Alkmaarsciie Courant. bica Het zilveren feest van het abattoir. Jladionieuws Seuiiieten i Honderd ri)t en dertigste Jaargang. HAANDAG 3 APRIL Ook vier leden van het personeel jubileerden mee. Het slachthuis heeft tijdens zijn bestaan de tegenstander in voorstander doen veranderen. Hartelijke toespraken. Het mysterie van het diamanten kruis. ÉUiHÉÉ Wo 79 1933 Dinsdag 4 April Hilversum, 296 M. (Uitsluitend AVRO). Gramofoonplaten. 10. Mnrgenwq- ding 10 15 Gramofoonplaten. 10.30 Orgel concert door P. van Egmond Jr. m. m. v. Joh. v. d. Ploeg, tenor 11 Kook- en bak- praatje door mevr. R- Lotgering-Hille- fcrand 11.30—12.— Vervolg orgelconcert. 12—2 15 Omroeporkest o.l.v. N. Treep en rraraofoonplaten. 2.30 Gramofoonpl. 3 Knipcursus 4.— Zang door Anna Stroink. Aan den vleugel: Egb. Veen. 4.30 Radio- Kinderkoorzang o.l.v. J. Hamel. 5.— Ver halen voor kleine kinderen door Ant. van Dijk. 5 30 Jeugdhalfuur van den VPRO. 6.—Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 7.Ver kiezingsredevoeringen. 7.30 Engelsche les door Fred Fry. 8.Vaz Dias. 8.05 Gramo foonplaten 9.30 Derde en vierde bedrijf van van „Justitia", drama van Galsworthy. Re gie: Kommer Kleyn. 10.15 Kovacs Lajos en zijn orkest. Refreinzang Bob Scholte. 11- Vaz Dias. 11.1012.Vervolg Kovacs Lajos. Huizen1875 M. (Uitsluitend KRO). 8 —9.15 en 10.Gramofoonplaten. 11.30 12.—Godsd. halfuur. 12.15—l.è45 Schla- germuziek. 2.Vrouwenuurtje. 3.Solis tenconcert. 4.Orkestconcert. 5.Voor dracht. 5.20 Vervolg concert. 6.Sextetcon eert. 6.30 Esperantoles. 6.50 Sextetconcert. 7 10 Causerie. 7.45 Verkiezingsredevoerin gen R.K. Staatspartij. 9.30 Vaz Dias. 9.35 Koorconcert m. m. v. harpsoliste. 10.30 Gra mofoonplaten. 11.Vaz Dias. 11.0512. Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10 50 Tijdsein, berichten. 11.05—11.20 Le zing. 12.20 Gramofoonplaten. 1.20 Commo_ dore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant. 2.35 fs'orthern Studio orkest o.l.v. J. Bridge. 3 20 Concert. G. Henschell, sopraan en het Réné Cook Trio. 4.05 Gramofoonplaten. 4.50 R Tapponier's orkest 5.35 Kinderuur. 6.20 Be richten. 6.50 Schumann-pianorecital door C. Dixon. 7.10 Fransche conversatie. 7.40 Frie- drich Hollaender dirigeert eigen werken 8 20 Werken van Sir Landon Ronald door T Philips, sopraan. N. Wethmar, viool en de componist, vleugel. 8 50 Lezing. 9.20 Ber 9 40 Kamermuziek door het Doré Trio m. m v Sara Fischer, mezzo-sopraan. 10.55 Voor dracht. 11.—12.20 Dansmuziek door Lew Stone en ziin Band. Parijs „Radio-Pari1724 M. 7.05 Gra irofoonplaten. 11.20 Krettly-orkest. 6 40 Krettlv-orkest 7.20 Cabaretprogramma. 8.(15 Radiotooneel Kalundborg, 1153 M. 11.2012.Con cert uit het Bellevue-Strandhotel. 2 20 Noorsche liederen, zang en piano. 2.40 4 20 Concert uit rest. .,Ritz". 7.20 Oosten- rnksche avond m m. v orkest o.l.v. Mahler en sprekers. 8 50 Radiotooneel. 9.30 Jazz- liedies, gramofoonplaten 10.10 30 Piano recital door Folmer Jensen. 1 angenberg, 473 M 6.25 en 10.40 Gra mofoonplaten. 12.20 Concert door het Klein orkest te Munster. 1.50 Gramofoonpl. 4 20 Concert dpo*- K Tbrnn^s. piano. R. Metz- macher, cello en R. Fritzsche, fluit. 7.25 Weragkleinorkest o.l.v. Eysoldt en Werag- koofr o.l.v Zimmermann Rome, 441 Af. 8 05 Voorstelling uit een frater en concert uit de studio. Brussel, 338 en 508 Af. 338 M.: 11.20 Graihofoonp1aten. 12.30 Omroepkleinorkest ol.v Leemans 4 °0 Omroeporkest o.l v. Meu'emans 5 50 Omroepkleinorkest o l.v. leemans 7.20 Orkestconcert o.l.v. Babusiau. 9 30 Gramofoonplaten. 508 M.: 11.20 Massenet-concert o.l.v. Leemans. 12 30 Gra mofoonplaten en Tanervoordracht. 4.20 Om roeporkest o 1 v F André. 5.50 Religieuze muziek. 7 20 Radio-Svmphonie-orkest o.l.v Meulemans. o 30 Gramofoonplaten. 7eesen. 1635 Af. 7.20 „Elektra", tragedie wan Huno v. Hoffmannstal Muziek van R Strauss Dirigent: W Fürtwang'er. 9.20 en 10 05 Berichten. 10 20—11.20 Concert uit Hamburg o.l.v. Kurt Rarth. EEN EISCH WAARAAN NIET VOLDAAN KON WORDEN. Bij de V.A.R.A. is Zaterdagmiddag, naar Het Volk mededeelt, telegrafisch bericht bin nengekomen, dat de Radio-Controle-Commis sie de radio-voordracht van den heer M. Sluyser des avonds over de gebeurtenissen in Duitschland niet toestaat omdat de tekst niet twee weken te voren bij haar is ingezon den. Een uitgelezen schare was er Zaterdag middag bijeen in een der groote zalen van het abattoir aan den Helderscheweg ter herden king van het 25-jarig bestaan van dat ge bouw en daarmee van de vleeschkeuring "en het centraal slachten in deze gemeente. Een paar lange wimpels in de Alkmaarsche kleu ren wezen den weg. en in de het groote lokaal was een breed pad afgebakend door palmen met daartusschenin bloemstukken, terwijl er bovendien nog vele andere bloemstukken wa ren, aangeboden door belangstellenden. Van de aanwezigen noemen we het bijna voltallig aanwezige college van B. en W. (alleen wet houder Klaver ontbrak), de meeste raads leden, vertegenwoordigers van bij vee- en vleeschhandel betrokken organisaties, idem van geneeskundigen, een der vroegere direc teuren van het slachthuis, oud-wethouder mr. Leesberg, den heer S. W. Arntz, voorz. K. v. K., den gem.-ontvanger den heer L. v. d Vegt, den heer F. Ringers, die opzichter is ge weest bij den bouw van het abattoir, vertegen woordigers van gemeenten in de omgeving en dan natuurlijk het personeel, waarvan vier leden mede hun zilveren jubilé vierden, n.1. de heeren Hamstra, van der Meulen, de Haas en van de Wetering. Toespraak van den burgemeester. De rij van sprekers werd geopend door den burgemeester dezer gemeente, mr. W. C. W e n d e 1 a a r, die begon met een verge lijking te trekken tusschen het totstandkomen van belangrijke zaken nu en in den tijd van voor 25 jaren. Ook toen besprekingen, rap porten en weer besprekingen, geliik spr. aan toonde met den gang van zaken te releveeren alvorens het besluit tot het stichten van het abattoir was gevalen. Zes jaren lang, van 1898 tot 1904, duurde de periode van het heen en weer zenden van rapporten en con clusies, totdat eindelijk, in Óct. van laatstge noemd jaar, de beslissing viel. Tot directeur werd benoemd dr. Stuurman, die in 1910 in gelijke functie naar Leiden vertrok, waarna als opvolger kwam dr. Keijzer, thans direc teur van het slachthuis te Haarlem. Deze werd in 1920 opgevolgd door den tegenwoor- digen directeur, den heer W. Voorthuyzen, dien spr. een als bekwaam erkend en zeer ge respecteerd leider noemde. Totdat in 1928 te Hoorn ook een abattoir werd gesticht, was Alkmaar benoorden het IJ de eenige gemeente die een dergelijke inrich ting bezat. In den loop der jaren (1912, 1925 en 1932) hadden uitbreidingen plaats, mede in verband met de in de twintiger jaren tot stand gekomen samenwerking inzake de vleeschkeuring met de buitengemeenten, een samenwerking waarover Alkmaar zich zeer verheugt en waarvan alle partijen profitee- ren. Ter illustratie van het gebruik, dat er ge maakt wordt van het slachthuis, deelde spr. mede, dat er in 1909 werden geslacht 10.000 dieren, welk aantal in het afgeloopen jaar steeg tot 22.000 en in 1927 zelfs veertigdui zend bedroeg, zulks in verband met een groo- ten export naar Engeland. Spr. weidde vervolgens uit over het groote hygiënische nut van een inrichting als deze, die in de afgeloopen 25 jaren van groot be lang is gebleken voor de gezondheid in Alk maar en de bij het slachthuis aangesloten ge meenten. en hij verheugde zich erover, dat het gelukt is de tegenstanders geleidelijk te be- keeren tot voorstanders, iets waarvoor spr. ook dank bracht aan het personeel, dat daar toe zeer heeft medegewerkt. Hoe goed de samenwerking is met de slagers, die uit den aard der zaak nauw betrokken zijn bij het abattoir, maakte spr. duidelijk, toen hij even herinnerde aan een Vrijdagavond gehouden „bescheiden" feestje met het personeel van het slachthuis. Voor die goede verstandhou ding bracht spr. speciaal dank aan den directeur. Maar niet wilde hij vergeten de vier mannen, die tegelijk met de inrichting hun 25-jarige werkzaamheid daaraan vieren, een Jubilé waarmee hij hen hartelijk felici teerde. daaraan den wensch vastknoopende, dat zij nog lang in prettige samenwerking in het slachthuis mogen werkzaam zijn. .Den directeur wensch të spr. geluk met het feit, dat hij het zilveren feest van het slacht huis mag meemaken. Het gemeentebestuur is hem in groote mate erkentelijk voor alles wat hij voor de inrichting heeft gedaan, aan welke hij zijn gansche energie en zijn geheele per soonlijkheid heeft gegeven. Zijn omgang met het personeel in al zijn geledingen dwingt het respect af van het bestuur der gemeente Spr. uit het Engeisch van Chester K. S. Steele door A W v. E.—v R 1.6 Toen hij alleen was, wierp James Darcy zich in een stoel en keek mistroostig naar den somber geverfden muur „Het is wreed!» morde hij. „Het zal een vreeselijke slag voor Amy zijn! Zou zij hier na nog iets met mij te maken willen hebben' Wat een schande wat een schande' Amy! Als ik het maar wist!" en hij strekte zijn hand uit, alsof hij ze door de muren heen wilde steken. Hij verborg het hoofd ir zijn armen en zat langen tijd stil en bewe gingloos. Boven in zijn hotelkamer las kolonel Ashley de geschiedenis van de moordzaak zooals die in de Times stond. „Dat begint belangwekkend te worden!'' peinsde hij, toen hij het verslag ten einde had gelezen. „Er zijn drie mogelijke redenen in Darcy's geval, en één in dat van King. En ik weet, dat er wel voor minder dingen moorden zijn BegaanDarcy kan zich beleedigd hebben geacht, doordat hij een fortuinjager werd wist eigenlijk niet of hij mocht wensehen den heer Voorthuyzen nog vele jaren in Alkmaar te zien. Diens capaciteiten waarborgen hem, dat hij aan het hoofd van een grootere inrich ting bijzonder op zijn plaats zou zijn, even goed als zijn voorgangers hier ter stede, en spr. zou hem gaarne promotie gunnen. Maar als het daartoe niet zal komen, dan wenschte hij den heer Voorthuyzen te verzekeren, da: het gemeentebestuur van Alkmaar hem bij zonder gaarne nog vele jaren in deze stad in de thans door hem op zoo juiste manier ver vulde functie zal werkzaam zien. (Applaus.) Rede van den directeur. Dat wij in dezen, voor velen zoo moei lijken tijd, het hebben aangedurfd het feit op bijzondere wijze te moeten herdenken, dat het openbaar slachthuis thans den dag herdenkt, waarop voor 25 jaren deze inrichting in ge bruik werd genomen, aldus ving spr aan. moge voor enkelen uwer eenigszins vreemd lijken, omdat aan dergelijke bijeenkomsten doorgaans een min of meer feestelijk karak ter wordt gegeven, voor anderen daarentegen, en dit geldt meer in bijzondere mate voor hen, die op de hoogte zijn van strekking, wezen en doel, is het van belang te weten of deze instelling metterdaad heeft kunnen be antwoorden aan haar doel en of daarin niet een reden is gelegen om bij dezen mijlpaal eers even stil te staan Zij, die niet van meer nabij hebben mede gemaakt den langdurigen intensieven strijd die er vroeger in deze gemeente werd gevoerd tusschen hen, die de oprichting van een openbaar slachthuis noodzakelijk achtten en anderen die van een dergelijke inrichting niets wilden weten, een strijd die in het mid delpunt stond van de publieke belangstelling in die dagen, kunnen zich geen voorstelling maken van de taaie volharding van het toen malige College van B. en W., onder aanvoe ring van wijlen burgemeester Maclaine Pont, om het voorstel tot oprichting telkens maar weer aan de orde te stellen. Het eerste prae- advies draagt den datum van 24 October 1898. Aan den raad dezer gemeente zijn verschil lende adressen gericht om tot oprichting te geraken, maar ook adressen, die trachtten te overtuigen van het tegendeel. In het reeds genoemde prae-advies worden de verschil lende adressen onder de loupe genomen op een wijze die niet alleen een buitengewone kennis van zaken verraadt, maar waaruit tevens blijkt dat B. en W. voor de oprichting sterk geporteerd zijn De samensteller van deze bijlagen aan den raad wijkt daarin eenigszins af van de min of meer tot een ge woonte geworden stadhuis-stijl. Hij polimi- seert op zeer onderhoudende en dikwijls geestige wijze. Zin voor zin uit de adressen van tegenstanders, worden getoetst aan de ervaringen die men elders heeft opgedaan, en men staat versteld over den rijkdom van ge gevens waarover B. en W. beschikten. Spr.'s gedachten gingen in deze dagen dikwijls vol piëteit uit naar dien man. wijlen den gemeente-secretaris Donath. die is ge weest de geestelijke vader van deze inrich ting. Spr. betreurde het, dat de heer Donath dezen dag van het jubileum niet meer heeft mogen beleven. Naast de hulde, die hij hem thans bracht, is een krans gelegd op zijn graf te Alkmaar. Spr. releveerde de vele en velerlei bezwa ren, tegen de oprichting van het abattoir in gebracht, welke alle ernstig in den raad wer den behandeld. Naast vele tegenstanders, waren er echter ook groote voorstanders. Ook zij bestookten het gemeentebestuur met adressen, en hebben haar verweten dat de gemeente niets deed en dat eer. groot volksbelang niet tot zijn recht kwam, daar er van officieele zijde niets was gerij vleesch werd veracht van goede gedaan om er voor te waken dat aan de bur gerij vleesch werd verkocht van goede voe dingswaarde, 't welk kon worden genuttigd zonder schade voer de gezondheid. In dezen geest waren de adressen van de burgerij onder aanvoering van mr. B. van der Feen de Lille, van de afdeeling Alkmaar en Om streken van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst, van de afdeeling Alkmaar van de N.H. Vereeniging „Het Witte Kruis", van de plaatselijke ge zondheids-commissie en waarbij zich nog voegde de afdee ing Noord-Holland boven het IJ der Nederlandsche Vereeniging tot be scherming van dieren, die op zedelijke gron den de oprichting van een abattoir bepleitte In een raadsvergadering van 1 Juni 1898 genoemd, wat de oude dame bedoelde, ver onderstel ik, of hij kan zich opgewonden hebben over het achterhouden van de dui zend dollars en het schimpen op zijn draai bank. De meeste uitvinders zijn iets of wat krankzinnig. Wat King betreft als die dronken ge noeg was en geld noodig had of van meening was, dat hij eenige diamanten kon krijgen zou het wel kunnen zijn, dat Ik zou wel eens willen weten wie die vrien din van hem is? Hij durft het niet te vertel len, uit vrees voor zijn vrouw, denk ik. Ik ben benieuwd „Och, wat maak ik me er eigenlijk druk omIk ben hier gekomen om uit te rusten en te visschen, en dat zal ik doen. Ik wensch voorloopig geen detectivewerk meer te doen! Daar Hij wierp de krant achter het bed. „Ik wil het volgende verslag niet lezen- Laat me nu eens kijken, hoe mijn hengels er uit zien. Ik wil er vroeg in den morgen op uit gaan, als die verduivelde regen tenmin ste is opgehouden. Die vervloekte Shag! Hij heeft het busje om den stok ingedrukt!" en met oogen, gloeiend van verontwaardiging, keek de kolonel naar een der verbindingen van zijn meest geliefde hengelroede. Een ko peren busje was verbogen. „Dat is schandelijk! Het zal nooit gaan - nooit! Ik zal er op uit moeten om te zien of ik het kan laten maken. Het zal me benieu wen of er in dit deel van de stad een Lat- werd door B. en W. voor het eerst een voorstel ingediend tot oprichting van een abattoir. De oppositie, onder aanvoering van mr. J. P- Kraakman, wist uitstel te verkrijgen tot bij de behandeling van de begrooting voor 1899. Na eene uitvoerige behandeling in de secties, werd in de raadsvergadering van April 1899 besloten een 2-tal leden van den raad uit te noodigen. om tezamen met den directeur van gemeentewerken, den heer Looman, een bezoek te brengen aan ver schillende Duitsche en Belgische abattoirs. Tijdens de behandeling van de rapporten dezer commissie in den raad, wist de heer Kraakman weer uitstel te verkrijgen tot het najaar en met taaie volharding maakten B. en W., thans onder voorzitterschap van burgemeester Ripping. het voorstel in Fe bruari 1900 aanhangig. Toen liet de oppositie haar principieel standpunt varen en werd aan B. eq W. opgedragen plannen te be ramen voor de oprichting, onder voor waarde, dat de bouw een bedrag van 50.000 niet zou overschrijden. In 1901 kwamen B. en W. met een afgerond voorstel Met een bouwsom van 63.000 kon worden volstaan, terwijl men met het rijk in ondei- handeling was over een gedeelte van het terrein, bekend onder den naam van het afge sneden Kanaalvak. Na ernstige bestrijding van den heer Kraakman, werd het voorste' met 1 stem meerderheid weer commissoriaal gemaakt, thans onder presidium van den heer Kraakman zelf. Achttien maanden verliepen en in dien tijd liet de commissie niets van zich hooren. De heer Vonk verzocht toen om het oorspronkelijke voorstel van B. en W. maar weer in behandeling te nemen. In den raad kwam het tot een uitvoerig debat tusschen de heeren Vonk en Kraakman, met als resul taat, dat B. en W., thans voor de derde maal werd opgedragen, een plan te maken, met gebruik-making van een of meer des kundigen. Na 2 jaren, het was inmiddels 1904 ge worden, kwamen B. en W. met een geheel nieuw plan, waarbij voorlichting werd ge geven door den directeur van het slacht huis in Nijmegen. De raming was ongeveer 2 ton. Op den 19cien October werd daarvoor een bijzondere raadsvergadering belegd. Ge heel tegen de gewoonte in, verleende de voor zitter, burgemeester Ripping, het woord aan zich zelf, en begon het voorstel uitvoerig te verdedigen. Er ontspon zich over het voorstel een uit voerige discussie; de heeren Kraakman. Glin- derman, Wanna, Luiting en C. Bosman be streden het op fiiiancieele gronden. Aan den anderen kant stonden óe voor standers, onder aanvoering van de heeren Vonk en Cohen-Stuart en gesteund door de heeren de Wit, Wicherink, Boelmans ter Spill, Uitenbosch, de Sonnaville, Moens, Kool, de Lange en de Groot. Tot het laatst toe verzete zich de heer Kraakman, maar mocht slechts het genoegen smaken dat met hem, 4 leden tegen stemden. Eindelijk, na 6 jaren van strijd, was de overwinning aan B. W. Toch zou nog éénmaal het definitieve voorstel den vuurdoop moeten ondergaan. In de raadsvergadering van 17 Januari 1906 kwam een uitgewerkt plan ter tafel. De begrooting was wederom hooger: 216 000 Thans was het niet de heer Kraakman die tot den aanval overging, deze was inmid dels voorstander geworden, evenals de heer Luiting, maar waren het de heeren Dorbeck en Fortuin, die B. W. verweten niet met een plan voor een slachthuis, maar voor een slachtpaleis te zijn gekomen. Toch bleek de ware strijdlust te zijn verdwenen, en kregen B. W. het voorstel er door, met slechts 4 stemmen tegen. In November 1907 kwam de eind-rekening met een bedrag van 236000 De bouw was reeds zoo goed als voltooid. Door den raad was dr. Stuurman benoemd tot directeur. De bouw stond onder leiding van den gemeente-architect Looman, hoofd opzichter Tenthof en den jeugdigen opzich ter Frits Ringers, aan wien het dagelijksch toezicht was opgedragen. Van de tegenwoordige gebruikers onzer inrichting zijn er nog velen die van de ope ning getuige zijn geweest. En al was het wel in de beginne eenigszins vreemd, onder de voortreffelijke leiding van collega Stuurman werden de moeilijkheden zeer spoedig over wonnen. Zelfs het eerste jaar sloot met een voordeelig saldo, ondanks de uitbreiding van het personeel met een plaatsvervangend di recteur, een keurmeester en een stoker. In 1909 gaat het iets minder goed, er was een tekort van 250, in 1910 van ruim 100 maar de winst van het 1ste jaar is ruim schoots voldoende om deze tekorten te dek ken. p-juvLii.ilc i: 5» J' t t l I tf c ff 0 soenlijke sportwinkel is te vinden! Ik za uitgaan en er een zoeken!" Hij maakte zich gereed en nam de twee deelen van de hengelroede mee. Bij navraag aan het bureau van het hotel vernam hij waar hij een seortwinkel kon vinden, en spoedig bevond de detective zich buiten in de natte straten, de vochtige lucht diep in ademend want ze was frisch, en daar hield de kolonel van. Op de een of andere manier had hij het adres van den juwelierswinkel in het hoofd, en opeens merkte hij, dat hij bijna onbe wust die richting had ingeslagen. „Ik ben werkelijk gek", mompelde hij, toen hij den nu werkelijk spookachtigen win kel, waar een enkele lamp voor de brand kast aan was, voorbij kwam. De politie hield een oog in het zeil, totdat een famililid van mrs. Darcy zou zijn overgekomen. Binnen glinsterden het geslepen glas en het zilver als van ouds, maar op den vloer, diep in den draad van het hout gedrongen, zat de bloedvlek, in kleur wedijverend met de roode robijnen in de gesloten brandkast. „Juist een plaats voor", mompelde de ko lonel, terwijl hij er voorbij liep naar den sportwinkel. „Juist een plaats er voor! O, loop naar de maan! Ik moet het me uit het hoofd zien te zetten!" In weerwil van zijn werkelijk overdreven eischen, wat betreft een koperen busje voor zijn hengelroede, vond hij toch, wat hij noo- had en tevreden gestemd, nu hii opmerk te, dat het weer wat opklaarde, ging de ko lonel weer naar het hotel terug. Hij liep langzaam, want het was nog niet laat. Hoe het precies gebeurde, kon zelfs kolo nel Ashley, die er toch het meest in betrok ken was, later niet meer zeggen Doch toen de detective een drukke straat overstak kwam een groote vrachtauto een hoek om zwaaien en hij stond precies in zijn weg. toen hij het trottoir afstapte. Vlug als hij altijd was, sprong de oude de tective op zij. Maar het noodlot, in den per soon van een kleinen jongen, had juist een oogenblik tevoren een banaanschil op straat laten vallen. En de kolonel trapte precies op die schil, toen hij trachtte uit te wijken. Plotseling gleed hij uit, hij poogde tever geefs zich op de been te houden en toen viel kolonel Ashley op den grond en de stukken van zijn hengelroede gleden uit zijn hand Daar lag hij en de vrachtauto rolde met don derend geraas op hem af. Ze had hem bijna bereikt, en de dikke stevige voorbanden waren op het punt, hem te verpletteren, in weerwil van de krachtige pogingen van den chauffeur, om den wagen naar den anderen kant te draaien, toen een schraal mannetje uit de menigte op het trot toir vooruit sprong met een niet te on derscheiden uitroep den kolonel bij de schou ders greep en met een uiterste krachtsin spanning aan den dood ontrukte Er klonken uitroepen van schrik en zurb Op 1 December 1910 vertrekt collega Stuurman naar Leiden en werd op 1 Janu ari opgevolgd door collega Keyser. Hem viel het voordeeltje te beurt, dat er zeer war me zomermaanden volgden, die alle vroege re bezwaren van de gebruikers tegen het slachthuis teniet deden. De Alkmaarsche slagers hebben vanaf dien zomer, toen de ijs-leveranciers hen in de steek lieten, het koelhuis als hun aller vriend goed leeren kennen en waardeeren. Van toen af aan is er een geest van ver trouwen gekomen tusschen de gebruikers en de directie, waartoe de persoonlijkheid van mijn ambts-voorganger veel heeft bijgedra gen. Aan hem vroegen de slagers, plannen in studie te nemen tot het stichten van een ijsfabriek, waartoe hij alle medewerking ver leende. Na een uitvoerig onderzoek, kwam men tot de conclusie, dat de beste oplossing kon worden gevonden, door deze fabriek te plaatsen op het terrein van onze inrichting, en de exploitatie op te dragen aan den di recteur van het Slachthuis. En zoo kwam deze fabriek in 1912 gereed. In den beginne vlotte de distributie niet zoo goed als men had gehoopt, tot dat in 1914 zich het ge lukkige feit voordeed, dat de hr. Noome aan- booJ om voor eigen rekening de bezorging van het ijs op zich te willen nemen. Dit aanbod werd aanvaard en sinds dien tijd is de verkoop regelmatig omhoog gegaan. Wij hebben heel wat goede jaren achter den rug, vervolgde spr., mapr het waren niet steeds tijden zonder zorgen. Prijs-stijgingen en voedselschaarschfe gin gen in 19141918 hand aan hand. De prii- zen van alle materialen stegen bij den dag en daarbij liet de kwaliteit soms zeer te wen sehen over. De steenkolen werden 200 slecht dat er geen voldoende stoom kon worden gemaakt om de stoommachine regelmatig te voeden. Ketel veranderingen werden aange bracht, een blaasinrichting onder de ketel- vuren gekocht, wat wel een verbetering gaf, maar ten slotte was de kolenprijs zoodanig gestegen dat 't bedrijf niet meer aan den gang was te houden. De watersnood in 1916 noodzaakte de veehouders om een groot ge deelte van hun schapen-materiaal half over koop op te ruimen. Zulks kon alleen geschie den door massale afslachting. Daarvoor bood onze inrichting de vereischte gelegen heid. wat den veehouders zeer ten goede kwam. In 1918 kwam de bekende vleesch- distributie tot stand en werd Alkmaar aan gewezen tot centrale distributieplaats voor een 30-tal gemeenten. Trots alle zorgen, wist Keyser voor zijn eigen gemeente en voor de Alkmaarsche slagers de distributie zoodanig te regelen, dat zelfs bij de slagers thans nog met dankbaarheid herdacht wordt het vele goede dat hij voor hen in dien tijd heeft gedaan. Na 1921 brak een heel andere tijd aan. De vleeschkeuringswet noodzaakte alle ge meenten een vleeschkeuringsdienst in het leven te roepen. Vanuit den Haag gaf men aanwijzingen omtrent districts-indeeling, met het doel om centralisatie te bevorderen. Met tal van gemeentebesturen worden con ferenties gehouden. In 't algemeen gesproken voelden dezen wel voor aansluiting bij Alk maar. Castricum, Limmen en Heiloo hakten den knoop het eerst door; Oudorp, St. Pan- cras, Akersloot, Egmond aan Zee, Ursem en Groot-Schermer volgden; Egmond-Binnen was er eigenlijk niet voor, maar zag geen anderen uitweg en sloot aan, maar met Ber gen wilde de zaak niet vlotten, tot daar ook ten slotte een compromis werd gevonden. Een buitendienst heeft zeer veel zorg en moeite, maar daar tegenover ook een groote voldoening. Dat bij dergelijken arbeid slacht offers moesten vallen, was te voorzien. Voor 70 van de noodslagers zou deze wet be- teekenen een vernietiging van hun bestaan en vooral voor hen die reeds op jaren waren, was het een hard gelag. Thans hebben wij ook daar de zaak vrijwel onder de knie, en hierbij wil ik naar voren brengen, den grooten steun dien wij in dit opzicht hebben ondervonden van het meeren- deel der betrokken gemeentebesturen en de huln van de veldwachters ter plaatse. De voorschriften, krachtens artikel 19 van de vleeschkeuringswet, die de vleeschverkoo- pers noodzaakten hunne winkels en andere lokalen in overeenstemming te brengen met de eischen van de hygiëne, zijn aanleiding geweest, dat deze verkoop-ruimten geworden zijn tot goede, zeer goede en in enkele ge vallen zelfs tot zeer fraaie winkels Loopt men in onze stad, dan ontmoet men tal van slagerswinkels die evengoed als andere win kels, waar eetwaren worden verkocht, den toets der critiek kunnen doorstaan. Neder land staat op dit gebied aan de spits van alle landen in Europa. Inmiddels bewoog zich het cijfer der slachtingen op het abbattoir regelmatig om hoog. 7000 dieren in 1910, 12000 in 1920, 14000 in 1925, 20.000 in 1930 en 24000 in vrachtauto vloekte luid, maar het was meer een dankgebed dan een vloek. Vuil en bemodderd werd de kolonel door zijn redder overeind gezet, en verscheidene menschen vormden een kring om hem heer. De kolonel was wat verbijsterd, maar niet zoo erg, of hij hoorde mompelen. „Hij heeft hem het leven gered!" Bijna tegelijkertijd op adem komend en zijn zenuwen de baas wordend, wendde de detective, wiens stem trilde in weerwil van hemzelf, zich tot den man, die hem bijna van onder de wielen had gesleept en zeide: „Mijnheer, U hebt mij het leven gered! U redde mij van een vreeselijken dood, en ik zeg dit niet, om maér iets te zeggen! Als U zoo goed wilt zijn om een taxi voor mij te roepen, mijnheer, en met mij mee te gaan naar mijn hotel, ik zal Plotseling zweeg hij, toen hij het gezicht van den mageren, kleinen man, die hem had gered, zag een gezicht, dat overdekt was met sproeten, die over de wangen, over den wipneus, en zelfs tot over de wijduitstaande ooren vlekjes vormden. „De Sproetige! De sproetige Morgan!" hijgde de detective, toen hij een New-York- schen revolverheid herkende, die meer dan één moord op zijn geweten had. „De sproetige Morgan! Je jij hier hijgde de detective. De redder, die eerst vroolijk had r nikt, werd spierwit onder zijn koper ge sproeten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5