Alkmaarsciie Courant.
bica
Het zilveren feest van het abattoir.
Jladionieuws
Seuiiieten
i
Honderd ri)t en dertigste Jaargang.
HAANDAG 3 APRIL
Ook vier leden van het personeel jubileerden mee.
Het slachthuis heeft tijdens zijn bestaan de tegenstander
in voorstander doen veranderen.
Hartelijke toespraken.
Het mysterie van het
diamanten kruis.
ÉUiHÉÉ
Wo 79 1933
Dinsdag 4 April
Hilversum, 296 M. (Uitsluitend AVRO).
Gramofoonplaten. 10. Mnrgenwq-
ding 10 15 Gramofoonplaten. 10.30 Orgel
concert door P. van Egmond Jr. m. m. v.
Joh. v. d. Ploeg, tenor 11 Kook- en bak-
praatje door mevr. R- Lotgering-Hille-
fcrand 11.30—12.— Vervolg orgelconcert.
12—2 15 Omroeporkest o.l.v. N. Treep en
rraraofoonplaten. 2.30 Gramofoonpl. 3
Knipcursus 4.— Zang door Anna Stroink.
Aan den vleugel: Egb. Veen. 4.30 Radio-
Kinderkoorzang o.l.v. J. Hamel. 5.— Ver
halen voor kleine kinderen door Ant. van
Dijk. 5 30 Jeugdhalfuur van den VPRO.
6.—Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 7.Ver
kiezingsredevoeringen. 7.30 Engelsche les
door Fred Fry. 8.Vaz Dias. 8.05 Gramo
foonplaten 9.30 Derde en vierde bedrijf van
van „Justitia", drama van Galsworthy. Re
gie: Kommer Kleyn. 10.15 Kovacs Lajos en
zijn orkest. Refreinzang Bob Scholte. 11-
Vaz Dias. 11.1012.Vervolg Kovacs
Lajos.
Huizen1875 M. (Uitsluitend KRO).
8 —9.15 en 10.Gramofoonplaten. 11.30
12.—Godsd. halfuur. 12.15—l.è45 Schla-
germuziek. 2.Vrouwenuurtje. 3.Solis
tenconcert. 4.Orkestconcert. 5.Voor
dracht. 5.20 Vervolg concert. 6.Sextetcon
eert. 6.30 Esperantoles. 6.50 Sextetconcert.
7 10 Causerie. 7.45 Verkiezingsredevoerin
gen R.K. Staatspartij. 9.30 Vaz Dias. 9.35
Koorconcert m. m. v. harpsoliste. 10.30 Gra
mofoonplaten. 11.Vaz Dias. 11.0512.
Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10 50 Tijdsein, berichten. 11.05—11.20 Le
zing. 12.20 Gramofoonplaten. 1.20 Commo_
dore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant. 2.35
fs'orthern Studio orkest o.l.v. J. Bridge. 3 20
Concert. G. Henschell, sopraan en het Réné
Cook Trio. 4.05 Gramofoonplaten. 4.50 R
Tapponier's orkest 5.35 Kinderuur. 6.20 Be
richten. 6.50 Schumann-pianorecital door C.
Dixon. 7.10 Fransche conversatie. 7.40 Frie-
drich Hollaender dirigeert eigen werken
8 20 Werken van Sir Landon Ronald door T
Philips, sopraan. N. Wethmar, viool en de
componist, vleugel. 8 50 Lezing. 9.20 Ber
9 40 Kamermuziek door het Doré Trio m. m
v Sara Fischer, mezzo-sopraan. 10.55 Voor
dracht. 11.—12.20 Dansmuziek door Lew
Stone en ziin Band.
Parijs „Radio-Pari1724 M. 7.05 Gra
irofoonplaten. 11.20 Krettly-orkest. 6 40
Krettlv-orkest 7.20 Cabaretprogramma.
8.(15 Radiotooneel
Kalundborg, 1153 M. 11.2012.Con
cert uit het Bellevue-Strandhotel. 2 20
Noorsche liederen, zang en piano. 2.40
4 20 Concert uit rest. .,Ritz". 7.20 Oosten-
rnksche avond m m. v orkest o.l.v. Mahler
en sprekers. 8 50 Radiotooneel. 9.30 Jazz-
liedies, gramofoonplaten 10.10 30 Piano
recital door Folmer Jensen.
1 angenberg, 473 M 6.25 en 10.40 Gra
mofoonplaten. 12.20 Concert door het Klein
orkest te Munster. 1.50 Gramofoonpl. 4 20
Concert dpo*- K Tbrnn^s. piano. R. Metz-
macher, cello en R. Fritzsche, fluit. 7.25
Weragkleinorkest o.l.v. Eysoldt en Werag-
koofr o.l.v Zimmermann
Rome, 441 Af. 8 05 Voorstelling uit een
frater en concert uit de studio.
Brussel, 338 en 508 Af. 338 M.: 11.20
Graihofoonp1aten. 12.30 Omroepkleinorkest
ol.v Leemans 4 °0 Omroeporkest o.l v.
Meu'emans 5 50 Omroepkleinorkest o l.v.
leemans 7.20 Orkestconcert o.l.v. Babusiau.
9 30 Gramofoonplaten. 508 M.: 11.20
Massenet-concert o.l.v. Leemans. 12 30 Gra
mofoonplaten en Tanervoordracht. 4.20 Om
roeporkest o 1 v F André. 5.50 Religieuze
muziek. 7 20 Radio-Svmphonie-orkest o.l.v
Meulemans. o 30 Gramofoonplaten.
7eesen. 1635 Af. 7.20 „Elektra", tragedie
wan Huno v. Hoffmannstal Muziek van R
Strauss Dirigent: W Fürtwang'er. 9.20 en
10 05 Berichten. 10 20—11.20 Concert uit
Hamburg o.l.v. Kurt Rarth.
EEN EISCH WAARAAN NIET
VOLDAAN KON WORDEN.
Bij de V.A.R.A. is Zaterdagmiddag, naar
Het Volk mededeelt, telegrafisch bericht bin
nengekomen, dat de Radio-Controle-Commis
sie de radio-voordracht van den heer M.
Sluyser des avonds over de gebeurtenissen
in Duitschland niet toestaat omdat de tekst
niet twee weken te voren bij haar is ingezon
den.
Een uitgelezen schare was er Zaterdag
middag bijeen in een der groote zalen van het
abattoir aan den Helderscheweg ter herden
king van het 25-jarig bestaan van dat ge
bouw en daarmee van de vleeschkeuring "en
het centraal slachten in deze gemeente. Een
paar lange wimpels in de Alkmaarsche kleu
ren wezen den weg. en in de het groote lokaal
was een breed pad afgebakend door palmen
met daartusschenin bloemstukken, terwijl er
bovendien nog vele andere bloemstukken wa
ren, aangeboden door belangstellenden. Van
de aanwezigen noemen we het bijna voltallig
aanwezige college van B. en W. (alleen wet
houder Klaver ontbrak), de meeste raads
leden, vertegenwoordigers van bij vee- en
vleeschhandel betrokken organisaties, idem
van geneeskundigen, een der vroegere direc
teuren van het slachthuis, oud-wethouder mr.
Leesberg, den heer S. W. Arntz, voorz. K. v.
K., den gem.-ontvanger den heer L. v. d
Vegt, den heer F. Ringers, die opzichter is ge
weest bij den bouw van het abattoir, vertegen
woordigers van gemeenten in de omgeving en
dan natuurlijk het personeel, waarvan vier
leden mede hun zilveren jubilé vierden, n.1. de
heeren Hamstra, van der Meulen, de Haas
en van de Wetering.
Toespraak van den burgemeester.
De rij van sprekers werd geopend door den
burgemeester dezer gemeente, mr. W. C.
W e n d e 1 a a r, die begon met een verge
lijking te trekken tusschen het totstandkomen
van belangrijke zaken nu en in den tijd van
voor 25 jaren. Ook toen besprekingen, rap
porten en weer besprekingen, geliik spr. aan
toonde met den gang van zaken te releveeren
alvorens het besluit tot het stichten van het
abattoir was gevalen. Zes jaren lang, van
1898 tot 1904, duurde de periode van het
heen en weer zenden van rapporten en con
clusies, totdat eindelijk, in Óct. van laatstge
noemd jaar, de beslissing viel. Tot directeur
werd benoemd dr. Stuurman, die in 1910 in
gelijke functie naar Leiden vertrok, waarna
als opvolger kwam dr. Keijzer, thans direc
teur van het slachthuis te Haarlem. Deze
werd in 1920 opgevolgd door den tegenwoor-
digen directeur, den heer W. Voorthuyzen,
dien spr. een als bekwaam erkend en zeer ge
respecteerd leider noemde.
Totdat in 1928 te Hoorn ook een abattoir
werd gesticht, was Alkmaar benoorden het IJ
de eenige gemeente die een dergelijke inrich
ting bezat. In den loop der jaren (1912, 1925
en 1932) hadden uitbreidingen plaats, mede
in verband met de in de twintiger jaren tot
stand gekomen samenwerking inzake de
vleeschkeuring met de buitengemeenten, een
samenwerking waarover Alkmaar zich zeer
verheugt en waarvan alle partijen profitee-
ren.
Ter illustratie van het gebruik, dat er ge
maakt wordt van het slachthuis, deelde spr.
mede, dat er in 1909 werden geslacht 10.000
dieren, welk aantal in het afgeloopen jaar
steeg tot 22.000 en in 1927 zelfs veertigdui
zend bedroeg, zulks in verband met een groo-
ten export naar Engeland.
Spr. weidde vervolgens uit over het groote
hygiënische nut van een inrichting als deze,
die in de afgeloopen 25 jaren van groot be
lang is gebleken voor de gezondheid in Alk
maar en de bij het slachthuis aangesloten ge
meenten. en hij verheugde zich erover, dat het
gelukt is de tegenstanders geleidelijk te be-
keeren tot voorstanders, iets waarvoor spr.
ook dank bracht aan het personeel, dat daar
toe zeer heeft medegewerkt. Hoe goed de
samenwerking is met de slagers, die uit den
aard der zaak nauw betrokken zijn bij het
abattoir, maakte spr. duidelijk, toen hij even
herinnerde aan een Vrijdagavond gehouden
„bescheiden" feestje met het personeel van
het slachthuis. Voor die goede verstandhou
ding bracht spr. speciaal dank aan den
directeur. Maar niet wilde hij vergeten de
vier mannen, die tegelijk met de inrichting
hun 25-jarige werkzaamheid daaraan vieren,
een Jubilé waarmee hij hen hartelijk felici
teerde. daaraan den wensch vastknoopende,
dat zij nog lang in prettige samenwerking in
het slachthuis mogen werkzaam zijn.
.Den directeur wensch të spr. geluk met het
feit, dat hij het zilveren feest van het slacht
huis mag meemaken. Het gemeentebestuur is
hem in groote mate erkentelijk voor alles wat
hij voor de inrichting heeft gedaan, aan welke
hij zijn gansche energie en zijn geheele per
soonlijkheid heeft gegeven. Zijn omgang met
het personeel in al zijn geledingen dwingt het
respect af van het bestuur der gemeente Spr.
uit het Engeisch van Chester K. S. Steele
door A W v. E.—v R
1.6
Toen hij alleen was, wierp James Darcy
zich in een stoel en keek mistroostig naar
den somber geverfden muur
„Het is wreed!» morde hij. „Het zal een
vreeselijke slag voor Amy zijn! Zou zij hier
na nog iets met mij te maken willen hebben'
Wat een schande wat een schande'
Amy! Als ik het maar wist!" en hij strekte
zijn hand uit, alsof hij ze door de muren
heen wilde steken. Hij verborg het hoofd ir
zijn armen en zat langen tijd stil en bewe
gingloos.
Boven in zijn hotelkamer las kolonel
Ashley de geschiedenis van de moordzaak
zooals die in de Times stond.
„Dat begint belangwekkend te worden!''
peinsde hij, toen hij het verslag ten einde
had gelezen.
„Er zijn drie mogelijke redenen in Darcy's
geval, en één in dat van King. En ik weet,
dat er wel voor minder dingen moorden zijn
BegaanDarcy kan zich beleedigd hebben
geacht, doordat hij een fortuinjager werd
wist eigenlijk niet of hij mocht wensehen den
heer Voorthuyzen nog vele jaren in Alkmaar
te zien. Diens capaciteiten waarborgen hem,
dat hij aan het hoofd van een grootere inrich
ting bijzonder op zijn plaats zou zijn, even
goed als zijn voorgangers hier ter stede, en
spr. zou hem gaarne promotie gunnen. Maar
als het daartoe niet zal komen, dan wenschte
hij den heer Voorthuyzen te verzekeren, da:
het gemeentebestuur van Alkmaar hem bij
zonder gaarne nog vele jaren in deze stad in
de thans door hem op zoo juiste manier ver
vulde functie zal werkzaam zien. (Applaus.)
Rede van den directeur.
Dat wij in dezen, voor velen zoo moei
lijken tijd, het hebben aangedurfd het feit op
bijzondere wijze te moeten herdenken, dat het
openbaar slachthuis thans den dag herdenkt,
waarop voor 25 jaren deze inrichting in ge
bruik werd genomen, aldus ving spr aan.
moge voor enkelen uwer eenigszins vreemd
lijken, omdat aan dergelijke bijeenkomsten
doorgaans een min of meer feestelijk karak
ter wordt gegeven, voor anderen daarentegen,
en dit geldt meer in bijzondere mate voor
hen, die op de hoogte zijn van strekking,
wezen en doel, is het van belang te weten of
deze instelling metterdaad heeft kunnen be
antwoorden aan haar doel en of daarin niet
een reden is gelegen om bij dezen mijlpaal
eers even stil te staan
Zij, die niet van meer nabij hebben mede
gemaakt den langdurigen intensieven strijd
die er vroeger in deze gemeente werd gevoerd
tusschen hen, die de oprichting van een
openbaar slachthuis noodzakelijk achtten en
anderen die van een dergelijke inrichting
niets wilden weten, een strijd die in het mid
delpunt stond van de publieke belangstelling
in die dagen, kunnen zich geen voorstelling
maken van de taaie volharding van het toen
malige College van B. en W., onder aanvoe
ring van wijlen burgemeester Maclaine Pont,
om het voorstel tot oprichting telkens maar
weer aan de orde te stellen. Het eerste prae-
advies draagt den datum van 24 October
1898.
Aan den raad dezer gemeente zijn verschil
lende adressen gericht om tot oprichting te
geraken, maar ook adressen, die trachtten te
overtuigen van het tegendeel. In het reeds
genoemde prae-advies worden de verschil
lende adressen onder de loupe genomen op
een wijze die niet alleen een buitengewone
kennis van zaken verraadt, maar waaruit
tevens blijkt dat B. en W. voor de oprichting
sterk geporteerd zijn De samensteller van
deze bijlagen aan den raad wijkt daarin
eenigszins af van de min of meer tot een ge
woonte geworden stadhuis-stijl. Hij polimi-
seert op zeer onderhoudende en dikwijls
geestige wijze. Zin voor zin uit de adressen
van tegenstanders, worden getoetst aan de
ervaringen die men elders heeft opgedaan, en
men staat versteld over den rijkdom van ge
gevens waarover B. en W. beschikten.
Spr.'s gedachten gingen in deze dagen
dikwijls vol piëteit uit naar dien man. wijlen
den gemeente-secretaris Donath. die is ge
weest de geestelijke vader van deze inrich
ting. Spr. betreurde het, dat de heer Donath
dezen dag van het jubileum niet meer heeft
mogen beleven. Naast de hulde, die hij hem
thans bracht, is een krans gelegd op zijn
graf te Alkmaar.
Spr. releveerde de vele en velerlei bezwa
ren, tegen de oprichting van het abattoir in
gebracht, welke alle ernstig in den raad wer
den behandeld.
Naast vele tegenstanders, waren er echter
ook groote voorstanders. Ook zij bestookten
het gemeentebestuur met adressen, en hebben
haar verweten dat de gemeente niets deed en
dat eer. groot volksbelang niet tot zijn recht
kwam, daar er van officieele zijde niets was
gerij vleesch werd veracht van goede
gedaan om er voor te waken dat aan de bur
gerij vleesch werd verkocht van goede voe
dingswaarde, 't welk kon worden genuttigd
zonder schade voer de gezondheid. In dezen
geest waren de adressen van de burgerij
onder aanvoering van mr. B. van der Feen
de Lille, van de afdeeling Alkmaar en Om
streken van de Nederlandsche Maatschappij
tot bevordering van de Geneeskunst, van de
afdeeling Alkmaar van de N.H. Vereeniging
„Het Witte Kruis", van de plaatselijke ge
zondheids-commissie en waarbij zich nog
voegde de afdee ing Noord-Holland boven
het IJ der Nederlandsche Vereeniging tot be
scherming van dieren, die op zedelijke gron
den de oprichting van een abattoir bepleitte
In een raadsvergadering van 1 Juni 1898
genoemd, wat de oude dame bedoelde, ver
onderstel ik, of hij kan zich opgewonden
hebben over het achterhouden van de dui
zend dollars en het schimpen op zijn draai
bank. De meeste uitvinders zijn iets of wat
krankzinnig.
Wat King betreft als die dronken ge
noeg was en geld noodig had of van
meening was, dat hij eenige diamanten kon
krijgen zou het wel kunnen zijn, dat
Ik zou wel eens willen weten wie die vrien
din van hem is? Hij durft het niet te vertel
len, uit vrees voor zijn vrouw, denk ik. Ik
ben benieuwd
„Och, wat maak ik me er eigenlijk druk
omIk ben hier gekomen om uit te rusten en
te visschen, en dat zal ik doen. Ik wensch
voorloopig geen detectivewerk meer te doen!
Daar
Hij wierp de krant achter het bed.
„Ik wil het volgende verslag niet lezen-
Laat me nu eens kijken, hoe mijn hengels er
uit zien. Ik wil er vroeg in den morgen op
uit gaan, als die verduivelde regen tenmin
ste is opgehouden. Die vervloekte Shag! Hij
heeft het busje om den stok ingedrukt!" en
met oogen, gloeiend van verontwaardiging,
keek de kolonel naar een der verbindingen
van zijn meest geliefde hengelroede. Een ko
peren busje was verbogen.
„Dat is schandelijk! Het zal nooit gaan -
nooit! Ik zal er op uit moeten om te zien of
ik het kan laten maken. Het zal me benieu
wen of er in dit deel van de stad een Lat-
werd door B. en W. voor het eerst een
voorstel ingediend tot oprichting van een
abattoir. De oppositie, onder aanvoering van
mr. J. P- Kraakman, wist uitstel te verkrijgen
tot bij de behandeling van de begrooting
voor 1899. Na eene uitvoerige behandeling in
de secties, werd in de raadsvergadering van
April 1899 besloten een 2-tal leden van
den raad uit te noodigen. om tezamen met den
directeur van gemeentewerken, den heer
Looman, een bezoek te brengen aan ver
schillende Duitsche en Belgische abattoirs.
Tijdens de behandeling van de rapporten
dezer commissie in den raad, wist de heer
Kraakman weer uitstel te verkrijgen tot het
najaar en met taaie volharding maakten
B. en W., thans onder voorzitterschap van
burgemeester Ripping. het voorstel in Fe
bruari 1900 aanhangig. Toen liet de oppositie
haar principieel standpunt varen en werd
aan B. eq W. opgedragen plannen te be
ramen voor de oprichting, onder voor
waarde, dat de bouw een bedrag van
50.000 niet zou overschrijden. In 1901
kwamen B. en W. met een afgerond voorstel
Met een bouwsom van 63.000 kon worden
volstaan, terwijl men met het rijk in ondei-
handeling was over een gedeelte van het
terrein, bekend onder den naam van het afge
sneden Kanaalvak. Na ernstige bestrijding
van den heer Kraakman, werd het voorste'
met 1 stem meerderheid weer commissoriaal
gemaakt, thans onder presidium van den heer
Kraakman zelf. Achttien maanden verliepen
en in dien tijd liet de commissie niets van zich
hooren. De heer Vonk verzocht toen om het
oorspronkelijke voorstel van B. en W. maar
weer in behandeling te nemen. In den raad
kwam het tot een uitvoerig debat tusschen
de heeren Vonk en Kraakman, met als resul
taat, dat B. en W., thans voor de derde maal
werd opgedragen, een plan te maken, met
gebruik-making van een of meer des
kundigen.
Na 2 jaren, het was inmiddels 1904 ge
worden, kwamen B. en W. met een geheel
nieuw plan, waarbij voorlichting werd ge
geven door den directeur van het slacht
huis in Nijmegen. De raming was ongeveer
2 ton. Op den 19cien October werd daarvoor
een bijzondere raadsvergadering belegd. Ge
heel tegen de gewoonte in, verleende de voor
zitter, burgemeester Ripping, het woord aan
zich zelf, en begon het voorstel uitvoerig te
verdedigen.
Er ontspon zich over het voorstel een uit
voerige discussie; de heeren Kraakman. Glin-
derman, Wanna, Luiting en C. Bosman be
streden het op fiiiancieele gronden.
Aan den anderen kant stonden óe voor
standers, onder aanvoering van de heeren
Vonk en Cohen-Stuart en gesteund door de
heeren de Wit, Wicherink, Boelmans ter
Spill, Uitenbosch, de Sonnaville, Moens,
Kool, de Lange en de Groot. Tot het laatst
toe verzete zich de heer Kraakman, maar
mocht slechts het genoegen smaken dat met
hem, 4 leden tegen stemden. Eindelijk, na 6
jaren van strijd, was de overwinning aan B.
W.
Toch zou nog éénmaal het definitieve
voorstel den vuurdoop moeten ondergaan.
In de raadsvergadering van 17 Januari
1906 kwam een uitgewerkt plan ter tafel. De
begrooting was wederom hooger: 216 000
Thans was het niet de heer Kraakman die
tot den aanval overging, deze was inmid
dels voorstander geworden, evenals de heer
Luiting, maar waren het de heeren Dorbeck
en Fortuin, die B. W. verweten niet met
een plan voor een slachthuis, maar voor een
slachtpaleis te zijn gekomen. Toch bleek de
ware strijdlust te zijn verdwenen, en kregen
B. W. het voorstel er door, met slechts 4
stemmen tegen. In November 1907 kwam de
eind-rekening met een bedrag van 236000
De bouw was reeds zoo goed als voltooid.
Door den raad was dr. Stuurman benoemd
tot directeur. De bouw stond onder leiding
van den gemeente-architect Looman, hoofd
opzichter Tenthof en den jeugdigen opzich
ter Frits Ringers, aan wien het dagelijksch
toezicht was opgedragen.
Van de tegenwoordige gebruikers onzer
inrichting zijn er nog velen die van de ope
ning getuige zijn geweest. En al was het wel
in de beginne eenigszins vreemd, onder de
voortreffelijke leiding van collega Stuurman
werden de moeilijkheden zeer spoedig over
wonnen. Zelfs het eerste jaar sloot met een
voordeelig saldo, ondanks de uitbreiding van
het personeel met een plaatsvervangend di
recteur, een keurmeester en een stoker. In
1909 gaat het iets minder goed, er was een
tekort van 250, in 1910 van ruim 100
maar de winst van het 1ste jaar is ruim
schoots voldoende om deze tekorten te dek
ken.
p-juvLii.ilc i:
5» J'
t t l I tf c ff 0
soenlijke sportwinkel is te vinden! Ik za
uitgaan en er een zoeken!"
Hij maakte zich gereed en nam de twee
deelen van de hengelroede mee. Bij navraag
aan het bureau van het hotel vernam hij
waar hij een seortwinkel kon vinden, en
spoedig bevond de detective zich buiten in
de natte straten, de vochtige lucht diep in
ademend want ze was frisch, en daar
hield de kolonel van.
Op de een of andere manier had hij het
adres van den juwelierswinkel in het hoofd,
en opeens merkte hij, dat hij bijna onbe
wust die richting had ingeslagen.
„Ik ben werkelijk gek", mompelde hij,
toen hij den nu werkelijk spookachtigen win
kel, waar een enkele lamp voor de brand
kast aan was, voorbij kwam. De politie hield
een oog in het zeil, totdat een famililid van
mrs. Darcy zou zijn overgekomen.
Binnen glinsterden het geslepen glas en
het zilver als van ouds, maar op den vloer,
diep in den draad van het hout gedrongen,
zat de bloedvlek, in kleur wedijverend met
de roode robijnen in de gesloten brandkast.
„Juist een plaats voor", mompelde de ko
lonel, terwijl hij er voorbij liep naar den
sportwinkel. „Juist een plaats er voor! O,
loop naar de maan! Ik moet het me uit het
hoofd zien te zetten!"
In weerwil van zijn werkelijk overdreven
eischen, wat betreft een koperen busje voor
zijn hengelroede, vond hij toch, wat hij noo-
had en tevreden gestemd, nu hii opmerk
te, dat het weer wat opklaarde, ging de ko
lonel weer naar het hotel terug. Hij liep
langzaam, want het was nog niet laat.
Hoe het precies gebeurde, kon zelfs kolo
nel Ashley, die er toch het meest in betrok
ken was, later niet meer zeggen Doch toen
de detective een drukke straat overstak
kwam een groote vrachtauto een hoek om
zwaaien en hij stond precies in zijn weg.
toen hij het trottoir afstapte.
Vlug als hij altijd was, sprong de oude de
tective op zij. Maar het noodlot, in den per
soon van een kleinen jongen, had juist een
oogenblik tevoren een banaanschil op straat
laten vallen. En de kolonel trapte precies op
die schil, toen hij trachtte uit te wijken.
Plotseling gleed hij uit, hij poogde tever
geefs zich op de been te houden en toen viel
kolonel Ashley op den grond en de stukken
van zijn hengelroede gleden uit zijn hand
Daar lag hij en de vrachtauto rolde met don
derend geraas op hem af.
Ze had hem bijna bereikt, en de dikke
stevige voorbanden waren op het punt, hem
te verpletteren, in weerwil van de krachtige
pogingen van den chauffeur, om den wagen
naar den anderen kant te draaien, toen een
schraal mannetje uit de menigte op het trot
toir vooruit sprong met een niet te on
derscheiden uitroep den kolonel bij de schou
ders greep en met een uiterste krachtsin
spanning aan den dood ontrukte
Er klonken uitroepen van schrik en zurb
Op 1 December 1910 vertrekt collega
Stuurman naar Leiden en werd op 1 Janu
ari opgevolgd door collega Keyser. Hem
viel het voordeeltje te beurt, dat er zeer war
me zomermaanden volgden, die alle vroege
re bezwaren van de gebruikers tegen het
slachthuis teniet deden.
De Alkmaarsche slagers hebben vanaf
dien zomer, toen de ijs-leveranciers hen in de
steek lieten, het koelhuis als hun aller
vriend goed leeren kennen en waardeeren.
Van toen af aan is er een geest van ver
trouwen gekomen tusschen de gebruikers en
de directie, waartoe de persoonlijkheid van
mijn ambts-voorganger veel heeft bijgedra
gen. Aan hem vroegen de slagers, plannen
in studie te nemen tot het stichten van een
ijsfabriek, waartoe hij alle medewerking ver
leende. Na een uitvoerig onderzoek, kwam
men tot de conclusie, dat de beste oplossing
kon worden gevonden, door deze fabriek te
plaatsen op het terrein van onze inrichting,
en de exploitatie op te dragen aan den di
recteur van het Slachthuis. En zoo kwam
deze fabriek in 1912 gereed. In den beginne
vlotte de distributie niet zoo goed als men
had gehoopt, tot dat in 1914 zich het ge
lukkige feit voordeed, dat de hr. Noome aan-
booJ om voor eigen rekening de bezorging
van het ijs op zich te willen nemen. Dit
aanbod werd aanvaard en sinds dien tijd
is de verkoop regelmatig omhoog gegaan.
Wij hebben heel wat goede jaren achter
den rug, vervolgde spr., mapr het waren
niet steeds tijden zonder zorgen.
Prijs-stijgingen en voedselschaarschfe gin
gen in 19141918 hand aan hand. De prii-
zen van alle materialen stegen bij den dag
en daarbij liet de kwaliteit soms zeer te wen
sehen over. De steenkolen werden 200 slecht
dat er geen voldoende stoom kon worden
gemaakt om de stoommachine regelmatig te
voeden. Ketel veranderingen werden aange
bracht, een blaasinrichting onder de ketel-
vuren gekocht, wat wel een verbetering gaf,
maar ten slotte was de kolenprijs zoodanig
gestegen dat 't bedrijf niet meer aan den
gang was te houden. De watersnood in 1916
noodzaakte de veehouders om een groot ge
deelte van hun schapen-materiaal half over
koop op te ruimen. Zulks kon alleen geschie
den door massale afslachting. Daarvoor
bood onze inrichting de vereischte gelegen
heid. wat den veehouders zeer ten goede
kwam. In 1918 kwam de bekende vleesch-
distributie tot stand en werd Alkmaar aan
gewezen tot centrale distributieplaats voor
een 30-tal gemeenten. Trots alle zorgen,
wist Keyser voor zijn eigen gemeente en
voor de Alkmaarsche slagers de distributie
zoodanig te regelen, dat zelfs bij de slagers
thans nog met dankbaarheid herdacht wordt
het vele goede dat hij voor hen in dien tijd
heeft gedaan.
Na 1921 brak een heel andere tijd aan.
De vleeschkeuringswet noodzaakte alle ge
meenten een vleeschkeuringsdienst in het
leven te roepen. Vanuit den Haag gaf men
aanwijzingen omtrent districts-indeeling,
met het doel om centralisatie te bevorderen.
Met tal van gemeentebesturen worden con
ferenties gehouden. In 't algemeen gesproken
voelden dezen wel voor aansluiting bij Alk
maar. Castricum, Limmen en Heiloo hakten
den knoop het eerst door; Oudorp, St. Pan-
cras, Akersloot, Egmond aan Zee, Ursem en
Groot-Schermer volgden; Egmond-Binnen
was er eigenlijk niet voor, maar zag geen
anderen uitweg en sloot aan, maar met Ber
gen wilde de zaak niet vlotten, tot daar ook
ten slotte een compromis werd gevonden.
Een buitendienst heeft zeer veel zorg en
moeite, maar daar tegenover ook een groote
voldoening. Dat bij dergelijken arbeid slacht
offers moesten vallen, was te voorzien. Voor
70 van de noodslagers zou deze wet be-
teekenen een vernietiging van hun bestaan
en vooral voor hen die reeds op jaren waren,
was het een hard gelag.
Thans hebben wij ook daar de zaak vrijwel
onder de knie, en hierbij wil ik naar voren
brengen, den grooten steun dien wij in dit
opzicht hebben ondervonden van het meeren-
deel der betrokken gemeentebesturen en de
huln van de veldwachters ter plaatse.
De voorschriften, krachtens artikel 19 van
de vleeschkeuringswet, die de vleeschverkoo-
pers noodzaakten hunne winkels en andere
lokalen in overeenstemming te brengen met
de eischen van de hygiëne, zijn aanleiding
geweest, dat deze verkoop-ruimten geworden
zijn tot goede, zeer goede en in enkele ge
vallen zelfs tot zeer fraaie winkels Loopt
men in onze stad, dan ontmoet men tal van
slagerswinkels die evengoed als andere win
kels, waar eetwaren worden verkocht, den
toets der critiek kunnen doorstaan. Neder
land staat op dit gebied aan de spits van alle
landen in Europa.
Inmiddels bewoog zich het cijfer der
slachtingen op het abbattoir regelmatig om
hoog. 7000 dieren in 1910, 12000 in 1920,
14000 in 1925, 20.000 in 1930 en 24000 in
vrachtauto vloekte luid, maar het was meer
een dankgebed dan een vloek.
Vuil en bemodderd werd de kolonel door
zijn redder overeind gezet, en verscheidene
menschen vormden een kring om hem heer.
De kolonel was wat verbijsterd, maar niet
zoo erg, of hij hoorde mompelen. „Hij heeft
hem het leven gered!"
Bijna tegelijkertijd op adem komend en
zijn zenuwen de baas wordend, wendde de
detective, wiens stem trilde in weerwil van
hemzelf, zich tot den man, die hem bijna van
onder de wielen had gesleept en zeide:
„Mijnheer, U hebt mij het leven gered! U
redde mij van een vreeselijken dood, en ik
zeg dit niet, om maér iets te zeggen! Als U
zoo goed wilt zijn om een taxi voor mij te
roepen, mijnheer, en met mij mee te gaan
naar mijn hotel, ik zal
Plotseling zweeg hij, toen hij het gezicht
van den mageren, kleinen man, die hem had
gered, zag een gezicht, dat overdekt was
met sproeten, die over de wangen, over den
wipneus, en zelfs tot over de wijduitstaande
ooren vlekjes vormden.
„De Sproetige! De sproetige Morgan!"
hijgde de detective, toen hij een New-York-
schen revolverheid herkende, die meer dan
één moord op zijn geweten had.
„De sproetige Morgan! Je jij hier
hijgde de detective.
De redder, die eerst vroolijk had r
nikt, werd spierwit onder zijn koper
ge sproeten,