DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN S. KROM 20 °|o korting DE MUITERIJ OP DE ZEVEN PROVINCIËN Ververij en Chemische Wasscherij. No. 36 Zaterdag II Februari 1933 135e Jaargang Thans reeds 22 dooden. De 212 ge vangenen worden naar het eiland Onrust gebracht. - Een interview met luitenant De Vos van Steenwijk. Moties van trouw van onderofficieren. Interview met een der officieren van „De Zeven Provinciën". TELEF. 1525 Winkel Langestraat 91 TELEF. 794. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- eL Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. fiancc door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote cont en rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Hef verhaal van een ooggetuige. Een speciale correspondent van Aneta rolgde den aanval aan boord van de Java en meldt er het volgende over: Aan het drama van de Zeven Provinciën 1cwam een einde toen de kruiser Java de Zeven Provinciën sommeerde om zich over te geven. De bemanning van de Zeven Provin ciën heeft langs radiografischen weg de goe de ontvangst van deze sommatie erkend, ver volgens hebben de muitelingen tot drie malen toe het antwoordtelegram uitgezonden, in houdende de geseinde bekendmaking van hun voornemen, welke tekst gevolgd werd door de woorden „Ons niet hinderen". Na den voorgeschreven tijd, die na de som matie moest verloopen, werd vervolgens een bom van 50 K G. uit een Dorniervliegboot op het schip geworpen. Aan de gewonden werd onmiddellijk ge neeskundige hulp verleend door de omliggen de marineschepen. De inslag van de bom deed brand ontstaan aan boord van de Zeven Provinciën. Deze brand werd blijkbaar gebluscht. Uiteenzetting van den vlootvoogd over de aanvals-phasen. In de zitting van den Volksrood van gister heeft de copimandant van de zeemacht in Nederlandsch-Indië, schout-bij-nacht J. F. Osten, een uiteenzetting gegeven van het ge beurde aan boord van de Zeven Provinciën. De aanval was geprojecteerd in drie phasen: 1. een aanval met bommen uit Dorniervlieg- booten; 2. een aanval met oorlogstorpedo's; 3. een aanval met geschut. Deze volgorde werd door de autoriteiten gekozen door de overweging eenerzijds, dat de bomaanval reeds daar vóór, n.1. bij de na dering van de vliegbooten, een dieper indruk maakt en anderzijds uit de overweging dat de kruiser Java, bewapend met middelbaar ge schut en hebbende een betrekkelijk lichte pantsering, niet mocht worden blootgesteld aan het zware geschut, dat de Zeven Provin J ciën voert. De muiters naar het eiland Onrust De muiters zullen op het eiland Onrust (tegenover Tandjong Priok) worden opge sloten en aldaar onder bewaking gesteld van marechaussees. De gesneuvelden zullen op dit eiland wor den begraven. Een detachement infanterie is van het gar nizoen Mr. Cornelis uitgerukt naar Tandjong Priok, alwaar het gedirigeerd is ter bewaking van de muiters op Onrust. Het eerste contact tusschen „Aldebaran" en „De Zeven Provinciën". De volgende bijzonderheden worden ge meld van de Zaterdag ingezette vervolging van de Zeven Provinciën door den gouverne- mentsstoomer Aldebaran: Onmiddellijk toen de Aldebaran de Zeven Provinciën in zicht kreeg, werd van eerstge- noemt vaartuig met vlaggen het signaal ge geven: „Wij hebben u iets te zeggen". De be manning van de Zeven Provinciën antwoord de hierop met een dreigement voor het geval de Aldebaran langszij zou komen. Van de Aldebara af werd door een verrekijker gecon stateerd, dat aan boord van de Zeven Pro vinciën voorbereidingen werden getroffen om uitvoering aan dit dreigement te geven, in dien dit noodzakelijk mocht zijn. Vervolgens radiografeerde het zendstation van de Zeven f rovinciën, dat de bemannig besloten had naar Soerabaja door te varen, aan welk be- r^ht de bijzonderheden waren toegevoegd die reeds eerder zijn geseind. aia "bangst van deze berichten heeft de Aldebaran een draadloos telegram gezonden aan den luit. ter zee H. L.. van Boven, die zich aan boord bevond van het muiterschip. n dit telegram werd den officier verzocht te achten de bemanning te overreden. n antwoord hierop kwam een telegram eie'1 ,^even Provinciën, waarin deze zeeoffi- har^311'woordde, dat de bemanning bleef vol- oen in haar houding. Nog weer later zond de Anuü Provinciën een radiogram af aan om h waarin gevraagd werd waar- ten O. aran stoomde met gedoofde lich- geven te'e8ram werd geen antwoord ge- Geen dienstweigering van de Europeesche schepelingen te Van t£ Kotaradja. officieele zijde wordt het bericht van de „Deli Courant'' tegengesproken, volgens het welk de Europeesche schepelingen van de Zeven Provinciën, die waren achtergebleven te Kotaradja, geweigerd zouden hebben pa trouillediensten te verrichten, waarop zij ge vangen zouden zijn gezet. Er is wel een Euro peesche schepeling gearresteerd, maar dat was wegens dronkenschap. Zes van de acht vliegtuigen teruggekeerd. Gistermiddag keerden zes van de acht vliegbooten, die aan de expeditie tegen de Zeven Provinciën hadden deelgenomen, terug naar Tandjong Priok. De vliegboot D. 35 blijkt beschadigd te zijn en moet op een nieu wen motor wachten. De D. 16 vertrekt vandaag met den com mandant van het eskader aan boord van Telok Betong. Opruiende opschriften. De divisiecommandant te Batavia deelt iqede, ter voorkoming van valsche geruchten, dat gistermorgen op den corridor en op de tafel van den compagniescommandant als mede in de chambrée van de eerste Europee- scre compagnie van het 10e bataljon en voorts op het publicatiebord drie met wit krijgt geschreven opschriften zijn aangetrof fen, waarvan het schrift uitwijst dat zij door één persoon zijn geschreven. Deze opschrif ten luiden: „Leve de Zeven Provinciën", Ik wil geen broedermoord", „Leve de marine" en „Weg met het leger". Als gevolg van het een en anders is de Europeesche compagnie op haar eigen ver zoek onder commando van den compagnies commandant naar den regimentscommandant getrokken, om haar spijt en verontwaardiging over het gebeurde te betuigen. Verschillende aanwijzingen omtrent de identiteit van den dader zijn beschikbaar. Inlandsche bemanning uit voor zorg vervangen. Aneta seinde gister uit Batavia aan het Hbld.: Naar wij van officieele zijde vernemen, zijn alhoewel daartoe geen rechtstr^eksche aanleidingen waren en uitsluitend als voor zorgsmaatregel bij het vertrek uit Soera baja maatregelen getroffen om de inlandsche bemanning van de torpedobootjagers „Piet Hein" en „Evertsen" en een gedeelte van deze bemanning van Hr. Ms. „Java" hoofdzakelijk te vervangen door Europeanen. Bij aankomst van het eskader te Tandjong Priok werden gevankelijk een Europeesch kwartiermeester en twee schepelingen uit het eskader afgevoerd, zulks als resultaat van een telegram van de commissie van onderzoek in zake de gebeurtenissen bij de marine te Soera baja. Een telegram van Onze Vloot. De Kon. Nederlandsche Vereeniging Onze Vloot heeft het volgende telegram gezonden aan den minister van defensie: De Kon. Ned. Vereeniging Onze Vloot, doordrongen van den ernst der gebeurtenis sen bij de zeemacht in Nederland-Indië, welke o.m. in ruimen kring gerechten twijfel doen rijzen omtrent de betrouwbaarheid onder alle omstandigheden van een belangrijk deel van het militaire marinepersoneel beneden den rang van officier, veroorlooft zich der regee ring dank te betuigen voor haar krachtige houding tot handhaving van het wettig ge zag en soreekt den hartgrondigen wensch uit, dat de door de regeering bevolen en nog te nemen maatregelen mogen leiden tot een spoedig herstel van orde en tucht op de Ne derlandsche vloot en gerustheid van de Ne derlandsche natie omtrent de gezindheid van het gansche marinepersoneel dat zich te scharen heeft achter het wettig gezag wil de zeemacht aan haar doel in belang van ons dierbaar vaderland, het rijk in- en buiten Europa, kunnen beantwoorden. Een waarschuwing van de „Java Bode". De „Javabode" vraagt in.verband met de kritieken, die naar aanleiding van het drama met de Zeven Provinciën in het buitenland zijn geoefend op ons koloniaal beleid, of de Engelsche pers niet eens moet letten op de troebelen in eigen koliniën. Het blad wijst er op, dat uit de opmerkingen, die door de „An "riff" zijn gemaakt, blijkt, dat men zich in het buitenland bezig houdt met de vraag of wij wel in staat zijn met eigen kracht op laaiend vuur te blusschen. Het blad adviseert den Europeeschen en inlandschen extremisten die opmerking in hun ooren te knoopen. Ge lukkig is Holland nog stevig in het zadel doch wanneer, wat de hemel verhoede, wij niet in staat zouden zijn de orde te handha ven, dan zullen de onruststokers eventueel de gelegenheid krijgen het liedje der conspira- teurs uit „Le fille de madame Angof" aan te ïeffen, dat luidt: „Ce n'éteit pas la peine assurément de changer de gouvernement". In tegendeel, verklaart het blad, zou er dan ge weldig mee achteruit worden gegaan. Geen lessen uit Engeland noodig. Het „Nieuws" becritiseert eveneens hei commentaar van de „Evening Standard". De hooge Britten, die Indië de laatste jaren heb ben bezocht, weten wel beter. Het blad meent, dat wij geen lesjes van buitenlanders noodig lebben, wier eigen falen in elk opzicht in de laatste decennia juist voor ons Nederlanders als een baken in zee zijn geweest, een falen dat ons gevaarlijke klippen heeft doen vermij den. Nog een Belgische persstem. Die zorgelooze Nederlanders Aan een lange beschouwing van „La Na- tion Beige" is het volgende ontleend „Men staat toe, dat er vakvereenigingen van zeelieden zijn aan boord van de Neder landsche oorlogsschepen. Het is ongehoord, maar het is inderdaad zoo. Er bestaat bij de zejnacht een gezag, dat zich kan verzetten tegenover het militaire gezag, tegenover de macht van den Staat. Een muiterij, die altijd te vreezen is, maar zich overigens slechts zou beperken tot een individueele beweging, neemt hier het karakter aan van een oproer, van te voren beraamd en georganiseerd. Ten slotte zal men verbaasd zijn te vernemen da- de Zeven Provinciën tot artillerie-schoolschip diende voorinheemsche schepelingen. Dit brengt het geheele kolonisatieprobleem aan het wankelen, evenals de kwestie van de Europeesche politiek ten opzichte der Aziaten, waarvan steeds duidelijker blijkt, dat zij den opstand voorbereidt, die onze beschaving in gevaar zal brengen. De Hollanders leeren den Javanen kanonnen bedienen, niet die oude bronzen donderbussen, die soms bij den ingang van de paleizen der radja's staan, maar 28 c.M. stukken, die granaten schieten van 300 kilogram:''-Met een zorgeloosheid, die aan het krankzinnige grenst, leeren de Hol landers een pantserschip bedienen en het spe lenderwijs gevechtsklaar maken aan inlan ders, die den eerste den besten blanke, al is hij ongeletterd en van minderwaardig allooi, kan dwingen hem uit den weg te gaan en voor hem de houding aan te nemen van een vernederden slaaf. Is het dan te verwonde ren, dat deze inlanders op een gegeven mo ment er vandoor gaan met het speelgoed dat hun is toevertrouwd, en lust krijgen hun blanke meesters, die zij minachten, te toonen hoe zij van de lessen hebben geprofiteerd Laten wij voor onze Hollandsche buren, in het belang van de goede orde en in dat der blanken, die zij zoo ernstig in opspraak heb ben gebracht, hopen, dat dit alles zal eindi gen met een snelle onderdrukking en zonder dat er ernstige dingen gebeuren. Het gaat hier niet alleen om het prestige van Neder land, maar om dat van het Westen dat be trokken is bij dit belachelijke avontuur. De Hollanders zullen deze les niet te duur heb ben betaald als zij er voordeel uit trekken". Waarom het treffen niet eerder plaats had. De correspondent te Batavia van het Hbld telefoneerde gister over groote spanning al daar en vervolgde dan: Het eskader had te Soerabaja alle inheem sche schepelingen van boord gezet en kwam Woensdagavond laat te Priok aan, om den volgenden morgen om 9 uur te vertrekken Het oponthoud was geen gevolg van een on gewilde vertraging, doch van welberaden overleg. Men wilde in dit stadium van zaken de kans op ontsnapping van de Zeven Provin ciën zoo gering mogelijk maken en het schip daartoe zoo dicht mogelijk Straat Scenda la ten naderen. De Zeven Provinciën is inder daad doorgestoomd alsof er geen vuiltje aan de lucht was en kwam gister in den vroegen morgen op ongeveer 20 mijl ten Z.W. van Vlakken Hoek in het zicht van het eskader, dat toen nog op vrij aanzienlijken afstand was. Er was een groote macht aanwezig; behal ve de Java en de torpedojagers twee onder zeeërs, zes Dorniers, verschillende hulpsche pen benevens een groep landvliegtuigen. Er is na de sommatie slechts één bom ge worpen en wel door een van de Dorniers, welke bom vermoedelijk vlak achter de brug is neergekomen. Nadat de bom was neergeslagen, is on middellijk de witte vlag geheschen. Men en terde het schip en begon met de arrestatie van de belhamels, die daarna aan boord van de „Orion' zijn overgebracht, terwijl de gewon den onmiddellijk verzorging vonden. De goede geest in het leger. De goede geest in het leger openbaarde zich bij het vertrek van de Menadoneesche compagnie van het 10de bataljon, die de mui ters gaat bewaken op het eiland Onrust, waar deze voorloopig worden opgesloten Deze compagnie vertrok onder donderend ge juich. De verklaring van den vlootvoogd in den Volksraad, die in de diepste stilte werd ont vangen en waarover niet werd gedebatteerd, maakte een rustigen indruk. De publieke opinie richt zich, nu de zoo noodige ontspanning is ingetreden, in de eerste plaats tegen de Europeesche schepelin gen, die aan de muiterij hebben deelgenomen en tegen den commandant, die goeden raad in den wind sloeg. De speciale correspondent van Aneta trol aan boord van de Piet Hein den lichtgewon den luitenant ter zee der derde klasse De Vos van Steenwijk aan, die slechts beenwon den heeft en die de eenige is, die temidden van vele anderen, ver van de plaats waar de bom viel, getroffen werd. Hij meende een schot achter zich te hebben gehoord, zoodat vermoed wordt, dat iemand door schrik zijn geweer heeft laten vallen of afgaan. Wij vroegen zoo seint de corr. aan de N.R.Crt. den heer De Vos van Steenwijk in de eerste plaats naar het vallen van de bom zelf, waarbij hij ons mededeelde, welk een ravage was aangebracht. De schoorsteen werd doorzeefd en in een der tenten werd een gat geslagen, waaruit de brand kan wor den verklaard. De commandant bevond zich onder de zwaargewonden op de Piet Hein, op welk schip hij twee uur na zijn opneming in het hospitaal overleden is. De bom is gevallen juist achter de com mandobrug. De linkervleugel van de com mandobrug is totaal vernield. Ook het pant- serdek werd beschadigd en hier werd de ge vechtsradio vernield. De lichamen van sommige gekwetsten wer den als het ware uiteengescheurd. Er werden vele vleeschwonden geconstateerd en de zwa re bloedingen die men zag, gaven bovendien een ontstellend beeld van de uitwerking van de bom. Luitenant ter zee De Vos van Steenwijk had aan boord van het muiterschip niet aan stonds een aanval verwacht. "Hij had echter wel begrepen dat er iets zou gebeuren, on danks het feit, dat de muiters lachend de meening hadden uitgesproken, dat ze stellig buiten schot zouden blijven. Na deze mededeelingen deed luitenant ter zee De Vos van Steenwijk het verhaal van de gebeurtenissen van het oogenblik af, toen hij op de reede Olehleh. waar hij den avond loop deed, tijdens de wacht opmerkte, dat de Europeesche machinist Boschart met een aantal inheemsche matrozen bezig was, de statietrap in te halen. De heer De Vos van Steenwijk stelde den mannen de vraag wat dit beteekende. Hierop staakten zij onmiddellijk het inhalen van de statietrap. Verder gebeurde er niets. Er was aldus vervolgde de heer Vos van Steenwijk zijn verhaal nu eenmaal veei ontstemming, doch cp dit oogenblik niet merkbaar meer dan gewoonlijk. Van hun bedden gelicht Maar toen luitenant ter zee De Vos van Steenwijk reeds in zijn kooi lag, werd hij daar uitgehaald en voor een troep inheem sche schepelingen geleid, die duidelijk den indruk maakten dat zij geen geweld in den zin hadden, mits de officieren beloofden dat zij dezelfde houding zouden aannemen. De muiters zetten aan dit verzoek kracht bij door het feit te releveeren dat ze reeds twee jonge officieren, de luitenants ter zee Kooi zoomede eenige Europeesche onderofficieren, die onmiddellijk gedood zouden worden zoo dra een schot mocht worden gelost. De heer De Vos van Steenwijk verklaarde dat hij dien avond van alles had geprobeerd Hij was verder vrij in zijn doen en laten, doch hij moest het aanzien dat het schip ver trok. Bij dit alles bleven in het officierskwartier zestien oficieren, van wie de hoogste een lui tenant ter zee tweede klasse was, doch de meesten luiteants ter zee derde klasse wa ren, voortleven zooals gewoonlijk. Slechts op twee punten was er een afwij king van den gewonen gang van zaken, n.1. door de feiten, dat de Europeesche onderoffi cieren en hun inlandsche collega's zich allen bij hen voegden (de bediening door de hut jongens, de kok, enz. ging voort alsof er niets gebeurd was) en ten tweede de natuurlijk el lendige omstandigheid dat het schip reeds onderweg was, zoadat de officieren zich over geleverd voelden aan de muiters. Luiteant de Vos van Steenwijk heeft even de gelegenheid gehad om de radio te bedie nen. Hij heeft toen den commandant der ma rine te Soerabaja opgeroepen en het radio station Scheveningen, maar beide stations waren bezet. Verzet van de gevangen officieren. De officier werd toen door den Europee schen machinist Boschart van de radio ver wijderd. Toen hij dit vertelde, zeide de heer De Vos van Steenwijk: „Nu zal men de vraag stel len: waarom hebben jullie niet een flinken bloedplas gemaakt?" maar alle omstandig heden waren tegen. Wij hadden op het kri tieke moment geen leiding, we hadden geen contact, we trachtten ieder op onze eigen ge legenheid iets te beginnen. Wij hebben ook eenmaal een kleine verzetsactie gevoerd, maar toen is er onmiddellijk door de muiters op ons geschotenbij die gelegenheid werd ech ter niemand geraakt. We beseften toen weder om dat twee collega's hierdoor een zekeren Nog slechts horten tijd op de reeds verlaagde prijzen. dood zouden vinden en dat de Europeesche onderofficieren eveneens zouden worden ver moord, een consequentie, welke wij niet voor onze rekening hebben genomen. Er was nog een ander beletsel: één onzer had zich in conferentie met de muiters bege ven en bij die gelegenheid onder den indruk van doodsbedreiging aan de gijzelaars het eerewcord gepasseerd namens de officieren, dat zij geen gewapend verzet zouden plegen. Nu kunt ge daar verder over denken zoo als ge wilt. Wij waren in omstandigheden die men zich onmogelijk kan indenken, om standigheden, die men beleefd moet hebben om ze te kunnen begrijpen Wij vroegen den jongen ?ee-officier: maar hebt ge niet al die dagen in een hel ge'eefd? Hij antwoordde ons hierop met de mede- deeling dat hem reeds Maandag door den Europeeschen machinist Boschart het bericht was getoond dat het eskader de Zeven Pro vinciën tegemoet voer, met de bedoeling om zonder slag of stoot den ouden toestand te herstellen. Hij voegde daarbij dat deze Boschart bovendien reeds toen genoeg scheen te hebben van de demonstratie. Deze verloor door zijn overreding om er nu maar mee uit te scheiden zijn invloed over de anderen en nam van dat tijdstip af een andere houding aan, terwijl de eigenlijke muiters consequent voortgingen. Wij hebben aldus vervolgde luitenant De Vos van Steenwijk zijn verhaal elk oogenblik verwacht het eskader te ontmoe ten. Wij hebben natuurlijk steeds daarnaar uitgezien. Wij werden behoorlijk behandeld en kregen den indruk, dat de demonstratie van de bemanning naar buiten was bedoeld en stellig niet tegen ons, zoodat wij geen on heil verwachtten. Aan het betreurenswaardi ge wegvaren was al niets meer te doen. Dit wegvaren is ook niet onze schuld. Dit ligt aan den geheelen toestand. Eindelijk kwam dan vanmorgen het eska der in zicht. Wij begrepen niet wat het wilde, doch toen wij de vliegtuigen zagen komen, verwachtten wij, dat er een waarschuwingsbom zou wor den gegooid. Zulk een bom werd echter niet verwacht door de muiters, die in de meening verkeerden dat er rustig zou kunnen worden onderhandeld. De naderende strijdmachten wekten eerder spot dan angst. De muiters verkeerden in de meening dat thans het moment tot het stellen van hun eischen eerst recht gekomen was. Op dit moment viel de bom. Hiermede was de historie ineens ten einde De houding van den commandant van de Zeven Provinciën had twee waarschuwingen ontvangen. Volgens een particulier bericht van De Tel. uit Batavia was de commandant van de Ze ven Provinciën, behalve door den assistent resident van Groot-Atjeh, tevoren ook ge waarschuwd door schout bij nacht J. F. Os- ten, commandant van de zeemacht in Ned. Indië, dat het aan boord van de Zeven Pro vinciën niet pluis was. De schout bij nach; zou, volgens dit bericht, aan den heer Eiken boom hebben geseind: Wees op uw hoede. De heer Eikenboom vatte echter het geheele geval als een canard op. Hij achtte het te eenenmale uitgesloten, dat de gisting op zijn oorlogsbodem zulke vorderingen zou hebben gemaakt, dat het inderdaad tot een open mui- terij zou komen. Het blad weet ook te melden, dat de heer Eikenboom niet opnieuw met een commando zal worden belast. Motie van trouw van onderoffi cieren. De onderofficieren, behoorende tot de af- deeling mariniers te Rotterdam, bij den af bouw van de onderzeebooten te Rotterdam en het torpedo-atelier te Hellevoetsluis, hebben de volgende motie aangenomen: kennis genomen hebbende van de berichten in diverse dagbladen waarin de betrouwbaar heid der onderofficieren in twijfel wordt ge trokken voor zichzelf overtuigd zijnde, dat voor dezen twijfel geen enkele reden aanwezig is; spreken hun verontwaarding uit over dit geschrijf in de pers;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1