Alkmaarsctie Courant.
Jtadiouieuws
Uit een vud
eepsjournfóli
JeuiMetoa
J^coDutciaai Tlieums
De gevolgen van een operatie.
HoRdenl *W en dertigste Jaargang.
'MAANDAG 6 FEBRUARI
UITGEEST.
STOMPETOREN.
TEXEL.
BROEK OP LANGENDIJi.
NOORDSCHARWOUDE.
Een provinciaal zangconcours.
LANGENDIJK.
Mo. 31 1933
Dinsdag 7 februari.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO),
g.— Gramofoonplaten. 9.— AVRO-Klein-
orkest o.l.v. N. Treep. 10.Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl. 10.30 Orgelconcert P.
van Egmond Jr., m. m. v. Cora de Lange
van Rijn, sopraan. 11.Kookpraatje. 11.30
Vervolgconcert. 12.—2.15 AVRO-Kamer-
orkest o.l.v. N. Gerharz m. m. v. „The Hol-
landia Three", accordeon. 2.30 Gramofoonpl.
3.Knipcursus. 4.Pianorecital door H.
Sztompka. 4.30 Radio-Kinderkoorzang o.l.v.
J. Hamel. 5.Verhalen voor kleine kinderen
door mevr. Ant. v. Dijk. 5.30 Jeugdhalfuur
VPRO. 6.Gramofoonplaten. 6.30 R V.U.
7 Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 7.30 En-
gelscheles Fred Fry. 8.— Vaz Dias. 8.05
Omroeporkest o.l.v. N. Treep, m. m. v. Grethe
Weynschenk—Hogenbirk, sopraan en Billi
Mayer, piano. 9.30 Hans Bund en zijn orkest
m m. v. Irène Ambrus en Luigi Bernauer,
zang. 11.— Vaz Dias. 11.05—12.— Gramo-
foonmuziek.
Huizen, 296 M. (Uitsluitend KRO). 8.—
9.15 en 10.Gramofoonpl. 11.30—12.
Godsd. halfuur. 12.15 Sextetconcert. 1.
Gramofoonplaten. 1.15—1.45 Vervolg sextet.
2Cursus. 2.35 Vrouwenuurtje. 3.30
Modecursus. 4.30 Pianorecital. 4.50 Gramo
foonplaten. 510 Pianorecital. 5.30 Gramo
focnplaten. 6.30 Cursus. 6.50 Gramofoonpl.
7.10 Lezing. 7.45 Causerie. 8.Orkestcon
cert. 8.30 Lezing. 9.— Vaz Dias. 9.10 Or
kestconcert m. m. v. soliste. 9.50 Zang en
piano. 10.10 Vervolg concert. 10.30 Schla-
germuziek en gramofoonplaten. 12.Slui
ting.
Daventry, 1554 M. 10 35 Morgenwijding
10-50 Tijdsein en berichten. 11.05 Lezing.
12.20 Orgelspel S. Gustard. 1.05 Commo
dore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant. 2.20
Voor de scholen. 4.45 R. Tapponier's orkest
5 35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Mo-
zart's viool- en pianosonates. 7.10 Fransche
conversatie. 7.40 Radio-Militair-orkest o.l.v
B Walton O'Donnell, m. m. v. F. Philips,
bariton. 8.50 Lezing. 9.20 Berichten. 9 40
Eerste deel van „Hassan", spel van J. E
Flecker. Bew.: D. Glasby. 11.1512.20
Dansmuziek door Lew Stone en zijn band.
Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8.05 Gra
mofoonpl. 12.20 Concert door het Krettly
orkest. 7.40 Dito. 8.20 Radiotooneel. 9.15
Kamermuziek m. m. v. kwintet, piano, viool
en cello.
Kalundborg1153 M. 11.20—1.20 Concert
uit het Bellevue-Strandhotel. 2.204.20 Mo
gen Hansen's orkest 7.209.20 Radiotoo
neel. 9.35 Skandinavische muziek door het
Omroeporkest o.l.v. Reesen. 10.2011.50
Dansmuziek uit rest. „Ritz" o.l.v. Buschköt
ter, m. m. v. piano en viool.
Rome, 441 M. 8 05 Gevarieerd concert m
m. v. vocale en instrumentale solisten. 8 50
Radiotooneel. 9.20 Vervolg concert. 10.15
Berichten.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20
Gramofoonplaten 1.30 Omroepkleinorkest
o.l.v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v. An-
dré. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Geestelijke
muziek. 8.20 Borodine-concert o.l.v. Meule-
mans. 9.20 Omroeporkest m. m. v. klarinet-
solist. 10.3011.20 Gramofoonpl. 338 M.:
12.20 Omroepkleinorkest o l.v. Leemans. 1.30
Gramofoonplaten. 5.20 Omroeporkest o.l.v.
Meulemans. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v
Leemans. 8 20 Bonte avond, m. m. v. orkest,
solisten en Tooneel-Ensemble. 10.30—11.20
Gramofoonmuziek.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Dansmuziek door
Orag-kleinorkest o.l.v. E. Wikken, m. m. v.
E Runde en zijn orkest. 8.20 Radio-tooneel.
9.05 Causerie. 9.40 Berichten en hierna tot
11.20: Noragorkest o.l.v. Horst Platen.
Inderdaad, er bestaat geen beter en
meer afdoend middel tegen slechte spijs
vertering en verstopping, en de daaruit
voortkomende kwalen.
Alom verkrijgbaar f 0.6* per flacon.
Oorspronkelijke roman door Jan Walch.
89
Eindelijk, eindelijk daar verdween de laat
ste; had net nog een sommetje gestort, de
stumper kwam den crediteuren van de
Bank ten goede En nu es even afrekenen
met dat heer
Met een bedachtzame, korte beweging
draaide hij den sleutel omhet was het tempo
waarin, en de manier waarop hij wilde optre
den, die hij aldus als-'t-ware zichzelf inprent
te. Toen trok hij de deur met een ruk open, en
keek in de kamer.
Henri zat, althans uiterlijk, zeer bedaard
op een stoel aan den kant. Maar men hoefde
niet eens een menschenkenner te zijn, zooals
fle heer Meyerbeer er wel één was, om het
onechte van die kalmte te ontwaren. Inder
ü&ad verkeerde Henri in een zeer pijnlijke
erlegenheid; het was d e soort verlegenheid
S'n hij de laatste maanden zich telkens
eide gevangen; maar nooit had hij ze zoo
i«» er'3 P',n'f?end om -rich geweten. Hii had
pit rrV iCurck gedaan; *a, en nu wist hij in
rwPrecies, wat dat verkeerde was.
han ni^t.altijd het geval. Nu wist hij: hij
hii oÜH,uurÜi'f D i e t mogen zeggen, zooals
•toni dat bank €r slecht v001
°R<i aar «f had hü dan moeten zeggen?
Den 24sten Augustus maakten wij weer
een tochtje dor het gebergte met ezels; wij
kwamen langs een groot gebouw, dat als het
ware onder een berg lag en begroeid was
met planten en struiken. Van binnen was het
nog gaaf en de muren waren wit. Dit ge
bouw was een oud korenmagazijn van de
stad Carthago. Wij zagen hier een groote
pilaar of kolom staan ter nagedachtenis aan
Pompeius.
Wij kwamen ook langs de nederzetting van
een Arabier; hij had een groote tent waarin
hij woonde en rondom bevonden zich mooie
weiden voor zijn vee en. groote korenvelden.
Het koren werd op het veld gedorscht; de
garven werden losgemaakt en in het rond
verspreid om een paal of staak. Nu werden
de kamelen, paarden of ezels aan lange stok
ken gebonden op een rij van de paal tot aan
den rand van den cirkel, waarbinnen het ko
ren verspreid lag. De stokken waren met tou
wen aan den paal bevestigd en bij dezen
paal stond een man, die de beesten zóólang
over het koren liet loopen, tot alle kprrels
van het stroo af waren. Deze man had een
lange zweep in zijn hand.
De Arabieren verhuizen, zoodra de grond
wat schraal begint te worden, en zoeken dan
weer een betere plaats op. De „bijwijven" of
slavinnen van dezen Arabier zagen er niet
erg fraai uit; zij hadden „lang geen lieve
bekjes" en droegen groote koperen ringen in
de ooren en aan de kleeden, die zij om haar
lichaam hadden hangen. De schapen hebben
dikke zware staarten, die scms meer dan 12
pond zwaar zijn; de meeste rammen hebben
vier gekrulde horens De aloë komt hier veel
vuldig en in allerlei soorten voor, terwijl er
ook dadelboomen groeien.
Den volgenden dag trokken wij er weer
met de ezels op uit; één ezel droeg onzen
mondvoorraad die bestond uit brood, vleesch,
visch, patrijzen, wijn en ook water. Wij gin
gen al vroeg in den morgen op weg en had
den een Moorschen jongen bij ons om op de
ezels te passen en ons te bedienen en boven
dien den weg te wijzen. De bergen en va-
leien waren zeer vruchtbaar en begroeid met
olijfboomen. Toen wij ons op den hoogsten
berg bevonden, werden onze tapijten uitge
spreid en zetten wij ons onder de boomen
neder, vanwaar wij een heerlijk uitzicht had
den over al die vruchtbare velden en vlakten.
Het was intusschen middag geworden en wij
aten smakelijk van het meegebrachte, terwij!
wij ook niet verzuimden om onze glaasjes te
ledigen. Onze geest was door dit alles zeer
verkwikt; in het bijzonder muntte mijn „digt-
geest" toen uit en ik schreef het volgende
neer, waarvan ik mijn medereizigers allen
een met potlood geschreven exemplaar moest
geven:
„Myn pen noch penseel, die kan hier niet
afmalen,
„Wat dat Cartago is, doch niets als
woeste dalen,
„Als hier en daar een muur, en ginds
een bosch of boom,
„Daar een vervallen steen gezonken in
den stroom.
„Verwonderd moet men zyn, weleer
zoo'n stad verheven,
„Die soms 't Romynsche volk, voor hare
macht deed beven.
„Waar is dat strydbaar volk? Verdwenen
door den tijd,
„Gesneuveld door het zwaard, gestorven
in den strijd,
„Verteerd door 't felle vuur, gedolven in
de stroomen,
„En zoo ter langer laast, tot stof en asch
gekomen.
„Nu wordt dit land bewoond door Turk
en wreeden Moor,
„Die vrouw noch menschen mint, noch
rede geeft gehoor,
„Die 't vrouwelijk geslacht, bijna haast
schijnt te haten,
„Een onnatuurlijk kwaad, mint men in
i overmaten,
„Al wat kwaadaardig is, heeft hier den
vrijen toom,
„Al wat boosaardig is, doet men hier zonder
schroom.
Den 27sten Augustus vertrokken wij weer
van Tunis en keerden naar boord terug. Wij
reden allen op ezels; op een ezel is het zeer
gemakkelijk rijden, het vermoeit niet en men
schiet goed op, omdat het altijd in een sukkel-
drafje gaat. en vindt in de nabijheid van de
stad veel tuinen met allerlei soorten groenten
elke tuin is voorzien van een watermolen, die
het water zeer diep uit den grond kan opha
len. Kannen of potten, die hier speciaal voor
gemaakt zijn en tusschen touw en stroo be
vestigd zijn. loopen achter elkander over een
rad en worden leeggestort in een bak, die uit
mondt in een groote marmeren kom, waar
het water dan meteen weer uitstroomt en ver
der over de akkers of bedden geleid wordt
en den grond vruchtbaar maakt. Wij kwamen
op de vlakte van Carthago, die tot de Zee of
het Kasteel „Anguletta" een uitgestrektheid
heeft van drie mijlen, en zagen nog veel voet.
stukken van pilaren, brokstukken van gebou
wen, steenen en stukken van gewelven, terwijl
wij ook nog het gewelf van een kelder von
den, die nu vol water stond, en waaruit wij
onze ezels lieten drinken. Zoo kwamen wii
eindelijk weer bij het kasteel „Anguletta",
waar wij onze sloepen en de barkas vonden
liggen, waarmede men bezig was water naar
ons schip te brengen.
Op 9 September g.ngen wij onder zeil en
zetten koers naar L vorno, alwaar wij den
19den September 1763 arriveerden.
Livorno.
Wij moesten hier dertig dagen in quaran
taine liggen, alvorens wij aan wal mochten
gaan. Wel was ons toegestaan op een klein
eiland te komen, dat vlak voor den wal ligt,
en waar zich groote schuren en pakhuizen
bevonden vol Turksche wol en andere goede
ren. Er was ook een bepaalde tijd voor vast
gesteld, alvorens deze goederen naar den wal
gebracht mochten worden of in andere sche
pen overgeladen. Onze brieven werden door
oppassers van dat eilandje met een sloep bij
ons van boord gehaald; zij kwamen langs
zij en dan moesten de brieven zoo maar los
in de sloep gegooid worden, waar ze dan
eerst met azijn werden besprenkeld, voordat
men ze aanraakte. Vervolgens werden ze mee
genomen naar het „Laseret" op het eiland en
werden daar op een rooster gelegd, waaron
der men specerijen brandde, om ze te dro
gen. Tenslotte werden ze dan naar den wal
gebracht en voorzien van het zegel van den
Groothertog.
Soms gingen wij naar dit eilandje om er
wat rond te wandelen, maar kregen dan al
tijd een oppasser bij ons, die moest zorgen
dat niemand ons aanraakte, want indien
zulks zou geschieden, moest die persoon ook
net zoo lang in quarantaine blijven als wij;
en als hij toevallig naar zijn schip was ge
gaan, moest de heele bemanning in quaran
taine blijven! Wij namen altijd een paar fles-
schen wijn mede, die wij dan, in het gras ge
zeten, opdronken. De oppasser moest steeds
op 10 pas afstand van ons blijven, maar bij
dronk toch van onze wijn mede. Dat ging dan
als volgt in zijn werk:
„Als wij hem de wyn toebragten, traden
„wij tien treeden vooruit na hem toe en ieder
„tred dat wy of eene van ons vooruit deden,
„deed hij een tred agteruit, tot ieder tien tree-
„den had gedaan, dan wierd het glaasje op
„de grond geset door een van ons, en die trad
„dan wederom tien treeden agteruit na ons
„toe, dan kwam de oppasser bij het glaasje
„en dronk het uit op onze gezontheid en trad
„dan zijn tien treeden wederom agteruit, en
„eene van ons haalde dan het glaasje weder-
„om. Dat carentyne valt zeer lastig; men ziet
„(als het ware) het Land van Beloften, eu
„men kan er niet komenmen heeft daar zijn
„goede vrienden, en men mag die niet besoe-
„ken; het beste in al dat verdriet was, dat wij
„die goede florentynsche wyn nog konden
„krijgen".
Wij lieten zoo nu en dan een kistje van die
wijn aan boord komen. Deze Florentynsche
wijn bevindt zich in zeer dunne flesschen met
nauwe halzen, waar wat boomolie op wordt
gedaan en welke met boomwol dichtgestopt
worden, waarna de flesschen met biezen mat
jes omwonden in de kistjes worden gezet en
wel zoo, dat ze alle rechtop komen te staan.
In één zoo'n kistje, dat van ruw en dun hout
is vervaardigd, worden 41 flesschen verpakt
Als wij wat „landziekig" waren, gebeurde
het wel, dat er op één avond zoo'n kistje wijn
soldaat gemaakt werd.
Toen de dertig quarantaine-dagen om wa
ren, kwamen de „Heeren van Gezondheid'',
namelijk twee heeren van den Raad, twee
„medicyne doctoren" en een of twee heel
meesters, bij ons aan boord. Zij namen plaats
Dat schenen altijd alle menschen in zoo'n ge
val te weten; maar hij wist het niet De
chef had het blijkbaar weer wèl geweten;
want angstig luisterend, dadelijk na zijn in
sluiting, had hij dezen luid het één en ander
hooren vertellen; en daardoor was dadelijk
het rumoer onder het publiek verstomd. Maar
ook de jongere bedienden schenen het te
weten, want die hadden hem hoogst minach
tend aangekeken. Hij was veel ouder, hij was
meester in de rechten en doctor in de staats
wetenschappen; men had hem altijd om zijn
menschenkeimis geprezen, nu ja. vroeger
Was dat dan misschien dat hooggeprezen
„handelsinzicht", dat je van aanleg moesr
hebben, en in de praktijk kon slijpen en toe
spitsen; was het dat? 't Leek wel zèèr, dat
het met handelsinzicht iets te maken had:
véél te maken had Maar toch, Mama had
bijvoorbeeld niet het minste inzicht, geen han
dels- en geen ander inzicht; en die had ook
zoo op diezelfde manier minachtend tegen
hem gedaan; indertijd al, toen ze toevallig 't
jubileum van Colver in de courant ontdekte,
en nu tegenwoordig, nu hij hier weer voor
goed terug was, had je telkens zoo'n eigen
aardig hokken van 't gesprek En dat was
overal, o, hij wist het wel; er was iets bijzon
ders met hem Maar toch, hij was niet gek
hij was niet monomaan ook, neen, neen, dat
zou niemand hem wijs makenwant nóóit was
hij zoo helder en prettig in z'n hoofd geweest
Jawel, maar intusschen En Meijerbeer
was woedend; echt lam, vlak voordat ze toch
uit elkaar gingen. Maar 't had toch dit voor
deel dat die dan au teek oen nraaes zaagea
op het halfdek en ik gaf hun een lijst van de
weinig zieken, die wij aan boord hadden,
waarop de ziekten of gebreken vermeld ston
den waaraan zij leden. Daarna moest de
heele bemanning één voor één langs hen ko
men; het volk was „op zijn best gekleed" en
liep van stuurboord naar bakboord. Toen dit
alles was geschied werden wij voor gezond
verklaard en mochten wij aan wal gaan. „Er
*as nu geen kar meer aan ons agterste ge
bonden" en een ieder deed zijn best om aan
wal te komen. Daar Livorno een prettige
plaats is, was het verdriet van de quarantaine
spoedig vergeten.
zou, wat hij had moeten doen. 't Was nu we!
geen plezierig vooruitzicht, dat hij daar aan
stonds razend zou binnenkomen; maar als
die allereerste woede voorbij was, zou hij toch
eenigen uitleg moeten geven Ha, daar
kwam hij.
Inderdaad, en daar stond hij in de wijd
geopende deur. Ook hij had een schijn van
kalmte over zich, maar deze schijn verhulde
nog belangrijk minder dan die van Henri het
werkelijke wezen van den schijnwerper. Hel
was zeer blijkbaar de strakke concentra'ie
van iemand, die zich mikkend tot fel treffen
heeft ingespannen Maar toen hij inderdaad
zijn pijlen begon af te schieten, was die be
zonnenheid verdwenen, en in een steeds wil
der hartstocht begon hij zijn employe met ste
kende punten van minachting, hoon en spot
te doorpriemen.
Ik moet wel zeggen", begon hij, nog sar
rend rustig, en min-of-meer „hoog", „dat u
keurige eigenschappen bezit voor een post van
vertrouwen! En ik mag mijzelf gelukkig prij
zen, dat u wel, na u wontslag uit de ambte
narij, ons met uw tegenwoordigheid hebt wil
len vereeren, potverdorie!" Dat laatste
woord diende blijkbaar om het te beheerscht
en daardoor te langzaam zich ontladend ge
moed even wat krachtiger te bevrijden. „U
is me een heer; ja 'n héér!! U is veel te fat
soenlijk hè, om ons bedrijf voor te staan, ten
minste: op 't oogenblik dat 't mis-gaat! U is
te fatsoenlijk om uw woord te houden, hé;
potverdorie! Als 't schip naar den kelder
gaat, gaan de fatsoenlijke ratten ervandoor
hè, en waóschea, potverdorie. hun peet* én
Op de Woensdag gehouden vergadering
van het Fanfare-corps Onderlinge Oefening,
alhier, is de heer P. Roos alhier wegens zijn
40-jarig lidmaatschap der vereeniging gehul
digd. Bij monde van den voorzitter, den heer
Van der Touw, bracht de vereeniging hulde
en dankt aan den heer Roos voor het vele dai
hij in dit reeks van jaren voor de vereeniging
is geweest en gedaan heeft. Als blijk van
waardeering werd hem een zilveren medaille
met inscriptie aangeboden. We merken hier
op, dat de heer Roos als jongen van 9 jaar
reeds een werkzaam aandeel had in het corps
en wel als 2e tubaist. Later promoveerde nij
tot le tubaist en ging daarna over op de bom
bardon si b. Maar ook heeft de heer Roos
daarbij nog vele jaren den voorzittershamer
gehanteerd, een functie, waarin hij zich ook
menigmaal heeft onderscheiden. Hoe aange
naam prettig en gekruid waren zijn speechen
steeds en hij wist daanoij te allen tijde den
goeden geest bij de leden te bewaren. In de ja
ren van zijn voorzitterschap ging ook alles
uitstekend Ofschoon in vroeger iaren meer
dan de laatste jaren vulde de heer Roos men:„
concertavond aan, oo een wijze, die alleen
hem eigen was. De heer Roos met zijn eigen
gemaakte verzen, zoowel wat betreft zang en
tekst, was allom bekend en een avond,
door hem aangevuld, niet gaarne verzuimd
Welke oud-Uitgeester weet zich de avonden
van Ploeger en Roos niet herinneren?
Ondanks zijn langen „staat van dienst"
blijft de heer Roos nog steeds zijn werkzaam
aandeel in de vereeniging houden. Op elke
repetitie is hij trouw, ja hij is wel een der
trouwste leden, daar zelfs in die reeks van 40
jaren de heer Roes niet anders dan al'een om
dringende omstandigheden de repetities nie:
bezocht, iets wat van de jongere leden zeker
in geen geval kan worden gezegd.
Christel. Nat. Onderwijs
De schoolvereeniging voor Christel. Nat
Onderwijs te Uitgeest hield Woensdag haar
eerste ledenvergadering in het gebouw Di
Zaadkorrel.
Allereerst werden de statuten en het huis
houdelijk reglement vastgesteld en vervol
gens overgegaan tot de samenstelling van e-n
bestuur.
Tot voorzitter werd gekozen de heer D
Stelpstra, tot secretaris de heer A. Koopman,
tot penningmeester de heer Th. G. C. Souer
tot 2e voorzitter de heer D. Zwart, tot alge
meen adjunct de heer G. Bas en tot leden de
heeren G. Evers en J. de Crocq.
He ledental bedraagt thans 24.
Vrijdagavond vergaderde de IJsclub
„Stompetoren in het café van den heer Ren-
ses.
De Algemeene Vergadering kon door om
standigheden in December geen doorgang
vinden en was nu opnieuw uitgeschreven
De voorzitter, de heer Huyser van Ree
nen sprak bij de opening zijn voldoening uit
over de buitengewoon groote opkomst.
Bestuursverkiezingen. Aftredend de hee-
ren S. Heringa, F. J. Woerdeman, J.
Blauw en W. Schermerhorn. Allen werden
door de vergadering bij acclamatie herbe
noemd.
Hierna verslag penningmeester.
Kasgeld 1932 30,34. Ontvangsten '32
53,75, totaal 84,09. Uitgaven 1932
93,68. Ontvangsten 1932/ 84.09, nadee
lig saldo 9.59. Reserve Spaarbank
83,64, af saldo 1932 9.59, totaal
74.05.
De heeren L. Schuuring en Jb. Govers
die de boeken en bescheiden hadden nage
zien brachten verslag uit dat zij deze in orde
hadden bevonden, waarna den penningmees
ter den heer C. Kramer Glijnis dank werd
gebracht. Daarop gaf de 2de penningmees
ter een overzicht van de uitgaven die in de
afgeloopen ijsperiode gedaan zijn en hieruit
bleek dat de onkosten dit jaar zeer hoog
zijn.
In verband met verschillende opmerkin
gen gaf de heer S. Heringa een uitvoerige
onschuld!" Dat beeld was ietwat gedurfd
maar de oogen van den heer Meijerbeer be
gonnen, mee door de opwindende werking
van de jjotverdorie's, zoo geweldig te flikke
ren en te vonken, dat eventueele bezwaren
tegen beeldspraak onmiddellijk werden ver
ascht. „U staat klaar, hè'' gewoonlijk
gebruikte hij het precieuze „niet waar", maar
men moet toestemmen, dat dat nu uit den stij
zou zijn gevallen „ja, u staat nu klaar, om
de heele were'd te verkondigen, dat u te teer
van geweten bent om ook maar één dag den
schijn te bewaren! Want vóór gisteren had-
u heelemaal nóóit gemerkt, dat de boel mis
ging, hè? Ochchot nee; dat het u me gisteren
al te verstaan gegeven! Weet jij, wat ik van
jou denk en van jou geweten? de heer
Meijerbeer ging plots tot het vertrouwelijker
tutoyeeren over „Weet je dat? Nu dan,
menéér, ik denk dat jij een smeerlamp bent,
een allergemeente huichelaar; 'n ras-patje
pee, 'n onbetrouwbaar individu! Maar denk
maar niet, dat de wereld daar invliegt! Da
is al te stom-schofterig Dat is, potver
dorie
Edele verontwaardiging verstikte de keel
van den heer Meijerbeer, na dat nog zeer har
telijk geuite laatste „potverdorie". Overigens
had hij ook wel den top van zijn climax van
qualificaties bereikten zou het ook objec
tieve deskundigen op het gebied van de wel
sprekendheid moeten dat toegeven moeilijk
zijn geweest, het sloteffect, in de richting
waarin hij het nu eenmaal gezocht had, te
verbeteren. Dat git» illeen maar gebaars
gawiis: gelijk het eek hij onderhandelingen
uiteenzetting van de voor- en nadeelen die
het lidmaatschap der vereenigingen ten op
zichte van den Ijsbond N. H. Noorder
kwartier en de K. N. S. B. brengen.
Een voorstel werd gedaan, lid te blijven
van den Ijsbond N. H. en te bedanken voor
den K. N. S. B. Hiertoe werd met alge
meene stemmen besloten.
De heer L. Schuuring kwam daarna met
een voorstel, om in het vervolg de baan met
eigen krachten schoon te houden, daar naar
zijn meening te veel aan arbeidsloon uitge
geven is en de vereeniging dit geld beter
tan besteden, door het te gebruiken voor
i rij zen bij de te houden wedstrijden voor
eden en hunne kinderen Dit werd onder
steund en zal ter zijner tijd bij wijze van
proef worden ingevoerd.
Vervolgens kwam ter sprake dat nog zeer
vele inwoners geen lid der vereeniging zijn
en zij of hunne kinderen toch gebruik ma
ken van de banen die door de vereeniging in
stand worden gehouden.
De heeren L. Schuuring en S. Zijlstra ver
klaarden zich bereid bij de niet-leden rond
te gaan en deze zullen dan trachten dezen
tot het lidmaatschap te bewegen.
De heer Zijlstra bracht hulde aan den
heer L. Schuuring die naar zijn meening in
de afgeloopen ijsperiode zeer actief is ge
weest.
Hierop werden nog enkele huishoudelijke
zaken afgehandeld en daarna sloot de voor
zitter met een woord van dank deze vergade
ring.
Zaterdag werd te Den Burg aanbesteed
het bouwen van een lunchroom en boven
woning aan de Weverstraat te den Burg.
I aagste inschrijvers waren: metselwerk L<
Bruin voor 1942, timmerwerk Jb. Drijver
2389, schilderwerk Fa. L. Graaf 543,
electr. werk Gebrs Dros 71 50.
Van de afbraak, waar tevens voor inge
schreven was, werd de heer P. B. Keijzer
eigenaar voor 43.
Het werk zal gegund word»*
AND! fK.
In deze gemeente doen zich verschillende
gevallen van para-typhus voor, waarvan
reeds één met doodelijken afloop.
EGMOND RINNFN.
Oproep Crisis-Comité.
Het plaatselijk comité wil trachten weder
eer.ig geld bijeen te brengen om in de meest
dringende behoeften van verschillende inge
zetenen te voorzien Daartoe zullen elke week
jonge meisjes langs de huizen gaan met ge
sloten bussen, waarin ieder naar vermogen
zijn bijdrage kan storten Het comité ver
trouwt, dat niemand, die nog iets kan missen,
zich aan deze steunverleening zal onttrekken.
Vele kleintjes kunnen hier een groote maken.
Het ligt in de bedoeling de meest noodige ar
tikelen in natura te verstrekken, waarmee
reeds deze week een aanvang is gemaakt.
Voor zoover de gemeentel aden hier en in
den omtrek het verzoek der Boeren eenbanken
hebben behandeld om de rente der verstrekte
voorschotten aan tuinders, met gedeeltelijke
garantie der gemeenten te voldoen, is door
alle gemeentebesturen gunstig beschikt. Dit
behoeft niet te verwonderen, daar ieder
raadslid volkomen bekend is met het feit, dat
sinds het verstrekken der voorschotten de toe
stand in het tuinbouwbedrijf nog maar steeds
slechter is geworden.
Men deelde ons mee, dat tal van parti
culiere bezitters van tuinbouw anderijen hun
land niet kunnen verhuren, daar er niets
voor wordt geboden. Er zijn er al, die het
land voor niemendal geven om daarmee te
bereiken dat het althans bewerkt wordt. Bij
publieke verhuringen worden ook lage prijzen
besteed, terwijl het lard van mindere kwali
teit geen huurder vindt.
Door het bestuur van den Noord-Hol-
landschen Zangersbond is besloten het
jaarlijksche Provinciaal zangconcours
in deze gemeente te houden er wel op
25 Juni en 2 Juli a s. De bedoeling is om
tusschen deze twee datums nog een of
meer concerten te geven.
Naar wij vernemen, ral het jaarlijksche
concours van den Noord-Hollandschen Zan
gersbond te Noordscharwoude worden gehou
den op 25 Juni en 2 Juli a.s. De vereenigin-
tusschen volkeren gaat. Als die tot een zeker
punt zijn gekomen, geldt het woord „les
diplomates se retirent, les généraux avan-
centV; en die generaals werd dan hier ver
tegenwoordigd door den gestrekten rechter
arm van den heer Meijerbeer, met een impé-
rieus gestrekten wijsvinger als vervolg; welke
vinger zich trillend gericht hield naar de
deur; waarbij dan nog als laatste, verduide
lijkende tekst de woorden weerklonken:
En nu eruit!"
Er schoot Henri niets over, dan dezen
„wenk" te gehoorzamen. De terminologie van
dx.n heer Meijerbeer had zoozeer zijn stoutste
verwachtingen overtroffen, dat hij in zijn
verontwaardiging de vraag, aan welker be
antwoording hij toch zoo bijzonder veel waar
de had gehecht, geheel vergeten was. Hij
stond op, keek den vertoornden chef fel in de
oogen en zei„U praat nonsens, maar ik zal
gaan". En voegde de daad bij het woord. De
chef week even terzijde, Henri ging snel, doch
fier, langs den ziedende, die met moeite zijn
trapbereide been in bedwang hield, en verliet
het kantoor en tevens zijn carrière in de
financieele wereld. Zóózeer was hij onder den
indruk van dit ongemeen, en geenszins, als
vorige, „eervol" te noemen ontslag, dat hl}
zelfs aan de financieele afwikkeling van zijn
dienstbetrekking niet dacht. Waarmee hij, zij
het niet op de wijze waarop zijn patroon dit
constateerde, zijn wezenlijke ongeschiktheid
voor deze loopbaan ook alweer afdoende be
woes.
(Wordt vervolgd).