DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De eerste Rijksdagzitting.
Uittejïademmt
SxiQzliïksch Oveczicht
No. 69
Woensdag 22 Maart 1933
135e Jaargang
Rijksminister Goering houdt een lange rede,
waarin hij o.m. de beteekenis van den „Potsdam
dag" uiteenzet.
ENORME BELANGSTELLING.
In den „Jouraat" schrijft Saint Brice, dat
de opening van den rijksdag in verschillende
ALKMAARSCHE
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL A.S.
VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP
DIT BLAD ABONNEEREN, ONTVAN
GEN DE TOT DIEN DATUM VER
SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN
GRATIS.
DE DIRECTIE.
DEN HAAG, 21 Maart 1933.
Met een weldoordachte redevoering, voor
welker voorbereiding de minister trouwens
tijd had gehad sinds Vrijdagmiddag, heeft de
minister van buitenlandsche zaken heden
middag in de Eerste Kamer zijn beleid en
daarmede zijn begrooting verdedigd.
De heer B e e 1 a e r t s begon met een be
schouwing over de beteekenis van den Vol
kenbond. Dat is, betoogde hij, geen super-
parlement, dat het maar voor het zeggen
heeft hoe het moet loopen met de zaken, doch
een betrekkelijk bescheiden combinatie van
staten, waarbij intusschert de grootste sta
ten, de Vereenigde Staten en Rusland, zich
nog steeds niet hebben aangesloten. De Vol
kenbond beschikt dan ook slechts over be
scheiden middelen om haar wenschen tot ver
vulling te brengen, doch de sancties, waar
van zij gebruik kan maken tegenover een
staat, die zich niet houdt aan wat redelijk of
overeengekomen is, zijn niet altijd doeltref
fend en prikkelen zelfs tot verzet.
Zij die oordeelen over het werk van den
Volkenbond begaan dikwerf de vergissing
haar te beschouwen als een vergadering van
personen. Doch het is anders: de Volkenbond
is een vergadering van staten vertegenwoor
digd door hun gedelegeerden. Deze hebben
bij hun arbeid geer eigen meening doch zijn
vertegenwoordigers van het bestuur des
lands, dat hen heeft afgevaardigd. Een suc-
ccs van ccn der leden van een delegatie kan
dus nooit iets anders zijn dan een succes van
persoonlijken aard. Delegaties zijn overigens
slechts afspiegelingen van de regeering, die
ze afvaardigde en men aan dan ook moeilijk
volhouden, dat de Nederlandsche delegaties
eenzijdig waren samengesteld De feiten be
wijzen zulks ten overvloede. Zoo was een
lid van de S.D.A.P. lid van de delegatie naar
de Ontwapeningsconferentie. Wel heeft de
heer Van Embden n deze Kamer slechts af
brekende kritiek doen hooren, doch zijn
partijgenoot mr. Joekes in de Tweede Kamer
verklaarde, dat de delegatie niet beter had
kunnen werken. Een mislukking van de Ont-
wapeningsconferentie zou werkelijk een ern
stig onheil zijn en geen enkel voorstel, dat tot
ver gaande ontwapening zal kunnen leiden,
zal mislukken met medewerking van de Ne
derlandsche delegatie. Internat.onalisatie
van de burgerluchtvaart zou zeker geen af
doend middel blijken tegen bombardementen
uit de lucht, niettemin staat spr. niet geheel
afwijzend tegenover het denkbeeld. Hoe het
met de conferentie zal loopen, durft spr. niet
voorspellen, daar de groote mogendheden
het laatste woord er over -uilen heuben. In
groote lijnen gaan we intusschen mede met
het voorstel-MacDonald. Op de conferentie
van „de kleine acht" is geen enkel voorstel
gedaan, dat Nederland zou binden. Er is
^een gemeenschappelijk plan opgesteld, een
program van actie bestaat niet en er is geen
enkele stap gedaan.
De minister verdedigde hierop het optreden
der regeering bij het afsluiten van handels
verdragen. De heer Blomjous ziet de dingen
wel wat te somber arn en spr. hoopt nog
altijd, dat Duitschland ziin houding tegen
over ons zal wijzigen en het gezond verstand
zal laten spreken. ~n de economische confe
rentie te Londen zal, hoopt hij, ook wel op
luchting geven. Het gaat met onzen uitvoer
nog niet zoo slecht als bij vele andere staten.
Stelt men de waarde van den totalen uitvoer
in 1929 op 100, dan is ons land in 1932 tot
58, doch België tot 47, Engeland tot 44,
Duitschland tot 12, Frankrijk tot 39 en
Zwitserland tot 37 percent. Wij zijn er dus
nog niet het slechtst aan toe. Wat betreft de
veelbesproken meestbegunstigingsclausule is
een opportunistische poliiiek het verstandigst.
Wat nu aangaat het door prof. L oh man
ter sprake gebrachte Fransch—Belgische
accoord, de zaak zal aiet te Ge.iève aan de
orde komen omdat het militair gedeelte niet
is geregistreerd en als het wellicht is gewij-
Z1i?d' dan gaat ,~ulks bu'ten Genève om.
Omtrent onze verhouding tot België en
het vraagstuk van het tractaat van 1839
merkte de minister onder meer op, dat onze
verhouding met België niets te wenschen
overlaat en de beide regeeringen werken
beter samen dan sedert jaren het geval is ge
weest. Maar de kwestie van de herziening
der verdragen van 1839 is niet meer ter hand
genomen sinds Paschen 1932.
De zaak blijft rusten tot na afloop van de
verkiezingen ten onzent ten einde het daarna
optredend nieuwe kabinet de handen vrij te
laten. Er zijn allerlei geruchten verspreid
over het verhandelde in de Belgische Se
naatscommissie, doch er is niets van waar en
minister Hymans heeft zelf uitdrukkelijk ver
klaard, dat wat een courantenbericht hem in
den mond heeft gelegd, eenvoudig uit den
duim is gezogen.
Onderhandelingen zijn geen materie voor
publicatie. Zij moeten door de regeering wer
den gevoerd buiten het Parlement om. Dat
komt pas aan de beurt als de vrucht der
onderhandelingen aan zijn kritiek en beslis
sing wordt onderworpen. Mengt het zich in
onderhandelingen, dan handelt het in strijd
met de constitutie. En pers en meeting, hoe
goed de bedoelingen ook mogen zijn, zullen
zich mede buiten onderhandelingen moeten
houden. In de campagne, hier te landen ge
voerd over het Belgische Tractaat is veel ge
fantaseerd en gefrasterd en terwijl de zake
lijke oppositie uit Amsterdam en Rotterdam
werd vernomen, kwam een oppositie met een
politiek bijsmaakje uit Utrecht. Spr. hield
tegenover prof. Lohman vol, dat er inzake
het tractaat met België een campagne is ge
voerd. Men moge er den schoonen naam van
„revirement" aan geven, op den keper be
schouwd was het niet meer dan een actie, een
campagne in zake een materie, waarin alleen
de regeering de verantwoordelijkheid voor
de beslissing draagt.
Na een repliek van den heer Lohman
c. h.) en dupliek des ministers is de begroo-
tinar zonder stemming goedgekeurd.
Hetzelfde lot viel aan de begrooting van
Koloniën ten deel zonder dat er een woord
over was geezgd en daarna kwam de begroo
ting van Economische Zaken en Arbeid aan
de orde. Wij hebben heden nog slechts één
spreker er over gehoord, den heer W e s t e r -
d ij k (v. d.), maar die hield ook een rede van
sta-vast. waarin hij breedvoerig de nooden
van onze landbouwenden stand uiteenzette en
op velerlei maatregelen aandrong, welke met
aandacht door minister Verschuur werd aan
gehoord hij veroorloofde zich zelfs de
vrijheid naar het spreekgestoelte te gaan,
ten einde de door den spr. voorgelezen rede
nog eens op het papier na te kijken, wanneer
hij meende iets niet goed begrepen te heb
ben doch waarop hij, nu het ministerie
feitelijk in stervensnood verkeert, zeer waar
schijnlijk een vriendelijk ontwijkend antwoord
zal laten hooren. De heer Westerman betoog
de onder meer, dat de steun aan de suiker
bietenteelt onvoldoende is, dat de stroo-
cartonfabricage steun broodnoodig heeft, dat
de hulp aan den tarweverbouw niet afdoende
is geweest, dat voor de hulp aan de fabrieks
aardappelenteelt nog dieper in de zak moet
worden getast, dat men de aaidappelmeel-
fabricage moet tegemoet komen door 5 a 10
percent aardappelmeel door het brood te
doen mengen enz. In het algemeen was de
grondtoon van zijn rede: help toch den pro
ducent van onze landbouwproducten er. laat
de consumenten daarvoor betalen. Deze
kunnen dat best doen, nu alles zoo goedkoop
wordt en het geld in waarde stijgt.
Morgen vervolgt de heer De Bruijn (r. k.)
de rij der sprekers.
De historische dag voor Duitschland is we!
zeer belangwekkend geweest. Naar schatting
zouden een 250.000 tot 300.000 bezoekers
naar Potsdam zijn geweest, om getuige te
zijn van dezen dag, die wellicht een groote
ommekeer in liet Duitsche staats- en volks
leven zou kunen brengen. Hoewel door deze
enorme drukte aan het verkeer hooge eischen
werden gesteld, zijn er geen noemenswaar
dige incidenten voorgevallen. Helaas werd
een politie-agent gedood door een verkeers
ongeval, terwijl verder een 250 personen min
of meer ernstig gewond werden bij het op
dringen der compacte massa. Dit betreft voor
het overgroote deel vrouwen, die door het
Roode Kruis en de eerste hulp-brigades zijn
geholpen. Zeer groot is ook het aantal kin
deren, dat in het gedrang verwijderd geraak
te van zijn begeleiders en later naar het
politiebureau werd overgebracht.
Urenlang duurde het voordat de duizenden
Potsdam weer hadden verlaten. De feeststem
ming te Potsdam duurde tot laat in den
avond.
o
De rijkspresident, generaal-veldmaarschalk
von Hindenburg, heeft zich (wij zullen hier
het relaas van de rijksdagzitting vervolgen,
zulks in aansluiting op hetgeen wij gisteren
publiceerden) na de plechtigheid te Potsdam
naar het mausaleum in het slotpark te Char-
lottenburg begeven, waar hij op de graftombe
van keizer Wilhelm I een lauwerkrans depo
neerde met zwart-wit-roode linten.
In de Kroll-opera.
Toen de kerkdiensten in Potsdam voorbij
waren, zetten de Berlijnsche politie, ge
steund door hulppolitie de Platz der Repubük
af, welke thans weer „Königsplatz" heet.
Reeds tegen 5 uur des middags had een
groot aantal afgevaardigden zich in de zit
tingzaal verzameld. De nationaal-sotialisten
zijn bijna zonder uitzondering in uniform
verschenen.
Voor den rijkskanselier en de rijksministers
zijn plaatsen gereserveerd in de voorste rijen.
De vertegenwoordigers der Duitsche landen
zijn in grooten getale aanwezig. De tribunes
zijn reeds overvol.
In de diplomatenloge woonden de ambas
sadeurs en gezanten en ook de ex-kroonprins
de openingszitting bij. De plaatsen der natio-
naal-socialisten nemen meer dan de helft van
de zaal in, daar wegens de afwezigheid der
communisten de sociaal-democraten aan de
uiterste linkerzijde zitten. De zaal is op een
voudige wijze versierd. Achter den zetel van
den president is de rijksadelaar vervangen
door een roode vlag met in het midden een
wit veld, waarin een groot zwart hakenkruis,
rechts en links omgeven door zwart-wit-roode
vlaggen.
De zitting begint.
Om tien minuten over vijf worden de klok
ken geluid ten teeken van den aanvang der
zitting. De rijksminister rijksminister
Seldte in den uniform van den Stahlhelm
worden door hun naaste vrienden hartelijk
toegejuicht. Zij nemen eerst plaats op hun
afgevaardigden zetels.
Dan komt Goering binnen, gekleed in den
bruinen uniform. Hij neemt diens plaats op
den presidentenzekl. In de zaal is het zeer
stil.
Rijkskanselier Hitier verschijnt met de mi
nisters Dr. Frick en Dr. Goebbels, alle drie
zijn in uniform. De nationaal-socialisten ver
heffen zich van hun zetels en brengen den
Hitlergroet. Ook de rijkskanselier gaat eerst
tusschen de afgevaardigden zitten.
President Goering doet mededeeling van
het besluit van den fractieleider de zitting te
doen presideeren door den fungeerenden pre
sident. Als voorloopige griffiers benoemt hij
de afgevaardigden Dr. Decker (nat.-soc.),
Laverrenz (D.N.) en Linder (nat.-soc.)
Voorts deelt hij mede, dat het fractiebestuur
besloten heeft de namen der afgevaardigder:
niet een voor een te laten afroepen, daar uit
de lijsten blijkt, dat het Huis competent is
tot het nemen van besluiten. Afgevaardigde
Vogel (SPD.) stelt voor ziin fractiecollega's,
die zich in hechtenis bevinden op vrije voeten
te stellen.
Dit voorstel wordt in handen gesteld van
de commissie van orde.
Hierna wordt overgegaan tot de verkiezing
van het presidium. Bij acclamatie worden ge
kozen tot president: Goering, tot vice-presi
denten 1. Esser (Centrum), 2. Graef (Thürin
gen, D. Nationaal) en 3. Zoemer (N.S.D.A
P.), die allen de benoeming aannemen, zoo
dat het presidium dus gekozen is.
Tot griffiers worden gekozen: 8 nazi's, 2
Centrum, 2 D. Nationalen en 1 afgevaar
digde der Beiersche Volkspartij. De sociaal
democraten onthielden zich van stemming
Een rede van minister Goering.
Rijksdagpresident Goering neemt vervol
gens het woord voor een lange redevoering,
waarin hij o.m. zegt:
Door een vervloekte misdaad zijn wij ge
dwongen geworden uit het huis, dat eens
voor het Duitsche volk was opgebouwd, te
trekken. U weet allen, welke beweegredenen
een staatsvijandige partij aanleiding hebben
gegeven tot dezen aanslag, dat deze aanslag
slechts een der verschijnselen is van de jaren
lange hetze tegen het rijk, het volk en den
staat. Deze aanslag moest een signaal zijn
om in Duitschland anarchie en chaos hun
intrede te laten doen, op een oogenblik, dat
de eerste bouwsteenen voor een nieuwe orde,
voor een wederopbouw van het rijk aanwe
zig waren. In enkele weken heeft de heilige
vlam der nationale revolutie het Duitsche
volk aangegrepen. Een overweldigende meer
derheid heeft zich geplaatst achter het be
sluit van den rijkspresident en achter de
mannen van het nationale herstel.
Een meerderheid, zooals de Duitslhe parle.
mentaire geschiedenis tot nu toe niet heeft ge
kend. Een nieuwe volksvertegenwoordiging is
ontstaan. Voor den eersten keer zonder parle
mentaire partijbelangen, zonder datgene,
wat tot nu toe de Duitsche volksver
tegenwoordiging heeft verlaagd in de oogen
van het eigen volk. Het is misschien een
voorteeken, dat de rijksdag op 21 Maart
wordt geopend. Het is niet allen bekend, dat
reeds eenmaal op 21 Maart een Duitsche
rijksdag werd geopend; de eerste Duitsche
rijksdag van 1871 door Bismarck, die op de
zen dag voor de eerste maal de Duitsche
stammen in den Duitschen rijksdag vereenigd
zag. Indertijd heeft het Duitsche volk zijn
kader ontvangen, welke alle stammen zou
moeten omvatten. Langzaam aan werd het
volk evenwel verdeeld. Aan ons de taak aan
dit heilige kader ook de geslotenheid en de
eenheid van den inhoud te verbinden. Het is
niet alleen noodig, dat het rijk eenig staat,
maar ook de eenheid en geslotenheid van het
volk in voelen en denken, in alle loskwesties
der Duitsche natie moet hersteld worden.
Wij danken daarom te dezer plaatse, dat
veertien jaren geleden een man heeft onder
nomen midden in den chaos, in het donkerst
van den nacht, het eloof aan een komend rijk
opnieuw op te richten. In moeizame, zware
arbeid, in een geweldige worsteling tegen
terreur en onderdrukking heeft deze bewe
ging zich baan gebroken. Millioenen zijn
door dit vuur aangepakt, doordrongen van
de hoop en van het geloof, dat Duitschland
nog eenmaal zal kunnen opstaan. Veertien
jaren van nood en schande liggen achter ons.
Vertreden en vernield werd alles, wat eens in
Duitschland waarde had. Thans staan wij
voor het aanbreken van een nieuwen tijd.
Toen men in 1919 geloofde, Duitschland te
moeten organiseeren op de basis der demo
cratie, van het parlementarisme en van het
pacifisme, geloofde men dit ook symbolisch
te moeten doen. Men heeft indertijd het
woord Potsdam over het hoofd gezien en
geloofd uit den geest van Postdamm te moe
ien overgaan naar Weimar. men heeft ook
niet begrepen den waren geest van Weimar
door te zetten. Thans is Weimar overwonnen.
De tocht naar Potsdam
Ook vandaag was het symbolisch dat de
nieuwe Rijksdag die weer het Rijk wil opbou
wen, in oude grootheid, oude waardigheid,
eer en vrijheid is bijeengekomen op de plaats
vanwaar eens Pruisen en van Pruisen
Duitschland is uitgegaan.
De tocht naar Potsdam was het, die het
ons mogelijk maakte vier jaren lang stand
te houden in een wereld van vijanden. U
bent daarom vandaag in deemoed, dank
baarheid en aandoening naar Potsdam ge
gaan. De nationale revolutie is nog niet ten
einde. Zij schrijdt verder voort om te vervol
maken, wat vervolmaakt moet worden tot
zegen van ons volk. U ziet vandaag in den
Duitschen rijksdag nieuwe emblemen. Iedere
tijd, ieder volk kiest zich de emblemen waar
onder het wil werken en opbouwen. Het gaat
niet aan te verklaren, dat wij een lot danken,
dat op een oogenblik, dat over Duitschland
geen eer en vrijheid meer regeerden, maar
schade en schande, dat indertijd de roemrijke
zwart-wit-roode vlag is omhuld om een eigen
embleem te scheppen. Niet wij hebben het
vroegere embleem zwart-rood-geel besmeurd,
niet wij hebben deze vlag vernield, maar zij
zeiven die deze vlag hebben geschapen. In
dien men in 118 ons de zwart-rood-gele vlag
had gebracht als teeken van den tegenstand,
van het absolute vasthouden aan de Duit
sche grootheid en eer dan zouden wij dit tee
ken dankbaar hebben geëerd en gedragen
Men heeft ons dat teeken evenwel opgedron
gen als teeken der onderwerping en onder
drukking, der schande en eerloosheid. Wij
hebben het daarom moeten afleggen op het
oogenblik, dat een nieuw Duitschland op
kwam. Wij hebben de oude roemrijke vlag
waaronder twee millioen Duitschers het le
ven lieten voor Duitschlands grootheid, ver
eenigd met dat teeken der overwinning, dat
ons veertien jaren lang in nood en strijd heeft
begeleid en dat ons steeds geloof en hoop
heeft gegeven.
In het rood en het lichtende wit hebben wij
de oeroude teekens van onze voorouders, het
eeuwige zonneteeken als teeken van het
voortkomen uit reinheid en eer. Ik ben geluk
kig als president dezen Rijksdag te kunnen
openen onder deze zegenrijke teekens, welke
thans over Duitschland zullen waaien. Nog
siddert in ons na. wat wij vandaag te Pots
damm hebben beleefd. Nimmer kon men meer
aangedaan zijn dan juist vandaag, nu wij
de woorden hebben gehoord, welke uit de
smaad en de nood weer moeten leiden tot
grootheid en eer. Het was wel het meest
schokkende toen de grijze veldmaarschalk de
tombe binnentrad van die koningen die eens
Pruisen maakten tot de wereldmacht en door
hun voorbeeld de grondslagen legden voor
het Duitschland van heden. Wij danken even
wel ook uit het binnenste van ons hart onzen
volkskanselier dat hij op die plaats woorden
heeft gevonden, zooals anders misschien geen
enkele Duitscher vermag te vinden. Woorden
die ons duidelijk maakten in welk een gewei
digen tijd wij leven en welke geweldige taa
wij voor ons hebben. Ik dank u, dat u van
daag tot ons het woord hebt gesproken.
Duitschland zal zijn eer herkrijgen. De rijks
dag zal er in zijn meerderheid naar streven
de waardigheid van uw moeilijk ambt mede
te dragen Vrijheid en eer moeten van dit
uur af het fundament zijn van het komende
Duitschland.
Hiermede zijn wij aan het einde van de
eerste zitting. Ik stel thans voor de volgende
zitting te houden op Donderdag 23 Maart
des middags om twee uur met de volgende
agenda
1. Wijziging van het reglement van orde
2. Kennismaking van een verklaring der
rijksregeering en 3. Machtigingswet.
Met algemeene stemmen werd tot deze
agenda besloten. Tegen kwart voor zes werd
de zitting door president Goering gesloten
De nationaal-socialisten verhieven zich
van hun zetels en juichten den president
stormachtig toe. Rijkskanselier Hitier begaf
zich naar den zetel van generaal Litzmann,
dien hij hartelijk begroette.
De zaal liep langzaam leeg.
Nieuwe rijksverordeningen.
Wij vernemen, dat de rijksregeering heeft
besloten twee noodverordeningen uit te
vaardigen, welke den rijkspresident ter tee-
kening zullen worden voorgelegd. Het be
treft hier amnestie en bepalingen tot „af
weer tegen geniepige aanvallen op de natio
nale regeering".
Amnestie ver ordening: De rijks
regeering is bij deze verordening uitgegaan
van het gezichtspunt, dat de strijd voor het
nationale herstel thans zichtbaar ten einde is.
Voor vergrijpen in het verleden, begaan uit
den betesn wil voor het welzijn van het rijk
kan worden afgezien van de vergelding in
het vaste vertrouwen, dat de geest van aisci-
jline, waaraan de rijkskanselier heeft gere-
'ereerd, de hechtste basis vormt voor de ach
ting voor de wet.
Ivrijheid van straf krijgen zij die veroor
deeld zijn wegens vergrijpen in den strijd
voor de nationale verheffing van het Duit
sche volk, bij de voorbereiding daarvan, ter
wijl het decreet zich ook zal uitstrekken tot
straffen en maatregelen voorzoover die nog
niet zijn voltrokken.
Aanvallen tegen regeering:
De verordening tot afweer van geniepige
aanvallen tegen de nationale regeering be
paalt:
par. I: Wie een uniform in zijn bezit heeft
van een nationale organisatie zonder lid van
zulk een organisatie te zijn wordt gestraft
met twee jaren gevangenis.
par. II: Wie misbruik maakt van den uni
form of insignes van een vaderlandsche or
ganisatie wordt veroordeeld tot minstens
zts maanden gevangenisstraf Indien de daad
is gepleegd om oproer te verwekken of het
Duitsche rijk in moeilijkheden te brengen met
het buitenland, dan zal minstens drie jaren
gevangenisstraf worden gegeven. In bizon-
der ernstige gevallen zal ook de doodstraf
kunnen worden uitgesproken. Een Duitscher
kan ook dan worden vervolgd indien hij zijn
daad in het buitenland heeft gepleegd.
par. III: Het verspreiden of opstellen van
onjuiste berichten met het doel het rijk, een
land of het aanzien der rijks- of een landsre-
geering of de achter deze staande partijen
of organisaties te benadeelen, wordt, tenzij
anders bepaald, veroordeeld tot gevangenis
straf van ten hoogste twee jaren of ten min
ste drie maanden Eventueel kan ook tucht
huisstraf worden uitgesproken.
Fakkeloptocht in Berlijn.
Groote belangstelling bestond voor den
fakkeloptocht welke gisteravond te Beriiiu
werd gehouden.
In den stoet, welke zich om half acht ia
beweging zetten werden de vaandels meege
dragen der verschillende vaderlandsche orga
nisaties: SA. SS. Stahlhelm, strijdhond van
jonge Duitsch-Nstionalen, Kyffhaueserbond
en studentenbonden.
De menigte zong de liederen, welke door
de muziekkapellen ten gehoore werden ge
bracht mee
Tegen half negen bereikte de kop van den
stoet het plein bij de staatsopera. Hier door
braken de toeschouwers de afzettingen, zoo
dat eenige verwarring ontstond
Met moeite slaagde men er eindelijk in
weer ruim baan voor den fakkeloptocht te
maken, welke steeds meer belangstelling
scheen te trekken. Het gedrang werd op
sommige plaatsen bijna levensgevaarlijk,
vooral op de Potsdammer-platz. Toen de op
tocht hier aankwam, bestormde de menigte
plotseling het Kolumbus-haus om op de
vensterbanken van de eerste vet dieping te
gaan zitten. De politie had de grootste
moeite om de orde te herstellen totdat, aan
gezien ook op andere plaatsen de afzetting
doorbroken was publiek tezamen met SA-
kettingen vormden waardoor weer eenige
ruimte ontstond. Urenlang duurde daarna
nog de optocht en tot in den nacht weerklonk
de marschmuziek en het gedreun der stappen
der verschillende formaties door Berlijn.
De indruk in Frankrijk.
Alle Parijsche avondbladen geven veel
ruimte aan de gebeurtenissen van heden te
Potsdam. De meeste bladen publiceeren de
verslagen van hun bizondere corresponden
ten, waarnaast zij in c-en afzonderlijk redac-
tionneel artikel commentaar leveien, waarbij
zij tegelijkertijd den geheelen toestand van
Duitschland bespreken.
In de „Matin" vraagt Philippe Barrès of
de geest van Potsdam die in Duitschland nog
zeer levend is de geest der restauratie betee-
kent. Tot dusverre wijzen de teekenen daar
nog niet op. Het moreele prestige van Hitier
in Duitschland geeft reden te twijfelen of hij
daaraan denkt. De aanwezigheid van talrijke
delegaties Centrumjeugd in wrtte hemden
heeft ook te denken gegeven. Men zou daarin
een bewijs kunnen zien. dat achter de cere
moniën een gedachte wakker is, waaraan het
misschien zal lukken het materiaal te verza
melen voor een hecht politiek gebouw voor
morgen.