Alkmaarsciie Courant.
Jiadionleuws
£ewMetw
Uit een vud
cneepsfvurnaalj
JiecfUszpAm
De gevolgen van een operatie.
Honderd vQt en dertigste Jaargang.
DONDERDAG 2 FEBRUARI
ONZE LAATSTE LANGE
GOLFLENGTE IN GEVAAR.
Ho 28 1933
Vrijdag 3 februari.
Hilversum, 1875 M. (8.—12.—4.-8
en 11.12-VARA, 12—4— AVRO en
de VPRO en 8.11.uur). 8.Gramo-
foonplaten. 10.VPRO-morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten. 11.10 P. J. Kers
Jr.Onze keuken. 11.40 Declamatie door F.
Nienhuys. 12.AVRO-Kamerorkest o.l.v. L.
Schmidt en gramofoonplaten. 2— Mevr. A
Hillen—Behrendt: De Weensche keuken.
2.30 AVRO-Kleinorkest o.l.v. N. Treep en
gramofoonplaten. 4.VARA-Kleinorkest
0.1.v. Paul Duchant en gramofoonpl. 4.50
Voor de kinderen. 5.30 De Notenkrakers o.l.v.
I) Wins 6.15 Orgelspel Joh. Jong. 6.45 Le
zing over Sowjet-Rusland. 7.05 Vervolg „De
Notenkrakers". 7.15 De Flierefluiters o.l.v
Hugo de Groot en gramofoonplaten. 8.Le
zing door ds. W. Mackenzie. 8.30 Concert.
A. Rengers, zang en E. Wolthers, piano. 9.—
Ds. D. A Vorster: Mystiek. 9.30 Vervolg
concert. 10— Vrijzinnig Godsd. Persbureau.
10.05 Vaz Dias. 10.15 Causerie door ds. A.
Trouw. 10.45 Gramofoonplaten. 11.12.
Gramofoonplaten.
Huizen, 296 M. (Algemeen programma,
te verzorgen door det NCRV). 8.Schrift
lezing en meditatie. 8.15—9.30 Gramofoonpl.
10.30 Morgendienst. 11.— Zang door D.
Weiman, bas bariton. Aan den vleugel: Mej
L de Waal. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30—
2 Trio v. d. Hcrst m. m. v. C. Hengeveld,
Viool. 2.30 Chr. Lectuur. 3.Huish. wenken.
3.30 Populair orgelconcert en gramofoonpl
5_ Voor jeugdige postzegelverzamelaars
5.30 Voor amateurfotografen. 6— Land-
bouwhalfuur. 6.30 Causerie A. J. Herwig
7— Literair halfuur. 7.45 Mej. C. de Witte:
De Armeensche Christenen. 8.Concert
door de Arnh. Orkestvereeniging o.l.v. J.
Spaanderman m. m. v. Jo Juda, viool. Ca.
9—9.30 Causerie door Rinke Tolmfan. Ca
10— Vaz Dias. 10.3011.30 Gramofoonpl
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing.
12.20 Orgelspel C. Metzier. 1.05 Shepherd's
Bush Paviljoen-orkest. 2.20 Voor scholen.
320 Concert o.l.v. Sir W. Davies. 4.10
Schotsch Studio-orkest o.l.v. Daines. 4 50
Concert. M. Bevan. sopraan en het Serre
Trio. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50
Spaansche pianomuziek. 7.10, 7.30 en 7.50
Lezingen. 8 20 BBC-orkest o.l.v. Hely—Hut-
chinson m. m. v. St. Allen, sopraan. 9.20 Be
richten en lezing. 9.55 Radio-tooneel. I. „The
Hatchet". II. Forward Plaase. III. The Mon
key's Paw. 11.1012.20 Gen'do's orkest en
de Savoy Hotel Orpheans. Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1724 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 Concert door 't Krettly-
orkest. 7.40 Dito. 9.05 Uitzending van ae
Revue uit de Folies Bergère.
Kalundborg, 1153 M. 12.05 Concert uit
het Bellevue-Strandhotel. 2.204.20 Radio-
harmonieorkest o.l.v Gröndahl. 7.30 Kerk-
concert uit de Slotkerk te Christiansborg m.
in v. koor en orgel, a'smede Kamer-orkest
8 10 Radio-tooneel. 8.55 Pianorecital door V.
Fischer. 9 05 Radio-tooneel. 9.35 Cello reci
tal K. Bjarnhof. 9.55 Mandolineconcert door
Trio. 10 25—11.50 Dansmuziek uit „Lod-
berg".
l.angenberg, 473 M. 6.25 Gramofoonpl
11.25 Concert uit München o.l.v. Klosz.
12.20 Concert o.l.v. Wo'f. 4.20 Leo Fall-con-
cert o.l.v H. Spitz. 7.35 Tziganomuziek door
het Omroeporkest o.l.v. Buschkötter m. m v
koor en solisten. Radio-tooneel. 9 50—11 20
Tziganemuziek door Imre Magyari en zijn
orkest.
Rome, 441 M. 8.05 Gevariëerd concert. In
de Dauzes: Radio-tooneel.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 1.30 Omroepkleinorkest
01.v. Leemans. 5.20 Omroepkleinorkest o.l.v
Leemans. 6.35 Gramofoonpl. 7.05 Piano
recital. 8.20 Omroeporkest o.l.v. A. Meule-
mans. 10.30—11.20 Gramofoonplaten. 338
M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans.
1.30 Gramofoonplaten. 5.20 Dansmuziek uit
St. Sauveur. 6.35 Gramofoonpl- 6.50 Om
roepkleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 „Er is
vader en vaderhoorspel van Bergman-
'Jacob. 10 3011.20 Gramofoonplaten.
Zeesen, 1635 M. 6.55 Popu'air concert uit
Frankfurt. Leiding: R. Merten. 7.20 Lezing.
7 35 Vervolg concert. 7.50 Hoorspel. 8.30
Concert uit Leipzig. Muziek van het Hof van
August de Sterke. 9 20 Berichten en hierna
tof 11 20 Zie Langenberg.
Oorspronkelijke roman door Jan Walch
86
Och nee, natuurlijk nietJa, 't is ook
eigenlijk dwaas, dat ik daarover inzit
Maar ik hebt het beloofd, of in elk geval: me
vast voorgenomenen nu nu is dat zoo
raar
Clara begreep het. Ze voelde, hoe hij hier
naderde tot het begrip leugenal was er van
een leugen in den eigenlijken zin van het
woord nog geen sprake; en hoe deze nabijheid
hem onzeker en onrustig maakte.
..Nee, nee, dat is niets", haasste zij zich
flus hem bij te vallen, „maai de zaak is voor
onsernstiger. Je had nu net een betrekking;
cn die betrekking beviel je zoo goed, en nu
i rouwens, al die menschen die daar op 't
Kantoor waren, zijn er nu ineens slecht aan
w^s zo°' en Henri zei haar, nu ze de
di.r 4cïcl1 wist> 1106 slecht. Dat eenvou-
dpn s®jlartt8CB van de laatste maand zou-
Den uitbetaald; en daarmee afgeloo-
daar a'5 J was het wel een rust, dat hij
praten u! n" tenminste eens met haar over
stonden dat dit vcel bielp, want ze
tnaanH rJuüu net zoe voor. als ongeveer een
•hen. mLI n' toen 2e u't Italië terug kwa-
•Ikaar was nu althans de gelegenheid,
beuren; en het argument
De internationale conferentie te
Zürich en de daar door onze af
gevaardigden aan te nemen hou
ding.
Wat men het departement van waterstaat
en het daaronder ressorteerende staatsbedrijf
der P.T.T. ook moge verwijten, men moet er
kennen, dat er systeem zit in de wijze, waarop
zij den omroep willen houden binnen het zéér
middelmatige, aldus de N.R.Crt,
De 1071-meter golflengte is 'eenige jaren
ge.eden prijs gegeven; nog steeds geen verlof
tot de inrichting van een omroep volgens het
unifrequentie-beginsel (Gleichwellen)ja
zelfs nog altijd geen vergunning aan de
AVRO of welke omroepvereeniging dan ook,
om een krachtigen zender te bouwen voor een
energie van zeg 30 kw. (Daventry werkt
thans nog met 25 kw., eerlang met 60 kw.)
Verwaarloozing, zelfs afbraak, waar men
speurt.
Thans dreigt op de a.s. conferentie te Zü
rich voor de hernieuwde verdeeling van de
golflengten de golflengte van 1875 meter
voor Nederland verloren te gaan; wij hebben
gegronde vrees, dat het zoover zal komen,
tenzij de Nederlandsche afgevaardigden daar
een krachtige houding zullen mogen aanne
men en kort en goed verklaren, dat wij geen
afstand doen van ons rechtmatig, historisch
bezit. Zelfs niet voor geld, waarmede het bui
tenland zich werkelijk vleit zoo onze in
lichtingen juist zijn een Nederlandsche
golflengte te kunnen „overnemen" in den
vorm van een vergoeding voor de verbouwing
van de zenders.
Men beseffe, dat wij in Nederland zijn in
gesloten door sterke zenders. Hierdoor zijn
wij er ongunstiger aan toe dan vele andere
stations, die meer aan de peripherie van het
Europeesche omroepgebied liggen.
In de eerste plaats is het geraden, te be
houden wat men heeft; ons land kan er licht
slechter door worden, wanneer het iets op
geeft. Voorts is een kortere golflengte duur
der in exp'oitatie, wil men een behoorlijke
reikwijdte daarmede hebben. En ten slotte
treden bij een langere golflengte minder
soornissen op (geen fading).
Zullen wij als tegenargument van het bui
tenland te hooren krijgen, dat Nederland,
door de simpele 5 kw., waarmede de golven
van 1875 meter worden opgewekt, zóó weinig
prijs b'ijkt te stellen blijkens het geringe
vermogen van onzen zender op dit kost
bare bezit, dat dit daarom beter in andere
handen ten gebruike kan worden gegeven?
Livorno.
Wij ontmoetten hier de kapiteins Reynst
en Van der Kragt, zoodat we thans met vier
Hollandsche oorlogsschepen bij elkaar lagen
Livorno is een stapelplaats van fluweel en
allerlei zijden stoffen en kousen, waarmede
de „kadraaien" (scheepszoetelaars) dagelijks
bij ons aan boord kwamen, maar het leek ons
verstandiger om deze artikelen in de stad te
gaan koopen. Wij kochten daar allen fluweel
voor een broek; dit was zoogenaamd ge
keperd fluweel, hetwelk bijna onverslijtbaar
is. Toen wij weer aan boord wilden gaan, was
er zoo'n wind opgestoken, dat er geen sloep
aan den wal kon komen, zoodat ons niets an
ders overbleef dan in de stad te blijven. „Alle
„avonden stond het vast om na de comedie
„of de eene of andere spullen te gaan, die al-
„daar in overvloed zijn; schoon wij het alle
„wel niet verstaan konden, zoo wierden doch
„onze oogen verlustigt door alle die schoon
heden, die ons daar dan voor de oogen kwa-
„men en onze ooren werden gestreeld door
„het overheerlijk musiek daar Italien de roem
„van draagt".
Wij hadden ons gedurende die vier dagen
van ons gedwongen verblijf in de stad" zeer
goed geamuseerd, daar het in Livorno niet
aan vermakelijkheden ontbreekt. Maar toen
wij weer goed en wel aan boord waren en
onze rekening opmaakten, bleek dat die flu-
weelen broek ons ieder op een zestig Holland
sche guldens was komen te staan. Wij hadden
veel pleizier gehad, doch ook een vermoeiend
leven, zoodat wij blij waren weer op het schip
te zijn, waar ik me toch steeds het best op
mijn gemak voelde.
Den tweeden Augustus zeilden wij met drie
oorlogsschepen, namelijk de „Weststelling
werf onder commando van kapitein Zout
man, de „Triton" onder kapitein Van der
Kragt en wij met ,,'t Zeepaard'', alle met
kruit beladen voor de Turken, van Livorno
naar Tunis. Veertien dagen later kwamen wij
in goeden welstand op de reede van Tunis
aan, alwaar wij voor anker gingen nabij het
kasteel „Anguletta".
Tunis.
Op 21 Augustus gingen wij met ons achten
(waaronder ook eenige officieren van Zout
man) naar den wal. Wij voeren door een
nauw vaarwater langs het kasteel „Angu
letta"; de roeiers hadden hier juist genoeg
ruimte om de riemen te kunnen uitslaan. Dit
kanaal mondt uit in een ondiep meer, waar
de riemen of de haak steeds op stukken steen
stieten. Als men aan het einde van dit meer
tje is, komt men aan den wal en dan is het
nog een klein kwartiertje naar Tunis. De stee-
nen in dit meertje zijn de overblijfselen van
gebouwen van het oude Cartzago.
De stad Tunis is ongeveer zoo groot als
Algiers en ook zeer dicht bebouwd. De meeste
straten zijn van boven overdekt of met „ver
welfsels'' dichtgemetseld, waarin zich grooie
luchtgaten bevinden. Elke straat heeft spe
ciale winkels of werkplaatsen, waar slechts
één artikel wordt verkocht of gemaakt; zoo is
daarbij was; we hebben toch dien vorigen
keer ook zoo gauw iets gevonden Enfin,
nog één halven dag had hij het gewone werk
te verrichten; en dan zouden ze nader moe
ten zien, wat hun te doen stond. Misschien
wist die bankier, die hem al eenmaal gehol
pen had, ook nu raad
Het was druk aan 't kantoor, dien laatsten
Zaterdagmorgen. Vooral werden er veel
deposito's opgevraagd; opmerkelijk veel. Zou
er toch iets zijn uitgelekt?"
Als Henri wantrouwen had gekend, zou hij
wel begrepen hebben, dat men iets had laten
uitlekken. Dat enkele der employé's, in atten
tie voor geldmogelijkheden opgegroeid, wel
wisten, hoe uit alles wat men weet en een an
der weet en een ander niet, geld is te slaan;
en dat men b.v. met de handigheid die het vak
leert, onder het zegel van geheimhouding
waardevolle diensten kan aanbieden; diensten
die in een geval als dit in waarschuwingen
bestaan. En zulk een aanbieding kan dan op
verschillende manieren beloond worden; de
verstandige waarschuwer kiest natuurlijk zijn
menschen; d.w.z. die goed doordrongen zijn
van de zedeles „voor wat hoort wat"; en die
dat „wat" van de tegenpraestatie ode goed
kunnen voldoen; het moet niet een „half
wat(t)", maar liefst een dubbel wat wezen; 't
zij contant voldaan, bijvoorbeeld als percen
tage van 't geredde bedrag, hetzij als wissel
op de toekomst; als de naam onder den wis
sel solide is, is dat soms nog beter. En er
z ij n menschen met solide namen, die nog
wel iets voor een dergelijken w-issel voelen; en
voor een relatie in de bankwereld, die niet
maar enkel tot openlijk, maar ook tot hel
e. edi Siiaat waar men uitsluitend „vrouwen
pamooesjes" oftewel damesmuiltjes verkoopt,
terwijl men zich in een andere straat met den
verkoop van mutsen of tulbanden bezighoudt,
en in andere gedeelten van de stad weer gor
dels, „attagams", messen, paardetoomen,
stijgbeugels en zadels verkocht worden.
Degenen, die hier goud en zilver op hun
kleeren dragen, zijn Turken van geboorte en
die dit niet dragen, zij Mooren, doch het zijn
allemaal Mohammedanen. „Er liep hier door
„de stad een groot manspersoon die geheel
„naakt was en die buyten zijne zinnen was
„en die door het volk als voor een Heylige
„wierd gehouden en zotte woorden uitriep, die
„als voor orakels wierden aangehoord".
Er is in Tunis een Roomsche Kerk met twee
-idoi[ uoo ijoo qoiz ipuiAoq üq.iaiq Isjajsoud
taal voor de Christenslaven. Er wonen hier
nog verscheidene Christenen, die de Turken
bij de verovering van het eiland Taberka had
den medegevoerd.
Den 23sten Augustus reden wij met z'n
achten in een soort koets, bespannen met vier
muilezels, naar het koningspaleis, waar de
Dey zijn residentie houdt. De koetsier zat mei
gekruiste beenen als een kleermaker op een
bankje vooraan bij den dissel. In de koets be
vond zich een bank om op te zitten, terwijl op
den bodem matrassen lagen, waarop wij
konden gaan zitten of liggen, al naar ver
kiezing. Het paleis is op een uur afstand van
de stad gelegen; hetris zeer groot en in het
midden is een plein, dat geheel met wit mar
mer bevloerd is en daar bevindt zich een meta
len fontein, die met dolfijnen en andere beej-
den is versierd. De gaanderijen rondom dit
plein zijn alle van marmeren pilaren of ko
lommen voorzien. Zoowel boven als beneden
zijn allerlei soorten kamers en vertrekken,
waaronder de Raadszaal. Deze zaal was
rondom bezet met groote breede banken, ter
wijl zich aan de achterzijde een soort van
troon verhief met een hemel erboven en voor
zien van een breede matras. De muren der-
zaal waren alle van marmer, waarin allerlei
bladen, bloemen, vogels en andere figuren
waren ingelegd. Aan weerskanten van den
troon waren twee groote glas-in-lood-ramen.
Buiten het paleis bevonden zich twee vieren
twintig ponders, waarvan de trompen naar
de stad waren gericht. Naast den troon stond
een Engelsche pendule zonder slag- of speel
werk. Toen wij het benedengedeelte van het
paleis hadden bezichtigd, werden wij naar
boven geleid. Ik vergat echter nog te vertel
len, dat ons, alvorens wij de Raadszaal bin
nentraden, door de Renegaten 1) de schoenen
werden uitgetrokken en wij Turksche „pam-
poesjes" aan de voeten kregen. Ook moet ik
nog vermelden, dat toen wij bij het paleis ar
riveerden, wij eerst voor een witte marmeren
trap kwamen van 12 voet hoog en wel 20 voet
breed. De wacht van Janitsaren 2), die boven
aan de trap stond, was bij onze aankomst in
het geweer gekomen en schaarde zich aan
weerszijden van de trap. terwijl de officier in
het midden ging staan. Niemand onzer durf-
minstens even waardevol hulpbetoon, langs
de ondergrondsche wegen, bereid is. Zoo ko
men soms zeer belangrijke verbindingen tot
stand, welke niet zonder een zekere goede-
trouw zijn, zelfs niet zonder een zekere
noblesse; en theoretische moralisten mogen
het laken, dat de grondslag van die beide
partijen bijna tot éér strekkende houdingen
een woorbreuk of een schending van vertrou
wen is, zij die de wereld kennen en haar ar
moede aan achttienkaraatsche moraal, zullen
zeggen, dat die transacties inderdaad nogal
erg behoorlijk zijn; en het oordeel van deze
laatsten bevat ongetwijfeld de belangrijkste
levens-les. Gelijk alweer de uitkomst heeft
bewezen; want menig financier van beteeke-
nis heeft aldus de grondslag tot zijn groot
heid gelegd, met wat dan de preciezen een
klein gemeenigheidje zouden noemen; als
het tot hun ooren zou zijn doorgedrongen,
maar het fijne van 't geval is, dat dit natuur
lijk alleen bij allerzeldzaamste uitzondering
geschiedt.
Het is heel duidelijk, dat Henri, gelijk we
trouwens vooropstelden, van dergelijke prak
tijken niet het minste idee had. En zich dus
bijzonderlijk, aanmerkelijk meer nog dan zijn
chef, over den grooten toeloop van geldhalers
verwonderde. Terwijl deze chef juist met het
allergrootste wantrouwen tegenover hem be
zield was, dien allergemeensten naifdoener,
die blijkbaar klaar stond om op de één of an
dere bijzonder huichelachtige manier zijn
handen in onschuld te wasschen.
Zoo viel het Henri op, dat die patroon den
volgenden morgen, den laatsten van zijn fi
nanciers-periode, voortdurend in zijn nabij-
de het eerst naar boven te gaan, zoodat ik
m'n hoed maar in de hand nam en omhoog
klauterde. Toen ik voor den officier kwam.
maakte ik een buiging es hij vatte m'n linker
hand, terwijl hij met zijn rechterhand zich
op de borst sloeg, z'n hoofd boog en uitriep:
„Salacha", waarop hij mii naar binnen leidce
Daar geen der andere officieren m'n voor
beeld durfde te volgen, ging ik weer terug
naar de trap en riep dat ze naar boven moes
ten komen en niet als kleine jongens moesten
blijven staan kijken. Ze werden nu ook door
den officier der Janitsaren verwelkomd en
vervolgens kwamen er eenige Renegaten (die
Italianen van geboorte waren) om ons ver
der te geleiden. Op de bovenste gaanderij
werden wij in een der vertrekken op gebak en
koffie getracteerd, wat wij ons goed lieten
smaken. Wij zagen hier op de gaanderij in
een hoek een „pavillioen" of ledikant staan,
waarvan de Italiaansche Renegaten ons ver
telden, dat daarin de vorige Dey door de Al
gerijnen was vermoord, toen men met deze
laatsten in oorlog was geweest. Ik ging eens
in dit ledikant liggen, om later te kunnen zeg
gen, dat ik in een ledikant had gelegen, waar
in een Koning was vermoord. Zij begonnen
hierover allen te lachen, tot de Renegaten toe!
De Dey blijft altijd hier buiten en komt
nooit in de stad; zijn orders worden door rij
dende boden naar de stad gebracht, en de or
ders uit de stad weer naar het paleis, zoodat
er rij na altijd boden onderweg zijn tusschen
het paleis en de stad. Wij zagen onderweg
ook nog de groote waterleidingen, die in vroe
ger tijden het water naar Carthago brachten
over een afstand van 10 mijlen. In de bergen
waren geulen gegraven, terwijl in de valeien
grooie pilaren of gebouwen stonden, waar
over een goot gemetseld was, waardoor h*t
water dan vroeger naar beneden stroomde. 3)
1) Christen, die tot de Mohammedaansche
leer is overgegaan
2) Turksche soldaten.
3) Een merkwaardige bijzonderheid, een
punt, waaruit weer eens de hooge trap van
ontwikkeling blijkt van de oude volkeren om
de Middellandsche Zee.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
Zitting van 31 Januari 1933.
ONBEVOEGDE LUISTERVINKEN
DE DEUR UITGEWEZEN.
De eerste zaak van de nieuwe agenda be
trof den 29-jarigen Lambertus Jacobus A. uit
Harencarspel en had betrekking op de even-
tueele tenuitvoerlegging eener voorw. opge-
gelegde straf, vermoedelijk al een oud beest
je, daar onze aanteekeningen over de laatste
twee jaren geen aanwijzing gaven. Overeen
komstig de wet werd deze vordering tot om
zetting met gesloten deuren behandeld en
verder geen mededeeling gedaan.
DIEFSTAL.
In het eerste kwartaal van 1932 had te Den
Helder zijn tent opgeslagen de 26-jarige va
rensgezel Theodorus Joh. van E. uit Rotter
dam, welk jongmensch daar officieel vertoef
de om een zieke kennis op te passen, doch te
vens van de gelegenheid profiteerde om een
aantal brutale diefstallen te plegen. De Be
goniastraat, alwaar een bouwwerk in uitvoe
ring was, trok zijn bijzondere belangstelling
en hij wist daar verschillende timmermans
gereedschappen, stijgerwerk, 'n rijwiel en 'n
tuinslang te bemachtigen. Ten slotte werd
deze langgevingerde mijnheer toch opgemerkt
en maakte de politie een eind aan zijn scha
delijke liefhebberijen. Op 8 Nov. stond hij te
recht voor een serie van zeven diverse dief
stallen en requireerde de officier 1 jaar ge
vangenisstraf. Er bevond zich echter in deze
zaak 'n zwakke draad, die misschien kon lei
den tot een voorw. straf en interlocutair werd
gelast een reclasseeringsrapport. Heden
kwam dit proces wéér aan de orde en werd
nog gehoord eene mej. Cornelia de Ridder
geboren Jacobs, die een wringer en een tuin
slang had vermist, wat geen wonder was,
aangezien vriend van E. deze voorwerpen
had ingepikt. Voorts verscheen de onontbeer
lijke heer Wiggers, die adviseerde dat het
misschien nog eens met Theo was te wagen
Hij verkeerde steeds in een finaal ongeschikt
millieu. Gevorderd werd echter tegen deze
ouden justitiebekende opnieuw 1 jaar. Ver
dediger bleef op voorwaardelijk aansturen of
uiterste clementie.
AANRIJDING.
De 30-jarige expediteur Jb. v. E. uit Anna
Paulowna had op 22 Juni te Burgervlotbrug
op den Rijksweg, den heer J. G. Schaaf, aan
nemer te Alkmaar als komende van rechts
den voorrang niet verleend, waardoor een
heid iets te doen scheen te hebben; hij wijdde
hieraan trouwens geen bijzondere aandacht.
Hij had hem bij het binnenkomen met een
blik vol genegen eerbied begroet; die beduid
de dat hij geenerlei rancune voelde over de
ietwat onbehoorlijke behandeling van den
vorigen dag, maar deze eenvoudig toeschreef
aan den nerveuzen toestand van den direc
teur. Wel had het hem verbaasd, dat die
groet ternauwernood was beantwoord, maar
hij had ook hieraan niet veel beteekenis ge
hecht; het is merkwaardig, hoe weinig
achterdocht menschen gevoelen, en onderstel
len, die zelf vol goede trouw zijn. En verder
hadden de cliënten zijn aandacht gevraagd
Het was Zaterdag, een drukke dag altijd al,
en 't was gewoonte dat hij dan, bij uitzon
dering, ook zelf direct aan de loketten de
cliënten te woord stond, wat anders zijn
werk niet was. En nu was het zoo extra
druk! De chef keek met zorg naar de klok,
die tergend langzaam opschoot; tot elf uur
het Zaterdagsche sluitingsuur moes
ten de betalingen in 's hemels naam kunnen
doorgaan. Nu ja, dat zou wel lukken; er wa
ren blijkbaar al geruchten in de stad, of ge-
waarschuwden, maar de terugbetalingen oe
droegen toch in elk geval maar een klein per
centage van het totale opeischbare deposito
kapitaal. En mocht het te erg worden, ja,
dan kom men of aan de Hoofdbank een be
drag halen, of uitstel tot Maandag verzoe
ken; wat dan natuurlijk een afstel bedui
den zou. t Was lam, als het daartoe komen
moest; dat voelde de directeur wel, die veel
gevoel had voor t correcte en een staking
van uitbetalingen is eigenlijk correct, maar
aanrijding plaats had en aan den wagen van
den heer Schaaf schade werd toegebracht
De kantonrechter te Schagen veroordeelde
den onhandige chauffeur tot 25 boete of 25
dagen. De schade werd niet vergoed en de
veroordeelde kwam in hooger beroe, dat he
den onder de loupe werd genomen. De appel
lant, hoewel ziek en onder dokters „handen",
had toch de moeite genomen persoonlijk te
verschijnen. Ondanks zijn mindere dispositie
was de verdachte nog actief en had een getui
ge a decharge medegebracht in den persoon
van zekeren heer Komen. Hij ontkende alle
schuld en wilde niet aannemen, trots de ver-
toogen van den president, zich aan eenige
strafbare handeling te hebben schuldig ge
maakt. De heer Schaaf vertelde destijds den
rijksweg te hebben bereden in de richting
Alkmaar. Hij zag den auto van verdachte wel
vanaf de richting Vlotbrug naderen, doch
rekende op zijn rechtsche voorrecht, waarme
de verdachte echter géén rekening hield, met
gevolg dat een krachtige aanrijding volgde
en zelfs een band sneuvelde. De wagen van
den heer Schaaf werd als het ware in 't m' 1-
den getorpedeerd en van den weg afgedron
gen. De president wees op de mogelijkheid,
dat verdachte, indien hij zoo weinig de re
gels van den weg respecteerde, zijn rijbewijs
zou kunnen verliezen. Verdachte had nota-
bene nog wel 'n briefje geteekend voor de
maatschappij, waarin hij schuld erkende. Dit
werd door appellant ontkend. De getuige a
decharke beweerde eveneens dat de heer
Schaaf de aanrijding had veroorzaakt.
De officier nam niet veel notitie van dezen
getuige en verklaarde voorts de redeneerin
gen van den appellant niet te kunnen volgen.
Er ontbrak alle logica aan. Hij begreep blijk
baar niet voor welk artikel hij terecht stond.
Niet voor 22 maar voor 5. Hij had den heer
Schaaf voorrang moeten geven en daarmede
basta. Eisch dan ook bevestiging van het. ge
wezen vonnis.
OOK 'N MANIER OM DE
VOORDEELEN VAN EEN GOEDKOOP
PENSION TE GENIETEN.
De 53-jarige arbeider Cornelis Sn., wonen
de te Schoorl en thans vertoevende in het
huis van bewaring te Alkmaar, stond terecht
wegens oplichting van een pensionhoudster
te Bergen op Zaterdag 24 Sept. Deze snaak,
reeds vroeger veroordeeld wegens oplichting,
vervoegde zich op dien datum bij de 35-jari-
ge winkelierster, mej. C. M v. Gelderen, we
duwe van den heer C. Roozendaal, wonende
Oosterweg, welke dame ook al eens opgelicht
is door 'n chauffeur uit Beverwijk, 'n psy
chopaat. Hij deelde de juffrouw mede werk
zaam te zijn aan de waterleiding te Bergen,
doch woonde te Alkmaar, wat hem te ver
was. Ook stond het hem niet aan gebruik te
maken van de keet op het werk en dus ver
zocht hij de juffrouw om pension, wat hem
ook gelukte. Het bleek echter dat men hier te
doen had met een soort parasiet, wien het te
doen was. om gratis kost en inwoning te ge
nieten. Hij verhuisde dan ook spoedig naar
een pension, waar dergelijke gasten met ge
noegen kosteloos worden opgenomen, doch
zich dan hebben te houden aan zekere belem
merende voorwaarden. Door verdachte werd
het ten laste gelegde erkend.
Dr. ten Raa, zenuwarts aan het provin
ciaal gesticht, verklaarde als deskundige, dat
verdachte niet beschikte over volledige toere
keningsvatbaarheid en achtte voortdurende
controle zeer gewenscht. De heer Wiggers,
ook hier weer present, vermeende dat reclas-
seeringskansen gunstig waren, mits toezicht
en leiding niet ontbraken. Een provisioneel
verblijf in de „Wilhelminahoeve" achtte ge
tuige bijzonder nuttig. Dr. Ten Raa kon zich
met het toezicht belasten. De verdachte, reeds
6 maal veroordeeld, wien al die moeite en
zorg gold, bleek tot alle concessies bereid.
De officier releveerde met eenige verba*
zing, dat dezelfde weduwe ook al eens door
een andere oplichter was bedrogen. Het leek
wel een afspraak tusschen dergelijke heeren.
Wat verdachte betrof, hij was een gevaar
voor de maatschappij en moest dus noodwen
dig van de vloer. Verdachte is bovendien on
miskenbaar lui en stond op een laag zedelijk
peil. Spr. requireerde ten slotte 10 maanden
voorwaardelijk onder de voorgestelde bij
zondere voorwaarden.
Verdachte vond alles goed en de verdedi
ger, mr. de Groot, toonde zich ook bijzonder
ingenomen met dezeldzame overeenstemming
die zich hier voordeed onder officier, ver
dachte en verdediger. Pleiter kon zich dus
vrijwel vereenigen met de voorgenomen
maatregelen tot heil van zijn cliënt, hoewel
hij ook geen bezwaar zou maken indien nog
iets méér tot diens geestelijk en maatschap
pelijk heil kon worden verricht. Uitspraak
a.s. week.
een plotseling tekort is iets armzaligs. Enfin
hij was lang genoeg in 't vak, om onver
stoorbaar van houding en gelaatsuitdruk
king te blijven rondwandelen; met een
voortdurend oogje op dat rare ambtenaartje
zooals hij in zichzelf wrokkig en met onrus
tige, onzekere minachting, dien van Hoghen
Lugt noemde. Maar er was tot-nog-toe niets,
dat zijn wantrouwen rechtvaardigde.
Toen kwam een vriendelijke, oude, en iet
wat schuchtere heer het kantoor binnen. Hij
keek verkennend en onderzoekend om zich;
het was duidelijk dat hij hier vreemd was;
en het scheen, dat hij zelfs in 't algemeen
zich vreemd moest voelen in de imposante
hall van ieder bankgebouw. Eerbiedig en
zeer beleefd vroeg hij den statigen portier,
wiens houding het volkomen tegenbeeld was
van de zijne, een inlichting, welke hem met
een korten duidenden armzwaai gegeven
werd. Toen begaf hij zich naar het loket,
waar op dit oogenblik juist Henri een cliënt
congedieerde die een inlichting over een be
legging was komen vragen.
Pardon, meneer", zei de bescheiden
oude heer, nog beleefder dan hij tegen den
portier was geweest, terwijl hij zijn hoed af
nam, om dien zeer omzichtig en zorgvuldig
hij scheen nogal bijziende op den stee-
nen rand naast de loketopening te deponee-
ren, „pardon zoudt U mij even een in
lichting willen geven?"
Henri knikte toestemmend; vriendelijk en
ietwat geamuseerd.
Ziet u", begon de oude heer zijn uiteen
zetting, „ik heb een sommetje geërfd
(Wordt vervolgd),