DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
MOTORRACES
te Alkmaar. 17 apr,l 1933
W. M. H. Pels en Zoon Alkmaar.
A II 2en PAASCHDAG
No. 90
Zaterdag 15 April 1933
135e Jaargang
Zelfs de Katholieke fractie wil er niet toe medewerken, dat de
zusters van het Stadsziekenhuis naar den kelder gaan.
Eigenaren van een „Monument" zullen hun gerechte
straf niet ontloopen.
In den Stedelijken Muziektuin mogen alleen fatsoenlijke
liedjes worden gezongen.
DE
Wat vandaag de
aandacht treki...}
AARSCHE
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
tranco door het geheele Rijk 2.50.
losse nummers S cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Het komt meer voor, dat een eerzaam
kaashandelaar niet uitsluitend over vetge
halte en ccntingenteeringsmaatregelen denkt,
maar dat hij, naast zijn zakelijke beslomme
ringen, nog den tijd vindt om de vonk van
het genie, die hij in zijn borst voelt gloeien
tot een uitslaanden brand aan te blazen
Wij kennen een kaashandelaar, die in zijn
vrijen tijd een zeer verdienstelijk declamator
is en wij kennen er nog een, die een ster on
der onze hcdendaagsche acteurs zou gewor
den zijn als het beroep van zijn vader het
niet wenschelijk had gemaakt, dat hij zich
meer op de planken van zijn pakhuis dan op
die van het tooneel zou vertoonen.
Men begrijpt natuurlijk wel, dat wij hier
mee den heer Vok Keijsper op het oog heb
ben, die niet alleen kaashandelaar en artist
is, maar tevens een zeer actief raadslid, met
welke combinatie van zakelijke, artistieke en
politieke eigenschappen toch zeker wel be
wezen is, dat hij een zeer veelzijdig man is.
Het bloed-kruipt waar het niet gaan kan
en als de heer Keijsper, zwartgejast en
sti eepgebroekt, deftig in het gestoelte der
eere zetelt, komt hij telkens weer in de ver
leiding tooneel te gaan spelen
Vondel, Shakespeare of Multatuii staan op
des heeren Keijspers wenken altijd gereed om
zijn woorden met citaten uit hun meesterwer
ken te onderstreepen en een jarenlange roem
volle loopbaan op het dilettantentooneel
heeft de redevoeringen van dezen volksver
tegenwoordiger een intonatie gegeven waar
aan men onmiddellijk den geboren acteur
herkent. Ja, zelfs spreekt de heer Keijsper bij
voorkeur in tooneeltermen en als hij de ge
schiedenis van het Stadsziekenhuis nagaat,
verdeelt hij die niet in perioden maar in
tafreelen. hij noemt het optreden van B. en
W. een drama der vergissingen en hij vangt
zijn redevoeringen gewoonlijk met een zoo
somber geluid aan, dat het onwillekeurig aan
de declamatie van een treurspel doet denken.
Maar ziet. het drama blijft geen drama, de
toon wordt minder somber, de traan wordt
tot een glimlach en als het doek valt hebben
de toeschouwers hartelijk gelachen en de her
innering aan een klucht of een blijspel be-
b ou den.
De heer Keijsper is het met B. en W. on
eens, hij kan zich met hun voorstel niet ver
eenigen en als de raadsleden hem niet beter
kenden, zouden zij werkelijk denken, dat het
waar was. Maar weldra wordt een ander ge
luid gehoord. De heer Keijsper kan zich im
mers vergist hebben en hij stelt vragen aan
het college, die hij gaarne beantwoord wil
zien alvorens zijn definitieve meening te
doen kennen. Dat ziet er al weer een beetje
hoopvoller uit en als B. en W. dan de vra
gen beantwoord hebben zooals de heer Keijs
per en iedereen kon verwachten, dat ze be
antwoord zouden worden, dan is de heer
Keijsper voldaan. Het drama is tot een blij
spel geworden en de heer Keijsper juicht het
voorstel toe en kan het College zijn vollen
steun geven.
Het is nooit anders geweest en ook in de
laatste raadszitting heeft niemand maar een
oogenbhk verwacht, dat de heer Keijsper
•e£m de noodzakelijk geoordeelde uitbreiding
n he Centraal Ziekenhuis zou stemmen.
Wat evenwel niet wegnam, dat deze afge-
10 het tiegin een zeer somber ge
luid .iet hooren Het ziekenhuis was een bo-
demlooze put. het had altijd meer geld ge
kost dan men verwacht en voorspeld had en
het was nooit voltooid want telkens kwam de
Raad weer voor nieuwe verrassingen als het
verbouwd of vergroot meest worden.
Nu was het zusterhuis weer te klein en
nderdaad, als men naging dat een twintig
tal zusters in een houten barak sliepen waar
het zomers zoo heet was, dat de zusters mei
haar bedden naar den kelder moSn ver
huizen, dan was er wel wat voor te zeggen
daarin verbetering te brengen. Maar B en
W. wilden nu die zusters weer naar de ver
bouwde zenuwafdeeling overbrengen en dan
een nieuw en grooter zenuwpaviljoen bou
wen en dat was nu juist het groote struikel
blok waardoor de heer Keijsper eerst nog
wel eens de vertegenwoordigers van ander
bevolkingsgroepen wilde hooren alvorens hij
er zijn stem aan zou kunnen geven.
De zenuwafdeeling was te klein geworden
en er konden geen mannen in opgenomen
worden. Maar er was toch een afspraak dat
er heelemaal geen zenuwafdeeling aan het
ziekenhuis zou komen en bovendien, als de
patiënten hier niet terecht konden, dan be
hoefden zij zich slechts aan te melden aan
het Sint Elisabeth-gesticht of aan het Sint
Willibrordusgesticht om met open armen
ontvangen te worden. Daar was nog plaats
voor hen en nu kon men wel zeggen, dat
iedere patiënt recht op verpleging in een zie
kenhuis naar eigen geloofsovertuiging moet
hebben, maar het was nu zeker niet de tijd
met dergelijke principe-kwesties rekening te
houden.
Het ziekenhuis kostte schatten gelds en het
werd elk jaar duurder en met de beide
katholieke wethouders zou spreker nu wel
eens willen weten of het nu eindelijk eens uit
zou zijn. Aan alles komt een eind, ook aan den
gemeenschapszin van de katholieke fractie,
en daarom zou. alvorens hij zijn stem zou be
palen, de heer Keijsper van de vertegenwoor
digers der andere volksgroepen de pertinente
verklaring willen hebben, dat zij dezen ver
bouw noodzakelijk achten.
Het zou verrassend geweest zijn of mis
schien zou het dat ook niet geweest -zijn
te hooren of de heer Keijsper vóór of tegen
gestemd had als zijn beroep op de welspre
kendheid der andere fracties eens niet beant
woord was geworden en het leek er een
oogenblik werkelijk naar dat geen enkel
raadslid na deze oratie nog iets in het
midden zou brengen.
Maar ook aan deii sociaal-democratischen
kant kruipt het blced waar het niet gaan
kan en de heer Bakker kon niet nalaten er
ncgmaals cp te wijzen, dat men van katholie
ke zijde zeker begrijpen moet, dat er zieken
zijn die niet verpleegd willen worden in een
inrichting, die, hoe goed zij ook zijn mag, het
stempel van een bepaalde geloofsovertuiging
draagt.
Inderdaad wat zou de heer Keijsper er wel
van zeggen als er voor een groep katholieke
kinderen een nieuwe school aangevraagd
was en B. en W. met de mededeeling kwa
men, dat er voor al deze kinderen naar bere
kening nog plaats genoeg op de openbare
school was, zoodat de ouders in dezen duren
tijd maar niet aan hun principe moesten den
ken.
Hcevele kostbare bijzondere scholen zijn er
door al die principe-kwesties niet door de
gemeente betaald en hoe vanzelfsprekend is
het dan ook, dat een neutraal stadszie
kenhuis, dat te klein wordt door de gemeente
verbouwd en verbeterd moet worden.
Het aantal patiënten dat vroeger door de
katholieke fractie op 75 j>er dag geschat
werd is thans tot 125 gegroeid. Door de ver
meerdering der patiënten zijn er meer zusters
gekomen en eveneens door een werktijdenbe
sluit waarbij men de arbeidstijd der zusters
noodgedwongen heeft moeten beperken. Die
zusters slapen nu reeds in het kinderzieken
huis, in een houten paviljoen en men heeft
nog een aantal moeten „uitbesteden", wat ze
ker niet in het belang van den dienst is.
De burgemeester heeft dat alles uitvoerig
uiteen gezet en wethouder Westerhof heeft
er op gewezen, dat de kapitalen door den
heer Keijsper als gemeentelijke subsidie ge
noemd voor vijftig procent voor de verple
ging van stadspatiënten bestemd zijn, kos
ten, die vroeger op het armbestuur en thans
op het ziekenhuis drukken, maar waarvan de
helft toch ook weer bestemd is voor de katho
lieke ziekenhuizen waar de niet-protestant-
sche stadspatiënten verpleegd worden. Naar
mate het stadsziekenhuis zich uitbreidt wcr
den de kosten hooger, maar men drukt die
zooveel mogelijk door slechts hen toe te la
ten voor wie ziekenhuisverpleging inderdaad
noodzakelijk is en van wie verwacht mag
worden, dat zij in het gebouw geen stam
gasten of beter gezegd geen lig-gasten zul
len worden. Daarbij komt, dat men de on
dersteunden thans verplicht zich tegen zie
kenhuisverpleging te verzekeren, wat de ge
meente een besparing van vele duizenden
guldens geeft.
De voorzitters der diverse fracties hebben
de noodzakelijkheid van den verbouw daarna
nog eens in het licht gesteld en de burge
meester heeft natuurlijk moeten erkennen, dat
bij niet de garantie kon geven, dat in de toe
komst geen meerdere gelden voor het zieken
huis gevraagd zullen worden. Elke groeiende
instelling zal op den duur kapitaal noodig
hebben en het ziet er niet naar uit dat het
ziekenhuis in de eerstvolgende jaren over- j DC7OP|/T
bodig zal blijken. D"VtlX 1
Wat de door den heer Keijsper gevoerden
klassestrijd betreft dat wil zeggen, diens
critiek op de gelden welke de gemeente bij de
klasseverpleging toelegt de burgemeester
had geen behoefte daarover nader met dezen
afgevaardigde te debateeren en als er dus
nog iets over gezegd zal worden, zal dat
van den kant van den heer Keijsper en niet
van de zijde van den burgemeester moeten
komen.
Het was alles even duidelijk als het al was
nog vóór de heer Keijsper zijn waarschuwen
de stem had laten hooren en er was ook nie
mand, die er zich over verwonderde, dat deze,
mede namens zijn fractiegenooten, verklaar
de, dat hem nu gebleken was, dat de uitbrei
ding door andere volksgroepen gewenscht
wordt en de katholieken er dus uit louter ge
meenschapszin hun stem aan zouden geven.
Met algemeene stemmen werd het voorstel
van B. en W. ten slotte aangenomen en men
kan alleen den verloren tijd betreuren, die
er noodeloos aan deze debatten gewijd is.
I Veel interessanter was eigenlijk het debat
over de vaststelling van een zoogenaamde
Mcnumentenverorcfening.
Een twintigtal gemeenten in ons land heeft
tegenwoordig een Monumentenverordening
en omdat er hier ter stede op oud-architecto
nisch gebied heel wat moois is, kan niet an
ders aan toegejuichd worden, dat B. en W.
in een dergelijke verordening willen vastleg
gen, dat het den eigenaren van als monumen
ten gekenmerkte gebouwen niet vrij staat
daarover naar believen te beschikken.
Wanneer b.v. het bestuur van de jeugdher
bergen de Diaconie koopt zal het geen toe
stemming verkrijgen het gebouw geheel of
gedeeltelijk af te breken en door nieuwbouw
te vervangen en dat alles is heel begrijpelijk
en valt buitengewoon te waardeeren. maar
zoowel mr. Langeveld als de heer Sietsma
hebben er op gewézen, dat het bij dat alles
toch niet meer dan billijk zou zijn de eigena
ren van de zoogenaamde mooie of historische
panden schadeloos testellen als zij door deze
verordening financieel gedupeerd dreigen te
worden.
Het wonen in een „monument'' is niet al
tijd een onverdeeld genoegen en het bestuur
der Openbare Leeszaal b.v., dat, ondanks
het nijpend plaatsgebrek, geen kast in de
breede gang mag plaatsen en zelfs geen
bordjes op de deuren en den gevel mag han
gen, gevoelt ook zonder monumentenveror
dening al, dat het in zijn vrijheid beperkt
wordt.
Hier geldt het nog een pand, dat men
van de gemeente gehuurd heeft en waar men
de eischen van de eigenaresse dus slechts te
eerbiedigen heeft, maar er zijn heel wat
eigenaren van huizen met mooie geveltjes,
die dat gebouwtje met hun eigen geld be
taald hebben en heel wat anderen die er
hypotheek op hebben gegeven en wier.
voortaan belet zal worden daarover naar
eigen inzicht te beschikken.
Geen winkelier zal een huis willen koo-
pen, dat bij den verbouw zoo gespaard moet
worden, dat het ongeschikt voor zijn bedrijf
is en niemand zal zijn geld steken in een
gebouw, dat nooit gesloopt mag worden, al
zou, door de plaats waar het staat, de waar
de van den grond die van het gebouw ook
verre overtreffen.
In een dergelijk geval, heeft mr. Lange
veld gezegd, moet er mogelijkheid van scha
devergoeding zijn en de heer Sietsma heeft
het nog sterker uitgedrukt en van een
„recht" op schadevergoeding gesproken.
Wij zijn het met den heer Westerhof eens,
dat dit een zeer netelig vraagstuk is, niet
alleen omdat de gemeente daardoor in de
toekomst voor leelijke financieele verrassin
gen kan komen, maar ook omdat het bij een
handig in elkaar gezette transactie zeer wel
mogelijk is, dat schadevergoeding geëischt
wordt zonder dat daarvoor eigenlijk aanlei
ding bestaat
Hier schuilt een zoo groot gevaar, dat wij
wanneer het niet ondervangen kan worden
zeer veel gevoelen voor de verklaring
van den heer Vogelaar, die nog liever geen
Monumentenverordening heeft dan eene
waarbij van schadevergoeding wordt ge
sproken. De gemeente heeft door haar bouw
verordening voldoende macht om werkelijke
monumenten zooveel mogelijk voor het na
geslacht te bewaren en in het verleden is
voldoende gebleken, dat eigenaren van ar
chitectonisch mooie panden in den regel wel
bereid zijn er toe mede te werken, het uiter
lijk daarvan zooveel mogelijk te sparen
Minder of liever in het geheel niets
gevoelen wij voor het standpunt van den
burgemeester en van de heeren sociaal
democraten, die het oud-stedenschoon uit
sluitend ten koste van de tegenwoordige be
zitters in stand willen houden
Een mooi pand, zegt de burgemeester,
moet behouden blijven en de eigenaar heeft
geen enkel recht daarvoor eenige tegemoet
koming van de gemeente te verlangen. Maar
waarom, als dat zoo is. betaalt de gemeente
dan elk jaar nog 500 aan de erfgenamen
van wijlen den heer C. Piet als bijdrage in
het onderhoud van den bekenden molen? Wij
Aanvang hall Iwee. „demaria" V.Y.V.
hebben geen enkele verplichting de erfge-regelt.
namen van den heer Piet te subsidieeren en
het geld wordt dan ook uitsluitend gegeven
op voorwaarde, dat de mooie molen niet bui
ten werking gesteld en afgebroken zal wor-
dn. Komt deze Monumentenverordening tot
stand, kan men dus op alle bouwwerken, die
men behouden wil, een verbouw- of afbraak
verbod ten koste van de eigenaren leggen,
dan is ook deze subsidie als uitzonaering
niet meer bestaanbaar en de tegenwoordige
eigenaren zouden zich zeer terecht kunnen
beklagen, dat zij er min of meer ingeloopen
waren.
De burgemeester heeft ter staving van
zijn betoog, op de macht van den Raad ge
wezen om b.v. een bepaalde stadswijk droog
te leggen. Iemand die een huis bezit, dat
heel goed tot café om te bouwen is, zou zich
daardoor gedupeerd kunnen voelen en toch
kan hij geen recht op schadevergoeding
laten gelden.
Dat is volkomen juist, maar dat huis is
nog geen café en niemand behoeft den eige
naar voor het ineenstorten van zijn luchi-
kasteelen te betalen.
Kijk naar de Hinderwet, heeft de burge
meester gezegd. Er was een onderneming,
die omwonenden hinderde en wij zouden ze
ten koste van den eigenaar stop gezet heb
ben, als daarin geen verbetering was geko
men.
Maar is ook dit geval met de schadever
goeding in een Monumenten verordening t-:
vergelijken? Als een dronken man op straat
zijn medemenschen hindert, grijpt de politie
in en bergt hem op, maar als diezelfde man
hetzelfde aantal borreltjes op zijn eigen
kamer drinkt, valt niemand hem lastig en
laat men hem ongemoeid dronken naar bed
gaan, omdat hij dan alleen zich zelf en niet
anderen hindert.
Er is een groot verschil tusschen een man,
die hinderlijk is en een man die geen vlieg
kwaad doet en alleen maar in de ongeluk
kige omstandigheid verkeert, dat hij de eige
naar van een „monument" is.
Stel, dat een verzamelaar van boeken,
van postzegels of van wat anders een
kostbare collectie bijeen heeft gekregen en
dat er op een goeden dag een ambtenaar bij
hem binnen stapt en zegt: je hebt daar nu
zoo'n mooie collectie, dat het jammer zou
zijn als ze voor de gemeenschap verloren
ging en daarom hebben B. en W. vastge
steld, dat je er zonder hun goedkeuring
niets aan mag veranderen niets meer van
mag verkoopen.
Zou er één eigenaar zijn, die deze belem
mering van het vrije gebruik van zijn eigen
dom zonder schadevergoeding zou acceptee
ren?
Maar waarom zou men dan wel gerech
tigd zijn, diezelfde ambtenaar naar den
eigenaar van een mooi pand te zenden, hem
te vertellen, dat verbouw of afbraak van zijn
pand het stadsschoon zou schaden en hem
dus de vrije beschikking over zijn eigendom
zonder schadevergoeding ontnemen.
Als jullie, zou die eigenaar zeggen, mijn
huis uit een oogpunt van stedenschoon on
geschonden voor de gemeenschap wilt be
waren, dan kun je het van mij koopen, want
niemand kan verlangen dat ik de bevredi
ging van de aesthetische gevoelsn van mijn
medeburgers voor mijn particuliere rekening
zal nemen.
Wanneer een winkelier aan het Payglop
zijn winkel wil verbouwen, moet hij die ach
teruit plaatsen en den vrijkomenden grond
aan de gemeente afstaan. Waarom moet die
winkelier de kosten dragen van een maat
regel, die niet in zijn belang, maar uitslui
tend in het belang der gemeente is?
Bij onteigening ten algemeenen nutte
wordt het onteigende ten volle vergoed,
maar bij een Monumentenverordening, die in
wezen toch eigenlijk een gedeeltelijke onteige
ning beoogt, wenscht de gemeente geen cent
te betalen. Daarin schuilt een onbillijkheid
en wij kunnen ons begrijpen, dat mr. Lan
geveld en de heer Sietsma daarop in den
Raad hebben gewezen en dat daarna ook de
katholieken er orijs op stelden de verorde
ning nog eens in de desbetreffende commis
sie te bekijken.
In geen der twintig bestaande verordenin
gen is het recht op schadevergoeding opge
nomen, heeft de heer Westerhof uitgeroe
pen, maar als wij die twintig verordeningen
eens met elkaar vergelijken, zou het wel eens
kunnen blijken, dat zij alle van elkaar wa
ren overgeschreven.
Heeft Alkmaar behoefte aan een Monu
mentenverordening, laat men daarin dan
het recht van schadevergoeding erkennen,
heeft Alkmaar die behoefte niet en men
heeft er nog altijd buiten gekund laat
men ze dan niet in het leven roepen en
wachten tot het Rijk zelf deze materie
PASCHEN.
DE ALKMAARSCHE COURANT
ZAL MAANDAG 17 APRIL
(2en Paaschdag) NIET VERSCHIJNEN.
DE DIRECTIE.
Wandelpad naar Bergen aan Zee
gereed. (Stad en omgeving.)
Het Vickers-proces in Rusland.
(Dag. Overzicht.)
Ongelukken bij de Fransche lucht
vaart. (Luchtvaart.)
Een Duitsch urotest tegen do de
batten in het Engelsche Lagerhuis.
(Buitenland).
De Alkmaarsche motorraces.
(Sport- en Wedstrijden).
Uitzending V.a.r.a. op 30 April.
(Binnenland.)
De heidebrand bij Leende bedwon
gen. (Binnenland.)
Tarieven metselaars, opperlieden
en voegers verlaagd. (Binnenland.)
Zie verder laatste berichten.
Voorburg
Schilletje
Fladderac
MANDORO.
Advocaat
R. en W. Portwijnen.
KOORSTR. 49 51. TEL. 207.
per ilesch f 2.10
- 2.10
v - 2.20
- 2.20
per flesch v. a. - 1.60
- 1.05
Naar mr. Langeveld mededeelde, heeft
een internationale vereeniging van hypo
theekbanken zich reeds te weer gesteld tegen
het voortdurend knabbelen door de overheid
aan den particulieren eigendom.
Hij vertelde, dat er daarover dezen zomer
in Zwitserland een congres zal worden ge
houden en het was verblijdend het enthou
siasme van de raadsleden te zien, die alle
maal naar Zwitserland wilden om de zaak
daar eens te kunnen bestudeeren. Helaas
kwam aan dit bewijs van leergierigheid
spoedig een einde, toen verklaard wera, dat
iedere congresbezoeker de reis buiten be
zwaar van de gemeentelijke schatkist zou
moeten maken en wij vreezen dan ook, dat
er zich van den zomer onder het interna
tionale gezelschap te Bern niet veel vroede
vaderen onzer gemeente zullen bevinden.
Aan de hotel-, café- en restauranthouders
hier ter stede, die om een goedkooper licht-
tarief gevraagd hadden, is in een uitvoerige
bijlage nog eens uitgelegd, dat zij zich nog
niet te beklagen hebben, omdat er nog plaat
sen zijn waar men meer dan in Alkmaar
moet betalen.
Wij vermoeden, dat er niet zoo heel veel
van die plaatsen zijn, niet alleen omdat vijf
van de elf gemeenten uit het overzichtstaatje
een lager tarief dan Alkmaar bleken te heb
ben en als men voldoende keuze heeft
noemen B. en W. die er gewoonlijk niet bij
maar ook omdat uitsluitend een bereke
ning voor een afname van meer dan 10.000
K.W.U. gemaakt is. Caféhouders, die min
der licht gebruiken, tasten in werkelijken en
figuurlijken zin no~ in het duister. Bereke
ningen van de Lichtbedriiven, waarbij met
duizenden K W.U. en H.W.U. gegoocheld
wordt, zijn voor gewone stervelingen altijd
heel moeilijk te beoordeelen, maar de heer
Bonsema heeft medegedeeld, dat door de
toepassing van het vastrechttarief reeds in
ruime mate aan den wensch van adressan
ten tegemoet is gekomen, zoodat dezen niets
anders zal overblijven dan in de hun opge
legde verplichtingen te berusten.
Waarom de eigenaar van een bar geen
pachter van den gemeentelijken muziektuin
was geworden, hoewel hij voor een hooger
bedrag had ingeschreven, is helaas slecnts
in geheime zitting verklaard, zoodat wij het
hier niet kunnen mededeelen.
Er gingen evenwel geruchten, dat adres
sant den muziektuin van een dansvloer en
van damesbediening wilde voorzien en het
zou niet te verwonderen zijn, dat B. en W.,
met het oog op de bar-drama's, die zich den
laatsten tijd nier ter stede hebben afge
speeld, aan de proef om den muziektuin door
het bijeenbrengen van Wein, Weib un Ge-
sang weer de noodige bekendheid te geven,
niet hebben willen medewerken.
Als Alkmaar in den lande bekend wordt,
zal het alleen om haar deugzaamheid mo
ffen ziin.-
i