Alkmaarsctie Courant. Jtadiouieuws Uit een vud eepsjournfóli JeuiMetoa J^coDutciaai Tlieums De gevolgen van een operatie. HoRdenl *W en dertigste Jaargang. 'MAANDAG 6 FEBRUARI UITGEEST. STOMPETOREN. TEXEL. BROEK OP LANGENDIJi. NOORDSCHARWOUDE. Een provinciaal zangconcours. LANGENDIJK. Mo. 31 1933 Dinsdag 7 februari. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO), g.— Gramofoonplaten. 9.— AVRO-Klein- orkest o.l.v. N. Treep. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Orgelconcert P. van Egmond Jr., m. m. v. Cora de Lange van Rijn, sopraan. 11.Kookpraatje. 11.30 Vervolgconcert. 12.—2.15 AVRO-Kamer- orkest o.l.v. N. Gerharz m. m. v. „The Hol- landia Three", accordeon. 2.30 Gramofoonpl. 3.Knipcursus. 4.Pianorecital door H. Sztompka. 4.30 Radio-Kinderkoorzang o.l.v. J. Hamel. 5.Verhalen voor kleine kinderen door mevr. Ant. v. Dijk. 5.30 Jeugdhalfuur VPRO. 6.Gramofoonplaten. 6.30 R V.U. 7 Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 7.30 En- gelscheles Fred Fry. 8.— Vaz Dias. 8.05 Omroeporkest o.l.v. N. Treep, m. m. v. Grethe Weynschenk—Hogenbirk, sopraan en Billi Mayer, piano. 9.30 Hans Bund en zijn orkest m m. v. Irène Ambrus en Luigi Bernauer, zang. 11.— Vaz Dias. 11.05—12.— Gramo- foonmuziek. Huizen, 296 M. (Uitsluitend KRO). 8.— 9.15 en 10.Gramofoonpl. 11.30—12. Godsd. halfuur. 12.15 Sextetconcert. 1. Gramofoonplaten. 1.15—1.45 Vervolg sextet. 2Cursus. 2.35 Vrouwenuurtje. 3.30 Modecursus. 4.30 Pianorecital. 4.50 Gramo foonplaten. 510 Pianorecital. 5.30 Gramo focnplaten. 6.30 Cursus. 6.50 Gramofoonpl. 7.10 Lezing. 7.45 Causerie. 8.Orkestcon cert. 8.30 Lezing. 9.— Vaz Dias. 9.10 Or kestconcert m. m. v. soliste. 9.50 Zang en piano. 10.10 Vervolg concert. 10.30 Schla- germuziek en gramofoonplaten. 12.Slui ting. Daventry, 1554 M. 10 35 Morgenwijding 10-50 Tijdsein en berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel S. Gustard. 1.05 Commo dore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant. 2.20 Voor de scholen. 4.45 R. Tapponier's orkest 5 35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Mo- zart's viool- en pianosonates. 7.10 Fransche conversatie. 7.40 Radio-Militair-orkest o.l.v B Walton O'Donnell, m. m. v. F. Philips, bariton. 8.50 Lezing. 9.20 Berichten. 9 40 Eerste deel van „Hassan", spel van J. E Flecker. Bew.: D. Glasby. 11.1512.20 Dansmuziek door Lew Stone en zijn band. Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8.05 Gra mofoonpl. 12.20 Concert door het Krettly orkest. 7.40 Dito. 8.20 Radiotooneel. 9.15 Kamermuziek m. m. v. kwintet, piano, viool en cello. Kalundborg1153 M. 11.20—1.20 Concert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.204.20 Mo gen Hansen's orkest 7.209.20 Radiotoo neel. 9.35 Skandinavische muziek door het Omroeporkest o.l.v. Reesen. 10.2011.50 Dansmuziek uit rest. „Ritz" o.l.v. Buschköt ter, m. m. v. piano en viool. Rome, 441 M. 8 05 Gevarieerd concert m m. v. vocale en instrumentale solisten. 8 50 Radiotooneel. 9.20 Vervolg concert. 10.15 Berichten. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Gramofoonplaten 1.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v. An- dré. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Geestelijke muziek. 8.20 Borodine-concert o.l.v. Meule- mans. 9.20 Omroeporkest m. m. v. klarinet- solist. 10.3011.20 Gramofoonpl. 338 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o l.v. Leemans. 1.30 Gramofoonplaten. 5.20 Omroeporkest o.l.v. Meulemans. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v Leemans. 8 20 Bonte avond, m. m. v. orkest, solisten en Tooneel-Ensemble. 10.30—11.20 Gramofoonmuziek. Zeesen, 1635 M. 7.20 Dansmuziek door Orag-kleinorkest o.l.v. E. Wikken, m. m. v. E Runde en zijn orkest. 8.20 Radio-tooneel. 9.05 Causerie. 9.40 Berichten en hierna tot 11.20: Noragorkest o.l.v. Horst Platen. Inderdaad, er bestaat geen beter en meer afdoend middel tegen slechte spijs vertering en verstopping, en de daaruit voortkomende kwalen. Alom verkrijgbaar f 0.6* per flacon. Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 89 Eindelijk, eindelijk daar verdween de laat ste; had net nog een sommetje gestort, de stumper kwam den crediteuren van de Bank ten goede En nu es even afrekenen met dat heer Met een bedachtzame, korte beweging draaide hij den sleutel omhet was het tempo waarin, en de manier waarop hij wilde optre den, die hij aldus als-'t-ware zichzelf inprent te. Toen trok hij de deur met een ruk open, en keek in de kamer. Henri zat, althans uiterlijk, zeer bedaard op een stoel aan den kant. Maar men hoefde niet eens een menschenkenner te zijn, zooals fle heer Meyerbeer er wel één was, om het onechte van die kalmte te ontwaren. Inder ü&ad verkeerde Henri in een zeer pijnlijke erlegenheid; het was d e soort verlegenheid S'n hij de laatste maanden zich telkens eide gevangen; maar nooit had hij ze zoo i«» er'3 P',n'f?end om -rich geweten. Hii had pit rrV iCurck gedaan; *a, en nu wist hij in rwPrecies, wat dat verkeerde was. han ni^t.altijd het geval. Nu wist hij: hij hii oÜH,uurÜi'f D i e t mogen zeggen, zooals •toni dat bank €r slecht v001 °R<i aar «f had hü dan moeten zeggen? Den 24sten Augustus maakten wij weer een tochtje dor het gebergte met ezels; wij kwamen langs een groot gebouw, dat als het ware onder een berg lag en begroeid was met planten en struiken. Van binnen was het nog gaaf en de muren waren wit. Dit ge bouw was een oud korenmagazijn van de stad Carthago. Wij zagen hier een groote pilaar of kolom staan ter nagedachtenis aan Pompeius. Wij kwamen ook langs de nederzetting van een Arabier; hij had een groote tent waarin hij woonde en rondom bevonden zich mooie weiden voor zijn vee en. groote korenvelden. Het koren werd op het veld gedorscht; de garven werden losgemaakt en in het rond verspreid om een paal of staak. Nu werden de kamelen, paarden of ezels aan lange stok ken gebonden op een rij van de paal tot aan den rand van den cirkel, waarbinnen het ko ren verspreid lag. De stokken waren met tou wen aan den paal bevestigd en bij dezen paal stond een man, die de beesten zóólang over het koren liet loopen, tot alle kprrels van het stroo af waren. Deze man had een lange zweep in zijn hand. De Arabieren verhuizen, zoodra de grond wat schraal begint te worden, en zoeken dan weer een betere plaats op. De „bijwijven" of slavinnen van dezen Arabier zagen er niet erg fraai uit; zij hadden „lang geen lieve bekjes" en droegen groote koperen ringen in de ooren en aan de kleeden, die zij om haar lichaam hadden hangen. De schapen hebben dikke zware staarten, die scms meer dan 12 pond zwaar zijn; de meeste rammen hebben vier gekrulde horens De aloë komt hier veel vuldig en in allerlei soorten voor, terwijl er ook dadelboomen groeien. Den volgenden dag trokken wij er weer met de ezels op uit; één ezel droeg onzen mondvoorraad die bestond uit brood, vleesch, visch, patrijzen, wijn en ook water. Wij gin gen al vroeg in den morgen op weg en had den een Moorschen jongen bij ons om op de ezels te passen en ons te bedienen en boven dien den weg te wijzen. De bergen en va- leien waren zeer vruchtbaar en begroeid met olijfboomen. Toen wij ons op den hoogsten berg bevonden, werden onze tapijten uitge spreid en zetten wij ons onder de boomen neder, vanwaar wij een heerlijk uitzicht had den over al die vruchtbare velden en vlakten. Het was intusschen middag geworden en wij aten smakelijk van het meegebrachte, terwij! wij ook niet verzuimden om onze glaasjes te ledigen. Onze geest was door dit alles zeer verkwikt; in het bijzonder muntte mijn „digt- geest" toen uit en ik schreef het volgende neer, waarvan ik mijn medereizigers allen een met potlood geschreven exemplaar moest geven: „Myn pen noch penseel, die kan hier niet afmalen, „Wat dat Cartago is, doch niets als woeste dalen, „Als hier en daar een muur, en ginds een bosch of boom, „Daar een vervallen steen gezonken in den stroom. „Verwonderd moet men zyn, weleer zoo'n stad verheven, „Die soms 't Romynsche volk, voor hare macht deed beven. „Waar is dat strydbaar volk? Verdwenen door den tijd, „Gesneuveld door het zwaard, gestorven in den strijd, „Verteerd door 't felle vuur, gedolven in de stroomen, „En zoo ter langer laast, tot stof en asch gekomen. „Nu wordt dit land bewoond door Turk en wreeden Moor, „Die vrouw noch menschen mint, noch rede geeft gehoor, „Die 't vrouwelijk geslacht, bijna haast schijnt te haten, „Een onnatuurlijk kwaad, mint men in i overmaten, „Al wat kwaadaardig is, heeft hier den vrijen toom, „Al wat boosaardig is, doet men hier zonder schroom. Den 27sten Augustus vertrokken wij weer van Tunis en keerden naar boord terug. Wij reden allen op ezels; op een ezel is het zeer gemakkelijk rijden, het vermoeit niet en men schiet goed op, omdat het altijd in een sukkel- drafje gaat. en vindt in de nabijheid van de stad veel tuinen met allerlei soorten groenten elke tuin is voorzien van een watermolen, die het water zeer diep uit den grond kan opha len. Kannen of potten, die hier speciaal voor gemaakt zijn en tusschen touw en stroo be vestigd zijn. loopen achter elkander over een rad en worden leeggestort in een bak, die uit mondt in een groote marmeren kom, waar het water dan meteen weer uitstroomt en ver der over de akkers of bedden geleid wordt en den grond vruchtbaar maakt. Wij kwamen op de vlakte van Carthago, die tot de Zee of het Kasteel „Anguletta" een uitgestrektheid heeft van drie mijlen, en zagen nog veel voet. stukken van pilaren, brokstukken van gebou wen, steenen en stukken van gewelven, terwijl wij ook nog het gewelf van een kelder von den, die nu vol water stond, en waaruit wij onze ezels lieten drinken. Zoo kwamen wii eindelijk weer bij het kasteel „Anguletta", waar wij onze sloepen en de barkas vonden liggen, waarmede men bezig was water naar ons schip te brengen. Op 9 September g.ngen wij onder zeil en zetten koers naar L vorno, alwaar wij den 19den September 1763 arriveerden. Livorno. Wij moesten hier dertig dagen in quaran taine liggen, alvorens wij aan wal mochten gaan. Wel was ons toegestaan op een klein eiland te komen, dat vlak voor den wal ligt, en waar zich groote schuren en pakhuizen bevonden vol Turksche wol en andere goede ren. Er was ook een bepaalde tijd voor vast gesteld, alvorens deze goederen naar den wal gebracht mochten worden of in andere sche pen overgeladen. Onze brieven werden door oppassers van dat eilandje met een sloep bij ons van boord gehaald; zij kwamen langs zij en dan moesten de brieven zoo maar los in de sloep gegooid worden, waar ze dan eerst met azijn werden besprenkeld, voordat men ze aanraakte. Vervolgens werden ze mee genomen naar het „Laseret" op het eiland en werden daar op een rooster gelegd, waaron der men specerijen brandde, om ze te dro gen. Tenslotte werden ze dan naar den wal gebracht en voorzien van het zegel van den Groothertog. Soms gingen wij naar dit eilandje om er wat rond te wandelen, maar kregen dan al tijd een oppasser bij ons, die moest zorgen dat niemand ons aanraakte, want indien zulks zou geschieden, moest die persoon ook net zoo lang in quarantaine blijven als wij; en als hij toevallig naar zijn schip was ge gaan, moest de heele bemanning in quaran taine blijven! Wij namen altijd een paar fles- schen wijn mede, die wij dan, in het gras ge zeten, opdronken. De oppasser moest steeds op 10 pas afstand van ons blijven, maar bij dronk toch van onze wijn mede. Dat ging dan als volgt in zijn werk: „Als wij hem de wyn toebragten, traden „wij tien treeden vooruit na hem toe en ieder „tred dat wy of eene van ons vooruit deden, „deed hij een tred agteruit, tot ieder tien tree- „den had gedaan, dan wierd het glaasje op „de grond geset door een van ons, en die trad „dan wederom tien treeden agteruit na ons „toe, dan kwam de oppasser bij het glaasje „en dronk het uit op onze gezontheid en trad „dan zijn tien treeden wederom agteruit, en „eene van ons haalde dan het glaasje weder- „om. Dat carentyne valt zeer lastig; men ziet „(als het ware) het Land van Beloften, eu „men kan er niet komenmen heeft daar zijn „goede vrienden, en men mag die niet besoe- „ken; het beste in al dat verdriet was, dat wij „die goede florentynsche wyn nog konden „krijgen". Wij lieten zoo nu en dan een kistje van die wijn aan boord komen. Deze Florentynsche wijn bevindt zich in zeer dunne flesschen met nauwe halzen, waar wat boomolie op wordt gedaan en welke met boomwol dichtgestopt worden, waarna de flesschen met biezen mat jes omwonden in de kistjes worden gezet en wel zoo, dat ze alle rechtop komen te staan. In één zoo'n kistje, dat van ruw en dun hout is vervaardigd, worden 41 flesschen verpakt Als wij wat „landziekig" waren, gebeurde het wel, dat er op één avond zoo'n kistje wijn soldaat gemaakt werd. Toen de dertig quarantaine-dagen om wa ren, kwamen de „Heeren van Gezondheid'', namelijk twee heeren van den Raad, twee „medicyne doctoren" en een of twee heel meesters, bij ons aan boord. Zij namen plaats Dat schenen altijd alle menschen in zoo'n ge val te weten; maar hij wist het niet De chef had het blijkbaar weer wèl geweten; want angstig luisterend, dadelijk na zijn in sluiting, had hij dezen luid het één en ander hooren vertellen; en daardoor was dadelijk het rumoer onder het publiek verstomd. Maar ook de jongere bedienden schenen het te weten, want die hadden hem hoogst minach tend aangekeken. Hij was veel ouder, hij was meester in de rechten en doctor in de staats wetenschappen; men had hem altijd om zijn menschenkeimis geprezen, nu ja. vroeger Was dat dan misschien dat hooggeprezen „handelsinzicht", dat je van aanleg moesr hebben, en in de praktijk kon slijpen en toe spitsen; was het dat? 't Leek wel zèèr, dat het met handelsinzicht iets te maken had: véél te maken had Maar toch, Mama had bijvoorbeeld niet het minste inzicht, geen han dels- en geen ander inzicht; en die had ook zoo op diezelfde manier minachtend tegen hem gedaan; indertijd al, toen ze toevallig 't jubileum van Colver in de courant ontdekte, en nu tegenwoordig, nu hij hier weer voor goed terug was, had je telkens zoo'n eigen aardig hokken van 't gesprek En dat was overal, o, hij wist het wel; er was iets bijzon ders met hem Maar toch, hij was niet gek hij was niet monomaan ook, neen, neen, dat zou niemand hem wijs makenwant nóóit was hij zoo helder en prettig in z'n hoofd geweest Jawel, maar intusschen En Meijerbeer was woedend; echt lam, vlak voordat ze toch uit elkaar gingen. Maar 't had toch dit voor deel dat die dan au teek oen nraaes zaagea op het halfdek en ik gaf hun een lijst van de weinig zieken, die wij aan boord hadden, waarop de ziekten of gebreken vermeld ston den waaraan zij leden. Daarna moest de heele bemanning één voor één langs hen ko men; het volk was „op zijn best gekleed" en liep van stuurboord naar bakboord. Toen dit alles was geschied werden wij voor gezond verklaard en mochten wij aan wal gaan. „Er *as nu geen kar meer aan ons agterste ge bonden" en een ieder deed zijn best om aan wal te komen. Daar Livorno een prettige plaats is, was het verdriet van de quarantaine spoedig vergeten. zou, wat hij had moeten doen. 't Was nu we! geen plezierig vooruitzicht, dat hij daar aan stonds razend zou binnenkomen; maar als die allereerste woede voorbij was, zou hij toch eenigen uitleg moeten geven Ha, daar kwam hij. Inderdaad, en daar stond hij in de wijd geopende deur. Ook hij had een schijn van kalmte over zich, maar deze schijn verhulde nog belangrijk minder dan die van Henri het werkelijke wezen van den schijnwerper. Hel was zeer blijkbaar de strakke concentra'ie van iemand, die zich mikkend tot fel treffen heeft ingespannen Maar toen hij inderdaad zijn pijlen begon af te schieten, was die be zonnenheid verdwenen, en in een steeds wil der hartstocht begon hij zijn employe met ste kende punten van minachting, hoon en spot te doorpriemen. Ik moet wel zeggen", begon hij, nog sar rend rustig, en min-of-meer „hoog", „dat u keurige eigenschappen bezit voor een post van vertrouwen! En ik mag mijzelf gelukkig prij zen, dat u wel, na u wontslag uit de ambte narij, ons met uw tegenwoordigheid hebt wil len vereeren, potverdorie!" Dat laatste woord diende blijkbaar om het te beheerscht en daardoor te langzaam zich ontladend ge moed even wat krachtiger te bevrijden. „U is me een heer; ja 'n héér!! U is veel te fat soenlijk hè, om ons bedrijf voor te staan, ten minste: op 't oogenblik dat 't mis-gaat! U is te fatsoenlijk om uw woord te houden, hé; potverdorie! Als 't schip naar den kelder gaat, gaan de fatsoenlijke ratten ervandoor hè, en waóschea, potverdorie. hun peet* én Op de Woensdag gehouden vergadering van het Fanfare-corps Onderlinge Oefening, alhier, is de heer P. Roos alhier wegens zijn 40-jarig lidmaatschap der vereeniging gehul digd. Bij monde van den voorzitter, den heer Van der Touw, bracht de vereeniging hulde en dankt aan den heer Roos voor het vele dai hij in dit reeks van jaren voor de vereeniging is geweest en gedaan heeft. Als blijk van waardeering werd hem een zilveren medaille met inscriptie aangeboden. We merken hier op, dat de heer Roos als jongen van 9 jaar reeds een werkzaam aandeel had in het corps en wel als 2e tubaist. Later promoveerde nij tot le tubaist en ging daarna over op de bom bardon si b. Maar ook heeft de heer Roos daarbij nog vele jaren den voorzittershamer gehanteerd, een functie, waarin hij zich ook menigmaal heeft onderscheiden. Hoe aange naam prettig en gekruid waren zijn speechen steeds en hij wist daanoij te allen tijde den goeden geest bij de leden te bewaren. In de ja ren van zijn voorzitterschap ging ook alles uitstekend Ofschoon in vroeger iaren meer dan de laatste jaren vulde de heer Roos men:„ concertavond aan, oo een wijze, die alleen hem eigen was. De heer Roos met zijn eigen gemaakte verzen, zoowel wat betreft zang en tekst, was allom bekend en een avond, door hem aangevuld, niet gaarne verzuimd Welke oud-Uitgeester weet zich de avonden van Ploeger en Roos niet herinneren? Ondanks zijn langen „staat van dienst" blijft de heer Roos nog steeds zijn werkzaam aandeel in de vereeniging houden. Op elke repetitie is hij trouw, ja hij is wel een der trouwste leden, daar zelfs in die reeks van 40 jaren de heer Roes niet anders dan al'een om dringende omstandigheden de repetities nie: bezocht, iets wat van de jongere leden zeker in geen geval kan worden gezegd. Christel. Nat. Onderwijs De schoolvereeniging voor Christel. Nat Onderwijs te Uitgeest hield Woensdag haar eerste ledenvergadering in het gebouw Di Zaadkorrel. Allereerst werden de statuten en het huis houdelijk reglement vastgesteld en vervol gens overgegaan tot de samenstelling van e-n bestuur. Tot voorzitter werd gekozen de heer D Stelpstra, tot secretaris de heer A. Koopman, tot penningmeester de heer Th. G. C. Souer tot 2e voorzitter de heer D. Zwart, tot alge meen adjunct de heer G. Bas en tot leden de heeren G. Evers en J. de Crocq. He ledental bedraagt thans 24. Vrijdagavond vergaderde de IJsclub „Stompetoren in het café van den heer Ren- ses. De Algemeene Vergadering kon door om standigheden in December geen doorgang vinden en was nu opnieuw uitgeschreven De voorzitter, de heer Huyser van Ree nen sprak bij de opening zijn voldoening uit over de buitengewoon groote opkomst. Bestuursverkiezingen. Aftredend de hee- ren S. Heringa, F. J. Woerdeman, J. Blauw en W. Schermerhorn. Allen werden door de vergadering bij acclamatie herbe noemd. Hierna verslag penningmeester. Kasgeld 1932 30,34. Ontvangsten '32 53,75, totaal 84,09. Uitgaven 1932 93,68. Ontvangsten 1932/ 84.09, nadee lig saldo 9.59. Reserve Spaarbank 83,64, af saldo 1932 9.59, totaal 74.05. De heeren L. Schuuring en Jb. Govers die de boeken en bescheiden hadden nage zien brachten verslag uit dat zij deze in orde hadden bevonden, waarna den penningmees ter den heer C. Kramer Glijnis dank werd gebracht. Daarop gaf de 2de penningmees ter een overzicht van de uitgaven die in de afgeloopen ijsperiode gedaan zijn en hieruit bleek dat de onkosten dit jaar zeer hoog zijn. In verband met verschillende opmerkin gen gaf de heer S. Heringa een uitvoerige onschuld!" Dat beeld was ietwat gedurfd maar de oogen van den heer Meijerbeer be gonnen, mee door de opwindende werking van de jjotverdorie's, zoo geweldig te flikke ren en te vonken, dat eventueele bezwaren tegen beeldspraak onmiddellijk werden ver ascht. „U staat klaar, hè'' gewoonlijk gebruikte hij het precieuze „niet waar", maar men moet toestemmen, dat dat nu uit den stij zou zijn gevallen „ja, u staat nu klaar, om de heele were'd te verkondigen, dat u te teer van geweten bent om ook maar één dag den schijn te bewaren! Want vóór gisteren had- u heelemaal nóóit gemerkt, dat de boel mis ging, hè? Ochchot nee; dat het u me gisteren al te verstaan gegeven! Weet jij, wat ik van jou denk en van jou geweten? de heer Meijerbeer ging plots tot het vertrouwelijker tutoyeeren over „Weet je dat? Nu dan, menéér, ik denk dat jij een smeerlamp bent, een allergemeente huichelaar; 'n ras-patje pee, 'n onbetrouwbaar individu! Maar denk maar niet, dat de wereld daar invliegt! Da is al te stom-schofterig Dat is, potver dorie Edele verontwaardiging verstikte de keel van den heer Meijerbeer, na dat nog zeer har telijk geuite laatste „potverdorie". Overigens had hij ook wel den top van zijn climax van qualificaties bereikten zou het ook objec tieve deskundigen op het gebied van de wel sprekendheid moeten dat toegeven moeilijk zijn geweest, het sloteffect, in de richting waarin hij het nu eenmaal gezocht had, te verbeteren. Dat git» illeen maar gebaars gawiis: gelijk het eek hij onderhandelingen uiteenzetting van de voor- en nadeelen die het lidmaatschap der vereenigingen ten op zichte van den Ijsbond N. H. Noorder kwartier en de K. N. S. B. brengen. Een voorstel werd gedaan, lid te blijven van den Ijsbond N. H. en te bedanken voor den K. N. S. B. Hiertoe werd met alge meene stemmen besloten. De heer L. Schuuring kwam daarna met een voorstel, om in het vervolg de baan met eigen krachten schoon te houden, daar naar zijn meening te veel aan arbeidsloon uitge geven is en de vereeniging dit geld beter tan besteden, door het te gebruiken voor i rij zen bij de te houden wedstrijden voor eden en hunne kinderen Dit werd onder steund en zal ter zijner tijd bij wijze van proef worden ingevoerd. Vervolgens kwam ter sprake dat nog zeer vele inwoners geen lid der vereeniging zijn en zij of hunne kinderen toch gebruik ma ken van de banen die door de vereeniging in stand worden gehouden. De heeren L. Schuuring en S. Zijlstra ver klaarden zich bereid bij de niet-leden rond te gaan en deze zullen dan trachten dezen tot het lidmaatschap te bewegen. De heer Zijlstra bracht hulde aan den heer L. Schuuring die naar zijn meening in de afgeloopen ijsperiode zeer actief is ge weest. Hierop werden nog enkele huishoudelijke zaken afgehandeld en daarna sloot de voor zitter met een woord van dank deze vergade ring. Zaterdag werd te Den Burg aanbesteed het bouwen van een lunchroom en boven woning aan de Weverstraat te den Burg. I aagste inschrijvers waren: metselwerk L< Bruin voor 1942, timmerwerk Jb. Drijver 2389, schilderwerk Fa. L. Graaf 543, electr. werk Gebrs Dros 71 50. Van de afbraak, waar tevens voor inge schreven was, werd de heer P. B. Keijzer eigenaar voor 43. Het werk zal gegund word»* AND! fK. In deze gemeente doen zich verschillende gevallen van para-typhus voor, waarvan reeds één met doodelijken afloop. EGMOND RINNFN. Oproep Crisis-Comité. Het plaatselijk comité wil trachten weder eer.ig geld bijeen te brengen om in de meest dringende behoeften van verschillende inge zetenen te voorzien Daartoe zullen elke week jonge meisjes langs de huizen gaan met ge sloten bussen, waarin ieder naar vermogen zijn bijdrage kan storten Het comité ver trouwt, dat niemand, die nog iets kan missen, zich aan deze steunverleening zal onttrekken. Vele kleintjes kunnen hier een groote maken. Het ligt in de bedoeling de meest noodige ar tikelen in natura te verstrekken, waarmee reeds deze week een aanvang is gemaakt. Voor zoover de gemeentel aden hier en in den omtrek het verzoek der Boeren eenbanken hebben behandeld om de rente der verstrekte voorschotten aan tuinders, met gedeeltelijke garantie der gemeenten te voldoen, is door alle gemeentebesturen gunstig beschikt. Dit behoeft niet te verwonderen, daar ieder raadslid volkomen bekend is met het feit, dat sinds het verstrekken der voorschotten de toe stand in het tuinbouwbedrijf nog maar steeds slechter is geworden. Men deelde ons mee, dat tal van parti culiere bezitters van tuinbouw anderijen hun land niet kunnen verhuren, daar er niets voor wordt geboden. Er zijn er al, die het land voor niemendal geven om daarmee te bereiken dat het althans bewerkt wordt. Bij publieke verhuringen worden ook lage prijzen besteed, terwijl het lard van mindere kwali teit geen huurder vindt. Door het bestuur van den Noord-Hol- landschen Zangersbond is besloten het jaarlijksche Provinciaal zangconcours in deze gemeente te houden er wel op 25 Juni en 2 Juli a s. De bedoeling is om tusschen deze twee datums nog een of meer concerten te geven. Naar wij vernemen, ral het jaarlijksche concours van den Noord-Hollandschen Zan gersbond te Noordscharwoude worden gehou den op 25 Juni en 2 Juli a.s. De vereenigin- tusschen volkeren gaat. Als die tot een zeker punt zijn gekomen, geldt het woord „les diplomates se retirent, les généraux avan- centV; en die generaals werd dan hier ver tegenwoordigd door den gestrekten rechter arm van den heer Meijerbeer, met een impé- rieus gestrekten wijsvinger als vervolg; welke vinger zich trillend gericht hield naar de deur; waarbij dan nog als laatste, verduide lijkende tekst de woorden weerklonken: En nu eruit!" Er schoot Henri niets over, dan dezen „wenk" te gehoorzamen. De terminologie van dx.n heer Meijerbeer had zoozeer zijn stoutste verwachtingen overtroffen, dat hij in zijn verontwaardiging de vraag, aan welker be antwoording hij toch zoo bijzonder veel waar de had gehecht, geheel vergeten was. Hij stond op, keek den vertoornden chef fel in de oogen en zei„U praat nonsens, maar ik zal gaan". En voegde de daad bij het woord. De chef week even terzijde, Henri ging snel, doch fier, langs den ziedende, die met moeite zijn trapbereide been in bedwang hield, en verliet het kantoor en tevens zijn carrière in de financieele wereld. Zóózeer was hij onder den indruk van dit ongemeen, en geenszins, als vorige, „eervol" te noemen ontslag, dat hl} zelfs aan de financieele afwikkeling van zijn dienstbetrekking niet dacht. Waarmee hij, zij het niet op de wijze waarop zijn patroon dit constateerde, zijn wezenlijke ongeschiktheid voor deze loopbaan ook alweer afdoende be woes. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5