Alkmaarsche Courant. Uit een vud kf\eepsjeurnfóh BALANS-UITVERKOOP De gevolgen van een operatie. Radionieuws ReuiÉCelon Stad en Omgeving. B. W. G. LICNESCH Giller* «Ier n Jerflgsti JiergaBg. DONDERDAG 5 JANUARI *o. 4 1933 r^=- Vrijdag 6 Januari. Hilversum, 1875 Ai. (8—12~4-—S en 11.-12.— VARA, 12.-4.— AVRO en de VPRO van 8—11— uur)- 8Gramofoon- platen. 10— VPRO-morgenwijding. 1015 VARA-Kleinorkest. 11.10 P. J. Kers Jr: Onze keuken. 11-40 Voordracht door Fr. Nienhuys. 12.Omroep orkest o.l v. N. Treep. 12 45 Gramofoonplaten. 1 30 Vervolg concet. 2.30-4 - Herdenking Prinsi Wil lem van Oranje (Uit Leiden) 4.— VARA- Kleinorkest o.l.v. P. Duchant. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel Joh. Jong. 6.— Gramofoonplaten. 6.15 „De Flierefluiters" o.l.v. Hugo de Groot. 6.40 Causerie over Sowjet-Rusland. 7.De Flierefluiters o.l.v Hugo de Groot. 7.15 A. Habaru: Politieke en historische liederen in Frankrijk (met gramofoonplaten). 8 Ds. J. F. Kruyt: De jeugd in het heden. 8.30 Concert 9.— Prof. Dr M. C. v. MourikBroekman: Godsopen baring en Godservaring. 9.30 Concert. 10.— Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias 1015 Mr. R. Houwink: Jaaroverzicht v. h. Nederl. Proza in 1932. 11.12.Gramo foonplaten. Huizen, 296 Ai. (Algemeen programma te verzorgen door de NCRV). 8.Schriftle zing. 815 Gramofoonplaten. 10.30 Morgen wijding. 11.Concert. M. F. Jurjaanz, harmonium. Mej. C. de Jager, sopraan en mevr. R. Mijnhcut, alt. 12.15 Concert door het Trio v. d. Horst m. m. v. T. G. v. d. Haar, viool. 2.Voor de vrouw. 2.30 Zie Hilver sum. 3.30 Concert. I. MulderBelser, alt mezzo. J. H. E. Wittpen, fluit. H. School, viool en G. Hengeveld, piano. 5 Voor jeugdige postzegelverzamelaars. 5.30 Voor amateur-fotografen. 6.Landbouwpraatje 6.30 Lezing door A. J. Herwig 7.Boek bespreking 7.45 Verkeersnraatje 8.Am- sterd. Orkestver. o.l.v. F. van Diepenbeek 9.Lezing over veeziekten. 9.30 Vervolg concert. Ca. 10.Vaz Dias. 10.3011 30 Gramofoonmuziek. Daventrv, 1554 Ai. 10.35 Morgenwijding 10 50 Tijdsein, ber. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel C. H. Trevor. 1.05 Shepherd's Bush Paviljoen-orkest. 2.20 BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall. 3.20 E. Parsons en zijn orkest. 4 20 Metropole Hotelorkest o.l.v. E. Colom bo. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Bach's Pianoorkest o.l.v. E. Colombo. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Bach's pianomuziek door J. Ching. 7.10, 7 30 en 7 50 Lezingen. 8 20 Beethoven-concert uit de Oueen's Hall. BBC-orkest en solisten o.l.v Henry Wood. 10.— Berichten. 10.20 De Prins van Wales spreekt over werkloosheid. 10.35 BBC-orkest o.l.v. Hely—Hutchinson. 11.2012.20 Dansmuziek door Geraldo's Tango-orkest en de Savoy Hotel Orpheans. Parijs „Radio-Paris", 1724 Ai. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50 Concert door het Krettly-orkest. 6.50 en 7 40 Dito. 8.20 Vroo- lijke voordrachten. 9.05 Kamermuziek, harp, fluit, viola, viool, piano en cello. Kalundborg, 1153 Ai. 11.201.20 Concert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.204.20 M. Hansen's orkest, m. m. v. zangsoliste. 7.20 „Prof. Bernhardi", comedie van A. Schnitz- ler. 9.40 Moderne Deensche liederen door V Larsen. Pianobegeleiding F. Jensen. 9.55 Mandoline-recital K. Jensen. 10.1511.50 Dansmuziek o.l.v. Kai Julian. Langenberg, 473 Ai. 6.25—7.50 Gramo- foonpl. 10 4511.15 Kamermuziek. 12.20 1.50 Concert o.l.v. Wolf. 3.50—5.20 Concert o.l.v. Eysoldt. In de pauze: Kinderkoor en solisten o.l.v. A. Deuster. 7.20 „Ein Marien leben", oratorium voor solisten, koor en orkest van Othegraven. Dirigent: Zimmer mann. 9.50—11.20 Populair concert. Rome, 44i Ai. 8.05 Gevarieerd concert m, m. v. orkest, piano en vocale solisten In de pauze: Radio-tooneel. 1015 Berichten en sluiting. Brussel, 508 en 338 Ai. 508 M.: 12.20 Gramofoonplaten. 1.302.20 Omroepklein- orkest o.l.v. Leemans. 5 20 en 6.35 Gramo foonplaten. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemaps. 8.20 Omroeporkest m. m. v. mr Rubeau, tenor o.l.v. Meulemans. 10.10 en 10.30—11.20 Gramofoonplaten. 338 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.30 —2.20 Gramofoonplaten. 5.20 Dansmuziek uit St. Sauveur. 620 Gramofoonplaten. 6 50 Hawaii-guitaar-recital. 7.05 Viool-recital 8.20 Mandolineconcert o.l.v. Ranieri. 8.50 Schubert-liederen door F. Toutenel. 9.05 Ver volg mandolineconcert 9.20 „Station D in de IJszee", hoorspel van Braun. 10.30 11.20 Dansmuziek uit St. Sauveur. Zeesen, 1635 Ai. 7 25 „Serenade" van K- Rathaus. Omroeporkest Berlijn o.l.v. E. Jo chum. 7.55 „Die föhlichen drei Könige", Kerst-spel van Steguweit. 8.50 Vroolijke or kestmuziek. 9.20 Berichten en tot 11.20 Dansmuziek door Oscar Joost en zijn orkest. Livorno. Den Nieuwjaarsdag van het jaar 1760 gin gen wij op de reede van Livorno voor anker Deze staa ligt in het Hertogdom Toscane en is zeer ruim en luchtig gebouwd met groote huizen. De gebouwen en straten zijn alle van gehouwen steen vervaardigd. De huizen zijn meestal, zoowel van onderen als van boven, rechtlijnig gebouwd en er zijn geen stoepen of gooten voor. De straten zijn met groote zerken geplaveid; deze zerken zijn van blauwsteen, zoo'n soort als in Holland de „meulesteenen". In het midden van de straa liggen de zerken wat lager en daar bevinden zich dan hier en daar koperen of metalen roosters, waardoor het water in riolen kan wegstroomen, zoodat de straten altijd netjes en schoon zijn. Aan den buitenkant van de stad, bij de haven, staat een zeer groot „monument", be staande uit 4 metalen reuzen met de handen op den rug, die met kettingen aan etn mar meren piëdestal vastgemaakt zijn, zijnde een vader met drie zonen, die zich op het eiland Gorgona, dat dicht bij Livorno ligt, hadden opgehouden en zich aldaar een zeerooverij hadden schuldig gemaakt, en zeer veel scha de aan Livorno toebrachten. Zij werden overwonnen, toen zij de vlucht wilden nemen, en de vader door het harde roeien de riemen brak, achterover viel en zijn rug brak, waar door zij gevangen genomen konden worden De kapitein, die hen had overwonnen, staat ook in wit marmer op de piëdestal uitge beeld, maar heeft door die overwinning óók zijn hoofd verloren, omdat hij zonder „prac tica" 1) met zijn buit was binnengeloopen en er een wet was, die bepaalde, dat elkeen, dié zonder „practica" de haven binnen kwam, zijn hoofd moest verliezen, zoodat de wet zijn triomf overwon. En dit kostte hem tevens het leven. De orde wordt in deze stad zeer wel be waard; men kan hier zoowel overdag als 's nachts veilig vertoeven. Ik woonde een ge maskerd bal bij, waar een „buitengemeen groot muziek" speelde en dat zeer brillant was. De poorten en deuren van dat huis wa ren alle met wachten en schildwachten bezet, zoodat de eerste de beste, die eenige „disor de" zocht te verwekken, voorts in de wacht wordt gebracht Er werd ook niemand door de wachten toegelaten, die niet in een fraai costuum vermomd was. Verder wordt niet naar rang of stand gekeken; alles is dan onder elkander en door de verkleeding zijn zij allen „malkander" onbekend. Ik had voor dien nacht een Turksch pakje gehuurd. In de straten, waar de „geriefelijke juf fers" wonen en waar de speelhuizen zijn, bevinden zich aan weerszijden wachten, en wanneer er ruzie ontstaat of iemand boven zijn theewater raakt, wordt hij direct naar zoo'n wacht gebracht en wordt hem zijn geld, horloge of wat hij anders nog van waarde bij zich heeft, afgenomen. De officier houdt deze artikelen in bewaring en wan neer de gearresteerde 's morgens weer nuch ter en uitgeslapen is, krijgt hij alles weer te rug, mits hij niet in een of ander huis wat gebroken of stuk geslagen heeft, want dan moet dit eerst door hem betaald worden. Er zijn in Livorno ook fraaie „comedien", echter alle in het Italiaansch of Fransch. Op een achtermiddag maakten wij met ons geze'schap van officieren een tochtje buiten de stad in vier a vijf sjeezen, ieder met een paard bespannen en een knecht achterop. Wij trokken gezamenlijk naar Montanegero, een zeer groot klooster, dat op een uur afstand van de stad ligt. Dit klooster was zeer be zienswaardig; ik trof daar een priester, waarmede ik zeer goed Hoogduitsch kon spreken en wij kregen hierdoor de kostbaar heden te zien, waarvan wel de fraaiste twee groote zilveren kandelaars waren, die bij het groote altaar stonden. Het voetstuk van deze kandelaars was wel tien voet hoog en daar boven stak een kostelijk en kunstig bewerkte Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 12 Het leek alsof er na hen geen gasten meer werden verwacht. Henri, die een plaats op zij van zijn tafel had ingenomen, vanwaar hij zoowel het bestuur want dat scheen het .dan toch wel te zijn als de vergadering overzag, merkte op, dat de heer Von Loben Strich een kleinen wenk gaf, waarna één der beide heeren, die het kamerschut voor de deur hadden geschoven, daarachter verdween. Het Uerd plotseling stil; de pratende stemmen verstomden, en Henri meende het omdraaien van een sleutel in een slot te vernemen. De heer Von Loben Strich stond op. Een gewone vergadering was het n i e t, dacht nenri, want er werd niet met een presidents- gewerkt. Wel hield de heer Von Loben rl" ^et Duitsch een kleine toespraak Dames en heeren", zeide hij en de toon van zijn voordracht was óók niet ver gaderingachtig, ik heet u welkom in onzen vriendschappelijken kring van vrienden van den Elzas. Dat zijn dan altijd vrienden zoowel thuis-hoorende in den Elzas, als vrienden in het buitenland, welke de officieele betrekkingen ook mogen zijn, die over onze hoofden heen met dat buiten land worden onderhoudenof niet onder houden. Maar als ik vandaag van „vrienden van den Elzas in het buitenland spreek, dan denk ik ook aan een land, waaraan we niet geregeld worden herinnerd. We hebben in ons midden een hooggeplaatst dienaar van de Nederlandsche regeering, Herrn Doktor von der Hoghen Lugt, een rechtsgeleerde, en tevens verbonden aan het Nederlandsche Ministerie van Buitenlandsche Zaken, Be langstelling in de schoonheid van onzen El zas, zijn landschapsschoon, én, dames en heeren, zijn historische schoonheid, heeft hem gevoerd naar een land, dat helaas de meesten van diegenen, die uit het Noord westen komen, slechts als een doorreis-ge- bied beschouwen. Hij en mevrouw von Hog hen Lugt hebben zich hier willen ophouden en zij zijn vervuld van belangstel- lingvooronsleven en ons stre ven. Dat is geen bepaalde phraze, dames en heeren, zooals men ze zoo vaak in welkomst redes aantreft. Neen, wij willen gaarne beleefd zijn, maar voor alles: waar, waar en trouw, als het karakter is van onzen volks stam! Die Deutsche Treue; nu ja ons volkswezen i s toch Duitsch, als onze taal, als de namen onze oude steden, als onze bouwtrant, als het costuum van onze land lieden Hier poosde de redenaar een oogenblik, als wilde hij den laatsten zin goed in de ge moederen van zijn hoorders laten zinken. Toen ging hij voort: Ik zeide dat onze gasten vervuld zijn van belangstelling in ons streven, in het wel zijn van ons land. Dat hebben zij bewezen speciaal dan de héér Van Hoghen Lugt; maar man en vrouw zijn, zéker in deze aan gelegenheid, één dat heeft hij bewezen, zeg ik, door de wijze waarop hij met één on- pijp ot scnacht uit van wel 20 voet. De was sen kaarsen, die er op stonden, waren bijna een arm dik. Nadat ons op Montanegero al lerlei ververschingen en wijnen gepresen teerd waren, waarvan wij een goed gebruik maakten, vertrokken wij weder met onze sjee zen, die licht en gemakkelijk van den berg af reden. „Zoo wilde het geval dat de Commandeur „en Dominé in de midden waaren en een der „luytenants met de Secretaris de voorsten; „de Commandant wier aangeset dat hy de „voorste moest zyn, hij leyde de sweep er op, „hy kwam op zy van de luytenant, de luy- „tenant zyn gerey schoof dat van den Com- „mandeur op. die toen niet meer af kon hou- „den, omdat hy een afgravinge (of zooals „men zegt een dovesloot) op zy had; de wie- Jen raakten in malkanderen, dat de spaan ders er afvlogende knegten sprongen daar- „af en deden niets als schreeuwen; de com mandeur zyn sjees vloog ondersteboven; de „commandeur vloog over de dovesloot en de „Dominé zijn pruyek en hoed ook; de Dominé „lag in die sloot zoo onder de struyeken en „bossen, dat men hem in het eerst niet zien „konde en men wist niet waar hy gebleven „was; zy maakten geene van beyden eenig „geluyt, zy waaren als buyten adem. Einde- „lyk kwamen zy wederom wat tot zig zeiven „alle de spullen wierden wederom zoo wat „by eikanderen geraapt; de Dominé was zyn „aangezigt zo wat bekrabt en zat wat vol „drek en vuyligheid, dat hy uit zyne oogen „niet zien konde; de Commandeur had hem „het meest bezeert aan zijn agterded en „beenen, zoodat hy werk had om te gaan en „zyn deegen was ook door midden gebroken. „Als hy trekken wilde, bleef het langste stuk „in de scheede zitten; gelukkig dat hy zeif „niet konde staan en zyn deegen anderhalf „voet korter was geworden, anderes zoude „het den luytenant ten beurt gevallen heb „ben; zoodat bij een ongeluk altyd nog een „geluk komt. Toen hadden wij in onze stoet „een kreupele commandeur, een blinde Do miné en een stukkende sjees; het aardigste „van alles was, waar wij onderweg het „meest om moesten lachen, dat als de sjees „maar tegen een steentje stiet, dan was het „niet anders als of de commandeur zyn keel „donderde dat de bliksem er uitvloog". Een klein halfuurtje buiten de stad is het Hollandsche kerkhof naast het militaire kerk hof; op dit militaire kerkhof staat een groot houten kruis in het midden, en achteraan staat een kapel. En aan weerszijden bevinden zich twee voet boven den grond van wit mar mersteen gemetselde graftomben, die wel tweemaal zoo breed zijn als een groote Hol landsche stoep. Ze zijn in vakken verdeeld en in elk geval is in het midden een groote ron de opening, die met een ronde marmeren steen bedekt is. De andere steenen waren alle met kalk dichtgemetseld, doch op die, welke in gebruik was, lag de steen nog los, terwijl er een zeer onaangename lucht uit opsteeg Deze bleef zoo lang in gebruik tot de put vol was en werd dan ook met kalk dichtgemet seld. De doode menschen werden op een baar met een zwart kleed er over zonder kist op het kerkhof gebracht en dan zoo maar naakt door het gat naar binnen geworpen Ik was zoo nieuwsgierig om eens in die put te kijken; ik schoof den steen er af en hield mijn hoofd er zoo dicht mogelijk bij. Ik zag daar in die putbeenderen, heele en half verrotte menschen, een mensch die er dienzelfden morgen in was gestopt, lag naakt met het hoofd achterover en de beenen omhoog en wijd van elkander boven op al dat verrotte Ik had er geen plezier in om daar lang naar te kijken, een half minuutje was mij meer dan genoeg en ik duwde het steenen deksel dan ook zoo schielijk mogelijk weer op de opening, zoo goed als dit mogelijk was Snel verlieten wij dit ellendige kerkhof. Vervolgens begaven wij ons naar het Hol landsche kerkhof, dat zoo op het eerste ge zicht een groote vierkante tuin gelijkt en aan de voorzijde door een fraai bewerkt ijzeren hek is afgesloten, terwijl het geheel door een dikke muur omgeven is, welke begroeid is met druiven en perzikstruiken. Hier bevinden zich ook huizen voor den „hovenier" en den dood graver. De geheele tuin was verdeeld in groote vakken of bedden, waarop de schoon ste bloemen van de wereld en allerlei soorten vruchtboomen groeiden, zooals oranje appe len, pompelmoes, citroenen, perzikken, abri kozen, kersen, moerbeien en pruimen. Het breed middenpad bestond uit witte marme ren zerken, waarop wapens en namen waren uitgehouwen. Op de zijpaden lagen de zerken overdwars. Achter in den tuin tegenóver het middenpad was een fraaie grot met een fon tein en banken er om heen. Toen wij dit kerk hof weer wilden verlaten, kwamen ons eenige aardige en goedgekleede jongemeisies tege moet, elk met een mooie, welriekende bouquet bloemen in de hand. welke zij ons ten- ge schenke aanboden Wij beloonden haar met een flinke fooi, waarvoor zij ons met een vriendelijk kusje bedankten. Daarna werden wij door de tuinmansvrouw (die een heele dame scheen te zijn) op een kopje thee getrac- teerd, waarvoor wij haar echter niets durf den aan te buden dan onze dankbaarheid., waarmede z'j z. e - wel tevreden scheen. zer, met onzer voortreffelijken vrienduit het buitenland" dat werd met eenigen schertsenden nadruk gezegd; de zaal lachte dan ook en de Duitsche heer lachte zeer ple zierig en buikig, terwijl hij grijnzend her haalde malen in de richting van den voor zitter .ja knikte „ik zeg", herhaalde deze, zoodra het gelach een weinig bedaard was, „onze gewaardeerde gast uit Holland heeft zich tegenover één der onzen uitgelaten op een wijze, die geen twijfel laat omtrent zijn belangstelling van de richting, waarin die gaat. Met een open oog voor de bezwa ren, d e den Elzas als onderdeel van de Fransche republiek te lijden heeft, vol be langstelling voor de steeds grooter homogeni teit, die blijkbaar werd, toen ons vaderland deel uitmaakte van het gróóte vaderland, heeft hij getoond we drukken ons voor zichtig uit veel te voelen voor onze be weging. Die gevoelens verheugen ons, Herr Von Hoghen Lugt, en dat die gekoesterd en beleden worden door iemand, die een plaatst inneemt in die groote schare, die de Europee- sche po'itiek regelt, is ons van waarde. De toestanden in het Duitsche rijk, die wij vol gen met spanning, met angst en hoop, het op leven van de nationale idee aldaar, maken ons belangstelling, genegen belangstel ling uit een stamverwant, neutraal land kostbaar. Wij weten, hoe ook aan den noordkant van dat land, dat zoo gevaarlijk voor ons is, van den erfvijand hoe zich ook daar een worsteling afspeelt tusschen Germanen en Latijnen, en hoe het Nederland sche volk, dat in wezen één is met de Vla mingen, met bekommering en vol van ver langen, den wenschen der Vlamingen tege moet komt, die zoozeer met de onze overeen- 1) Loods. Wordt vervolgd. KAMER VAN KOOPHANDEL. Ledenvergadering ten stadhuhe le Alkmaar op Woensdag 4 Jan. Deze vergadering, gepresideerd door den voorzitter, den heer S. W. A r n t z, werd niet bijgewoond door de heeren Kluitman en Grondsma (afwezig met kennisgeving) en Blaauboer. Na de opening met een kort woord va" welkom op deze eerste vergadering in 1933 hield de voorzitter zijn Nieuwjaars rede (zie ons no. van gister). De heer K o 1 s t e r antwoordde kort op de rede, dankend voor de gedane mededeelirigen over de bedrijven en zijn leedwezen erover uitsprekend, dat de toon zoo somber had moeten zijn. Een jubilaris. De heer K u y p e r herinnerde eraan, dat de heer Kolster thans 30 achtereenvolgende jaren lid van de K. v. K. is. Hij complimen teerde hem daarmede en wenschte hem toe, nog veel jaren in gezondheid te mogen kun nen behartigen de belangen van handel en industrie. (Applaus.) De heer Kolster dankte met enkeie woorden. Benoeming voorzitters. De algemeene voorzitter, de heer Arntz, en de voorzitters der afdeelingen Groot- en Klein-bedrijf, de heeren M. A. Kolster en C H. Th. Schmalz, werden allen met op één nr ïlgemeene stemmen herkozen. Op de vraag van den heer K o 1 s t e r, die erop wees, dat de heer Arntz nu voor de tien de maal was gekozen en hoopte, dat hij oc'- weer in 1933 in gezondheid zou mogen pres' deeren, verklaarde de voorzitter de benor ming weder aan te nemen. Ook de beide andere heeren namen hun herbenoeming weder aan. De heer Kolster werd geplaatst op de aan beveling voor herbenoeming als lid van den Spoorwegraad. Ooederenruil met Duitschland. De heer M o e n s zette de beteekenis uiteen van het protocol, dat gesloten is tusschen Nederland en Duitschland en dat voorloopig van kracht zal zijn van 10 Jan. tot 31 Maart Deze uiteenzettingen kwamen in het kort hierop neer. dat de Duitsche kooper het geld voor in Nederland gekochte artikelen kan storten bij de Duitsche rijksbank ten gunste van de Nederlandsche Bank. die dan daar voor deviezen verkoopt aan Nederlanders, die geld te betalen hebben aan Duitsche leveran ciers. Na eenige bespreking van dit onderwerp, werd besloten afschriften van het protocol en de toelichting van den heer Moens te zenden aan de exnorteurs in dit district. De handel en de agrarische steun wetten. Adhaesie werd betuigd aan een adres van de K. v. K. te Rotterdam, waarin verzocht werd den handel niet achter te stellen bij coöperaties waar het gaat om de wijze van uitvoering van agrarische steunwetten. Ontwerp nieuwe ijkwet In verband met een schrijven van den mi komen. Meneer von der Hoghen Lugt, wel kom hier. Moge deze bijeenkomst die uitste kende, nobele gevoelens die u bezielen, ver sterken, en moogt u daarvan even openhar t.g blijven getuigen in woorden en daden Hoch!" Hoch" donderde de zaalallen stonden op en Henri, mede opgerezen, had naar alle zijden dankend te groeten Meteen scho ten op een wenk van den voorzitter een vier tal bedienden te voorschijn met groote pre senteerbladen vol glazen Schaumwijn. Met de vlugge, strakke zekerheid van ervaren gymnasten presenteerden zij; de heer von Loben Strich kwam naar Henri toe en heel de vergadering defileerde voor hem. Clara, iewat angst.g naderbij gekomen, deelde in de hulde. Henri begreep dat het nu zijn beurt was om te spreken. Hij wilde dat ook, en hij moest, want deze heeren hadden een totaal verkeerde voorstelling van zijn gevoelens; en van zijn positie blijkbaar ook. Dat er iets „onwaars" kon zijn in die woorden, iets dat andere bedoelingen borg dan uitte, kon bij hem uiteraad niet opkomen, zoo min als hij in staat was met „politiek" ingerichte poli tieke uiteenzettingen de voorstelling van den spreker op verzoenende wijze nader tot de waarheid te dringen. Hij voelde een grooten spijt, dat hij die lieden, die blijkbaar zooveel in hem zagen en van hem verwachtten moest teleur stellen; hij voelde óók wel eenigen spijt, dat hij niet die gewichtige personnage was, d.e zij in hem „b'eken" te zien; en niets zeggen scheen hem een oogenblik wel zeer verlokkelijk. Maar dat kon niet; hij moest antwoorden op die welkomstrede. En toen dus het déülé-met-de-glazen was afge nister van economische zaken en arbeid in zake het ontwero voor een nieuwe ijkwet zei de v o o r z i t t e r, dat de oude benamin gen (b.v. el) zullen verdwijnen en dat er toe zicht zal komen op weeg- en meetwerktuigen (Bascules en automaten), een controle die niet gemakkelijk zal zijn uit te oefenen. De heer Wagenaar achtte toezicht op bascules wel wenschelijk, omdat die (vooral de kleine wegens het dikwijls verplaatsen) vaak defect zijn. De heer Hoogland zou wenschen, dat bascules, door den tuinder gebruikt op zijn landerijen, buiten de ijkwet vallen, omdat genoemde weegwerktuigen voornamelijk slechts dienen voor het egaliseeren van den voorraad groenten. De tuinder voert den zak los op de veiling aan en daar worden ze weder gewogen en daarna dicht gemaakt. Pas dan ontstaat volgens spr. recht op het bepaald gewicht, en niet reeds na het wegen op de tuinderij. De heer Moens meende aan de hand van de wet te mogen constateeren, dat een bas cule, alleen gebruikt voor een indeeling, zoo als de heer Hoogland bedoelde, vrij is van de verplichte goedkeuring volgens de ijkwet. Na nog eenige bespreking werd besloten iet concept rond te zenden onder de leden voor het maken van eventueele bemerkingen. Het ontwerp-weeldewel. De heer H. d e R a a t hield een causerie over het ontwerp-weeldewet, die hij aanving met er op te wijzen, dat een belasting op de weelde een spoedig aan te grijpen en gemak kelijk verdedigbaar onderwerp is. Echter het begrip „weelde" is zeer betrekkelijk. Af te keuren is, dat de Kamers van Koophandel, die toch zoo na bij- deze materie zijn betrok ken, niet gekend zijn bij het ontwerpen van de nieuwe weeldebelasting. De lijst van te belasten artikelen is zeer lang en vele bedrijven zijn er bij betrokken en spr. concludeerde, dat de koopkracht niet ge makkelijk is uit te rekken, m a.w., dat er min der zal worden verkocht na invoering var Je weeldebelasting, zoodat de werkloosheid ;n vele bedrijven zal verminderen met alle ellen de daaraan verbonden. Een ernstige moeilijkheid zal zich nog aan de grenzen voordoen, daar een voldoende con trole door de veelheid van de artikelen, waar op de wet van toepassing is, niet mogelijk zal zijn, waarvan het gevolg zal worden, dat de fona fide handel ten achter zal worden ge steld bij hen, die het met de naleving der niluwe wetsbepalingen minder nauw nemen. Overal waar men een weeldebelasting in voerde, eindigde men met een omzetbelasting, waarschuwde sor., en hij vervolgd» nog, dat wat heden weelde genoemd wordt, morgen wordt beschouwd als een noodzakelijkheid Een weeldebelasting zal altijd in een staat van evolutie verkeeren, omdat er steeds weer nieuwe artikelen aan worden toegevoegd (Applaus.) Gedachtenwisseling. De heer Moens meende, dat niet zoozeer de weelde als wel alles wat wijst op zekerea welstand zal worden belast volgens het ont werp, b.v. het hebben van een safeloket voor het bergen van een paar effecten door lieden die zich overigens geen enkele weelde veroor loven. Aan de hand van uitlatingen van den minister zelf meende spr., dat zulk een be lasting niet is vol te houden. De heer Schmalz vreesde een groofen rompslomp van de voorgenomen nieuwe wet, terwijl er volgens spr. geen profijt tegenover zal staan. Devoorzitter vond het ontwero inge wikkeld en moeilijk. Spr. stelde voor het aan de commissie voor verordeningen ter studie te geven. Belanghebbenden zouden dan van hun inzichten mededeeling kunnen doen. De voorzitters der middenstandsvereenigingen te Alkmaar zouden aan die commissie kunnen worden toegevoegd. De heer d e R a a t meende, dat speciaal de fabrikanten en de arbeiders door de nieuwe wet zullen worden getroffen. Na nog eenige besprekingen werd met het concept gehandeld overeenkomstig het ad vies van den voorzitter. Rondvraag. De heer Schmalz bracht den voorzitter en het secretariaat dank voor de medewer king bij verschillende vraagstukken en beval den middenstand bij voortduring in hun be langstelling aan. DAMES-CONFECTIE LANG EST RAAT 41-43-45. loopen, zei hij„Als u het veroorlooft, mijn heer de voorzitter Einen Momong!" kwam die sussend, met een glimlach, die waardoor wist hij niet een afschuwelijken indruk op Henri maakte. „Wij zullen natuurlijk gaarne dank baar vernemen, wat u ons te zeggen zult hebben. Maar vóór alles zouden we dit heugelijke oogenblik willen vastleggen". Hij wenkte opnieuw en een fotograaf plus toe stel schoten te voorschijn. De aanwezigen werden door hét bestuur, als door een drie tal iewat meesterachtige régisseurs, ge ënsceneerd om Henri en Clara heen, tegen over het toestel. Het ontging dezen beiden hoofdpersonen niet, dat al de leden van de vergadering met deze plechtigheid instemden Zelfs vingen ze brokjes critiek op als: be spottelijk!" „is hij zóó invloedrijk" „wat stellen ze zich daar nu eigenlijk van voor?" crietieken, die Henri uit den grond van zijn hart beaamde, terwijl ze bij Clara het gevoelen versterkten, dat zij al van den aanvang der plechtige begroeting af, had ge had: dat ze voor den gek werden gehouden Intusschen, dacht zij, was het de moeite waard, een paar eenvoudige reizigers met zooveel omslachtigen toestel voor den gek te houden, de eenvoudige uitlatingen van Hen ri over den Elzas zoo tendentieus uit te leg gen ,zoo „verdraaid" en zoo logisch verbon den tegelijk? Als ze daarover dacht, kreeg Clara het gevoel, dat het toch niet allemaal zoo enkel-zot was. maar dat er wel eens een wezenlijk gevaar kon dreigen. En nu moest Henri speechen! O, vroeger zou ze in dat feit een uitkomst hebben gezien Maar nu (Wordt vervolgd.) v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5