DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. MacDonald zet zijn plan uiteen. No. 65 Vrijdag 17 Maart 1933 135e Jaargang „Een plan, dat niemand geheel tevreden stelt, maar dat toch zeer veel goeds bevat". Een lange redevoering. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. tranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEREN. ONTVAN GEN DE TOT DIEN DATUM VER SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. Ilii het JUtcientettt Den Haag, 16 Maart 1933. De heer Moltmaker (s.d.a.p.) opende heden de voortzetting der besprekingen van de be grooting van defensie in de Eerste Kamer met een anti-militaristische redevoering, waarin hij erkende een defensie-nihilist te zijn, die geen cent besteed wilde zien voor leger en. vloot. Ons leger kan toch niets uit richten, gelijk reeds in 1914 is gebleken. In het bijzonder ging hij daarbij te keer tegen de opvattingen van den heer De Savornin Lohman. In tegenstelling met dezen brak hij den staf over den veelbesproken cadet, die hier ter stede wat te daadwerkelijk de zijde van de politie had gekozen. Verder keurde spr. de handhaving der cavalerie af; zij is volkomen overbodig evenals de rijdende artil lerie. Dat defensie niet voldoende op de hoogte zou zijn van de Nederlandsche wa- Ïenindustrie; sprekers partij is zulks wel. en slotte beweerde hij, dat de klachten en grieven van leger en vloot hij noemde er eenige door de autoriteiten in den wind worden geslagen, zoo niet onjuist behan deld. De heer Blomjous (r.k.) drong aan op groote zorg voor ons veldleger, dat Zuid-Ne derland in de eerste plaats zal moeten be schermen tegen een mogelijken vijand. On danks het Kellogg-pact en Volkenbond dreigt nog steeds oorlog. Onze weermacht moet zoo paraat mogelijk worden gehouden. Zelfs de vrijzinnig-democraten schijnen daarvoor iets te gaan gevoelen. Spr. waarschuwde ten slotte tegen den invloed der militaire en ma ritieme bonden. De heer Kranenburg (v.d.) achtte het voor het oogenblik overbodig met een scheidenden minister den degen te kruisen. Vandaar het zwijgen van zijn collega van Embden. In- tusschen deed spr. een protest hooren tegen de rede van den heer De Savornin Lohman, welke hij op verschillende punten becriti- seerde. Intusschen handhaafde spr. tegenover den heer Blomjous, dat zijn partij vóór nationale ontwapening geporteerd blijft. De heer Visser (r.k.) verdedigde tegenover den heer Moltmaker het beleid des ministers inzake de bonden en pleitte het bestaans recht van het leger, bewezen o.a. door de gebeurtenissen van 1914. Toen kreeg minister Deckers het woord tot beantwoording der sprekers. De mobili satieslachtoffers dit aan mevr. Pothuis Smit en den heer De Bruijn worden naar recht en wet behandeld. Maar er zijn perso nen, tegenover wie enkel billijkheid kan wor den betracht. En dat geschiedt ook. Spr. achtte de bestaande regeling bevredigend. Wat aangaat de oud-gepensionneerden, het is niet mogelijk enkel voor dezen wijzi ging in onze pensioenwetgeving aan te brengen. Doch. spr. pleegt overleg met zijn collega van financiën in hoeverre aan hun wenschen is tegemoet te komen. De dienstweigeraars treden niet altijd zoo eerbiedwaardig op als mevr. PothuisSmit schijnt te vermoeden. Het is een wijze maat regel de dienstweigeraars een jaar langer in burgerlijke betrekking te houden dan in mi litairen dienst. Propaganda voor dienstwei gering kan bij de weermacht niet door de re geering worden gemaakt. Wat betreft het ge vaar voor de burgerlijke bevolking, voort spruitend uit aanvallen van vliegtuigen en gasaanvallen, die bevolking kan best mede- er t a om maatregelen daartegen te nemen. da!fontwapenaars zijn aangewezen om ülede te werken. Zoolang er nog rvnl-Ik!0, bestaan, kunnen wij onze wa- niet missen, ook niet de particu- fi,r K»Ü,a,Penmdustrie- Wat de vermindering r,-n aPen'ng betreft, onze delegatie te Ge- de fabrikant d werk 06 bewering, dat vfnriën St t bom- die de Zeven Pro- fif rpLr j fen> een complimentje van betreft jiacL-gekre2en- is valsch. Wat die hnn^rnm van de schepelingen, derincr af °u^en naar een verboden verga- Sfhin i i flg^en' wenscht spr. af te E?,é",ShSffspraak ,ao he' H°°s Mi- Of de bouw van forten door België voor prIctfkVn1ti-k kanwWOrden- kan slechts de Ck"?1JZen- MaaJ" of alle artikelen, die tief 7ii„ ,tk Z,J" geVd' weI volkomen objec- van z n a g ?en ^twijfelen. De inzichten maatregel tremen ,en de reeds genomen deelen gn "r an Spr hier «chter niet mede- regelen is nno i longste reorganisatiemaat- worden a 'egerniet minder paraat ge- tact geblevtenm7elf«atieVa0rSChriften zijn in nomen om worden maatregelen ge- te maken entueele mobilisatie nog vlotter in ^937^gehpp|r<^en kr,uiser betreft, deze za! 8 eel gereed zijn. Voor een goede selectie van ons marinepersoneel worden reeds maatregelen genomen, in de eerste plaats door aanneming van betrouwbare jongelieden, die buiten schadelijke invloeden zullen worden gehouden. Omtrent den geest onder de schepelingen, hoog zoowel als laag van rang, wordt een ernstig onderzoek inge steld. Gelukkig zijn er vele betrouwbare ele menten. Wat den veelgenoemden cadet betreft, hij heeft gedaan wat zijn plicht was, is echter blijkbaar wat te ver gegaan en dat is hem duidelijk gemaakt. Spr. zette tegenover den heer De Bruijn uiteen, dat de afvloeiing en andere bezuini gingsmaatregelen in de practijk goed wer ken. Praktisch is het onmogelijk aan de mi litaire politie vergoeding van kleeding te ge ven, doch spr. wil wel verbetering van haar positie overwegen. Dat de minister partijdig zou optreden te genover andersdenkenden op politiegebied. is een volkomen valsche aantijging van den heer Moltmaker. Maar revolutionnairen kunnen niet tot onze, weermacht behooren. Blijven zij daarbij, dan vertoonen zij bewij zen van geestelijk verval. Aan opheffing van cavalerie en rijdende artillerie kan niet gedacht worden. De bewe ring, dat het aantal klachten bij marine en leger legio zou zijn, noemde de minister in beleefden parlementairen vorm, volkomen ge logen. Hij weet het uit eigen ervaring, dat dit fantasie is. Dit geldt ook voor klachten over onrechtmatige straffen. Applaus weer klonk na deze rede des ministers, waarna het debat werd gesloten. De begrooting werd hierop goedgekeurd met 22 tegen 9 stemmen (soc.-dem. en vrijz.- dem.) Na de pauze kwam aan de orde de begroo ting van buitenlandsche zaken, waarbij de eerste spreker, de heer Van den Bergh (lib er zijn bevrediging over uitsprak, dat de be sprekingen over een tractaat met België niet zijn hervat, doch dat wel economische aange legenheden worden behandeld. Maar wan neer de minister verklaart, dat de onderhan delingen over een tractaat stilliggen, hoe rijmt zich dan daarmede de verklaring van den Belgischen minister Hijmans, dat de on derhandelingen voortgezet worden en zelfs opschieten. Spr. klaagde ernstig over de ge ringe mededeelzaamheid des ministers en men berust te veel in dit gebrek aan deferen tie. Spr. lichtte dit nader toe. De heer De Savornin Lohman (c.h.) behan delde het militair verdrag tusschen België en Frankrijk en prees het in onze regeering, dat zij bij den Volkenbond aangedrongen had, op grond van art. 18 van het statuut, het tractaat te publiceeren. Jammer, dat dit vergeefsche moeite is geweest en de regee ring daarin heeft berust. De politiek des mi nisters in dezen kritiseerde spr. zeer scherp. Vervolgens besprak de heer Lohman de hou ding des ministers in zake het tractaat van Nederland met België en verweet den mi nister zich niet te houden aan het bekende zooveel belovende memorandum van 1929, zelfs de onderhandelingen over een nieuw tractaat zijn geheel stilgelegd. Met ingeno menheid heeft spr. nu in de memorie van antwoord gelezen, dat het opvolgend ministe rie volkomen vrijstaat bij verdere onderhan delingen. Blijkbaar zijn de zaken stopgezet, afgestuit op de compensaties. Wij kunnen dus terug tot 1929. Maar intusschen blijft de houding de sministers in deze zaak beden kelijk en spr. bespaarde hem dan ook zijn kritiek niet. waarbij hij gelegenheid vond uit een te zetten, hoe geleidelijk de tegenstanders van de oorspronkelijke plannen zich tot één punt hebben gecombineerd Met de publicatie van het memorandum van 1929 heeft men in direct een goede daad gedaan door de be langstelling te prikkelen, waardoor de pu blieke opinie ook een stem in het kapittel heeft gekregen en dus ook het parlement. Spr. besloot met aan de toekomstige regee ring eenige aanwijzingen te geven, hoe in deze zaak te handelen. De heer Kranenburg (v.d.) besprak de houding van den Volkenbond tegenover vij andig optreden van een der leden en criti- seerae de op dit punt getroffen regelingen, welke ons wellicht in moeilijkheden kunnen brengen. De heer Mendeis (s d.a.p.) kwam op tegen de rede van den heer Lohman, dien nij ken merkte als een „edelfascigt", gelijk men ook edelkarpers heeft. Daarom verbaasde snr. zich, dat de heer Lohman die van inmenging van het parlement in regeeringszaken door gaans niets wil weten, thans zoo democra tisch critiseert de houding van den minister, die te weinig parlement en openbare mee ning kent en het verdrag tusschen België en Frankrijk. En niet anders is zijn houding ten opzichte van onze onderhandelingen met België. .aft Spr. vond hierin de Janus-houding (waar voor hij een vermaning van den voorzitter opliep) en fulmineerde verder tegen den heer Lohman en zijn volgelingen. De vergadering werd hierop tot morgen verdaagd. Dan is de heer Van Embden aan het woord. 2)xiQ£Üiksch O veezicht Onder zeer groote belangstelling heeft MacDonald gisteren in de vergaderzaal de algemeene commissie van de ontwapenings conferentie zijn ideeën en pjlannen uiteen gezet. Het ontwerp, dat van zeer groot be lang is voor het slagen der conferentie, be vat de volgende vijf belangrijke punten: 1. Er wordt een Ontwapeningsverdrag ge sloten voor den duur van 5 jaren; 2. Het verdrag houdt essentieel in op de basis van het Hoover-plan een vermindering en beperking der bewapeningen met de vast legging in cijfers van de sterkten van leger en vloot der afzonderlijke landen, met inbe grip van Duitschland; 3. De instelling van een internationale controle op de bewapening 4. Een permanente ontwapeningscommis sie zal worden ingesteld, welke de verdere vermindering der bewapening zal nagaan en oplossingen zal voorstellen voor de tot nu toe nog onopgeloste moeilijkheden 5. Cty het gebied der veiligheid moet een politieke samenwerking der regeeringen be staan en een conferentie der mogendheden moet worden bijeengeroepen in geval van een schending of een dreigende schending van het Kellogg-pact. De legersterkten. Het ontwerp voorziet in een leger voor Duitschland ter sterkte van 200.000 man, voor Frankrijk 400.000 man, Polen 200.000 man, Italië 250.000 man, Sovjet Rusland 500.000 man, België 75.000, Tsjechoslowa- kije 100.000 man. Voor de artillerie wordt als maximum-kali ber vastgesteld 105 m.M., tanks zullen maxi maal 16 ton mogen inhouden. Op het gebied der vloot wordt voorgesteld de intrekking der clausule der ontwapenings bepalingen van het Verdrag van Versailles en de bijeenkomst van een nieuwe vlootconfe- rentie geëischt. Het luchtbombardement wordt verboden. Het aantal vliegtuigen zal voor ieder land werden bepaald. Voor Frankrijk, Italië, Sov jet-Rusland, Engeland en Japan wordt dit vastgesteld op 500 toestellen, voor de overige landen blijft de huidtge toestand gehand haafd. De bouw van nieuwe luchtschepen wordt verboden. De chemische en bacteriologische oorlog wordt verboden op de basis der tot nu toe ge nomen conferentiebesluiten. Het nieuwe ontwapeningsverdrag vervangt de tot nu toe geldende ontwapeningsbepalin gen der vredesverdragen voor Duitschland, Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije. Redevoering van MacDonald. MacDonald, bovengenoemde vijf punten besprekende, hield een lange redevoering, welke o.m. werd aangehoord door Daladier, Paul Boncour, Simon, Gibson, Nadolny en Beek. De Engelsche staatsman zeide o.a. het volgende: De conferentie is thans in haar laatste be slissende fase getreden. De ontwapening van meer dan 60 staten moet worden ten uitvoer gelegd. De Engelsche regeering heeft den moed de conferentie te willen helpen en haar openlijk te zeggen, wat gedaan moet worden. De mannen van goeden wil moeten thans eens een besluit nemen en de verantwoorde lijkheid op zich nemen. Een langjarige vriend, wien spreker zeer hoog schat, een ge trouw dienaar van den internationalen vrede, wjen hij het volle vertrouwen schenkt, heeft hem gezegd: „óf Duitschland wordt gerech tigheid en vrijhei toegestaan of Europa stort ineen". (Op een vraag van een der journa listen, heeft MacDonald later persoonlijk medegedeeld, dat bedoelde vriend is de Duit- sche minister van buitenlandsche zaken Frei- herr v. Neurath). Alle staten nu moeten tot een verzekering van den vrede bijdragen. De ontwapende mogendheden eischen thans ge rechtigheid en vrijheid, de bewapende mach ten evenwel moeten door de vermindering hunner bewapeningen bijdragen in het vre deswerk. De bijdrage der ontwapende staten moet bestaan in het herstel van het weder- zijdsche vertrouwen, van den goeden wil het wederzijdsch begrip, veiligheid en interna tionalen vredé. Deze bijdrage moet in een „pool'' worden samengevoegd. MacDonald baseerde het verdere deel van zijn redevoering op de verklaring der vijf groote mogendheden op 11 December afge legd. Hij zeide als president der vijfmogend- hedenconfereotie te spreken. v Door de verklaring van 11 December j.1. zijn twee beslissende punten geregeld: 1. De veiligheid, door het afzien van geweld; 2. De rechtsgelijkheid in etappen. Een verdaging der conferentie, aldus vervolgde MacDonald, zou beteekenen dat de conferentie is mislukt. De Engelsche regeering heeft daarom een nieuw voorstel uitgewerkt, d a t wel is waar niemand zal kun nen tevreden stellen, maar, aldus de eerste minister, wie aan de be langen van 60 naties wil tege moet komen is een dwaas. Het geheele probleem is het karakter der veilig heid te wijzigen. Het Engelsche plan voor ziet in een overgangsperiode voor bewapen de en ontwapende staten. Het trekt voor nie mand partij, doch houdt het midden. De con ferentie is een ontwapeningsconferentie, geen bewapeingsconferentie. MacDonald verklaar de vervolgens, dat thans definitief besloten moet worden de cijfers vast te stellen voor de vermindering der bewapeningen. Zes jaren lang.heeft men geschuwd deze beslissende kwestie onder oogen te zien. Eenige naties hebben geweigerd openlijk met elkander te spreken. Daaraan moet een einde komen. In dien de conferentie mislukt, indien het Engel sche plan mocht worden verworpen, zal de geheele ontwikkeling met grooten spoed in de richting van een catastrophe gaan. Het is een lafheid geen risico te willen aanvaarden Oifers moeten worden gebracht. Heeft de wereld nog niet genoeg van tegenstellingen en oorlogsgevaar. De dam van den vrede moet worden opgericht. MacDonald deed ten slotte een beroep op de conferentie rekening te houden met de eischen van dit uur en het gezond verstand te laten heerschen. Nadolny zeide. dat de Duitsche regeering zich voorbehoudt het Engelsche voorstel nauwkeurig te bestudeeren, maar dat zij hoopt, dat de uiteenzettingen van den Engel- schen premier door de geheele wereld zullen worden gehoord en een goed onthaal zullen vinden juist -bij diegenen, die de verantwoor delijkheid voor den vrede ter wereld dragen De Duitsche regeering hoopt voorts, dat de algemeene toestemming der conferentie zal worden verkregen voor zoo'n verdrag en dat de beslissende stap in deze richting ook de oplossing van andere politieke kwesties, in het bijzonder van rechtsgelijkheid, zal verge makkelijken. Dit voorstel kan tot practisch resultaat leiden. De Fransche premier Daladier uitte zijn tevredenheid. Frankrijk wenscht een alge meen vredesverdrag en een effectieve con trole, vermindering der bewapening in etap pen en de vorming van de voor ontwapening vereischte internationale atmosfeer. Ook de vertegenwoordigers van Amerika en Italië verklaarden ingenomen te zijn met het Engelsche plan. De onderhandelingen werden vervolgens verdaagd tot de volgende week ten einde gelegenheid te geven de voor stellen nader té bestudeeren. Bizonderheden van het Engelsch voorstel. Het nieuwe Engelsche ontwapeningsplan behandelt in het eerste de Kwestie der veiligheid. Het verdrag berust op het Kellogg-pact. Iedere oorlog en schending van dit pact wordt ver klaard tot een kwestie, welke alle staten be treft en beteekent een schending der verplich. tingen jegens alle staten. Bij een schen ding of dreigende schending van het Kellog- pact kan, indien vijf mogendheden, van wie een groote, dit eischen de conferentie door den Volkenbond worden bijeengeroepen. De besluiten der conferentie moeten de toe stemming hebben van alle groote mogend heden en de meerderheid der overige staten. Deze conferentie behandelt de te treffen maatregelen en wijst den schuldige aan. Ver dere bepalingen betreffende de kwestie der veiligheid worden in het ontwerp-verdrag niet behandeld. Het ontwerp behandelt voorts in zijn be langrijkste deel in 96 artikelen de vermin dering en beperking der bewapeningen, in het bizonder van het oorlogsmateriaal. De militaire africhting voor de continentaal- Europeesche legers raag niet langer duren dan 8 maanden, doch in bepaalde gevallen kan een verlenging»tot twaalf maanden wor den toegestaan. De militaire scholing van alle organisaties, behalve die onder regee- ringscontrole staan, is verboden. De bereke ning der effectieven geschiedt volgens de tot nu toe goedgekeurde methodes. Het ontwerp bevat hiervoor een tabel, woarin de niet te overschrijden maxima worden vastgesteld. Regeling van het oorlogs materiaal. In het hoofdstuk betreffende de regeling van het oorlogsmateriaal wordt een maximum kaliber vastgesteld van 10.5 c. M. voor mobiel veldgeschut, voorloopig mag evenwel het aanwezige geschut van een kaliber tot hoogstens 15 c.M. behouden blij ven. Nieuw te vervaardigen geschut mag evenwel de grens van 10.5 c.M. niet over schrijden. De maximale tonnage van tanks wordt bepaald op 16 c.M. Het verboden oor logsmateriaal moet voor een derde binnen een jaar, voor het overige binnen drie jaren na het van kracht worden van het verdrag worden vernietigd. Vlotbe wapening. Het hoofdstuk betreffende de maritieme bewapening wijst op de reeds bereikte resultaten ter conferenties van Londen en Washington, waarvan de be palingen zullen worden uitgebreid tot Frank, rijk en Italië De vlootkrachten der overige mogendheden moeten op grond van de hui dige cijfers worden gestabiliseerd. De nieuw bouw van oorlogsschepen moet door alle sta ten worden gestaakt, met uitzondering van Italië, dat zal worden toegestaan een slag schip op stapel te zetten, zooals de Dunquer- que. De bouw van kruisers met geschut bo ven 20 c.M. wordt verboden onder voorbe houd van de bepalingen van het Londensche Vlootbedrag. Tot 31 December 1936 mogen Frankrijk en Italië noch nieuwe onderzeeërs laten bouwen noch onderzeeërs koopen. De geheele tonnage voor onderzeebooten blijft voorloopig vrij. De vlootpositie van Duitsch land blijft ongewijzigd tot het jaar 1937. L u c h t m a c h t. Op het gebied der lucht strijdkrachten wordt bepaald, dat de groote mogendheden Engeland, Frankrijk, Ver- eenigde Staten, Japan, Italië en Sovjet-Rus land 500 militaire vliegtuigen mogen hebben, Polen, Spanje en Tsjecho-Slowakije ten hoog ste 200, België, Roemenie en Nederland ten hoogste 150, Zweden, Zwitserland en Noor wegen 75, Littauen, Letland en Denemar ken 50. Geen militair vliegtuig mag een eigen gewicht hebben van meer dan 3 ton. Luchtschepen. Het bouwen of aan- koopen van luchtschepen wordt verboden voor den geldigheidsduur van het verdrag. De militaire vliegtuigen, welke de maximum grens overschrijden moeten voor de eene helft voor 30 Juni 1936, voor de andere helft voor het expireeren vas het verdrag worden ver nietigd. Alle mogendheden moeten het totaal aantal hunner civiele vliegtoestellen en de bizonderheden betreffende hun burgerlucht vaart mededeelen aan de permanente ontwa peningscommissie. De uitgaven voor de bur gerluchtvaart moeten den Volkenbond wor den medegedeeld en worden gepubliceerd. Permanente ontwapenings commissie. Een permanente ontwape ningscommissie bestaande uk vertegenwoor digers van alle mogendheden moet de nood zakelijke voorbereidingen treffen voor de tweede tappe der ontwapeningsconferentie. De commissie heeft het recht van onderzoek ingeval van een schending van het Ontwape ningsverdrag ter plaatse, na een met 2<3 meerderheid aangenomen besluit. Geldigheidsduur 5 jaren. Het verdrag heeft een geldigheidsuur van vijf jaren met uitzondering van de op 31 Decem ber 1936 afloopende bepalingen betreffende de maritieme strijdkrachten. Het verdrag voorziet er in dat in geval van oorlog of bij 'bedreiging der nationale veilig heid iedere regeering voorloopig de bepalin gen van het verdrag behalve dan het verbo den bombardement uit del ucht en den che- mischen en bacteriologischen oorlog kan in trekken. De betreffende staat moet later zijn bewapening weer terugbrengen tot het bij het verdrag vastgestelde niveau. He verdrag zal geratificeerd worden door de constitutionneele organen. Het laatste. 96de, artikel van het verdrag bepaalt, dat de overeenkomst de huidige be palingen der verdragen van Versailles, St. Germain, Trianon en Neuilly voor Duitsch land. Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije ver vangt. JSuUwtand WEENSCHE PRESIDENT VAN POLITIE AFGETREDEN. De Weensche president van politie, Brandl, is afgetreden. De leiding zal voorloopig in handen zijn van vice-president Seydl Dit af treden staat in verband met het ontruimen van het gebouw van het vroegere ministerie van binnenlandsche zaken, waar in den nacht van Donderdag de Heimwehren war er bijeengekomen. NAT AMERIKA! Biervoorstellen in den senaat aangenomen. De Amerikaansche senaat heeft gister het biervoorstel aangenomen en het alcoholper centage vastgesteld op 3,95 Het gewij zigde voorstel gaat Vrijdag ter goedkeuring naar het huis van afgevaardigden terug. DE STRIJD IN OOST-AZIE. Chineezen zetten algemeen tegenoffensief in. Het Chineesche ministerie van oorlog deelt mede: Op 15 Maart hebben de Chineesche troe pen na zwaar artillerievuur het offensief over het geheele front in de richting van den Grooten Muur ingezet. Na den vierden bajonetaanval hebben de Chineezen Tsan- pingoean bezet. Hier worden de gevechten nog voortgezet. Ook tusschen Sjanhaikwan en Tsingwangtau beginnen de Chineezen een offensief op de Japansche stellingen Het is hun, volgens Chineesche berichten, gelukt op enkele plaatsen door het Japansche front heen te breken. De chef der daar strijdende Chineesche legers heeft bevel gegeven Sjan haikwan te bezetten. Japansche bevestiging. Het Japansche oppercommando bevestigt dat d? Chineezen aan den Grooten Muur het ojfeiisyi hebben ingezet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1