Van Rommelzaken Hobbelde ■MMflflGPlUEN onstifiatie JUcwnciaal 7lieuws Witte tanden: Chlorodont HEERHUGOWAARD. NOORDSCHARWOUDE. Verstopping verstoort Uw gestel es humeur. Neem geen sterk pur- geercade middelen,doch van tijd tot tijd de zacht werkende Foster s Maagptllen. het ideale laxeermiddel. 0-65 pot flacon* '29. Wat het aantal geslachte dieren betreft, streven wij enkele grootere gemeenten, als Hilversum en Apeldoorn, al voorbij en na deren wij de aantallen van Arnhem etc. Op verzoek van belanghebbenden werd er een vriesinrichting in 1925, spek-zouterijen en gekoelde bewaarplaatsen in 1929 en 31 bij gebouwd. Zelfs de crisis-jaren 1931 en 1932 gingen ons ongemerkt voorbij, alleen daalde tengevolge van de crisis-varkenswet het aantal slachtingen van varkens. Daar voor traden weer in de plaats eerst schapen, later kalveren. Het kan niet anders of vele menschen van buiten betrekken hun vleesch uit Alkmaar. De financieele resultaten werden aanmer kelijk gunstiger, zoodat wij in 1923 een ta riefsverlaging yan 25 konden invoeren, waarmede onze tarieven, in vergelijking met andere abattoirs, aan den lagen kant blijven. Maar met hoeveel dankbaarheid spr. ook op deze resultaten meende te mogen wijzen, van veel grooter beteekenis vond hij de vraag: heeft het gemeente-slachthuis en de daaraan verbonden keuringsdienst voor vee en vleesch voldaan aan het doel, en heeft het den consument kunnen vrijwaren voor het nuttigen van ondeugdelijk vleesch? Uitvoe rig ging sor. op deze vraag in en hij con stateerde, dat vertrouwen in den leverancier moet het fundament zijn waarop de vleesch- verkooper ziin taak moet opbouwen. Vertrouwen in den leverancier moet het fundament zijn waarop de vleeschverkooper zijn taak moet opbouwen. Ongetwijfeld spelen vakkennis, voorko mendheid en andere eigenschappen in het zakenleven een groote rol; ook bij de sla gers is dit het geval, maar niet te ontkennen is het feit dat sinds de oprichting van het abattoir, getuige het steeds toenemende aan tal slachtingen, ook 't vertrouwen in de Alk maarsche vleeschverkoopers is toegenomen. Spr. weidde vervolgens uit over de nood zaak van goede samenwerking tusschen het slachthuis en de slagers, niet alleen ten bate van zichzelf, maar ten bate van de gemeen schap. Tot op heden toe is die samenwerking goed geweest en hij hoopte, dat zij zal worden be stendigd. Dat ik ook de bestuursleden van de Holl. Mij. van Landbouw heb uitgenoodigd hier aanwezig te zijn, zoo ging spr. voort, vindt zijn grond daarin, dat zij als vertegenwoor digers der veehouders zoo dikwijls op pijn lijke wijze hebt moeten ervaren de zegeningen van de vleeschkeuringswet. Hoe vaak ook de teleurstelling bij u zich uitte in een onvrien delijk gebaar of andere minder onvriendelijke wijze, wanneer u de tijding van afkeuring van u in nood gedood of gestorven dier in ontvangst had te nemen, toch vlei ik mij met de hoop, dat gij daarbij niet getwijfeld hebt aan de zuiverheid van mijn uitspraak, nóch aan de gevoelens van groot medelijden je gens u, die mij op dat oogenblik bezielde, wanneer het lot ten deel viel aan een dar armsten onder de armen. Dat zoowel mijne voorgangers, Stuurman en Keyser, als ik zulk een groote voldoening hebben gevonden in onze ambtelijke loop baan te Alkmaar, danken wij zoowel aan de toewijding van het personeel als aan de wijze waarop R. en W. ons steeds ziin tegemoet ge treden. Voor zooverre het mij zelve betreft, heb ik steeds gevoelens van eerbied en sym pathie gekend jegens die leden van het Col lege. aan wie in het bijzonder de zorg voor de bedrijven was toebedeeld. Achtereenvol gens zijn het geweest de heeren Wendelaar, Leesberg, Ringers en Bonsema. Zij allen hebben steeds getoond een groote mate van vertrouwen te bezitten in de leiding van het bedrijf. En daarvoor ben ik hen dankbaar. Hoewel uit den aard der zaak de omgang met de ir i'v.c ieele leden van den Raad slechts s, tfad sch is, moet ik voor één daar op een uizonüering maken, en wel voor den nestor. Deze markante persoonlijkheid, de heer Govers, heeft onder alle omstandighe den getoond een vriend te zijn van het ge meenteslachthuis en het daaraan verbonden personeel. Wanneer er iemand het terrein op stapte en men hoorde naast het geluid van de voetstappen ook den metalen klank van een wandelstok die met forsche kracht op de steenen terecht kwam, dan wisten wij op 'J bureau reeds, zonder nog iets te hebben ge zien, dat de heer Govers weer eens een kijkje kwam nemen. Iedere slagers kent Govers, en Govers kent iedere slager. Een betere ver tegenwoordiger voor hunne belangen in onze commissie van bijstand, waarvan hij reeds lid was toen ik 13 jaar geleden in Alk maar kwam, heb ik niet gekend. Gedurende ai dien tijd is de heer Govers het eenige lid der Commissie geweest die niet vervangen werd, zoo overtuigd was de Raad dat zijn 'aanwezigheid in deze Commissie volstrekt noodzakelijk was. De heer Voorthuyzen richtte zich hierna tot de hoofden van takken van dienst en de chefs van de verschillende afdeelingen ter gemeente-secretarie, rechterlijke macht, die renartsen, medici, pharmaceuten en alle an deren op wien hij af en toe een beroep op medewerking deed. Van hen allen had hij altijd de gevraagde medewerking verkregen, waarvoor hij hen dank bracht. En ten slotte sprak de directeur speciaal tot de ambtenaren en werklieden in het be- a nneer we me* e"<aar eens terugzien op de 25 afgeloopen jaren, dan kan dat niet anders zij" dan met groote voldoening. Kib- ne.partijtjes die wel eens voorkwamen, wa ren nooit van ernstigen aard. dmnten VH°°r Th,had er steeds °p aan^e- drongen de onderlinge verschillen in levens- daaruit gi. tot u,tin- fp brengen tijden- '1J P^e werkzaamheden en elkanders WSpn - r edu 'e willen on,zien. Laaf ^^^r^^h-trnktgaan onder klcinighe- den. Daarvoor is onze taak te goed en te mooi. Als is ons aandeel misschien maar heel, heel klein, toch werken wij allen aan een gezamenlijk doel: de bevordering der volksgezondheid. Daarvoor te mogen werken moet reeds voldoening geven, gedachtig aan het bekende woord: Mens sana in corpore sano of een gelukkige ziel kan slechts wonen in een gezond lichaam. Een lange rij van sprekers voerde hierna nog het woord. De eerste was mr. H. D. AvanReenen, burgemeester der gemeente Bergen, die na een uitweiding over de tegen het nut van vleeschkeuring vaak aangevoerde bezwaren vaststelde, dat Bergen en vele andere gemeenten in de om geving met groote voldoening gebruik maken van de keuring door het Alkmaarsche abat toir, en mede uit naam van een heele rij buitengemeenten gewaagde spr. van grooten ijver en de bereidwilligheid van den directeur en het heele personeel in het belang van de volkshvgiëne. Dag en nacht hebt ge uw dien sten daaraan gegeven, zei spr. Hij besloo' met den wensch, dat de verhouding met de buitengemeenten zal blijven zooals zij tot nu toe steeds geweest is. De heer d e B o e r, lid van het admini stratieve personeel, sprak namens alle aan het slachthuis verbondenen een woord van gelukwensch en bood uit aller naam een paar lantaarns aan, te plaatsen bij den ingang van het terrein, ter vervanging van de thans daar aanwezige, die hij verzocht „eervol ont slag te verleenen met dank voor de bewezen diensten". Als vertegenwoordiger van de Alkmaarscne slagersvereeniging wenschte de heer J G r o o t de gemeente geluk met het 25-jarig bestaan dezer mooie inrichting. Hij bracht dank voor de goede leiding ervan en voor de goede samenwerking met de slagers geduren de dat geheele tijdperk, zóó goed, dat klach ten slechts sporadisch voorkwamen. Hij waardeerde hetgeen onder leiding van de beide vorige directeuren zoowel als onder den tegenwoordigen leider is tot stand gekomen en hoopte, dat de goede verhouding tot de slagers zal blijven bestaan. Volgende spreker was d r. M o 1, hoofd van keuringsdienst voor waren in het district Alkmaar, die sprak als vriend van den heer Voorthuyzen en uit naam van de andere hoofden van takken van dienst in deze ge meente. Mede namens hen bood spr. een mooi bloemstuk aan, waaraan hij vele harte lijke woorden toevoegde. Hij constateerde een groote ontwikkeling van het slachthuis in den loop der jaren en prees de leiding en de inrichting, die kan wedijveren met de beste op dat terrein in den lande, waarmede spr. de gemeente feliciteerde. Tot den heer Voorthuyzen zei spr.: De hoofden van tak ken van dienst in de gemeente wenschen je geluk met dezen dag en hopen dat je op den zelfden weg als tot dusver zult doorgaan tot tevredenheid voor jezelf en tot heil van Alk- maar's burgerij. De voorzitter van den Ned. Bond van paardenslagers, de heer G. de Wit alhier, zegde namens zijn hoofdbestuur dank voor de leiding van het slachthuis, speciaal voor de bemoeiing voor het verkrijgen van een goede regeling inzake paardenworst. De be noeming van den heer Voorthuyzen tot di recteur van het slachthuis noemde spr. een zeer gelukkige keuze. Hij toch heeft een open oog en oor voor de belangen der slagers en voert een uitstekende bedrijfsleiding. Ook tot de vier jubilarissen richtte spr. een woord van gelukwensch. Zij hebben ten zeerste me degewerkt aan den goeden naam van het Alkmaarsche abattoir. Voor het kantoor der inrichting boden de paardenslagers den heer Voorthuyzen een bureaustoel aan. De heer Kuiper, secretaris van den Ned. Slagershond, sprak uit naam van deze orga nisatie. Hij vond dit zilveren jubilé daarom zoo belangrijk, omdat hier altijd zoo'n bui tengewoon prettige samenwerking bestond met de slagers. De aanvankelijk bestaan heb bende vijandschap der slapers tegenover het slachthuis, voortspruitend uit het moeten er kennen van een nederlaag te hebben geleden, is geleidelijk veranderd in een vriendschap pelijke verhouding en in de laatste jaren is die zóó als spr. zich die overal zou wen schen. De positie van een directeur van een slachthuis is een zeer uitzonderlijke. Immers hij moet samenwerken met vele menschen, die geen deel uitmaken van zijn personeel en toch in zijn bedrijf werken. Daarom moet hij wel bijzonderen tact bezitten en die nu heefi de heer Voorthuyzen in hooge mate. Spr. zou wel wenschen dat directeuren van slachthui zen waar de verhoudingen minder prettig zijn, een poosje in de leer gingen bij den di recteur der Alkmaarsche inrichting. Spr huldigde hem voor zijn opvattingen en ook voor zijn groote belangstelling in de cursus sen der slagers en hoopte dat Alkmaar nog vele jaren den heer Voorthuyzen als direc teur van het abattoir zal behouden. Namens het provinciaal ziekenhuis te Bak- kum sprak de heer VanKekemeen harte lijk woord van gelukwensch. De oud-directeur dr. K e ij s e r kreeg hier na het woord. Met groote dankbaarheid dacht hij terug aan den tijd hier in Alkmaar doorgebracht. Hij noemde een lange rij van namen van personen met wie hij hier had samengewerkt en moest tot zijn spijt consta- teeren dat velen hunner niet meer in het land der levenden zijn. De vier jubilarissen van heden herinnerde hij zich nog heel goed en hij wenschte hen geluk met hun feest. Hij dankte hen voor de goede samenwerking die hij steeds van hen mocht ondervinden en hoopte dat zij nog altijd tevreden zullen zijn met hun werkkring. Spr. verzekerde hun dat het slachthuis over hen zeer zeker tevre den is. Spr. vond het goed gezien, dat men den dag van het zilveren jubilé van het slacht huis niet onopgemerkt heeft willen laten voorbijgaan. Daarvoor is de inrichting in den loop der jaren, dank zij vele uitbreidin gen, te be'angrijk geworden. Zij is voor A'kmaar een beteekenisvol bedrijf en voor een groote omgeving van het centrum van den vleeschhandel. Spr. hoopte, dat de heer Voorthuyzen nog vele jaren hier zal zijn en dat hij steeds de bestaande goede verhou dingen zal mogen kunnen bewaren. DrI M van Dam sprak als voorzitter van cie a:d. Alkmaar van de Maatschappij tot bevordering der geneeskunst hartelijke woorden van gelukwensch, waarbij hij den nadruk legde op het groote belang van een abattoir voor de geneeskunde in verschillend opzicht. Geestig voegde hij er aan het adres van den directeur o.a. aan toe: U is pas te vreden als uw patiënten dood zijn, wij, ais het ons gelukt is, hen te doen herstellen. De heer D. J. G o v e r s deed zich kennen als een vriend van het slachthuis, dat hij van de oprichting af heeft gekend. Hij feliciteerde den directeur en de jubileerende ambtenaren en herinnerde eraan dat hij ruim 24 jaar als lid van de raadscommissie voor het slacht huis deze inrichting van nabij gadeslaat. Met dankbaarheid herinnerde spr. zich het des kundig advies van dr. Stuurman ten behoeve van den paardenstal voor de reiniging. Ook aan dr. Keijzer bewaarde spr. dankbare her inneringen, en dan constateerde hij dat de keuze van een opvolger van dezen een goede is geweest. Onder diens leiding was het, dat alle gemeenten in de omgeving zich bij het slachthuis aansloten, en spr. hoopte, dat de heer Voorthuyzen nog in geen jaren Alkmaar zal verlaten. Met groote erkentelijkheid gewaagde spr. van de vele opofferingen die mevr. Voort huyzen zich heeft moeten getroosten, als haar echtgenoot op vaak ongelegen tijdstippen voor zijn ambt werd weggeroepen en onder luid applaus van de aanwezigen bood spr. haar als blijk van waardeering een mooi bonbonschaaltje aan. Vol lof sprak de heer Govers over de eer lijke medewerking, die de heer Voorthuyzen steeds verleend heeft ten behoeve van de slachtveeverzekering en hij constateerde dankbaar dat de Holl. Maatschappij van Landbouw telken jare vooral bij de tentoon stellingen sterk profiteert van diens groote deskundigheid. Hij bood hem voor een en ander als blijk van waardeering een bloem stuk aan. De heer J b. Pels bood met een hartelijk woord den directeur namens de Alkmaarsche paardenslagers een schilderstuk aan, voor stellende een gracht te Alkmaar. Als laatste spreker voerde dr. S c h u i t e- maker het woord namens de afd. Noordhol land van den Bond voor diergeneeskunde. Met een geestig speechje dankte mr. Wen delaar uit naam van den gemeenteraad voor de door het personeel aangeboden lan taarns, die de gemeente dankbaar aan vaardt. Het voorstel om de thans aanwezige lantaarns met dank voor de vele diensten eer vol te ontslaan, zal zeker worden aangeno men. Niet zoo stellig was spr. overtuigd van de medewerking van den gemeenteraad met een ander voorstel, door een der sprekers van slagerszijde gedaan, n 1. om de tarieven van het slachthuis te verlagen. Maar, zei hij, op een dag als deze zijn we van goeden wille, en B. en W. zullen overwegen of er termen bestaan om te onderzoeken of er een com missie zal dienen te worden gevormd om rapport uit te brengen over de mogelijkheid van verlaging dier tarieven. Onder groote hilariteit werd door de aan wezigen kennis genomen van deze wel zeer vage (maar ook als zoodanig natuurlijk be doelde) toezegging. De heer Voorthuyzen dankte voor den vriendschappelijken toon in de verschil lende toespraken en richtte zich daarna tot de sprekers afzonderlijk, met wie hij hoopte in de toekomst ook in goede verstandhouding te zulen mogen blijven. Het feestelijk samenzijn, gedurende het welk door eenige in witte jassen gekleede jongedames ververschingen werden aangebo den, was hiermee beëindigd. Nog een huldiging. Na de herdenkings-bijeenkomst vond als nog plaats de huldiging der ambtenaren en den hulpmachinist die gedurende 25 jaar aan de inrichting verbonden zijn geweest. Dit waren de heeren R. S. Hamstra en G. van der Meulen, respectievelijk machinist en opzichter-hulpkeurmeester, alsmede de hulp machinist W. E. d£ Haas. De wethouder der bedrijven, de heer T. Bonsema, complimenteerde ieder afzonderlijk namens het gemeentebestuur van Alkmaar en sprak zijn waardeering uit voor de vele verdiensten, welke zij in het belang van het bedrijf in de genoemde periode hadden ver richt en overhandigde hen daarna de eere penning der gemeente, zoomede de gebruike lijke enveloppe met inhoud Vervolgens nam de directeur, de heer W Voorthuysen, het woord en schetste de ver diensten van eiken ambtenaar afzonderlijk, hierbij de wensch uitsprekende dat het hun gegeven mag zijn nog jaren in 't belang van het bedrijf hun werkzaamheden te verrichten. Eén der ambtenaren van de administratie feliciteerde de ambtenaren namens het ge heele personeelwees op de goede verstand houding en prettige samenwerking en over handigde de echtgenooten een bouquet. Een van zijn collega's bracht de geluk wensch over van de employés aan den hulp machinist de Haas en overhandigde hem een huiskamerlamp en aaii diens echtgenoote een bouquet. Vervolgens verkreeg de heer Van Lunen gemeente-secretaris te Castricum het woord, en richtte zich speciaal tot den keurmeester van der Meulen namens alle slagers dier ge meente. In 't kort schetste spreker de ver diensten van genoemden ambtenaar die se dert de inwerkingtreding der Vleeschkeu ringswet, vanaf 1922 regelmatig de keurin gen daar ter plaatse heeft verricht en sprak tevens de wensch uit dat de prettige samen werking bestendigd mag blijven. Als blijk van waardeering overhandigde hij hem, na mens de slagers uit Castricum en den se cretaris dier gemeente een haardstoeltje. Ook de heer Govers bleef bij de felicitatie niet achter. Allereerst dankte de heer Hamstra voor de ondervonden belangstelling en voor de uitgesproken waardeering in diens werk zaamheden, terwijl daarvan de heer van der Meulen zijn dank betuigde. Als dank voor de in de afgeloopen jaren van hem ondervonden medewerking en waar deering bood het personeel van het abattoir den heer Govers een mooie foto in lijst aan waarop de poort van het slachthuis. Een aardige atteui Donderdagavond hield de afd. van d* S.D.A.P. alhier een vrij goed bezochte ver- kiezings-propaganda-avnd in het lokaal van den heer Rus, onderleiding van den heer van Laar. De avond werd afgewisseld door de clamatie van mevr. Portegies. Als eerste spreker trad op de heer Singer uit Wijdenes, met het onderwerp: „de crisis in de land- en tuinbouw". Het speet spr., dat hij over dit onderwerp moest spreken. De tegenstanders van ons beweren, dat wij sociaal-aemocraten geen oog hebben voor de toestanden in de land bouw, omdat wij tegen alle steunwetten heb ben gestemd. Van de katholieken en christe- lijken zijn we deze leugens gewend. Maar tegenwoordig begint ook de vrijz.-dem. partij, die jarenlang vrij -eel naar onze richting heeft gewerkt, deze minderwaardige argu menten tegen ons .e gebruiken. De regeering heeft tot nu toe 14 steunwetten ingediend Elf van deze steu.iwetten zijn met onze hulp tot stand gekomen. Tegen de anderen hebben wij gestemd, omdat ct stern op een verkeerde plaats wordt gehaald. De eerste van deze drie is de tarwewet. Deze steun wordt betaald door het broodetend publiek, dus voor het grootste deel door de minst draagkrachtigen in onze maatschappij. Wij willen de steun ha'en uit de schatkist, door middel van verhooging van de directe-beL stingen, die ten minste nog eenigszins met de finanriëele draag kracht van de personen onderling rekening houden. De tweede door ons tegengestemde wet is de crisiszuivelwet. Wij zijn er voor, dat het boter etend publiek het tekort, dat voor die boter gekregen wordt bijbetaalt, maar wij willen niet de margarinefabrikan ten, zooals Jurgens e.a„ die nog steeds groote winsten maker ten koste van de ar beiders nog meer laten verdienen. Dan heb ben wij tegen de varkenswet gestemd, omdat wij niet willen, dat de verliezen op de export ook door de arbeiders worden betaald. De andere wetten hebben wij voorgestemd, nadat wij geprobeerd hadden ze te verbeteren. Het is met den tuinbouw, die, doordat ze op een klein stukje grond veel opbracht aan veel menschen een bestaan kon verschaffen, na 1930 een lijdensgeschiedenis geworden Maar de regeering gaf geen steun aan de tuinbouw, ze kwanl alleen met een crediet voor hen, die geacht konden worden, bij een oj leving der conjunctuur, weer in staat te zijn, hetgeld terug te betalen. De schuld van de tuinbouwers was al ontzettend en nu sta pelde de regeering er nog een nieuwe op. Dit wetsontwerp ontmoette veel verzet van onzen kant, vooral van de lijstaanvoerder in deze kieskring, de heer Duys. Hij diende een motie in, waarbij gezegd werd, dat ook een steun regeling noodig was. Maar hij kreeg ten ant woord, ook van de anti-revolutionnaire tuin bouw specialist van den Heuvel, dat hij van de toestanden in de tuinbouw niets af wist, er was geen noodtoestand in de tuinbouw. Zijn motie werd verworpen. Het volgend? jaar steeg de schuld der tuinders nog meer. Toen kwam de regeering met een nieuw cre diet en met werkverschaffing voor de tuin ders. Dit is buitengewoon grievend voor de tuinbouw. Wij hebben werk genoeg op onze grond, maar we hebben gebrek aan contan ten. En buitengewoon grievend is het voor oude menschen, die het baggeren niet kunnen volhouden. In Juli 1932 kwam de regeering met de mededeeling, dat ze bezig was met een steunwet voor de tuii bouw. Maar dit wetsontwerp was niet, een fooi werd het ge noemd. In artikel 1 stond, dat de regeering het verschil tusschen veilingspri's en pro ductiekosten zou vergoeden. Dit was precies wat de tuinbouworganisaties gevraagd had den. Maar verder stond, aat de regeering niet meer dan 5 millioen gaf terwijl in werke lijkheid ongeveer 20 millioen noodig zou zijn. De tuinbouw organisaties kwamen alle in verzet. Duys diende een motie in, waarin aan de regeering vergunning verleend werd, als dit bedrag te kort bleek, zooveel te geven als noodig was. Het vrijz.-dem. Kamerlid, de heer Oud, beweert overal, dat Duys 27 mil lioen gevraagd heeft, maar Duys heeft geen bedrag genoemd. Wij hebben nu een veertiental steunwetten, als alles goed ging zou daardoor ieder be drijf 1000 steun kunnen ontvangen. Maar er gaat veel van naar de groote boeren en de menschen die land verpachten. W ij kunnen de toestanden niet verbeteren door plattelanders in de Kamer te brengen Ook op het platteland zijn tegenstellingen Maar al hadden de plattelanders één lijst, dan zouden er nog maar 20 in de Kamer komen tegenover 80 stedelingen. Maar de werkelijke oorzaak van de toestand in d< tuinbouw zit in de structuur van onze maat schappij. De heer Braat wil loonsverlaging, afbraak van de sociale wetgeving en ging van de invoerrechten om verbeterd va n de toestanden te krijgen. Maar in Duitschland is dit gedaan en daar zit de tuinbouw nog veel dieper in de put pw! loonsverlaging wordt de koopkracht'van de bevolking kleiner, dus de toestand nn» slechter. s De grond moet aan de gemeenschap men, dan gaat niet meer het grootste deel van de opbrengst naar het groot kapitaal en de grond is in werkelijkheid toch niet van de kleine tuinders. Hc. is niet waar, dat wij de tuinders van hun bedrijven willen verjagen, wij hebben ze daar juist noodig. Ook het distributie-systeem is fout. Wij kunnen hier b.v. zooveel veilingen oprichten, als w<; maar willen, dit is een zeer dure exploitatie. Wij beleven het, dat hier de kool bij massa's wordt weggegooid, terwijl anderen er naar snakken. Er moet orde en regel komen. Dit stelsel heeft ons materieel en cultureel geen er.kele stap verdei gebracht. Dat kan alleen het socialisme brengen. Wij roepen daarom de arbeiders en tuinbouwers hier op om te zamen met d? arbeiders in de steden het socialisme te verwezenlijken. Hierna was het woord aan den heer Lin* deman, hoofdbestuurder van het N V V als politiek spr. De heerSinger, aldus Spr., ons de moeilijkheden op het pUttcland geschilderd. Iedereen verkeert tegenwoordig in moeilijk heden. Natuurlijk het ergste zij, die het min ste weerstandsvermogen hebben. Maar ook de dragers van dit maatschappelijk leven gaan onder de moeilijkhccen gebukt. We leven in een wereld van overvloed in de bit terste armoede. Deze schande treft ons alle maal. De grootste uitvindingen kunnen aan deze toestand niets veranderen We staan op het oogenblik in de techniek voor niets, maar we kunnen de voortbrenging nog niet zoo regelen, dat we allemaal behoorlijk kunnen leven. Wij soc.-den. waarschuwen het volk voor de gevaren van het kapitalisme. We hebben er op gewezen, dat het in het kapita lisme telkens vastloopt, en dat dit niet anders kan. Nu wil men altijd nog maarvasthouden aan deze oude grondslagen, zelfs degenen, die er het meest onder lijnen. Onze strijd gaat tegen deze gronds agen. Wij zeggen telkens weer, dat, als de massa wil, de toe stand dan direct radicaal kan worden ver beterd. Wij kunnen, al wordt de bevolking veel grooter, bij een goed voortbrengings- stelsel, de behoeften bevredigen. Lang zamerhand komen grootere massa's naar ons toe. Maar daarnaast zijn er nog zooveel, die dit niet begrijpen, zooals straks bij de verkie zingen wel weer zal blijken. Maar wij wer ken ook om tijdens dit kapitalisme zooveel mogelijk verbeteringen aan te brengen voor de massa. De sociaal-democratie stelt prac- tische eischen, die te volbrengen zijn, als de groote massa met haar mee optrekt. De maatregelen, die genomen worden voor steun zijn eigenlijk in strijd met het kapitalisme dat ieder voor zich zelf wil laten zorgen. Dit is een erkenning, dat het zoo niet langer gaan kan. De steunregeling komt voor uit de angst, dat de plattelandsbevolking socialist wordt. We komen nu toe inzicht, dat we behooren tot een volksgemeenschap, die moet zorgen, dat we van de rükdommen allen genoeg krijgen om te leven. Maar dit geldt niet alleen tijdens een crisis. Nu komt onze regeering met vervroegde verkiezingen. De werkelijke reden hiervoor is, dat men hoopt door kwesties als die met „De Zeven Provinciën" de bevolking tegen de soc.-dem. te kanten. Hier probeert men weer de groote klachten en grieven van het volk af te leiden. Men kan het tegenwoordige pro ductiestelsel niet meer verdedigen Bij'm allen erkennen, dat het zoo niet langer gaat en velen zien in dat we naar een socialisti sche maatschappij moeten. Maar anderen willen de bevolking van 't socialisme afwen den. Vandaar de bekende roep om de sterke man. Op het oogenblik wordt hetzelfde spel gespeeld als in de Kuiper-periode. Men zal miscschien weer even succes hebben, maar het kan onze beweging nooit tegenhouden. Wanneer we de meerderheid bereiken zullen hangt af van het volk. Nu moet de arbeiders beweging laten zien, dat ze één is tegen de burgerlijken. We moeten nu bij deze toestand onderling niet strijden over kleinigheden. In het verslag van de tooneeluitvoering staat, dat de jury aanwezig was ter beoor deeling van het stuk. De jury moest evenwel het spel der leden beoordeelen, voor de wed- strijden, die de bij de bond aangesloten vereenigingen houden. Woningbouwvereniging tyAlg* meen Belang". De woningbouwvereniging vergaderde Vrijdagavond in „Concordia. Aanwezig met het bestuur 7 leden. Naar aanleiding van de notulen zeide de 171. V anmiddag wilde je ook zoo graag helpen. ,,Welzeker,' zei Jan welgemoed, want hij wistaltijd overal raad op, an ders zou hij Jan Rommelzak niet zijn. „Geef mij maar eens zoo n groote zwab ber en neem er zelf ook een". De ma- geü0oudenht' hij V°°r den gek werd 172. Spoedig kwam hij met het ge« vraagde aandragen. „Ziezoo," zei Jan. „Nu moeten jullie hier een groot zeil spannen, dan zullen we trachten wind in dat zeil te blazen met onze zwabbers". Het was onbegrijpelijk, hoe Jan direct door de njatrozeu werd gehoorzaamd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6