ONZE DRUKKERIJ
UW DRUKWERK
N.V. Boek- Handelsdrukkerij
v.h. HERMS. COSTER i ZOON
Voordam C 9.
S tad. m Omgeving.
Jieck ói School
VOORZIEN VAN DE
NIEUWSTE MACHINES
LEVERT
FRAAI EN SNEL.
Vraagt offerte aan de
karnende boeren uit. De prijs voor de kaas-
merken was voor volvette kaas op 0.25 ct
per stuk gesteld en voor niet volvette kaas
op 0.2 r*r stuk.
Aan uifl minister van economische zaken
en arbeid was het verzoek gericht om de in
terne grens voor het vetgehalte in een droge
stof der niet-volvette kaassoorten te willen
verlagen van 2 op 1 Yt en dan tevens te
willen voorschrijven een verplichte bewaar-
tijd voor de kaas van 12 dagen in verband
met de monsterneming, het laatste met uit
sondering van de kaas met een gewicht van
jl of minder dan 1 K G. per stuk en met ver-
toudin? van de Engelsche kaassoorten.
De exploitatierekening werd in ontvangst
en uitgaaf vastgesteld op een bedrag van
]f 54430.60, met een voordeelig saldo van
ƒ9439,90.
Besloten werd van dit bedrag 25 voor
8e contributie over 1932 te restitueeren en de
rest te gebruiken voor de nieuwe exploitatie
rekening.
Bij de behandeling van de begrooting voor
1933 aanwijzende een bedrag van 46317,92
vroeg de heer K a a n een specificatie van de
post salarissen groot f 30.000.
De secretaris gal deze en wees er op, dat
de salarissen het vorig jaar reeds met 10
waren verlaagd.
De heer Klaver, Alkmaar, wees op hei
streven om vrijwillig de kaasproductie met
30 te verminderen. Dit zal eenig resultaat
hebben en dit in aanmerking nemende, is de
post 35.000 bijdrage van leden zeker ietwat
hoog geraamd.
Devoorzitter antwoordde, dat de
raming berust op de productie van het vorig
Jaar en dat lagere productie zal drukken op
een volgend jaar. Het zal bij wijze van proef
pelden voor 3 maanden om te verhinderen,
dat de kaarsprijzen al te ver naar beneden
ca kt.
Het voornemen van de cri9is-zuivelcontrole
te om aan de fabrieken, die moeten werken,
een toeslag te geven voor de ondermelk. De
definitieve regeling komt echter pas de vol
gende week af.
De heer V e 1 d s t r a zeide, dat het een
vrijwillige proef betreft voor drie maanden
Beoogd wordt de productie 30 te beperken
/■Aan de fabrieken zal voor de ondermelk een
vergoeding gegeven worden, die voldoende
cal zijn.
Er wordt echter op gerekend, dat men over
kleine bezwaren zal heenstappen in het be
lang van het algemeen, die productiebeper
king vraagt.
De heer K. K u i p e r achtte de maatregel
een gevolg van het rapport van de F.N.Z.
Spr. betwijfelde of het in het belang van de
zuivelbereiding in N.-H. zal zijn Moeilijk is
het te vinden het goede middel, maar waar
de N.-H. boer niet gewoon is ondermelk terug
te ontvangen, daar vreest spr., dat de toeslag
op de onderzoek voor N.-H. niet de juiste weg
is om tot de noodige productiebeperking te
krijgen.
Ook in de vleeschproductie ziet spr. binnen
kort ook een groote debacle. Beperking van
de geheele veestapel verdient z. i. de voor
keur. Z. i. moeten deze crisismaatregelen in
één hand zijn.
De heer V e 1 d s t r a antwoordde, dat de
vleeschkwestie niet is besproken.
In een commissie ingesteld voor de kaas is
dti niet op zijn plaats Wanneer de kaasprc
ductie niet wordt ingekrompen in Friesland,
dan zal men daar trachten het product te
plaatsen, daar waar het N. H. product ge-
plaatst wordt. Indirect is dit dus ook een
voordeel voor N.-H.
De heer Klaver was van oordeel, dat
niet gewacht kan worden op een maatregel,
die het geheele gebied beheerscht.
Het komt spr. logisch voor om in de drie
moeilijkste maanden het sympathieke plan uit
te voeren.
Het gaat vrijwillig, doch een deelname
over het geheele land is noodig en daarom
moet met spoed worden gewerkt.
De heer Ham was van oordeel, dat van
de proef niets terecht kwam in N.-H., als het
vrijwillig bleef. Drang in welke vorm ook is
noodig.
Dr. S c h e ij wees op de inrichting bij de
fabrieken in N.-H.
Spr. vroeg of de ondermelk, die naar de
boerderij terug gaat, ook valt onder de vee
wet. Als dit het geval is, dan kunen alleen de
groote fabrieken er aan voldoen. De kleine
kunnen de ondermelk niet pasteuriseeren en
dit is voor de t.b.c.-bestrijding toch noodig.
De heer V e 1 d s t r a zeide nog, dat het
voornemen bestaat een speling toe te staan
Van 30
De heer O 1 i v i e r wees er op, dat men
er geen schade van zal hebben, door dat men
vergoeding krijgt voor de ondermelk. Wie het
wel kan pasteuriseeren, beperkt de productie
dus nog wat meer en heeft zelfs kans voordee-
liger uit te zijn.
De heer Kuiper had juist daartegen he
rwaar.
De voorzitter oordeelde het voor N
H. niet van zooveel belang als voor Fries
land, dat aangewezen is voor zijn kaaspro
ductie op Duitschland. De Hollandsche gaat
naar Frankrijk. Spr. verwacht dus, dat de
provinciën, die op Duitschland zijn aange
wezen, de beperking zullen moeten toepassen
Voor de boter ziet spr. het slechter als voor
de kaas.
Na dit uitstapje keerde men weer tot de
begrooting terug en bepleitte de heer K o s
t e r uit Wijdenes salarisverlaging.
De heer Lobman protesteerde tegen het
6teunen voor de bijdragen der fabrieken, al
kon hij er reglementair niets aan doen.
Een voorstel tot reglementswijziging zeg
de spr. toe.
Op een vraag van den heer Laan ant
woordde de v o o r z i 11 e r, dat het kaas
controle-station voor de salarissen en bij
drage van het botercontrolestation ontvangt
Spr. verdedigde voorts de geldende klasse-
Indeel ing, die verband houdt met de bewezen
diensten.
De heer Bakker, Twisk, gaf het be
stuur nog in overweging het schema ten gun
ste van de kleinere iets gunstiger te regelen
Desecretaris betoogde, dat dit prak
tisch niet veel verschil maakt.
De heer Klaver oordeelde, dat als het
weinig uitmaakte, men het gemakkelijk kon
inwilligen.
Devoorzitter zegde overweging toe
De zaak zal bestudeerd worden.
Het contributieschema werd hierop gelijk
•an het vorig jaar vastgesteld.
De heer Klaver oordeelde, dat gezien
het vorig jaar de salarissen reeds met 10
verlaagd waren, men beter deed om voorloo-
pig niet verder te gaan, al staat vast, dat de
ambtenaren thans profitecren van crisiswinst
De heer Ham vond een salaris van 5300
voor den directeur ongemotiveerd, waar de
boeren op apengapen liggen.
Devoorzitter begreep dit geluid,
doch met verlaging bereikt men weinig. Spr
verzocht het zoo te laten en zegde toe, dat het
bestuur met voorstellen zal komen, als het
noodig is.
De heer Ham had van den voorzitter een
ander geluid verwacht.
De heer Koster. Wijdenes, wenschte om
het idee eveneens verlaging.
Ook de heer Kuiper drong er op aan de
zaak nog eens te bekijken. Meeleven met den
boerenstand brengt een goede stemming.
De heer Groen, Alkmaar, bestreed het
gevoel om het voor anderen ook slecht te ma
ken, omdat men het zelf ook slecht heeft. De
salarisverlaging kan ons niet uit de crisis
helpen. Verleden jaar is er al verlaagd.
Tenslotte merkte de v o o r z i 11 e r op,
dat de salarisregeling van het bestuur is.
Wenscht de meerderheid van de vergadering
zich echter niet voor verlaging, dan zal het
bestuur die overwegen.
Verschillende personen verzetten zich hier
tegen, omdat men het bij het bestuur wilde
laten.
Met 191 tegen 142 stemmen en 46 stemmen
blanco werd tenslotte de begrooting zonder
salarisverlaging vastgesteld.
De heer Klaver gaf het bestuur in over
weging om deze zaak, waar het reglement dit
bepaald, voortaan aan het bestuur te houden.
Na rondvraag sluiting.
DE VRIJHEIDSBOND EN DE
VERKIEZINGEN.
Gisteravond heeft de liberale Staatspartij
De Vrijheidsbond een verkiezingsbijeenkomst
gehouden in de dancing van de Harmonie.
Er waren twee sprekers, de heeren H. D
Louwes en mr. J. Rutgers, die de idealen der
liberalen uiteenzetten voor een publiek van
een tachtigtal personen.
De heer Ph. M. Bosscher sprak een
openingswoord, waarin 1 ij de beide sprekers
speciaal een welkom toeriep en daarna het
woord gaf aan den heer Louwes over
de liberale gedachte.
De spreker begon met de opmerking, dat
de crisis een ontreddering veroorzaakt ook op
politiek gebied. Bij de kiezers ontstaan
andere gedachten en daarmee ook ontevre
denheid over het gevoerde beleid en waar de
invloed der kiezers gaat via de politieke par
tijen, zal die ontevredenheid zich uiten in die
partijen en tegen hare opvattingen. Dit nu
keurde spr. af, want eenmaal aanvaarde be
ginselen kan en mag men toch niet zoo maar
in den steek laten bij een tegenslag.
Het willen uitleven van nieuwere opvattin
gen blijkt uit het groote aantal partijen, dat
aan de aanstaande verkiezingen deelneemt
Daarmee dient men niet het landsbelang,
maar versnippert men c' bestaande partijen
Het groote liberale beginsel is het verdedi
gen van de ontwikkelingsmogelijkheid van
iedere persoonlijkheid. Ieder moet een zelf
standig oordeel kunnen vormen zonder
dwang van omgeving of kerk. De begrenzing
van de persoonlijke vrijheid mag echter het
algemeen belang niet schaden, omdat anders
anarchie zou ontstaan, dus het tegendeel van
wat men zou willen bereiken.
Principieel tegenover de liberalen staan de
r.k. en ook de chr. partijen, welke laatsten
den mensch willen zien volgens de inzichten
van den onfeilbaren bijbel. Ook het beginsel
du s.d.a.p. staat tegenover de liberalen, om
dat het den aangeslotenen te veel dwang op
legt.
Het liberale beginsel is een specifiek Ne-
derlandsch beginsel, zooais spr. aantoonde
en de sympathie met hen, die thans in
Duitschland worden verdrukt, vloeit er uit
voort.
Welbewust staan de liberalen tusschen
rechts en rood, zooals ook de vrijz.-dem. hun
plaats daar hebben. Jammer vond spr. het
dat de liberale gedacht woont in twee hui
zen, zonder dat er veel verschil bestaat. Spr.
juichte het toe, dat nog altijd bij den Vrij
heidsbond de goede wil bestaat om tot
één groote partij te geraken.
Bij de vraag hoe men de liberale beginse
len wil uitdragen, Kwam spr. tot de stelling,
dat de Vrijheidsbond de Nederlanders wil
zien als een eenheid en niet als een soort
federatie van verschillende bevolkingsgroe
pen. Er is onder ons volk veel meer dat bin
den kan dan wat verdeden moet, maar de
geest van splitsing heeft veei kwaad gedaan
op onderwijsgebied e- kerkelijk terrein, zoo
wel als op dat van de organisaties, en met
dit alles verliest ons volk zich te veel in het
sectarisme en de politiek Daaraan willen de
liberalen niet meedoen. Zij willen openbaar
onderwijs, één school voor de heele natie.
Hun „algemeen" en „nationaal" is heel wat
anders dan wat men er van wil maken door
het „neutraal"' te noemen, het is niet doodend
maar levend.
De individuëele bestaansmogelijkheid, die
ieder de zekerheid moet geven van te kunnen
leven van zijn arbeid, is een burgerdeugd,
die niet kan worden gemist zonder derving
van veel welvaart.
Wij erkennen, dat er verschillende toestan
den zijn, waartegen de wet moet waken
Sociale voorzieningen, als armenzorg, staats
pensioen, enz. zijn zaken, waar de liberalen
vóór zijn.
De overheid moet de bestaansmogelijkheid
in stand houden in tijden als van heden, nu
export vrijwel onmogelijk is. De overheid
moet dat doen, opdat de bestaansverantwoor-
delijkheid blijve.
Een zuinig beheer is noodzakelijk, opdat
de staat niet tot noodlottige dingen zou moe
ten komen. De staatsbedrijven moeten eco
nomisch worden ingericht, de efficiency moet
worden betracht.
De levensstandaard in ons land is thans
nog vrij wat hooger dan in 1913, terwijl in
de landen rondom ons het peil van dat jaar
reeds is bereikt en daarom moeten wij ver
soteren Immers de hoogere loonen en gages
beletten het aanvaarden van bestellingen
enz. Ons land zal zich dus moeten aanpas
sen, om in staat te kunnen zijn de steeds toe
nemende bevolking brood te verschaffen.
Met het opmaken van het aanwezige kapi
taal mag men niet voortgaan.
De liberalen zijn voor handhaving van een
sterk gezag, omdat alleen daarbij de grootste
vrijheid kan bestaan. Sj r. wees op een uitla
ting van prof. Fabius, die indertijd de vraag
stelde of invoering van het algemeen kies
recht wel het opleggen van de vereischte in
getogenheid en zelfbeperking kan doen be-
ïouden.
Het Nederlandsche volk heeft geleerd zich
uit verschillende lagen zelf te besturen, zoo
dat onze regeeringsvorm behoort bij ons volk.
Daarom moet men alles in het werk stellen
om die democratische regeering te handha
ven. De volksvertegenwoordiging moet regee-
ren en niet zooals het thans wel gaat,
besturen.
Door dezen laatsten vorm bevordert men
iet optreden van een nevenregeering door de
macht van de vakvereeniging, waardoor een
ontoelaatbare ondermijning van het gezag
ontstaat. Spr. gaf hiervan een paar voor
belden.
Ons volk is wel bereid zich te schikken
naar het gezag, als men maar weet dat het
krachtig zal zijn. Slapheid is ten deze zeer
verkeerd. Ook een regeering, die steunt op
het algemeen kiesrecht, kan en moet sterk
durven te zijn. Dan zal er geen behoefte
ontstaan aan een anderen regeeringsvorm en
zal men niet behoeven te roepen om „een
sterken man", wien men dan veelal meent
gevonden te hebben in dr. Colijn. Spr. wilde
diens kwaliteiten niet onderschatten, maar
zei, dat de kracht en eenheid evenzeer veilig
zijn bij de liberalen.
Spr. wees er op, hoe hier te lande de poli
tieke en kerkelijke richtingen op alle terrein
grooten invloed uitoefenen: school, benoemin
gen door het rijk, vakvereenigingen, enz. en
wekte op te stemmen op de liberalen, bij wie
alle zuivere beginselen van regeeren veilig
zijn.
Ten slotte besprak spr. de positie van Ne
derland in de huidige crisis, en hij wees erop,
dat wij grootendeels afhankelijk zijn van het
buitenland. De ontwikkeling van het politie
ke leven heeft er toe geleid, dat de staat zich
veel meer met allerlei zaken heeft te be
moeien (speciaal het bedrijfsleven) dan
vroeger. De staat dringt op het economische
terrein sterk door met de sociale voorzienin
gen en vooral de crisismaatregelen van dezen
tijd. Daarom heeft elke politieke partij, die
er prijs op stelt hare aanhangers te tellen in
eiken tak van volksnijverheid, te zoeken naar
vertegenwoordigers die op het terrein der be-
ginselpolitiek staan in de verschillende groe
pen. Dit geldt vooral voor den landbouw, al
wilde spr. niet beweren dat deze het één en
het al is. Maar van zeer groot belang is de
landbouw zeer zeker, immers het derde deel
der bevolking van Nederland leeft ervan. De
boerenstand heeft groote economische betee-
kenis, zoo goed als een socialen en moreelen
invloed. Hij brengt een sfeer van rust en
orde en van soberheid. Een eenmaal ver
waarloosde landbouw is niet te herschep
pen, gelijk Engeland bewijst na een verwaar-
loozing ervan gedurende een eeuw. Het plat
teland is er ontvolkt en wat men ook doet om
de menschen weer naar het land terug te
krijgen, alles blijkt hopeloos, omdat men niet
terug wil naar de ingetogenheid.
In den tot voor kort nog welvarenden
landbouw bezitten wij nog een grooten schat,
welks waarde wij pas goed leeren kennen bij
de ziekte ervan. En als de regeering de ove
rige burgerij lasten oplegt tot steun van den
landbouw, moet men daarin zien een poging
tot behoud van dat belangrijke deel van ons
volk.
Om een en ander achtte spr. landbouw-
candidaten voor den Vrijheidsbond ge-
wenscht.
Spr. ontkende, dat hij en zijn mede-land-
bouwcandidaat Bierema den vrijhandel zou
den willen afzweren, zooals de vrijz. d?m.
beweren. Beiden willen zij slechts tijdelijke
bescherming, omdat het buitenland daartoe
dwingt. Dan alleen toch is instandhouding
van den landbouw mogelijk.
Spr. wees erop, dat de vrijz. dem. een vrij
wel gelijk punt te dezen aanzien op hun pro
gram hebben. Het gaat om het nationaal be
drijfsleven zooveel mogelijk te redden. Ook
de vrijz.-dem. hebben de crisiswetten ge
steund.
De liberale beginselen zijn waard om er
voor te strijden, zei spr. Beseft waar het
straks om gaat, begrijpt welk een kostelijk
bezit de liberale gedachte is, en brengt op
26 April dienovereenkomstig uw stem uit.
(Applaus).
Na een pauze was
het woord aan mr. Rutgers,
die speciaal wees op de nationale eenheid. De
buitengewoon moeilijke omstandigheden van
het oogenblik drukken hun stempel op de
verkiezingen en behooren dit ook te doen. Zij
beteekenen een liquidatie van den oorlog en
zijn gevolgen. De opbloei, die aanvankelijk
volgde op den oorlog, heeft plaats gemaakt
voor een crisis, zooals sinds menschenheuge-
nis nog niet voorgekomen is. Verschillende
omstandigheden hebben tot het ontstaan van
die crisis meegewerkt.
In de verschillende landen, die deelnamen
aan den oorlog, ontstonden tijdens den krijg
tal van industrieën, die toen wel noodig
waren en bloeiden, maar na den oorlog
geen bestaansreden meer hadden en door
allerlei steunmaatregelen poogde men die
„oorlogsindustrieën" in het leven te houden.
Bovendien hadden de na den oorlog ge
vormde nieuwe staten geld noodig, hetwelk
zij dachten te vinden uit invoerrechten. En
ten derde hebben de vredesverdragen wel den
oorlog met de wapenen beëindigd, maar dien
verplaatst naar den handel, waardoor het
onmogelijk werd de oorlogsschulden te be
talen en een economische oorlog ontstond
op leven en dood.
Alle economische ellende, die wij beleven
is te wijten aan maatregelen in het buitenland,
waarop wij geenerlei invloed kunnen uit
oefenen, afgezien van kleine verbeteringen
die door onderling overleg zijn te verkrijgen
Bij het uitbreken van den oorlog in 1914
overheerschte de nationale gedachte de na
tionale geschillen, maar thans betoogen de
communisten en in navolging van hen de
soc.-dem., dat zij niet bereid zouden zijn
samen met het andere deel van het Neder
landsche volk de moeilijkheid te trachten te
overwinnen. Zij willen hun eigen weg vol
gen, den weg van den klassenstrijd.
Wij hebben hier 400000 werkloozen en dit,
alsmede de moeilijkheden in handel en bedrijf,
heeft grooten invloed uitgeoeferd ook op de
geestesgesteldheid der heele bevolking, met
alleen de rechtstreeks getroffenen. Uit de wan
hoopsstemming groeit bij velen de gedachte.
„Alles is beter dan wat wij heohen". Men wil
andere richtingen, zooals men die ia bet
buitenland heeft, ofschoon zij in ons land
geen reden van bestaan zouden hebben. Fas
cisme en nationalisme vinden hier aanhan
gers, op voorbeeld van Italië en Duitsch
land en men beseft niet, dat de Nederlandsche
regeering niet in staat is om aan de buiten-
landsche maatregelen tegen onzen handel
een eind te maken, zonder internationaal
overleg.
Verbetering is slechts mogelijk, als de bui-
tenlandsche regeeringen inzien, dat alle be-
schermingspolitiek niet geeft wat men ervan
verwachtte- Eenige hoop bestaat wel, dat het
inzicht daarvan veld wint. Spr wees hierbij
op de economische conferentie, die over eenige
maanden zal worden gehouden, en waarvoor
mr. Trip (van de Nederlandsche Bank) een
schema ontwierp. Mocht zij mislukken, dan
zal de toestand nog veei erger worden, dan
hij thans is.
Niet toevallig achtte spr. het. dat de in
storting op economisch gebied is gekomen
op het oogenbüx, dat men de lihera'e ge
dachte van het internationale viije ruilver
keer heeft laten varen Dit is we! *en der
grootste oorzaken van <ie moeilijkheden van
thans. Terugkeer naar dit groo'" liberale be
ginsel is dus wel een eerste eisch
Nederland en Zwitserland zijn nog slechts
de eenige landen, die de waarde van den
vrijhandel zijn blijven erkennen en de toe
stand is er beter dan elders. Dit is slechts te
danken aan de handelspolitiek tot op dit
oogenblik gevoerd.
Al is het, gedwongen door het buitenland,
noodzakelijk geweest enkele bescheimende
wetten in te voeren, toch is het noodig zoo
spoedig mogelijk terug te keeren naar den
vrijhandel.
Daarnaast is het noodzakelijk te streven
naar sluitende begrooiingen van rijk, pro
vincies en gemeenten. De eerste taak van de
komende regeering moet zijn daarop aan te
sturen.
Voorts moet zij het bedrijfsleven steunen
en daardoor in staat stelien om straks bij op
leving van handel en bedrijf, daarin weer
een aandeel te veroveren.
Op het gebied van bestrijding der werk
loosheid, de ergste geesel die ons kan teiste
ren, is nog veel te doen, zij is erger dan
noodig was. Het eenig goede middel dezer
bestrijding ligt in een verlaging der produc
tiekosten, d.w.z. van de loonen, die een groot
deel daarvan vormen. Maar ook de prijzen
van gas, water en electriciteit moeten dalen,
want zij zijn nog even hoog als vóór de
crisis, die reeds vele andere verlagingen heeft
gebracht. De hooge prijzen der producten
van de monopolistische bedrijven houden an
dere verlagingen tegen.
Men houde hierbij in het oog, dat de loo
nen in die bedrijven (ook de semi-overheias-
bedrijven) en in het algemeen de beschutte
bedrijven nog vrijwel op dezelfde hoogte zijn
gebleven, dank zij de macht der vakbeweging,
maar de politiek dezer vakvereenigingen
heeft gemaakt dat in andere bedrijven de con
currentie met het buitenland niet was vol te
houden, met als gevolg vergrooting der werk
loosheid.
De liberalen hebben hierop reeds sinds
lang de aandacht gevestigd en werden toen
uitgekreten voor reactionnairen, die niets
liever zouden willen zien dan loondaling.
Maar hun standpunt is een half jaar ge
leden als juist erkend door niemand minder
dan Henri Polak, oud-voorzitter der s.d a.p.,
lid der Eerste Kamer. Spr. las voor wat deze
volksvertegenwoordiger schreef in een Kro
niek in Oct. 1932.
Het stemt bitter, zei spr., dat de soc.-dem
den klassenstrijd 'blijven prediken en de te
genstellingen onder ons volk vergrooten, of
schoon vele vooraanstaanden onder de so
cialisten volgens H. Polak zelve de inzichten
der liberalen omtrent loonen in de beschutte
bedrijven deelen.
Ook bij de vrijz.-dem. begint het inzicht
der liberalen door te breken.
In de laatste jaren is vaak betoogd door de
soc. dem., dat de arbeiders aan hen meerdere
welvaart hebben te danken, maar, zei spr.,
dit is niet juist. Wel hebben die menschen
het beter gekregen, doch dit was te danken
aan de veel grooter geworden welvaart in de
wereld, als gevolg van vrije ontwikkeling
der bedrijven door het liberale beginsel van
vrijhandel.
De verhoogingen van invoerrechten enz.
zijn evenzoovele belemmeringen van de vrije
werking van dat „kapitalistisch" beginsel,
dat alleen welvaart kan brengen.
De werkloosheid kon verminderen door
verlaging der loonen, maar nu de sodalis-
tische zoowel als de chr. partijen en de r k.
vakbeweging zich daartegen verzetten, is het
aan haar te wijten, dat de werkloosheid
grooter is dan noodig was.
Als er weer een rechtsche meerderheid
komt, zal er weder een coalitie-kabinet ge
vormd worden, waarschuwde spr., met naar
men voorspiegelt een krachtig bewind. Dit
noemde spr. een verkeerde voorlichting
want, zei hij, hebben wij in de laatste 14
jaar onder christelijke regeeringen niet ge-
zien een groote gezagsondermijning, die ge
beurtenissen als met de Zeven Provinciën
mogelijk maakte? Een zoogenaamde sterke
man hebben we reeds gehad (dr. Colijn),
maar hij struikelde over de vertegenwoordi
ging bij den paus.
Neen, zei spr., als we een werkelijk krach
tig bewind willen hebben, zal het moeten zijn
een bewind in liberalen geest: een minister»
op nationale basis, zooals bij vorige verkie
zingen reeds door ons bepleit. Toen hadden
wij niet de macht, omdat onze fractie te klein
was, maar zorgt er thans voor, dat het aan
tal versterkt wordt. (Applaus).
Gedachtenwisseling,
Gevraagd werd door een heer, die zijn
naam niet noemde, hoe de liberale Staats
partij staat tegenover cumulatie van salaris
sen, hoe de liberalen denken over de gehuwde
ambtenares en hoe zij staan tegenover den
klassestrijd.
Mr. Rutgers antwoordde dat op het
gebied van cumulatie van salarissen onge-
wenschte toestand bestaan. De liberalen ga
ven hun stem aan de motie-Albarda te dezen
aanzien
In antwoord op de tweede vraag zei spr.
dat de liberalen gelijke voorwaarden willen
voor alle Nederlanders.
De klassestrijd moet worden bestreden
door overreding en niet door geweld, zooala
bv. thans in Duitschland gebeurt.
Sluiting.
In zijn slotwoord wees de heer Bosscher
op het groote aantal partijen bij de aanstaan
de verkiezingen, wat tot gevolg zal hebben,
dat de liberalen zich zullen moeten inspan
nen om met hetzelfde aantal vertegenwoor
digers in de Kamer terug te komen. Hij
wekte daarom allen op te stemmen op de libe
ralen.
Spr. dankte de beide woordvoerders voor
hun betoog en sloot hierop de bijeenkomst.
PREDIKBEURTEN.
Zondag 2 April,
„Waakt en Bidt", Vrijdagavond IA uur,
ds. L. Vroeg in de Wei, Ned. herv.- pred. te
Wilnis.
Donderdag 6 April, 8 uur, Waakt en
Bidt, Stadszending. Br. W. Akse.
LEGER DES HEILS.
(Stichter William Booth).
Zaterdagavond Openluchtprediking op de
Steenenbrug; Zondag 10 en 8 uur samen
komsten in de zaal Limmerhoek 40; Donder
dagavond Heiligingsmeeting;. Vrijdag Le
zing van Lt. Kolonel J. Rauvie over den ar
beid onder de Toradja's; Zondagmiddag
3 30 uur Openlucht Kattenberg. Kapt. Adlef
en Luit. Meijer.
Politieagent (tot vlieger die een noodlanding op vo
latiel weg heeft moeten maken) „Nu u op den grond Is
gekomen, valt u onder de motor- en rijwlelwet."
Vlieger „Zoo, en als lk nou ln een vijver terecht waa
gekomen dan was Ik zeker onder het binnenaanvartn®»-
reglement gekomen l" (HirmnrhdJU