DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. MOTORRACES te Alkmaar. 17 apr,l 1933 W. M. H. Pels en Zoon Alkmaar. A II 2en PAASCHDAG No. 90 Zaterdag 15 April 1933 135e Jaargang Zelfs de Katholieke fractie wil er niet toe medewerken, dat de zusters van het Stadsziekenhuis naar den kelder gaan. Eigenaren van een „Monument" zullen hun gerechte straf niet ontloopen. In den Stedelijken Muziektuin mogen alleen fatsoenlijke liedjes worden gezongen. DE Wat vandaag de aandacht treki...} AARSCHE Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. tranco door het geheele Rijk 2.50. losse nummers S cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Het komt meer voor, dat een eerzaam kaashandelaar niet uitsluitend over vetge halte en ccntingenteeringsmaatregelen denkt, maar dat hij, naast zijn zakelijke beslomme ringen, nog den tijd vindt om de vonk van het genie, die hij in zijn borst voelt gloeien tot een uitslaanden brand aan te blazen Wij kennen een kaashandelaar, die in zijn vrijen tijd een zeer verdienstelijk declamator is en wij kennen er nog een, die een ster on der onze hcdendaagsche acteurs zou gewor den zijn als het beroep van zijn vader het niet wenschelijk had gemaakt, dat hij zich meer op de planken van zijn pakhuis dan op die van het tooneel zou vertoonen. Men begrijpt natuurlijk wel, dat wij hier mee den heer Vok Keijsper op het oog heb ben, die niet alleen kaashandelaar en artist is, maar tevens een zeer actief raadslid, met welke combinatie van zakelijke, artistieke en politieke eigenschappen toch zeker wel be wezen is, dat hij een zeer veelzijdig man is. Het bloed-kruipt waar het niet gaan kan en als de heer Keijsper, zwartgejast en sti eepgebroekt, deftig in het gestoelte der eere zetelt, komt hij telkens weer in de ver leiding tooneel te gaan spelen Vondel, Shakespeare of Multatuii staan op des heeren Keijspers wenken altijd gereed om zijn woorden met citaten uit hun meesterwer ken te onderstreepen en een jarenlange roem volle loopbaan op het dilettantentooneel heeft de redevoeringen van dezen volksver tegenwoordiger een intonatie gegeven waar aan men onmiddellijk den geboren acteur herkent. Ja, zelfs spreekt de heer Keijsper bij voorkeur in tooneeltermen en als hij de ge schiedenis van het Stadsziekenhuis nagaat, verdeelt hij die niet in perioden maar in tafreelen. hij noemt het optreden van B. en W. een drama der vergissingen en hij vangt zijn redevoeringen gewoonlijk met een zoo somber geluid aan, dat het onwillekeurig aan de declamatie van een treurspel doet denken. Maar ziet. het drama blijft geen drama, de toon wordt minder somber, de traan wordt tot een glimlach en als het doek valt hebben de toeschouwers hartelijk gelachen en de her innering aan een klucht of een blijspel be- b ou den. De heer Keijsper is het met B. en W. on eens, hij kan zich met hun voorstel niet ver eenigen en als de raadsleden hem niet beter kenden, zouden zij werkelijk denken, dat het waar was. Maar weldra wordt een ander ge luid gehoord. De heer Keijsper kan zich im mers vergist hebben en hij stelt vragen aan het college, die hij gaarne beantwoord wil zien alvorens zijn definitieve meening te doen kennen. Dat ziet er al weer een beetje hoopvoller uit en als B. en W. dan de vra gen beantwoord hebben zooals de heer Keijs per en iedereen kon verwachten, dat ze be antwoord zouden worden, dan is de heer Keijsper voldaan. Het drama is tot een blij spel geworden en de heer Keijsper juicht het voorstel toe en kan het College zijn vollen steun geven. Het is nooit anders geweest en ook in de laatste raadszitting heeft niemand maar een oogenbhk verwacht, dat de heer Keijsper •e£m de noodzakelijk geoordeelde uitbreiding n he Centraal Ziekenhuis zou stemmen. Wat evenwel niet wegnam, dat deze afge- 10 het tiegin een zeer somber ge luid .iet hooren Het ziekenhuis was een bo- demlooze put. het had altijd meer geld ge kost dan men verwacht en voorspeld had en het was nooit voltooid want telkens kwam de Raad weer voor nieuwe verrassingen als het verbouwd of vergroot meest worden. Nu was het zusterhuis weer te klein en nderdaad, als men naging dat een twintig tal zusters in een houten barak sliepen waar het zomers zoo heet was, dat de zusters mei haar bedden naar den kelder moSn ver huizen, dan was er wel wat voor te zeggen daarin verbetering te brengen. Maar B en W. wilden nu die zusters weer naar de ver bouwde zenuwafdeeling overbrengen en dan een nieuw en grooter zenuwpaviljoen bou wen en dat was nu juist het groote struikel blok waardoor de heer Keijsper eerst nog wel eens de vertegenwoordigers van ander bevolkingsgroepen wilde hooren alvorens hij er zijn stem aan zou kunnen geven. De zenuwafdeeling was te klein geworden en er konden geen mannen in opgenomen worden. Maar er was toch een afspraak dat er heelemaal geen zenuwafdeeling aan het ziekenhuis zou komen en bovendien, als de patiënten hier niet terecht konden, dan be hoefden zij zich slechts aan te melden aan het Sint Elisabeth-gesticht of aan het Sint Willibrordusgesticht om met open armen ontvangen te worden. Daar was nog plaats voor hen en nu kon men wel zeggen, dat iedere patiënt recht op verpleging in een zie kenhuis naar eigen geloofsovertuiging moet hebben, maar het was nu zeker niet de tijd met dergelijke principe-kwesties rekening te houden. Het ziekenhuis kostte schatten gelds en het werd elk jaar duurder en met de beide katholieke wethouders zou spreker nu wel eens willen weten of het nu eindelijk eens uit zou zijn. Aan alles komt een eind, ook aan den gemeenschapszin van de katholieke fractie, en daarom zou. alvorens hij zijn stem zou be palen, de heer Keijsper van de vertegenwoor digers der andere volksgroepen de pertinente verklaring willen hebben, dat zij dezen ver bouw noodzakelijk achten. Het zou verrassend geweest zijn of mis schien zou het dat ook niet geweest -zijn te hooren of de heer Keijsper vóór of tegen gestemd had als zijn beroep op de welspre kendheid der andere fracties eens niet beant woord was geworden en het leek er een oogenblik werkelijk naar dat geen enkel raadslid na deze oratie nog iets in het midden zou brengen. Maar ook aan deii sociaal-democratischen kant kruipt het blced waar het niet gaan kan en de heer Bakker kon niet nalaten er ncgmaals cp te wijzen, dat men van katholie ke zijde zeker begrijpen moet, dat er zieken zijn die niet verpleegd willen worden in een inrichting, die, hoe goed zij ook zijn mag, het stempel van een bepaalde geloofsovertuiging draagt. Inderdaad wat zou de heer Keijsper er wel van zeggen als er voor een groep katholieke kinderen een nieuwe school aangevraagd was en B. en W. met de mededeeling kwa men, dat er voor al deze kinderen naar bere kening nog plaats genoeg op de openbare school was, zoodat de ouders in dezen duren tijd maar niet aan hun principe moesten den ken. Hcevele kostbare bijzondere scholen zijn er door al die principe-kwesties niet door de gemeente betaald en hoe vanzelfsprekend is het dan ook, dat een neutraal stadszie kenhuis, dat te klein wordt door de gemeente verbouwd en verbeterd moet worden. Het aantal patiënten dat vroeger door de katholieke fractie op 75 j>er dag geschat werd is thans tot 125 gegroeid. Door de ver meerdering der patiënten zijn er meer zusters gekomen en eveneens door een werktijdenbe sluit waarbij men de arbeidstijd der zusters noodgedwongen heeft moeten beperken. Die zusters slapen nu reeds in het kinderzieken huis, in een houten paviljoen en men heeft nog een aantal moeten „uitbesteden", wat ze ker niet in het belang van den dienst is. De burgemeester heeft dat alles uitvoerig uiteen gezet en wethouder Westerhof heeft er op gewezen, dat de kapitalen door den heer Keijsper als gemeentelijke subsidie ge noemd voor vijftig procent voor de verple ging van stadspatiënten bestemd zijn, kos ten, die vroeger op het armbestuur en thans op het ziekenhuis drukken, maar waarvan de helft toch ook weer bestemd is voor de katho lieke ziekenhuizen waar de niet-protestant- sche stadspatiënten verpleegd worden. Naar mate het stadsziekenhuis zich uitbreidt wcr den de kosten hooger, maar men drukt die zooveel mogelijk door slechts hen toe te la ten voor wie ziekenhuisverpleging inderdaad noodzakelijk is en van wie verwacht mag worden, dat zij in het gebouw geen stam gasten of beter gezegd geen lig-gasten zul len worden. Daarbij komt, dat men de on dersteunden thans verplicht zich tegen zie kenhuisverpleging te verzekeren, wat de ge meente een besparing van vele duizenden guldens geeft. De voorzitters der diverse fracties hebben de noodzakelijkheid van den verbouw daarna nog eens in het licht gesteld en de burge meester heeft natuurlijk moeten erkennen, dat bij niet de garantie kon geven, dat in de toe komst geen meerdere gelden voor het zieken huis gevraagd zullen worden. Elke groeiende instelling zal op den duur kapitaal noodig hebben en het ziet er niet naar uit dat het ziekenhuis in de eerstvolgende jaren over- j DC7OP|/T bodig zal blijken. D"VtlX 1 Wat de door den heer Keijsper gevoerden klassestrijd betreft dat wil zeggen, diens critiek op de gelden welke de gemeente bij de klasseverpleging toelegt de burgemeester had geen behoefte daarover nader met dezen afgevaardigde te debateeren en als er dus nog iets over gezegd zal worden, zal dat van den kant van den heer Keijsper en niet van de zijde van den burgemeester moeten komen. Het was alles even duidelijk als het al was nog vóór de heer Keijsper zijn waarschuwen de stem had laten hooren en er was ook nie mand, die er zich over verwonderde, dat deze, mede namens zijn fractiegenooten, verklaar de, dat hem nu gebleken was, dat de uitbrei ding door andere volksgroepen gewenscht wordt en de katholieken er dus uit louter ge meenschapszin hun stem aan zouden geven. Met algemeene stemmen werd het voorstel van B. en W. ten slotte aangenomen en men kan alleen den verloren tijd betreuren, die er noodeloos aan deze debatten gewijd is. I Veel interessanter was eigenlijk het debat over de vaststelling van een zoogenaamde Mcnumentenverorcfening. Een twintigtal gemeenten in ons land heeft tegenwoordig een Monumentenverordening en omdat er hier ter stede op oud-architecto nisch gebied heel wat moois is, kan niet an ders aan toegejuichd worden, dat B. en W. in een dergelijke verordening willen vastleg gen, dat het den eigenaren van als monumen ten gekenmerkte gebouwen niet vrij staat daarover naar believen te beschikken. Wanneer b.v. het bestuur van de jeugdher bergen de Diaconie koopt zal het geen toe stemming verkrijgen het gebouw geheel of gedeeltelijk af te breken en door nieuwbouw te vervangen en dat alles is heel begrijpelijk en valt buitengewoon te waardeeren. maar zoowel mr. Langeveld als de heer Sietsma hebben er op gewézen, dat het bij dat alles toch niet meer dan billijk zou zijn de eigena ren van de zoogenaamde mooie of historische panden schadeloos testellen als zij door deze verordening financieel gedupeerd dreigen te worden. Het wonen in een „monument'' is niet al tijd een onverdeeld genoegen en het bestuur der Openbare Leeszaal b.v., dat, ondanks het nijpend plaatsgebrek, geen kast in de breede gang mag plaatsen en zelfs geen bordjes op de deuren en den gevel mag han gen, gevoelt ook zonder monumentenveror dening al, dat het in zijn vrijheid beperkt wordt. Hier geldt het nog een pand, dat men van de gemeente gehuurd heeft en waar men de eischen van de eigenaresse dus slechts te eerbiedigen heeft, maar er zijn heel wat eigenaren van huizen met mooie geveltjes, die dat gebouwtje met hun eigen geld be taald hebben en heel wat anderen die er hypotheek op hebben gegeven en wier. voortaan belet zal worden daarover naar eigen inzicht te beschikken. Geen winkelier zal een huis willen koo- pen, dat bij den verbouw zoo gespaard moet worden, dat het ongeschikt voor zijn bedrijf is en niemand zal zijn geld steken in een gebouw, dat nooit gesloopt mag worden, al zou, door de plaats waar het staat, de waar de van den grond die van het gebouw ook verre overtreffen. In een dergelijk geval, heeft mr. Lange veld gezegd, moet er mogelijkheid van scha devergoeding zijn en de heer Sietsma heeft het nog sterker uitgedrukt en van een „recht" op schadevergoeding gesproken. Wij zijn het met den heer Westerhof eens, dat dit een zeer netelig vraagstuk is, niet alleen omdat de gemeente daardoor in de toekomst voor leelijke financieele verrassin gen kan komen, maar ook omdat het bij een handig in elkaar gezette transactie zeer wel mogelijk is, dat schadevergoeding geëischt wordt zonder dat daarvoor eigenlijk aanlei ding bestaat Hier schuilt een zoo groot gevaar, dat wij wanneer het niet ondervangen kan worden zeer veel gevoelen voor de verklaring van den heer Vogelaar, die nog liever geen Monumentenverordening heeft dan eene waarbij van schadevergoeding wordt ge sproken. De gemeente heeft door haar bouw verordening voldoende macht om werkelijke monumenten zooveel mogelijk voor het na geslacht te bewaren en in het verleden is voldoende gebleken, dat eigenaren van ar chitectonisch mooie panden in den regel wel bereid zijn er toe mede te werken, het uiter lijk daarvan zooveel mogelijk te sparen Minder of liever in het geheel niets gevoelen wij voor het standpunt van den burgemeester en van de heeren sociaal democraten, die het oud-stedenschoon uit sluitend ten koste van de tegenwoordige be zitters in stand willen houden Een mooi pand, zegt de burgemeester, moet behouden blijven en de eigenaar heeft geen enkel recht daarvoor eenige tegemoet koming van de gemeente te verlangen. Maar waarom, als dat zoo is. betaalt de gemeente dan elk jaar nog 500 aan de erfgenamen van wijlen den heer C. Piet als bijdrage in het onderhoud van den bekenden molen? Wij Aanvang hall Iwee. „demaria" V.Y.V. hebben geen enkele verplichting de erfge-regelt. namen van den heer Piet te subsidieeren en het geld wordt dan ook uitsluitend gegeven op voorwaarde, dat de mooie molen niet bui ten werking gesteld en afgebroken zal wor- dn. Komt deze Monumentenverordening tot stand, kan men dus op alle bouwwerken, die men behouden wil, een verbouw- of afbraak verbod ten koste van de eigenaren leggen, dan is ook deze subsidie als uitzonaering niet meer bestaanbaar en de tegenwoordige eigenaren zouden zich zeer terecht kunnen beklagen, dat zij er min of meer ingeloopen waren. De burgemeester heeft ter staving van zijn betoog, op de macht van den Raad ge wezen om b.v. een bepaalde stadswijk droog te leggen. Iemand die een huis bezit, dat heel goed tot café om te bouwen is, zou zich daardoor gedupeerd kunnen voelen en toch kan hij geen recht op schadevergoeding laten gelden. Dat is volkomen juist, maar dat huis is nog geen café en niemand behoeft den eige naar voor het ineenstorten van zijn luchi- kasteelen te betalen. Kijk naar de Hinderwet, heeft de burge meester gezegd. Er was een onderneming, die omwonenden hinderde en wij zouden ze ten koste van den eigenaar stop gezet heb ben, als daarin geen verbetering was geko men. Maar is ook dit geval met de schadever goeding in een Monumenten verordening t-: vergelijken? Als een dronken man op straat zijn medemenschen hindert, grijpt de politie in en bergt hem op, maar als diezelfde man hetzelfde aantal borreltjes op zijn eigen kamer drinkt, valt niemand hem lastig en laat men hem ongemoeid dronken naar bed gaan, omdat hij dan alleen zich zelf en niet anderen hindert. Er is een groot verschil tusschen een man, die hinderlijk is en een man die geen vlieg kwaad doet en alleen maar in de ongeluk kige omstandigheid verkeert, dat hij de eige naar van een „monument" is. Stel, dat een verzamelaar van boeken, van postzegels of van wat anders een kostbare collectie bijeen heeft gekregen en dat er op een goeden dag een ambtenaar bij hem binnen stapt en zegt: je hebt daar nu zoo'n mooie collectie, dat het jammer zou zijn als ze voor de gemeenschap verloren ging en daarom hebben B. en W. vastge steld, dat je er zonder hun goedkeuring niets aan mag veranderen niets meer van mag verkoopen. Zou er één eigenaar zijn, die deze belem mering van het vrije gebruik van zijn eigen dom zonder schadevergoeding zou acceptee ren? Maar waarom zou men dan wel gerech tigd zijn, diezelfde ambtenaar naar den eigenaar van een mooi pand te zenden, hem te vertellen, dat verbouw of afbraak van zijn pand het stadsschoon zou schaden en hem dus de vrije beschikking over zijn eigendom zonder schadevergoeding ontnemen. Als jullie, zou die eigenaar zeggen, mijn huis uit een oogpunt van stedenschoon on geschonden voor de gemeenschap wilt be waren, dan kun je het van mij koopen, want niemand kan verlangen dat ik de bevredi ging van de aesthetische gevoelsn van mijn medeburgers voor mijn particuliere rekening zal nemen. Wanneer een winkelier aan het Payglop zijn winkel wil verbouwen, moet hij die ach teruit plaatsen en den vrijkomenden grond aan de gemeente afstaan. Waarom moet die winkelier de kosten dragen van een maat regel, die niet in zijn belang, maar uitslui tend in het belang der gemeente is? Bij onteigening ten algemeenen nutte wordt het onteigende ten volle vergoed, maar bij een Monumentenverordening, die in wezen toch eigenlijk een gedeeltelijke onteige ning beoogt, wenscht de gemeente geen cent te betalen. Daarin schuilt een onbillijkheid en wij kunnen ons begrijpen, dat mr. Lan geveld en de heer Sietsma daarop in den Raad hebben gewezen en dat daarna ook de katholieken er orijs op stelden de verorde ning nog eens in de desbetreffende commis sie te bekijken. In geen der twintig bestaande verordenin gen is het recht op schadevergoeding opge nomen, heeft de heer Westerhof uitgeroe pen, maar als wij die twintig verordeningen eens met elkaar vergelijken, zou het wel eens kunnen blijken, dat zij alle van elkaar wa ren overgeschreven. Heeft Alkmaar behoefte aan een Monu mentenverordening, laat men daarin dan het recht van schadevergoeding erkennen, heeft Alkmaar die behoefte niet en men heeft er nog altijd buiten gekund laat men ze dan niet in het leven roepen en wachten tot het Rijk zelf deze materie PASCHEN. DE ALKMAARSCHE COURANT ZAL MAANDAG 17 APRIL (2en Paaschdag) NIET VERSCHIJNEN. DE DIRECTIE. Wandelpad naar Bergen aan Zee gereed. (Stad en omgeving.) Het Vickers-proces in Rusland. (Dag. Overzicht.) Ongelukken bij de Fransche lucht vaart. (Luchtvaart.) Een Duitsch urotest tegen do de batten in het Engelsche Lagerhuis. (Buitenland). De Alkmaarsche motorraces. (Sport- en Wedstrijden). Uitzending V.a.r.a. op 30 April. (Binnenland.) De heidebrand bij Leende bedwon gen. (Binnenland.) Tarieven metselaars, opperlieden en voegers verlaagd. (Binnenland.) Zie verder laatste berichten. Voorburg Schilletje Fladderac MANDORO. Advocaat R. en W. Portwijnen. KOORSTR. 49 51. TEL. 207. per ilesch f 2.10 - 2.10 v - 2.20 - 2.20 per flesch v. a. - 1.60 - 1.05 Naar mr. Langeveld mededeelde, heeft een internationale vereeniging van hypo theekbanken zich reeds te weer gesteld tegen het voortdurend knabbelen door de overheid aan den particulieren eigendom. Hij vertelde, dat er daarover dezen zomer in Zwitserland een congres zal worden ge houden en het was verblijdend het enthou siasme van de raadsleden te zien, die alle maal naar Zwitserland wilden om de zaak daar eens te kunnen bestudeeren. Helaas kwam aan dit bewijs van leergierigheid spoedig een einde, toen verklaard wera, dat iedere congresbezoeker de reis buiten be zwaar van de gemeentelijke schatkist zou moeten maken en wij vreezen dan ook, dat er zich van den zomer onder het interna tionale gezelschap te Bern niet veel vroede vaderen onzer gemeente zullen bevinden. Aan de hotel-, café- en restauranthouders hier ter stede, die om een goedkooper licht- tarief gevraagd hadden, is in een uitvoerige bijlage nog eens uitgelegd, dat zij zich nog niet te beklagen hebben, omdat er nog plaat sen zijn waar men meer dan in Alkmaar moet betalen. Wij vermoeden, dat er niet zoo heel veel van die plaatsen zijn, niet alleen omdat vijf van de elf gemeenten uit het overzichtstaatje een lager tarief dan Alkmaar bleken te heb ben en als men voldoende keuze heeft noemen B. en W. die er gewoonlijk niet bij maar ook omdat uitsluitend een bereke ning voor een afname van meer dan 10.000 K.W.U. gemaakt is. Caféhouders, die min der licht gebruiken, tasten in werkelijken en figuurlijken zin no~ in het duister. Bereke ningen van de Lichtbedriiven, waarbij met duizenden K W.U. en H.W.U. gegoocheld wordt, zijn voor gewone stervelingen altijd heel moeilijk te beoordeelen, maar de heer Bonsema heeft medegedeeld, dat door de toepassing van het vastrechttarief reeds in ruime mate aan den wensch van adressan ten tegemoet is gekomen, zoodat dezen niets anders zal overblijven dan in de hun opge legde verplichtingen te berusten. Waarom de eigenaar van een bar geen pachter van den gemeentelijken muziektuin was geworden, hoewel hij voor een hooger bedrag had ingeschreven, is helaas slecnts in geheime zitting verklaard, zoodat wij het hier niet kunnen mededeelen. Er gingen evenwel geruchten, dat adres sant den muziektuin van een dansvloer en van damesbediening wilde voorzien en het zou niet te verwonderen zijn, dat B. en W., met het oog op de bar-drama's, die zich den laatsten tijd nier ter stede hebben afge speeld, aan de proef om den muziektuin door het bijeenbrengen van Wein, Weib un Ge- sang weer de noodige bekendheid te geven, niet hebben willen medewerken. Als Alkmaar in den lande bekend wordt, zal het alleen om haar deugzaamheid mo ffen ziin.- i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1