Alkmaarsciie Courant. Jiadionleuws £ewMetw Uit een vud cneepsfvurnaalj JiecfUszpAm De gevolgen van een operatie. Honderd vQt en dertigste Jaargang. DONDERDAG 2 FEBRUARI ONZE LAATSTE LANGE GOLFLENGTE IN GEVAAR. Ho 28 1933 Vrijdag 3 februari. Hilversum, 1875 M. (8.—12.—4.-8 en 11.12-VARA, 12—4— AVRO en de VPRO en 8.11.uur). 8.Gramo- foonplaten. 10.VPRO-morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 11.10 P. J. Kers Jr.Onze keuken. 11.40 Declamatie door F. Nienhuys. 12.AVRO-Kamerorkest o.l.v. L. Schmidt en gramofoonplaten. 2— Mevr. A Hillen—Behrendt: De Weensche keuken. 2.30 AVRO-Kleinorkest o.l.v. N. Treep en gramofoonplaten. 4.VARA-Kleinorkest 0.1.v. Paul Duchant en gramofoonpl. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 De Notenkrakers o.l.v. I) Wins 6.15 Orgelspel Joh. Jong. 6.45 Le zing over Sowjet-Rusland. 7.05 Vervolg „De Notenkrakers". 7.15 De Flierefluiters o.l.v Hugo de Groot en gramofoonplaten. 8.Le zing door ds. W. Mackenzie. 8.30 Concert. A. Rengers, zang en E. Wolthers, piano. 9.— Ds. D. A Vorster: Mystiek. 9.30 Vervolg concert. 10— Vrijzinnig Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Causerie door ds. A. Trouw. 10.45 Gramofoonplaten. 11.12. Gramofoonplaten. Huizen, 296 M. (Algemeen programma, te verzorgen door det NCRV). 8.Schrift lezing en meditatie. 8.15—9.30 Gramofoonpl. 10.30 Morgendienst. 11.— Zang door D. Weiman, bas bariton. Aan den vleugel: Mej L de Waal. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30— 2 Trio v. d. Hcrst m. m. v. C. Hengeveld, Viool. 2.30 Chr. Lectuur. 3.Huish. wenken. 3.30 Populair orgelconcert en gramofoonpl 5_ Voor jeugdige postzegelverzamelaars 5.30 Voor amateurfotografen. 6— Land- bouwhalfuur. 6.30 Causerie A. J. Herwig 7— Literair halfuur. 7.45 Mej. C. de Witte: De Armeensche Christenen. 8.Concert door de Arnh. Orkestvereeniging o.l.v. J. Spaanderman m. m. v. Jo Juda, viool. Ca. 9—9.30 Causerie door Rinke Tolmfan. Ca 10— Vaz Dias. 10.3011.30 Gramofoonpl Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel C. Metzier. 1.05 Shepherd's Bush Paviljoen-orkest. 2.20 Voor scholen. 320 Concert o.l.v. Sir W. Davies. 4.10 Schotsch Studio-orkest o.l.v. Daines. 4 50 Concert. M. Bevan. sopraan en het Serre Trio. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Spaansche pianomuziek. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. 8 20 BBC-orkest o.l.v. Hely—Hut- chinson m. m. v. St. Allen, sopraan. 9.20 Be richten en lezing. 9.55 Radio-tooneel. I. „The Hatchet". II. Forward Plaase. III. The Mon key's Paw. 11.1012.20 Gen'do's orkest en de Savoy Hotel Orpheans. Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1724 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50 Concert door 't Krettly- orkest. 7.40 Dito. 9.05 Uitzending van ae Revue uit de Folies Bergère. Kalundborg, 1153 M. 12.05 Concert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.204.20 Radio- harmonieorkest o.l.v Gröndahl. 7.30 Kerk- concert uit de Slotkerk te Christiansborg m. in v. koor en orgel, a'smede Kamer-orkest 8 10 Radio-tooneel. 8.55 Pianorecital door V. Fischer. 9 05 Radio-tooneel. 9.35 Cello reci tal K. Bjarnhof. 9.55 Mandolineconcert door Trio. 10 25—11.50 Dansmuziek uit „Lod- berg". l.angenberg, 473 M. 6.25 Gramofoonpl 11.25 Concert uit München o.l.v. Klosz. 12.20 Concert o.l.v. Wo'f. 4.20 Leo Fall-con- cert o.l.v H. Spitz. 7.35 Tziganomuziek door het Omroeporkest o.l.v. Buschkötter m. m v koor en solisten. Radio-tooneel. 9 50—11 20 Tziganemuziek door Imre Magyari en zijn orkest. Rome, 441 M. 8.05 Gevariëerd concert. In de Dauzes: Radio-tooneel. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Omroepkleinorkest 01.v. Leemans. 5.20 Omroepkleinorkest o.l.v Leemans. 6.35 Gramofoonpl. 7.05 Piano recital. 8.20 Omroeporkest o.l.v. A. Meule- mans. 10.30—11.20 Gramofoonplaten. 338 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.30 Gramofoonplaten. 5.20 Dansmuziek uit St. Sauveur. 6.35 Gramofoonpl- 6.50 Om roepkleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 „Er is vader en vaderhoorspel van Bergman- 'Jacob. 10 3011.20 Gramofoonplaten. Zeesen, 1635 M. 6.55 Popu'air concert uit Frankfurt. Leiding: R. Merten. 7.20 Lezing. 7 35 Vervolg concert. 7.50 Hoorspel. 8.30 Concert uit Leipzig. Muziek van het Hof van August de Sterke. 9 20 Berichten en hierna tof 11 20 Zie Langenberg. Oorspronkelijke roman door Jan Walch 86 Och nee, natuurlijk nietJa, 't is ook eigenlijk dwaas, dat ik daarover inzit Maar ik hebt het beloofd, of in elk geval: me vast voorgenomenen nu nu is dat zoo raar Clara begreep het. Ze voelde, hoe hij hier naderde tot het begrip leugenal was er van een leugen in den eigenlijken zin van het woord nog geen sprake; en hoe deze nabijheid hem onzeker en onrustig maakte. ..Nee, nee, dat is niets", haasste zij zich flus hem bij te vallen, „maai de zaak is voor onsernstiger. Je had nu net een betrekking; cn die betrekking beviel je zoo goed, en nu i rouwens, al die menschen die daar op 't Kantoor waren, zijn er nu ineens slecht aan w^s zo°' en Henri zei haar, nu ze de di.r 4cïcl1 wist> 1106 slecht. Dat eenvou- dpn s®jlartt8CB van de laatste maand zou- Den uitbetaald; en daarmee afgeloo- daar a'5 J was het wel een rust, dat hij praten u! n" tenminste eens met haar over stonden dat dit vcel bielp, want ze tnaanH rJuüu net zoe voor. als ongeveer een •hen. mLI n' toen 2e u't Italië terug kwa- •Ikaar was nu althans de gelegenheid, beuren; en het argument De internationale conferentie te Zürich en de daar door onze af gevaardigden aan te nemen hou ding. Wat men het departement van waterstaat en het daaronder ressorteerende staatsbedrijf der P.T.T. ook moge verwijten, men moet er kennen, dat er systeem zit in de wijze, waarop zij den omroep willen houden binnen het zéér middelmatige, aldus de N.R.Crt, De 1071-meter golflengte is 'eenige jaren ge.eden prijs gegeven; nog steeds geen verlof tot de inrichting van een omroep volgens het unifrequentie-beginsel (Gleichwellen)ja zelfs nog altijd geen vergunning aan de AVRO of welke omroepvereeniging dan ook, om een krachtigen zender te bouwen voor een energie van zeg 30 kw. (Daventry werkt thans nog met 25 kw., eerlang met 60 kw.) Verwaarloozing, zelfs afbraak, waar men speurt. Thans dreigt op de a.s. conferentie te Zü rich voor de hernieuwde verdeeling van de golflengten de golflengte van 1875 meter voor Nederland verloren te gaan; wij hebben gegronde vrees, dat het zoover zal komen, tenzij de Nederlandsche afgevaardigden daar een krachtige houding zullen mogen aanne men en kort en goed verklaren, dat wij geen afstand doen van ons rechtmatig, historisch bezit. Zelfs niet voor geld, waarmede het bui tenland zich werkelijk vleit zoo onze in lichtingen juist zijn een Nederlandsche golflengte te kunnen „overnemen" in den vorm van een vergoeding voor de verbouwing van de zenders. Men beseffe, dat wij in Nederland zijn in gesloten door sterke zenders. Hierdoor zijn wij er ongunstiger aan toe dan vele andere stations, die meer aan de peripherie van het Europeesche omroepgebied liggen. In de eerste plaats is het geraden, te be houden wat men heeft; ons land kan er licht slechter door worden, wanneer het iets op geeft. Voorts is een kortere golflengte duur der in exp'oitatie, wil men een behoorlijke reikwijdte daarmede hebben. En ten slotte treden bij een langere golflengte minder soornissen op (geen fading). Zullen wij als tegenargument van het bui tenland te hooren krijgen, dat Nederland, door de simpele 5 kw., waarmede de golven van 1875 meter worden opgewekt, zóó weinig prijs b'ijkt te stellen blijkens het geringe vermogen van onzen zender op dit kost bare bezit, dat dit daarom beter in andere handen ten gebruike kan worden gegeven? Livorno. Wij ontmoetten hier de kapiteins Reynst en Van der Kragt, zoodat we thans met vier Hollandsche oorlogsschepen bij elkaar lagen Livorno is een stapelplaats van fluweel en allerlei zijden stoffen en kousen, waarmede de „kadraaien" (scheepszoetelaars) dagelijks bij ons aan boord kwamen, maar het leek ons verstandiger om deze artikelen in de stad te gaan koopen. Wij kochten daar allen fluweel voor een broek; dit was zoogenaamd ge keperd fluweel, hetwelk bijna onverslijtbaar is. Toen wij weer aan boord wilden gaan, was er zoo'n wind opgestoken, dat er geen sloep aan den wal kon komen, zoodat ons niets an ders overbleef dan in de stad te blijven. „Alle „avonden stond het vast om na de comedie „of de eene of andere spullen te gaan, die al- „daar in overvloed zijn; schoon wij het alle „wel niet verstaan konden, zoo wierden doch „onze oogen verlustigt door alle die schoon heden, die ons daar dan voor de oogen kwa- „men en onze ooren werden gestreeld door „het overheerlijk musiek daar Italien de roem „van draagt". Wij hadden ons gedurende die vier dagen van ons gedwongen verblijf in de stad" zeer goed geamuseerd, daar het in Livorno niet aan vermakelijkheden ontbreekt. Maar toen wij weer goed en wel aan boord waren en onze rekening opmaakten, bleek dat die flu- weelen broek ons ieder op een zestig Holland sche guldens was komen te staan. Wij hadden veel pleizier gehad, doch ook een vermoeiend leven, zoodat wij blij waren weer op het schip te zijn, waar ik me toch steeds het best op mijn gemak voelde. Den tweeden Augustus zeilden wij met drie oorlogsschepen, namelijk de „Weststelling werf onder commando van kapitein Zout man, de „Triton" onder kapitein Van der Kragt en wij met ,,'t Zeepaard'', alle met kruit beladen voor de Turken, van Livorno naar Tunis. Veertien dagen later kwamen wij in goeden welstand op de reede van Tunis aan, alwaar wij voor anker gingen nabij het kasteel „Anguletta". Tunis. Op 21 Augustus gingen wij met ons achten (waaronder ook eenige officieren van Zout man) naar den wal. Wij voeren door een nauw vaarwater langs het kasteel „Angu letta"; de roeiers hadden hier juist genoeg ruimte om de riemen te kunnen uitslaan. Dit kanaal mondt uit in een ondiep meer, waar de riemen of de haak steeds op stukken steen stieten. Als men aan het einde van dit meer tje is, komt men aan den wal en dan is het nog een klein kwartiertje naar Tunis. De stee- nen in dit meertje zijn de overblijfselen van gebouwen van het oude Cartzago. De stad Tunis is ongeveer zoo groot als Algiers en ook zeer dicht bebouwd. De meeste straten zijn van boven overdekt of met „ver welfsels'' dichtgemetseld, waarin zich grooie luchtgaten bevinden. Elke straat heeft spe ciale winkels of werkplaatsen, waar slechts één artikel wordt verkocht of gemaakt; zoo is daarbij was; we hebben toch dien vorigen keer ook zoo gauw iets gevonden Enfin, nog één halven dag had hij het gewone werk te verrichten; en dan zouden ze nader moe ten zien, wat hun te doen stond. Misschien wist die bankier, die hem al eenmaal gehol pen had, ook nu raad Het was druk aan 't kantoor, dien laatsten Zaterdagmorgen. Vooral werden er veel deposito's opgevraagd; opmerkelijk veel. Zou er toch iets zijn uitgelekt?" Als Henri wantrouwen had gekend, zou hij wel begrepen hebben, dat men iets had laten uitlekken. Dat enkele der employé's, in atten tie voor geldmogelijkheden opgegroeid, wel wisten, hoe uit alles wat men weet en een an der weet en een ander niet, geld is te slaan; en dat men b.v. met de handigheid die het vak leert, onder het zegel van geheimhouding waardevolle diensten kan aanbieden; diensten die in een geval als dit in waarschuwingen bestaan. En zulk een aanbieding kan dan op verschillende manieren beloond worden; de verstandige waarschuwer kiest natuurlijk zijn menschen; d.w.z. die goed doordrongen zijn van de zedeles „voor wat hoort wat"; en die dat „wat" van de tegenpraestatie ode goed kunnen voldoen; het moet niet een „half wat(t)", maar liefst een dubbel wat wezen; 't zij contant voldaan, bijvoorbeeld als percen tage van 't geredde bedrag, hetzij als wissel op de toekomst; als de naam onder den wis sel solide is, is dat soms nog beter. En er z ij n menschen met solide namen, die nog wel iets voor een dergelijken w-issel voelen; en voor een relatie in de bankwereld, die niet maar enkel tot openlijk, maar ook tot hel e. edi Siiaat waar men uitsluitend „vrouwen pamooesjes" oftewel damesmuiltjes verkoopt, terwijl men zich in een andere straat met den verkoop van mutsen of tulbanden bezighoudt, en in andere gedeelten van de stad weer gor dels, „attagams", messen, paardetoomen, stijgbeugels en zadels verkocht worden. Degenen, die hier goud en zilver op hun kleeren dragen, zijn Turken van geboorte en die dit niet dragen, zij Mooren, doch het zijn allemaal Mohammedanen. „Er liep hier door „de stad een groot manspersoon die geheel „naakt was en die buyten zijne zinnen was „en die door het volk als voor een Heylige „wierd gehouden en zotte woorden uitriep, die „als voor orakels wierden aangehoord". Er is in Tunis een Roomsche Kerk met twee -idoi[ uoo ijoo qoiz ipuiAoq üq.iaiq Isjajsoud taal voor de Christenslaven. Er wonen hier nog verscheidene Christenen, die de Turken bij de verovering van het eiland Taberka had den medegevoerd. Den 23sten Augustus reden wij met z'n achten in een soort koets, bespannen met vier muilezels, naar het koningspaleis, waar de Dey zijn residentie houdt. De koetsier zat mei gekruiste beenen als een kleermaker op een bankje vooraan bij den dissel. In de koets be vond zich een bank om op te zitten, terwijl op den bodem matrassen lagen, waarop wij konden gaan zitten of liggen, al naar ver kiezing. Het paleis is op een uur afstand van de stad gelegen; hetris zeer groot en in het midden is een plein, dat geheel met wit mar mer bevloerd is en daar bevindt zich een meta len fontein, die met dolfijnen en andere beej- den is versierd. De gaanderijen rondom dit plein zijn alle van marmeren pilaren of ko lommen voorzien. Zoowel boven als beneden zijn allerlei soorten kamers en vertrekken, waaronder de Raadszaal. Deze zaal was rondom bezet met groote breede banken, ter wijl zich aan de achterzijde een soort van troon verhief met een hemel erboven en voor zien van een breede matras. De muren der- zaal waren alle van marmer, waarin allerlei bladen, bloemen, vogels en andere figuren waren ingelegd. Aan weerskanten van den troon waren twee groote glas-in-lood-ramen. Buiten het paleis bevonden zich twee vieren twintig ponders, waarvan de trompen naar de stad waren gericht. Naast den troon stond een Engelsche pendule zonder slag- of speel werk. Toen wij het benedengedeelte van het paleis hadden bezichtigd, werden wij naar boven geleid. Ik vergat echter nog te vertel len, dat ons, alvorens wij de Raadszaal bin nentraden, door de Renegaten 1) de schoenen werden uitgetrokken en wij Turksche „pam- poesjes" aan de voeten kregen. Ook moet ik nog vermelden, dat toen wij bij het paleis ar riveerden, wij eerst voor een witte marmeren trap kwamen van 12 voet hoog en wel 20 voet breed. De wacht van Janitsaren 2), die boven aan de trap stond, was bij onze aankomst in het geweer gekomen en schaarde zich aan weerszijden van de trap. terwijl de officier in het midden ging staan. Niemand onzer durf- minstens even waardevol hulpbetoon, langs de ondergrondsche wegen, bereid is. Zoo ko men soms zeer belangrijke verbindingen tot stand, welke niet zonder een zekere goede- trouw zijn, zelfs niet zonder een zekere noblesse; en theoretische moralisten mogen het laken, dat de grondslag van die beide partijen bijna tot éér strekkende houdingen een woorbreuk of een schending van vertrou wen is, zij die de wereld kennen en haar ar moede aan achttienkaraatsche moraal, zullen zeggen, dat die transacties inderdaad nogal erg behoorlijk zijn; en het oordeel van deze laatsten bevat ongetwijfeld de belangrijkste levens-les. Gelijk alweer de uitkomst heeft bewezen; want menig financier van beteeke- nis heeft aldus de grondslag tot zijn groot heid gelegd, met wat dan de preciezen een klein gemeenigheidje zouden noemen; als het tot hun ooren zou zijn doorgedrongen, maar het fijne van 't geval is, dat dit natuur lijk alleen bij allerzeldzaamste uitzondering geschiedt. Het is heel duidelijk, dat Henri, gelijk we trouwens vooropstelden, van dergelijke prak tijken niet het minste idee had. En zich dus bijzonderlijk, aanmerkelijk meer nog dan zijn chef, over den grooten toeloop van geldhalers verwonderde. Terwijl deze chef juist met het allergrootste wantrouwen tegenover hem be zield was, dien allergemeensten naifdoener, die blijkbaar klaar stond om op de één of an dere bijzonder huichelachtige manier zijn handen in onschuld te wasschen. Zoo viel het Henri op, dat die patroon den volgenden morgen, den laatsten van zijn fi nanciers-periode, voortdurend in zijn nabij- de het eerst naar boven te gaan, zoodat ik m'n hoed maar in de hand nam en omhoog klauterde. Toen ik voor den officier kwam. maakte ik een buiging es hij vatte m'n linker hand, terwijl hij met zijn rechterhand zich op de borst sloeg, z'n hoofd boog en uitriep: „Salacha", waarop hij mii naar binnen leidce Daar geen der andere officieren m'n voor beeld durfde te volgen, ging ik weer terug naar de trap en riep dat ze naar boven moes ten komen en niet als kleine jongens moesten blijven staan kijken. Ze werden nu ook door den officier der Janitsaren verwelkomd en vervolgens kwamen er eenige Renegaten (die Italianen van geboorte waren) om ons ver der te geleiden. Op de bovenste gaanderij werden wij in een der vertrekken op gebak en koffie getracteerd, wat wij ons goed lieten smaken. Wij zagen hier op de gaanderij in een hoek een „pavillioen" of ledikant staan, waarvan de Italiaansche Renegaten ons ver telden, dat daarin de vorige Dey door de Al gerijnen was vermoord, toen men met deze laatsten in oorlog was geweest. Ik ging eens in dit ledikant liggen, om later te kunnen zeg gen, dat ik in een ledikant had gelegen, waar in een Koning was vermoord. Zij begonnen hierover allen te lachen, tot de Renegaten toe! De Dey blijft altijd hier buiten en komt nooit in de stad; zijn orders worden door rij dende boden naar de stad gebracht, en de or ders uit de stad weer naar het paleis, zoodat er rij na altijd boden onderweg zijn tusschen het paleis en de stad. Wij zagen onderweg ook nog de groote waterleidingen, die in vroe ger tijden het water naar Carthago brachten over een afstand van 10 mijlen. In de bergen waren geulen gegraven, terwijl in de valeien grooie pilaren of gebouwen stonden, waar over een goot gemetseld was, waardoor h*t water dan vroeger naar beneden stroomde. 3) 1) Christen, die tot de Mohammedaansche leer is overgegaan 2) Turksche soldaten. 3) Een merkwaardige bijzonderheid, een punt, waaruit weer eens de hooge trap van ontwikkeling blijkt van de oude volkeren om de Middellandsche Zee. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van 31 Januari 1933. ONBEVOEGDE LUISTERVINKEN DE DEUR UITGEWEZEN. De eerste zaak van de nieuwe agenda be trof den 29-jarigen Lambertus Jacobus A. uit Harencarspel en had betrekking op de even- tueele tenuitvoerlegging eener voorw. opge- gelegde straf, vermoedelijk al een oud beest je, daar onze aanteekeningen over de laatste twee jaren geen aanwijzing gaven. Overeen komstig de wet werd deze vordering tot om zetting met gesloten deuren behandeld en verder geen mededeeling gedaan. DIEFSTAL. In het eerste kwartaal van 1932 had te Den Helder zijn tent opgeslagen de 26-jarige va rensgezel Theodorus Joh. van E. uit Rotter dam, welk jongmensch daar officieel vertoef de om een zieke kennis op te passen, doch te vens van de gelegenheid profiteerde om een aantal brutale diefstallen te plegen. De Be goniastraat, alwaar een bouwwerk in uitvoe ring was, trok zijn bijzondere belangstelling en hij wist daar verschillende timmermans gereedschappen, stijgerwerk, 'n rijwiel en 'n tuinslang te bemachtigen. Ten slotte werd deze langgevingerde mijnheer toch opgemerkt en maakte de politie een eind aan zijn scha delijke liefhebberijen. Op 8 Nov. stond hij te recht voor een serie van zeven diverse dief stallen en requireerde de officier 1 jaar ge vangenisstraf. Er bevond zich echter in deze zaak 'n zwakke draad, die misschien kon lei den tot een voorw. straf en interlocutair werd gelast een reclasseeringsrapport. Heden kwam dit proces wéér aan de orde en werd nog gehoord eene mej. Cornelia de Ridder geboren Jacobs, die een wringer en een tuin slang had vermist, wat geen wonder was, aangezien vriend van E. deze voorwerpen had ingepikt. Voorts verscheen de onontbeer lijke heer Wiggers, die adviseerde dat het misschien nog eens met Theo was te wagen Hij verkeerde steeds in een finaal ongeschikt millieu. Gevorderd werd echter tegen deze ouden justitiebekende opnieuw 1 jaar. Ver dediger bleef op voorwaardelijk aansturen of uiterste clementie. AANRIJDING. De 30-jarige expediteur Jb. v. E. uit Anna Paulowna had op 22 Juni te Burgervlotbrug op den Rijksweg, den heer J. G. Schaaf, aan nemer te Alkmaar als komende van rechts den voorrang niet verleend, waardoor een heid iets te doen scheen te hebben; hij wijdde hieraan trouwens geen bijzondere aandacht. Hij had hem bij het binnenkomen met een blik vol genegen eerbied begroet; die beduid de dat hij geenerlei rancune voelde over de ietwat onbehoorlijke behandeling van den vorigen dag, maar deze eenvoudig toeschreef aan den nerveuzen toestand van den direc teur. Wel had het hem verbaasd, dat die groet ternauwernood was beantwoord, maar hij had ook hieraan niet veel beteekenis ge hecht; het is merkwaardig, hoe weinig achterdocht menschen gevoelen, en onderstel len, die zelf vol goede trouw zijn. En verder hadden de cliënten zijn aandacht gevraagd Het was Zaterdag, een drukke dag altijd al, en 't was gewoonte dat hij dan, bij uitzon dering, ook zelf direct aan de loketten de cliënten te woord stond, wat anders zijn werk niet was. En nu was het zoo extra druk! De chef keek met zorg naar de klok, die tergend langzaam opschoot; tot elf uur het Zaterdagsche sluitingsuur moes ten de betalingen in 's hemels naam kunnen doorgaan. Nu ja, dat zou wel lukken; er wa ren blijkbaar al geruchten in de stad, of ge- waarschuwden, maar de terugbetalingen oe droegen toch in elk geval maar een klein per centage van het totale opeischbare deposito kapitaal. En mocht het te erg worden, ja, dan kom men of aan de Hoofdbank een be drag halen, of uitstel tot Maandag verzoe ken; wat dan natuurlijk een afstel bedui den zou. t Was lam, als het daartoe komen moest; dat voelde de directeur wel, die veel gevoel had voor t correcte en een staking van uitbetalingen is eigenlijk correct, maar aanrijding plaats had en aan den wagen van den heer Schaaf schade werd toegebracht De kantonrechter te Schagen veroordeelde den onhandige chauffeur tot 25 boete of 25 dagen. De schade werd niet vergoed en de veroordeelde kwam in hooger beroe, dat he den onder de loupe werd genomen. De appel lant, hoewel ziek en onder dokters „handen", had toch de moeite genomen persoonlijk te verschijnen. Ondanks zijn mindere dispositie was de verdachte nog actief en had een getui ge a decharge medegebracht in den persoon van zekeren heer Komen. Hij ontkende alle schuld en wilde niet aannemen, trots de ver- toogen van den president, zich aan eenige strafbare handeling te hebben schuldig ge maakt. De heer Schaaf vertelde destijds den rijksweg te hebben bereden in de richting Alkmaar. Hij zag den auto van verdachte wel vanaf de richting Vlotbrug naderen, doch rekende op zijn rechtsche voorrecht, waarme de verdachte echter géén rekening hield, met gevolg dat een krachtige aanrijding volgde en zelfs een band sneuvelde. De wagen van den heer Schaaf werd als het ware in 't m' 1- den getorpedeerd en van den weg afgedron gen. De president wees op de mogelijkheid, dat verdachte, indien hij zoo weinig de re gels van den weg respecteerde, zijn rijbewijs zou kunnen verliezen. Verdachte had nota- bene nog wel 'n briefje geteekend voor de maatschappij, waarin hij schuld erkende. Dit werd door appellant ontkend. De getuige a decharke beweerde eveneens dat de heer Schaaf de aanrijding had veroorzaakt. De officier nam niet veel notitie van dezen getuige en verklaarde voorts de redeneerin gen van den appellant niet te kunnen volgen. Er ontbrak alle logica aan. Hij begreep blijk baar niet voor welk artikel hij terecht stond. Niet voor 22 maar voor 5. Hij had den heer Schaaf voorrang moeten geven en daarmede basta. Eisch dan ook bevestiging van het. ge wezen vonnis. OOK 'N MANIER OM DE VOORDEELEN VAN EEN GOEDKOOP PENSION TE GENIETEN. De 53-jarige arbeider Cornelis Sn., wonen de te Schoorl en thans vertoevende in het huis van bewaring te Alkmaar, stond terecht wegens oplichting van een pensionhoudster te Bergen op Zaterdag 24 Sept. Deze snaak, reeds vroeger veroordeeld wegens oplichting, vervoegde zich op dien datum bij de 35-jari- ge winkelierster, mej. C. M v. Gelderen, we duwe van den heer C. Roozendaal, wonende Oosterweg, welke dame ook al eens opgelicht is door 'n chauffeur uit Beverwijk, 'n psy chopaat. Hij deelde de juffrouw mede werk zaam te zijn aan de waterleiding te Bergen, doch woonde te Alkmaar, wat hem te ver was. Ook stond het hem niet aan gebruik te maken van de keet op het werk en dus ver zocht hij de juffrouw om pension, wat hem ook gelukte. Het bleek echter dat men hier te doen had met een soort parasiet, wien het te doen was. om gratis kost en inwoning te ge nieten. Hij verhuisde dan ook spoedig naar een pension, waar dergelijke gasten met ge noegen kosteloos worden opgenomen, doch zich dan hebben te houden aan zekere belem merende voorwaarden. Door verdachte werd het ten laste gelegde erkend. Dr. ten Raa, zenuwarts aan het provin ciaal gesticht, verklaarde als deskundige, dat verdachte niet beschikte over volledige toere keningsvatbaarheid en achtte voortdurende controle zeer gewenscht. De heer Wiggers, ook hier weer present, vermeende dat reclas- seeringskansen gunstig waren, mits toezicht en leiding niet ontbraken. Een provisioneel verblijf in de „Wilhelminahoeve" achtte ge tuige bijzonder nuttig. Dr. Ten Raa kon zich met het toezicht belasten. De verdachte, reeds 6 maal veroordeeld, wien al die moeite en zorg gold, bleek tot alle concessies bereid. De officier releveerde met eenige verba* zing, dat dezelfde weduwe ook al eens door een andere oplichter was bedrogen. Het leek wel een afspraak tusschen dergelijke heeren. Wat verdachte betrof, hij was een gevaar voor de maatschappij en moest dus noodwen dig van de vloer. Verdachte is bovendien on miskenbaar lui en stond op een laag zedelijk peil. Spr. requireerde ten slotte 10 maanden voorwaardelijk onder de voorgestelde bij zondere voorwaarden. Verdachte vond alles goed en de verdedi ger, mr. de Groot, toonde zich ook bijzonder ingenomen met dezeldzame overeenstemming die zich hier voordeed onder officier, ver dachte en verdediger. Pleiter kon zich dus vrijwel vereenigen met de voorgenomen maatregelen tot heil van zijn cliënt, hoewel hij ook geen bezwaar zou maken indien nog iets méér tot diens geestelijk en maatschap pelijk heil kon worden verricht. Uitspraak a.s. week. een plotseling tekort is iets armzaligs. Enfin hij was lang genoeg in 't vak, om onver stoorbaar van houding en gelaatsuitdruk king te blijven rondwandelen; met een voortdurend oogje op dat rare ambtenaartje zooals hij in zichzelf wrokkig en met onrus tige, onzekere minachting, dien van Hoghen Lugt noemde. Maar er was tot-nog-toe niets, dat zijn wantrouwen rechtvaardigde. Toen kwam een vriendelijke, oude, en iet wat schuchtere heer het kantoor binnen. Hij keek verkennend en onderzoekend om zich; het was duidelijk dat hij hier vreemd was; en het scheen, dat hij zelfs in 't algemeen zich vreemd moest voelen in de imposante hall van ieder bankgebouw. Eerbiedig en zeer beleefd vroeg hij den statigen portier, wiens houding het volkomen tegenbeeld was van de zijne, een inlichting, welke hem met een korten duidenden armzwaai gegeven werd. Toen begaf hij zich naar het loket, waar op dit oogenblik juist Henri een cliënt congedieerde die een inlichting over een be legging was komen vragen. Pardon, meneer", zei de bescheiden oude heer, nog beleefder dan hij tegen den portier was geweest, terwijl hij zijn hoed af nam, om dien zeer omzichtig en zorgvuldig hij scheen nogal bijziende op den stee- nen rand naast de loketopening te deponee- ren, „pardon zoudt U mij even een in lichting willen geven?" Henri knikte toestemmend; vriendelijk en ietwat geamuseerd. Ziet u", begon de oude heer zijn uiteen zetting, „ik heb een sommetje geërfd (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5