Alkmaarsche Courant.
Uit een vud
kf\eepsjeurnfóh
BALANS-UITVERKOOP
De gevolgen van een operatie.
Radionieuws
ReuiÉCelon
Stad en Omgeving.
B. W. G. LICNESCH
Giller* «Ier n Jerflgsti JiergaBg.
DONDERDAG 5 JANUARI
*o. 4 1933
r^=-
Vrijdag 6 Januari.
Hilversum, 1875 Ai. (8—12~4-—S
en 11.-12.— VARA, 12.-4.— AVRO en de
VPRO van 8—11— uur)- 8Gramofoon-
platen. 10— VPRO-morgenwijding. 1015
VARA-Kleinorkest. 11.10 P. J. Kers Jr:
Onze keuken. 11-40 Voordracht door Fr.
Nienhuys. 12.Omroep orkest o.l v. N.
Treep. 12 45 Gramofoonplaten. 1 30 Vervolg
concet. 2.30-4 - Herdenking Prinsi Wil
lem van Oranje (Uit Leiden) 4.— VARA-
Kleinorkest o.l.v. P. Duchant. 4.50 Voor de
kinderen. 5.30 Orgelspel Joh. Jong. 6.—
Gramofoonplaten. 6.15 „De Flierefluiters"
o.l.v. Hugo de Groot. 6.40 Causerie over
Sowjet-Rusland. 7.De Flierefluiters o.l.v
Hugo de Groot. 7.15 A. Habaru: Politieke
en historische liederen in Frankrijk (met
gramofoonplaten). 8 Ds. J. F. Kruyt: De
jeugd in het heden. 8.30 Concert 9.— Prof.
Dr M. C. v. MourikBroekman: Godsopen
baring en Godservaring. 9.30 Concert. 10.—
Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias
1015 Mr. R. Houwink: Jaaroverzicht v. h.
Nederl. Proza in 1932. 11.12.Gramo
foonplaten.
Huizen, 296 Ai. (Algemeen programma te
verzorgen door de NCRV). 8.Schriftle
zing. 815 Gramofoonplaten. 10.30 Morgen
wijding. 11.Concert. M. F. Jurjaanz,
harmonium. Mej. C. de Jager, sopraan en
mevr. R. Mijnhcut, alt. 12.15 Concert door
het Trio v. d. Horst m. m. v. T. G. v. d. Haar,
viool. 2.Voor de vrouw. 2.30 Zie Hilver
sum. 3.30 Concert. I. MulderBelser, alt
mezzo. J. H. E. Wittpen, fluit. H. School,
viool en G. Hengeveld, piano. 5 Voor
jeugdige postzegelverzamelaars. 5.30 Voor
amateur-fotografen. 6.Landbouwpraatje
6.30 Lezing door A. J. Herwig 7.Boek
bespreking 7.45 Verkeersnraatje 8.Am-
sterd. Orkestver. o.l.v. F. van Diepenbeek
9.Lezing over veeziekten. 9.30 Vervolg
concert. Ca. 10.Vaz Dias. 10.3011 30
Gramofoonmuziek.
Daventrv, 1554 Ai. 10.35 Morgenwijding
10 50 Tijdsein, ber. 11.05 Lezing. 12.20
Orgelspel C. H. Trevor. 1.05 Shepherd's
Bush Paviljoen-orkest. 2.20 BBC-Dansorkest
o.l.v. H. Hall. 3.20 E. Parsons en zijn orkest.
4 20 Metropole Hotelorkest o.l.v. E. Colom
bo. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50
Bach's Pianoorkest o.l.v. E. Colombo. 5.35
Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Bach's
pianomuziek door J. Ching. 7.10, 7 30 en
7 50 Lezingen. 8 20 Beethoven-concert uit de
Oueen's Hall. BBC-orkest en solisten o.l.v
Henry Wood. 10.— Berichten. 10.20 De
Prins van Wales spreekt over werkloosheid.
10.35 BBC-orkest o.l.v. Hely—Hutchinson.
11.2012.20 Dansmuziek door Geraldo's
Tango-orkest en de Savoy Hotel Orpheans.
Parijs „Radio-Paris", 1724 Ai. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 Concert door het
Krettly-orkest. 6.50 en 7 40 Dito. 8.20 Vroo-
lijke voordrachten. 9.05 Kamermuziek, harp,
fluit, viola, viool, piano en cello.
Kalundborg, 1153 Ai. 11.201.20 Concert
uit het Bellevue-Strandhotel. 2.204.20 M.
Hansen's orkest, m. m. v. zangsoliste. 7.20
„Prof. Bernhardi", comedie van A. Schnitz-
ler. 9.40 Moderne Deensche liederen door V
Larsen. Pianobegeleiding F. Jensen. 9.55
Mandoline-recital K. Jensen. 10.1511.50
Dansmuziek o.l.v. Kai Julian.
Langenberg, 473 Ai. 6.25—7.50 Gramo-
foonpl. 10 4511.15 Kamermuziek. 12.20
1.50 Concert o.l.v. Wolf. 3.50—5.20 Concert
o.l.v. Eysoldt. In de pauze: Kinderkoor en
solisten o.l.v. A. Deuster. 7.20 „Ein Marien
leben", oratorium voor solisten, koor en
orkest van Othegraven. Dirigent: Zimmer
mann. 9.50—11.20 Populair concert.
Rome, 44i Ai. 8.05 Gevarieerd concert
m, m. v. orkest, piano en vocale solisten In
de pauze: Radio-tooneel. 1015 Berichten en
sluiting.
Brussel, 508 en 338 Ai. 508 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 1.302.20 Omroepklein-
orkest o.l.v. Leemans. 5 20 en 6.35 Gramo
foonplaten. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v.
Leemaps. 8.20 Omroeporkest m. m. v. mr
Rubeau, tenor o.l.v. Meulemans. 10.10 en
10.30—11.20 Gramofoonplaten. 338 M.:
12.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.30
—2.20 Gramofoonplaten. 5.20 Dansmuziek
uit St. Sauveur. 620 Gramofoonplaten. 6 50
Hawaii-guitaar-recital. 7.05 Viool-recital
8.20 Mandolineconcert o.l.v. Ranieri. 8.50
Schubert-liederen door F. Toutenel. 9.05 Ver
volg mandolineconcert 9.20 „Station D in
de IJszee", hoorspel van Braun. 10.30
11.20 Dansmuziek uit St. Sauveur.
Zeesen, 1635 Ai. 7 25 „Serenade" van K-
Rathaus. Omroeporkest Berlijn o.l.v. E. Jo
chum. 7.55 „Die föhlichen drei Könige",
Kerst-spel van Steguweit. 8.50 Vroolijke or
kestmuziek. 9.20 Berichten en tot 11.20
Dansmuziek door Oscar Joost en zijn orkest.
Livorno.
Den Nieuwjaarsdag van het jaar 1760 gin
gen wij op de reede van Livorno voor anker
Deze staa ligt in het Hertogdom Toscane en
is zeer ruim en luchtig gebouwd met groote
huizen. De gebouwen en straten zijn alle van
gehouwen steen vervaardigd. De huizen zijn
meestal, zoowel van onderen als van boven,
rechtlijnig gebouwd en er zijn geen stoepen
of gooten voor. De straten zijn met groote
zerken geplaveid; deze zerken zijn van
blauwsteen, zoo'n soort als in Holland de
„meulesteenen". In het midden van de straa
liggen de zerken wat lager en daar bevinden
zich dan hier en daar koperen of metalen
roosters, waardoor het water in riolen kan
wegstroomen, zoodat de straten altijd netjes
en schoon zijn.
Aan den buitenkant van de stad, bij de
haven, staat een zeer groot „monument", be
staande uit 4 metalen reuzen met de handen
op den rug, die met kettingen aan etn mar
meren piëdestal vastgemaakt zijn, zijnde een
vader met drie zonen, die zich op het eiland
Gorgona, dat dicht bij Livorno ligt, hadden
opgehouden en zich aldaar een zeerooverij
hadden schuldig gemaakt, en zeer veel scha
de aan Livorno toebrachten. Zij werden
overwonnen, toen zij de vlucht wilden nemen,
en de vader door het harde roeien de riemen
brak, achterover viel en zijn rug brak, waar
door zij gevangen genomen konden worden
De kapitein, die hen had overwonnen, staat
ook in wit marmer op de piëdestal uitge
beeld, maar heeft door die overwinning óók
zijn hoofd verloren, omdat hij zonder „prac
tica" 1) met zijn buit was binnengeloopen
en er een wet was, die bepaalde, dat elkeen,
dié zonder „practica" de haven binnen kwam,
zijn hoofd moest verliezen, zoodat de wet
zijn triomf overwon. En dit kostte hem tevens
het leven.
De orde wordt in deze stad zeer wel be
waard; men kan hier zoowel overdag als 's
nachts veilig vertoeven. Ik woonde een ge
maskerd bal bij, waar een „buitengemeen
groot muziek" speelde en dat zeer brillant
was. De poorten en deuren van dat huis wa
ren alle met wachten en schildwachten bezet,
zoodat de eerste de beste, die eenige „disor
de" zocht te verwekken, voorts in de wacht
wordt gebracht Er werd ook niemand door
de wachten toegelaten, die niet in een fraai
costuum vermomd was. Verder wordt niet
naar rang of stand gekeken; alles is dan
onder elkander en door de verkleeding zijn
zij allen „malkander" onbekend. Ik had
voor dien nacht een Turksch pakje gehuurd.
In de straten, waar de „geriefelijke juf
fers" wonen en waar de speelhuizen zijn,
bevinden zich aan weerszijden wachten, en
wanneer er ruzie ontstaat of iemand boven
zijn theewater raakt, wordt hij direct naar
zoo'n wacht gebracht en wordt hem zijn
geld, horloge of wat hij anders nog van
waarde bij zich heeft, afgenomen. De officier
houdt deze artikelen in bewaring en wan
neer de gearresteerde 's morgens weer nuch
ter en uitgeslapen is, krijgt hij alles weer te
rug, mits hij niet in een of ander huis wat
gebroken of stuk geslagen heeft, want dan
moet dit eerst door hem betaald worden.
Er zijn in Livorno ook fraaie „comedien",
echter alle in het Italiaansch of Fransch.
Op een achtermiddag maakten wij met ons
geze'schap van officieren een tochtje buiten
de stad in vier a vijf sjeezen, ieder met een
paard bespannen en een knecht achterop. Wij
trokken gezamenlijk naar Montanegero, een
zeer groot klooster, dat op een uur afstand
van de stad ligt. Dit klooster was zeer be
zienswaardig; ik trof daar een priester,
waarmede ik zeer goed Hoogduitsch kon
spreken en wij kregen hierdoor de kostbaar
heden te zien, waarvan wel de fraaiste twee
groote zilveren kandelaars waren, die bij het
groote altaar stonden. Het voetstuk van deze
kandelaars was wel tien voet hoog en daar
boven stak een kostelijk en kunstig bewerkte
Oorspronkelijke roman door Jan Walch.
12
Het leek alsof er na hen geen gasten meer
werden verwacht. Henri, die een plaats op zij
van zijn tafel had ingenomen, vanwaar hij
zoowel het bestuur want dat scheen het
.dan toch wel te zijn als de vergadering
overzag, merkte op, dat de heer Von Loben
Strich een kleinen wenk gaf, waarna één der
beide heeren, die het kamerschut voor de deur
hadden geschoven, daarachter verdween. Het
Uerd plotseling stil; de pratende stemmen
verstomden, en Henri meende het omdraaien
van een sleutel in een slot te vernemen.
De heer Von Loben Strich stond op. Een
gewone vergadering was het n i e t, dacht
nenri, want er werd niet met een presidents-
gewerkt. Wel hield de heer Von Loben
rl" ^et Duitsch een kleine toespraak
Dames en heeren", zeide hij en de
toon van zijn voordracht was óók niet ver
gaderingachtig, ik heet u welkom in onzen
vriendschappelijken kring van vrienden
van den Elzas. Dat zijn dan altijd vrienden
zoowel thuis-hoorende in den Elzas, als
vrienden in het buitenland, welke de
officieele betrekkingen ook mogen zijn,
die over onze hoofden heen met dat buiten
land worden onderhoudenof niet onder
houden. Maar als ik vandaag van „vrienden
van den Elzas in het buitenland spreek, dan
denk ik ook aan een land, waaraan we niet
geregeld worden herinnerd. We hebben in
ons midden een hooggeplaatst dienaar van
de Nederlandsche regeering, Herrn Doktor
von der Hoghen Lugt, een rechtsgeleerde, en
tevens verbonden aan het Nederlandsche
Ministerie van Buitenlandsche Zaken, Be
langstelling in de schoonheid van onzen El
zas, zijn landschapsschoon, én, dames en
heeren, zijn historische schoonheid,
heeft hem gevoerd naar een land, dat helaas
de meesten van diegenen, die uit het Noord
westen komen, slechts als een doorreis-ge-
bied beschouwen. Hij en mevrouw von Hog
hen Lugt hebben zich hier willen ophouden
en zij zijn vervuld van belangstel-
lingvooronsleven en ons stre
ven. Dat is geen bepaalde phraze, dames en
heeren, zooals men ze zoo vaak in welkomst
redes aantreft. Neen, wij willen gaarne
beleefd zijn, maar voor alles: waar, waar en
trouw, als het karakter is van onzen volks
stam! Die Deutsche Treue; nu ja ons
volkswezen i s toch Duitsch, als onze taal,
als de namen onze oude steden, als onze
bouwtrant, als het costuum van onze land
lieden
Hier poosde de redenaar een oogenblik,
als wilde hij den laatsten zin goed in de ge
moederen van zijn hoorders laten zinken.
Toen ging hij voort:
Ik zeide dat onze gasten vervuld zijn
van belangstelling in ons streven, in het wel
zijn van ons land. Dat hebben zij bewezen
speciaal dan de héér Van Hoghen Lugt;
maar man en vrouw zijn, zéker in deze aan
gelegenheid, één dat heeft hij bewezen,
zeg ik, door de wijze waarop hij met één on-
pijp ot scnacht uit van wel 20 voet. De was
sen kaarsen, die er op stonden, waren bijna
een arm dik. Nadat ons op Montanegero al
lerlei ververschingen en wijnen gepresen
teerd waren, waarvan wij een goed gebruik
maakten, vertrokken wij weder met onze sjee
zen, die licht en gemakkelijk van den berg af
reden.
„Zoo wilde het geval dat de Commandeur
„en Dominé in de midden waaren en een der
„luytenants met de Secretaris de voorsten;
„de Commandant wier aangeset dat hy de
„voorste moest zyn, hij leyde de sweep er op,
„hy kwam op zy van de luytenant, de luy-
„tenant zyn gerey schoof dat van den Com-
„mandeur op. die toen niet meer af kon hou-
„den, omdat hy een afgravinge (of zooals
„men zegt een dovesloot) op zy had; de wie-
Jen raakten in malkanderen, dat de spaan
ders er afvlogende knegten sprongen daar-
„af en deden niets als schreeuwen; de com
mandeur zyn sjees vloog ondersteboven; de
„commandeur vloog over de dovesloot en de
„Dominé zijn pruyek en hoed ook; de Dominé
„lag in die sloot zoo onder de struyeken en
„bossen, dat men hem in het eerst niet zien
„konde en men wist niet waar hy gebleven
„was; zy maakten geene van beyden eenig
„geluyt, zy waaren als buyten adem. Einde-
„lyk kwamen zy wederom wat tot zig zeiven
„alle de spullen wierden wederom zoo wat
„by eikanderen geraapt; de Dominé was zyn
„aangezigt zo wat bekrabt en zat wat vol
„drek en vuyligheid, dat hy uit zyne oogen
„niet zien konde; de Commandeur had hem
„het meest bezeert aan zijn agterded en
„beenen, zoodat hy werk had om te gaan en
„zyn deegen was ook door midden gebroken.
„Als hy trekken wilde, bleef het langste stuk
„in de scheede zitten; gelukkig dat hy zeif
„niet konde staan en zyn deegen anderhalf
„voet korter was geworden, anderes zoude
„het den luytenant ten beurt gevallen heb
„ben; zoodat bij een ongeluk altyd nog een
„geluk komt. Toen hadden wij in onze stoet
„een kreupele commandeur, een blinde Do
miné en een stukkende sjees; het aardigste
„van alles was, waar wij onderweg het
„meest om moesten lachen, dat als de sjees
„maar tegen een steentje stiet, dan was het
„niet anders als of de commandeur zyn keel
„donderde dat de bliksem er uitvloog".
Een klein halfuurtje buiten de stad is het
Hollandsche kerkhof naast het militaire kerk
hof; op dit militaire kerkhof staat een groot
houten kruis in het midden, en achteraan
staat een kapel. En aan weerszijden bevinden
zich twee voet boven den grond van wit mar
mersteen gemetselde graftomben, die wel
tweemaal zoo breed zijn als een groote Hol
landsche stoep. Ze zijn in vakken verdeeld en
in elk geval is in het midden een groote ron
de opening, die met een ronde marmeren
steen bedekt is. De andere steenen waren alle
met kalk dichtgemetseld, doch op die, welke
in gebruik was, lag de steen nog los, terwijl
er een zeer onaangename lucht uit opsteeg
Deze bleef zoo lang in gebruik tot de put vol
was en werd dan ook met kalk dichtgemet
seld. De doode menschen werden op een
baar met een zwart kleed er over zonder kist
op het kerkhof gebracht en dan zoo maar
naakt door het gat naar binnen geworpen
Ik was zoo nieuwsgierig om eens in die
put te kijken; ik schoof den steen er af en
hield mijn hoofd er zoo dicht mogelijk bij. Ik
zag daar in die putbeenderen, heele en
half verrotte menschen, een mensch die er
dienzelfden morgen in was gestopt, lag
naakt met het hoofd achterover en de beenen
omhoog en wijd van elkander boven op al
dat verrotte
Ik had er geen plezier in om daar lang
naar te kijken, een half minuutje was mij
meer dan genoeg en ik duwde het steenen
deksel dan ook zoo schielijk mogelijk weer op
de opening, zoo goed als dit mogelijk was
Snel verlieten wij dit ellendige kerkhof.
Vervolgens begaven wij ons naar het Hol
landsche kerkhof, dat zoo op het eerste ge
zicht een groote vierkante tuin gelijkt en aan
de voorzijde door een fraai bewerkt ijzeren
hek is afgesloten, terwijl het geheel door een
dikke muur omgeven is, welke begroeid is met
druiven en perzikstruiken. Hier bevinden zich
ook huizen voor den „hovenier" en den dood
graver. De geheele tuin was verdeeld in
groote vakken of bedden, waarop de schoon
ste bloemen van de wereld en allerlei soorten
vruchtboomen groeiden, zooals oranje appe
len, pompelmoes, citroenen, perzikken, abri
kozen, kersen, moerbeien en pruimen. Het
breed middenpad bestond uit witte marme
ren zerken, waarop wapens en namen waren
uitgehouwen. Op de zijpaden lagen de zerken
overdwars. Achter in den tuin tegenóver het
middenpad was een fraaie grot met een fon
tein en banken er om heen. Toen wij dit kerk
hof weer wilden verlaten, kwamen ons eenige
aardige en goedgekleede jongemeisies tege
moet, elk met een mooie, welriekende bouquet
bloemen in de hand. welke zij ons ten- ge
schenke aanboden Wij beloonden haar met
een flinke fooi, waarvoor zij ons met een
vriendelijk kusje bedankten. Daarna werden
wij door de tuinmansvrouw (die een heele
dame scheen te zijn) op een kopje thee getrac-
teerd, waarvoor wij haar echter niets durf
den aan te buden dan onze dankbaarheid.,
waarmede z'j z. e - wel tevreden scheen.
zer, met onzer voortreffelijken vrienduit
het buitenland" dat werd met eenigen
schertsenden nadruk gezegd; de zaal lachte
dan ook en de Duitsche heer lachte zeer ple
zierig en buikig, terwijl hij grijnzend her
haalde malen in de richting van den voor
zitter .ja knikte „ik zeg", herhaalde deze,
zoodra het gelach een weinig bedaard was,
„onze gewaardeerde gast uit Holland heeft
zich tegenover één der onzen uitgelaten
op een wijze, die geen twijfel laat omtrent
zijn belangstelling van de richting, waarin
die gaat. Met een open oog voor de bezwa
ren, d e den Elzas als onderdeel van de
Fransche republiek te lijden heeft, vol be
langstelling voor de steeds grooter homogeni
teit, die blijkbaar werd, toen ons vaderland
deel uitmaakte van het gróóte vaderland,
heeft hij getoond we drukken ons voor
zichtig uit veel te voelen voor onze be
weging. Die gevoelens verheugen ons, Herr
Von Hoghen Lugt, en dat die gekoesterd en
beleden worden door iemand, die een plaatst
inneemt in die groote schare, die de Europee-
sche po'itiek regelt, is ons van waarde. De
toestanden in het Duitsche rijk, die wij vol
gen met spanning, met angst en hoop, het op
leven van de nationale idee aldaar, maken
ons belangstelling, genegen belangstel
ling uit een stamverwant, neutraal land
kostbaar. Wij weten, hoe ook aan den
noordkant van dat land, dat zoo gevaarlijk
voor ons is, van den erfvijand hoe zich
ook daar een worsteling afspeelt tusschen
Germanen en Latijnen, en hoe het Nederland
sche volk, dat in wezen één is met de Vla
mingen, met bekommering en vol van ver
langen, den wenschen der Vlamingen tege
moet komt, die zoozeer met de onze overeen-
1) Loods.
Wordt vervolgd.
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Ledenvergadering ten stadhuhe le
Alkmaar op Woensdag 4 Jan.
Deze vergadering, gepresideerd door den
voorzitter, den heer S. W. A r n t z, werd niet
bijgewoond door de heeren Kluitman en
Grondsma (afwezig met kennisgeving) en
Blaauboer.
Na de opening met een kort woord va"
welkom op deze eerste vergadering in 1933
hield de voorzitter zijn Nieuwjaars
rede (zie ons no. van gister).
De heer K o 1 s t e r antwoordde kort op de
rede, dankend voor de gedane mededeelirigen
over de bedrijven en zijn leedwezen erover
uitsprekend, dat de toon zoo somber had
moeten zijn.
Een jubilaris.
De heer K u y p e r herinnerde eraan, dat
de heer Kolster thans 30 achtereenvolgende
jaren lid van de K. v. K. is. Hij complimen
teerde hem daarmede en wenschte hem toe,
nog veel jaren in gezondheid te mogen kun
nen behartigen de belangen van handel en
industrie. (Applaus.)
De heer Kolster dankte met enkeie
woorden.
Benoeming voorzitters.
De algemeene voorzitter, de heer Arntz, en
de voorzitters der afdeelingen Groot- en
Klein-bedrijf, de heeren M. A. Kolster en C
H. Th. Schmalz, werden allen met op één nr
ïlgemeene stemmen herkozen.
Op de vraag van den heer K o 1 s t e r, die
erop wees, dat de heer Arntz nu voor de tien
de maal was gekozen en hoopte, dat hij oc'-
weer in 1933 in gezondheid zou mogen pres'
deeren, verklaarde de voorzitter de benor
ming weder aan te nemen.
Ook de beide andere heeren namen hun
herbenoeming weder aan.
De heer Kolster werd geplaatst op de aan
beveling voor herbenoeming als lid van den
Spoorwegraad.
Ooederenruil met Duitschland.
De heer M o e n s zette de beteekenis uiteen
van het protocol, dat gesloten is tusschen
Nederland en Duitschland en dat voorloopig
van kracht zal zijn van 10 Jan. tot 31 Maart
Deze uiteenzettingen kwamen in het kort
hierop neer. dat de Duitsche kooper het geld
voor in Nederland gekochte artikelen kan
storten bij de Duitsche rijksbank ten gunste
van de Nederlandsche Bank. die dan daar
voor deviezen verkoopt aan Nederlanders, die
geld te betalen hebben aan Duitsche leveran
ciers.
Na eenige bespreking van dit onderwerp,
werd besloten afschriften van het protocol en
de toelichting van den heer Moens te zenden
aan de exnorteurs in dit district.
De handel en de agrarische steun
wetten.
Adhaesie werd betuigd aan een adres van
de K. v. K. te Rotterdam, waarin verzocht
werd den handel niet achter te stellen bij
coöperaties waar het gaat om de wijze van
uitvoering van agrarische steunwetten.
Ontwerp nieuwe ijkwet
In verband met een schrijven van den mi
komen. Meneer von der Hoghen Lugt, wel
kom hier. Moge deze bijeenkomst die uitste
kende, nobele gevoelens die u bezielen, ver
sterken, en moogt u daarvan even openhar
t.g blijven getuigen in woorden en daden
Hoch!"
Hoch" donderde de zaalallen stonden
op en Henri, mede opgerezen, had naar alle
zijden dankend te groeten Meteen scho
ten op een wenk van den voorzitter een vier
tal bedienden te voorschijn met groote pre
senteerbladen vol glazen Schaumwijn. Met
de vlugge, strakke zekerheid van ervaren
gymnasten presenteerden zij; de heer von
Loben Strich kwam naar Henri toe en heel
de vergadering defileerde voor hem. Clara,
iewat angst.g naderbij gekomen, deelde in de
hulde.
Henri begreep dat het nu zijn beurt was
om te spreken. Hij wilde dat ook, en hij
moest, want deze heeren hadden een totaal
verkeerde voorstelling van zijn gevoelens; en
van zijn positie blijkbaar ook. Dat er iets
„onwaars" kon zijn in die woorden, iets dat
andere bedoelingen borg dan uitte, kon bij
hem uiteraad niet opkomen, zoo min als hij
in staat was met „politiek" ingerichte poli
tieke uiteenzettingen de voorstelling van den
spreker op verzoenende wijze nader tot de
waarheid te dringen. Hij voelde een grooten
spijt, dat hij die lieden, die blijkbaar zooveel
in hem zagen en van hem verwachtten moest
teleur stellen; hij voelde óók wel eenigen
spijt, dat hij niet die gewichtige personnage
was, d.e zij in hem „b'eken" te zien; en
niets zeggen scheen hem een oogenblik
wel zeer verlokkelijk. Maar dat kon niet; hij
moest antwoorden op die welkomstrede. En
toen dus het déülé-met-de-glazen was afge
nister van economische zaken en arbeid in
zake het ontwero voor een nieuwe ijkwet zei
de v o o r z i t t e r, dat de oude benamin
gen (b.v. el) zullen verdwijnen en dat er toe
zicht zal komen op weeg- en meetwerktuigen
(Bascules en automaten), een controle die niet
gemakkelijk zal zijn uit te oefenen.
De heer Wagenaar achtte toezicht op
bascules wel wenschelijk, omdat die (vooral
de kleine wegens het dikwijls verplaatsen)
vaak defect zijn.
De heer Hoogland zou wenschen,
dat bascules, door den tuinder gebruikt op
zijn landerijen, buiten de ijkwet vallen, omdat
genoemde weegwerktuigen voornamelijk
slechts dienen voor het egaliseeren van den
voorraad groenten. De tuinder voert den zak
los op de veiling aan en daar worden ze
weder gewogen en daarna dicht gemaakt.
Pas dan ontstaat volgens spr. recht op het
bepaald gewicht, en niet reeds na het wegen
op de tuinderij.
De heer Moens meende aan de hand van
de wet te mogen constateeren, dat een bas
cule, alleen gebruikt voor een indeeling, zoo
als de heer Hoogland bedoelde, vrij is van de
verplichte goedkeuring volgens de ijkwet.
Na nog eenige bespreking werd besloten
iet concept rond te zenden onder de leden
voor het maken van eventueele bemerkingen.
Het ontwerp-weeldewel.
De heer H. d e R a a t hield een causerie
over het ontwerp-weeldewet, die hij aanving
met er op te wijzen, dat een belasting op de
weelde een spoedig aan te grijpen en gemak
kelijk verdedigbaar onderwerp is. Echter het
begrip „weelde" is zeer betrekkelijk. Af te
keuren is, dat de Kamers van Koophandel,
die toch zoo na bij- deze materie zijn betrok
ken, niet gekend zijn bij het ontwerpen van
de nieuwe weeldebelasting.
De lijst van te belasten artikelen is zeer
lang en vele bedrijven zijn er bij betrokken en
spr. concludeerde, dat de koopkracht niet ge
makkelijk is uit te rekken, m a.w., dat er min
der zal worden verkocht na invoering var Je
weeldebelasting, zoodat de werkloosheid ;n
vele bedrijven zal verminderen met alle ellen
de daaraan verbonden.
Een ernstige moeilijkheid zal zich nog aan
de grenzen voordoen, daar een voldoende con
trole door de veelheid van de artikelen, waar
op de wet van toepassing is, niet mogelijk zal
zijn, waarvan het gevolg zal worden, dat de
fona fide handel ten achter zal worden ge
steld bij hen, die het met de naleving der
niluwe wetsbepalingen minder nauw nemen.
Overal waar men een weeldebelasting in
voerde, eindigde men met een omzetbelasting,
waarschuwde sor., en hij vervolgd» nog, dat
wat heden weelde genoemd wordt, morgen
wordt beschouwd als een noodzakelijkheid
Een weeldebelasting zal altijd in een staat
van evolutie verkeeren, omdat er steeds weer
nieuwe artikelen aan worden toegevoegd
(Applaus.)
Gedachtenwisseling.
De heer Moens meende, dat niet zoozeer
de weelde als wel alles wat wijst op zekerea
welstand zal worden belast volgens het ont
werp, b.v. het hebben van een safeloket voor
het bergen van een paar effecten door lieden
die zich overigens geen enkele weelde veroor
loven. Aan de hand van uitlatingen van den
minister zelf meende spr., dat zulk een be
lasting niet is vol te houden.
De heer Schmalz vreesde een groofen
rompslomp van de voorgenomen nieuwe wet,
terwijl er volgens spr. geen profijt tegenover
zal staan.
Devoorzitter vond het ontwero inge
wikkeld en moeilijk. Spr. stelde voor het aan
de commissie voor verordeningen ter studie
te geven. Belanghebbenden zouden dan van
hun inzichten mededeeling kunnen doen. De
voorzitters der middenstandsvereenigingen te
Alkmaar zouden aan die commissie kunnen
worden toegevoegd.
De heer d e R a a t meende, dat speciaal
de fabrikanten en de arbeiders door de nieuwe
wet zullen worden getroffen.
Na nog eenige besprekingen werd met het
concept gehandeld overeenkomstig het ad
vies van den voorzitter.
Rondvraag.
De heer Schmalz bracht den voorzitter
en het secretariaat dank voor de medewer
king bij verschillende vraagstukken en beval
den middenstand bij voortduring in hun be
langstelling aan.
DAMES-CONFECTIE
LANG EST RAAT 41-43-45.
loopen, zei hij„Als u het veroorlooft, mijn
heer de voorzitter
Einen Momong!" kwam die sussend,
met een glimlach, die waardoor wist hij
niet een afschuwelijken indruk op Henri
maakte. „Wij zullen natuurlijk gaarne dank
baar vernemen, wat u ons te zeggen zult
hebben. Maar vóór alles zouden we dit
heugelijke oogenblik willen vastleggen". Hij
wenkte opnieuw en een fotograaf plus toe
stel schoten te voorschijn. De aanwezigen
werden door hét bestuur, als door een drie
tal iewat meesterachtige régisseurs, ge
ënsceneerd om Henri en Clara heen, tegen
over het toestel. Het ontging dezen beiden
hoofdpersonen niet, dat al de leden van de
vergadering met deze plechtigheid instemden
Zelfs vingen ze brokjes critiek op als: be
spottelijk!" „is hij zóó invloedrijk"
„wat stellen ze zich daar nu eigenlijk van
voor?"
crietieken, die Henri uit den grond
van zijn hart beaamde, terwijl ze bij Clara
het gevoelen versterkten, dat zij al van den
aanvang der plechtige begroeting af, had ge
had: dat ze voor den gek werden gehouden
Intusschen, dacht zij, was het de moeite
waard, een paar eenvoudige reizigers met
zooveel omslachtigen toestel voor den gek te
houden, de eenvoudige uitlatingen van Hen
ri over den Elzas zoo tendentieus uit te leg
gen ,zoo „verdraaid" en zoo logisch verbon
den tegelijk? Als ze daarover dacht, kreeg
Clara het gevoel, dat het toch niet allemaal
zoo enkel-zot was. maar dat er wel eens een
wezenlijk gevaar kon dreigen. En nu moest
Henri speechen! O, vroeger zou ze in dat feit
een uitkomst hebben gezien Maar nu
(Wordt vervolgd.) v