JUi<zz£eciédek
Dxmuuhiek
m
ffliaakuétiek
JÉ*
'g! WA 'WA
m
WAM
m m
Onze Vierde April-opgave,
De juiste cijfers.
De deelsom uit onze vorige rubriek
zag er geheel volledig als volgt uit:
2489 7877685 3165
7467
4106
2489
16178
14934
12445
12445
Onze Nieuwe Opgave. (No. 5 der
'April-serie.)
De dure parel.
Een rijk man bezat een parelsnoer ter
waarde van 65000. Het snoer bestond
uit 33 parels. De middelste parel was de
grootste en de duurste. De overige pa
rels waren zoo gerangschikt, dat van
't eene einde af elke volgende parel
100 meer waard was dan de vooraf
gaande tot en met de middelste parel
•toe. Van 't andere einde af was elke
.parel 150 meer waard dan de vooraf
gaande ook tot en met de middelste.
Hoe duur was de middelste parel en
wat waren de prijzen van de eindparels?
Oplossingen (3 punten) liefst zoo
vroegtijdig mogelijk, maar uiterlijk tot
Vrijdag 5 Mei 12 uur aan den PuzzJe
Redacteur van de Alkmaarsche Courant.
gedeprecieerde valuta dan een speculatieve
beweging ontwikkeld, die alle perken te bui
ten is gegaan en in Duitschland, als „Kata-
strophenhausse", nog langen tijd zijn scha
delijke uitwerking heeft doen gevoelen. Ge-
jlukkig is op de Amsterdamsche beurs slechts
bet eerste begin van een dergelijke ontwik
keling te constateeren geweest en is dit be
ginnende inflatie-enthousiasme al gauw be
koeld, toen bleek, dat de gulden zich inter
nationaal goed op peil wist te houden.
Van een afzonderlijke koersbeweging der
verschillende afdeelingen kan niet gespro
ken worden. De koersen stegen of daalden
over de geheele linie, al naar gelang de in
flatie-vrees toenam dan wel verminderde.
Cultuuraandcelen hebben zich aan de
stemming op de productenmarkten in New
York aangesloten, maar Winstnemingen
hebben hier de reactie in de hand gewerkt.
Dit laatste geldt trouwens ook voor Konink
lijke Petroleum en voor de leidende in-
dustrieele aandeelen, die alle vrij scherp
in koers fluctueerden.
Er bestond weer veel belangstelling voor
Amerikaansche aandeelen, die bij levendigen
handel sterk stegen, maar zich ook met op
de hoogste koersen konden handhaven.
Aandeelen Philips Gloeilampen werden
gunstig beïnvloed door het bericht, dat in
verband met de ruime middelen, die door de
inkrimping van het bedrijf en de prijsdaling
beschikbaar zijn gekomen, een terugbetaling
op de aandeelen van 25 wordt over
wogen. Aandeelen Amsterdamsche Bank
konden verbeteren op de mededeeling, dat
na ruime reserveeringen een dividend van
5 zal worden betaald, tegen nihil vorig
jaar.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverlooo:
!Ned. Ind Handelsbank 53—54—51 1/4;
Amsterdamsche Bank 104 7/81101/4;
INed. Ford 115110 3/4115116;
Philips Gloeilampen 119 3/4129—125—
128 K;
Unilever 86 1/4—89—86;
iRotterd. Droogdok 104 cum. div 108 ex div
Alg. Exploratie 115^—119—118 1/4;
Kon. Petroleum 15014—155V4—149)4—
150 3/4;
'"Amsterdam Rubber 64 5/867;
Kenden? Lemboe 83 1/4—8714;
Kon. Ned. Stoomboot 113/4—13;
Handelsvereen. Amsterdam 189V/>191
18314—18614;
IJavasche Cultuur 128—129—127—131 3/4;
Deli Mij. 11554—120;
Deli Batavia Mij. 12354—132i/2—128;
Senembah Mij. 124—128;
Temoeloes 120—130;
Aan de Dammers.
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1274.
Stand.
Zvv. 7 sch. op: 2, 4, 7, 8, 9, 10, 38
W. 8 sch. op: 18, 19, 21, 23, 26, 32, 40, 43.
Oplossing.
1. 32—27 1. 38:49
2 19—13 2. 8:28
3. 18—13 3. 49 8
4. 27—22 4. 28:17
5- 21 5!
Uit de partij.
In het Aprilnummer van het Damspel
komen eenige mooie standen voor:
Zw. 11 sch. op: 3, 4, 11, 16/19. 22/25
W- 11 sch. op: 26, 28, 31, 32, 33, 37, 40,
42 43,40,50.
In deze positie speelde zwart 24- 30,
Wit liet zich verlokken tot 40 35,
waarop zwart antwoordde 3 Wit
sloeg 35 1„ Zw. 16—21. W. 28 19. Zw.
»1—27. W. 32 23. Zw. 9 491
Dezelfde zwnrtspeler maakte in een
andere partij, toen de volgende 6tand
was bereikt
a<mw,
g'W 2ü
Zw. 17 sch. op: 3/9, 11/14, 16, 17, 18, 22,
24 25
W. 17 sch. op: 20, 27, 31/30, 38/43, 47,
48, 50.
nog een aardige winst toen zijn legen-
stander 50—45 speelde. Zwart vervolg
de toen met 22—28 (w. 32 23) 18 29
(w 34 23). 17—21 (w. 20 17) 12 J 32
(w. 38 :27). 34—30 (w. 35 24) 14—19
(w. 23 14). 9 r 49.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1275 van P. Kleute Jr-, den
Haag.
Wt//. 'EB™
MM
Hl
Zw. 15 sch. op: 3, 7, 8, 9, 12, 13, 14, 17,
19, 21, 22, 24/27.
W. 15 sch. op: 23, 28, 30, 32, 33, 34, 36,
37, 38, 42, 43, 44, 48, 49, 50.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Oplossing tweezet 441.
1. Df4. dreigt 2. Df6 mat.
1. -Dd4f 2. Ld4 mat.
1.De7f 2. Pe6 mat.
Oplossing eindspel 645.
1Pf3 2. h3 Th3f 3. gh3 De5 4. Kg2
Dh2f 5. Kf3 Dh3+ 6. Kf4 g5 mat.
Oplossing eindspel 848.
1. Td7 2. Lc6 Te7 3. Ke7 a6! 4. L.
willekeurig ab5 enz. of 2. aö Kd6 3. b6
abt 4. a7 Te7 5 Kf0 Tb7 6. a8D hlD en
wint. Of 2. Ehl Kd6 3. a0 Te7 4. Kf6 Tel
5. b6 ab6 3. a7 Tal 7. a8D Ta8 8. La8 b5
9. Kf5 b4 10. Kf4 b3 11. Kg 3b2 12. Le4
hlD en wint.
Eindspel 647
Tijdschrift N. S. B.
abcde'gh
Wit geeft mat in drie zetten.
Eindspel 648
Winowerf
(Tijdschrift N. S. B.)
HA
r1
ili
m a, wa
is?
Wk
zmZ mM ïMüi
'mm mm /mm 0
ÉS i
VA
abcdefgh
Wit geeft mat in 4 zetten.
Tweezet 442
A Ellerman Buenos Aires.
1
glfi
■A lüi mz w
1 5 i
'f
April j.1. beëindigd "met de partij EuWe—
Spielmann. Euwe kon met remise tevre
den zijn om de le prijs te behalen Niet
temin speelden de meesters beiden
scherp op winst er werd lustig op los
gecombineerd. Uitslag evenwei remise
na afruil der dames.
Hier volgt de partij:
1. d4 Pf6. 2. c4 g6 (De zet die Euwe
graag met zwart speelt) 3 g3 c6 4_d5!
(Anders speelt zwart d5). cd5 5, cd5 d6
(Ons wil deze manoeuvre, ingeluid met
d5 wit, niet bekoren. Wit helpt zwart
aan de diagonaal voor Lg7. Ook de af
ruil op do lijkt ons voor zwart niet aan
bevelenswaardig. Als zwart speelt 5.
Lg7. staat hij best.) 0. Pc3 Lg7 7. Lg2
0—0 8. Pf3 Pbd7. 9. 0-0 Pc5. 10. Pd4 Db6
11. a4 a3 (Belet a5 van wit maar geeft
wit 't veld b5 voor zijn paard) 12. Pdb5.
Lfa. 13. Le3 (om met deze L. naar d4 te
gaan.) Pg4 14. Ld4 Pe5 (Om L ruil te
voorkomen). 15. f4 (forceert toch afruil.
Ons lijkt beter eerst 15. e4 om de L. te
verjagen die straks een stevig steunpunt
blijkt te zijn voor 't paard dat op e5
staat en een heele tijd 't spel beheerscht)
15Pc4! (Na 15Pd7 volgt 16.
e4) 16. Lg7. Pe3 (Niet Kg7? wegens 17.
Dd4f en wint een stuk. Maai wit is
nu in moeielijkheden. Hij moet de d-lijn
met zijn dame verlaten en heeft een
leelijke open diagonaal voor de zwarte
dame gemaakt. Wit moet hier zeer voor
zichtig spelen. De L. op f5 belet een
heele boel.) 17. DelI (Deze zet redt de
situatie. Immers op 17Pb3 volgt
18. Ld4! Pd4 19. De3 Pf2f 20. Kf2 en wit
blijft 't stuk voor) 17. Pc2! (Er
dreigt na weer 18Pb3, Wit heeft
zeer moeielijk spel.)
18. Ld4. (Wit geeft wijselijk 't stuk te
rug) 18Pd4 19. Pd4. Pc3 20. De3
Dd4 21. Dd4 Pd4 22. e4. Ld7 ('t Onweer ls
van de lucht af) 23. Tfdl Pc2. Nu wordt
nog de sterke witte Iooped op g2 afge
ruild en remise zit in de lucht) 24 Tacl.
Pe3 25. Tel. Pg2 26. Kg2 Tfc8 27. b3 Tc5
28. Pe2 om ook de torens af te ruilen en
remise te bereiken. Wit biedt hier re
mise aan 't geen zwart accepteert.
a b c d e g b
Wit geeft in twee zetten mat.
Ter gelegenheid van Spielmans' ver
blijf in Nederland is een zeskamp ge-
aiangeerd, waarin spelen Spielmann.
Dr Euwe, Felderhof, Kleefstra, Mulder
en Schelfhout.
Deze wedstrijd werd op Zaterdag 1
De honderdste luchtreis
naar Indië.
De mensch in het luchtruim.
Naar het einddoel.
(Slot).
Boven Birma.
We vliegen boven Birma.
Onder ons schuiven tientallen coulissen
voorbij, gevormd door zwaarbegroeide berg
ruggen, de een na de ander, als de coulissen
van een monsterachtig groot schouwtooneel,
waarbij wij, hoog in de lucht, niet behooren.
Wij zijn los van de aarde.
Wij vliegen hoog boven de landen, hoog
boven de menschen en hun klein gedoe, hun
strijden en vechten, hun leven en lijden, bun
lieven en haten.
Hierboven is geen haat.
Hier is alleen de wijde, de ijle ruimte, de
oneindigheid. Hier vliegen we voort, zwevend
op de luchten, gHjdend over de wolken
slierten, in pijlsnelle vaart voortgedreven
door onze drie machtige metalen paarden, die
te zamen de kracht van een ontzagwekkende
kudde van 1350 paardenlijven in zich sluiten.
Diep onder ons, meer dan 3000 meters
diep, werken en zwoegen de menschel.
Met het bloote oog zijn zij nog te nau-
wernood waarneembaar. We moeten hun
aanwezigheid meer raden dan zien uit enkele
kleine oneffenheden van den bodem, waar we
hun dorpen en steden in gissen. Hun kleine
daden zijn geheel voor ons oog verborgen,
nog meer hun kleine twisten en oneenigheden
Hierboven beersebt de eenheid. Hier be
gint de oneindigheid Hier is men dichter bij
de bron van alle Zijn.
Van hieruit krijgen we een zuiverder kijk
op de beperktheid en bekrompenheid van alle
verhoudingen op onze Moeder-Aarde.
Daar diep onder ons, ergens langs een
rivier of bergrug, of misschien zelfs langs een
geheel denkbeeldige lijn,' daar hebben de
menschen, daar hebben de Staatslieden een fi-
duciare afscheiding getrokken, een grens tus
schen twee landen. Ter weerszijden van die
grens hebben de menschen verschillende be
langen, aan den eenen kant ervan houdt men
geen rekening meer met degenen die ter an
dere zijde wonen, aan beide kanten tracht
men zooveel mogelijk het eigen ik te bevoor-
deelen. En wanneer de belangen vermeend of
terecht tegen elkaar botsen, dan trekken ze
aan beide zijden op, ter verdediging van die
grenslijn en dan liggen ze, als mieren, bij
millioenen in ondiepe loopgraven, die van
deze hoogte zelfs met geen vergrootglas meer
te zien zijn
Daar trachten ze dan elkaar af te slachten
zooals twee groote mierenlegers elkaar be
kampen. omdat ze waarschijnlijk eikaars jacht
gebied hebben betreden.
Maar hoe we ook schouwen en hoe we ook
turen, de Aarde toont geen verschil ter weers
zijden van die grens. De grond is gelijk, de
plantengroei, de dieren, ja zelfs de menschen
gelijken op elkaar en hun talen zijn zijn zoo
niet gelijk dan toch verwant. Voor ons op
deze hoogte is er geen onderscheid, verdwij
nen alle kleinmenscheüjke geschillen en twis
ten, is er maar een Menschheid.
De mensch zou door vliegen de juiste ver
houdingen weer kunnen leeren kennen. Zijn
eigen grootte en zijn eigen geringheid in het
bestek der dingen
De verovering der lucht.
De mensch heeft de luchten veroverd.
Daar kan niets ter wereld meer afbreuk aan
doen, die verovering is een voldongen feit
Zelfs ondanks alle onvolkomenheden in het
werk van menschenhanden.
Men geeft er zich zoo geen rekenschap
van, maar het is een overwinning <Jie van de
oudste tiiden af den menschelijken geest heef
bezig gehouden en die in onzen tijd, eindelijk,
afgedwongen is. De menschelijke geest heefi
met ziin spankracht de materieele ruimte over
spannen, hij bouwde in zijn verbeelding den
weg door ge lucht en hij dwong zijn handen
dien geest te volgen en ziet, er groeide een
werk, dat boven de Aarde en het aardsche in
den mensch uitgroeide.
De mensch van deze twintigste eeuw vol
bracht wat Ikaros, de symbolieke zoon van
Paidalos reeds in zijn geest nastreefde toen
hij pachtte zijn gevangenis op Kreta te ont
vluchten, Kreta, waat we een paar dagen ge
leden nog ntaar zijn overgegvlogen, op de
wieken die Ikaros zich destijds aanbond
Wel hebben we niet oe winden in onze
heerschappij gekregen, zooals Aeolus. dien
stamvader der Grieken, in 's menscneris grijze
oudheid reeds had weten te verkrijgen,
Aeolus, wiens vei re eilanden we ln de Thy-
reensche Zee konden vermoeden, toen we de
Italiaansche kust aan stuurboord lieten lig
gen, maar we hebben een schepping ge
bouwd, die machtiger is dan de stormwind.
Aan het stuurwiel.
We zitten in de cockpit.
We zitten op één der twee pilotenplaatsen.
Tja, dat is nog heel iets anders dan daar
achter in die cabine.
Hier hebben we uitzicht naar alle kanten,
naar links en rechts, naar boven en beneden
en ver vooruit tot over den wijden horizon.
vCe drijven op 2000 meter hocgte.
Ral voor ons denaert de metalen schroef
van de middelste motor, gouden lichtflitsen
sprankelen er over heen en doen een glans-
schijnsel ontstakan in de lucht. Aan onze
rechterhand zoemt de stuurboordmotor, aan
onze linkerhand de derde van dit drieman
schap.
Met een lichten handdruk houden we het
toestel in de horizontale baan. De kop van de
machine teekent zich een handbreed af onder
de vage horizon, de als een breede doezelige
lijn, altijd even oneindig van ons verwijderd
blijft. Met een uiterst lichte druk, een bewe
ging waar nu bijna geen fysieke kracht voor
noodig is, houden we de neus van de ma
chine op de juiste hoogte, altijd die eene
handbreed onder den horizon. Als zij gaat
dalen, trekken we met het stuurwiel de stuur
stok iets naar ons toe. een paar milimeter,
een enkele centimeter hoogstens en als ze wil
stijgen, duwen we haar even van ons af. juist
genoeg om haar op rechte hoogte te
houden.
Met het stuurwiel zelf kunnen we door een
enkele draaiïng elke afwijking over de een of
andere zijde controleeren en onze voeten
rusten op het voetenstuur, waarmee we wijde
verre bochten kunnen maken, die we nu niet
noodig hebben.
Het doel ligt vooruit.
De wind is ons gunstig.
Op het instrumentenbord voor ons volgen
we den gang der machine.
De drie toerentellers van de drie motoren
wijzen alle 1740 toeren voor onze waspen.
De beide snelheidsmeters die de nominale
snelheid van de machine aanwijzen, onafhan
kelijk dus van wind of drift, wiizen 200 K M.
De bochtenaanwijzer ligt nu stil totdat we
straks van koers veranderen. De Sperrey-
horizon, de kunstmatige horizon, die de al
of niet horizontale ligging van het toestel
aanduidt, is nu uitgeschakeld, omdat de ho
rizon, ofschoon niet scherp, zich toch vol
doende duidelijk afteekent om erop te vliegen.
Als zij in werking wordt gesteld, dan danst
die streep een tijdlang sidderend en trillend
op en neer, totdat zij eindelijk tot rust geko
men, ons precies onze ligging in de lucht
verraadt. Dit is het belangrijkste instrument
wanneer nevel en mist of wolken elke na
tuurlijke controle daarop onmogelijk maakt.
Tusschen ons staat het kompas, waarop
we nu pal Oostwaarts sturen. Onder ons in
den bodem van de cickpit is een klepje opge-
slagen, waardoor we diep onder ons de
aarde zien wegglijden over een gradenboog,
waarop twee dwars;ijnen getrokken zijn.
Zoo bepalen we onze drift-
Daartusschen staan de 2 maal drie knop
pen, waarmee we den gastoevoer naar de
motoren kunnen regelen. Een stel onder nor
male omstandigheden, 'n tweede stel als we
in hoogere luchtlagen een minder rijk gas
mengsel moeten geven omdat de lucht te ijl is
geworden.
Links in de cockpit wijst de hoogtemeter
aan hoe ver we ongeveer van de aarde ver
wijderd zijn. Ongeveer, want temperatuur en
plaatselijke barometerstand spelen daarbij een
groote rol. De hoogtemeter kan niet anders
dan een relatieve aanwijzer zijn.
Ikaros' hoogmoed.
Zoo vliegen we voort. Een lichte wind
stoot, niet anders dan een werveling in de
luchten, doet de machine even daien. Te nau-
wernood een handdruk op het stuur een
kind zou het kunnen doen en de afwijking
is weer hersteld- Wat wou die wind, als wij
over 1350 paarden beschikken in de hand,
terwijl de andere hand het stuurwiel luchtig
jes vasthoudt.
Wat wou die wind
la het niet om te lachen, dat hij ons zou
willen tegenhouden?
Een minzame lach krult om onze lippen.
Ha, ha, die wind
Als of die ons iets zou kunnen doen, zoo
lang die denderende paarden van ons maar
blijven draaien- En dan zoo'tTliefkoozing
□mduiislag,
water en Purolm^Toog''daïrna"» Warm
tig af, doe cr dan wat Purol oj I°0rz'ch
daar overheen nog wat Purolp^ «'""ooi
haal dn eiken dag, zoolang het J.L
Neen, als die wind iets wil doerTT***'
zijn krachten wil meten met de onze h die
hij anders opkomen. Dan moet hii Vif" moet
denderende snelheid meebrengenJ da
hij zich ais een worstelaar tegen on moet
gooien, ons slaan nu op den n.ue dan °P-
etnnt-r <-v« An mof. H op
vaa
staan, op de vleugels van onder
boven.
en
En dan nog? Vaster omklemt onze u
het stuurwiel. Wat dan nog?
Hebben we niet getoond dat we niet Ka
voor hem zijn, voor de erfenis van A^n?
Hebben we niet met hem rre«tr«a^„ i r-
Hebben we niet met hem gestreden' Pe«
lijke strijd. Een reuzenstrijd, waarin'hij ai!f'
trawanten van mist, wolken en stroomên
gens tegen ons in het veld bracht Waarin k»
ons uren lang achtervolgde, ons hamerde J
sloeg, ons deed buitelen en neerbonk?
Waarin wij, mersch°n overwinnaar blijven
Tsa, dat is nog eeiio een bestaan, hier L
in de cockpit te zitten
Met eigen door de tropenzon bruingebrto.
de, sterke hand. het stuurwiel te houden. AI
machine van 7500 kilo zwaarte, met 'sm
lichtsten druk der hand te leiden en te sturm
Wie, wie zou daaraan iets willen doen j
Dit is voor menigeen geen goede piaj,s
deze cockpit.
Men zou er beneveld kunnen worden, men
zou er zijn zinnen kunnen verliezen. Met
suizende en bruisende motoren, met het «tuur.
wiel in de hand, zou men zich kunnen ver"
beelden de heerscher der luchten te zijn.
Het duizelt ons een oogenblikj
Maar dan beseffen we ook al weer dwn
kleinheid, eigen onbeteekenendheid.
En wie dat niet zou beseffen, die zobJW
wel leeren. In de nevels en misten tam
Holland. Met ijsafzetting op vleugels enao.
toren, die het toestel met ijzige klauw
beneden dwingt. Met stormen en regen. waat.
in dat gevaarte in de lucht wordt op en na
geworpen als een stroohalm, als een vedpr,
Krachten die kaatsen en bal spelen met 7500
kilo, alsof het een sierlijke plumeau ware.
En als dan de overige opvarenden, een
grapje uithalen en allen tegelijk naar achteren
loopen, dan zegt opeens de druk op het
stuur, dat men ook hier in deze onbewogen
lucht, niet droomen kan van 's menschen!
overwinning op den afstand.
De laatste loodjes.
De laatste loodjes wogen hier heelemasd
niet het zwaarst.
Daar was alleen nog een keer het opstijgen
te Calcutta in een dichte mist, die de auto bi>
na den weg naar het vliegveld deed missen
Maar toen we op een goeje 100 meter hoogt»
zaten, toen lag die mistlaag als een dun veder
dak over de stad onder Ons. En boven wal
het helder vol vergezicht.
We drijven over een donzen dak, waarifl
zachtkens de rivieren vaag glanzen, waardoor
we de rook der morgenvuren langzaam naar
den einder zien wegtrekken.
We komen weer boven een waterland.
Rivieren en kanalen wisselen elkaar af. breedt
en smalle, waterloopen kruisen elkaar, totdat
we boven de delta van de Oangesmondmg
koipen, een waterland waar Holland een
klein kindje bij is. Met een stopwatch meten
we, ten ruwste de breedte van verschillende
dier mondingen, waarbij verscheiden eenige
kilometers breed zijn.
Dan komt de zee, de zee met riffen en
eilandjes. Dan kunnen we zien hoe gevaarlijk
het navigeeren kan zijn.
Eindelijk komt Birma in zicht; de vlakke
kuststrook en dan de bergen, de bergen die
als coulissen het schouwtooneel van djt
landschap vormen.
Weer klimmen we hooger en we passeer®
en passant de waterscheiding, het valt ons
op, dat dit wel de eerste keer is dat we der
gelijke scheidingen zonder zweetdroppen
overtrekken. We zien dalen zich vormen
groen worden, we zien dichte tropische bo*
schen op de berghellingen, we zien
danks alle beloften van onze bemanning
geen olifanten, al zien we tal van paden c*
vermoedelijk de heirwegen der olifam»
kudoen in het dichte oerbosch zijn.
Eindelijk dan zien we de Irawaddi. ev
later de gouden pagode der &chwe Dag
hel schitterend in de middagzon. We zijn
Rangoon. ,lit
We logeeren in het Strand Hotel, ffl® *h
zicht op de hoven in de rivier gelegen.
We bewonderen Rangoon, een run
bouwde, goed aangelegde tropenstad.
luchtige woonwijken, mooie open nare s
bouwen, tuinen en parken. Er ^er^oners
en regel. Alleen is het er warm. De be
zeggen dat het er nog koel is.
appreciatie.
Verschil
Van Rommelzaken Hobbeltie
215. Op het dek verkeerde men nog
steeds in de grootste ongerustheid. En
toen dan ook het bevel gegeven werd om
op te halen, stond ieder in de grootste
spanning naar de zee te turen. De lier
werd voorzichtig opgewonden. Ja hoor, dat
ging goed.
hjaar wat kwam daa^ "u A\i\W'
boven den waterspiegel uit eSer, k'a®
maar een afschuwelijk zeen10 pp hij
schrik sloeg de kapitein ftehtero 0p0j
dek. Zooiets vreeselijks had 1 nU oO»
meegemaakt. Eerst Jan :ia t>el'
nog Kees Plonzelman, die f-j
vrind was geweest.