Juffrouw SLAK VOOR DE KLEINTJES LEGKAART. Voor de Huisvrouw. RaadselhoeKtie VAN TWEE PIETJES ZOO'N STROP! Vruchtboomenbloei en alom in het land. Geeft vooral tijdig teekens Per anto en fiets door de bloesempracht De bloemenpracht der bollenvelden le nog lang niet ten einde, en reeds vragen dï boomgaarden de aandacht der toe risten. In tegenstelling met een nog vee verbreide meening, aldus schrijft on« de A. N. W. B. - Toeristenbond voor Ne derland. komen er verscheidene s.r e ra voor een bezoek in aanmerking I e in het „klassieke" ooftgebied, de Bettr we, vindt men de frulttee!t 1 Limburg, waar dcz» *o zondering op weiland wont De boomgaarden it. deze streek verscbii- 'en dan ook in menig opzicht fin de Betuwsche Voorts komt Zuid BeNeland voor een bezoek in als de Beemster ert de Bangert in Noord-Holland- „v.„ u.u *_-n De bloeitijd valt tusschen half April en eind Mei Thans zlJn ra®ds all«rw«" cr„n rie kersenbloesems te bewonderen fd^zg „Meikers" bloeit het laatst). Tegen het einde van April komen de peren en pruimen, appelbloesems zijn tot laat in Mei te bewonderen. Nadere gegevens over den stand der bloeiende bongerds geeft de A N. W. B. (waar ook een handig gidsje verkrijgbaar is). Op bijgaand schetskaartje zijn ver schillende fraaie tochten te vinden- op Zondagen zijn de smalle Betuwsche wegen meestal „overbevolkt" en aan de poi.tveren is dan langdurig oponthoud geenszins zeldzaam. Tot slot geven wij enkele Kilometerafstanden. 1. LtrechtOdijk (11H) - Wijk bij Duurstede (26) Zoelmond (31) Tiel (44 K KM.); 2 Tlel Eek Wielsche Veer (11 X) Station Maarsbergen (21K) Amers foort (33K.M.); 3. Tiel—Heteren (25) Arnhem (80 H KM); 4 Nijmegen—Eist (8K) Andelst (18H) - Tlel (40H K M.) 5. Maastricht—Valkenburg (13) Vaals (3) Kast. Hoogcruts (51) Eijsden (05) Maastricht (77 K M); 0 Ds afstand van Tlel naar Utrecht 42 K KM.; naar Gorlnchem 44 K M naar •s-Hertogenbosch 37 H K M. In dn Betuwe vo'getrokknn lijn dn mnnstn blontnrt* pracht. On gestippnldn wngnn hoo4drak«l||k bndonld als tongangcrovtn*. ren indruk maakte, de groote moskee met ver gulde minaret, een paar kerken en een ba zaar, de Maleische passer, die het aankijken niet waard was. Interessant waren de typen in de straat, de ambachtslieden, de kameel drijvers, de orthodoxe en andere geestelijken in hun wijde kaftans, de Mohammedanen daartusschen met hun tulbanden en koepia's. Sterk opvallend is het Semietisch uiterlijk van deze bevolking, ook voor zoover ze tot een der vele hier bloeiende christelijke deno minaties behooren, de Grieksch-orthodoxen, de Roomsch-Katholieken of een der vele Pro- testantsche gezinten, zooals de Chaldeeërs, de Armeeërs, Armeniërs, enz. Het straatver keer is een eindelooze brouhaha van blinde lings door elkaar krioelende verkeersmidde len, rijdieren en voetgangers, waarin de be hoorlijk uitziende politie- en verkeersagenten geen orde trachten te scheppen. Alleen bij het passeeren van een der twee bruggen over de Tigris we zijn hier immers in net Twee-strootnenland het Mesopotamië van het Oude Testament regelt de politie het verkeer afdoend. Het kan ook moeilijk an ders omdat de smalle pontonbrug slechts ver keer in één richting toelaat. Beurtelings wordt dit verkeer door het hijschen van een witte of roode vlag en bi| avond door een witte of roode lantAarn, in de een of andere richting toegelaten. Het is bil de Mnudebrug, aldus genoemd naar den Engelschen gene raal Maude, die hier tijdens den oorlog het gezag in handen had en die hier betrekkelijk spoedig aan cholera overleed, het is bij deze brug. dat onze luitenant-vlieger Evers bij het overvliegen van onze vliegbooten van Hol land naar Indië het leven verloor. Van het terras van het on de rivier uitrende Tigris Palace Hotel wijst men ons waar de tele graafdraad gespannen was. waartegen hij opvloog en hoe het ongeluk zich verder af speelde. J. J. VAN DE LAAN. m m i m mm -» l fc. De fe&rés, die mij om het patroon van een gebreide cape vraagt voor een kieirte kleuter, moet nog even geduld hebben, slie patronen, die ik heb zijn haakpztronen, zooals ik er ook onlang* ten beschreef, maar ik zal zoeken of er niet bij een of andere kennis een gebitid model is Ié vinden. In alwachtiug gc-i ik u hieroii een aardig manteltje me. kap.e zan elkaar, dat gehaald moet worden en Je kleine in Jen waoen heel v n dL'taah" n1od*lk.tie 30 c.M lang Van den schoude, ai en de armen 6t)K r \f wijd: de engte van den mouw van oen achouder ai is 21 y, C.M. aama! iSf*" u,n werk op te "tt gezichtjtmaak deze lossen tot da* 0n^v«r, c.M .ang is; haak rr tu.vschen Je lus en de wol en ga ooormtt i ossen op deze zelfde manier afge- w^eld. een lusje van H c.M. en een vaste in de lucht; het wordt dus een keten van kleine lusjes, onderling verbonden door een vaste. Deze keien moet zoo lang zijn, dat er 31 vasten zijn. I> eerste toer is dan een toer met gaatjes, aldus: 1 vaste in den eer sten vaste; 1 losse; A één stokje in den vol genden vaste; 1 'osse; 1 vaste in den vol genden vaste; 1 losse, vanaf A verhalen; dan worden het 16 vasten en 15 stokjes; de 2de toer gaat in waaiersteek: 2 lossen haken, die als 1ste stokje moeten dienen van de 3 stokjes In den Isten vaste; A 1 vaste in het volgende stokje; 3 stokjes in den volgenden vaste. Van A herhalen. 3de toer A: 1 vaste in het middelste stokje van den waaiersteek; 1 losse, 1 stokje in den vaste; 1 losse; va»i A af herhalen. Herhaal in den £ien en den 3den toer text er 8 waaiertoeren er 9 open toeren zijn. Breek dan de wol af en ga in het patroon door op de middelste 6 waaiertje» en de vas ten er tusschen tot er IJ waaiertoeren en 9 open toeren zijn. Maak dan de zijkanten van dit gedeelte vast aan den bovenkant van het wijdere gedeelte, dat eerst gehaakt was Dan hebt u het kapje van het mante.tje. Daarna beginnen we aan den mantel zelf; hecht den wol aan den rechterkant aan en werk aldus: begin met een stokje; haak een losse; 1 vaste in het waaiertje; 1 losse; 1 stokje in den volgenden waaier. Ga op die manier door en nv k, dat er 11 stokjes komen aan elk voorpand; maak ook de extra ruimte In den laatsten toer van het wijde gedeelte. Haak het nauw< re gede* lte op den rug op de gewone manier, eindigend met een stokje. Nu de 2de toer. die weer waaiertoer v. ordt 1 vaste in het stokje; 3 stokjes in den vol genden vaste. Ft moeten 26 waaiers zijn voor dit manteltje; 3Je toer (open to*r) mri 4 los sen, ornke-rer.. 1 vaste in het middelste stok'e van den waaier: 1 losse, 1 stokje in den vol genden vaste; 4de toer: waaiertoer; in alle waaiertoeren wordt een waaier gemaakt op eiken vaste en een vaste op elk stokie; 5de a1"' 'usschen den 7iien en 8sten waaier aan eiken kant een meerdering maken. Dit doet u, door na het slokje ;n den vaste. 1 losse l vaste, l losae, 1 atokj* in denzelfden steek te maken Deze extra steken zijn oorzaak, dat er in den volgenden toer een waaier en een vaste bijgemaakt kunnen wordc-n; alle meerderin gen in de open toeren worden op deze manier gemaakt. Dr 6de 8ste 10de. 12de, 14de en lMe toer ziin waaiertoeren: de 7de werkt u als open toer en u meerdert tusschen den Oden en lOden waaier aan eiken kant; bij den Oden. eveneens een open toer, meerdert u tusschen den 7den en Bsten en 12den en 13den waaier aan eiken kant; bij den llden (open toer) tus schen den 4den en 5den en llden en 12den waaier aan eiken kant; 13de toer tusschen den 3den en 4den. 9 en en lOden en llden en I2den waaier aan eiken kant; 15de toer: tus schen den 7den en 8ster. en lóden en 17den toer aan eiken kant meerderen. Daarna bij den I7den toer: tusschen den 4den en 5den waaier meerderen, dan tot het stokie na den Ssten waaier doorwerken 10 waaier» overslaan, daarna 1 stokje in den vast" na dezen lOden waaier Maak nu de meerdering tusschen den 6den en 7den waaier, werk tot het stokje in der. vaste na de volgende 6 waaiers: s'a dan weer 10 waaiers over en maak een stokje in den vaste na dezen lOden waaier. De volgende meerdering maken na den volgenden 4den waaier; 18de toer (waaiertoer); maak een vaste in elk van de twee stokjes, die onder den arm bij elkander komen en maak een waaier in de ruimte er tusschen in. 19Je toer: maak een meerdering aan eiken kant van de middelste 7 waaiers Haak nu de 20ste. 22ste. 24ste. 26»te. 28ste. 30ste. 32ste en 34ste toer a's waaiertoeren. - 21ste toer: geen meerde ringen: 23ate: tusschen den 5den en 6den en den 13den en 14den waaier aan eiken kant meerderen; 25ste toet' tusschen den lOden en llden en 17den en 18den waaier aan eiken Deze legkaart stelt voor: Zebra's. (Nadruk verboden.? kant meerderen; 27ste toer: niet meerderen; 20ste toer: tusschen den Ssten en 9den en 17den en 18den waaier aan eiken kant meer deren; 3lste en 33ste toeren geen meerde ringen. Zet den laatsten waaiertoer voort langs de voorkanten en rond het gezich.je: haak langs den onderkant van de mouwen 5 open en 5 waaiertoeren; naai daarna de naden dicht en werk rond de kanten van het manteltje 1 vaste in vasie, 2 lossen, 2 vasten in 2 lossenin het middelste stokje van den waaier 2 lossen. Daar de waaiertjes aan de voorzijden het dichtst bijeen komen, moet u daar tusschenin 2 vasten 2 losser, haken, en daarna een lange losse maken naar den volgenden waaier. Haak nu nog even een koordje van lossen, rijg dit door de gaatjes die u langa den hals heeft gemaakt; en maak de belde uiteinden met een kwastje af. Neem een smal lintje en rijg dat door de gaatjes rond het gezichtje; maak het van boven in het midden met een strikje af. Het is een alleraardigst manteltje, waarvan de peuter van haar 1ste tot 2de jaar plezier kan hebben. Wattneer U direct na het uitsteken van Uw arm of richtingaanwijter de bocht neemt, kunnen ongelukken niet uitblijven. Gij allen, die eenig voertuig of een rijwiel bestuurt, denkt eraan t Oplossingen der raadsels alt het vorige nummer. Voor grooteren. 1 Nar, wal; narwal. 2. V v Vaderland. dak k a d e t s t h e r t s Vaderland Zeeland braam A n s d 3. Heiligerlee. Geel, regel, gier, heil, reiger, lel Ia. 4. Laat Door, An, Gérard en Leo dadé- lijk thuis komen! (Orange). Bijna was ik in donker tegen u aan- gêlOopen. (Genua). De zandweg is wel mul, maar veel korter dan de straatweg. (Ulm.) Ik tag heele kudden herten tegen 't avond werd, op de Vel uwe. (Gheel en Gent). Voor kleineren. 1. Schapen PasChen. 2. slUrf Utrecht, aster merel arend nicht schar ratel 3. nacht (ge)bracht. struik (Paaschge)bruik, vond (ver)etond, zeg weg. 4- Koek, roek. zoek, snoek. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Mijn geheel wordt met 8 letters ge schreven en noemt een held uit de Yadcrlandsche Geschiedenis. 4, 5, 3, 6 is een drank. Een 1, 7, 4 is een deel van een vrucht. Een 5, 2, 4 is een klein paard. 4, 2, 8 is een metaal. 2 Mijn eerste ceel beteekent slim of leeg. mijn tweede deel is eer rivier in Noord-Holland en mijn geheel ligt zoowel oud als nieuw in de prov. Utrecht RO FR. Juffrouw Slak zou eens op reis, Maar zij had toch niets te pakken: Heel haar huisje nam zij mee Naar den aard van alle slakken; 't Was gemakk'lijk. ook niet duur Et. daarbij wel erg secuur. Juffrouw Slak zei: Nu, ik ga! Tegen alle burenvrinden; Als ik weg ben, is mijn plaats Heel niet meer terug te vinden Ik verdwijn met pak en zak. leder riep: Dag Juffrouw Slak! (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Srtorkepletje was een varken, Slapen als dat Pietje kon! 't Luie beestje lag het iiefste Oogjes dicht! fijn ln de zon! Kleine Pietje was een jongen, Lui'ren als dat Pietje kon! 't Domme joggie lag het liefste Oogjes dicht! fijn in ds ton! Kleine Pietje, Snorkepietje, O, wat zijn Jullie toch lui! Is dat altijd Zoo? Vertel eens! Of ts 't maar op eens too'n bul? Kleine Pietje schudt zijn luiheid Eén, twee, drie! op éénmaal af Gaat dan vlug zijn sommen maken, Anders geeft het zeker strafl Snorkepietje Is een varken iJv'rig Pietje leert nu goed, Wil op Snorkepiet niet lijken, Of het jog verstandig doet! (Nadruk verboden). Juffiouw Slak keek n"ar de lucht: Wolken pakten zich daar samen, Maar om regen gaf ze niet; Foei, sprak zij ik zou mij schamen! Ik ben altijd onder dak 'k Kruip in huis zóó doet een slakf 1 Na een langen, langen dag Was zij nog niet ver gekropen, Want een slak kan niet als wij Heele uren zoo maar loopen. Alles doe 'k op mijn gemaW Zachtjes aan! sprak juffrouw Slak. HERMANNA „Kom Hansje, ruim nu netjes opl Zeg Vader goedennacbtl 'k Heb 't klokje zeven höofen slaan En dusje bedje wacht!" Ja. als het klokje zeven slaat, Dan is 't met spelen uit! Hans zucht eens, bergt zijn bouwdoos weg Maar plots'ling lacht de guit Den dag daarop 't wordt donker weer, De klok loopt dus naar zeven! Zegt Hansje met een blij gezicht: „Mams, luistert U eens evenl Toe Mammie, doe me een plezier En zet het klokje stil. Dan kan ik blijven spelen toch Zoo lang ik zelf matr will 't Wordt dan geen zeven uur, hè Mams? De klok l.an dan niet slaanl En 'k hoef dan niet, hé Mammie lief, Zoo vroeg naar bed te ga&nl" R. WINKEL. (Nadruk verboden). 3. Ik dien tot vulling, maar verandert men mijn staart, dan ben ik niet heel meer. Hoe kan dat? 4. Vul deze 16 vakjes in met: 4 A IE 2 K 2 L 2M 3S 2T maar doe net zoo, dat je van links naar rechts en van boven naar be neden leest: lo een plaats, die zoowel in Gelder land als in Utrecht voorkomt. 2o een schaap, dat hier oorspronke lijk niet thuis hoort. 3o een ander woord voor bons of val. 4o een bepaald soort hond. Voor kleineren. 1. Verborgen plaatsen in ons land. Wij vonden, dat Bob erg energiek optrad bij den brand. De mooie poedel is sedert drio dagen spoorloos verdwenen, (3) Geel staat Tante iT, ur goed. Ik zal me niet zoo gauw ongerust maken. Jan loopt hard; we zullen dus maar even op hem wachten. 2. Wat kan draaien, maar niet loopen, Doet bij wind getrouw zijn plicht? Wat geeft aan het Hollandsche landschap Toch zóO'n aardig, mooi gezicht? 3. Met n heb ik een donkere huid, met k ben ik groen en met kn word ik gebruikt bij een aardig spel. 4. Op de zigzag kruisjeslijn komt, van boven naar beneden gelezen, de naam van eer dorp in de prov Utrecht. X lo rij een vettige damp. X 20 een vaartuig. X 3o een deel van een ktee- X ding9tuk. X 4o een kleur. X &o een grondsoort. X 6o een meisjesnaam. X 7o een boom. X 8o een roofdier. t X 9o tuinmansgereedschap schap. lOo een bak om te kneden den of dieren te voe deren (Nadruk verboden)'.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 7