Van Rommelzaken Hobbelde
■MMflflGPlUEN
onstifiatie
JUcwnciaal 7lieuws
Witte tanden: Chlorodont
HEERHUGOWAARD.
NOORDSCHARWOUDE.
Verstopping verstoort
Uw gestel es humeur.
Neem geen sterk pur-
geercade middelen,doch
van tijd tot tijd de
zacht werkende Foster s
Maagptllen. het ideale laxeermiddel.
0-65 pot flacon*
'29. Wat het aantal geslachte dieren betreft,
streven wij enkele grootere gemeenten, als
Hilversum en Apeldoorn, al voorbij en na
deren wij de aantallen van Arnhem etc. Op
verzoek van belanghebbenden werd er een
vriesinrichting in 1925, spek-zouterijen en
gekoelde bewaarplaatsen in 1929 en 31 bij
gebouwd. Zelfs de crisis-jaren 1931 en
1932 gingen ons ongemerkt voorbij, alleen
daalde tengevolge van de crisis-varkenswet
het aantal slachtingen van varkens. Daar
voor traden weer in de plaats eerst schapen,
later kalveren. Het kan niet anders of vele
menschen van buiten betrekken hun vleesch
uit Alkmaar.
De financieele resultaten werden aanmer
kelijk gunstiger, zoodat wij in 1923 een ta
riefsverlaging yan 25 konden invoeren,
waarmede onze tarieven, in vergelijking met
andere abattoirs, aan den lagen kant blijven.
Maar met hoeveel dankbaarheid spr. ook
op deze resultaten meende te mogen wijzen,
van veel grooter beteekenis vond hij de
vraag: heeft het gemeente-slachthuis en de
daaraan verbonden keuringsdienst voor vee
en vleesch voldaan aan het doel, en heeft het
den consument kunnen vrijwaren voor het
nuttigen van ondeugdelijk vleesch? Uitvoe
rig ging sor. op deze vraag in en hij con
stateerde, dat vertrouwen in den leverancier
moet het fundament zijn waarop de vleesch-
verkooper ziin taak moet opbouwen.
Vertrouwen in den leverancier moet het
fundament zijn waarop de vleeschverkooper
zijn taak moet opbouwen.
Ongetwijfeld spelen vakkennis, voorko
mendheid en andere eigenschappen in het
zakenleven een groote rol; ook bij de sla
gers is dit het geval, maar niet te ontkennen
is het feit dat sinds de oprichting van het
abattoir, getuige het steeds toenemende aan
tal slachtingen, ook 't vertrouwen in de Alk
maarsche vleeschverkoopers is toegenomen.
Spr. weidde vervolgens uit over de nood
zaak van goede samenwerking tusschen het
slachthuis en de slagers, niet alleen ten bate
van zichzelf, maar ten bate van de gemeen
schap.
Tot op heden toe is die samenwerking goed
geweest en hij hoopte, dat zij zal worden be
stendigd.
Dat ik ook de bestuursleden van de Holl.
Mij. van Landbouw heb uitgenoodigd hier
aanwezig te zijn, zoo ging spr. voort, vindt
zijn grond daarin, dat zij als vertegenwoor
digers der veehouders zoo dikwijls op pijn
lijke wijze hebt moeten ervaren de zegeningen
van de vleeschkeuringswet. Hoe vaak ook de
teleurstelling bij u zich uitte in een onvrien
delijk gebaar of andere minder onvriendelijke
wijze, wanneer u de tijding van afkeuring
van u in nood gedood of gestorven dier in
ontvangst had te nemen, toch vlei ik mij met
de hoop, dat gij daarbij niet getwijfeld hebt
aan de zuiverheid van mijn uitspraak, nóch
aan de gevoelens van groot medelijden je
gens u, die mij op dat oogenblik bezielde,
wanneer het lot ten deel viel aan een dar
armsten onder de armen.
Dat zoowel mijne voorgangers, Stuurman
en Keyser, als ik zulk een groote voldoening
hebben gevonden in onze ambtelijke loop
baan te Alkmaar, danken wij zoowel aan de
toewijding van het personeel als aan de wijze
waarop R. en W. ons steeds ziin tegemoet ge
treden. Voor zooverre het mij zelve betreft,
heb ik steeds gevoelens van eerbied en sym
pathie gekend jegens die leden van het Col
lege. aan wie in het bijzonder de zorg voor
de bedrijven was toebedeeld. Achtereenvol
gens zijn het geweest de heeren Wendelaar,
Leesberg, Ringers en Bonsema. Zij allen
hebben steeds getoond een groote mate van
vertrouwen te bezitten in de leiding van het
bedrijf. En daarvoor ben ik hen dankbaar.
Hoewel uit den aard der zaak de omgang
met de ir i'v.c ieele leden van den Raad
slechts s, tfad sch is, moet ik voor één daar
op een uizonüering maken, en wel voor den
nestor. Deze markante persoonlijkheid, de
heer Govers, heeft onder alle omstandighe
den getoond een vriend te zijn van het ge
meenteslachthuis en het daaraan verbonden
personeel. Wanneer er iemand het terrein op
stapte en men hoorde naast het geluid van
de voetstappen ook den metalen klank van een
wandelstok die met forsche kracht op de
steenen terecht kwam, dan wisten wij op 'J
bureau reeds, zonder nog iets te hebben ge
zien, dat de heer Govers weer eens een kijkje
kwam nemen. Iedere slagers kent Govers,
en Govers kent iedere slager. Een betere ver
tegenwoordiger voor hunne belangen in
onze commissie van bijstand, waarvan hij
reeds lid was toen ik 13 jaar geleden in Alk
maar kwam, heb ik niet gekend. Gedurende
ai dien tijd is de heer Govers het eenige lid
der Commissie geweest die niet vervangen
werd, zoo overtuigd was de Raad dat zijn
'aanwezigheid in deze Commissie volstrekt
noodzakelijk was.
De heer Voorthuyzen richtte zich hierna
tot de hoofden van takken van dienst en de
chefs van de verschillende afdeelingen ter
gemeente-secretarie, rechterlijke macht, die
renartsen, medici, pharmaceuten en alle an
deren op wien hij af en toe een beroep op
medewerking deed. Van hen allen had hij
altijd de gevraagde medewerking verkregen,
waarvoor hij hen dank bracht.
En ten slotte sprak de directeur speciaal
tot de ambtenaren en werklieden in het be-
a nneer we me* e"<aar eens terugzien
op de 25 afgeloopen jaren, dan kan dat niet
anders zij" dan met groote voldoening. Kib-
ne.partijtjes die wel eens voorkwamen, wa
ren nooit van ernstigen aard.
dmnten VH°°r Th,had er steeds °p aan^e-
drongen de onderlinge verschillen in levens-
daaruit gi. tot u,tin- fp brengen tijden-
'1J P^e werkzaamheden en elkanders
WSpn - r edu 'e willen on,zien. Laaf
^^^r^^h-trnktgaan onder klcinighe-
den. Daarvoor is onze taak te goed en te
mooi. Als is ons aandeel misschien maar
heel, heel klein, toch werken wij allen aan
een gezamenlijk doel: de bevordering der
volksgezondheid. Daarvoor te mogen werken
moet reeds voldoening geven, gedachtig aan
het bekende woord: Mens sana in corpore
sano of een gelukkige ziel kan slechts wonen
in een gezond lichaam.
Een lange rij van sprekers
voerde hierna nog het woord. De eerste was
mr. H. D. AvanReenen, burgemeester
der gemeente Bergen, die na een uitweiding
over de tegen het nut van vleeschkeuring
vaak aangevoerde bezwaren vaststelde, dat
Bergen en vele andere gemeenten in de om
geving met groote voldoening gebruik maken
van de keuring door het Alkmaarsche abat
toir, en mede uit naam van een heele rij
buitengemeenten gewaagde spr. van grooten
ijver en de bereidwilligheid van den directeur
en het heele personeel in het belang van de
volkshvgiëne. Dag en nacht hebt ge uw dien
sten daaraan gegeven, zei spr. Hij besloo'
met den wensch, dat de verhouding met de
buitengemeenten zal blijven zooals zij tot nu
toe steeds geweest is.
De heer d e B o e r, lid van het admini
stratieve personeel, sprak namens alle aan
het slachthuis verbondenen een woord van
gelukwensch en bood uit aller naam een paar
lantaarns aan, te plaatsen bij den ingang
van het terrein, ter vervanging van de thans
daar aanwezige, die hij verzocht „eervol ont
slag te verleenen met dank voor de bewezen
diensten".
Als vertegenwoordiger van de Alkmaarscne
slagersvereeniging wenschte de heer J
G r o o t de gemeente geluk met het 25-jarig
bestaan dezer mooie inrichting. Hij bracht
dank voor de goede leiding ervan en voor de
goede samenwerking met de slagers geduren
de dat geheele tijdperk, zóó goed, dat klach
ten slechts sporadisch voorkwamen. Hij
waardeerde hetgeen onder leiding van de
beide vorige directeuren zoowel als onder den
tegenwoordigen leider is tot stand gekomen
en hoopte, dat de goede verhouding tot de
slagers zal blijven bestaan.
Volgende spreker was d r. M o 1, hoofd van
keuringsdienst voor waren in het district
Alkmaar, die sprak als vriend van den heer
Voorthuyzen en uit naam van de andere
hoofden van takken van dienst in deze ge
meente. Mede namens hen bood spr. een
mooi bloemstuk aan, waaraan hij vele harte
lijke woorden toevoegde. Hij constateerde
een groote ontwikkeling van het slachthuis
in den loop der jaren en prees de leiding en
de inrichting, die kan wedijveren met de
beste op dat terrein in den lande, waarmede
spr. de gemeente feliciteerde. Tot den heer
Voorthuyzen zei spr.: De hoofden van tak
ken van dienst in de gemeente wenschen je
geluk met dezen dag en hopen dat je op den
zelfden weg als tot dusver zult doorgaan tot
tevredenheid voor jezelf en tot heil van Alk-
maar's burgerij.
De voorzitter van den Ned. Bond van
paardenslagers, de heer G. de Wit alhier,
zegde namens zijn hoofdbestuur dank voor
de leiding van het slachthuis, speciaal voor
de bemoeiing voor het verkrijgen van een
goede regeling inzake paardenworst. De be
noeming van den heer Voorthuyzen tot di
recteur van het slachthuis noemde spr. een
zeer gelukkige keuze. Hij toch heeft een open
oog en oor voor de belangen der slagers en
voert een uitstekende bedrijfsleiding. Ook tot
de vier jubilarissen richtte spr. een woord
van gelukwensch. Zij hebben ten zeerste me
degewerkt aan den goeden naam van het
Alkmaarsche abattoir.
Voor het kantoor der inrichting boden de
paardenslagers den heer Voorthuyzen een
bureaustoel aan.
De heer Kuiper, secretaris van den Ned.
Slagershond, sprak uit naam van deze orga
nisatie. Hij vond dit zilveren jubilé daarom
zoo belangrijk, omdat hier altijd zoo'n bui
tengewoon prettige samenwerking bestond
met de slagers. De aanvankelijk bestaan heb
bende vijandschap der slapers tegenover het
slachthuis, voortspruitend uit het moeten er
kennen van een nederlaag te hebben geleden,
is geleidelijk veranderd in een vriendschap
pelijke verhouding en in de laatste jaren is
die zóó als spr. zich die overal zou wen
schen.
De positie van een directeur van een
slachthuis is een zeer uitzonderlijke. Immers
hij moet samenwerken met vele menschen,
die geen deel uitmaken van zijn personeel en
toch in zijn bedrijf werken. Daarom moet hij
wel bijzonderen tact bezitten en die nu heefi
de heer Voorthuyzen in hooge mate. Spr. zou
wel wenschen dat directeuren van slachthui
zen waar de verhoudingen minder prettig
zijn, een poosje in de leer gingen bij den di
recteur der Alkmaarsche inrichting. Spr
huldigde hem voor zijn opvattingen en ook
voor zijn groote belangstelling in de cursus
sen der slagers en hoopte dat Alkmaar nog
vele jaren den heer Voorthuyzen als direc
teur van het abattoir zal behouden.
Namens het provinciaal ziekenhuis te Bak-
kum sprak de heer VanKekemeen harte
lijk woord van gelukwensch.
De oud-directeur dr. K e ij s e r kreeg hier
na het woord. Met groote dankbaarheid
dacht hij terug aan den tijd hier in Alkmaar
doorgebracht. Hij noemde een lange rij van
namen van personen met wie hij hier had
samengewerkt en moest tot zijn spijt consta-
teeren dat velen hunner niet meer in het
land der levenden zijn. De vier jubilarissen
van heden herinnerde hij zich nog heel goed
en hij wenschte hen geluk met hun feest. Hij
dankte hen voor de goede samenwerking die
hij steeds van hen mocht ondervinden en
hoopte dat zij nog altijd tevreden zullen zijn
met hun werkkring. Spr. verzekerde hun dat
het slachthuis over hen zeer zeker tevre
den is.
Spr. vond het goed gezien, dat men den
dag van het zilveren jubilé van het slacht
huis niet onopgemerkt heeft willen laten
voorbijgaan. Daarvoor is de inrichting in
den loop der jaren, dank zij vele uitbreidin
gen, te be'angrijk geworden. Zij is voor
A'kmaar een beteekenisvol bedrijf en voor
een groote omgeving van het centrum van
den vleeschhandel. Spr. hoopte, dat de heer
Voorthuyzen nog vele jaren hier zal zijn en
dat hij steeds de bestaande goede verhou
dingen zal mogen kunnen bewaren.
DrI M van Dam sprak als voorzitter
van cie a:d. Alkmaar van de Maatschappij
tot bevordering der geneeskunst hartelijke
woorden van gelukwensch, waarbij hij den
nadruk legde op het groote belang van een
abattoir voor de geneeskunde in verschillend
opzicht. Geestig voegde hij er aan het adres
van den directeur o.a. aan toe: U is pas te
vreden als uw patiënten dood zijn, wij, ais
het ons gelukt is, hen te doen herstellen.
De heer D. J. G o v e r s deed zich kennen
als een vriend van het slachthuis, dat hij van
de oprichting af heeft gekend. Hij feliciteerde
den directeur en de jubileerende ambtenaren
en herinnerde eraan dat hij ruim 24 jaar als
lid van de raadscommissie voor het slacht
huis deze inrichting van nabij gadeslaat. Met
dankbaarheid herinnerde spr. zich het des
kundig advies van dr. Stuurman ten behoeve
van den paardenstal voor de reiniging. Ook
aan dr. Keijzer bewaarde spr. dankbare her
inneringen, en dan constateerde hij dat de
keuze van een opvolger van dezen een goede
is geweest. Onder diens leiding was het, dat
alle gemeenten in de omgeving zich bij het
slachthuis aansloten, en spr. hoopte, dat de
heer Voorthuyzen nog in geen jaren Alkmaar
zal verlaten.
Met groote erkentelijkheid gewaagde spr.
van de vele opofferingen die mevr. Voort
huyzen zich heeft moeten getroosten, als haar
echtgenoot op vaak ongelegen tijdstippen
voor zijn ambt werd weggeroepen en onder
luid applaus van de aanwezigen bood spr.
haar als blijk van waardeering een mooi
bonbonschaaltje aan.
Vol lof sprak de heer Govers over de eer
lijke medewerking, die de heer Voorthuyzen
steeds verleend heeft ten behoeve van de
slachtveeverzekering en hij constateerde
dankbaar dat de Holl. Maatschappij van
Landbouw telken jare vooral bij de tentoon
stellingen sterk profiteert van diens groote
deskundigheid. Hij bood hem voor een en
ander als blijk van waardeering een bloem
stuk aan.
De heer J b. Pels bood met een hartelijk
woord den directeur namens de Alkmaarsche
paardenslagers een schilderstuk aan, voor
stellende een gracht te Alkmaar.
Als laatste spreker voerde dr. S c h u i t e-
maker het woord namens de afd. Noordhol
land van den Bond voor diergeneeskunde.
Met een geestig speechje dankte mr. Wen
delaar uit naam van den gemeenteraad
voor de door het personeel aangeboden lan
taarns, die de gemeente dankbaar aan
vaardt. Het voorstel om de thans aanwezige
lantaarns met dank voor de vele diensten eer
vol te ontslaan, zal zeker worden aangeno
men.
Niet zoo stellig was spr. overtuigd van de
medewerking van den gemeenteraad met een
ander voorstel, door een der sprekers van
slagerszijde gedaan, n 1. om de tarieven van
het slachthuis te verlagen. Maar, zei hij, op
een dag als deze zijn we van goeden wille,
en B. en W. zullen overwegen of er termen
bestaan om te onderzoeken of er een com
missie zal dienen te worden gevormd om
rapport uit te brengen over de mogelijkheid
van verlaging dier tarieven.
Onder groote hilariteit werd door de aan
wezigen kennis genomen van deze wel zeer
vage (maar ook als zoodanig natuurlijk be
doelde) toezegging.
De heer Voorthuyzen dankte voor
den vriendschappelijken toon in de verschil
lende toespraken en richtte zich daarna tot
de sprekers afzonderlijk, met wie hij hoopte
in de toekomst ook in goede verstandhouding
te zulen mogen blijven.
Het feestelijk samenzijn, gedurende het
welk door eenige in witte jassen gekleede
jongedames ververschingen werden aangebo
den, was hiermee beëindigd.
Nog een huldiging.
Na de herdenkings-bijeenkomst vond als
nog plaats de huldiging der ambtenaren en
den hulpmachinist die gedurende 25 jaar aan
de inrichting verbonden zijn geweest. Dit
waren de heeren R. S. Hamstra en G. van
der Meulen, respectievelijk machinist en
opzichter-hulpkeurmeester, alsmede de hulp
machinist W. E. d£ Haas.
De wethouder der bedrijven, de heer T.
Bonsema, complimenteerde ieder afzonderlijk
namens het gemeentebestuur van Alkmaar
en sprak zijn waardeering uit voor de vele
verdiensten, welke zij in het belang van het
bedrijf in de genoemde periode hadden ver
richt en overhandigde hen daarna de eere
penning der gemeente, zoomede de gebruike
lijke enveloppe met inhoud
Vervolgens nam de directeur, de heer W
Voorthuysen, het woord en schetste de ver
diensten van eiken ambtenaar afzonderlijk,
hierbij de wensch uitsprekende dat het hun
gegeven mag zijn nog jaren in 't belang van
het bedrijf hun werkzaamheden te verrichten.
Eén der ambtenaren van de administratie
feliciteerde de ambtenaren namens het ge
heele personeelwees op de goede verstand
houding en prettige samenwerking en over
handigde de echtgenooten een bouquet.
Een van zijn collega's bracht de geluk
wensch over van de employés aan den hulp
machinist de Haas en overhandigde hem een
huiskamerlamp en aaii diens echtgenoote een
bouquet.
Vervolgens verkreeg de heer Van Lunen
gemeente-secretaris te Castricum het woord,
en richtte zich speciaal tot den keurmeester
van der Meulen namens alle slagers dier ge
meente. In 't kort schetste spreker de ver
diensten van genoemden ambtenaar die se
dert de inwerkingtreding der Vleeschkeu
ringswet, vanaf 1922 regelmatig de keurin
gen daar ter plaatse heeft verricht en sprak
tevens de wensch uit dat de prettige samen
werking bestendigd mag blijven. Als blijk
van waardeering overhandigde hij hem, na
mens de slagers uit Castricum en den se
cretaris dier gemeente een haardstoeltje.
Ook de heer Govers bleef bij de felicitatie
niet achter.
Allereerst dankte de heer Hamstra voor
de ondervonden belangstelling en voor de
uitgesproken waardeering in diens werk
zaamheden, terwijl daarvan de heer van der
Meulen zijn dank betuigde.
Als dank voor de in de afgeloopen jaren
van hem ondervonden medewerking en waar
deering bood het personeel van het abattoir
den heer Govers een mooie foto in lijst aan
waarop de poort van het slachthuis. Een
aardige atteui
Donderdagavond hield de afd. van d*
S.D.A.P. alhier een vrij goed bezochte ver-
kiezings-propaganda-avnd in het lokaal van
den heer Rus, onderleiding van den heer van
Laar. De avond werd afgewisseld door de
clamatie van mevr. Portegies.
Als eerste spreker trad op de heer Singer
uit Wijdenes, met het onderwerp: „de crisis
in de land- en tuinbouw".
Het speet spr., dat hij over dit onderwerp
moest spreken. De tegenstanders van ons
beweren, dat wij sociaal-aemocraten geen
oog hebben voor de toestanden in de land
bouw, omdat wij tegen alle steunwetten heb
ben gestemd. Van de katholieken en christe-
lijken zijn we deze leugens gewend. Maar
tegenwoordig begint ook de vrijz.-dem. partij,
die jarenlang vrij -eel naar onze richting
heeft gewerkt, deze minderwaardige argu
menten tegen ons .e gebruiken. De regeering
heeft tot nu toe 14 steunwetten ingediend
Elf van deze steu.iwetten zijn met onze hulp
tot stand gekomen. Tegen de anderen hebben
wij gestemd, omdat ct stern op een verkeerde
plaats wordt gehaald. De eerste van deze
drie is de tarwewet.
Deze steun wordt betaald door het
broodetend publiek, dus voor het grootste
deel door de minst draagkrachtigen in onze
maatschappij. Wij willen de steun ha'en uit
de schatkist, door middel van verhooging
van de directe-beL stingen, die ten minste
nog eenigszins met de finanriëele draag
kracht van de personen onderling rekening
houden. De tweede door ons tegengestemde
wet is de crisiszuivelwet. Wij zijn er voor,
dat het boter etend publiek het tekort, dat
voor die boter gekregen wordt bijbetaalt,
maar wij willen niet de margarinefabrikan
ten, zooals Jurgens e.a„ die nog steeds
groote winsten maker ten koste van de ar
beiders nog meer laten verdienen. Dan heb
ben wij tegen de varkenswet gestemd, omdat
wij niet willen, dat de verliezen op de export
ook door de arbeiders worden betaald. De
andere wetten hebben wij voorgestemd, nadat
wij geprobeerd hadden ze te verbeteren.
Het is met den tuinbouw, die, doordat ze
op een klein stukje grond veel opbracht aan
veel menschen een bestaan kon verschaffen,
na 1930 een lijdensgeschiedenis geworden
Maar de regeering gaf geen steun aan de
tuinbouw, ze kwanl alleen met een crediet
voor hen, die geacht konden worden, bij een
oj leving der conjunctuur, weer in staat te
zijn, hetgeld terug te betalen. De schuld van
de tuinbouwers was al ontzettend en nu sta
pelde de regeering er nog een nieuwe op. Dit
wetsontwerp ontmoette veel verzet van onzen
kant, vooral van de lijstaanvoerder in deze
kieskring, de heer Duys. Hij diende een motie
in, waarbij gezegd werd, dat ook een steun
regeling noodig was. Maar hij kreeg ten ant
woord, ook van de anti-revolutionnaire tuin
bouw specialist van den Heuvel, dat hij van
de toestanden in de tuinbouw niets af wist,
er was geen noodtoestand in de tuinbouw.
Zijn motie werd verworpen. Het volgend?
jaar steeg de schuld der tuinders nog meer.
Toen kwam de regeering met een nieuw cre
diet en met werkverschaffing voor de tuin
ders. Dit is buitengewoon grievend voor de
tuinbouw. Wij hebben werk genoeg op onze
grond, maar we hebben gebrek aan contan
ten. En buitengewoon grievend is het voor
oude menschen, die het baggeren niet kunnen
volhouden. In Juli 1932 kwam de regeering
met de mededeeling, dat ze bezig was met
een steunwet voor de tuii bouw. Maar dit
wetsontwerp was niet, een fooi werd het ge
noemd. In artikel 1 stond, dat de regeering
het verschil tusschen veilingspri's en pro
ductiekosten zou vergoeden. Dit was precies
wat de tuinbouworganisaties gevraagd had
den. Maar verder stond, aat de regeering
niet meer dan 5 millioen gaf terwijl in werke
lijkheid ongeveer 20 millioen noodig zou
zijn. De tuinbouw organisaties kwamen alle
in verzet. Duys diende een motie in, waarin
aan de regeering vergunning verleend werd,
als dit bedrag te kort bleek, zooveel te geven
als noodig was. Het vrijz.-dem. Kamerlid, de
heer Oud, beweert overal, dat Duys 27 mil
lioen gevraagd heeft, maar Duys heeft geen
bedrag genoemd.
Wij hebben nu een veertiental steunwetten,
als alles goed ging zou daardoor ieder be
drijf 1000 steun kunnen ontvangen. Maar
er gaat veel van naar de groote boeren en de
menschen die land verpachten.
W ij kunnen de toestanden niet verbeteren
door plattelanders in de Kamer te brengen
Ook op het platteland zijn tegenstellingen
Maar al hadden de plattelanders één lijst,
dan zouden er nog maar 20 in de Kamer
komen tegenover 80 stedelingen. Maar de
werkelijke oorzaak van de toestand in d<
tuinbouw zit in de structuur van onze maat
schappij. De heer Braat wil loonsverlaging,
afbraak van de sociale wetgeving en
ging van de invoerrechten om verbeterd
va n de toestanden te krijgen. Maar in
Duitschland is dit gedaan en daar zit de
tuinbouw nog veel dieper in de put pw!
loonsverlaging wordt de koopkracht'van de
bevolking kleiner, dus de toestand nn»
slechter. s
De grond moet aan de gemeenschap
men, dan gaat niet meer het grootste deel
van de opbrengst naar het groot kapitaal en
de grond is in werkelijkheid toch niet van de
kleine tuinders. Hc. is niet waar, dat wij de
tuinders van hun bedrijven willen verjagen,
wij hebben ze daar juist noodig. Ook het
distributie-systeem is fout. Wij kunnen hier
b.v. zooveel veilingen oprichten, als w<; maar
willen, dit is een zeer dure exploitatie. Wij
beleven het, dat hier de kool bij massa's
wordt weggegooid, terwijl anderen er naar
snakken. Er moet orde en regel komen. Dit
stelsel heeft ons materieel en cultureel geen
er.kele stap verdei gebracht. Dat kan alleen
het socialisme brengen. Wij roepen daarom
de arbeiders en tuinbouwers hier op om te
zamen met d? arbeiders in de steden het
socialisme te verwezenlijken.
Hierna was het woord aan den heer Lin*
deman, hoofdbestuurder van het N V V als
politiek spr.
De heerSinger, aldus Spr., ons de
moeilijkheden op het pUttcland geschilderd.
Iedereen verkeert tegenwoordig in moeilijk
heden. Natuurlijk het ergste zij, die het min
ste weerstandsvermogen hebben. Maar ook
de dragers van dit maatschappelijk leven
gaan onder de moeilijkhccen gebukt. We
leven in een wereld van overvloed in de bit
terste armoede. Deze schande treft ons alle
maal. De grootste uitvindingen kunnen aan
deze toestand niets veranderen We staan op
het oogenblik in de techniek voor niets, maar
we kunnen de voortbrenging nog niet zoo
regelen, dat we allemaal behoorlijk kunnen
leven. Wij soc.-den. waarschuwen het volk
voor de gevaren van het kapitalisme. We
hebben er op gewezen, dat het in het kapita
lisme telkens vastloopt, en dat dit niet anders
kan. Nu wil men altijd nog maarvasthouden
aan deze oude grondslagen, zelfs degenen,
die er het meest onder lijnen. Onze strijd
gaat tegen deze gronds agen. Wij zeggen
telkens weer, dat, als de massa wil, de toe
stand dan direct radicaal kan worden ver
beterd. Wij kunnen, al wordt de bevolking
veel grooter, bij een goed voortbrengings-
stelsel, de behoeften bevredigen. Lang
zamerhand komen grootere massa's naar ons
toe. Maar daarnaast zijn er nog zooveel, die
dit niet begrijpen, zooals straks bij de verkie
zingen wel weer zal blijken. Maar wij wer
ken ook om tijdens dit kapitalisme zooveel
mogelijk verbeteringen aan te brengen voor
de massa. De sociaal-democratie stelt prac-
tische eischen, die te volbrengen zijn, als de
groote massa met haar mee optrekt. De
maatregelen, die genomen worden voor steun
zijn eigenlijk in strijd met het kapitalisme
dat ieder voor zich zelf wil laten zorgen. Dit
is een erkenning, dat het zoo niet langer
gaan kan. De steunregeling komt voor uit
de angst, dat de plattelandsbevolking
socialist wordt. We komen nu toe inzicht,
dat we behooren tot een volksgemeenschap,
die moet zorgen, dat we van de rükdommen
allen genoeg krijgen om te leven. Maar dit
geldt niet alleen tijdens een crisis.
Nu komt onze regeering met vervroegde
verkiezingen. De werkelijke reden hiervoor is,
dat men hoopt door kwesties als die met „De
Zeven Provinciën" de bevolking tegen de
soc.-dem. te kanten. Hier probeert men weer
de groote klachten en grieven van het volk af
te leiden. Men kan het tegenwoordige pro
ductiestelsel niet meer verdedigen Bij'm
allen erkennen, dat het zoo niet langer gaat
en velen zien in dat we naar een socialisti
sche maatschappij moeten. Maar anderen
willen de bevolking van 't socialisme afwen
den. Vandaar de bekende roep om de sterke
man. Op het oogenblik wordt hetzelfde spel
gespeeld als in de Kuiper-periode. Men zal
miscschien weer even succes hebben, maar
het kan onze beweging nooit tegenhouden.
Wanneer we de meerderheid bereiken zullen
hangt af van het volk. Nu moet de arbeiders
beweging laten zien, dat ze één is tegen de
burgerlijken. We moeten nu bij deze toestand
onderling niet strijden over kleinigheden.
In het verslag van de tooneeluitvoering
staat, dat de jury aanwezig was ter beoor
deeling van het stuk. De jury moest evenwel
het spel der leden beoordeelen, voor de wed-
strijden, die de bij de bond aangesloten
vereenigingen houden.
Woningbouwvereniging tyAlg*
meen Belang".
De woningbouwvereniging vergaderde
Vrijdagavond in „Concordia. Aanwezig
met het bestuur 7 leden.
Naar aanleiding van de notulen zeide de
171. V anmiddag wilde je ook zoo graag
helpen. ,,Welzeker,' zei Jan welgemoed,
want hij wistaltijd overal raad op, an
ders zou hij Jan Rommelzak niet zijn.
„Geef mij maar eens zoo n groote zwab
ber en neem er zelf ook een". De ma-
geü0oudenht' hij V°°r den gek werd
172. Spoedig kwam hij met het ge«
vraagde aandragen. „Ziezoo," zei Jan.
„Nu moeten jullie hier een groot zeil
spannen, dan zullen we trachten wind
in dat zeil te blazen met onze zwabbers".
Het was onbegrijpelijk, hoe Jan direct
door de njatrozeu werd gehoorzaamd.