£uchtvaari Stad en Omgeving, £aatste Aedchteu Het requisitoir. HEERHTJGOWAARD, DE POSTVLUCHTEN OP INDIE LUCHTHAVEN IN GELDERLAND, had het onderspit te moeten delven en den ge nadeslag te ontvangen. De verdediger: De broer van verdachte heeft gezegd, dat het mes diende om de hon den af te weren. Getuige: Voor dezen hond zeker niet, want die bijt eerder in een koekje, dan in een mensch. Hierna volgde een verhoor van verdachte door den president. De verdachte gehoord- Verdachte erkende een anderen weg te zijn gegaan, dan hij met den rijksveldwachter was afgesproken. Hij liet zich trekken door zijn hond en stond plotseling tegenover een man, die met een stok naar hem sloeg. Ver dachte heeft de slagen een tijdje afgeweerd met zijn lantaarn en drie klappen ontvan gen. waarvan de eerste het meest piin deed. Verdachte heeft toen gezegd: „houdt op, Rijkspolitie*', doch de man zeide: Gvd., nou ga je er aan". Verdachte zeide toen te hebben geschoten en zoo laag mogelijk te hebben gericht. Hij had niet de bedoeling Dekker te doo- den, doch alleen de bedoeling om hem bui ten gevecht te stellen. Na een kort kruisver hoor van getuige Minee, door den verdedi ger, waarbij Minee zich niet van zijn stuk liet brengen, werd als getuige gehoord, de broer van het slachtoffer. Cornelis Dekker, die verklaarde, met zijn broer uit stroopen te zijn gegaan. Zijn broer was vreeselijk bang voor honden en had de dolk bij zich om een aanvallende hond er in te laten springen In de Kriin waren ze aan het stroopen met de liehbak. Zijn hond was loops en getuige vermoedde, dat de hond van v. d. Berg op het spoor van zijn hond is gekomen. Getuige hoorde n.1. plotseling het hijgen van een hond en een mensch en getuige zag, dat het Jopie was, die achter mijn broer aan ging Ik ging West een duin op en zag toen be neden mij een vooruitgaand electrisch licht, dat het kleine licht van mijn broer volgde, in vooruitgaande beweging. Dat deze lichten tegen elkander zijn geweest, ontkent getuige met stelligheid. Depresident zeide, dat getuige Mi nee anders verklaart. Getuige: Dat kan hij niet gezien hebben. Depresident:U bent niet zoo'n deskundige, dat U dit kan zeggen. Getuige gaf aan hoe hij stond te kij ken. Mogelijk is, dat er drie scnoten zijn ge lost, doch hij heeft de vuurstralen van twee gezien. Toen getuige dacht, dat zijn broer vrij was, ging hij verder en ging naar huis, waar hij de situatie vertelde. Spoedig kwam echter het bericht, dat hij aangeschoten was. De president: Kent u verdachte? Getuige: Ik denk het wel. (Gelach op de publieke tribune). De president waarschuwt en dreigt met ontruiming. Getuige, die 30 jaar is, zegt op 17- jarigen leeftijd aan het strand kennis gemaakt te hebben, toen hij zich bii een strik bevond. De mentaliteit van verdachte spreekt vol doende uit het feit, dat hij getuige door een hond liet waarschuwen, waarvoor hij maan den lang in behandeling van dr. Fisscher is geweest. Engel Prins, hierna als getuige ge hoord, verklaarde, dat het vorig jaar ver dachte, toen hij hem aanhield, doch wegliep, twee schoten op hem heeft gelost, zonder waarschuwing. De president: Voor den rechter commissaris hebt u vertelaard, dat hij u vóór 14 jaar met de revolver heeft bedreigd, om dat u uw naam niet wilde opgeven. Getuige: Daar weet ik niets van. De president tot verdachte: Uit de verklaring van deze getuige blijkt, dat u wel met vuurwapens op verdachte heeft geschoten. Verdachte: Ik heb met mijn geweer steeds geschoten om mijn collega's te waar schuwen. De president tot getuige: Dat is een verklaring. Getuige Koper verklaarde, dat verdachte ook op hem en een vriend wel 10 schoten heeft gelost. Verdachte heeft hem voorts gezegd, dat Engel en de Kneutjes op moesten passen, aangezien hij ze wel zou krijgen, omdat hij gezien had, dat ze klemmen zetten. Getuige is voorts van oordeel, dat wanneer verdachte alleen schoot om zijn collega's te waar schuwen, hij geen tien schoten achter elkander behoefde te lossen. De verdediger achtte het onmogelijk, dat verdachte, als goed schutter op 25 M. afstand zou hebben geschoten en niet zou hebben geraakt. De president wees getuige er op, dat hij heeft te bedenken, dat verdachte in een ongunstige positie verkeert en dat hij heeft te bedenken, dat hij wel gemakkelijk met steenen kan gooien, doch moet bedenken, dat hij de zuivere waarheid heeft te zeggen. Getuige: „Ik heb wat ik verklaarde, direct medegedeeld aan Engel en andere stroopers. kunt het ook aan hen vragen." De president schorste hierop de zit ting tot kwart voor wee. Middagzitting. De middagzitting ving aan met het ver der hooren van verdachte door den presi dent. Ook in deze zitting puilde de publieke tri- brune in alle hoeken. De president sprak tegen verdachte de veronderstelling uit, dat hij tegenover den rijksveldwachter allereerst over het peule schilletje van eigen pijn heeft gesproken om een verweermiddel te hebben. Hij was ver wonderd, dat zijn eerste mededeeling niet was geweest „daar ligt iemand tengevolge van mijn schot". Verdachte kon hiervoor geen verklaring geven. Hierna werd als getuige gehoord P. Groen, visscher te Egomnd aan Zee, die zei de, dat verdachte met hem over de vele stroopers in de duinen heeft gesproken en ge zegd heeft, „dit moet uit zijn. Liever schiet ik mijn geheele revolver leeg". Verdachte ontkende dit, doch getui ge handhaafde deze verklaring en deelde nog mede, dat hij vóór 10 jaar, toen hii met zijn broer in het duin was, door verdachte met het geweer was bedreigd. Ook dit werd door verdachte ontkend, waarop getuige de houding aangaf, waarin verdachte stond en zeide, dat verdachte zeide al met het ge weer in den aanleg „als je niet blijft staan schiet ik je voor voor je v. d. De volgende getuige, de jachtopziener D J. Koelemeij, had de Kneutjes eens bekeurd, toen hij ze in het duin herkend had. K. Dek ker was daarna bij hem aan huis gekomen en had he mgezegd „kom maar eens achter het huis. dan steek ik je aan het mes". Later in het duin ontving hij van Jan Dek ker een klap, met een lantaarn en later met een stok en toen werd hij ook met het mes bedreigd. Hierop verscheen de visscher A. A. Dekker, die verklaarde, dat hij den vorigen zomer met twee vrienden in het duin was en een bekeu ring ontving. Verdachte heeft hen daarna met zijn geweer bedreigd en toen zij zeiden, dit te zullen aangeven, zeide verdachte, dat hij het proces-verbaal niet zou laten door gaan. als ze drie maanden zwegen. Verdachte geeft een andere lezing van het gebeurde. De president vond hierin aanleiding, getuige op het gewicht van den eed te wijzen, en hem de moeilijke positie van ver dachte onder het oog te brengen. Getuige bleef echter bij zijn verklaring. Op een vraag van den president tot ver dachte waarom hij gezegd heeft, dat hij geen proces-verba.1 zou opmaken, zei verdachte, dat hij de namen niet goed wist en ze dan had moeten vragen. Getuige W. Zwart was met den vorigen getuige in het duin geweest, toen zij door verd. werden aangehouden. Wij weigerden onze naam op te geven, omdat wij als werk- loozen de hooge boeten niet konden betalen. De president: Maar u had toch niets gedaan Juist als u weigert uw naam op te geven, krijgt u moeite. Getuige: Wij hebben onzen naam opgege ven, nadat vedachte zijn revolver had getrok ken en gedreigd had te schieten. Toen hij tot bezinning kwam, zeide hij: „als jelui er bin nen drie maanden werk van maakt, dan gaat het proces-verbaal door". Getuige W. ten Bruggencate, gem.-veld- wachter te Egmond aan Zee, had wel veel gehoord, doch was nooit met verdachte in het duifi geweest. Over het algemeen kletsen de jachtopzieners bijzonder veel en ook ver dachte staat bekend, dat hij los is met de tong. Over zijn betrouwbaarheid kon nij niet oordeelen. De president wees dezen getuige op zijn verklaring voor den rechter-commissaris Getuige zeide, dat dit sloeg op de praatjes die hij over verdachte gehoord had. Wat de Kneutjes betreft, zoolang hij veldwachter in Egmond aan Zee is, heeft hij nooit iets met hen gehad en Krijn Dekker stond bij hem als een keurig persoon bekend. Getuige J. Kramer, gemeenteveldwachter te Egmond-Binnen, zeide verdachte als zenuwachtig te kennen. Wat de Egmonders betreft, zij hebben voor een politieman meer respect. De officier vroeg getuige door een voor beeld duidelijk te maken, dat verdachte door zijn zenuwachtigheid wel eens te doortas tend is. Getuige zeide, dat ook hij heeft ervaren, dat verdachte zich op het standpunt stelt „daar gaan wij" en dan al heel spoedig angst toont. De officier: Dan is hij ongevaarlijk, in plaats van gevaarlijk. De jachtopziener Tiemer zeide, dat ver dachte zoolang hij met hem heeft gewerkt, nooit misbruik van wapenen heeft gemaakt. Het geven van waarschuwingsschoten door verdachte, heeft hij nooit bijgewoond. Ook kan hij zich niet herinneren tezamen met ver dachte op verzet te zijn gestuit. Eenmaal werd van den Berg op den grond geslagen, toen spreker op een afstand was. Brigadier B e r g s m a uit Wieringen, had met verdachte in Egmond meermalen dienst gedaan. Zijn optreden was dan altijd be schaafd, doch bij treffers was hij zenuwach tig en opgewonden. In zijn bijzijn had hij nooit vuurwapens gebruikt, wel eens een schot in de lucht. Dit is gebruikelijk om ande re jachtopzieners te waarschuwen. Op een vraag van den verdediger zei ge tuige den indruk te hebben, dat verdachte pas in nood van zijn vuurwapens gebruik zou maken. De o f f i c 1 e r ging het gebeurde meer uitvoerig na, waarbij hij stil stond bij de af spraak tusschen Minee en verdachte. De hond van van den Berg trok hem inplaats van in Noordelijke richting zooals was afge sproken in Zuidelijke richting, hetgeen hij van een politieman een tactische fout oor deelde. De schermutseling besprekende, bracht spr. in herinnering de verklaringen van Minee, direct na het gebeurde en thans. Dat men nu niet meer zoo positief is als toen, begreep spr.. maar toch moet spr. de mogelijkheid openlaten, dat er tusschen het le en het 2e meer tijd is verloopen, dan tus schen het 2e en 3e schot. Onder dergelijke omstandigheden in het donker te midden van de duinen, kon Minee niet anders handelen dan hij deed en poog de het slachtoffer zoo gauw mogelijk onder dak te brengen. Een woord van lof aan het adres van Minee voor zijn pogen om zijn medemensch te redden, achtte spr. hier op zijn plaats. Hij wees op de verklaring van Dr. Hulst waardoor vast staat, dat de medi sche hulp, in ieder geval te laat zou zijn ge komen. Vast staat, dat er drie schoten zijn gelost en dat de waarneming in deze van C. Dekker niet juist is. Hoe de vuurstralen gegaan zijn ligt in het duister. Toen spreker met dr. Hulst het geval besprak, dacht hij aanvankelijk, dat men met een onopzette'ijk schot te doen had doch thans denkt hij er anders over. Het schot is opzettelijk in een gevecht ge'ost. Wanneer K. D. zich niet verzet har. zou het niet zoo ver zijn gekomen Feit is, dat de rechterhand van ver dachte toen Minee en hij uit elkander gingen niets mankeerde en dat er een minder zachte aanraking moet hebben plaats gehad, met de hand en een hard voorwerp. Verdachte was zonder stok, terwijl de stroopers een stok hadden. Volgens de Instructies voor den onbe zoldigd rijkv-wachter mag deze volgens art. 18 een revolver dragen en daarvan gebruik maken bij noodzakelilke zelf verdediging en het keeren van geweld. Verdachte beweerde uit zelfverdedi ging te hebben gehandeld. Spr. is over tuigd, dat ieder betreurde dat het drama een dergelijk verloop heeft gehad en <prak een woord van deelneming met le nabestaanden van het slachtoffer. De eisch luidde ten slotte: ontslag van rechtsvervolging. ^Bümentund CAFE AFGEBRAND. Zou vandaag verkocht worden. Hedennacht is aan den weg Nijmegen— Grave het bekende café De Ieerdijk afge brand door onbekende oorzaak. Het oude café zou heden worden geveild. Alles brand de af. Twee schuren bleven gespaard. Het vee werd gered. Verzekering dekt de schade. DE MISHANDELING TE SCHAYCK (N.B.) Het slachtoffer overleden. De 55-jarige J. Biermans te Schayck, die Zaterdagavond j.1. door eenige personen met een ijzeren staaf is aangevallen en ernstig werd mishandeld, is gisteravond zonder tot bewustzijn te zijn gekomen aan de gevolgen van de opgeloopen verwondingen in het Ca- nisius ziekenhuis te Nijmegen overleden. VERGOEDING VAN BEDORVEN AARDAPPELEN. Op schriftelijke vragen van den heer Weit- kamp betreffende het verleenen van vergoe ding aan landbouwers onder de gemeente Smilde, wier aardappels in 1932 voor het grootste deel door waterschade zijn bedor ven, heeft de minister van economische za ken en arbeid geantwoord dat aan deze aan gelegenheid aandacht zal worden gewijd bij het voorstel tot steun aan de verbouwers van fabrieksaardappelen, oogst 1932, dat, naai hij verwacht, weldra de Kamer zal kunnen bereiken. DE VERBODEN SCHILDERIJEN VAN „DE ONAFHANKELIJKEN". ten protest van „Links Richten". Het bestaan van de arbeiders-schrij vers collectief „Links Richten" heeft heden den volgenden brief gezonden aan het college van B en W. van Amster dam: „Met verontwaardiging namen wij kennis van het ingrijpen van den lirec- teur van het Stedelijk Museum in de Zaterdag j.1. geopende jaaruijksche ten toonstelling van De Onafhankelijker In het bijzonder protesteeren wij ten scherpste tegen de verwijdering van het doek „Zalig zijn de armen van geest" van Horst Strempel. Wij zien hierin een hernieuwde buiging, die uw college maakt voor de katholieke geestelijkheid, zooals dat indertijd eveneens geschiedde bij de kwestie van het gemengd baden in de gemeentelijke zweminrichtingen, bi de door uw college ten opzichte van bepaalde film- en tooneelvoorstellingen aangenomen houding en bij de aanwij zing van lijdende personen in de Am- sterdamsche kunstwereld. De democratische tradities, waarop men zich in Amsterdam pleegt te beroe men, komen door de censuurmaatrege- len van de directie van het Stedelijk Mu seum in een zondering licht te staan. En uw college keurt deze maatregelen blijk, baar goed. Wij rtellen vast, dat uw col lege zich daarmede op het standpunt ge plaatst heeft van het noodverordenings bewind, dat vorig jaar te Berlijn het werk van revolutionnaire kunstenaars van do aldaar gehouden expositie deed verwijderen. Wij protesteeren er tegen ,dat uw col lege bepaalde kunstuitingen belemmert, omdat het „katholieke volksdeel" zich er misschien gekwetst door zou kunnen achten. Er worden tallooze films, too- neelstukken en schilderijen te Amster dam vertoond, die de verontwaardiging en de woede van het revolutionnaire proletariaat opwekken. Wij wensch„n daartegen echter geen fascistische be schermingsmaatregelen. Als revolution naire schrijcvers eischen wij echter voor a'le revolutionnaire kunstenaars het recht ou, ongestoord en onbelemmerd hun werk op voet van gelijkheid met ieder ander in de openbaarheid te kun nen brengen. En elke poging, om dit recht te beknotten, wijzen wij met be slistheid af." KORTE BERICHTEN. De boottrein van het mailschip „Bakxj- ran", dat hedenochtend te Marseille zal aan komen, zal morgen te 7.16 uur te Roosendaal arriveeren. P. K., die Zaterdag te 's-Gravenhage is aangehouden, doch op vrije voeten is gesteld na verhoor over de verspreiding van op ruiende pamfletten te Amsterdam, is gister middag weer gearresteerd, thans wegens een dergelijke verspreiding in Den Haag. Naar de Voorw. meldt, heeft de burge meester van Rotterdam de vertooning van De Matrozen van Cattaro voor het Instituut van Arbeidsontwikkeling op grond van de tijds omstandigheden verboden. Het stuk was reeds tweemaal voor het Instituut uitge voerd. IPxovittciaal 'tlieums SCHAGEN. Zondag heeft in het Noord-Hollandsch Koffiehuis te Schagen een vergadering plaats gehad van Esperantisten uit Hollands Noor derkwartier. De vergadering was uitgeschre ven door den heer K. Roggeveen, leeraar in Esperanto en delegito van de U.E.A. De be doeling was. de Esperantisten uit plaatsen, waar nog geen Esperanto-club bestaat, in een vereeniging bijeen te krijgen en dan ge zamenlijk propaganda te maken. Na geani meerde besprekingen, svelke deels in Espe ranto, deels in het Hollandsch werden ge voerd. wed de vereeniging opgericht met een 25-tal leden uit verschillende plaatsen. Voorloopig stelt de vereeniging zich het volgende ten doelEens per maand zullen de leden op Zondagmiddag bij elkaar komen, om het Esperanto onderling te beoefenen. Er mag dan geen Hollandsch worden gespro ken. De vergaderingen zullen beurtelings in verschillende plaatsen van Hollands Noor derkwartier plaats hebben, zoodat de Espe rantisten gelegenheid hebben met elkaar ken nis te maken en met elkaar de belangen van hun zaak te bespreken. Op deze manier kun nen allen, die niet bij een club zijn aangeslo ten, zich toch practisch oefenen. Wanneer alles geregeld loopt, zullen pro- pagandavergaderingen worden op touw ge zet, om velen voor het Esperanto te winnen. Bij voorkomende gelegenheden zal het Espe ranto in de praktijk worden aangewend. Het bestuur werd als volgt samengesteld: voorzitter de heer K. Roggeveen te Schagen; 2e voorzitter de heer Schouwvlieger te Wie- ringen; secr. mej C. M. Molenaar te Twisk, 2e secr. mej. A. Pranger te Breezand; pen ningmeester de heer C. Govers te Den Helder. De vereeniging zal den naam drau-fn..La Norda Stelo". Doordat het personeel der posle en Kring-Zuid niet meer aan het station Hugo- waord behoeft te wachten op de posttreinen, die de avondbestellingen richting Helder— Alkmaar en HoornAlkmaar aanbrengen, gaat thans de avondbestelling ongeveer drie kwartier eerder het kantoor uit. Ook is de z.g. „uitgeb eide Zaterdag avondbestelling" belangrijk ingekrompen, zoodat naast de Kabel, die reeds eerder des Zaterdagavonds geen post ontving, thans oo de Boterweg. de Huigendijk, het Zuidelijk deel van den Jannliinisweg, de Rustenbur gerweg, de Korte Weg (Holwegje) en de Oostdijk van deze bestelling verstoken zijn. Het vaste personeel is nog oo zijn oude sterkte gebleven, doch een hulpbesteller zal geen dienst meer behoeven te doen. Echter vervalt de z.g. vrije avond, die voorheen ieder der bestellers eenmaal per we"k hud. Inolaats daarvan treedt de z.g. vervroegde bestelling, waarbij éné man des avonds om zeven uur gereed is. De Kwartel is heden in Bushir geland. De Rijstvogel is te Jodhpur aange komen. Ten Provinciehuize van Arnhem zai Dins dag een bespreking worden gehouden tus schen Ged Staten van Gelderland en het mi nisterie van waterstaat met vertegenwoordi- 5ers van de gemeentebesturen van Eist, irnhem en Nijmegen, de Kamers van Koop handel en Fabrieken vcor Arnhem en Maas en Waal en de K.L.M. Een en ander dient ter voorbereiding van de vestiging eener lucht- haven voor Arnhem—Nijmegen. VIJFTIG JAREN IN DEZELFDE BETREKKING. Vijftig jaren in dezelfde zadk te mogen werken, het is een voorrecht, dat slechts heel weinigen is beschoren. De heer C. Bakker, wonende Verlengde Landstraat no. 6, is één van die gelukkigen. Vandaag herdenkt hij den dag dat hij een halve eeuw geleden als circa 20-arig ongeling voor het eerst de meelfabriek der firma Jan de Wit aan het Fnidsen binnentrad. In het daarop volgende naaar ging hij trouwen en dat het echtpaar gedurende al de sedert dien verloopen tijd met en voor elkaar gespaard bleef,' is een re den te meer voor een felicitatie. In de fabriek werd de jubilaris hedenmor gen hartelijk toegesproken door den direc teur ,den heer Igesz, die constateerde dat de heer B. al de vervlogen 50 jaren een ijverige en plichtgetrouwe werker was geweest, met wien het hem een vreugde zou zijn nog eeni ge jaren te mogen samenwerken. Als bewijs van erkentelijkheid bood spr. hem een enve loppe met inhoud aan. Van de zijde van de familie van wijlen den heer Jan de Wit mocht de heer B een geluk- wensch en een cadeau ontvangen als bewijs, dat ook zij den trouwen werker niet was vergeten. Ook oud-collega's gaven door cadeaux blijk van de vriendschap, die zij hem toedroegen, terwijl voorts buren en huis baas (de heer B woont al een 30-tal jaren in dez^ltde woning) zich niet onbetuigd hete* i/ DE ARRESTATIE VAN DEN HEER SNEEVLIET. In aansluiting op het medegedeelde onder Stadsnieuws in het eerste blad tweede pagina meldt men nog: In het uitvoerig verhoor, dat de rech tercommissaris den verdachte afnam en dat ongeveer 2 uur duurde, verklaarde verdachte o.m.: „Het manifest werd door mijzelf opgesteld op 4 Februari. Het was egschreven als hoofdartikel voor De Arbeid, Zondag 5 Februari werd bekend, wat met de Ze/en Provinciën was gebeurd. Ik gaf toen last het artikel in manifestvorm te drukken en boven dien werd een 2o00-tal losse manifesten door mij besteld om te laten verspreiden onder het marine-personeel. Dienzelfden dag heb ik die manifesten ter hand ge steld, aan personen, met opdracht om deze te gaan verspreiden onder het ma rinepersoneel o.a. in Den Heldei. De bedoeling van de verspreiding van De Arbeid was om de arbeiders aanslui ting bij het N. A. S. te doen zoeken. In bedoeld manifest spoorde ik aan, zoo verklaarde verdachte, om het Engelsche voorbeeld te volgen en om in onderling overleg te treden betreffende een collec tieve actie tot dienstweigering, overeen komstig de actie door het Engelsche larine-personeel van Invergordon des tijds gevoerd en de nu gevoerde actie door het marinepersoneel te Soerabaja. Het motief van mijn handelwijze en speci aal mijn motief om het artikel, hetwelk ;v had geschreven toen ik hoorde van het J* beurde met de Zeven Provinciën ook als mV nifest te verspreiden was, om op die 'wiizè door de door mij bedoelde actie van het m* nne-personeel een beweging te verwekken die zou leiden tot algemeene amnestie van het Indische marinepersoneel en de gewelddari; ge onderdrukking van de actie van het neSo neel van de Zeven Provinciën zou vK' men. Onder dienstweigering versta ik dat het marinepersoneel nalaat het gehoorzamen aan door meerderen gegeven bevelen. Ongecorrigeerd TWEEDE KAMER. Vergadering van heden. Aan den heer Kortenhorst werd verlof verleend, de regeering op nader te bepalen dag te interpelleeren over de onderhandelin- ge, met Duitschland en de invoerrechten op groenten, spek, kaas en eieren. Aan de orde was daarna de Surinaamsche begrooting voor 1933 De heer IJzerman besprak de ongeregeld- heden op 7 Februari .1. te Paramaribo en be pleitte meer steun voor het particulier initia tief om de welvaart te bevorderen. Er wordt niet genoeg gedaan ter bestrijding van de werkloosheid. De heer van Boetzelaer van Dubbeldan zei, dat afbraak is toegepast om tot deze be grooting te komen; het is goed dat de regee ring niet i sgekomen met een algemeen wel- vaartsplan. Spr. juichte toe, wat de regee ring deed voor het mechanisch groot rijstbe drijf. EERSTE KAMER Vergadering van heden Besloten werd het wetsontwerp tot heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting en de vermogensbelasting tegelijk te behan delen met de algemeene beschouwingen over d- rijksbegrooting. Jlir de Gijzelaar betoogde hierbij dat de verschillende heffingen op de vermogens in de huidige tijdsomstandigheden zeer onbillijk werken. Hij zal echter nu deze zijn gekoppeld aan de gemeentefondshelasting zijn stem aan het ontwerp niet onthouden Prof van Embden vrceg waarom het kabi net in het conflict tusschen de Tweede Kamer den minister van justitie dezen laatster niet heeft les gelaten Onwil tot bezuiniger, was zijns inziens ook bij den minister van financiën aanwezig, toen spr. destijds sterke bezuiniging op de militaire uitgaven be pleitte. ZEVEN PROVINCIËN. Het antwoord op de debatten. Aan het antwooru van den commandant der zeemacht in Nederlandsch-Indië op de Volksraad-debatten over de muiterij aan boord van „de Zeven Prov'nciën" is het volgende ontleend: De regeering betreur1 dat haar eerste be richtgeving, welke uiteraard niet van het ge schil zelve afkomstig kon zijn, iot onaange naam misverstand aanleiding gaf. De re- gtéring maakie, 'zoodra haar bekend was, dat ook een deel der Europeesche korporaals en manschappen tot de muiters behoorde, zulks onmiddellijk bekend. Te spreken van zgn. muiterij is volstrekt onjuist. Voor de regee- rinp staat vast dat hier welbewust is gehan deld. Bij het werpen van de eerste bom moet in geen enkel opzicht aan opzet of vergissing worden gedacht. Dei: commandant van de Dornier vliegboot die de bom wierp, treft geen enkele blaam Tegenover den neer Thamrin verklaarde spr., dat niet de regeering doch de muiters geweld wilden. De regeering zal de moge lijkheid onder oogen zien van de instelling van een recherche-dienst bij de marine. De sluiting van de zitting- Aan de rede waarmee de voorzitter van de Volksraad de zitting sloot is het volgende ontleend „De Zeven Provinciën-zaak is geen zaak van blank of bruin, doch een zaak van be grijpen of aantasten van het staatsbegrip of het staatsgezag. Het verdwaasde gelach, dat in het ver van de werkelijkheid gelegen Nederlandsch-Indië ook maar een oogenblik heeft kunnen klinken, was ernstiger dan de ontploffing van de bom. Het incident is thans geëindigd, het genezingsproces is be gonnen en de genezing zelf is zeker, want dit in een der woeligste hoeken gelegen Ne derlandsch-Indië is een oase van regelmaat en veiligheid, een der meest stabiele landen der wereld. De volle aandacht verdient de vraag van het bestaan der bonden en de vraag of net recht van vereeniging voor militairen, dat door velen jaren lang als goed en modern werd beschouwd, thans niet zoodanig is ge bruikt of misbruikt, dat het in strijd is geko men met de hoogste belangen van den staat en moet verdwijnen of moet worden beperkt, zooals in vele andere landen is geschied. Spr. besloot zijn rede met de woorden „Moge God dan de regeering kracht geven voor de komende maanden. Aan den Volks raad en het land het oordeel des onderschei® en den wil tot samengaan, die in de komen® maanden weieens meer noodig kunnen zip- dan ooit tevoren". (Teekenen van instem ming). DE TOESTAND IN HET VERRE OOSTEN. Nota van Japan aan het V. B* secretariaat. Eenige uren voor de bijeenkomst *an d-v buitengewone assemblee van den V. B. heeft Japan het secretariaat e«n ncta doen toekomen, waarin de gronden voor de Japansche actie in de provincie Jehol worden uiteengezet en toegelicn op een begeleidende stafkaart- Volgen^ het protocol van 15 December 19-3- u Japan verplicht de Mantsj oer'-'sche re- gearing bij de verdediging van h*a rechten te steunen. De huidige mint*"^ operatie moet niet worden keschou als een opmarsch in China doch a's Verdediging van Mantsjoekwo.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 10