Alkmaarsche Courant. VAN SPIONNEN EN SPIONNAGE Radionieuws !fauUleUut Rechtszaken Het mysterie van het diamanten kruis. Honderd yljl en dertigste Jaargang. VRIJDAG 17 HAART. I No 65 1933 Zaterdag 18 Maart. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend VARA). 8.Gramofoonplaten. 9.VARA-Klein- orkest o l.v. P. Duchant. 10.— VPRO-mor- genwïjding. 10.15 Voor Arb. in de Continu bedrijven: VARA-kleinorkest o.l.v. P. Du- chant, VARA-tooneel o.l.v. W. van Cappel- len en Janny van Oogen, declamatie. 12 De Notenkrakers", o.l.v. D. W ins en gramo foonplaten. 2.- Zenderverzorging. 2.15 Gramofoonplaten. 2.50 Causerie door J. van Zadelhoff. 3.10 Gramofoonplaten. 3.40 Radio-technische causerie door Ir. Kunst. 4VARA-Balalaika-orkest o.l.v. Powarjef. 4.30 Inst. v. Arb. Ontw. 4.50 „De Fliereflui ters", o.l.v. H. de Groot, m. m. v. A de Booy. 5.40 Literaire causerie door A. M. de Jong. 6.Concert door „De Wielewaal", o.l.v. P. Tiggers. 6.30 Vioolrecital door A. Knorre. 7.— S. de Wolf spreekt over Marx. 7.30 Herh. SOS-berichten. 7.32 Gramofoonmu- ziek. 7.45 Orgelspel door Joh. Jong, m. m. v. Leo Fuld, zang. 8.15 Revue „De Bilt seint", van Meyer Hamel en Rido. 9 30 Toespraak door A. de Vries. 9.40 VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot. 10.„De Dorpsbarbier". 10.15 VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot. 11.Vaz Dias. 11.15 VARA orkest o.l.v. Hugo de Groot. Huizen296 M. (Uitsluitend KRO). 8.9.15 en 10.Gramofoonplaten. 11.30— 12.Godsd. halfuurtje. 12.151.45 Trio concert. 2.Voor de jeugd. 2.30 Kinderuur. 4.Gramofoonplaten. 4.30 Orkestconcert. 5.15 Causerie. 5.30 Vervolg concert. 5.50 Zangvoordracht. 6.Vervolg orkestconcert. 6 20 Lezing. 6.40 Vervolyg concert 7.10 en 7.45 Causerie. 8.11.Schlagermuziek m. m. v. solisten. 8.35 en 11.Vaz Dias. 11.05 —12.Gramofoonmuziek. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.501105 Tijdsein, berichten. 12.20 Or gelspel S. Gustard. 1.20 Commodore Grand- orkest o.l.v. J. Muscant. 2.20 Gramofoonpl 3 25 Reportage Rugbywedstrijd Schotland Engeland. 5.05 Orgelspel H. Ramsay. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berich.en. 6.50 Sportrepor- tage. 7.05 Welsh Intermezzo. 7.25 Lezing. 7 50 Studentenliederen door A. Cranmer en een Mannenkoor o.l.v. Daimaine. 8.20 Vau deville. 9.20 Berichten en lezing. 10. Radio Militair-orkest o.l.v. B. Walton O'Donnell. 10.50 Lezing. 10.55—12.20 Am- brose en zijn Band. Parijs Radio-Paris", 1724 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 9.20 Orkestconcert. 12.20 Concert door het Omroeporkest. 8 20 Caba retprogramma. 9.05 Concert door Rosati. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Concert tiit Rest. „Wivex". 1.502.20 Gramofoonpl. 2.50—4.50 Omroeporkest o.l.v. F. Rees en. 7.5011.20 Dansmuziek voor de oude ge neratie door het Omroeporkest m. m. v. solis ten o.l.v. Launy Gröndahl. Langenberg, 473 M. 6.25 en 7.23 Gramo foonplaten. 11.20 Weragkamerorkest o.l.v. Spitz. 12.20 Concert o.l.v. Wolf. 1.55 Gra mofoonplaten. 4.20 Concert door Mandoline- kwartet. 7.20 Gevarieerd programma. 9.50 Concert o.l.v. Wolf. 11.2012.20 Gramo foonplaten. Rome, 441 M. 8.05 Uitzending uit een theaterd. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Concert o.l.v. A. Felleman. 1.30 Gramofoon platen. 5.20 Omroeporkest o.l.v. Fr. André. 8.20 Omroeporkest o.l.v. Fr. André. 9.05 Hoorspel. 9.20 Vervoig concert. 10.30 Gra mofoonpl ten. 10.50 Max Alexys' orkest. 508 M.: 12.20 Gramofoonmuziek. 1.30 Con cert o.l.v. A. Felleman. 5.20 Dansmuziek. 6 35 Gramofoonplaten. 6 50 Piano-recital. 7 05 Hoorspel. 7.20 Gramofoonpl. 8.20 „De rrie", drama van L. Dubois m. m. v. het Om roeporkest o.l.v. Kumps. 11.20 Gramofoonpl Zeesen, 1635 M. 7.25 Militair concert door 3 Stafmuziekcorpsen (Uit Freiburg). 9 25 en 10.05 Berichten. 10.2011.20 Dansmuziek door Oscar Joost en zijn orkest. uit het Engelsch van Chester K. S. Steele door A W. v. E.—v. R. 1) HOOFDSTUK L Het tikkende horloge. Slechts één geluid verbrak de haast tast bare stilte in den juwelierswinkel op dien noodlottigen morgen in April. Dat geluid was het tikken van het horloge in de hand van de doode vrouw. Buiten kletterde de regen. Geen hevige plasregen, die lustig op de parapluies neer stortte en gezwollen, riviertjes vormde in de goten, vanwaar zij naar de riolen stroomde, een hoop stokjes, bladeren en vuil met zich meevoerend. Geen van wind en stormvlagen vergezeld gaande regen, die iemand ver- heugd binnenshuis zou houden bij een vroo- lijk vuur, met een pijp en een boek. Het was een motregeneen druilige regen, die door een flauw windje nu hier-, dan daarheen werd geblazen; alsof geen der beide ele menten zich veel om zijn taak bekommerde, namelijk het volkomen doorweeken van dat deel van het heelal in het bijzonder dat de omgeving van Colchester vormde, en het op zijn gemak deed. Bij den ongelijken strijd had de zon reeds igauw haar poging opgegeven, door de lood grijze wolken heen te dringen en had haar straten op andere plaatsen gericht op be- nrijwge steden, op lachende dorpjes en boer derijen. loven, rondom, beneden, aan alle (tweede serie) VII. Een die aan beide kanten stond. Toen in den vroegen morgen van 11 No vember 1918 de kanonnen aan het Westelijk front plotseling zwegen, stond de strijd tu's- schen witte en roode troepen in Rusland op het punt om krachtig uit te breken. In dezen strijd, die door verschillende vroegere kei zerlijke generaals met meer of minder geluk en in verschillende deelen van Rusland is ge streden, vormde de spionnage en contra spionnage een niet onbelangrijk element. Overigens, zoo merkt Vigilant terecht op, welk een verschil niet voor den spion, die in normalen oorlogstijd in handen van den vijand valt, en een spion, die in handen van de Sovjetlegers viel. Voor den eerste de vrij wel zekere en onmiddellijke dood, komende uit de loopen van een twaalftal op hem gerichte ~eweren. Voor den laatste niet minder zeker- eid van een dergelijk einde, wat echter eerst bereikt wordt, nadat onraenschelijke wreed heden jegens hem zijn begaan en martelingen op hem zijn toegepast, waarbij die van de Fransche revolutie in de schaduw kunnen worden gesteld. Ter verklaring, zeker niet ter verontschuldiging van zulke daden want daarvoor is geen verontschuldiging kan slechts dienen, dat de Sovjetlegers in hooge mate de gevaren van de contra-spionnage hebben ondervonden. Tal van lieden, die zich, hetzij uit lafheid, hetzij uit geldzucht hadden laten aanwerven voor den Sovjetdienst, wer den verraders van de Sovjetgeheimen, zoodra zij dit met eigen veiligheid of winstbejag in overeenstemming achtten. In die omstandig heden kan het niet verwonderen, al is het daarom niet goed te praten, dat tegenover spionnen, die op heeterdaad worden betrapt, in de Sovjetlegers een regime heerschte van de ergste verschrikkingen. Ten allen tijde zijn er in Rusland spionnen geweest, die met voorliefde aten van twee wallen. Zij dienden de eene en de andere par tij, en deden er hun voordeel mede. Maar wei nigen gelukte het dit tot het einde toe vol te houden, en voor het meerendeel werden zij het slachtoffer van een wraakneming of van de eene of andere zijde. Een der weinigen, die bijna tot het laatste oogenblik toe succes heeft gehad met een steeds veranderde trouw, was de voormalige Keizerlijke Russische Raadsheer Orlof, die enkele jaren geleden in Duitschland werd gevangen genomen, be trapt op spionnage, bij wiens proces zoowel op politiek als op commercieel gebied de meest onverwachte zaken te voorschijn kwa men. Orlof was een zoon van arme ouders, die hem intusschen met groote opofferingen in staat hadden gesteld te studeeren. Na zijn examen kwam hij in den staatsdienst, waarin hij goed voldeed. Hij diende als Reserve-offi cier in den Russisch-Japanschen oorlog, en verkreeg door de voorspraak van zijn chefs in 1907 een belangrijken burgelijken post in Sl. Petersburg. Geen wonder, dat hij carrière maakte, zoodanig, dat hij reeds bij den aan vang van den oorlog het hoofd der politieke beschuldigingen was in alle geheime zaken van het Tsaristische regime. Al behoorde Or lof niet eigenlijk gezegd tot de Ochrana. als politie-magistraat kon hij over hare gehei men en hare dossiers beschikken. Lenin, Trotzky, Stalin en welke andere vooraan staande revolutionnairen niet, die tevoren en thans de hoogste posities in den Russischen Staat hebben ingenomen, zijn vermoedelijk voor hem verschenen en meer dan een hunner heeft hij in verbanning naar Siberië gezon den Practisch gesproken kwamen alle poli tieke misdrijven, die in de zeven jaren voor het uitbreken van den oorlog werden begaan, onder zijn oogen, zoodat hij alle gelegenheid had om de wegen van de politieke spionnage en ook van de contra-spionnage van de regee ring te bestudeeren. Zijn naam werd met af schuw in de revolutionnaire kringen ge noemd; evenzeer als hij velen hunner ter dood had veroordeeld, werd hij in het geheim menigmaal ten doode gewijd. Maar telken male ontsnapte hij aan de tegen hem ge richte aanslagen, gelijk hij ook ontsnapte toen bij de politieke ommekeer in 1917, de Sivjetrgeeering een prijs op zijn hoofd stelde. Orlof slaagde erin te ontsnappen met medeneming van een niet onbelangrijk aan tal, zeker niet onbelangrijke documenten. Deze kostbare bagage vergezelde hem op al zijn reizen, totdat hij tenslotte aankwam in het hoofdkwartier van Generaal Denikin, waar hij met open armen welkom werd gehee- ten. Dat was op het oogenblik dat Denikin's witte legers vrij dicht in de nabijheid van kanten omhulde de regen Colchester, het door en door van water doortrekkend, er in fijne straaltjes op neerplenzend, het bespren kelend, het bijna verbergend in nevel en mist als een vochtig kil dek. Vroegere krantenjongens slopen door de gladde straten en beproefden hun nattige koopkaar er voor te beschermen louter vloei papier te worden. Het gebel der enkele trams, die de vroege zwoegers naar hun werk moesten brengen, klonk als door een deken van mist. Het hoefgetrappel der paar den voor de melkwagens klonk gedempt en het gerinkel der flesschen scheen van verre weg te komen, als over een woelig meer. Huiverend, in zwijgend protest, stapte James Darcy uit zijn warme bed en kleedde zich aan. Het gemopper werd een luid ge mor, toen hij op zijn pantoffels door den gang boven den juwelierswinkel liep, en langs de privé-trap naar beneden ging, naar het winkelgedeelte. Het electrisch licht tegenover de massieve brandkast scheen naar hem te staren als het lodderig oog van een dronkaard, die, na den nacht in vroolijk gezelschap te hebben doorgebracht, zich op onverklaarbare wijze in de grauwe ochtendschemering op zijn eigen deurstoep vindt. „Het regent", mompelde James Darcy, terwijl hij zich uitstrekte om de lamp boven de kleine tafel aan te steken, waar hij de kostbare steenen in zeldzame en prachtige gouden en platine voorwerpen zette. „Regen en kou! Ik wou dat er verwarming aan was!" De mist scheen van buiten in den juwe lierswinkel te zijn binnengedrongen. Hij warrelde om de glinsterende uitstalkasten, teruggekaatst door het geslepen glas, danste weg van de zilveren bekers, brak in de lieht- Moskou waren; op hetzelfde oogenblik dat Koltsjak in actie was en ook vanuit de Balti- sche Staten het Communistisch gezag werd bedreigd. Er was den Generalissimus uiter aard veel aan gelegen om van de voornemens zijner bolsjewistische tegenstanders op de hoogte te geraken en te blijven. Orlof, men iet zijn moed bewonderen, bood zich aan in de rijen zijner tegenstanders te gaan rkennen. Temeer, omdat hij zich den kor. ten tijd, dien hij bij Denikin s leger door bracht, gehaat had gemaakt door de vervol- gingen, die hij jegens politieke tegenstanders instelde en de meedoogen1oos h e i d, waarmede hij eiken rooden spion naar het schavot ver wees. Maar Orlof slaagde erin in de Sovjet kwartieren binnen te dringen hij verzamelde gegevens niet alleen, maar hij wist ook tegen, mijnen in het kamp van den vijand te leggen Hij organiseerde zoowel te Moskou als te Petrograd een contra-spionnage, verricht door lieden, die hij kende en op wie hij kon vertrouwen. Zelfs slaagde hij er werkelijk in om in de plaatsen in en om Moskou agenten aan te stellen, die hem dagelijks van waarde volle berichten voorzagen. Teneinde zoo goed mogelijk zijn gevaar lijke missie te volbrengen was Orlof erin ge slaagd om in een ondergeschikte gevangenis in Petrograd een post van eenige beteekenis te verkrijgen. Hij was daar, zonderlinge spe ling van het nooalot, belast met het uitoefe nen van toezicht op degenen, die als verdacht van contra-spionnage, waren gevangen geno men. Dat werk deed hij niet alleen zoo intel ligent, doch ook zoo uitermate nauwkeurig dat zijn directe chefs meenden hem voor be langrijker diensten te kunnen bestemmen. Het gelukte hem als lid der Tcheka te worden aangenomen, en niet alleen op de hoogte te geraken van de voornaamste geheimen dezer organisatie, doch ook door haar te worden gebruikt om verschillende missies te vervul len. Toen hij plotseling verdween, moet men begrepen hebben, dat men in hem een contra spion had toegelaten. Maar wat Generaal Denikin, die hem hartelijk welkom heette, en die zijn diensten terecht op hoogen prijs stel de, eerst later heeft vernomen, is, dat Orlof zijn post in de gevangenis en in de Tcheka met werkelijk hartstochtelijke gestrengheid heeft uitgeoefend. Men zou hebben kunnen aannemen dat hij, in dienst der Witten, ver want met de Witten, op hun standpunt staan de, die spionnen van de Tcheka, welke tot zijn partij behoorden, milder zou hebben behan deld en zou hebben gespaard wanneer dit kon zonder eigen veiligheid te benadeelen. Maar niets van dit alles. In de gevangenis was hij de hardvochtigst denkbare dienaar zijner roode meesters, die daarom ook ten- vel le werd vertrouwd en bij de Tcheka was er geen, die meer tot in de diepste diepte der ge heimenissen doordrong. Men vraagt zich af of Orlof in dien tijd wel zelf geweten heeft aan welken kant zijn sympathieën waren en voor welke zijde van het Rood-witte front hij werkte. Nadat Denikin verslagen en gevlucht was, slaagde Orlof er natuurlijk in om Rusland te ontvluchten. Hij vertoefde meest in Londen en Parsij, en bood zijn diensten zoowel aan het contra-revolutionnaire, in het buitenland gevestigde Rusland als aan de Sovjet-regee ring aan. Hij diende een korten tijd als kok in de Sovjet-ambassade te Londen, maar later behoorde hij tot den staf van Grootvorst Nicolaas, na wiens cléod hij te Berlijn werd gezien. Daar is hij gearresteerd, verdacht van spionnage ten nadeele van Duitschland Dat was spionnage noch ten voordeele var. het Tsaristisch, noch fen voordeele van Sov jet-Rusland, het was spionnage ten voordeele van hemzelf en zijn eigen zak. Inderdaad, het onderzoek bracht aan het licht, dat het spion- nagebureau, in wiens dienst Orlof zich had gesteld, was opgericht en onderhouden door een aantal Duitsche autoriteiten, en dat on der bescherming van de beambten-po!itie, die zich tot een eigen Intelligence Service had den vereenigd. Zij, die daarvoor betaalden, zagen hun eigen chefs of hun ondergeschik ten bespionneerd, maar ook elkander en het publiek in het algemeen. Niets bleek voor de slimme dienaren van dit particulier spion- nagebureau onmogelijk; het legde geluidsop- vangers in de huizen aan, het zorgde voor be. trouwbare personen, kortom het spande al die strikken aan de onvoorzichtigen, die voor de spionnagediensten der verschillende landen dagelijksch werk zijn. Orlof was de aange wezen deskundige in Russische zaken, en nij bracht dan ook het grootste deel van zijn tiid door in een der onder controle staande inrich tingen, waar hij officieele papieren verschaf te, die toegang gaven tot de geheimen der Sovjet-politiek, en de Russisch-EHiitsche han- puntjes van de tanden der vorken, werd tot breede vlekken op de lemmetten der messen, en zocht zich wellicht een weg door de sple ten in de brandkast, waar hij de diamanten, de robijnen, de saffieren, de aquamaryns, de parels, de jade- en bloedsteenen in een wit ten nevel hulde. De bloedsteenen Vreemd, dat James Darcy daaraan dacht, terwijl hij naar den regen buiten keek; het voortdurende getik op de ruiten hoorde en de nevel- en mist wolken binnen en buiten den winkel zag dwarrelen. Vreemd en Toen hij op het op den vloer liggende lichaam staarde dat een afschuwelijke roode vlek als een vroolijk lint in het witte haar had dacht hij eerst, dat het zwakke, aanhoudende geluid, dat de kamer scheen te vullen, het geklop was van haar hart. Doch toen hij, van vrees vervuld, goed toe luisterde, hoorde hij, dat het 't tikken was van het horloge in de hand van de doode vrouw. James Darcy wreef zich de oogen uit, alsof hij er den nevel uit wilde verdrijven. Hij wreef ze nog eens. hij bewoog zijn hand voor zijn gelaat, alsof er spinnewebben voor hingen hij voelde naar zijn ooren, die geen deel van hemzelf schenen uit te maken. „Tik-tik! Tik-tik! Tik-tik!" Het geluid scheen harder te worden. Het was niet haar hart! „Hallo! Laat iemand hier komen! Amelia, wat is er gebeurd? Sallie! Sallie Page' Word word wakker! Hallo! Zij is dood! Vermoord! Er is een moord gepleegd. Ik moet de politie hebben!" James Darcy moest dwars door de kamer loopen om de deur naar de straat te berei ken en te openen, teneinde anderen te huip te roeper dan de doove Ireukenmeid. die nog niet naar heieden was gekomen. De raell delsaangelegenheden. Op het laatst was Or lof niet in staat om aan de steeds grootere verlangens van zijn chefs te voldoen. Aan vankelijk trachtte hij hen met valsche stukken te misleiden, hetgeen, toen het uitkwam, door de vingers werd gezien. Toen hij echter waardvolle stukken, die hij met geld van het spionnagebureau had gekregen aan Ameri- kaansche journalisten te koop aanbood, werd de strik om zijn hals toegetrokken, en werd hij, dank zij de tegen hem bestaande schrif telijke bewijzen aan de autoriteiten overge leverd. Hij heeft, voor de rechtbank verschij nende, waarlijk van zijn hart geen moordkuil gemaakt MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 14. Maart. HIJ ZOCHT HET HOOGER OP! De heer Engel P., 'n Egmonder in de strooperswereld en op het kantongerecht geen onbekende, was op 14 Augustus door den kantonrechter veroordeeld wegens het loopen in de duinen te Castricum, waarheen hij in den vroegen morgen, voorzien van speurhonden en delfmateriaal, op de konij nenvangst was getrokken. De veroordeelde strooper nam geen genoegen met dit vonnis en kwam in apnèl, dat echter niet ontvanke lijk bleek te zijn, want de arme Engel had in cassatie moeten gaan. DE SUCCESVOLLE APPELLANT. De niet-aanwezige heer Jan V. had op 26 September 1932 's nachts omtrent 3 uur, ter gelegenheid van de kermis te Sijbecarspel blijken gegeven van zijn kunst in de autobe sturing, die geen hoog denkbeeld gaven van zijn bekwaamheid. Hij reed namelijk tegen dert persoon van zekeren heer J. F. Glas aan, die door het vehiculum van Jan V zoodanig werd aangereden, dat hij met zijn rijwiel, dat hij als een trouwe hond zorgvuldig meevoerde, omver tui melde en schade aan de fiets bekwam. Nadat de kantonrechter van Medemblik deze zaak aanvankelijk had afgehandeld en de ver dachte werd veroordeeld tot 20 boete of 20 dagen kreeg de meervoudige kamer dit „nieuwe snufje" ook nog eens te verwerken. De voornaamste acteur in dit nachtelijk lan delijk spel van de kermis had echter zoo ge zegd, geen teeken van leven gegeven, zoodat men het appèl buiten zijn tegenwoordigheid moest behandelen. De zaak had echter zoo ongeveer haar beslag gekregen of de kanper Jan V. kwam nog uit Hoorn. Alles werd nu weer dunnetjes over gedaan en zelfs nog een getuige a décharge gehoord. De appellant gaf zorgvuldig de schuld van het gebeurde aan den haringmin naar, die volgens de insuniatie van den heer V. geen afschuw heeft van een stevig biertje en borreltje. De 21-ja rige getuige a décharge Gerardus Frederik Riihl kon met de hand op het hart verklaren, dat de aangeredene zelf de schuld was. Hij stond zoowat midden op den rijweg en was kennelijk dronken. Voila tout! Glas pro testeerde, hij was absoluut niet dronken. Hij had niet méér dan 5 potjes bier achter zijn kiezen gewerkt! Potz tausend! zei de officier! Vijf potjes bier! De samenstelling van de dagvaarding bracht den officier nu juist niet in verruk king en werden daarop de noodige aanmer kingen gemaakt. In twijfel geraakt, was ont houding geboden, derhalve vorderde de offi cier vrijspraak. HOOGER BEROEP. Een automobilist uit Velsen, de 26-jarige chauffeur Willem van V., was veroordeeld tot 10 boete of 10 dagen, omdat hij op 12 September te Callantsoog op de kruising van den Rijks- en Nieuweweg een melkauto, die hij aan de rechterhand had, geen voorrang had verleend, waardoor een aanrijding plaats greep met dien melkwagen en de luxe auto door appèllant bestuurd. Laatstge- melde noemde het een ongelukkige samen loop van omstandigheden, doch die opvat ting vond geen voldoenden grond en werd dus door den officier niet gedeel i, zoodat bevestiging van het gewezen vonnis werd ge- requireerd. Niemand kon trouwens door gronden de oorzaak, waarom anpèllant fei telijk in hooger beroep was gekomen. DE PROPAGANDIST VOOR DE POËTISCHE VOLKSONTWIKKELING. De tot landkrab gedegradeerde zeeman Arnoldus Anthonius B. had zich noodge dwongen een nieuw bestaansmiddel trachten van mrs. Darcy was den vorigen avond uit gegaan en zou niet voor den middag terug zijn. Het was nog te vroeg voor de winkelbe dienden. En toch voelde Darcy er behoefte aan, iemand bij zich te hebben. Den winkel door te loopen naar de voor deur beteekende over het lichaam heen te stappen dat vreemd gekromde lichaam met het witte, omhoog gegeven gelaat en de kleine roode vlek op de plaats, waar de zil veren kam uit het witte haar was gevallen. Daarom veranderde Darcy van plan hij rende naar de rijdeur, morrelde aan het slot, vloog terug naar het portaal en stormde naar buiten in den motregen, terwijl de mist, toen hij er doorheen drong, achter hem aan slierde als lange einden wit lint. „Hallo! Hallo!" riep Darcy luide in den regen en mist van de stille, behalve door hem zelf, nog geheel verlaten straat. Het glimmende asfalt, de blinkende tram rails, de donkere en vochtige huizen schenen zijn woorden te weerkaatsen. „Hallo! Hallo! Politie!" riep James Darcy. „Er is iemand vermoord!" „Vermoord"! weerkaatste de mist. Hierna was het stil en Darcy keek de straat af. Niemand geen enkel voertuig was te zien. Niemand keek uit de winkels en huizen naast of tegenover den juwelierswinkel. Toen zwaaide een ratelende melkwagen den hoek om. gevolgd door een tweede. „Hallo- Hallo! Gij daar!" riep Darcy heesch. „Wat is er aan de hand?" vroeg de eerste man, terwijl hij met een van ijzerdraad ge vlochten, met flesschen gevulde mand in de hand, van zijn voertuig sprong. „Iemand is gewond gedood eeo bloedver waste van mij! Ik moet het de politie meededen. Het is in dien juwelierswiakel", II Blijf flink eq gezond! Verdraag geen rugpijn, aanvallen van duizeligheid, on natuurlijke vermoeidheid, rheumatiek, ischias, spit, urine-stoornissen, blaas- zwakte, bezinksel in de urine! Deze ver schijnselen wijzen er op, dat het bloed niet behoorlijk gefiltreerd wordt en dat gij dringend Foster's Rugpijn Pillen noo- dig hebt. Verwaarloozing maakt de zaak erger urinezuur en andere schadelijke on zuiverheden kunnen zich dan in het bloed ophoopen en schade aanrichten in alle kwetsbare deelen van het lichaam. Gij kunt niet gezond worden, alvorens de verzwakte organen in den rug, welke zorg dragen voor de zuivering van het bloed, weder gezond en sterk zijn. En het beste middel daartoe zijn Foster's Pillen. Dit speciale middel heeft duizenden hun gezondheid hergeven. Waarom zoudt gij hun voorbeeld niet volgen? Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr bij alle drogisten enz a 1.1.75 en 3. per doos. te verschaffen door de verspreiding van Ly rische poëzie tegen vergoeding van een klein douceurtje en op 29 Nov. 1932 -ook de bewo ners der St. Anthoniusstraat te Alkmaar geestelijk venfrischt door de aanbieding van een aandoenlijk lied op aangename wijs, ge titeld: Vergeet mij niet! Alvorens echter de heer Arnoldus B. nog de occasie kreeg, om de St. Anthoniusstraters verder te bewerken in verband met het te verwachten honorari um. werd het onschuldig bedrijf van den dichter-propagandist ruw gestoord door een prozaïsch politieagent, die zonder eenige ge wetenskwelling den ijverigen heer B., om het nu maar plat te zeggen, on den bon slinger de en zijn voorraad litteraire „vergeet mij nietjes" in beslag nam. Op 9 December ver scheen alsnu de poëet voor den Alkmaar- schen kantonrechter die hem. vermoedelijk geroerd door zijn treffend betoog, waarin hij de eerlijkheid van zijn broodwinning in een voordeelig licht stelde en deed uitschij nen, dat hij, indien hij van ieder burger een kwartie kreeg, weldra tot kanitalist zou zijn bevorderd, veroordeelde tot 2 boete of 2 da gen en last gaf. zijn liederenschat weer te rug te geven. Het s heen echter lat de he°r B. dit vonnis niet naar waarde schatte, a'* thans kwam hij in hooger berjep, heden be handeld. Vermoedelijk echter had de appèl- lant andere besognes, aangezien hij niet was verschenen. Bevestiging van het vonnis werd gerequireerd, zoodat de actie van den heer B. vermoedelijk weinig effect zal sorteeren GEVAARLIJKE ZWAKKELINGEN Met gesloten deuren werd behandeld eet! strafzaak tegen den reeds bejaarden tuinder Pieter V., uit de Rijp, reeds geruimen tijd in voorarrest, aan wien tenlaste gelegd de er gerlijke handelingen bij artikel 247 straf recht strafbaar gesteld. Naar wij vernamen requireerde de officier niet minder dan 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. Door den heer WiVgers werd geadviseerd een voor waardelijke straf. KIPPENDIEFSTAL. De 44-jarige heer Corn. K., geboren it liet door het geheele vaderland overbekend* Rucphen wonende te Uitgeest aan de Kleis en thans in pension in villa „Hoevervaart- zicht" stond heden terecht ter zake een tegen hem gerezen ernstige verdenking in den nacht van 19 op 20 December te hebben ge stolen ten nadeele van den heer C Bakker, alsmede 2 kippen, eigendom van den heer C. Glijnis op Assum. De heer Tilstra, rijks veldwachter te Uitgeest, had in den morgen genoemden heer Corn K. gezien, gezeten op een rijwiel, en waarop een mand waarin kip pen en herinnerde zich deze omstandigheid, toen hij van gemelden diefstal aangifte kreeg. Op 31 December had Tilstra gezeg den Corn. K. aangetroffen op de Alkmaar sche kippenmarkt, juist op het moment, dat hij een toom kippen had verkocht. De heer Corn. K., was zoo vrij pertinent te ontken nen en te insinueeren, dat het doorgestoken ka^rt was om hem er tusschen te krijgen. De rijksveldwachter had voorts ook op 27 December den verdachte opgemerkt met een maand op de fiets, welke mand ledig was. In dit geval deelde de heer de C. mede. toen eenige kippen op de Purmerender markt te hebben gekocht. Ook had hij 'n „ongt" ge kocht voor 15. dit alles van geld, dat hij te Schermerhorn met grondwerk had verdiend. en hij wees er naar terug, want hij was de straat een einde afgeloopen. „O, ik zie het! Darcy's winkel! Ge zegt dat ze dood is?" „Ik vrees het!" „Een ongeluk?" „Ik weet het niet, het komt mij eerder voor, vermoord!" De melkboer floot, zette zijn verzameling flesschen in den wagen terug en snelde met Darcy naar den winkel. De andere man bracht zijn voertuig tot staan en volgde. „Waar is zij?" fluisterde Casey, zoodra hij zijn concurrent, Tremlain, had ingehaald. „Op den grond, precies in het midden tusschen de uitstalkasten". antwoordde Darcy eveneens fluisterend. Het scheen er zoo bij te behooren. „Daar kijk!" Hij wees met een bevenden vinger. „Gol! Z, heeft een slag op het hoofd gekre gen!" riep Casey uit. „Kijk eens, bloed!" „Ik ik kijk er liever niet naar", mompel de Darcy flauwtjes. „Luister!" merkte Tremlain op, „wat is da' voor een geluid?" Zij luisterden en hoorden het alle drie. „Het is het tikken van een horloge!" ant woordde Darcy. „Eerst dacht ik, dat het haar hart was, dat klopte het klonk net zoo. Maar het is slechts een horloge". „Misschien" stemde Casey toe. „Wij moesten er ons liever eerst van overtuigen, voordat wij de politie opbellen. Misschien is zij aljeen maar gevallen en heeft zij haar hoofd bezeerd!" „Ga jij maar kijken!" stelde Tremlain voor. „Ik ik kom er liever niet dicht bij ik heb het gezicht van een doode nooit goed kunnen verdragen zelfs niet van mijn eigen vader! Kijk jij maar!" (Wordt vewolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5