r WE GL ATINGS-PUZ i 4 TEEKENPLAAT btr Om den Kerstboom KERSTMIS Als 't Kerstmis is Vindt je haar nog te klein? Laat dan To naar den apotheker gaan. Jantje rat op Vaders Knie, VOOR DB KIIjBINTJUS. In onze teeken puzzle zijn een aantal gebreken geslopen en ge hebt natuurlijk te aanvaarden, dat deze er met moedwil in zijn aangebracht om aan het begrip „puzzle recht te doei. Wat hier het geval is? Dit perronbeeld met wachtende menschen, op wier gelaat een stoïcijnsche gelatenheid troont, gaat mank aan verschillende „tekortkomingen". Niet, dat wij hier een perron tot een oorlogsjazaret zien veranderd, maar toch zien wij reeds met öeife eersten oogopslag, dat zeer veel stoi- en stoffelijke deelën zijn weggelaten. Aan het speu rende oog is het gegeven de „addertjes onder het gras" te ontdekken en dat zijn er veel. Ziet dus goed rond Speurt! Maar dan ook alleen bij datgene wat zich aan deze zijde van den trein bevindt. De weglatingen er zijn er 62 zijn zeer duidelijk te herkennen, zoodat men niet behoeft te vervallen tot spitsvondigheden. Ziehier een niooi werkje voor de komende vrije Zondagen. Het resultaat behoeft ons niet toegezonden te worden. Op Oudejaarsavond zullen wij de oplossing publiceeren. lo een rivier in Duitschland. 2o een voormalige bestuurder van Venetië. 3o een landbouwwerktuig. 4o een nauwe opening. Mijn geheel noemt een dorp 'n de provincie Utrecht en wordt met 19 letters geschreven. Een 4, 8, 3, 9 vindt men in elk vertrek. 1, 2, 3, 1 is een dorp in Noord- Brabant 10, 2, 3, 4 is een edel metaal. Een 7, 5, 8, 9 is een roofdier. 6, 5, 10, 8, 6 is een getal. 10, 2, 8, 4 is het tegenovergestelde van slecht. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een groot viervoetig dier. X X X xxxxxxx X i X X lo rij een klinker. 2o een zangstem. een voorwerp, dat door den schoenmaker gebruikt wordt. 't gevraagde woord. een visch. een ander woord voor akelig> griezelig u een medeklinker. Verborgen namen van bekende per sonen uit de geschiedenis. Ik krijg een nieuwe jas. Moeder ~al vandaag er met mij op uit gaan. Foei, Jan, er ontbreken weer drie sommen aan je werk: Voor kleineren. Vul de rijmwoorden in: Hopla! riep zijn zusje - Jan, waar rijdt jij nu naar toet Wordt je paardje nog niet Ho! nu stoppen! 't Is mijn beurt. Zeg ZySi wangen rood ge Van de pret. 't Is ook zoo fijn Eens met Blesje uit tö 3o 4o 5o 6o 7o KERSTFEEST NADERT. Als 't Kerstfeest nadert, is 't in 't bo«ch Een drukte van belang. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat Zijn haasjes aan den gang! Zij halen met hun karretjes Een Kerstboom uit het bosch Een kraai zit op een boomstronk, krast Uit volle borst 'r op los: Vooruit dan haasjes, trekt de kar Door sneeuw maar lustig voort! Straks zingt de jeugd bij jullie boom Zoo hard, dat je 't hier hoort! (Nadruk verboden) 2. 3. Zusje rijdt naar Oma vlug, Maar keert dan naar huis te Moeder zegt: 't Is net op tijd! Nu gaan eten, kleine Met r ben ik zwart met z niet zuur, met v een lichaamsdeel van een mensch en met sn een lichaams deel van een dier. Mijn eerste is een uurwerk, Mijn tweede een gebouw. 't Geheel vindt men in vruchten. Noem nu het antwoord gauw. Welke haan kan niet kraaien? Welke knecht kan niet maaien? Welke ooren hooren niet? Welke oogen kijken niet? (Nadruk verboden). VOOR DE KLEINTJES. door C E DE LILLE HOGERWAARD. De Kerstman heeft in donk'ren nacht Een Kerstboom bij ons thuis gebracht Hij heeft hem toch zoo mooi versierd, Ómdat het Kerstfeest wordt gevierd. Met slingers, glinst'rend o, zoo fijn, Zooals een Kerstboom maar kan zijn! Er zitten vlokken sneeuw ook op, Een zilv'ren ster zelfs in den top. En denne-appels, mooi verguld, Ik denk, dat straks een ieder smu't Van chocola en van fondant, Want heusch! daar zijn de kransjes van! Maar toch, het allermooist gezicht Zal zijn de boom in al zijn licht, Als straks de kaarsjes branden gaan. Want als het donker wordt, gaan z'aan! Wij kijken naar den denneboom 't Is net iets uit een mooien droom, Dien ons de lieve Kerstman bracht! En zingen: „Stille, Heil'ge Nacht!" Eerbiedig klinkt ons: „Vreed'op Aard!" Als wij staan om den boom geschaard Is er wel één zoo'n heerlijk feest Als Kerstmis, denk je, ooit geweest? (Nadruk verboden). Als Kerstklokken luiden In helderen nacht, Dan gaat langs de wegen Heel stil en heel zacht De vriend'lijke Kerstman Bij 't licht van de Maan En blijft bij elk huisje Een oogenblik staan. Stil gaat hij naar binnen Bij ieder lief kiifd Dat d'anderen morgen Z'n Kerstboompje vindt. (Nadruk verboden.) VOOR DE GROOTEREN. door C. E. DE LILLE-HOGERWAARD. 't Is Kerstmis! Kerstmis! Klokken luiden! Wat of hun taal toch wil beduiden? Zij bei'ren steeds hetzelfde lied. Luister nu goed, wat Kerstmis biedt. Het is het feest van Liefd'en Licht, Dat tot ons elk een boodschap richt. Wij kijken naar den Kerstboom graag. Maar wij verstaan wij ook zijn vraag: Met kaarsjes en sterren En slingers van goud En allerlei moois, waar Het kind zoo van houdt! Des avonds dan stralen De kaarsjes hun licht En toov'ren de Kerstvreugd Op ieders gezicht. De Kerstklokken luiden Zoo lieflijk en zacht. Zij hebben de boodschap Der Vrede gebracht! RO FRANKFORT. Wie helpt mij, Kerstboom, te verspreiden Wat van mijn licht? En te verblijden Wie arm is, ziek en hulp behoeft? Wie zorgen heeft of is bedroefd? De Kerstboom roept het stralend uit, Al is zijn stem eer zacht dan luidt: Hij is 't, die mij begrepen heeft, Die van zijn rijke liefd'iets geeft! -e i 't Is Kerstmis! Kerstmis! Klokkenluiden, Hun taal heeft heel veel te beduiden, Die klokken zeggen ieder goed, Hoe hij met Kerstmis wezen moet! (Nadruk verboden.2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 7