Alkmaarsche Courant.
«De gevolgen van een operatie.
Jladiouieums
SeuMeton
Wagner.de verguisde.
Honderd vW en dertigste Jaargang.
DINSDAG 14 FEBRUARI
,n
Ko 38 19^3
Woensdag 15 Februari.
uftversum, 1875 M. (Uitsluitend VARA)
Gramofoonpl. 10.— VPRO-morgenwij-
jL, 10.15 Voor Arb. in de Continubedril
De Flierefluiters o.l.v. Hugo de Groot
g, gramofoonplaten. Dr. P. Klinkenberg
lezing en R. Numan, voordracht. 12.—1.45
pf Notenkrakers o.l.v. D. Wins en gramo
foonplaten. 2.— Vrouwenuurtje. 3.— Voor
Jp kinderen. 5.30 De Notenkrakers o.l v. D
V&'ins en graraofoonplaten. 7.— Actueel al
lerlei door het NW. 7.16 Gramofoonpl
720 Orgelspel Cor Steyn. 7-50 SOS-berich-
ten- 7.55 Th. Thijssen: De onderwijzers en
<je vakbeweging. 8.15 Uit het Muziek-Ly-
teum te Amsterdam: Amsterdamsch Kamer
orkest oJ.v. J. Feitkamp, Waleson-kwartet,
2 violen, altviool en cello en een Blaaskwar-
tet. 8.50 „Waar liefde woont", romance in 1
bedrijf van P. Sterkenburg. VARA-tooneel
0 l.v. W. van Cappellen. 9.20 Praatje over
veilig verkeer. 9.25 Vervolg concert. 1010
Vaz Dias. 10.2012.De Flierefluiters
o.l.v. H. de Groot m. m. v. E. Philipse, zang
en gramofoonplaten.
Huizen, 296 M. (Uitsluitend NCRV). 8.
Schriftlezing. 8.15 Gramofoonplaten. 10
Zang door het NCRV-Dameskoor. 10.30
Morgendienst. 11.— Concert. M. F. Jur-
jaanz, orgel en Mej. D. Mijnhout, zang.
12.15 Kwintetconcert o.l.v. P. v. d. Hurk en
gramofoonplaten. 2.Gramofoonpl. 2.30
Concert Annie Hermes, alt. G. Berths, viool
en p. Halsema, piano en gramofoonplaten
5— Kinderuurtje. 6— Leger des Heils-
lezing. 6.30 Engelsche les. 7.— Afgestaan
7 45 Ned Chr. Persbureau. 8— Concert
door het NCRV-Dameskoor o.l.v. M. E
Bouwmeester, orgel. 8.30 Lezing. 8.50 Ver
volg concert. 9.xO Tj. Krol: „Waarom lid
der NCRV?" 9.30 Concert door het Dubbel
mannen kwartet „Eiterpe" o.l.v. A. Bak en
gramofoonplaten. 9.459.55 Vaz Dias.
10.30—11.30 Gramofoonmuziek.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10 50 Tijdsein, berichten. 11.05—11.20 Lo
zing. 12.20 Orgelspel Q. MacLean. 1.05
Leonardo Kemp's orkest. 1.50 Gramofoonpl
2 45 Voor de scholen. 3.50 Sted. orkest
Bournemouth o.l.v. Sir Dan Godfrey m. m.
v. Lucille Wal'ace, clavecimbel. 5.05 Orgel
spel R. New. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten.
650 Beethoven's pianosonates door Vera
Moore. 7.10, 7.30, 7.50 en 8.20 Lezingen.
8 35 BBC-Symphonie-orkest m. m. v. Arthur
Schnabel, piano o.l.v. Adrian Boult Ca. 9.25
—9.40 Berichten. 10. O Lezing. 10.55 Voor
dracht. 11.12.20 Roy Fox en zijn Band uit
het Kit-Cat restaurant.
Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 12.35 Con
cert door het Omroeporkest. 12.50 Orgelcon
cert. 12.25 Vervolg concert. 7.40 Concert
door het Omroeporkest. 9.05 Gramofoonpla
ten 9 20 Orkestconcert o.l.v. Wolff.
Kalundborg. 1153 M. 11.201.20 Con
eert uit rest. „Wivex". 2.20 L. Preil's orkest.
4.20—4.50 Gramofoonplaten. 7.20 Popu
laire Deensche muziek o.l.v. L. Gröndahl.
8.20 Radiotooneel. 9.20 Kamermuziek door
Trio, fluit, cello en piano. 9.5512.50 Dans
muziek o.l.v. Otto Lington.
Langenberg, 473 M. 6.25 Gramofoonpl.
10.45 Muzikale uitzending voor de scholen.
11.20 Concert o.l.v. Wolf. 12.20 Concert
o.l v. Eysoldt. 1.50 Gramofoonpl. 4.20 Ves
perconcert 6.55 Gramofoonpl. 7.20 Werag-
kamerorkest o.l.v. Spitz, m. m. v. solisten
8.20 Weragorkest ol.v. Buschkotter, m. m.
v Rieth, declamatie. 9.5011.20 Concert
o.l.v. Wolf.
Rome, 441 M. 8.05 Voorstelling uit een
theater.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12 20
Concert uit Antwerpen. 1 30 Gramofoonpl.
5.20 Concert door een strijkkwartet. 6.en
6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Perzische mu
ziek. 7.25 Gramofoonplaten. 8.20 Omroep
orkest o.l.v. Aundré. 10 30 Het Jazz. 11.
1120 Gramofoonplaten. 338 M.: 12.20 Gra
mofoonplaten. 1.30 Concert uit Antwerpen.
5.20 Dansmuziek uit Si Sauveur. 6.20
Zangvoordracht. 6.50 en 8.20 Gramofoonpl.
9.05 Concert m. m. v. F. Wangermée, trom
pet en Ch. Scharres, piano. 11.11.20 Gra
mofoonmuziek
Zeesen, 1635 M. 7.20 Populair concert uit
Breslau door de Silezische Philharmonie o
1 v. Ernst Prade. 8.20 Lezing. 8.35 Oude
Italiaansche Strijkmuziek door een Kamer
orkest o.l.v. Schulz-Dornburg, m. m. v. S.
Frenkel viool en V. E. Wo'ff, cembalo. 9.35
Berichten en hierna tot 11.20 Dansmuziek
door Adalbert Lutteris orkest.
Oorspronkelijke roman door Jan Walch.
46
Ogh, dan kijkt u eenvoudig, of me-
Ten Raedt inderdaad die speech, die u
daar al in de hand hebt, houdt. En ja, dan
kunt u wel even wachten, of er ook iemand
namens de troep antwoordt; en dan infor
meert u wel even naar zijn naam
Hoewel zeer beleefd de uitvoerige inlich
tingen gevend, en zelfs naar 't scheen, met
^"jge paedagogische zelfvoldoening, keerde
de heer Riesemijer bij zijn laatste woorden
niweer ten-halve naar het dikke boek, waarin
j* dagtaak voor de rubriek Stadnieuws, de
erschil lende gebeurtenissen die voor de klei-
^jeportage in aanmerking kwamen, geno-
««Td of geplakt stonden, en Henri begreep
J 11J nu maar zoo gauw mogelijk aan 't
«rk moest gaan Aan 't „werk"Enfin -
!?an wat hij als ambtenaar te doen had
W a"emaa' veel belangrijker en meer
sen-vermoeiend geweest?
d''1] moest zich maar niet te veel verbeel-
W was blijkbaar nog 'n heeleboel te
«n, voor hij in t vak was. Nu ja, leo-
maar enfin, je moest 't toch maar
«ica. W4t W4S kcl G«le Ce-
door J. d. L.
werHIt f "e""'1'"Sp
vpu a - animJsd€ed Wa?ner >n de oogen van
Ie zijner tijdgenooten? Hij wilde anders
Misschien steekt er waarheid in het spreek
r°Da'arï al!e,verfd€rin? geen verbetering
ï'hrifmS* difn tf^enouver' dat men onder
scheid moet maken tusschen „veranderen om
kost wat het kost iets anders te probeeren" en
„aiies 0f veel ondersteboven gooien uit volD
overtuiging en met talent". Het is den tijd
gelukt, sommigen onzer te leeren, dat Wag-
ner voor ve en niet alleen een talentvol her
vormer is en zal zijn, maar bovendien: een
genie, een profeet, een rots, waarop no<*
steeds gebouwd wordt.
Men kan het o.i. zijn tegenstanders (voor-
ai zijn comtemporaine) niet kwalijk nemen,
j1J er anders over dachten Het is hier
niet de plaats, om uitvoerig te herhalen, wat
reeds zoo vaak is gezegd: Over smaak en
ook over theorieën, levenshoudingen en da
den valt niet te redetwisten, want er is nie
mand die een van ons in het absolute gelijk
stelt. 6
Wie, die de zoojuist geuite opinie is toege
daan, zal het dan den verb'uften buiten
staanders euvel duiden, dat zii zich meenden
te moeten verweren tegen iets nieuws, dat
niet alleen de afstootende eigenschap bezat
n i e u w te zijn, maar bovendien al het voor
gaande benevens de toekomst wenschte te
verslinden?
Want het verleden gedeeltelijk weg te va
gen of nietig te verklaren en voor eeuwig de
heer der wereld te zijn, dat was Wagners
door inte'lect en sentiment gevoede begeerte,
waarvoor hij leed, streed en schiep.
Hij verlangde, dat alle kunstvormen ten
slotte zouden overgaan in en versmelten met
het door hem gecreëerde muziekdrama. Emil
Naumann zegt: „Wagners „Kunstwerk der
toekomst" is niets anders dan zijn muzikaal
drama en ziinei twille moet de architect het
geen de toondichter in al'en ernst eischt,
(men vergelijke zijn verzamelde werken, der
de deel) voortaan slechts Wagnertheaters
bouwen, de beeldhouwer zijn levensdoel in
niets anders meer zoeken dan in de ordening
der groepen, der mimiek, der gebaren en der
drapeering van de op het tooneel handelende
en zingende personen, de schilder zich a'leen
toeleggen op het decoratieschilderen en het
aangeven der costumes, de musicus een dui
zendjarige kunstbeschaving overboord wer
pen" „de dichter eindelijk alle rhythmen
en kunstvormen, ontleend aan het Grieksche
volk. de eeuw der renaissance en der moderne
poezie ter zijde stelkn, om het stafrijm"
„weer ten troon te verheffen".
fnderdaad: het is Wagner, die beweert,
dat de Grieksche beeldhouwer ons den schoo-
nen Griekschen mensch „a's een versteende
herinnering, als de mummie der Hellenen"
heeft overgeleverd. Elders verklaart hij, dat
de werken, die in de toekomst geschapen zul
len worden „de ons overgebleven rest der
Grieksche kunst tot een kermiskraam voor
dwaze kinderen zullen maken".
In het bovenstaande werd een staaltje van
Wagners opvattingen gegeven. Zijn uit mid
delpuntige persoonlijkheid manifesteerde
zich evenzoo in zijn muzikale geestesproduc
ten. Wagner brak met de polytematische stijl
(het op den voorgrond stellen van vele
thema's in èèn verband) zijner groote voor
gangers en hield zich aan den monothemati-
schen vorm, het „leitmotiv" dat een bepaald
karakter kenschetst onder a'le omstandighe
den, ook b.v. wanneer de figuur, die dat ka
rakter belichaamt, niet op het tooneel is
Hij keerde terug tot de afwisselende recita-
tieve voordracht der zangers, die door de
toepassing der meerstemmigheid in het en-
semblewerk geheel was verdrongen Hij le
verde geen balletten op bestelling en veraf
schuwde de gebruikelijke Übretti. Zelf schreef
hij de tekst voor zijn opera's en toonde
zich hierbij een groot dichter, een meester in
het kunstzinnig te pas brengen van het staf
rijm. Bovendien instrumenteerde hij anders
dan anderen, zijn werk had een ander tempo,
Een kostbaar geschenk (ingesloten bij' een brief van Mathilde Wesendonk).
kortom het was voor den aan het bestaande
vei slaafden gemiddelden toehoorder vol
komen ongenietelijk.
We laten thans enkele tijdgenooten van
Wagner aan het woord, die tegenover dezen
meester stonden als een bok tegenover een
hek. Het volgende b.v. is een vriendelijkheid
van den rciticus H a n s 1 i c k:
„Op „De Nibelungen" verder te bouwen
is levensgevaarlijk, ofschoon niet zoo moeilijk
als menigeen denk!. Er is daartoe een schit
terende techniek noodig, een groot talent om
te imiteeren en zoo weinig mogelijk oorspron
kelijke ideeën".
Ook N i e t s c h e, aanvankelijk Wagners
intieme vriend en zelf behoorende tot de
vooruitziende geesten in Europa, rebelleert
later tegen hem en wordt zijn verwoede
vijand. Hier volgen een reeks uitspraken van
Nietsche over den componist:
„Wagner heeft geen werkelijk vertrouwen
in de muziek, hij haalt er verwante ervarin
gen bij om haar een schijn van grootheid te
geven. Hij laat zijn hoorders eerst sterke
drank toedienen om ze dan te doen gelooven,
dat ze zich aan de muziek hebben bedron
ken".
„Zijn meesleepende kracht is bovenmatig,
het walmt om hem heen van wierrook, her
misverstand, dat omtrent hem bestaat, noemt
zich „evangelie". Hij heeft volstrekt niet al
leen de armen van geest overtuigd. Ik wi'de
het raam wel een eindje open zetten. LuchM
Meer lucht!"
„Het is de angst, dat men van Wagners
karakters niet gelooft, dat zij leven: daarom
maken ze gebaren als van een krankzinnige"
„Wagner is zeer verderfelijk voor de mu
ziek. Hij heeft verraden, dat het ook een
middel kan zijn om vermoeide zenuwen te
prikkelen. Hij heeft de muziek daarmee ziek
gemaakt. Zijn gave om te inventeeren neemt
geen geringe plaats in temidden der metho
den om de meest uitgeputten weer overeind te
drijven, de halfdooden in het leven terug te
roepen. Hij is meester op de hypnotiseurs
truc, hij werpt als eer stier den sterkste om
ver".
„De schipbreuk van de laatste kunst bele
ven wij. Bayreuth heeft mij daarvan over
tuigd.
Een andere revolutionnaire geest, die
Wagner met den grootsten twijfel aanvaard
de, was Hector Berlioz, zelf thans
een wereldberoemd toondichter. Wagners en
Berlioz' werken verschenen soms kort na el
kaar en de pub'ieke opinie zegt Alfred
Ernst in „L'oeuvre dramatique de H Berlioz
heeft hun namen vereenigd: „Voor opper
vlakkige geesten is het alles geliik: Berlioz
en Wagner; het is: het onmogelijke, het on
begrijpelijke, het geraas van koper en het
geknars van snaren, het is de onvruchtbare
en ingewikkelde poging, het is h e t 0 n t-
breken der melodie. In weerwil
van haar dwa'ing is de publieke opinie in
zeker opzicht helderziend. Zij heeft geraden,
dat het hier twee mannen van hetzelfde slag
betreft, die, hoe hun aard ook verschilde,
beide revolutie maakten".
Het verdient vermelding, dat Wagner zijn
in Frankrijk arbeidenden collega evenmin
kon waardeeren en slechts eenmaal, in een
opwel'ing van edelmoedigheid, schreef hij op
de eerste bladzijde der partituur van „Tris
vaar? Het was blijkbaar een spotnaam
En waarschijnlijk voor een concureerende
courant, dat kon je uit 't gesprek wel opma
ken Och, 't zou De Bode wel zijn, natuui
lijkdie was op- geel papier gedrukten dat
was het andere groote dagblad in Amster
dam
Hij lachte om zichzelf. Hij was wel
gauw heelemaal in de jongens-mentaliteit
van jongste-verslaggever ingeleefd!
ACHTIENDE HOOFDSTUK.
Vorderingen in het vak.
Het begin van Henri's journalistieke loojv
baan was ongetwijfeld gering; maar hij
maakte vorderingen. En hij genoot weldra
de algemeene sympathie, het zijn trouwens
twee omstandigheden, die plegen samen te
hangen. Toen hij vertrokken was om de aan
wezigheid van den heer Ten Raedt te consta-
teeren één der velen die niet: redevoerin
gen hield, die wegens haar belangrijkheid in
de courant kwamen, maar die redevoeringen
hield, vooral om in de courant te komen en
zoodoende een belangrijk man te worden
toen Henri goedmoedig zich tot deze taak
had laten afvaardigen, keken de ronde heer
Knipscheer en de ietwat voyant-sierlijke heer
Riesemeijer elkaar een oogenblik min-of-meer
beschaamd aanen knikten toen zwijgend en
nadenkend even; en gingen torn weer aan
den arbeid. Een begrepen van elkaar: dat
beiden een beetje beschaamd wars*. Vkant
die meneer Mr. Dr., die daar als beginnen
de-verslaggever was terecht gekomen, dien
hadden ze allebei in hun hart een beetje be
spot; en Knipscheer had aan die gevoelens
uiting gegeven door hem dat aller-, aller-
onbenulligste werk op te dragen; dat bo
vendien volkomen overbodig was; met een
vage verwachting, dat de Mr. Dr. veront
waardigd zou zijn, en dit te min vinden.
Maar hij had het zoo eenvoudig en bereid
willig, en met dat besef van te moeten lee
ren, aanvaard, hij had dit ontgroenings
proefje zoo keurig doorstaan, dat hun spot
in-éénen was omgeslagen in sympathie, en
de titels twee hem zelfs, in zijn po
sitie, een zekere martelaarsglorie bijzetten.
Zoo vond men dan ook want er heerschte
een aardige geest onder deze vlotte en fleuri
ge lieden, die véél van het leven zagen— dat
men Mr. van Hoghen Lugt juist moest spa
ren voor de al te minne verslaggeverswerk
jes het was een stilzwijgend verbond, waar
in, na het verhaal van zijn debuut, de mede
verslaggevers van harte meededen; want zij
waren geen Dr. en zelfs geen Mr.,; en had
den voor die titels, vooral waar die met zoo
veel bescheidenheid gedragen werden, wel
het respect, dat de titellooze daarvoor pleegt
te hebben. Henri had het dus niet kwaad.
Makkelijk had hij het ook niet; het was een
heel druk leven; dat wel-is-waar gewoonlijk
niet zoo heel vroeg in den morgen begon
als er niew bijzonders was, werd hij «m half
KMI op se* bun*u unmieht, au hq vil ar
tan und Isolde": „Aan dei grooten en ge-
achten schepper van „Romeo en Julia", van
den dankbaren m .ker van „Tristan en Isol
de". De bibliothèque nationale was in het
bezit van het stuk, waarin het autogram
voorkomt.
Uitmuntende geesten begrijpen elkaar niet
altijd. Op den 14den Maart 1861 schreef
Berlioz een epistel aan mevrouw Massart.
Daarin kan men o.m. het vo'gende lezen:
„Ach, Heer in den hemel, wat 'n voorstel
ling! Wat 'n lachsalvo's! De Parijzenaar
heeft zich gisteren van een absoluut nieuwe
zijde laten zien; hij heeft gelachen om den
slechten muziekstijl, hij heeft gelachen om de
kwajongensachtige bokkesprongen van een
dwaze orchestratie, hij heeft ge'achen om de
kinderlijkheden van een hobo; eindelijk be
grijpt hij dan toch, dat er nog iets als stijl in
de muziek is!"
Het gaat hier over de beroemde en beruch
te opvoering van Wagners „Tannhauser" te
Parijs.
Later is Berlioz ten opzichte van den mu-
ziekdramaturg iets zachter gestemd. Hij be
wondert het bruidskoor uit „Lohengrin" en
betitelt het voorspel van deze opera zelfs als
„meesterwerk", maar hij blijft vol bedenkin
gen.
„A1s de school der toekomst zegt: Men
moet het tegengestelde doen, van hetgeen de
regels voorschrijven" aldus Berlioz
„wanneer men genoeg heeft van melodie,
thema's, aria's, duo's, trio's, stukken waar
van het thema zich op regelmatige wijze ont
wikkelt" enz., enz.
„Wanneer de heksen uit Macbeth het bij 't
rechte eind hebben, dat mooi afschuwelijk is
en afschuwelijk mooi; wanneer dat die in
derdaad uiterst nieuwe religie is, dan zal ik
<7-S_ dsf-t—
Ai» i*1
I M
J jftL—
féAv /o-
Wagner's handschrift.
haar niet belijden Ik heb het nooit gedaan,
ik doe het niet, ik zal het niet doen.
Ik hef de hand op en zweer: Non credo.
We gaven hier Berlioz geloofsbelijdenis
verkort weer.
Thans schrijven we 1933 en weer bevinden
we ons in Frankrijk.
Jean Mistler, de onder-staatssecreta
ris voor de schoone kunsten verklaart aan
Jules Sauerwein:
„We zullen al het mogelijke doen om Wag
ner op waardige wijze te herdenken. Men
ziet bij ons iets, wat in Duitsch'and onmoge
lijk is: menschen, die twee uur achter elkaar
met religieuze geestdrift de groote tooneelen
van den Bavreuther meester komen beluiste
ren en aanschouwen, ook wanneer ze heel
eenvoudig worden gezpngen door dames en
akelig stipt maar de reportage, die uiter
aard vele avondvergaderingen omvatte,
waarna dan nog een verslag moest worden
gemaakt, eindigde laat; „wanneer wij nog
de laatste tram naar huis kunnen halen, zeg
gen wij hier, dat we een vroegertje hebben,
zei een collega hem ééns na de eerste dagen
hij zei het lachend, want het waren vrijwel
alle luchtige knapen die niet veel kankerden
maar wel tusschen den arbeid vele halve-
uurtjes in café's plachten door te brengen;
making the best of it; „it" was de noodza
kelijkheid, voortdurend „in de beweging
blijven". Trouwens, ze ontmoetten in die ca
fé's veel „relaties"; stadhuis-, politie-ambte-
naren en dergelijke bronnen van nieuws;
soms ook moesten die op geheimzinnige,
vooral voor hun chefs verhulde wijzen wor
den ontmoet; en ook tegenover de verdere
redactie werd het geheim te-dezen dan zorg
vuldig bewaard, en anderzijds geresj>ecteerd
wat ook weer eenige vrijheid van bewe
ging beteekende. Dat alles werd Henri bij
stukjes en beetjes bijgebracht; en het viel
hem op hoe, in tegenstelling met de ambte
naarswereld, van deze vrijheid toch eigen
lijk geen misbruik werd gemaakt; want lui
waren die collega's eigenlijk geen wan allen,
bevond hijen het belang van „de courant"
ging hun ter harte; bij alle collegialiteit en
onderlinge hulpvaardigheid ten opzichte
van verslaggevers van andere bladen, solida
riteit ook tqn opzichte van de hoofdredactties
vonden t toeh »«k we! een bijzonder ge-
it tm juiaeur" te
heeren in gewone kleeren. Sinds de beroemde
première van Lohengrin in 1891 hebben er
welgeteld 1877 Wagneropvoeringen plaata
gehad, waarvan 1114 voor den oorlog. Het
record staat op naam van „Lohengrin", dat
518 representaties be'eefde".
Andere tijdenandere waardeering! Eens
was het Wagner, die verguisd werd, nu is
hij. evenals vele anderen, die door onze voor*
ouders werden bespot, ons onmisbaar gewor
den. Anderen, die over honderd jaren met
veel statie herdacht zullen worden, zija
thans de zondebokken.
pxcvutciaat Tlieuws
HEILOO.
De Bloemistenpatroonsvereeniging Alk
maar en Omstreken hield Vrijdagavond haai
jaarvergadering in „De Onderneming".
De voorzitter, de heer G. Smits, opende,
heette welkom en releveerde wat in het ver-
loopen jaar had plaats gehad. Het jaarver
slag gewaagde van den strijd, dien men voert
tegen de oneerlijke concurrentie. De zoo
goed geslaagde Floraliatentoonstelling was
een succes. Bijzondere dank werd gebracht
aan de onderwijzers Adriaanse en Schipper.
De rekeningcommissie adviseerde tot goed*
keuring der rekening en verantwoording. De
ontvangsten waren 592.15, uitgaven
570.29, voordeelig saldo 21.86 De heer
C. Bruin te Alkmaar werd als bestuurslid
herkozen. De bespreking van het ventverbod
waarvan het verzoek op 25 October j.1. is in
gediend en in handen van B. en W te Alk
maar is gesteld, is nog altijd hangende In
de vergadering van den Middenstandsbond
te Alkmaar is er door het bestuur weinig
aandacht aan gewijd. Alleen zal men de
zaak onder de loupe nemen. Het bestuur
wees er op, dat het niet in de bedoeling lag
om een z.g. ventverbod te krijgen, doch dat
men een verbod kriigt voor personen van 14
'aar en een belasting voor een standplaats*
De voorzitter vond de discussie overbodig.
We dienen eerst op een antwoord van B en
W te wachten en indien dat afwijzend is,
zul'en we er niet in berusten. Door eenige
leden was een verzoek ingekomen dat het
bestuur zal protesteeren tecen de aanbeste
ding van de beplanting „Westerlicht". Er
werd o-pgemerkt dat er prijsopgave was ge
vraagd op bepaalde voorwaarden, doch dat
het werk thans wordt uitgevoerd zeer ver in
afwijking van de voorwaarden. Ook werd er
allerminst rekening gehouden met den tijd
van oplevering. De tegenwoordige uitvoerder
werkt al langer dan 3 maanden aan het
werk. terwijl het volgens de voorwaarden in
4 weken tijds moest opgeleverd worden. Op
deze voorwaarden had men veel goedkooper
kunnen inschrijven. Er was blijkbaar op ge
rekend om het onderhandsch op afwijkende
voorwaarde te gunnen en doodkalm striikt
men de 1 op voor een bestek en de in
schrijvers hooren verder niets. De voorzitter
zeide dat men wel kan protesteeren, doch dat
men het ook wel kan laten. Het bestek doet
vermoeden, dat het weer van denzelfden tuin
architect is. Daar de vergadering krachtig
aandrong op protest zal het bestuur een
schrijven aan „Westerlicht" richten
Daarna kwam aan de orde de Floraliaten
toonstelling 1933.
Met algemeene stemmen werd besloten een
tentoonstelling te houden met een daaraan
te verbinden verloting. Het bestuur werd met
de voorloopige uitvoering belast.
Bij de rondvraag vroeg de voorzitter om
hem een minder belangrijke functie in het
bestuur 00 te dragen. Beter was een voorzit
ter uit Alkmaar en een bloemist Men wees
er 0 pdat een w isseling van bestuur geen ver
betering beteekent en unaniem was men te
gen verandering, waarna de voorz. toezegde
tot 1934 te zullen aanblijven. Daarna slui
ting.
De heer Th. Geertsma, gemeenteveld
wachter alhier, is ook benoemd tot bode van
den po1 der de Boekelermeer en wel in de va
cature-Vos.
De R. K. Volksbond afd. Heiloo bestaat
10 jaar. Dat tweede lustrum wordt gevierd
met een 3-daagsch trideum en een feestavond
voor leden, hunne dames en genoodigden.
EGMOND AAN ZEE
Onder voorz'tterschap van den heer 8.
A van Kleef hield de afdeeling van hei Witte
Kruis haar jaarvergadering in de zaal van
het Witte Huis. alhier.
De voorzitter opende met een hartelijk
lijk woord van welkom en gaf den secretaris
het woord voor de notulen en de hierna
volgende jaarverslagen
Het aantal leden der afdeeling daalde van
415 tot 413 bij een vermeerdering der bevol
king van 2946 tot 2977. Aan contributie werd
ontvangen 399 15. Het saldo is gekomen
en daarmee speciaal het zwaar concurreer-
rende Gele Gevaar de loef af te steken. Het
was dan een heel nieuw leven voor Henri;
aardig, eenvoudig, wel: 'n beetje beneden
z'n stand, dat was 'n reflectie, die toch niet
zoo heel onjuist was gebleken; maar het idee
„stand" vervaagde hier eenigszins; en er
bleef aldra alleen het gevoel, „wat verm. ei-
end voor zijn 1 e e f t ij a" over. Want wat was
het interessant, zoo een groote-stad te leeren
kennen! Wat hij ook miste, was: het gezin
Clara en de kinderen waren nog in Den
Haag; van geroeid op en neer reizen, zooals
hij zich dat haa voorgesteld, en dan gere
geld, als vroeger, 's middags rustig thuis
thuis komen, bleek alras geen sprake te kun
nen zijn. Enfin, als het hier bleef ga2n, zou
den ze gauw naar Amsterdam verhuizenen
dan zou 't. nu ja, althans iets beter worden
En 't bleef voorloopig goed-gaan. De for
tuin, of wel die speciale voorzienigheid voor
waarheidsprekers, waarvan al bij een vroe
gere gelegenheid kon worden gewaagd,
ceed in de derde week van Henri Lugt's ver*
slaggeverschap een congres houden te Am*
sterdam, een internationaal congres over
lichttherapie. Dat was een wetenschappelijk
onderwerp; en een zeker soort logica deed
daarom den meest wetenschappelijken ver
slaggever aanwijzen om dit congres te „ver*
slaan"; en die verslaggever was Henri van
Hoghen Lugt; sl had hij uiteraard een licht
therapie evep weinig verstand als iedere a»
dere verslaggever.
(Wordt vervolgd),