£uchtvaari
Stad en Omgeving,
£aatste Aedchteu
Het requisitoir.
HEERHTJGOWAARD,
DE POSTVLUCHTEN OP INDIE
LUCHTHAVEN IN GELDERLAND,
had het onderspit te moeten delven en den ge
nadeslag te ontvangen.
De verdediger: De broer van verdachte
heeft gezegd, dat het mes diende om de hon
den af te weren.
Getuige: Voor dezen hond zeker niet, want
die bijt eerder in een koekje, dan in een
mensch.
Hierna volgde een verhoor van verdachte
door den president.
De verdachte gehoord-
Verdachte erkende een anderen weg te zijn
gegaan, dan hij met den rijksveldwachter
was afgesproken. Hij liet zich trekken door
zijn hond en stond plotseling tegenover een
man, die met een stok naar hem sloeg. Ver
dachte heeft de slagen een tijdje afgeweerd
met zijn lantaarn en drie klappen ontvan
gen. waarvan de eerste het meest piin deed.
Verdachte heeft toen gezegd: „houdt op,
Rijkspolitie*', doch de man zeide: Gvd., nou
ga je er aan". Verdachte zeide toen te hebben
geschoten en zoo laag mogelijk te hebben
gericht.
Hij had niet de bedoeling Dekker te doo-
den, doch alleen de bedoeling om hem bui
ten gevecht te stellen. Na een kort kruisver
hoor van getuige Minee, door den verdedi
ger, waarbij Minee zich niet van zijn stuk
liet brengen, werd als getuige gehoord, de
broer van het slachtoffer. Cornelis Dekker,
die verklaarde, met zijn broer uit stroopen te
zijn gegaan. Zijn broer was vreeselijk bang
voor honden en had de dolk bij zich om een
aanvallende hond er in te laten springen
In de Kriin waren ze aan het stroopen met
de liehbak. Zijn hond was loops en getuige
vermoedde, dat de hond van v. d. Berg op
het spoor van zijn hond is gekomen. Getuige
hoorde n.1. plotseling het hijgen van een
hond en een mensch en getuige zag, dat het
Jopie was, die achter mijn broer aan ging
Ik ging West een duin op en zag toen be
neden mij een vooruitgaand electrisch licht,
dat het kleine licht van mijn broer volgde, in
vooruitgaande beweging. Dat deze lichten
tegen elkander zijn geweest, ontkent getuige
met stelligheid.
Depresident zeide, dat getuige Mi
nee anders verklaart.
Getuige: Dat kan hij niet gezien
hebben.
Depresident:U bent niet zoo'n
deskundige, dat U dit kan zeggen.
Getuige gaf aan hoe hij stond te kij
ken. Mogelijk is, dat er drie scnoten zijn ge
lost, doch hij heeft de vuurstralen van twee
gezien. Toen getuige dacht, dat zijn broer
vrij was, ging hij verder en ging naar huis,
waar hij de situatie vertelde. Spoedig kwam
echter het bericht, dat hij aangeschoten was.
De president: Kent u verdachte?
Getuige: Ik denk het wel. (Gelach op
de publieke tribune).
De president waarschuwt en dreigt
met ontruiming.
Getuige, die 30 jaar is, zegt op 17-
jarigen leeftijd aan het strand kennis gemaakt
te hebben, toen hij zich bii een strik bevond.
De mentaliteit van verdachte spreekt vol
doende uit het feit, dat hij getuige door een
hond liet waarschuwen, waarvoor hij maan
den lang in behandeling van dr. Fisscher is
geweest.
Engel Prins, hierna als getuige ge
hoord, verklaarde, dat het vorig jaar ver
dachte, toen hij hem aanhield, doch wegliep,
twee schoten op hem heeft gelost, zonder
waarschuwing.
De president: Voor den rechter
commissaris hebt u vertelaard, dat hij u vóór
14 jaar met de revolver heeft bedreigd, om
dat u uw naam niet wilde opgeven.
Getuige: Daar weet ik niets van.
De president tot verdachte: Uit de
verklaring van deze getuige blijkt, dat u wel
met vuurwapens op verdachte heeft geschoten.
Verdachte: Ik heb met mijn geweer
steeds geschoten om mijn collega's te waar
schuwen.
De president tot getuige: Dat is een
verklaring.
Getuige Koper verklaarde, dat verdachte
ook op hem en een vriend wel 10 schoten heeft
gelost. Verdachte heeft hem voorts gezegd,
dat Engel en de Kneutjes op moesten passen,
aangezien hij ze wel zou krijgen, omdat hij
gezien had, dat ze klemmen zetten. Getuige
is voorts van oordeel, dat wanneer verdachte
alleen schoot om zijn collega's te waar
schuwen, hij geen tien schoten achter elkander
behoefde te lossen.
De verdediger achtte het onmogelijk,
dat verdachte, als goed schutter op 25 M.
afstand zou hebben geschoten en niet zou
hebben geraakt.
De president wees getuige er op, dat
hij heeft te bedenken, dat verdachte in een
ongunstige positie verkeert en dat hij heeft
te bedenken, dat hij wel gemakkelijk met
steenen kan gooien, doch moet bedenken, dat
hij de zuivere waarheid heeft te zeggen.
Getuige: „Ik heb wat ik verklaarde,
direct medegedeeld aan Engel en andere
stroopers. kunt het ook aan hen vragen."
De president schorste hierop de zit
ting tot kwart voor wee.
Middagzitting.
De middagzitting ving aan met het ver
der hooren van verdachte door den presi
dent.
Ook in deze zitting puilde de publieke tri-
brune in alle hoeken.
De president sprak tegen verdachte
de veronderstelling uit, dat hij tegenover den
rijksveldwachter allereerst over het peule
schilletje van eigen pijn heeft gesproken om
een verweermiddel te hebben. Hij was ver
wonderd, dat zijn eerste mededeeling niet was
geweest „daar ligt iemand tengevolge van
mijn schot".
Verdachte kon hiervoor geen verklaring
geven.
Hierna werd als getuige gehoord P.
Groen, visscher te Egomnd aan Zee, die zei
de, dat verdachte met hem over de vele
stroopers in de duinen heeft gesproken en ge
zegd heeft, „dit moet uit zijn. Liever schiet
ik mijn geheele revolver leeg".
Verdachte ontkende dit, doch getui
ge handhaafde deze verklaring en deelde
nog mede, dat hij vóór 10 jaar, toen hii met
zijn broer in het duin was, door verdachte
met het geweer was bedreigd. Ook dit werd
door verdachte ontkend, waarop getuige de
houding aangaf, waarin verdachte stond
en zeide, dat verdachte zeide al met het ge
weer in den aanleg „als je niet blijft staan
schiet ik je voor voor je v. d.
De volgende getuige, de jachtopziener D
J. Koelemeij, had de Kneutjes eens bekeurd,
toen hij ze in het duin herkend had. K. Dek
ker was daarna bij hem aan huis gekomen
en had he mgezegd „kom maar eens achter
het huis. dan steek ik je aan het mes".
Later in het duin ontving hij van Jan Dek
ker een klap, met een lantaarn en later met
een stok en toen werd hij ook met het mes
bedreigd.
Hierop verscheen de visscher A. A. Dekker,
die verklaarde, dat hij den vorigen zomer met
twee vrienden in het duin was en een bekeu
ring ontving. Verdachte heeft hen daarna
met zijn geweer bedreigd en toen zij zeiden,
dit te zullen aangeven, zeide verdachte, dat
hij het proces-verbaal niet zou laten door
gaan. als ze drie maanden zwegen.
Verdachte geeft een andere lezing van het
gebeurde.
De president vond hierin aanleiding,
getuige op het gewicht van den eed te
wijzen, en hem de moeilijke positie van ver
dachte onder het oog te brengen. Getuige
bleef echter bij zijn verklaring.
Op een vraag van den president tot ver
dachte waarom hij gezegd heeft, dat hij geen
proces-verba.1 zou opmaken, zei verdachte,
dat hij de namen niet goed wist en ze dan
had moeten vragen.
Getuige W. Zwart was met den vorigen
getuige in het duin geweest, toen zij door
verd. werden aangehouden. Wij weigerden
onze naam op te geven, omdat wij als werk-
loozen de hooge boeten niet konden betalen.
De president: Maar u had toch niets
gedaan Juist als u weigert uw naam op te
geven, krijgt u moeite.
Getuige: Wij hebben onzen naam opgege
ven, nadat vedachte zijn revolver had getrok
ken en gedreigd had te schieten. Toen hij tot
bezinning kwam, zeide hij: „als jelui er bin
nen drie maanden werk van maakt, dan gaat
het proces-verbaal door".
Getuige W. ten Bruggencate, gem.-veld-
wachter te Egmond aan Zee, had wel veel
gehoord, doch was nooit met verdachte in
het duifi geweest. Over het algemeen kletsen
de jachtopzieners bijzonder veel en ook ver
dachte staat bekend, dat hij los is met de
tong. Over zijn betrouwbaarheid kon nij niet
oordeelen.
De president wees dezen getuige op zijn
verklaring voor den rechter-commissaris
Getuige zeide, dat dit sloeg op de praatjes
die hij over verdachte gehoord had. Wat de
Kneutjes betreft, zoolang hij veldwachter in
Egmond aan Zee is, heeft hij nooit iets met
hen gehad en Krijn Dekker stond bij hem als
een keurig persoon bekend.
Getuige J. Kramer, gemeenteveldwachter
te Egmond-Binnen, zeide verdachte als
zenuwachtig te kennen.
Wat de Egmonders betreft, zij hebben voor
een politieman meer respect.
De officier vroeg getuige door een voor
beeld duidelijk te maken, dat verdachte door
zijn zenuwachtigheid wel eens te doortas
tend is.
Getuige zeide, dat ook hij heeft ervaren,
dat verdachte zich op het standpunt stelt
„daar gaan wij" en dan al heel spoedig
angst toont.
De officier: Dan is hij ongevaarlijk, in
plaats van gevaarlijk.
De jachtopziener Tiemer zeide, dat ver
dachte zoolang hij met hem heeft gewerkt,
nooit misbruik van wapenen heeft gemaakt.
Het geven van waarschuwingsschoten door
verdachte, heeft hij nooit bijgewoond. Ook
kan hij zich niet herinneren tezamen met ver
dachte op verzet te zijn gestuit. Eenmaal
werd van den Berg op den grond geslagen,
toen spreker op een afstand was.
Brigadier B e r g s m a uit Wieringen, had
met verdachte in Egmond meermalen dienst
gedaan. Zijn optreden was dan altijd be
schaafd, doch bij treffers was hij zenuwach
tig en opgewonden. In zijn bijzijn had hij
nooit vuurwapens gebruikt, wel eens een
schot in de lucht. Dit is gebruikelijk om ande
re jachtopzieners te waarschuwen.
Op een vraag van den verdediger zei ge
tuige den indruk te hebben, dat verdachte pas
in nood van zijn vuurwapens gebruik zou
maken.
De o f f i c 1 e r ging het gebeurde meer
uitvoerig na, waarbij hij stil stond bij de af
spraak tusschen Minee en verdachte. De
hond van van den Berg trok hem inplaats
van in Noordelijke richting zooals was afge
sproken in Zuidelijke richting, hetgeen hij
van een politieman een tactische fout oor
deelde. De schermutseling besprekende,
bracht spr. in herinnering de verklaringen
van Minee, direct na het gebeurde en thans.
Dat men nu niet meer zoo positief is als
toen, begreep spr.. maar toch moet spr. de
mogelijkheid openlaten, dat er tusschen het
le en het 2e meer tijd is verloopen, dan tus
schen het 2e en 3e schot.
Onder dergelijke omstandigheden in het
donker te midden van de duinen, kon Minee
niet anders handelen dan hij deed en poog
de het slachtoffer zoo gauw mogelijk onder
dak te brengen. Een woord van lof aan het
adres van Minee voor zijn pogen om zijn
medemensch te redden, achtte spr. hier op
zijn plaats. Hij wees op de verklaring van
Dr. Hulst waardoor vast staat, dat de medi
sche hulp, in ieder geval te laat zou zijn ge
komen.
Vast staat, dat er drie schoten zijn gelost
en dat de waarneming in deze van C. Dekker
niet juist is.
Hoe de vuurstralen gegaan zijn ligt in het
duister.
Toen spreker met dr. Hulst het geval
besprak, dacht hij aanvankelijk, dat men
met een onopzette'ijk schot te doen had
doch thans denkt hij er anders over.
Het schot is opzettelijk in een gevecht
ge'ost. Wanneer K. D. zich niet verzet
har. zou het niet zoo ver zijn gekomen
Feit is, dat de rechterhand van ver
dachte toen Minee en hij uit elkander
gingen niets mankeerde en dat er een
minder zachte aanraking moet hebben
plaats gehad, met de hand en een hard
voorwerp.
Verdachte was zonder stok, terwijl de
stroopers een stok hadden.
Volgens de Instructies voor den onbe
zoldigd rijkv-wachter mag deze volgens
art. 18 een revolver dragen en daarvan
gebruik maken bij noodzakelilke zelf
verdediging en het keeren van geweld.
Verdachte beweerde uit zelfverdedi
ging te hebben gehandeld. Spr. is over
tuigd, dat ieder betreurde dat het drama
een dergelijk verloop heeft gehad en
<prak een woord van deelneming met
le nabestaanden van het slachtoffer.
De eisch luidde ten slotte: ontslag
van rechtsvervolging.
^Bümentund
CAFE AFGEBRAND.
Zou vandaag verkocht worden.
Hedennacht is aan den weg Nijmegen—
Grave het bekende café De Ieerdijk afge
brand door onbekende oorzaak. Het oude
café zou heden worden geveild. Alles brand
de af. Twee schuren bleven gespaard. Het
vee werd gered. Verzekering dekt de schade.
DE MISHANDELING TE
SCHAYCK (N.B.)
Het slachtoffer overleden.
De 55-jarige J. Biermans te Schayck, die
Zaterdagavond j.1. door eenige personen met
een ijzeren staaf is aangevallen en ernstig
werd mishandeld, is gisteravond zonder tot
bewustzijn te zijn gekomen aan de gevolgen
van de opgeloopen verwondingen in het Ca-
nisius ziekenhuis te Nijmegen overleden.
VERGOEDING VAN BEDORVEN
AARDAPPELEN.
Op schriftelijke vragen van den heer Weit-
kamp betreffende het verleenen van vergoe
ding aan landbouwers onder de gemeente
Smilde, wier aardappels in 1932 voor het
grootste deel door waterschade zijn bedor
ven, heeft de minister van economische za
ken en arbeid geantwoord dat aan deze aan
gelegenheid aandacht zal worden gewijd bij
het voorstel tot steun aan de verbouwers van
fabrieksaardappelen, oogst 1932, dat, naai
hij verwacht, weldra de Kamer zal kunnen
bereiken.
DE VERBODEN SCHILDERIJEN VAN
„DE ONAFHANKELIJKEN".
ten protest van „Links Richten".
Het bestaan van de arbeiders-schrij
vers collectief „Links Richten" heeft
heden den volgenden brief gezonden aan
het college van B en W. van Amster
dam:
„Met verontwaardiging namen wij
kennis van het ingrijpen van den lirec-
teur van het Stedelijk Museum in de
Zaterdag j.1. geopende jaaruijksche ten
toonstelling van De Onafhankelijker
In het bijzonder protesteeren wij ten
scherpste tegen de verwijdering van het
doek „Zalig zijn de armen van geest"
van Horst Strempel. Wij zien hierin een
hernieuwde buiging, die uw college
maakt voor de katholieke geestelijkheid,
zooals dat indertijd eveneens geschiedde
bij de kwestie van het gemengd baden
in de gemeentelijke zweminrichtingen,
bi de door uw college ten opzichte van
bepaalde film- en tooneelvoorstellingen
aangenomen houding en bij de aanwij
zing van lijdende personen in de Am-
sterdamsche kunstwereld.
De democratische tradities, waarop
men zich in Amsterdam pleegt te beroe
men, komen door de censuurmaatrege-
len van de directie van het Stedelijk Mu
seum in een zondering licht te staan. En
uw college keurt deze maatregelen blijk,
baar goed. Wij rtellen vast, dat uw col
lege zich daarmede op het standpunt ge
plaatst heeft van het noodverordenings
bewind, dat vorig jaar te Berlijn het
werk van revolutionnaire kunstenaars
van do aldaar gehouden expositie deed
verwijderen.
Wij protesteeren er tegen ,dat uw col
lege bepaalde kunstuitingen belemmert,
omdat het „katholieke volksdeel" zich
er misschien gekwetst door zou kunnen
achten. Er worden tallooze films, too-
neelstukken en schilderijen te Amster
dam vertoond, die de verontwaardiging
en de woede van het revolutionnaire
proletariaat opwekken. Wij wensch„n
daartegen echter geen fascistische be
schermingsmaatregelen. Als revolution
naire schrijcvers eischen wij echter voor
a'le revolutionnaire kunstenaars het
recht ou, ongestoord en onbelemmerd
hun werk op voet van gelijkheid met
ieder ander in de openbaarheid te kun
nen brengen. En elke poging, om dit
recht te beknotten, wijzen wij met be
slistheid af."
KORTE BERICHTEN.
De boottrein van het mailschip „Bakxj-
ran", dat hedenochtend te Marseille zal aan
komen, zal morgen te 7.16 uur te Roosendaal
arriveeren.
P. K., die Zaterdag te 's-Gravenhage is
aangehouden, doch op vrije voeten is gesteld
na verhoor over de verspreiding van op
ruiende pamfletten te Amsterdam, is gister
middag weer gearresteerd, thans wegens een
dergelijke verspreiding in Den Haag.
Naar de Voorw. meldt, heeft de burge
meester van Rotterdam de vertooning van De
Matrozen van Cattaro voor het Instituut van
Arbeidsontwikkeling op grond van de tijds
omstandigheden verboden. Het stuk was
reeds tweemaal voor het Instituut uitge
voerd.
IPxovittciaal 'tlieums
SCHAGEN.
Zondag heeft in het Noord-Hollandsch
Koffiehuis te Schagen een vergadering plaats
gehad van Esperantisten uit Hollands Noor
derkwartier. De vergadering was uitgeschre
ven door den heer K. Roggeveen, leeraar in
Esperanto en delegito van de U.E.A. De be
doeling was. de Esperantisten uit plaatsen,
waar nog geen Esperanto-club bestaat, in
een vereeniging bijeen te krijgen en dan ge
zamenlijk propaganda te maken. Na geani
meerde besprekingen, svelke deels in Espe
ranto, deels in het Hollandsch werden ge
voerd. wed de vereeniging opgericht met
een 25-tal leden uit verschillende plaatsen.
Voorloopig stelt de vereeniging zich het
volgende ten doelEens per maand zullen de
leden op Zondagmiddag bij elkaar komen,
om het Esperanto onderling te beoefenen. Er
mag dan geen Hollandsch worden gespro
ken. De vergaderingen zullen beurtelings in
verschillende plaatsen van Hollands Noor
derkwartier plaats hebben, zoodat de Espe
rantisten gelegenheid hebben met elkaar ken
nis te maken en met elkaar de belangen van
hun zaak te bespreken. Op deze manier kun
nen allen, die niet bij een club zijn aangeslo
ten, zich toch practisch oefenen.
Wanneer alles geregeld loopt, zullen pro-
pagandavergaderingen worden op touw ge
zet, om velen voor het Esperanto te winnen.
Bij voorkomende gelegenheden zal het Espe
ranto in de praktijk worden aangewend.
Het bestuur werd als volgt samengesteld:
voorzitter de heer K. Roggeveen te Schagen;
2e voorzitter de heer Schouwvlieger te Wie-
ringen; secr. mej C. M. Molenaar te Twisk,
2e secr. mej. A. Pranger te Breezand; pen
ningmeester de heer C. Govers te Den Helder.
De vereeniging zal den naam drau-fn..La
Norda Stelo".
Doordat het personeel der posle en
Kring-Zuid niet meer aan het station Hugo-
waord behoeft te wachten op de posttreinen,
die de avondbestellingen richting Helder—
Alkmaar en HoornAlkmaar aanbrengen,
gaat thans de avondbestelling ongeveer drie
kwartier eerder het kantoor uit.
Ook is de z.g. „uitgeb eide Zaterdag
avondbestelling" belangrijk ingekrompen,
zoodat naast de Kabel, die reeds eerder des
Zaterdagavonds geen post ontving, thans
oo de Boterweg. de Huigendijk, het Zuidelijk
deel van den Jannliinisweg, de Rustenbur
gerweg, de Korte Weg (Holwegje) en de
Oostdijk van deze bestelling verstoken zijn.
Het vaste personeel is nog oo zijn oude
sterkte gebleven, doch een hulpbesteller zal
geen dienst meer behoeven te doen. Echter
vervalt de z.g. vrije avond, die voorheen ieder
der bestellers eenmaal per we"k hud. Inolaats
daarvan treedt de z.g. vervroegde bestelling,
waarbij éné man des avonds om zeven uur
gereed is.
De Kwartel is heden in Bushir geland.
De Rijstvogel is te Jodhpur aange
komen.
Ten Provinciehuize van Arnhem zai Dins
dag een bespreking worden gehouden tus
schen Ged Staten van Gelderland en het mi
nisterie van waterstaat met vertegenwoordi-
5ers van de gemeentebesturen van Eist,
irnhem en Nijmegen, de Kamers van Koop
handel en Fabrieken vcor Arnhem en Maas
en Waal en de K.L.M. Een en ander dient ter
voorbereiding van de vestiging eener lucht-
haven voor Arnhem—Nijmegen.
VIJFTIG JAREN IN DEZELFDE
BETREKKING.
Vijftig jaren in dezelfde zadk te mogen
werken, het is een voorrecht, dat slechts heel
weinigen is beschoren. De heer C. Bakker,
wonende Verlengde Landstraat no. 6, is één
van die gelukkigen. Vandaag herdenkt hij
den dag dat hij een halve eeuw geleden als
circa 20-arig ongeling voor het eerst de
meelfabriek der firma Jan de Wit aan het
Fnidsen binnentrad. In het daarop volgende
naaar ging hij trouwen en dat het echtpaar
gedurende al de sedert dien verloopen tijd
met en voor elkaar gespaard bleef,' is een re
den te meer voor een felicitatie.
In de fabriek werd de jubilaris hedenmor
gen hartelijk toegesproken door den direc
teur ,den heer Igesz, die constateerde dat de
heer B. al de vervlogen 50 jaren een ijverige
en plichtgetrouwe werker was geweest, met
wien het hem een vreugde zou zijn nog eeni
ge jaren te mogen samenwerken. Als bewijs
van erkentelijkheid bood spr. hem een enve
loppe met inhoud aan.
Van de zijde van de familie van wijlen den
heer Jan de Wit mocht de heer B een geluk-
wensch en een cadeau ontvangen als bewijs,
dat ook zij den trouwen werker niet was
vergeten. Ook oud-collega's gaven door
cadeaux blijk van de vriendschap, die zij hem
toedroegen, terwijl voorts buren en huis
baas (de heer B woont al een 30-tal jaren
in dez^ltde woning) zich niet onbetuigd
hete*
i/
DE ARRESTATIE VAN DEN HEER
SNEEVLIET.
In aansluiting op het medegedeelde
onder Stadsnieuws in het eerste blad
tweede pagina meldt men nog:
In het uitvoerig verhoor, dat de rech
tercommissaris den verdachte afnam en
dat ongeveer 2 uur duurde, verklaarde
verdachte o.m.: „Het manifest werd
door mijzelf opgesteld op 4 Februari.
Het was egschreven als hoofdartikel
voor De Arbeid, Zondag 5 Februari werd
bekend, wat met de Ze/en Provinciën
was gebeurd. Ik gaf toen last het artikel
in manifestvorm te drukken en boven
dien werd een 2o00-tal losse manifesten
door mij besteld om te laten verspreiden
onder het marine-personeel. Dienzelfden
dag heb ik die manifesten ter hand ge
steld, aan personen, met opdracht om
deze te gaan verspreiden onder het ma
rinepersoneel o.a. in Den Heldei.
De bedoeling van de verspreiding van
De Arbeid was om de arbeiders aanslui
ting bij het N. A. S. te doen zoeken. In
bedoeld manifest spoorde ik aan, zoo
verklaarde verdachte, om het Engelsche
voorbeeld te volgen en om in onderling
overleg te treden betreffende een collec
tieve actie tot dienstweigering, overeen
komstig de actie door het Engelsche
larine-personeel van Invergordon des
tijds gevoerd en de nu gevoerde actie
door het marinepersoneel te Soerabaja.
Het motief van mijn handelwijze en speci
aal mijn motief om het artikel, hetwelk ;v
had geschreven toen ik hoorde van het J*
beurde met de Zeven Provinciën ook als mV
nifest te verspreiden was, om op die 'wiizè
door de door mij bedoelde actie van het m*
nne-personeel een beweging te verwekken die
zou leiden tot algemeene amnestie van het
Indische marinepersoneel en de gewelddari;
ge onderdrukking van de actie van het neSo
neel van de Zeven Provinciën zou vK'
men. Onder dienstweigering versta ik dat
het marinepersoneel nalaat het gehoorzamen
aan door meerderen gegeven bevelen.
Ongecorrigeerd
TWEEDE KAMER.
Vergadering van heden.
Aan den heer Kortenhorst werd verlof
verleend, de regeering op nader te bepalen
dag te interpelleeren over de onderhandelin-
ge, met Duitschland en de invoerrechten op
groenten, spek, kaas en eieren.
Aan de orde was daarna de Surinaamsche
begrooting voor 1933
De heer IJzerman besprak de ongeregeld-
heden op 7 Februari .1. te Paramaribo en be
pleitte meer steun voor het particulier initia
tief om de welvaart te bevorderen. Er wordt
niet genoeg gedaan ter bestrijding van de
werkloosheid.
De heer van Boetzelaer van Dubbeldan
zei, dat afbraak is toegepast om tot deze be
grooting te komen; het is goed dat de regee
ring niet i sgekomen met een algemeen wel-
vaartsplan. Spr. juichte toe, wat de regee
ring deed voor het mechanisch groot rijstbe
drijf.
EERSTE KAMER
Vergadering van heden
Besloten werd het wetsontwerp tot heffing
van opcenten op de gemeentefondsbelasting
en de vermogensbelasting tegelijk te behan
delen met de algemeene beschouwingen over
d- rijksbegrooting.
Jlir de Gijzelaar betoogde hierbij dat de
verschillende heffingen op de vermogens in
de huidige tijdsomstandigheden zeer onbillijk
werken. Hij zal echter nu deze zijn gekoppeld
aan de gemeentefondshelasting zijn stem aan
het ontwerp niet onthouden
Prof van Embden vrceg waarom het kabi
net in het conflict tusschen de Tweede Kamer
den minister van justitie dezen laatster
niet heeft les gelaten Onwil tot bezuiniger,
was zijns inziens ook bij den minister van
financiën aanwezig, toen spr. destijds sterke
bezuiniging op de militaire uitgaven be
pleitte.
ZEVEN PROVINCIËN.
Het antwoord op de debatten.
Aan het antwooru van den commandant
der zeemacht in Nederlandsch-Indië op de
Volksraad-debatten over de muiterij aan
boord van „de Zeven Prov'nciën" is het
volgende ontleend:
De regeering betreur1 dat haar eerste be
richtgeving, welke uiteraard niet van het ge
schil zelve afkomstig kon zijn, iot onaange
naam misverstand aanleiding gaf. De re-
gtéring maakie, 'zoodra haar bekend was, dat
ook een deel der Europeesche korporaals en
manschappen tot de muiters behoorde, zulks
onmiddellijk bekend. Te spreken van zgn.
muiterij is volstrekt onjuist. Voor de regee-
rinp staat vast dat hier welbewust is gehan
deld.
Bij het werpen van de eerste bom moet in
geen enkel opzicht aan opzet of vergissing
worden gedacht. Dei: commandant van de
Dornier vliegboot die de bom wierp, treft
geen enkele blaam
Tegenover den neer Thamrin verklaarde
spr., dat niet de regeering doch de muiters
geweld wilden. De regeering zal de moge
lijkheid onder oogen zien van de instelling
van een recherche-dienst bij de marine.
De sluiting van de zitting-
Aan de rede waarmee de voorzitter van de
Volksraad de zitting sloot is het volgende
ontleend
„De Zeven Provinciën-zaak is geen zaak
van blank of bruin, doch een zaak van be
grijpen of aantasten van het staatsbegrip of
het staatsgezag. Het verdwaasde gelach,
dat in het ver van de werkelijkheid gelegen
Nederlandsch-Indië ook maar een oogenblik
heeft kunnen klinken, was ernstiger dan de
ontploffing van de bom. Het incident is
thans geëindigd, het genezingsproces is be
gonnen en de genezing zelf is zeker, want
dit in een der woeligste hoeken gelegen Ne
derlandsch-Indië is een oase van regelmaat
en veiligheid, een der meest stabiele landen
der wereld.
De volle aandacht verdient de vraag van
het bestaan der bonden en de vraag of net
recht van vereeniging voor militairen, dat
door velen jaren lang als goed en modern
werd beschouwd, thans niet zoodanig is ge
bruikt of misbruikt, dat het in strijd is geko
men met de hoogste belangen van den staat
en moet verdwijnen of moet worden beperkt,
zooals in vele andere landen is geschied.
Spr. besloot zijn rede met de woorden
„Moge God dan de regeering kracht geven
voor de komende maanden. Aan den Volks
raad en het land het oordeel des onderschei®
en den wil tot samengaan, die in de komen®
maanden weieens meer noodig kunnen zip-
dan ooit tevoren". (Teekenen van instem
ming).
DE TOESTAND IN HET
VERRE OOSTEN.
Nota van Japan aan het V. B*
secretariaat.
Eenige uren voor de bijeenkomst *an
d-v buitengewone assemblee van den
V. B. heeft Japan het secretariaat e«n
ncta doen toekomen, waarin de gronden
voor de Japansche actie in de provincie
Jehol worden uiteengezet en toegelicn
op een begeleidende stafkaart- Volgen^
het protocol van 15 December 19-3- u
Japan verplicht de Mantsj oer'-'sche re-
gearing bij de verdediging van h*a
rechten te steunen. De huidige mint*"^
operatie moet niet worden keschou
als een opmarsch in China doch a's
Verdediging van Mantsjoekwo.