschre
ven, waarbij hij op de grootst mogelijke
soberheid had aangedrongen en niet kon
goedkeuren, dat men het geld nutteloos be
steedde, alleen omdat het nu eenmaal op de
begrooting gezef was.
Nog veel meer kregen B. en W. te hooren
over een tweetal onderwijzers, die op gemeen-
tekosten een uitstapje naar Keulen en omstre
ken gemaakt hadden om er de musicale ge
volgen van het luitspel te bestudeeren.
Op aandringen van een muziekleeraar was
op een onzer lagere scholen de Stössel-luit
ingevoerd en het bleek werkelijk, dat zelfs on-
musicale leerlingen daarmede een zekere
virtuositeit konden bereiken.
Maar het hoofd van de school was niet
erg enthousiast en wilde er liever een einde
aan maken, waarna de muziekleeraar den
raad gaf eens een kijkje in Duitschland te
nemen ,waar met dezelfde luit bijzondere
resultaten bereikt waren. Men voelde daar
voor blijkbaar meer dan voor het luitspel en
het gevolg was, dat het hoofd, vergezeld van
een musicalen onderwijzer, naar Keulen en
omstreken was getogen en daarna een rap
port had ingezonden, waarvan de strekking
was, dat men nog wel een paar jaar met de
proef zou kunnen doorgaan.
Men zou verwachten, dat B. en W. na ruim
160 aan reis- en verblijfkosten te hebben
betaald, dit advies nu ook zouden opgevolgd
hebben, maar zij besloten daarentegen de
lier, of in dit geval de luit, maar aan de
boomen te hangen en definitief met het
systeem te breken. Het was geen wonder dat
de Raad constateerde, dat het wel zoo goed
koop was geweest als B. en W. dit hadden
besloten alvorens het tweetal naar Keulen
was vertrokken en tevens meende, dat het be
sluit thans nog vreemder was nu niet tot
voortzetting maar tot staking van de proef
was besloten, wat, naar de burgemeester me
dedeelde, slechts te wijten was aan de om
standigheid, dat het rapport der Keulsche rei
zigers nu niet bepaald „enthousiast" was
geweest, wat men in deze omstandigheden
evenwel had kunnen verwachten.
Dat het college al deze verwijten te hooren
kreeg zal hoofdzakelijk wel het gevolg ge
weest zijn van zijn autoritair optreden, daar
het op de reeds schriftelijk gemaakte opmer
kingen der commissie niets anders had ge
antwoord dan „dat het de wandversiering
in de school gewenscht achtte en de kosten
van de Keulsche reis niet td hoog had gevon
den".
In tegenstelling met allerlei kleinigheden,
waarvoor een officieele bijlage moet verschij
nen, deed de heer Westerhof diverse mededee-
lingen ter raadszitting over de door B. en
W. genomen besluiten inzake de werkver
schaffing. Zoowel het aanwijzen der voor
werkers, als de productie en de loonrekening,
alsmede bijslagen en andere maatregelen
werden en passant even medegedeeld tot
groote verontwaardiging van den heer Rin-
gers, die er zeer terecht op wees, dat de Raad
besloten had het vervoer van zand per vlet,
dus op de ouderwetsche wijze, te laten ge
schieden om zooveel mogelijk werkloozen ge
legenheid te geven daarvan te profiteeren.
Thans bleek, dat B. en W. zonder meer het
zandvervoer hadden aanbesteed en het werk
zelfs reeds gegund hadden. De heer Wester
hof wees er triomfantelijk op, dat de grond
werkers nu een hooger loon konden krijgen
het bleek dat de bonden dezer arbeiders
daaraan medegewerkt hadden maar de
heer Ringers veronderstelde, dat de aanne
mer alleen geschoolde grondwerkers zou uit
kiezen en het werk dus, tégen de bedoeling
van den Raad in, veel vroeger gereed zou
zijn dan wanneer daaraan in werkverschaf
fing ook anderen zouden gearbeid hebben,
zoodat werkloozen buiten de categorie van
grondwerkers zich thans misdeeld konden
achten. De heer Westerhof deed nog een wei
nig gelukkige poging de opmerkingen van
den heer Ringers als een poging tot loondruk
te qualificeeren, maar de burgemeester er
kende, dat de wensch van den Raad hem
door het hoofd gegaan was en hij het vraag
stuk in het college nog wel eens zou willen
bekijken.
Of er nu het werk reeds voorhang aan
besteed is nog veel te veranderen zal zijn
valt intusschen te betwijfelen.
Diverse krotwoningen zullen weer opge
ruimd worden en het goede hart van den
heer Govers drong hem er toe uitstel van af
braak te vragen voor het huisje van een
ouden man, dien hij levenslang in het tegen
woordige pand wilde laten blijven. Over het
algemeen is de veroordeeling om levenslang
in een onbewoonbare woning te moeten hui
zen een bedenkelijke straf, maar het oude
mannetje, dat door den heer Govers gepro
tegeerd werd was wellicht nog ouder en
bouwvalliger dan het huisje waarin hij zich
gelukkig gevoelt en zoolang weer en wind
dat nog sparen schenen ook B. en W. wel ge
negen dat voorbeeld te volgen.
Voor de overige van huis en haard of beter
gezegd van krot en kacheltje verdrevenen
bouwt de wethouder van Publieke Werken
thans een 24-tal woningen, die slechts 3.65
per week moeten opbrengen. Het zijn natuur
lijk geen paleisjes en vaste waschtafels en
badkamers zal men er tevergeefs zoeken. Zij
zijn zelfs zoo eenvoudig, dat de heeren Van
de Vall en Geels er nog graag wat meer or
nament aan gezien hadden. Wethouder Kla
ver betoogde, dat hij tevergeefs getracht had
ze niet bij elkaar te bouwen maar in diverse
bouwblokken te verspreiden, maar beloofde
er nog het een en ander aan te zullen ver
fraaien wat waarschijnlijk zal kunnen ge
beuren als de huisjes op aandringen van
den Raad niet onder toezicht van een bij
zonderen opzichter, maar van een opzichter
van Gemeentewerken zullen gebouwd wor
den. In allen gevalle werken deze woningen
er toe mede, dat steeds meer krotten en nood
woningen ontruimd kunnen worden en de
ergerlijkste misstanden op dit gebied gelei
delijk kunnen verdwijnen.
Minder gelukkig waren B. en W. met hun
voorstel een wachtlokaal bij het station ten
behoeve van reizigers der daar gestationneer-
de autobussen te bouwen.
De meeste raadsleden gevoelden er niets
voor temeer daar zij van oordeel waren, dat
men hier kostbare diensten aan particuliere
ondernemingen ging bewijzen. Als de auto
busdiensten wachthuisjes noodig hebben,
kunnen zij die zelf wel laten zetten, nog af
gescheiden van de vraag of het voorgenomen
gemeentelokaaltje wel goed en. doelmatig ge
plaatst zou worden. De heer Sietsma wilde
het alleen maar bouwen als er huur voor be
taald werd, maar de meeste raadsleden we
zen er op, dat op het Stationsplein diverse
café's en bovendien de stationwachtkamers
ter beschikking van de reizigers staan en de
heer Vogelaar herinnerde nog eens aan de
kuilen in onze bestrating en zou de zevenhon
derd gulden voor een wachtlokapltje benoo-
digd liever voor de herstelling van onze klin
kerwegen willen gebruiken. Men vreesde bo
vendien dat dit wachthuisje spoedig door
meerdere gevolgd zou worden en de heer
Govers verklaarde, dat de overdekte zit
plaatsen welke de gemeente reeds in den Ber
gerhout liet aanbrengen zelden door wach
tende reizigers worden gebruikt, maar een
sociëteit zijn geworden voor praatgrage ren
teniers, die hier, evenals diverse autobussen,
een vaste standplaats schijnen te hebben. Het
resultaat van alle besprekingen was dan ook,
dat het wachthuisje met twaalf tegen negen
stemmen naar den grafkelder der doodgebo
ren voorstellen wera verwezen.
Van de overige agendapunten valt weinig
meer te zeggen dan dat zij werden aangeno
men zooals zij dezer dagen in onze courant
in diverse bijlagen gepubliceerd zijn gewor
den.
Er is nog lang gesproken over de gronden
in ons Grondbedrijf waarvan men de schat
ting tot normaler tijden wilde uitstellen en
waarvan de heer Sietsma veronderstelde, dat
zij wel 30 procent in waarde gedaald zou
den zijn, terwijl de heer Westerhof juist ver
wachtte, dat zij als bouwgrond in waarde
zouden zijn gestegen.
B. en W. hebben verklapt, dat zij allesbe
halve bewonderaars van de winkelsluitings
wet zijn en al het mogelijke zullen doen om
de nadeelen daarvan zoo gering mogelijk te
doen zijn een opvatting, welke vooral in
middenstandskringen met voldoening verno
men zal worden er werd een pachtcom
missie in het leven geroepen, die eigenlijk den
naam „crisiscomité" zou moeten dragen en
er werd besloten, dat de toeschouwers op de
tribunes van ons Sportpark voortaan tegen
rheumatiek en erger beschermd zullen wor
den door rolluiken en windschermen. Er
werden in gedachten al tweedehandsch auto
tjes aangeschaft voor de ambtenaren van den
Keuringsdienst, die nu door weer en wind
op motorfietsen moeten rijden, de secretaris,
die zijn koperen bruiloft gevierd had, werd
nog eens officieel gefeliciteerd en een voor
spoedige vaart in zijn huwelijksbootje toege-
wenscht en de heer Boogh, die nummero twee
op de voordracht stond voor leeraar in de
wiskunde aan de gemeentelijke avondschool
en door den heer Langeveld als „oud-Alk
maarder" werd aanbevolen verkreeg op drie
na algemeene stemmen zoodat zelfs vele
katholieken hem de voorkeur boven nummero
één hebben gegeven ofschoon deze als
leeraar aan een Katholieke jongensschool te
Heiloo gepresenteerd werd.
Was dit een neiging om ook bij bencemin-
;en in zekere mate een voorkeur voor „Neder-
andsch", in dit geval zou men kunnen zeg
gen „Alkmaarsch fabrikaat" te demonstree-
ren, dan moeten wij toch zeggen dat een der
gelijk stedelijk chauvinisme bedenkelijke ge
volgen kan hebben. Wij willen geenszins be
weren, dat de keuze van den heer Boogh een
minder gelukkige was, maar B. en W. hadden
hem no. 2 geplaatst en hij had zijn voor
sprong thans blijkbaar alleen aan zijn Alk
maarsche geboorte te danken. Bij benoemin
gen dient o.i. op bekwaamheid en eerst daar
na op andere factoren te worden gelet, wat
de Raad zelf meermalen in het geding ge
bracht heeft als bij een vacature voor hoofd
der school uitsluitend sollicitanten uit an
dere gemeenten in aanmerking bleken te ko
men.
Maar, wie weet, wellicht was deze stem
ming de voorbode van een nieuwe groepee
ring en als werkelijk alle raadsleden die
thans den heer Boogh stemden voortaan een
meerderheidsbloc zullen vormen, kunnen wij
dit college van B. en W. geen lang politiek
leven voorspellen.
Betrekkelijk vroeg had de Raad zich door
dezen rijstebrijberg van agendastukken heen-
gewerkt en aangezien de weersomstandighe
den zich minder voor een tochtje naar Ber
gen aan Zee leenden, de chocoladefabriek
van den heer Ringers reeds bekeken was en
een gezamenlijke tocht naar de zesdaagsche
door onze berooide schatkist niet meer gefi
nancierd kon worden, besloot het edelacht
baar gezelschap maar rechtstreeks naar huis
te gaan om daar bij een eerzaam kop je thee
na volbrachten arbeid in het belang der ge
meenschap van een welverdiende rust te ge
nieten.
Den Haag, 25 November 1932.
Avondvergaderingen zijn een noodzakelijk
kwaad, wanneer de Tweede Kamer voor
Kerstmis de Rijksbegrooting wil afhandelen
Maar zij hebben een ander onaangenaam ge
volg: zij zijn voor sommige partijen of leden
prikkel tot breedsprakigheid. Gisteravond,
bij de voortzetting van de algemeene be
schouwingen over de Begrooting van Deefen-
sie, hebben b.v. een half dozijn sociaal-demo
cratische afgevaardigden aangehoord, die
allen getuigden van het antimilitaristisch ka
rakter van hun partij en we vroegen ons af:
kan het niet wat minder? De heer K. ter
Laan vond, dat we konden volstaan met de
organisatie van een militaire grenswacht,
de heer Drop hield tegenover den heer
Schaepman (r.k.) vol, dat men in Denemar
ken veel verder is gegaan met bezuiniging op
het leger dan wij en wilde van géén vloot-
vernieuwing weten, zoodat hij alvast een
amendement heeft ingediend om de post voor
den bouw van een onderzeeër voor Indië te
schrappen, de heer Faber pleitte voor ontwa
pening, in het bijzonder voor moreele ontwa
pening, de heer Schaper beweerde dat wij
voor militaire uitgaven per hoofd der bevol
king duurder uit zijn dan de meeste andere
landen, de heer Van dei* Houven sprong in
de bres voor de vrijheid van de matrozen
buiten dienst. Hierbij sloot zich vrijwel aan
de rede van den heer Marchant (v.d.), die
beweerde, dat men in de richting van bezui
niging, o.a. wat betreft materiaal-voorzie
ning nog veel verder kan gaan.
Ook andere klanken zijn echter gehoord.
Zoo sprak de heer Schaepman voor concen
tratie van de militaire opleiding, terwijl hij
tevens ernstig protesteerde tegen de ontwape-
ningspropaganda der socialisten. De heer
Zandt (St. Ger.) betoonde zich weder een
op theologische gronden zijn meening basee-
rende anti-ontwapenaar, de heer Amelink
(a.r.) achtte een behoorlijk leger onmisbaar
voor onze nationale zelfstandigheid, de heer
Peereboom (herv. ger.) zelf militair, noemde
een behoorlijk leger onvermijdelijk en in over
eenstemming met den Bijbel.
Minister Deckers heeft, in het nachtelijk
uur aan het woord komend, tegenover de an
timilitaristen als zijn eersten plicht geschetst
zijn moeilijke taak om onze weermacht op
peil te houden. Tegenover de van verschillen
de zijden gehouden pleidooien ten gunste
van het behoud van de werf te Hellevoetsluis,
heeft hij de onvermijdelijkheid van de ophef
fing er van, gegrond op de rapporten van
twee commissies, uiteengezet. De kwestie van
de verdeeling van de kosten der vloot tus
schen Nederland en Indië heeft zijn voortdu
rende aandacht, doch de tijdsomstandighe
den zijn er niet naar om op een definitieve
oplossing aan te sturen. Het denkbeeld van
den heer Schaepman om in de opleiding van
de marine meer centralisatie te brengen is
niet goed voor verwezenlijking vatbaar. Te
genover den heer Drop betoogde hij de wen-
schelijkheid van den bouw van een onderzee
boot voor Indië. Alleen wanneer de financiën
het niet mochten toelaten, zou hij tot uitstel
bereid zijn. Bij de zeemacht zullen slechts af
vloeien zij die voor vol pensioen in aanmer
king komen. Met den eisch door verschillen
de ondernemingen gesteld, o.a. door de spoor
wegen, dat men voor een benoeming tot een
betrekking van militairene dienst vrij moet
zijn, ging de minister niet accoord.
Ter aanvulling en ook verbetering van het
bovenstaande diene, dat de Tweede Kamer
het vannacht tot over vieren heeft uitgehou
den en, vermoedelijk ook dank zij de
schaarschte van de aanwezigen, er in ge
slaagd is de geheele Defensiebegrooting af
te handelen zonder dat er belangrijke
oogenblikken werden beleefd. Alleen was
overgebleven de stemming van een paar mo
ties. In de eerste plaats een motie-van der
Houwen om nog niet over te gaan tot ophef
fing van de werf te Hellevoetsluis. Deze
werd verworpen met 55 tegen 28 stem
men.
Een voorstel-Drop om geen bedrag uit te
Telefoon 1523.
Teneinde een ieder in de gelegenheid te
stellen met de bijzonder fraaie aflevering
onzer nieuwe installatie kennis te maken,
noteeren wij voorloopig nog onze speciale
heropeningspr ijzen.
Colbert-Costumes f 2.50, Japonnen f 2.00,
Mantels f2.50, Regenjassen of Mantels f2.50
Op alle andere goederen 20 korting.
trekken als eersten termijn voor den bouw
van een onderzeeër werd verworpen met
55 tegen 33 stemmen De Defensiebegroo
ting is daarop aangenomen met 54 te
gen 31 stemmen.
Hierna werd voortgegaan met de wijzi
ging der Lager Onderwijswet.
De heer Langman (c. h.) kon zich in het
algemeen met liet ontwerp vereenigen, doch
noemde het een ernstig bezwaar, dat zoovele
onderwijzers en onderwijzeressen in de volle
kracht huns levens op wachtgeld komen. Het
ware beter meer ouderen te pensionneeren.
De oudsten dienen het eerst af te vloeien.
Kan men de wachtgelders niet werkzaam la
ten blijven bij het onderwijs, b.v. als volon
tairs? Wil de minister hiervan niet de moge
lijkheid onderzoeken?
De heer Ketelaar (v. d.) verklaarde, dat
zijn fractie tegen het wetsontwerp zal stem
men, al zijn er bij de schriftelijke behande
ling verscheidene verbeteringen in het oor
spronkelijke voorstel aangebracht. Spr zette
uitvoerig uiteen waarom hij met de ontwor
pen leerlingenschaal geen vrede had: in een
school met 35 leerlingen moet één onderwij
zer zorgen voor het onderwijs in zeven klas
sen! Met het denkbeeld van den heer Lang
man was spr. in het geheel niet ingenomen.
De heer Tilanus (c. h.) beloofde zijn stem
aan het voorstel te geven. Het verzet van ver
schillende zijden kon spr. zich begrijpen, al
leen dat van mej. Westerman, die een nieu
we commissie van voorstanders van het
openb. schoolonderwijs die een minder een
zijdig rapport zal indienen dan de commis-
sie-Rutgers. Anders stemt de liberaje fractie
tegen! Dat begreep spr. niet, zoomin als be
wering der S. D. A. P. dat de volksschool
bedreigd wordt terwijl daarmede dan de
openbare school bedoeld wordt. Het voor
naamste bezwaar van spr. is gericht tegen de
boventallige onderwijzers; de betaling er van
uit de gemeentekas is niet in orde en spr.
stelt daaromtrent een amendement in voor
uitzicht. Het tijdelijke karakter van het ont
werp laat spr. koud. De toekomst is zoo on
zeker
De heer W ij n k o o p (comm.) achtte de
gelegenheid gunstig om te betoogen, dat de
sociaal-democratische politiek juist tegen he'.
openbaar onderwijs is gekant. Overigens is
slechts in Rusland een goede onderwijsorga
nisatie aan te treffen. Spr. verklaarde ten
slotte tegen het wetsvoorstel te zullen stem
men. Hij zei nog wel veel andere dingen,
maar de samenhang was ons niet altijd dui
delijk.
Mej Groeneweg (s. d. a. p.) verdedigde de
gelijkstelling van openbaar en bijzonder on
derwijs. Zij moest ten goede komen aan de
arbeiderskinderen. Vervolgens verzette zij
zich tegen elke poging om op het onderwijs
te bezuinigen. Moet er op onderwijs bezui
nigd worden, dan liever op een ander onder
wijsgebied, b.v. bij het midd. ond Spr. er
kende de wenschelijkheid van het tegengaan
van versnippering van het onderwijs. Het
ontwerp achtte zij op vele punten een ver
slechting en zij vreesde, dat op dien weg zal
worden voortgegaan. Spr. kwam ook op
tegen den korten duur van het wachtgeld der
ontslagen gehuwde onderwijzeressen. Dal
had niet in een noodwet mogen opgenomen
worden.
De heer Van Dis (CSt. ger.) drong o.a.
aan op een wijziging van de leerlingenschaal
ten dienste van kleine scholen. Overigens
was deze spr., gelijk gewoonlijk, onverstaan
baar bij het voorlezen van zijn redevoering.
Intusschen zal zijn fractie vóór het ontwerp
stemmen.
De heer Beumer (a.r.) beval het wetsont
werp bij de Kamer aan, al had hij er bezwa
ren tegen, o.a. door den heer Ketelaar ver
meld. Maar er moet bezuinigd worden! De
adresbeweging tegen het ontwerp was vol
gens hem van weinig beteekeenis. Ook al de
hier gehouden beschouwingen hebben geen
diepen indruk op spr. gemaakt. Een beter
middel dan het voorstel, om tot bezuiniging
te komen dan dit noodwetje.
Minister Terpstra verkreeg hierna het
woord tot verdediging van het ontwerp. Met
de bezuiniging hiervan dweepte hij ook niet,
doch we verkeeren in een noodtoestand en de
eerstvolgende jaren beloven nog geen verbe
tering. Tot de bezuiniging moet ook sprekers
departement medewerken en dat wordt ook