ONZE DRUKKERIJ UW DRUKWERK N.V. Boek- Handelsdrukkerij v.h. HERMS. COSTER i ZOON Voordam C 9. S tad. m Omgeving. Jieck ói School VOORZIEN VAN DE NIEUWSTE MACHINES LEVERT FRAAI EN SNEL. Vraagt offerte aan de karnende boeren uit. De prijs voor de kaas- merken was voor volvette kaas op 0.25 ct per stuk gesteld en voor niet volvette kaas op 0.2 r*r stuk. Aan uifl minister van economische zaken en arbeid was het verzoek gericht om de in terne grens voor het vetgehalte in een droge stof der niet-volvette kaassoorten te willen verlagen van 2 op 1 Yt en dan tevens te willen voorschrijven een verplichte bewaar- tijd voor de kaas van 12 dagen in verband met de monsterneming, het laatste met uit sondering van de kaas met een gewicht van jl of minder dan 1 K G. per stuk en met ver- toudin? van de Engelsche kaassoorten. De exploitatierekening werd in ontvangst en uitgaaf vastgesteld op een bedrag van ]f 54430.60, met een voordeelig saldo van ƒ9439,90. Besloten werd van dit bedrag 25 voor 8e contributie over 1932 te restitueeren en de rest te gebruiken voor de nieuwe exploitatie rekening. Bij de behandeling van de begrooting voor 1933 aanwijzende een bedrag van 46317,92 vroeg de heer K a a n een specificatie van de post salarissen groot f 30.000. De secretaris gal deze en wees er op, dat de salarissen het vorig jaar reeds met 10 waren verlaagd. De heer Klaver, Alkmaar, wees op hei streven om vrijwillig de kaasproductie met 30 te verminderen. Dit zal eenig resultaat hebben en dit in aanmerking nemende, is de post 35.000 bijdrage van leden zeker ietwat hoog geraamd. Devoorzitter antwoordde, dat de raming berust op de productie van het vorig Jaar en dat lagere productie zal drukken op een volgend jaar. Het zal bij wijze van proef pelden voor 3 maanden om te verhinderen, dat de kaarsprijzen al te ver naar beneden ca kt. Het voornemen van de cri9is-zuivelcontrole te om aan de fabrieken, die moeten werken, een toeslag te geven voor de ondermelk. De definitieve regeling komt echter pas de vol gende week af. De heer V e 1 d s t r a zeide, dat het een vrijwillige proef betreft voor drie maanden Beoogd wordt de productie 30 te beperken /■Aan de fabrieken zal voor de ondermelk een vergoeding gegeven worden, die voldoende cal zijn. Er wordt echter op gerekend, dat men over kleine bezwaren zal heenstappen in het be lang van het algemeen, die productiebeper king vraagt. De heer K. K u i p e r achtte de maatregel een gevolg van het rapport van de F.N.Z. Spr. betwijfelde of het in het belang van de zuivelbereiding in N.-H. zal zijn Moeilijk is het te vinden het goede middel, maar waar de N.-H. boer niet gewoon is ondermelk terug te ontvangen, daar vreest spr., dat de toeslag op de onderzoek voor N.-H. niet de juiste weg is om tot de noodige productiebeperking te krijgen. Ook in de vleeschproductie ziet spr. binnen kort ook een groote debacle. Beperking van de geheele veestapel verdient z. i. de voor keur. Z. i. moeten deze crisismaatregelen in één hand zijn. De heer V e 1 d s t r a antwoordde, dat de vleeschkwestie niet is besproken. In een commissie ingesteld voor de kaas is dti niet op zijn plaats Wanneer de kaasprc ductie niet wordt ingekrompen in Friesland, dan zal men daar trachten het product te plaatsen, daar waar het N. H. product ge- plaatst wordt. Indirect is dit dus ook een voordeel voor N.-H. De heer Klaver was van oordeel, dat niet gewacht kan worden op een maatregel, die het geheele gebied beheerscht. Het komt spr. logisch voor om in de drie moeilijkste maanden het sympathieke plan uit te voeren. Het gaat vrijwillig, doch een deelname over het geheele land is noodig en daarom moet met spoed worden gewerkt. De heer Ham was van oordeel, dat van de proef niets terecht kwam in N.-H., als het vrijwillig bleef. Drang in welke vorm ook is noodig. Dr. S c h e ij wees op de inrichting bij de fabrieken in N.-H. Spr. vroeg of de ondermelk, die naar de boerderij terug gaat, ook valt onder de vee wet. Als dit het geval is, dan kunen alleen de groote fabrieken er aan voldoen. De kleine kunnen de ondermelk niet pasteuriseeren en dit is voor de t.b.c.-bestrijding toch noodig. De heer V e 1 d s t r a zeide nog, dat het voornemen bestaat een speling toe te staan Van 30 De heer O 1 i v i e r wees er op, dat men er geen schade van zal hebben, door dat men vergoeding krijgt voor de ondermelk. Wie het wel kan pasteuriseeren, beperkt de productie dus nog wat meer en heeft zelfs kans voordee- liger uit te zijn. De heer Kuiper had juist daartegen he rwaar. De voorzitter oordeelde het voor N H. niet van zooveel belang als voor Fries land, dat aangewezen is voor zijn kaaspro ductie op Duitschland. De Hollandsche gaat naar Frankrijk. Spr. verwacht dus, dat de provinciën, die op Duitschland zijn aange wezen, de beperking zullen moeten toepassen Voor de boter ziet spr. het slechter als voor de kaas. Na dit uitstapje keerde men weer tot de begrooting terug en bepleitte de heer K o s t e r uit Wijdenes salarisverlaging. De heer Lobman protesteerde tegen het 6teunen voor de bijdragen der fabrieken, al kon hij er reglementair niets aan doen. Een voorstel tot reglementswijziging zeg de spr. toe. Op een vraag van den heer Laan ant woordde de v o o r z i 11 e r, dat het kaas controle-station voor de salarissen en bij drage van het botercontrolestation ontvangt Spr. verdedigde voorts de geldende klasse- Indeel ing, die verband houdt met de bewezen diensten. De heer Bakker, Twisk, gaf het be stuur nog in overweging het schema ten gun ste van de kleinere iets gunstiger te regelen Desecretaris betoogde, dat dit prak tisch niet veel verschil maakt. De heer Klaver oordeelde, dat als het weinig uitmaakte, men het gemakkelijk kon inwilligen. Devoorzitter zegde overweging toe De zaak zal bestudeerd worden. Het contributieschema werd hierop gelijk •an het vorig jaar vastgesteld. De heer Klaver oordeelde, dat gezien het vorig jaar de salarissen reeds met 10 verlaagd waren, men beter deed om voorloo- pig niet verder te gaan, al staat vast, dat de ambtenaren thans profitecren van crisiswinst De heer Ham vond een salaris van 5300 voor den directeur ongemotiveerd, waar de boeren op apengapen liggen. Devoorzitter begreep dit geluid, doch met verlaging bereikt men weinig. Spr verzocht het zoo te laten en zegde toe, dat het bestuur met voorstellen zal komen, als het noodig is. De heer Ham had van den voorzitter een ander geluid verwacht. De heer Koster. Wijdenes, wenschte om het idee eveneens verlaging. Ook de heer Kuiper drong er op aan de zaak nog eens te bekijken. Meeleven met den boerenstand brengt een goede stemming. De heer Groen, Alkmaar, bestreed het gevoel om het voor anderen ook slecht te ma ken, omdat men het zelf ook slecht heeft. De salarisverlaging kan ons niet uit de crisis helpen. Verleden jaar is er al verlaagd. Tenslotte merkte de v o o r z i 11 e r op, dat de salarisregeling van het bestuur is. Wenscht de meerderheid van de vergadering zich echter niet voor verlaging, dan zal het bestuur die overwegen. Verschillende personen verzetten zich hier tegen, omdat men het bij het bestuur wilde laten. Met 191 tegen 142 stemmen en 46 stemmen blanco werd tenslotte de begrooting zonder salarisverlaging vastgesteld. De heer Klaver gaf het bestuur in over weging om deze zaak, waar het reglement dit bepaald, voortaan aan het bestuur te houden. Na rondvraag sluiting. DE VRIJHEIDSBOND EN DE VERKIEZINGEN. Gisteravond heeft de liberale Staatspartij De Vrijheidsbond een verkiezingsbijeenkomst gehouden in de dancing van de Harmonie. Er waren twee sprekers, de heeren H. D Louwes en mr. J. Rutgers, die de idealen der liberalen uiteenzetten voor een publiek van een tachtigtal personen. De heer Ph. M. Bosscher sprak een openingswoord, waarin 1 ij de beide sprekers speciaal een welkom toeriep en daarna het woord gaf aan den heer Louwes over de liberale gedachte. De spreker begon met de opmerking, dat de crisis een ontreddering veroorzaakt ook op politiek gebied. Bij de kiezers ontstaan andere gedachten en daarmee ook ontevre denheid over het gevoerde beleid en waar de invloed der kiezers gaat via de politieke par tijen, zal die ontevredenheid zich uiten in die partijen en tegen hare opvattingen. Dit nu keurde spr. af, want eenmaal aanvaarde be ginselen kan en mag men toch niet zoo maar in den steek laten bij een tegenslag. Het willen uitleven van nieuwere opvattin gen blijkt uit het groote aantal partijen, dat aan de aanstaande verkiezingen deelneemt Daarmee dient men niet het landsbelang, maar versnippert men c' bestaande partijen Het groote liberale beginsel is het verdedi gen van de ontwikkelingsmogelijkheid van iedere persoonlijkheid. Ieder moet een zelf standig oordeel kunnen vormen zonder dwang van omgeving of kerk. De begrenzing van de persoonlijke vrijheid mag echter het algemeen belang niet schaden, omdat anders anarchie zou ontstaan, dus het tegendeel van wat men zou willen bereiken. Principieel tegenover de liberalen staan de r.k. en ook de chr. partijen, welke laatsten den mensch willen zien volgens de inzichten van den onfeilbaren bijbel. Ook het beginsel du s.d.a.p. staat tegenover de liberalen, om dat het den aangeslotenen te veel dwang op legt. Het liberale beginsel is een specifiek Ne- derlandsch beginsel, zooais spr. aantoonde en de sympathie met hen, die thans in Duitschland worden verdrukt, vloeit er uit voort. Welbewust staan de liberalen tusschen rechts en rood, zooals ook de vrijz.-dem. hun plaats daar hebben. Jammer vond spr. het dat de liberale gedacht woont in twee hui zen, zonder dat er veel verschil bestaat. Spr. juichte het toe, dat nog altijd bij den Vrij heidsbond de goede wil bestaat om tot één groote partij te geraken. Bij de vraag hoe men de liberale beginse len wil uitdragen, Kwam spr. tot de stelling, dat de Vrijheidsbond de Nederlanders wil zien als een eenheid en niet als een soort federatie van verschillende bevolkingsgroe pen. Er is onder ons volk veel meer dat bin den kan dan wat verdeden moet, maar de geest van splitsing heeft veei kwaad gedaan op onderwijsgebied e- kerkelijk terrein, zoo wel als op dat van de organisaties, en met dit alles verliest ons volk zich te veel in het sectarisme en de politiek Daaraan willen de liberalen niet meedoen. Zij willen openbaar onderwijs, één school voor de heele natie. Hun „algemeen" en „nationaal" is heel wat anders dan wat men er van wil maken door het „neutraal"' te noemen, het is niet doodend maar levend. De individuëele bestaansmogelijkheid, die ieder de zekerheid moet geven van te kunnen leven van zijn arbeid, is een burgerdeugd, die niet kan worden gemist zonder derving van veel welvaart. Wij erkennen, dat er verschillende toestan den zijn, waartegen de wet moet waken Sociale voorzieningen, als armenzorg, staats pensioen, enz. zijn zaken, waar de liberalen vóór zijn. De overheid moet de bestaansmogelijkheid in stand houden in tijden als van heden, nu export vrijwel onmogelijk is. De overheid moet dat doen, opdat de bestaansverantwoor- delijkheid blijve. Een zuinig beheer is noodzakelijk, opdat de staat niet tot noodlottige dingen zou moe ten komen. De staatsbedrijven moeten eco nomisch worden ingericht, de efficiency moet worden betracht. De levensstandaard in ons land is thans nog vrij wat hooger dan in 1913, terwijl in de landen rondom ons het peil van dat jaar reeds is bereikt en daarom moeten wij ver soteren Immers de hoogere loonen en gages beletten het aanvaarden van bestellingen enz. Ons land zal zich dus moeten aanpas sen, om in staat te kunnen zijn de steeds toe nemende bevolking brood te verschaffen. Met het opmaken van het aanwezige kapi taal mag men niet voortgaan. De liberalen zijn voor handhaving van een sterk gezag, omdat alleen daarbij de grootste vrijheid kan bestaan. Sj r. wees op een uitla ting van prof. Fabius, die indertijd de vraag stelde of invoering van het algemeen kies recht wel het opleggen van de vereischte in getogenheid en zelfbeperking kan doen be- ïouden. Het Nederlandsche volk heeft geleerd zich uit verschillende lagen zelf te besturen, zoo dat onze regeeringsvorm behoort bij ons volk. Daarom moet men alles in het werk stellen om die democratische regeering te handha ven. De volksvertegenwoordiging moet regee- ren en niet zooals het thans wel gaat, besturen. Door dezen laatsten vorm bevordert men iet optreden van een nevenregeering door de macht van de vakvereeniging, waardoor een ontoelaatbare ondermijning van het gezag ontstaat. Spr. gaf hiervan een paar voor belden. Ons volk is wel bereid zich te schikken naar het gezag, als men maar weet dat het krachtig zal zijn. Slapheid is ten deze zeer verkeerd. Ook een regeering, die steunt op het algemeen kiesrecht, kan en moet sterk durven te zijn. Dan zal er geen behoefte ontstaan aan een anderen regeeringsvorm en zal men niet behoeven te roepen om „een sterken man", wien men dan veelal meent gevonden te hebben in dr. Colijn. Spr. wilde diens kwaliteiten niet onderschatten, maar zei, dat de kracht en eenheid evenzeer veilig zijn bij de liberalen. Spr. wees er op, hoe hier te lande de poli tieke en kerkelijke richtingen op alle terrein grooten invloed uitoefenen: school, benoemin gen door het rijk, vakvereenigingen, enz. en wekte op te stemmen op de liberalen, bij wie alle zuivere beginselen van regeeren veilig zijn. Ten slotte besprak spr. de positie van Ne derland in de huidige crisis, en hij wees erop, dat wij grootendeels afhankelijk zijn van het buitenland. De ontwikkeling van het politie ke leven heeft er toe geleid, dat de staat zich veel meer met allerlei zaken heeft te be moeien (speciaal het bedrijfsleven) dan vroeger. De staat dringt op het economische terrein sterk door met de sociale voorzienin gen en vooral de crisismaatregelen van dezen tijd. Daarom heeft elke politieke partij, die er prijs op stelt hare aanhangers te tellen in eiken tak van volksnijverheid, te zoeken naar vertegenwoordigers die op het terrein der be- ginselpolitiek staan in de verschillende groe pen. Dit geldt vooral voor den landbouw, al wilde spr. niet beweren dat deze het één en het al is. Maar van zeer groot belang is de landbouw zeer zeker, immers het derde deel der bevolking van Nederland leeft ervan. De boerenstand heeft groote economische betee- kenis, zoo goed als een socialen en moreelen invloed. Hij brengt een sfeer van rust en orde en van soberheid. Een eenmaal ver waarloosde landbouw is niet te herschep pen, gelijk Engeland bewijst na een verwaar- loozing ervan gedurende een eeuw. Het plat teland is er ontvolkt en wat men ook doet om de menschen weer naar het land terug te krijgen, alles blijkt hopeloos, omdat men niet terug wil naar de ingetogenheid. In den tot voor kort nog welvarenden landbouw bezitten wij nog een grooten schat, welks waarde wij pas goed leeren kennen bij de ziekte ervan. En als de regeering de ove rige burgerij lasten oplegt tot steun van den landbouw, moet men daarin zien een poging tot behoud van dat belangrijke deel van ons volk. Om een en ander achtte spr. landbouw- candidaten voor den Vrijheidsbond ge- wenscht. Spr. ontkende, dat hij en zijn mede-land- bouwcandidaat Bierema den vrijhandel zou den willen afzweren, zooals de vrijz. d?m. beweren. Beiden willen zij slechts tijdelijke bescherming, omdat het buitenland daartoe dwingt. Dan alleen toch is instandhouding van den landbouw mogelijk. Spr. wees erop, dat de vrijz. dem. een vrij wel gelijk punt te dezen aanzien op hun pro gram hebben. Het gaat om het nationaal be drijfsleven zooveel mogelijk te redden. Ook de vrijz.-dem. hebben de crisiswetten ge steund. De liberale beginselen zijn waard om er voor te strijden, zei spr. Beseft waar het straks om gaat, begrijpt welk een kostelijk bezit de liberale gedachte is, en brengt op 26 April dienovereenkomstig uw stem uit. (Applaus). Na een pauze was het woord aan mr. Rutgers, die speciaal wees op de nationale eenheid. De buitengewoon moeilijke omstandigheden van het oogenblik drukken hun stempel op de verkiezingen en behooren dit ook te doen. Zij beteekenen een liquidatie van den oorlog en zijn gevolgen. De opbloei, die aanvankelijk volgde op den oorlog, heeft plaats gemaakt voor een crisis, zooals sinds menschenheuge- nis nog niet voorgekomen is. Verschillende omstandigheden hebben tot het ontstaan van die crisis meegewerkt. In de verschillende landen, die deelnamen aan den oorlog, ontstonden tijdens den krijg tal van industrieën, die toen wel noodig waren en bloeiden, maar na den oorlog geen bestaansreden meer hadden en door allerlei steunmaatregelen poogde men die „oorlogsindustrieën" in het leven te houden. Bovendien hadden de na den oorlog ge vormde nieuwe staten geld noodig, hetwelk zij dachten te vinden uit invoerrechten. En ten derde hebben de vredesverdragen wel den oorlog met de wapenen beëindigd, maar dien verplaatst naar den handel, waardoor het onmogelijk werd de oorlogsschulden te be talen en een economische oorlog ontstond op leven en dood. Alle economische ellende, die wij beleven is te wijten aan maatregelen in het buitenland, waarop wij geenerlei invloed kunnen uit oefenen, afgezien van kleine verbeteringen die door onderling overleg zijn te verkrijgen Bij het uitbreken van den oorlog in 1914 overheerschte de nationale gedachte de na tionale geschillen, maar thans betoogen de communisten en in navolging van hen de soc.-dem., dat zij niet bereid zouden zijn samen met het andere deel van het Neder landsche volk de moeilijkheid te trachten te overwinnen. Zij willen hun eigen weg vol gen, den weg van den klassenstrijd. Wij hebben hier 400000 werkloozen en dit, alsmede de moeilijkheden in handel en bedrijf, heeft grooten invloed uitgeoeferd ook op de geestesgesteldheid der heele bevolking, met alleen de rechtstreeks getroffenen. Uit de wan hoopsstemming groeit bij velen de gedachte. „Alles is beter dan wat wij heohen". Men wil andere richtingen, zooals men die ia bet buitenland heeft, ofschoon zij in ons land geen reden van bestaan zouden hebben. Fas cisme en nationalisme vinden hier aanhan gers, op voorbeeld van Italië en Duitsch land en men beseft niet, dat de Nederlandsche regeering niet in staat is om aan de buiten- landsche maatregelen tegen onzen handel een eind te maken, zonder internationaal overleg. Verbetering is slechts mogelijk, als de bui- tenlandsche regeeringen inzien, dat alle be- schermingspolitiek niet geeft wat men ervan verwachtte- Eenige hoop bestaat wel, dat het inzicht daarvan veld wint. Spr wees hierbij op de economische conferentie, die over eenige maanden zal worden gehouden, en waarvoor mr. Trip (van de Nederlandsche Bank) een schema ontwierp. Mocht zij mislukken, dan zal de toestand nog veei erger worden, dan hij thans is. Niet toevallig achtte spr. het. dat de in storting op economisch gebied is gekomen op het oogenbüx, dat men de lihera'e ge dachte van het internationale viije ruilver keer heeft laten varen Dit is we! *en der grootste oorzaken van <ie moeilijkheden van thans. Terugkeer naar dit groo'" liberale be ginsel is dus wel een eerste eisch Nederland en Zwitserland zijn nog slechts de eenige landen, die de waarde van den vrijhandel zijn blijven erkennen en de toe stand is er beter dan elders. Dit is slechts te danken aan de handelspolitiek tot op dit oogenblik gevoerd. Al is het, gedwongen door het buitenland, noodzakelijk geweest enkele bescheimende wetten in te voeren, toch is het noodig zoo spoedig mogelijk terug te keeren naar den vrijhandel. Daarnaast is het noodzakelijk te streven naar sluitende begrooiingen van rijk, pro vincies en gemeenten. De eerste taak van de komende regeering moet zijn daarop aan te sturen. Voorts moet zij het bedrijfsleven steunen en daardoor in staat stelien om straks bij op leving van handel en bedrijf, daarin weer een aandeel te veroveren. Op het gebied van bestrijding der werk loosheid, de ergste geesel die ons kan teiste ren, is nog veel te doen, zij is erger dan noodig was. Het eenig goede middel dezer bestrijding ligt in een verlaging der produc tiekosten, d.w.z. van de loonen, die een groot deel daarvan vormen. Maar ook de prijzen van gas, water en electriciteit moeten dalen, want zij zijn nog even hoog als vóór de crisis, die reeds vele andere verlagingen heeft gebracht. De hooge prijzen der producten van de monopolistische bedrijven houden an dere verlagingen tegen. Men houde hierbij in het oog, dat de loo nen in die bedrijven (ook de semi-overheias- bedrijven) en in het algemeen de beschutte bedrijven nog vrijwel op dezelfde hoogte zijn gebleven, dank zij de macht der vakbeweging, maar de politiek dezer vakvereenigingen heeft gemaakt dat in andere bedrijven de con currentie met het buitenland niet was vol te houden, met als gevolg vergrooting der werk loosheid. De liberalen hebben hierop reeds sinds lang de aandacht gevestigd en werden toen uitgekreten voor reactionnairen, die niets liever zouden willen zien dan loondaling. Maar hun standpunt is een half jaar ge leden als juist erkend door niemand minder dan Henri Polak, oud-voorzitter der s.d a.p., lid der Eerste Kamer. Spr. las voor wat deze volksvertegenwoordiger schreef in een Kro niek in Oct. 1932. Het stemt bitter, zei spr., dat de soc.-dem den klassenstrijd 'blijven prediken en de te genstellingen onder ons volk vergrooten, of schoon vele vooraanstaanden onder de so cialisten volgens H. Polak zelve de inzichten der liberalen omtrent loonen in de beschutte bedrijven deelen. Ook bij de vrijz.-dem. begint het inzicht der liberalen door te breken. In de laatste jaren is vaak betoogd door de soc. dem., dat de arbeiders aan hen meerdere welvaart hebben te danken, maar, zei spr., dit is niet juist. Wel hebben die menschen het beter gekregen, doch dit was te danken aan de veel grooter geworden welvaart in de wereld, als gevolg van vrije ontwikkeling der bedrijven door het liberale beginsel van vrijhandel. De verhoogingen van invoerrechten enz. zijn evenzoovele belemmeringen van de vrije werking van dat „kapitalistisch" beginsel, dat alleen welvaart kan brengen. De werkloosheid kon verminderen door verlaging der loonen, maar nu de sodalis- tische zoowel als de chr. partijen en de r k. vakbeweging zich daartegen verzetten, is het aan haar te wijten, dat de werkloosheid grooter is dan noodig was. Als er weer een rechtsche meerderheid komt, zal er weder een coalitie-kabinet ge vormd worden, waarschuwde spr., met naar men voorspiegelt een krachtig bewind. Dit noemde spr. een verkeerde voorlichting want, zei hij, hebben wij in de laatste 14 jaar onder christelijke regeeringen niet ge- zien een groote gezagsondermijning, die ge beurtenissen als met de Zeven Provinciën mogelijk maakte? Een zoogenaamde sterke man hebben we reeds gehad (dr. Colijn), maar hij struikelde over de vertegenwoordi ging bij den paus. Neen, zei spr., als we een werkelijk krach tig bewind willen hebben, zal het moeten zijn een bewind in liberalen geest: een minister» op nationale basis, zooals bij vorige verkie zingen reeds door ons bepleit. Toen hadden wij niet de macht, omdat onze fractie te klein was, maar zorgt er thans voor, dat het aan tal versterkt wordt. (Applaus). Gedachtenwisseling, Gevraagd werd door een heer, die zijn naam niet noemde, hoe de liberale Staats partij staat tegenover cumulatie van salaris sen, hoe de liberalen denken over de gehuwde ambtenares en hoe zij staan tegenover den klassestrijd. Mr. Rutgers antwoordde dat op het gebied van cumulatie van salarissen onge- wenschte toestand bestaan. De liberalen ga ven hun stem aan de motie-Albarda te dezen aanzien In antwoord op de tweede vraag zei spr. dat de liberalen gelijke voorwaarden willen voor alle Nederlanders. De klassestrijd moet worden bestreden door overreding en niet door geweld, zooala bv. thans in Duitschland gebeurt. Sluiting. In zijn slotwoord wees de heer Bosscher op het groote aantal partijen bij de aanstaan de verkiezingen, wat tot gevolg zal hebben, dat de liberalen zich zullen moeten inspan nen om met hetzelfde aantal vertegenwoor digers in de Kamer terug te komen. Hij wekte daarom allen op te stemmen op de libe ralen. Spr. dankte de beide woordvoerders voor hun betoog en sloot hierop de bijeenkomst. PREDIKBEURTEN. Zondag 2 April, „Waakt en Bidt", Vrijdagavond IA uur, ds. L. Vroeg in de Wei, Ned. herv.- pred. te Wilnis. Donderdag 6 April, 8 uur, Waakt en Bidt, Stadszending. Br. W. Akse. LEGER DES HEILS. (Stichter William Booth). Zaterdagavond Openluchtprediking op de Steenenbrug; Zondag 10 en 8 uur samen komsten in de zaal Limmerhoek 40; Donder dagavond Heiligingsmeeting;. Vrijdag Le zing van Lt. Kolonel J. Rauvie over den ar beid onder de Toradja's; Zondagmiddag 3 30 uur Openlucht Kattenberg. Kapt. Adlef en Luit. Meijer. Politieagent (tot vlieger die een noodlanding op vo latiel weg heeft moeten maken) „Nu u op den grond Is gekomen, valt u onder de motor- en rijwlelwet." Vlieger „Zoo, en als lk nou ln een vijver terecht waa gekomen dan was Ik zeker onder het binnenaanvartn®»- reglement gekomen l" (HirmnrhdJU

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 17