DAGBLAD VOOR
ALKMAAR
EN
S. KROM
20 °|o korting
DE MUITERIJ OP DE
ZEVEN PROVINCIËN
Ververij en
Chemische Wasscherij.
No. 36
Zaterdag II Februari 1933
135e Jaargang
Thans reeds 22 dooden. De 212 ge
vangenen worden naar het eiland
Onrust gebracht. - Een interview met
luitenant De Vos van Steenwijk.
Moties van trouw van
onderofficieren.
Interview met een der officieren
van „De Zeven Provinciën".
TELEF. 1525
Winkel Langestraat 91
TELEF. 794.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
eL Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.
fiancc door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
cont en rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Hef verhaal van een ooggetuige.
Een speciale correspondent van Aneta
rolgde den aanval aan boord van de Java en
meldt er het volgende over:
Aan het drama van de Zeven Provinciën
1cwam een einde toen de kruiser Java de
Zeven Provinciën sommeerde om zich over te
geven. De bemanning van de Zeven Provin
ciën heeft langs radiografischen weg de goe
de ontvangst van deze sommatie erkend, ver
volgens hebben de muitelingen tot drie malen
toe het antwoordtelegram uitgezonden, in
houdende de geseinde bekendmaking van hun
voornemen, welke tekst gevolgd werd door de
woorden „Ons niet hinderen".
Na den voorgeschreven tijd, die na de som
matie moest verloopen, werd vervolgens een
bom van 50 K G. uit een Dorniervliegboot op
het schip geworpen.
Aan de gewonden werd onmiddellijk ge
neeskundige hulp verleend door de omliggen
de marineschepen.
De inslag van de bom deed brand ontstaan
aan boord van de Zeven Provinciën. Deze
brand werd blijkbaar gebluscht.
Uiteenzetting van den vlootvoogd
over de aanvals-phasen.
In de zitting van den Volksrood van gister
heeft de copimandant van de zeemacht in
Nederlandsch-Indië, schout-bij-nacht J. F.
Osten, een uiteenzetting gegeven van het ge
beurde aan boord van de Zeven Provinciën.
De aanval was geprojecteerd in drie phasen:
1. een aanval met bommen uit Dorniervlieg-
booten; 2. een aanval met oorlogstorpedo's;
3. een aanval met geschut.
Deze volgorde werd door de autoriteiten
gekozen door de overweging eenerzijds, dat
de bomaanval reeds daar vóór, n.1. bij de na
dering van de vliegbooten, een dieper indruk
maakt en anderzijds uit de overweging dat de
kruiser Java, bewapend met middelbaar ge
schut en hebbende een betrekkelijk lichte
pantsering, niet mocht worden blootgesteld
aan het zware geschut, dat de Zeven Provin J
ciën voert.
De muiters naar het eiland Onrust
De muiters zullen op het eiland Onrust
(tegenover Tandjong Priok) worden opge
sloten en aldaar onder bewaking gesteld van
marechaussees.
De gesneuvelden zullen op dit eiland wor
den begraven.
Een detachement infanterie is van het gar
nizoen Mr. Cornelis uitgerukt naar Tandjong
Priok, alwaar het gedirigeerd is ter bewaking
van de muiters op Onrust.
Het eerste contact tusschen
„Aldebaran" en „De Zeven
Provinciën".
De volgende bijzonderheden worden ge
meld van de Zaterdag ingezette vervolging
van de Zeven Provinciën door den gouverne-
mentsstoomer Aldebaran:
Onmiddellijk toen de Aldebaran de Zeven
Provinciën in zicht kreeg, werd van eerstge-
noemt vaartuig met vlaggen het signaal ge
geven: „Wij hebben u iets te zeggen". De be
manning van de Zeven Provinciën antwoord
de hierop met een dreigement voor het geval
de Aldebaran langszij zou komen. Van de
Aldebara af werd door een verrekijker gecon
stateerd, dat aan boord van de Zeven Pro
vinciën voorbereidingen werden getroffen om
uitvoering aan dit dreigement te geven, in
dien dit noodzakelijk mocht zijn. Vervolgens
radiografeerde het zendstation van de Zeven
f rovinciën, dat de bemannig besloten had
naar Soerabaja door te varen, aan welk be-
r^ht de bijzonderheden waren toegevoegd die
reeds eerder zijn geseind.
aia "bangst van deze berichten heeft de
Aldebaran een draadloos telegram gezonden
aan den luit. ter zee H. L.. van Boven, die
zich aan boord bevond van het muiterschip.
n dit telegram werd den officier verzocht te
achten de bemanning te overreden.
n antwoord hierop kwam een telegram
eie'1 ,^even Provinciën, waarin deze zeeoffi-
har^311'woordde, dat de bemanning bleef vol-
oen in haar houding. Nog weer later zond
de Anuü Provinciën een radiogram af aan
om h waarin gevraagd werd waar-
ten O. aran stoomde met gedoofde lich-
geven te'e8ram werd geen antwoord ge-
Geen dienstweigering van de
Europeesche schepelingen te
Van t£ Kotaradja.
officieele zijde wordt het bericht van de
„Deli Courant'' tegengesproken, volgens het
welk de Europeesche schepelingen van de
Zeven Provinciën, die waren achtergebleven
te Kotaradja, geweigerd zouden hebben pa
trouillediensten te verrichten, waarop zij ge
vangen zouden zijn gezet. Er is wel een Euro
peesche schepeling gearresteerd, maar dat
was wegens dronkenschap.
Zes van de acht vliegtuigen
teruggekeerd.
Gistermiddag keerden zes van de acht
vliegbooten, die aan de expeditie tegen de
Zeven Provinciën hadden deelgenomen, terug
naar Tandjong Priok. De vliegboot D. 35
blijkt beschadigd te zijn en moet op een nieu
wen motor wachten.
De D. 16 vertrekt vandaag met den com
mandant van het eskader aan boord van
Telok Betong.
Opruiende opschriften.
De divisiecommandant te Batavia deelt
iqede, ter voorkoming van valsche geruchten,
dat gistermorgen op den corridor en op de
tafel van den compagniescommandant als
mede in de chambrée van de eerste Europee-
scre compagnie van het 10e bataljon en
voorts op het publicatiebord drie met wit
krijgt geschreven opschriften zijn aangetrof
fen, waarvan het schrift uitwijst dat zij door
één persoon zijn geschreven. Deze opschrif
ten luiden: „Leve de Zeven Provinciën", Ik
wil geen broedermoord", „Leve de marine"
en „Weg met het leger".
Als gevolg van het een en anders is de
Europeesche compagnie op haar eigen ver
zoek onder commando van den compagnies
commandant naar den regimentscommandant
getrokken, om haar spijt en verontwaardiging
over het gebeurde te betuigen.
Verschillende aanwijzingen omtrent de
identiteit van den dader zijn beschikbaar.
Inlandsche bemanning uit voor
zorg vervangen.
Aneta seinde gister uit Batavia aan het
Hbld.:
Naar wij van officieele zijde vernemen, zijn
alhoewel daartoe geen rechtstr^eksche
aanleidingen waren en uitsluitend als voor
zorgsmaatregel bij het vertrek uit Soera
baja maatregelen getroffen om de inlandsche
bemanning van de torpedobootjagers „Piet
Hein" en „Evertsen" en een gedeelte van deze
bemanning van Hr. Ms. „Java" hoofdzakelijk
te vervangen door Europeanen.
Bij aankomst van het eskader te Tandjong
Priok werden gevankelijk een Europeesch
kwartiermeester en twee schepelingen uit het
eskader afgevoerd, zulks als resultaat van een
telegram van de commissie van onderzoek in
zake de gebeurtenissen bij de marine te Soera
baja.
Een telegram van Onze Vloot.
De Kon. Nederlandsche Vereeniging Onze
Vloot heeft het volgende telegram gezonden
aan den minister van defensie:
De Kon. Ned. Vereeniging Onze Vloot,
doordrongen van den ernst der gebeurtenis
sen bij de zeemacht in Nederland-Indië, welke
o.m. in ruimen kring gerechten twijfel doen
rijzen omtrent de betrouwbaarheid onder alle
omstandigheden van een belangrijk deel van
het militaire marinepersoneel beneden den
rang van officier, veroorlooft zich der regee
ring dank te betuigen voor haar krachtige
houding tot handhaving van het wettig ge
zag en soreekt den hartgrondigen wensch uit,
dat de door de regeering bevolen en nog te
nemen maatregelen mogen leiden tot een
spoedig herstel van orde en tucht op de Ne
derlandsche vloot en gerustheid van de Ne
derlandsche natie omtrent de gezindheid van
het gansche marinepersoneel dat zich te
scharen heeft achter het wettig gezag wil de
zeemacht aan haar doel in belang van ons
dierbaar vaderland, het rijk in- en buiten
Europa, kunnen beantwoorden.
Een waarschuwing van de „Java
Bode".
De „Javabode" vraagt in.verband met de
kritieken, die naar aanleiding van het drama
met de Zeven Provinciën in het buitenland
zijn geoefend op ons koloniaal beleid, of de
Engelsche pers niet eens moet letten op de
troebelen in eigen koliniën. Het blad wijst er
op, dat uit de opmerkingen, die door de „An
"riff" zijn gemaakt, blijkt, dat men zich in
het buitenland bezig houdt met de vraag of
wij wel in staat zijn met eigen kracht op
laaiend vuur te blusschen. Het blad adviseert
den Europeeschen en inlandschen extremisten
die opmerking in hun ooren te knoopen. Ge
lukkig is Holland nog stevig in het zadel
doch wanneer, wat de hemel verhoede, wij
niet in staat zouden zijn de orde te handha
ven, dan zullen de onruststokers eventueel de
gelegenheid krijgen het liedje der conspira-
teurs uit „Le fille de madame Angof" aan te
ïeffen, dat luidt: „Ce n'éteit pas la peine
assurément de changer de gouvernement". In
tegendeel, verklaart het blad, zou er dan ge
weldig mee achteruit worden gegaan.
Geen lessen uit Engeland noodig.
Het „Nieuws" becritiseert eveneens hei
commentaar van de „Evening Standard". De
hooge Britten, die Indië de laatste jaren heb
ben bezocht, weten wel beter. Het blad meent,
dat wij geen lesjes van buitenlanders noodig
lebben, wier eigen falen in elk opzicht in de
laatste decennia juist voor ons Nederlanders
als een baken in zee zijn geweest, een falen
dat ons gevaarlijke klippen heeft doen vermij
den.
Nog een Belgische persstem.
Die zorgelooze Nederlanders
Aan een lange beschouwing van „La Na-
tion Beige" is het volgende ontleend
„Men staat toe, dat er vakvereenigingen
van zeelieden zijn aan boord van de Neder
landsche oorlogsschepen. Het is ongehoord,
maar het is inderdaad zoo. Er bestaat bij de
zejnacht een gezag, dat zich kan verzetten
tegenover het militaire gezag, tegenover de
macht van den Staat. Een muiterij, die altijd
te vreezen is, maar zich overigens slechts zou
beperken tot een individueele beweging,
neemt hier het karakter aan van een oproer,
van te voren beraamd en georganiseerd. Ten
slotte zal men verbaasd zijn te vernemen da-
de Zeven Provinciën tot artillerie-schoolschip
diende voorinheemsche schepelingen.
Dit brengt het geheele kolonisatieprobleem
aan het wankelen, evenals de kwestie van de
Europeesche politiek ten opzichte der Aziaten,
waarvan steeds duidelijker blijkt, dat zij den
opstand voorbereidt, die onze beschaving in
gevaar zal brengen. De Hollanders leeren
den Javanen kanonnen bedienen, niet die
oude bronzen donderbussen, die soms bij den
ingang van de paleizen der radja's staan,
maar 28 c.M. stukken, die granaten schieten
van 300 kilogram:''-Met een zorgeloosheid, die
aan het krankzinnige grenst, leeren de Hol
landers een pantserschip bedienen en het spe
lenderwijs gevechtsklaar maken aan inlan
ders, die den eerste den besten blanke, al is
hij ongeletterd en van minderwaardig allooi,
kan dwingen hem uit den weg te gaan en
voor hem de houding aan te nemen van een
vernederden slaaf. Is het dan te verwonde
ren, dat deze inlanders op een gegeven mo
ment er vandoor gaan met het speelgoed dat
hun is toevertrouwd, en lust krijgen hun
blanke meesters, die zij minachten, te toonen
hoe zij van de lessen hebben geprofiteerd
Laten wij voor onze Hollandsche buren, in
het belang van de goede orde en in dat der
blanken, die zij zoo ernstig in opspraak heb
ben gebracht, hopen, dat dit alles zal eindi
gen met een snelle onderdrukking en zonder
dat er ernstige dingen gebeuren. Het gaat
hier niet alleen om het prestige van Neder
land, maar om dat van het Westen dat be
trokken is bij dit belachelijke avontuur. De
Hollanders zullen deze les niet te duur heb
ben betaald als zij er voordeel uit trekken".
Waarom het treffen niet eerder
plaats had.
De correspondent te Batavia van het Hbld
telefoneerde gister over groote spanning al
daar en vervolgde dan:
Het eskader had te Soerabaja alle inheem
sche schepelingen van boord gezet en kwam
Woensdagavond laat te Priok aan, om den
volgenden morgen om 9 uur te vertrekken
Het oponthoud was geen gevolg van een on
gewilde vertraging, doch van welberaden
overleg.
Men wilde in dit stadium van zaken de
kans op ontsnapping van de Zeven Provin
ciën zoo gering mogelijk maken en het schip
daartoe zoo dicht mogelijk Straat Scenda la
ten naderen. De Zeven Provinciën is inder
daad doorgestoomd alsof er geen vuiltje aan
de lucht was en kwam gister in den vroegen
morgen op ongeveer 20 mijl ten Z.W. van
Vlakken Hoek in het zicht van het eskader,
dat toen nog op vrij aanzienlijken afstand
was.
Er was een groote macht aanwezig; behal
ve de Java en de torpedojagers twee onder
zeeërs, zes Dorniers, verschillende hulpsche
pen benevens een groep landvliegtuigen.
Er is na de sommatie slechts één bom ge
worpen en wel door een van de Dorniers,
welke bom vermoedelijk vlak achter de brug
is neergekomen.
Nadat de bom was neergeslagen, is on
middellijk de witte vlag geheschen. Men en
terde het schip en begon met de arrestatie van
de belhamels, die daarna aan boord van de
„Orion' zijn overgebracht, terwijl de gewon
den onmiddellijk verzorging vonden.
De goede geest in het leger.
De goede geest in het leger openbaarde
zich bij het vertrek van de Menadoneesche
compagnie van het 10de bataljon, die de mui
ters gaat bewaken op het eiland Onrust,
waar deze voorloopig worden opgesloten
Deze compagnie vertrok onder donderend ge
juich.
De verklaring van den vlootvoogd in den
Volksraad, die in de diepste stilte werd ont
vangen en waarover niet werd gedebatteerd,
maakte een rustigen indruk.
De publieke opinie richt zich, nu de zoo
noodige ontspanning is ingetreden, in de
eerste plaats tegen de Europeesche schepelin
gen, die aan de muiterij hebben deelgenomen
en tegen den commandant, die goeden raad
in den wind sloeg.
De speciale correspondent van Aneta trol
aan boord van de Piet Hein den lichtgewon
den luitenant ter zee der derde klasse De
Vos van Steenwijk aan, die slechts beenwon
den heeft en die de eenige is, die temidden
van vele anderen, ver van de plaats waar de
bom viel, getroffen werd.
Hij meende een schot achter zich te hebben
gehoord, zoodat vermoed wordt, dat iemand
door schrik zijn geweer heeft laten vallen of
afgaan.
Wij vroegen zoo seint de corr. aan de
N.R.Crt. den heer De Vos van Steenwijk
in de eerste plaats naar het vallen van de
bom zelf, waarbij hij ons mededeelde, welk
een ravage was aangebracht. De schoorsteen
werd doorzeefd en in een der tenten werd
een gat geslagen, waaruit de brand kan wor
den verklaard.
De commandant bevond zich onder de
zwaargewonden op de Piet Hein, op welk
schip hij twee uur na zijn opneming in het
hospitaal overleden is.
De bom is gevallen juist achter de com
mandobrug. De linkervleugel van de com
mandobrug is totaal vernield. Ook het pant-
serdek werd beschadigd en hier werd de ge
vechtsradio vernield.
De lichamen van sommige gekwetsten wer
den als het ware uiteengescheurd. Er werden
vele vleeschwonden geconstateerd en de zwa
re bloedingen die men zag, gaven bovendien
een ontstellend beeld van de uitwerking van
de bom.
Luitenant ter zee De Vos van Steenwijk
had aan boord van het muiterschip niet aan
stonds een aanval verwacht. "Hij had echter
wel begrepen dat er iets zou gebeuren, on
danks het feit, dat de muiters lachend de
meening hadden uitgesproken, dat ze stellig
buiten schot zouden blijven.
Na deze mededeelingen deed luitenant ter
zee De Vos van Steenwijk het verhaal van de
gebeurtenissen van het oogenblik af, toen
hij op de reede Olehleh. waar hij den avond
loop deed, tijdens de wacht opmerkte, dat de
Europeesche machinist Boschart met een
aantal inheemsche matrozen bezig was, de
statietrap in te halen.
De heer De Vos van Steenwijk stelde den
mannen de vraag wat dit beteekende. Hierop
staakten zij onmiddellijk het inhalen van de
statietrap. Verder gebeurde er niets.
Er was aldus vervolgde de heer Vos van
Steenwijk zijn verhaal nu eenmaal veei
ontstemming, doch cp dit oogenblik niet
merkbaar meer dan gewoonlijk.
Van hun bedden gelicht
Maar toen luitenant ter zee De Vos van
Steenwijk reeds in zijn kooi lag, werd hij
daar uitgehaald en voor een troep inheem
sche schepelingen geleid, die duidelijk den
indruk maakten dat zij geen geweld in den
zin hadden, mits de officieren beloofden dat
zij dezelfde houding zouden aannemen. De
muiters zetten aan dit verzoek kracht bij
door het feit te releveeren dat ze reeds twee
jonge officieren, de luitenants ter zee Kooi
zoomede eenige Europeesche onderofficieren,
die onmiddellijk gedood zouden worden zoo
dra een schot mocht worden gelost.
De heer De Vos van Steenwijk verklaarde
dat hij dien avond van alles had geprobeerd
Hij was verder vrij in zijn doen en laten,
doch hij moest het aanzien dat het schip ver
trok.
Bij dit alles bleven in het officierskwartier
zestien oficieren, van wie de hoogste een lui
tenant ter zee tweede klasse was, doch de
meesten luiteants ter zee derde klasse wa
ren, voortleven zooals gewoonlijk.
Slechts op twee punten was er een afwij
king van den gewonen gang van zaken, n.1.
door de feiten, dat de Europeesche onderoffi
cieren en hun inlandsche collega's zich allen
bij hen voegden (de bediening door de hut
jongens, de kok, enz. ging voort alsof er niets
gebeurd was) en ten tweede de natuurlijk el
lendige omstandigheid dat het schip reeds
onderweg was, zoadat de officieren zich over
geleverd voelden aan de muiters.
Luiteant de Vos van Steenwijk heeft even
de gelegenheid gehad om de radio te bedie
nen. Hij heeft toen den commandant der ma
rine te Soerabaja opgeroepen en het radio
station Scheveningen, maar beide stations
waren bezet.
Verzet van de gevangen officieren.
De officier werd toen door den Europee
schen machinist Boschart van de radio ver
wijderd.
Toen hij dit vertelde, zeide de heer De Vos
van Steenwijk: „Nu zal men de vraag stel
len: waarom hebben jullie niet een flinken
bloedplas gemaakt?" maar alle omstandig
heden waren tegen. Wij hadden op het kri
tieke moment geen leiding, we hadden geen
contact, we trachtten ieder op onze eigen ge
legenheid iets te beginnen. Wij hebben ook
eenmaal een kleine verzetsactie gevoerd, maar
toen is er onmiddellijk door de muiters op
ons geschotenbij die gelegenheid werd ech
ter niemand geraakt. We beseften toen weder
om dat twee collega's hierdoor een zekeren
Nog slechts horten tijd
op de reeds verlaagde prijzen.
dood zouden vinden en dat de Europeesche
onderofficieren eveneens zouden worden ver
moord, een consequentie, welke wij niet voor
onze rekening hebben genomen.
Er was nog een ander beletsel: één onzer
had zich in conferentie met de muiters bege
ven en bij die gelegenheid onder den indruk
van doodsbedreiging aan de gijzelaars het
eerewcord gepasseerd namens de officieren,
dat zij geen gewapend verzet zouden plegen.
Nu kunt ge daar verder over denken zoo
als ge wilt. Wij waren in omstandigheden
die men zich onmogelijk kan indenken, om
standigheden, die men beleefd moet hebben
om ze te kunnen begrijpen
Wij vroegen den jongen ?ee-officier: maar
hebt ge niet al die dagen in een hel ge'eefd?
Hij antwoordde ons hierop met de mede-
deeling dat hem reeds Maandag door den
Europeeschen machinist Boschart het bericht
was getoond dat het eskader de Zeven Pro
vinciën tegemoet voer, met de bedoeling om
zonder slag of stoot den ouden toestand te
herstellen. Hij voegde daarbij dat deze
Boschart bovendien reeds toen genoeg scheen
te hebben van de demonstratie. Deze verloor
door zijn overreding om er nu maar mee uit
te scheiden zijn invloed over de anderen en
nam van dat tijdstip af een andere houding
aan, terwijl de eigenlijke muiters consequent
voortgingen.
Wij hebben aldus vervolgde luitenant
De Vos van Steenwijk zijn verhaal elk
oogenblik verwacht het eskader te ontmoe
ten. Wij hebben natuurlijk steeds daarnaar
uitgezien. Wij werden behoorlijk behandeld
en kregen den indruk, dat de demonstratie
van de bemanning naar buiten was bedoeld
en stellig niet tegen ons, zoodat wij geen on
heil verwachtten. Aan het betreurenswaardi
ge wegvaren was al niets meer te doen. Dit
wegvaren is ook niet onze schuld. Dit ligt
aan den geheelen toestand.
Eindelijk kwam dan vanmorgen het eska
der in zicht.
Wij begrepen niet wat het wilde, doch toen
wij de vliegtuigen zagen komen, verwachtten
wij, dat er een waarschuwingsbom zou wor
den gegooid. Zulk een bom werd echter niet
verwacht door de muiters, die in de meening
verkeerden dat er rustig zou kunnen worden
onderhandeld.
De naderende strijdmachten wekten eerder
spot dan angst.
De muiters verkeerden in de meening dat
thans het moment tot het stellen van hun
eischen eerst recht gekomen was.
Op dit moment viel de bom. Hiermede was
de historie ineens ten einde
De houding van den commandant
van de Zeven Provinciën had twee
waarschuwingen ontvangen.
Volgens een particulier bericht van De Tel.
uit Batavia was de commandant van de Ze
ven Provinciën, behalve door den assistent
resident van Groot-Atjeh, tevoren ook ge
waarschuwd door schout bij nacht J. F. Os-
ten, commandant van de zeemacht in Ned.
Indië, dat het aan boord van de Zeven Pro
vinciën niet pluis was. De schout bij nach;
zou, volgens dit bericht, aan den heer Eiken
boom hebben geseind: Wees op uw hoede.
De heer Eikenboom vatte echter het geheele
geval als een canard op. Hij achtte het te
eenenmale uitgesloten, dat de gisting op zijn
oorlogsbodem zulke vorderingen zou hebben
gemaakt, dat het inderdaad tot een open mui-
terij zou komen.
Het blad weet ook te melden, dat de heer
Eikenboom niet opnieuw met een commando
zal worden belast.
Motie van trouw van onderoffi
cieren.
De onderofficieren, behoorende tot de af-
deeling mariniers te Rotterdam, bij den af
bouw van de onderzeebooten te Rotterdam en
het torpedo-atelier te Hellevoetsluis, hebben
de volgende motie aangenomen:
kennis genomen hebbende van de berichten
in diverse dagbladen waarin de betrouwbaar
heid der onderofficieren in twijfel wordt ge
trokken
voor zichzelf overtuigd zijnde, dat voor
dezen twijfel geen enkele reden aanwezig is;
spreken hun verontwaarding uit over dit
geschrijf in de pers;