JUi<zz£eciédek Dxmuuhiek m ffliaakuétiek JÉ* 'g! WA 'WA m WAM m m Onze Vierde April-opgave, De juiste cijfers. De deelsom uit onze vorige rubriek zag er geheel volledig als volgt uit: 2489 7877685 3165 7467 4106 2489 16178 14934 12445 12445 Onze Nieuwe Opgave. (No. 5 der 'April-serie.) De dure parel. Een rijk man bezat een parelsnoer ter waarde van 65000. Het snoer bestond uit 33 parels. De middelste parel was de grootste en de duurste. De overige pa rels waren zoo gerangschikt, dat van 't eene einde af elke volgende parel 100 meer waard was dan de vooraf gaande tot en met de middelste parel •toe. Van 't andere einde af was elke .parel 150 meer waard dan de vooraf gaande ook tot en met de middelste. Hoe duur was de middelste parel en wat waren de prijzen van de eindparels? Oplossingen (3 punten) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, maar uiterlijk tot Vrijdag 5 Mei 12 uur aan den PuzzJe Redacteur van de Alkmaarsche Courant. gedeprecieerde valuta dan een speculatieve beweging ontwikkeld, die alle perken te bui ten is gegaan en in Duitschland, als „Kata- strophenhausse", nog langen tijd zijn scha delijke uitwerking heeft doen gevoelen. Ge- jlukkig is op de Amsterdamsche beurs slechts bet eerste begin van een dergelijke ontwik keling te constateeren geweest en is dit be ginnende inflatie-enthousiasme al gauw be koeld, toen bleek, dat de gulden zich inter nationaal goed op peil wist te houden. Van een afzonderlijke koersbeweging der verschillende afdeelingen kan niet gespro ken worden. De koersen stegen of daalden over de geheele linie, al naar gelang de in flatie-vrees toenam dan wel verminderde. Cultuuraandcelen hebben zich aan de stemming op de productenmarkten in New York aangesloten, maar Winstnemingen hebben hier de reactie in de hand gewerkt. Dit laatste geldt trouwens ook voor Konink lijke Petroleum en voor de leidende in- dustrieele aandeelen, die alle vrij scherp in koers fluctueerden. Er bestond weer veel belangstelling voor Amerikaansche aandeelen, die bij levendigen handel sterk stegen, maar zich ook met op de hoogste koersen konden handhaven. Aandeelen Philips Gloeilampen werden gunstig beïnvloed door het bericht, dat in verband met de ruime middelen, die door de inkrimping van het bedrijf en de prijsdaling beschikbaar zijn gekomen, een terugbetaling op de aandeelen van 25 wordt over wogen. Aandeelen Amsterdamsche Bank konden verbeteren op de mededeeling, dat na ruime reserveeringen een dividend van 5 zal worden betaald, tegen nihil vorig jaar. Hieronder volgt een overzicht van het koersverlooo: !Ned. Ind Handelsbank 53—54—51 1/4; Amsterdamsche Bank 104 7/81101/4; INed. Ford 115110 3/4115116; Philips Gloeilampen 119 3/4129—125— 128 K; Unilever 86 1/4—89—86; iRotterd. Droogdok 104 cum. div 108 ex div Alg. Exploratie 115^—119—118 1/4; Kon. Petroleum 15014—155V4—149)4— 150 3/4; '"Amsterdam Rubber 64 5/867; Kenden? Lemboe 83 1/4—8714; Kon. Ned. Stoomboot 113/4—13; Handelsvereen. Amsterdam 189V/>191 18314—18614; IJavasche Cultuur 128—129—127—131 3/4; Deli Mij. 11554—120; Deli Batavia Mij. 12354—132i/2—128; Senembah Mij. 124—128; Temoeloes 120—130; Aan de Dammers. In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1274. Stand. Zvv. 7 sch. op: 2, 4, 7, 8, 9, 10, 38 W. 8 sch. op: 18, 19, 21, 23, 26, 32, 40, 43. Oplossing. 1. 32—27 1. 38:49 2 19—13 2. 8:28 3. 18—13 3. 49 8 4. 27—22 4. 28:17 5- 21 5! Uit de partij. In het Aprilnummer van het Damspel komen eenige mooie standen voor: Zw. 11 sch. op: 3, 4, 11, 16/19. 22/25 W- 11 sch. op: 26, 28, 31, 32, 33, 37, 40, 42 43,40,50. In deze positie speelde zwart 24- 30, Wit liet zich verlokken tot 40 35, waarop zwart antwoordde 3 Wit sloeg 35 1„ Zw. 16—21. W. 28 19. Zw. »1—27. W. 32 23. Zw. 9 491 Dezelfde zwnrtspeler maakte in een andere partij, toen de volgende 6tand was bereikt a<mw, g'W 2ü Zw. 17 sch. op: 3/9, 11/14, 16, 17, 18, 22, 24 25 W. 17 sch. op: 20, 27, 31/30, 38/43, 47, 48, 50. nog een aardige winst toen zijn legen- stander 50—45 speelde. Zwart vervolg de toen met 22—28 (w. 32 23) 18 29 (w 34 23). 17—21 (w. 20 17) 12 J 32 (w. 38 :27). 34—30 (w. 35 24) 14—19 (w. 23 14). 9 r 49. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1275 van P. Kleute Jr-, den Haag. Wt//. 'EB™ MM Hl Zw. 15 sch. op: 3, 7, 8, 9, 12, 13, 14, 17, 19, 21, 22, 24/27. W. 15 sch. op: 23, 28, 30, 32, 33, 34, 36, 37, 38, 42, 43, 44, 48, 49, 50. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Oplossing tweezet 441. 1. Df4. dreigt 2. Df6 mat. 1. -Dd4f 2. Ld4 mat. 1.De7f 2. Pe6 mat. Oplossing eindspel 645. 1Pf3 2. h3 Th3f 3. gh3 De5 4. Kg2 Dh2f 5. Kf3 Dh3+ 6. Kf4 g5 mat. Oplossing eindspel 848. 1. Td7 2. Lc6 Te7 3. Ke7 a6! 4. L. willekeurig ab5 enz. of 2. aö Kd6 3. b6 abt 4. a7 Te7 5 Kf0 Tb7 6. a8D hlD en wint. Of 2. Ehl Kd6 3. a0 Te7 4. Kf6 Tel 5. b6 ab6 3. a7 Tal 7. a8D Ta8 8. La8 b5 9. Kf5 b4 10. Kf4 b3 11. Kg 3b2 12. Le4 hlD en wint. Eindspel 647 Tijdschrift N. S. B. abcde'gh Wit geeft mat in drie zetten. Eindspel 648 Winowerf (Tijdschrift N. S. B.) HA r1 ili m a, wa is? Wk zmZ mM ïMüi 'mm mm /mm 0 ÉS i VA abcdefgh Wit geeft mat in 4 zetten. Tweezet 442 A Ellerman Buenos Aires. 1 glfi ■A lüi mz w 1 5 i 'f April j.1. beëindigd "met de partij EuWe— Spielmann. Euwe kon met remise tevre den zijn om de le prijs te behalen Niet temin speelden de meesters beiden scherp op winst er werd lustig op los gecombineerd. Uitslag evenwei remise na afruil der dames. Hier volgt de partij: 1. d4 Pf6. 2. c4 g6 (De zet die Euwe graag met zwart speelt) 3 g3 c6 4_d5! (Anders speelt zwart d5). cd5 5, cd5 d6 (Ons wil deze manoeuvre, ingeluid met d5 wit, niet bekoren. Wit helpt zwart aan de diagonaal voor Lg7. Ook de af ruil op do lijkt ons voor zwart niet aan bevelenswaardig. Als zwart speelt 5. Lg7. staat hij best.) 0. Pc3 Lg7 7. Lg2 0—0 8. Pf3 Pbd7. 9. 0-0 Pc5. 10. Pd4 Db6 11. a4 a3 (Belet a5 van wit maar geeft wit 't veld b5 voor zijn paard) 12. Pdb5. Lfa. 13. Le3 (om met deze L. naar d4 te gaan.) Pg4 14. Ld4 Pe5 (Om L ruil te voorkomen). 15. f4 (forceert toch afruil. Ons lijkt beter eerst 15. e4 om de L. te verjagen die straks een stevig steunpunt blijkt te zijn voor 't paard dat op e5 staat en een heele tijd 't spel beheerscht) 15Pc4! (Na 15Pd7 volgt 16. e4) 16. Lg7. Pe3 (Niet Kg7? wegens 17. Dd4f en wint een stuk. Maai wit is nu in moeielijkheden. Hij moet de d-lijn met zijn dame verlaten en heeft een leelijke open diagonaal voor de zwarte dame gemaakt. Wit moet hier zeer voor zichtig spelen. De L. op f5 belet een heele boel.) 17. DelI (Deze zet redt de situatie. Immers op 17Pb3 volgt 18. Ld4! Pd4 19. De3 Pf2f 20. Kf2 en wit blijft 't stuk voor) 17. Pc2! (Er dreigt na weer 18Pb3, Wit heeft zeer moeielijk spel.) 18. Ld4. (Wit geeft wijselijk 't stuk te rug) 18Pd4 19. Pd4. Pc3 20. De3 Dd4 21. Dd4 Pd4 22. e4. Ld7 ('t Onweer ls van de lucht af) 23. Tfdl Pc2. Nu wordt nog de sterke witte Iooped op g2 afge ruild en remise zit in de lucht) 24 Tacl. Pe3 25. Tel. Pg2 26. Kg2 Tfc8 27. b3 Tc5 28. Pe2 om ook de torens af te ruilen en remise te bereiken. Wit biedt hier re mise aan 't geen zwart accepteert. a b c d e g b Wit geeft in twee zetten mat. Ter gelegenheid van Spielmans' ver blijf in Nederland is een zeskamp ge- aiangeerd, waarin spelen Spielmann. Dr Euwe, Felderhof, Kleefstra, Mulder en Schelfhout. Deze wedstrijd werd op Zaterdag 1 De honderdste luchtreis naar Indië. De mensch in het luchtruim. Naar het einddoel. (Slot). Boven Birma. We vliegen boven Birma. Onder ons schuiven tientallen coulissen voorbij, gevormd door zwaarbegroeide berg ruggen, de een na de ander, als de coulissen van een monsterachtig groot schouwtooneel, waarbij wij, hoog in de lucht, niet behooren. Wij zijn los van de aarde. Wij vliegen hoog boven de landen, hoog boven de menschen en hun klein gedoe, hun strijden en vechten, hun leven en lijden, bun lieven en haten. Hierboven is geen haat. Hier is alleen de wijde, de ijle ruimte, de oneindigheid. Hier vliegen we voort, zwevend op de luchten, gHjdend over de wolken slierten, in pijlsnelle vaart voortgedreven door onze drie machtige metalen paarden, die te zamen de kracht van een ontzagwekkende kudde van 1350 paardenlijven in zich sluiten. Diep onder ons, meer dan 3000 meters diep, werken en zwoegen de menschel. Met het bloote oog zijn zij nog te nau- wernood waarneembaar. We moeten hun aanwezigheid meer raden dan zien uit enkele kleine oneffenheden van den bodem, waar we hun dorpen en steden in gissen. Hun kleine daden zijn geheel voor ons oog verborgen, nog meer hun kleine twisten en oneenigheden Hierboven beersebt de eenheid. Hier be gint de oneindigheid Hier is men dichter bij de bron van alle Zijn. Van hieruit krijgen we een zuiverder kijk op de beperktheid en bekrompenheid van alle verhoudingen op onze Moeder-Aarde. Daar diep onder ons, ergens langs een rivier of bergrug, of misschien zelfs langs een geheel denkbeeldige lijn,' daar hebben de menschen, daar hebben de Staatslieden een fi- duciare afscheiding getrokken, een grens tus schen twee landen. Ter weerszijden van die grens hebben de menschen verschillende be langen, aan den eenen kant ervan houdt men geen rekening meer met degenen die ter an dere zijde wonen, aan beide kanten tracht men zooveel mogelijk het eigen ik te bevoor- deelen. En wanneer de belangen vermeend of terecht tegen elkaar botsen, dan trekken ze aan beide zijden op, ter verdediging van die grenslijn en dan liggen ze, als mieren, bij millioenen in ondiepe loopgraven, die van deze hoogte zelfs met geen vergrootglas meer te zien zijn Daar trachten ze dan elkaar af te slachten zooals twee groote mierenlegers elkaar be kampen. omdat ze waarschijnlijk eikaars jacht gebied hebben betreden. Maar hoe we ook schouwen en hoe we ook turen, de Aarde toont geen verschil ter weers zijden van die grens. De grond is gelijk, de plantengroei, de dieren, ja zelfs de menschen gelijken op elkaar en hun talen zijn zijn zoo niet gelijk dan toch verwant. Voor ons op deze hoogte is er geen onderscheid, verdwij nen alle kleinmenscheüjke geschillen en twis ten, is er maar een Menschheid. De mensch zou door vliegen de juiste ver houdingen weer kunnen leeren kennen. Zijn eigen grootte en zijn eigen geringheid in het bestek der dingen De verovering der lucht. De mensch heeft de luchten veroverd. Daar kan niets ter wereld meer afbreuk aan doen, die verovering is een voldongen feit Zelfs ondanks alle onvolkomenheden in het werk van menschenhanden. Men geeft er zich zoo geen rekenschap van, maar het is een overwinning <Jie van de oudste tiiden af den menschelijken geest heef bezig gehouden en die in onzen tijd, eindelijk, afgedwongen is. De menschelijke geest heefi met ziin spankracht de materieele ruimte over spannen, hij bouwde in zijn verbeelding den weg door ge lucht en hij dwong zijn handen dien geest te volgen en ziet, er groeide een werk, dat boven de Aarde en het aardsche in den mensch uitgroeide. De mensch van deze twintigste eeuw vol bracht wat Ikaros, de symbolieke zoon van Paidalos reeds in zijn geest nastreefde toen hij pachtte zijn gevangenis op Kreta te ont vluchten, Kreta, waat we een paar dagen ge leden nog ntaar zijn overgegvlogen, op de wieken die Ikaros zich destijds aanbond Wel hebben we niet oe winden in onze heerschappij gekregen, zooals Aeolus. dien stamvader der Grieken, in 's menscneris grijze oudheid reeds had weten te verkrijgen, Aeolus, wiens vei re eilanden we ln de Thy- reensche Zee konden vermoeden, toen we de Italiaansche kust aan stuurboord lieten lig gen, maar we hebben een schepping ge bouwd, die machtiger is dan de stormwind. Aan het stuurwiel. We zitten in de cockpit. We zitten op één der twee pilotenplaatsen. Tja, dat is nog heel iets anders dan daar achter in die cabine. Hier hebben we uitzicht naar alle kanten, naar links en rechts, naar boven en beneden en ver vooruit tot over den wijden horizon. vCe drijven op 2000 meter hocgte. Ral voor ons denaert de metalen schroef van de middelste motor, gouden lichtflitsen sprankelen er over heen en doen een glans- schijnsel ontstakan in de lucht. Aan onze rechterhand zoemt de stuurboordmotor, aan onze linkerhand de derde van dit drieman schap. Met een lichten handdruk houden we het toestel in de horizontale baan. De kop van de machine teekent zich een handbreed af onder de vage horizon, de als een breede doezelige lijn, altijd even oneindig van ons verwijderd blijft. Met een uiterst lichte druk, een bewe ging waar nu bijna geen fysieke kracht voor noodig is, houden we de neus van de ma chine op de juiste hoogte, altijd die eene handbreed onder den horizon. Als zij gaat dalen, trekken we met het stuurwiel de stuur stok iets naar ons toe. een paar milimeter, een enkele centimeter hoogstens en als ze wil stijgen, duwen we haar even van ons af. juist genoeg om haar op rechte hoogte te houden. Met het stuurwiel zelf kunnen we door een enkele draaiïng elke afwijking over de een of andere zijde controleeren en onze voeten rusten op het voetenstuur, waarmee we wijde verre bochten kunnen maken, die we nu niet noodig hebben. Het doel ligt vooruit. De wind is ons gunstig. Op het instrumentenbord voor ons volgen we den gang der machine. De drie toerentellers van de drie motoren wijzen alle 1740 toeren voor onze waspen. De beide snelheidsmeters die de nominale snelheid van de machine aanwijzen, onafhan kelijk dus van wind of drift, wiizen 200 K M. De bochtenaanwijzer ligt nu stil totdat we straks van koers veranderen. De Sperrey- horizon, de kunstmatige horizon, die de al of niet horizontale ligging van het toestel aanduidt, is nu uitgeschakeld, omdat de ho rizon, ofschoon niet scherp, zich toch vol doende duidelijk afteekent om erop te vliegen. Als zij in werking wordt gesteld, dan danst die streep een tijdlang sidderend en trillend op en neer, totdat zij eindelijk tot rust geko men, ons precies onze ligging in de lucht verraadt. Dit is het belangrijkste instrument wanneer nevel en mist of wolken elke na tuurlijke controle daarop onmogelijk maakt. Tusschen ons staat het kompas, waarop we nu pal Oostwaarts sturen. Onder ons in den bodem van de cickpit is een klepje opge- slagen, waardoor we diep onder ons de aarde zien wegglijden over een gradenboog, waarop twee dwars;ijnen getrokken zijn. Zoo bepalen we onze drift- Daartusschen staan de 2 maal drie knop pen, waarmee we den gastoevoer naar de motoren kunnen regelen. Een stel onder nor male omstandigheden, 'n tweede stel als we in hoogere luchtlagen een minder rijk gas mengsel moeten geven omdat de lucht te ijl is geworden. Links in de cockpit wijst de hoogtemeter aan hoe ver we ongeveer van de aarde ver wijderd zijn. Ongeveer, want temperatuur en plaatselijke barometerstand spelen daarbij een groote rol. De hoogtemeter kan niet anders dan een relatieve aanwijzer zijn. Ikaros' hoogmoed. Zoo vliegen we voort. Een lichte wind stoot, niet anders dan een werveling in de luchten, doet de machine even daien. Te nau- wernood een handdruk op het stuur een kind zou het kunnen doen en de afwijking is weer hersteld- Wat wou die wind, als wij over 1350 paarden beschikken in de hand, terwijl de andere hand het stuurwiel luchtig jes vasthoudt. Wat wou die wind la het niet om te lachen, dat hij ons zou willen tegenhouden? Een minzame lach krult om onze lippen. Ha, ha, die wind Als of die ons iets zou kunnen doen, zoo lang die denderende paarden van ons maar blijven draaien- En dan zoo'tTliefkoozing □mduiislag, water en Purolm^Toog''daïrna"» Warm tig af, doe cr dan wat Purol oj I°0rz'ch daar overheen nog wat Purolp^ «'""ooi haal dn eiken dag, zoolang het J.L Neen, als die wind iets wil doerTT***' zijn krachten wil meten met de onze h die hij anders opkomen. Dan moet hii Vif" moet denderende snelheid meebrengenJ da hij zich ais een worstelaar tegen on moet gooien, ons slaan nu op den n.ue dan °P- etnnt-r <-v« An mof. H op vaa staan, op de vleugels van onder boven. en En dan nog? Vaster omklemt onze u het stuurwiel. Wat dan nog? Hebben we niet getoond dat we niet Ka voor hem zijn, voor de erfenis van A^n? Hebben we niet met hem rre«tr«a^„ i r- Hebben we niet met hem gestreden' Pe« lijke strijd. Een reuzenstrijd, waarin'hij ai!f' trawanten van mist, wolken en stroomên gens tegen ons in het veld bracht Waarin k» ons uren lang achtervolgde, ons hamerde J sloeg, ons deed buitelen en neerbonk? Waarin wij, mersch°n overwinnaar blijven Tsa, dat is nog eeiio een bestaan, hier L in de cockpit te zitten Met eigen door de tropenzon bruingebrto. de, sterke hand. het stuurwiel te houden. AI machine van 7500 kilo zwaarte, met 'sm lichtsten druk der hand te leiden en te sturm Wie, wie zou daaraan iets willen doen j Dit is voor menigeen geen goede piaj,s deze cockpit. Men zou er beneveld kunnen worden, men zou er zijn zinnen kunnen verliezen. Met suizende en bruisende motoren, met het «tuur. wiel in de hand, zou men zich kunnen ver" beelden de heerscher der luchten te zijn. Het duizelt ons een oogenblikj Maar dan beseffen we ook al weer dwn kleinheid, eigen onbeteekenendheid. En wie dat niet zou beseffen, die zobJW wel leeren. In de nevels en misten tam Holland. Met ijsafzetting op vleugels enao. toren, die het toestel met ijzige klauw beneden dwingt. Met stormen en regen. waat. in dat gevaarte in de lucht wordt op en na geworpen als een stroohalm, als een vedpr, Krachten die kaatsen en bal spelen met 7500 kilo, alsof het een sierlijke plumeau ware. En als dan de overige opvarenden, een grapje uithalen en allen tegelijk naar achteren loopen, dan zegt opeens de druk op het stuur, dat men ook hier in deze onbewogen lucht, niet droomen kan van 's menschen! overwinning op den afstand. De laatste loodjes. De laatste loodjes wogen hier heelemasd niet het zwaarst. Daar was alleen nog een keer het opstijgen te Calcutta in een dichte mist, die de auto bi> na den weg naar het vliegveld deed missen Maar toen we op een goeje 100 meter hoogt» zaten, toen lag die mistlaag als een dun veder dak over de stad onder Ons. En boven wal het helder vol vergezicht. We drijven over een donzen dak, waarifl zachtkens de rivieren vaag glanzen, waardoor we de rook der morgenvuren langzaam naar den einder zien wegtrekken. We komen weer boven een waterland. Rivieren en kanalen wisselen elkaar af. breedt en smalle, waterloopen kruisen elkaar, totdat we boven de delta van de Oangesmondmg koipen, een waterland waar Holland een klein kindje bij is. Met een stopwatch meten we, ten ruwste de breedte van verschillende dier mondingen, waarbij verscheiden eenige kilometers breed zijn. Dan komt de zee, de zee met riffen en eilandjes. Dan kunnen we zien hoe gevaarlijk het navigeeren kan zijn. Eindelijk komt Birma in zicht; de vlakke kuststrook en dan de bergen, de bergen die als coulissen het schouwtooneel van djt landschap vormen. Weer klimmen we hooger en we passeer® en passant de waterscheiding, het valt ons op, dat dit wel de eerste keer is dat we der gelijke scheidingen zonder zweetdroppen overtrekken. We zien dalen zich vormen groen worden, we zien dichte tropische bo* schen op de berghellingen, we zien danks alle beloften van onze bemanning geen olifanten, al zien we tal van paden c* vermoedelijk de heirwegen der olifam» kudoen in het dichte oerbosch zijn. Eindelijk dan zien we de Irawaddi. ev later de gouden pagode der &chwe Dag hel schitterend in de middagzon. We zijn Rangoon. ,lit We logeeren in het Strand Hotel, ffl® *h zicht op de hoven in de rivier gelegen. We bewonderen Rangoon, een run bouwde, goed aangelegde tropenstad. luchtige woonwijken, mooie open nare s bouwen, tuinen en parken. Er ^er^oners en regel. Alleen is het er warm. De be zeggen dat het er nog koel is. appreciatie. Verschil Van Rommelzaken Hobbeltie 215. Op het dek verkeerde men nog steeds in de grootste ongerustheid. En toen dan ook het bevel gegeven werd om op te halen, stond ieder in de grootste spanning naar de zee te turen. De lier werd voorzichtig opgewonden. Ja hoor, dat ging goed. hjaar wat kwam daa^ "u A\i\W' boven den waterspiegel uit eSer, k'a® maar een afschuwelijk zeen10 pp hij schrik sloeg de kapitein ftehtero 0p0j dek. Zooiets vreeselijks had 1 nU oO» meegemaakt. Eerst Jan :ia t>el' nog Kees Plonzelman, die f-j vrind was geweest.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6