Alkmaarsche Courant. A Radionieuws ÜeuiUeton WILLEM VAN ORANJE Qemewtecadw. Bonnen! Tin en dertigste Jaargang. WOENSDAG 12 APRIL Het mysterie van het diamanten kruis. Mo. 87 1933 4.20 Omroeporkest o.l.v. André. 5.35 Gra mofoonplaten. 7.20 Radio-Symphonieorkest o.l.v. Meulemans. 9.30 Gramofoonmuziek. leesen, 1635 M. 7.20 Concert door Ka merorkest o-l.v. Edwin Lindner. 8.35 Zie Brussel. 338 M.: 9.35 en 10.05 Berichten 10.20—11.20 Concert uit Königsberg ol.v E. Wikken. Donderdag 13 April. Hilversum, 296 M. (Uitsluitend AVRO). 8.Gramofoonplaten. 10.Morgenwij ding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Con cert. J. van Emden, piano en E. Blok, cello. Aan den vleugel Egb. Veen. 11.— Knipcur sus kinderkleeding. 11-30 Vervolg concert. 12.— Ensemble Rentmeester en gramofoon platen. 2.-23O Halfuur voor de vrouw. 2 45 Gramofoonpl. 3.— Naaicursus 3.45 Gramofoonplaten. 4.— Voor zieken en ouden van dagen, door Ant. van Dijk. 4.30 Het Rotterdamseh vocaal kwartet. Aan den vleu gel A. Nederbacht. 5.Verhalen voor groo- tere kinderen door mevr. A. van Dijk 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest Refreinzang: B Scholte. 6.30 Sportpraatje H. Hollander. 7.Verkiezingsredevoeringen. 7.30 Engel- eche les Fred Fry. 8.Vaz Dias. 8.05 Om roeporkest o.l.v. N. Gerharz, m m. v. Mevr H. LeopoldDraper, piano. 8.25 Utrechtsch vrouwenkoor o.l.v. Karin Kwant Törngren. 8 45 Vervolg omroeporkest. 9.15 Het Agui- lar-luitkwartet. 9.30 Orgelconcert P. v. Eg- mond Jr., m. m. v. Hélène Cals, sopraan 10.Omroeporkest. 10.30 Vervolg Aguilar- kwartet. 10.45 Omroeporkest. 11.Vaz Dias. 11.10—12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (8.9.15 en 11.2. KRO, 10.—11.— en 2—11.30 NCRV) 8 915 en 10.Gramofoonplaten. 10.15 Mor gendienst o.l.v. Ds. P. van Vliet. 10 45 en 11.Gramofoonplaten. 11.30 Godsd half uurtje. 12.15 Orkestconcert. 2.Handwerk les. 3.Voor de vrouw. 4.Bijbellezing door Ds. Nawijn, met zang van Mej. C. de Jager. 5.Cellorecital door Bram Hemerik, aan den vleugel D. Gerstel. 5.45 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 6 15 Causerie 6 45 Knipcursus. 7.Verkiezingsredevoe ring. 7.45 Causerie. 8.Uitz. van het Verb van Evang. Commissies der Geref. Kerken in Nederland, uit Rijswijs, m. m. v. Ds. T. J Hagen, Ds. P. Deddens en Ds. W. A. Wier- sing, sprekers en Geref. Evang. Zangkoor o.l.v. H. Dekker en kinderkoor o.l.v. N. de Bruin. 9 30 Vaz Dias. 9 45 Journ. weekover zicht door C. A. CrCayë. 10.15 Gramofoon platen. Daventry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding. 9 50 Tijdsein, berichten. 10.0510.20 Le zing. 11 20 Orgelspel R. Foort. 12.05 Shep- herd's Bush Paviljoen-orkest o.l.v. H. Fryer 1.05 Gramofoonmuziek. 1.35 Western Studio-orkest o.l.v. Thomas. 2.20 Vesper. 3 05 Het Hotel Metropole orkest o.l.v. E. Colombo. 4.05 Orgelspel R New. 4 35 Kin deruur. 5.20 Berichten. 5.50 Corelli's viool sonates door Eda Kersev. 6.10, 6.40 en 6 50 Lezingen. 7.20 „It don mean a thing" revue van Max Kester m. m. v. solisten, revuekoor en Theaterorkest o.l.v. S. Robin- son. 8.20 Berichten en lezing. 8.55 Concert K. Falkner, bariton en Adela Verne, piano 9 50 Korte dienst. 10.05—11 20 BBC-Dans- orkest o.l.v. H. Ha*1. Parijs „Radio-Paris"1724 M. 7.05 Gra mofoonplaten. 11.50 Orkestconcert. 5.50 Gramofoonplaten. t.40 Orkestconcert. 7.20 „De cycloon", spel van SomersetVaughan. 9 20 Gramofoonplaten. Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.20 C. Rydahl's orkest. 1.1.30 Gramofoonplaten. 1.503.50 Orkest- en koorconcert o.l.v. Hans 1. Larsen. 7 20 „Peer Gynt", drama tisch gedicht van Ibsen, met muziek van Grieg. Dirigent: Emil Reesen. Langenberg473 M. 6.25 en 10 40 Gra mofoonplaten. 11.20 Concert o.l.v. Kloss 12.20 Concert o.l.v. Eysoldt. 1.50 Gramo foonplaten. 3 55 Concert door het Klein- orkest. 6.20 „Deutsche Passion 1933" hoor spel van Euringer. 7.20 „Ein deutsches Re quiem", van Brahms, m. m. v. Weragorkest o.l.v. Buschkötter. 8.35 Zie Brussel 338 M Rome, 441 M. 8.05 Vocaal symphoniecon- cert o.l.v. G. Mulè m. m. v. orkest, koor en orgel. Brussel, 508 en 338 M. 338 M.t 11.20 Gramofoonplaten. 12.30 Omroepkleinorkest o l.v Leemans. 4.20 Uitzending v. h. Heilig Uur o.l.v. E. P. Lammertyn. 7.20 Oude kerk muziek van Vlaamsche Meesters. Het Dom koor van Aken o.l.v. Rechmann. L. Pütz, orgel en W. Esser, bas. 8.35 Gramofoonpl 9.30 Fragm. uit „Parsifal", Wagner (gra mofoonplaten. 508 M.: 11.20 Omroepklein orkest o.l.v. Leemans. 12.30 Gramofoonpl door Prof. dr. H. T. COLENBRANDER. «it het Engeisch van Chester K. S. Steele door A. W v. E.—v. R. !3 S"^s 'k haar het laatst ge- aar lh ben gekomen om over Iets anders te spreken." „Dat begrijp ik. Deze afschuwelijke zaak! Maar zi, gelooft nog steeds in mij, niet waar? vroeg hij gretig. I „Evengoed als ik". Goddank! Ik weet niet, wat ik zou doen als zi, zich van nu, a keerde! Ik zou niet langer kunnen leven! „Kom, Kom! Wordt nu maar niet senti menteel! „Ik kan er niets aan doen, kolonel, maar zoolang Amy gelooft, dat ik deze afschu welijke misdaad niet begaan heb en God weet, dat ik het niet gedaan heb en zoo lang zij in mij gelooft, kan ik het uithouden Misschien duurt het niet lang meer!" „Nu, het heeft geen nut, je met valsche hoop te vleien, Darcy. Je zult hier w.ar schijnlijk den heelen zomer blijven!" „Daar geef ik niet om, als mijn onschuld op het laatst maar wordt bewezen." „Ik hoop, dat we dit in orde kunnen brengenl" Terwijl de Nederlanden in bleeke vertwij- ëling het schrikbewind van Alva onder gaan, acht Oranje het zijn taak, hen op te wekken tot zelfbevrijding. Hij zal hun daar toe gelegenheid geven door een gewapenden inval waarbij zij zich kunnen aansluiten. Met welk doel? Los van Philips is niet de leus, maar los van inquisitie en Spaan- sche legerbenden. Philips zal in de Nederlan den niet dan in overeenstemming met den N'ederlandschen volkswensch en met gebruik making van hem door de Nederlanden ter beschikking gestelde midden mogen regeeren. Pro Lege Rege, Grege: beide de ko ning en het volk zijn aan een wet onderwor pen, waarvan de inachtneming door het volk aan den koning mag worden opgelegd. Dank zij het inzetten der ruime eigen mid delen, steun van verwanten, bijdragen der Nederlandsche uitgewekenen, is het moge lijk, althans voor eenigen tijd, grooter krijgs macht bijeen te brengen dan waarover Alva beschikt. Mocht de eerste ontmoeting een overwinning zijn, het volk zal den bevrijder tegemoet snellen en hem gaarne de geldmid delen tot het bijeenhouden zijner macht ver schaffen. Maar Alva heeft zich door de strafoefe ning van Brussel den rug gedekt. Niemand die zich roeren zal eer de wapenen hebben gesproken, en door een treffen te ontwijken kan Alva ze doen zwijgen. Het centrum des lands gedekt houdende, dringt de bekwame veldheer het over de Maas binnengevallen weldra muitende prinsenleger naar Henegou wen weg; het moet zich op Fransch gebied begeven. Zal Oranje zijn zaak nu met die der Huge noten vereenzelvigen, die, bezuiden de Loire, tegen de Fransche koningstroepen te wapen staan? De toestand van zijn leger verhindert aan een marsch dwars door Frankrijk ter vereeniging met Condé en Coligny ook maar te denken. Catharina de Medici, die, door de Hugenoten geoccupeerd, geen troepen be schikbaar heeft om Oranje te ontwapenen, opent onderhandelingen; zij schrijft hem een marschroute over de Moezel voor, en voor ziet hem van geld en levensmiddelen om deze te kunnen volgen. Op 1200 ruiters na dankt hij te Straatsburg zijn troepen af; dien rui tertroep houdt hij bijeen, om, met eigen ge volg, deel te kunnen nemen aan de expeditie van Wolfgang, hertog van Tweebruggen, die in den Elzas een hulpleger voor rekening van Condé en Coligny bijeenbrengt; in den zomer van 1569 verschijnt Oranje in het kamp der Hugenoten. Hij legt verband tusschen zijn staatkundig doel en het hunne, maar beide blijven onderscheiden. Vóór den slag bij Montcontour (3 October 1569) verlaat hij, in overleg met Coligny, het Hugenotenleger om te Dillenburg een nieuwen aanslag op de Nederlanden te gaan voorbereiden, waartoe de natie, naar men hoopt, thans krachtiger dan in 1568 zal willen medewerken, nu zij door de bedreiging met den tienden penning tot het uiterste schijnt gebracht. Lodewijk van Nassau wordt in Frankrijk achtergela ten om de Nederlandsche belangen bij Co ligny te blijven vertegenwoordigen en te La Rochelle de betrekking in stand te houden met de wilde watergeuzen, door den Prins daar aangeknoopt. Het slot Dillenburg waar Prins Willem werd geboren. Het is bij de maatregelen tot voorbereiding van een in 1570 te ondernemen tweeden aan slag, dat men voor het eerst een bijzondere verstandhouding van Oranje tot Holland waarneemt. Hij was sedert 1559 stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht geweest en zijn optreden in 1566, hoewel niet in het bij zonder op Holland berekend, had daar meer dan elders begrip en instemming gevonden. „U gelooft dus in me, kolonel?" „Natuurlijk, anders zou ik me niet met jou zaak inlaten! Luister nu even! Ik wil je een paar vragen stellen. Beantwoord ze zoo kort als je kunt! Ik zal je hier zoo gauw mogelijk uithalen. Als ik niet zoo traag was geweest als een karper, had ik den rechten man hier in jouw plaats kun nen hebben!" „Wat bedoelt U, kolonel?" „Hè? Wat is er? Zei ik iets? En de detective scheen uit een droom te ontwaken, want hij had zijn laatste opmer king zacht voor zich heen gemaakt. „U sprak over een karper de rechte man „O, ik dacht juist aan iets uit Walton. Let er maar niet op! Het is een slechte ge woonte, die ik in den laatsten tijd heb aan genomen, om hardop te denken. Nu ter zake!" en de kolonel haalde eenige papie ren uit zijn zak. Darcy keek zijn nieuwen vriend ver baasd aan. De kolonel had net gesproken alsof hij eens de kans had gehad, den „rechten man" te pakken te krijgen. Be doelde hij daarmee den werkelijken moor denaar? Darcy schudde het hoofd. Hij vreesde, dat zijn zenuwen hem de baas begonnen te worden. „Ken je Aaron Grafton?" vroeg de kolo nel. „Ja zeker!" antwoordde Darcy, „ieder een in de stad kent hem als een van de vooraanstaande kooplieden.'" In Januari 1570 begeeft zich, in diep geheim, de pensionaris van Leiden, Paulus Buys, van Brussel naar Arnstadt (waar zich de Prins dan bevindt) om hem van Hollands beleid in den strijd tegen den tienden penning verslag uit te brengen. Oranje verklaart zich tot hulp bereid, mits men hem geld ver schafte: zijn eigen middelen zijn opgeteerd Agenten worden aangesteld om het geld bij- „Is hij den dag, dat mrs. Darcy gedood werd, in den winkel geweest?" „Dat weet ik niet meer! Er is zooveel gebeurd er waren zooveel menschen!" „Toch als ik er aan terugdenk her inner ik me niet, hem gezien te hebben.' „Prachtig! Heeft hij ooit zaken met je ge daan ik bedoel, of hij ooit iets gekocht heeft?" „Ja zeker, dat zal hij wel gedaan hebben! Bijna iedereen, die iets te beteekenen heeft in Colchester, heeft wel eens inkoopen in onzen winkel gedaan de een meer, de ander minder. Toch herinner ik me geen bijzonderen aankoop van Grafton." „Heeft hij wel eens zijn horloge laten repareeren?" „Ik geloof, dat ik het mij wel zou herin neren, als ik zijn horloge had nagezien Maar ik weet zeker, dat ik het niet gedaan heb. Hij heeft een heel mooi horloge: dat weet ik, omdat ik hem voor de étalage heb zien staan, om het met onzen klok gelijk te zetten." „Juist! Niets anders. Kun je op een andere manier verklaren, dat zooveel klok ken in den winkel, die toch gewoonlijk ver scheidene dagen loopen, op verschillende uren zijn blijven staan in den nacht van den moord? Hoe zit dat?" Darcy zweeg een oogenblik, waarover de kolonel zich eenigszins verbaasde! Toen antwoordde hij langzaam: „Neen, dat kan ik niet verklaren. Ik weet niet, hoe dat kwam!" .Wel, dan zal ik dat alleen moeten uit een te brengen. Men zegt het toe, als de Prins te velde zal zijn verschenen, maar juist om te velde te kunnen verschijnen had hij het vooraf noodig; zoo kwam men niet verder. Een gunstige omstandigheid scheen de vrede, die 8 Augustus 1570 tot stand kwam tusschen de Fransche regeering en de Huge noten. Na elkander bijna tien jaren lang, met tusschenpoozen van bestand, fel bestre den te hebben, scheen thans in Frankrijk katholiek en protestant tot de overgeleverde staatkunde van vijandschap tegen het huis Habsburg terug te keeren. Oorlog tegen Phi lips II scheen thans ook in schatting van Catharina de Medici, het aangewezen middel om de Franschen weder om den troon te ver eenigen; reeds legerde Alva, op alle moge lijkheden verdacht, zijn meeste krijgsvolk aan de Zuidelijke grenzen. In het Noorden hadden slechts Utrecht en Deventer noemens waardige bezetting in. In deze omstandighe den heeft Oranje de mogelijkheid overwogen van een aanval te water op Holland's Noor derkwartier en den Maasmond; om, in ge val van slagen, deze beide districten ook van de landzijde te kunnen bereiken, zou men Kampen en Loevestein zien te verrassen. Aan de uitvoering heeft alles ontbroken daar het jeld niet in voldoende mate te voorschijn iwam: niet meer dan 1000 ruiters kon de Prins in wachtgeld nemen en eenig voetvolk er bij. De watergeuzen bleken zoo onbere kenbaar als zij het van den beginne af ge weest waren. Bartel Entes landde op Ame land, Ruychaver liep het Vlie binnen; ande ren ankerden onder Tessel en ieder kaapte wat hij kon, maar tot een geordenden aanval kwam het niet. Van de lieden die in het bin nenland zouden ageeren hield alleen Herman de Ruyter woord, die 9 December 1570 Loe vestein verraste, maar het niet houden kon. Behalve Catharina de Medici, was ook Elisabeth van Engeland in de Europeesche politiek een factor van beteekenis. Haar aan sluiting bij een verbond tegen Philips zou kunnen voorkomen, dat Oranje in de nood zaak werd gebracht, de Nederlandsche be langen, althans tijdelijk, aan de Fransche al te eng te verzwageren. Elisabeth's gezant in Frankrijk, Walsingham, was een groot voor stander van een gemeen verbond tegen Span je, doch de koningin zelve, die de Nederlan den liever in Spaansche dan in Fransch» handen zag, wenschte aan zoodanig verbond in geen geval een aanvallend karakter te ge* ven. Trouwens de overwinning der katholie- ke liga (Philips, de Paus en Venetië) op de Turken bij Lepanto, 7 October 1571, maakte zoowel Catharina als Elisabeth tot een breuk met Spanje minder geneigd. Om Alva haaf goeden wil te toonen-gaf Elisabeth 1 Maart 1572 aan diens verzoek gehoor, de watergeu- zen haar havens te ontzeggen. Lumey, die hierop zee koos, had het aanvankelijk op den Briel niet gemunt. Hij wilde een aanval on« dernemen op schepen die in het Texelsche zeegat lagen ;tegenwind dreef hem, oen hij reeds tot voor Egmond gekomen was, den kant naar den Maasmond op, waar ook schepen op zeilwind lagen te wachten, die toen zij Lumey in het zicht kregen de Maas hooger opliepen tot voor Rotterdam. Om niet zonder buit uit te gaan werd 1 April 1572 het onbeschermde den Briel genomen op een vroeger tijdstip dan met 's Prinsen plannen strookte. Die plannen, vastgesteld in overleg met Coligny, omvatten een aanval uit Ehiitsch- land van de landzijde, waartoe Oranje zich met geldelijke ondersteuning uit Frankrijk toerustte en welke zou losbreken na een Fransche expeditie, die Alva aan de Zuid grens kluisteren moest. Decideerde eindelijk Karei IX zich, dan zou die laatste aanval door Fransche koningstroepen worden on dernomen; zoo niet, dan door Hugenoten. Inderdaad verraste 23 Mei 1572 La Noeue Valenciennes en 24 Mei Lodewijk van Nas sau Bergen. Alva moest Holland en Zeeland uit het oog laten, die nu gelegenheid kregen hun opstand te voltooien. Oranje, in Augus tus binnengerukt, mocht er niet in slagen Bergen te ontzetten en terwijl de St. Bartho- lomeusnacht (24 Augustus) alle hoop op ver dere ondersteuning door Frankrijk vernietig de, bleef den Prins niets over dan zich naar Holland en Zeeland te begeven, die zijn vaan hadden opgestoken en waarbinnen hij gun stiger toekomst afwachten kon, met eenige, naar het hem toen voorkwam geringe kans. „Je maintiendrai les affaires par delè tout que possible sera, ayant délibéré de faire ülecq ma sépulture", BERGEN. I>e raad kwam gistermiddag ten tweeden male in dit jaar bijeen, onder voorzitter schap van den burgemeester mr. H. D. A. van Reenen. Afwezig was dr. Hemelrijk met kennisgeving. De heer V o t e klaagde over late ont vangst der agenda; pas Vrijdag was zij dezen keer in zijn bezit geweest. Spr. vroeg een week van te voren de stukken te mogen ontvangen. De voorzitter wees erop, dat de wet telijke termijn drie maal 24 uur is. Deze agen da is zeer eenvoudig en behoeft geen studie vooraf. of visschen, vermoed ik. Ik dacht, dat jij een of andere verklaring zou hebben, daar jij verstand hebt van uurwerken. Je weet toch, dat de meeste klokken werkelijk stil stonden of liever, allemaal, behalve het horloge in de hand van je nicht?" „Ja, dat heb ik toen gemerkt. Het hor loge liep!" „Dat heb je mij verteld je dacht, dat het 't kloppen van haar hart was." „O, was dat maar inderdaad het geval ge weest!" riep Darcy op wanhopigen toon. „Dan zat ik hier nu niet! Maar het is nu te laat, om daarover te denken!" „Weet je toevallig, wat er met dat hor loge gebeurd is? Het was van een Indiër." „Ja, van Singa Phut. Ik moest het voor hem nakijken en hij zou het vroeg komen halen. Het was maar een kleinigheid, het kleine veertje was losgeraakt, denk ik, en het horloge liep heel vlug. Ik was van plan het den avond tevoren te doen, maar het licht was te zwak. Dus besloot ik er vroeg voor op te staan, maar ik kreeg de gelegen heid niet meer. Neen, ik herinner me niet, wat er met het horloge gebeurd is. Ik ver onderstel, dat de detectives het hebben „De officier van justitie nam het in be slag, maar nu heeft Singa Phut het. „Hij!" riep Darcy. „Ja, hij kwam aan het gerechtshof en verzocht, dat het hem zou worden gegeven. Hij zei, dat het een oud uurwerk was, dat al heel lang in zijn bezit was geweest. En daar het niet in verband kon staan met de misdaad, gaven ze het hem.' De heer Den Das was het eens met den heer Voute. Het is moeilijk zoo'n korten tijd van te voren nog overleg te plegen met partijgenooten. De voorzitter had1 de vergadering uit geschreven vóór Paschen, omdat hij mede- deeling had ontvangen van afwezigheid van meerdere leden in de volgende week. De heer Zeiler vond den tijd buitenge woon kort. Meerdere leden voerden nog het woord over de kwestie, totdat de voorzitter toezegde rekening te zullen houden met de bemerking. De notulen werden goedgekeurd, nadat de voorzitter had medegedeeld, dat nog geen antwoord is ontvangen op den brief omtrent het hek in de duinen. „Dat zal wel zoo geweest zijn. Neen, Singa Phut heeft niets met den moord te maken gehad, daar ben ik zeker van!" „En zijn alibi is geheel in orde", zeide de kolonel. „Ik geloof, dat je mij nu alles verteld hebt, wat ik weten wilde. Je hebt toch geen enkele reden iemand te verdenken, Darcy?" „Geen sterveling! God weet, dat ik ook niet graag iemand zou verdenken, al zou ik hier ook nog zoo graag uit willen komen!" „Had mrs. Darcy geen vijanden?" „Niet dat ik weet. Zij was een lieve vrouw. Zij moest natuurlijk ook wel vrien delijk zijn in het belang van de zaak. Neen, zij had geen vijanden. De meeste men schen hielden van haar." „Dat heb ik ook gehoord. Nu, we zullen wel achter de waarheid komen! Houd je goed!" f „Ik zal het probeeren, kolonel!" „Probeer het wat beter. Als ik miss Mason spreek „Gaat u Amy opzoeken!" riep de gevan gene vol vuur. „Ja, maar als ik haar moet vertellen, dat jij er uit zag, alsof je den laatsten vriend in de wereld had verloren „In orde, kolonel Zeg haar, dat u mij zag lachen!" en Darcy slaagde er in iets te voorschijn te roepen, dat voor een lach kon doorgaan. Het was tenminste een poging. „Goed, dat is al beter! Hoewel nog voor verbetering vatbaar!" zeide de detective .(Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5