Van Rommelzaken Hobbeltie S Stad m Omgeving Vijftig jaar A. N. W. B. ^binnenzak van een klerkenjas in geen jfficieele plaats om gerechtelijke stukken in op te bergen. Men doet dit alleen als men wade bedoelingen heeft. Verd. erkent de feiten er op grond van de getuigenverklaringen acht spr. het tenlaste (gelegde wettig en overtuigend bewezen, wat de appreciatie van de straf betreft, spr. acht de feiten schrikbarend en meent, dat men ,niet anders kan doen dan zich krachtig daartegenover stellen. Wanneer een ambfe- maar zulke feiten pleegt, is dit erger, dan iwanneer een niet-ambtenaar dit doet. wat hij gedaan heeft, zijn ambtelijke dingen; niet het ontvreemden van het geld, maar wel de -verschillende handelingen, die hij heeft ver licht met de extract-vonnissen enz. Wanneer jeersteklas klerken met een behoorlijk tracte- jment dergelijke dingen doen, waar moet het 'dan met het ambtenarencorps heen; natuur jlijk wordt hij veelzijdig gestraft; de moreele straf heeft hij al te pakken en die heeft hi; verdiend; hij is verder geschorst en za bij een veroordeeling ook worden ontslagen 31 dat moet ook; wij moeten ons corps zui veren. De staat mag geen menschen hand haven, die niet te vertrouwen zijn; gezien ihet ernstige feit verdient hij een ernstige straf. Spr. eischt tenslotte verdachtes ver- pordeeling tot een gevangenissraf van een jaar en zes maanden. De president vraagt aan verd. of hij hierop iets heeft te zeggen, doch verd., die (voortdurend zit te snikken, kan geen woord ftbrengen. De verdediging. Mr. v. d. Loos, de verdediger, gaat de fei- ■ten na. Wanneer belanghebbenden, zoo zegt (hij, op de griffie komen, om een schikking te treffen, dan vonden zij' daar get. de Vries !en vera. om de gelden te innen. Verd. heeft meermalen zich geld toegeëigend. De nood zakelijke consequentie daarvan was, dat hij ptukken, op de zaak betrekking hebbende, regmaakte. Het een volgde op het andere; len heeft dus met feiten te doen, die men liet van elkander kan scheiden feiten ge pleegd door een persoon, ontstaan door een ongeoorloofd wilsbesluit. Uit de getuigenverklaringen is gebleken, 3at wanneer ter griffie de daarvoor aange wezen menschen niet aanwezig waren, iemand van het parket het geld ontvangt Een ambtshandeling is dat niet. Hier is het ieen waarneming van zaken, omschreven in 1370 van het Burg. Wetboek. Het is lier een handeling van zaakwaarnemen iruit vloeien geen andere verplichtingen rt dan rekening en verantwoording af leggen. De vraag, of de Staat eigenaar var. het geld was, doet hier niet terzake. Spr. neent, dat er in dit geval wel sprake is van inalogie met verduistering, maar niet van verduistering zelf. Verd. ziet het ongeoorloofde van zijn han delingen in. Maandenlang is hij door angst en zorgen gekweld geweest en tenslotte heeft ihij het verdriet niet kunnen houden en alles aan vrouw en kinderen verteld. PI. meent dan ook dat er hier grond Is lyoor clementie; hij zal niet over personen maar over zaken spreken en dan moet hij toch opmerken, dat er aan de functionneering van dit staatsorgaan wat hapert, Is de bedie ning aan het parket en de griffie wel vol Idoende geschied; werd er wel gehandeld overeenkomstig de circulaire van den minis Ster, waarin bepaald wordt, en nog wel uit drukkelijk, dat de voorwaarden voor een Schikking worden vastgesteld door den amb tenaar van justitie zelf. Was het wel juist, 'dat ondergeschikten van een ambtenaar eigenlijk die voorwaarden samenstellen, pvaardoor hem de controle uit de hand Ischoot? Was het wel juist, dat menschen van 'fiet parket kwitanties teekenden namens den 'griffier; was het wel juist, dat het extract ivan vonnissen, dat naar de registratie ging |«n waarop de boeten geïnd worden, niet te rugkwam. PI. is van oordeel, dat daardoor controle ontbrak. Steekproeven werden blijk jbaar ook niet eens gehouden. Is het wel juist Mat tenslotte de griffie theoretisch 's middags «wel open was, maar praktisch dicht? Is het Man wel te verwonderen, dat personen met ben minder sterken wil zoo in verleiding ko- |men en bezwijken. En eenmaal op dien weg zijnde, daarmee doorgaan? Het feit kan ik niet goedspreken, maar wel Jhoop ik, dat de rechtbank niet evenals de 'officier de moreele schuld zoo zwaar op de Schouders van dezen verdachte zal laten drukken, Gaat het aan, om op te merken, dat hij den Staat benadeeld heeft, wanneer vaststaa dat dit orgaan minder goed functionneert ,IUwe rechtbank huldigt steeds het hooge «tandpunt, dat de feiten grondig worden on derzocht en op juridische sterkte worden ge koetst. Dit is in deze zaak ook gebeurd. Het jvooronderzoek is volledig geweest, maar het Iheeft mij pijnlijk getroffen dat juist in deze zaak het onderzoek naar den persoon heeft ontbroken. Van dezen verd kan toch niet gezegd wor den, dat hij niet voor reclasseering vatbaar is. Hij mag nu een borrel gedronken hebben en sigaretten hebben gerookt, maar hij is geen slecht mensch, meer een zwak mensch. Wij weten, dat hij een leening sloot en het geld terugbetaalde, daaruit is af te leiden, dat hij de zaak wilde goed maken. Op het oogenblik is hij daartoe nog bereid. PI. is dan ook van oordeel, dat in deze zaak een reclasseeringsraport niet kan ont breken; hij verzocht daarom de rechtbank al vorens een eindvonnis te wijzen een reclassee- ringsrapport over dezen verd. te doen uit brengen. Voorts wijst hij op de moreele straf, die verd. al te pakken heeft en op de maatschap pelijke gevolgen voor den man, voor wien het in deze tijden zeer moeilijk zal zijn een andere positie te krijgen. PI. concludeert, om is niet te zien, wie de gelden ontvangen De deurwaarder zal we! geweten hebben, da verd. wel eens gek» inde, doch get. wist dit Replieken. De Officier erkent, dat er inderdaad ver band bestaat tusschen de feiteh en dat de eene handeling logisch het gevolg was van de andere. Met de kwestie van den zaakwaar nemer was hij het met den verdediger niet eens. De griffier behoeft niet persoonlijk het geld te innen; hij verdeelt zijn werkzaamhe den en belastte den deurwaarder ermee. Deze sanctionneerde dat namens de griffie de ambtenaar van het parket wel eens het geld inde en officieel is dit dus goedgevonden. Theoretisch is dit misschien niet just. In de practijk gaat het echter zoo, dat ambtenaren, die in een kamer zitten, elkander helpen en het publiek is ermee gebaat. Het eigendomsrecht van den Staat over het geld is aanwezig, omdat hij namens den griffier het geld inde. Het publiek, dat betaalt, kan niet zien, welke functie iemand heeft, die het op de griffie ontmoet. Spr. gevoelt niets voor clementie. Drank en sigaretten zijn geen mo tieven om te zwichten, en de poging om de schuid af te doen door het sluiten van een leening, wordt teniet gedaan door de daarna gepleegde knoeierij. In dit geval vond spr. een reclasseeringsrapport absoluut niet noo- dig en de r.c. was het met hem eens. Een voorw. veroordeeling zou spr. voor een dergelijk feit absurd vinden. De nood zaak van het gevraagde tusschenvonnis zag spr. niet in en hij verzocht dan ook aan de rechtbank op dit verzoek afwijzend te be schikken. De verdediger merkte nog op, dat de of ficier wel toegeeft, dat er een handeling is, doch hij had tevergeefs op de consequenties aan deze erkenning verbonden, gewacht. De officier zegt nu wel, dat de zaak eenvoudig is, omdat verd. het geld namens den griffier inde, maar een zaakwaarnemer doet dit ook namens iemand andeis. Daar draait de kwes tie echter niet om. De minister heeft uitdruk kelijk te kennen gegeven, dat de ambtenaar zelf de voorwaarde van een schikking moet vaststellen. Daaraan is hier niet voldaan en de officier praat nu het gevolgde systeem wel goed, doch spr. acht het wel waarschijn lijk, dat de minister van Justitie daarover an ders denkt, want hierdoor wordt toch ten slotte een groot gedeelte onttrokken aan den ambtenaar van het O. M. Wanneer de Staat in zijn functionneering niet goed is, dan mag deze zich niet zoo beklagen over het feilen van een ambtenaar, dat deze daarvoor ander half jaar gevangenisstraf krijgt. PI. dringt er dan ook bij de rechtbank op aan om de schuld van verd. milder te beoordeelen dan de officier van wien hij zelden een dergelijk requisitoir hoorde. Er zijn hier strafzaken geweest van moreel ernstiger aard, waarin wel reclasseeringsrapporten zijn uitgebracht. Nu zegt de officier; wat moeten we met een reclasseeringsrapport doen. Als dit is uitge bracht, aldus pl., dan is er nog niets over de zaak beslist, maar dan heeft uw rechtbank beter kijk op den persoon van verd., die Zut- phenaar is van geboorte en dien wij hier niet voldoende kennen. Pl. blijft dan ook aan dringen op een reclasseeringsrapport over verdachte. Nadat verd. nog gezegd had ook gaarne een voorw. verooredeüng te krijgen, werd de uitspraak bepaald over een week. Ned. Indië een belangrijke rol spelen. De groote oliegebieden olie is het stookmid- del voor de schepen zijn in Amerika en op Borneo, met als uitvoerhavens Balik Papan en Tarrakan. Indien er geen uitvoer meer zou zijn Japan betrekt 96 pCt. dan moest Japan weldra levenloos worden en bi] een eventueel conflic. aangewezen zijn op Ned. Indië. Als wij, zoo ging spreker voort, tegenover Japan een slappe houding zouden aannemen, worden we zeer zeker zolder slag of stoot verdrongen. Een deel van de bevolking blijft liever met de handen over elkaar zitten en zegt: „Het kan toch niet, laten we maar niets doen pi] een conflict zou de ramp dan eenvoudig met cair zal worden. Men heeft getracht dit te I *e ov€rzjen zijn, zooalê spreker joei e tattjdendooramigratk a wel tahrt bij gevrijwaard blijven, den lammen goedzak te spelen! werkt antiseptisch, verfrischt den mond, en houdt de tanden mooi, wit en gezond. ONZE VLOOT Geslaagde propaganda-avond. De Koninklijke Nederlandsche vereent ging „Onze Vloot", afdeeling Alkmaar, kan in elk opzicht tevreden zijn met den propa ganda-avond, gisteravond in de bovenzaal van de Unie georganiseerd, waarop de lui tenant ter zee 2de klasse H. V. Quispel uit 's-Gravenhage sprak over „Onweerswolken Doven Azië en „De noodzaak van een marine voor Nederland". De voorzitter, mr. van Lookeren Cam pagne, opende met een kort woord, waarin hij zijn voldoening uitsprak over de bevredi gende opkomst, waaruit bleek dat er belang stelling en sympathie voor „Onze Vloot" be stond. Onder de aanwezigen merkten we den burgemeester op, tevens den voorzitter dezer vereeniging, afd. den Helder en talrijke jon gens en meisjes van het Nationaal Jongeren Verbond. Lezing luitenant Quispel. In een vlotte toespraak over de bovenge noemde onderwerpen heeft luitenant Quispel ons duidelijk gemaakt welke toestanden waarvan wij ons dikwijls een foutief begrip vormen er momenteel in Azië heerschen en waarom het zoo dringend noodig is voor Nederland, een goede vloot in de Indische wateren paraat te hebben, om bij gevaar te kunnen ingrijpen. Onrust in Azië. Na de gebeurtenissen op de „Zeven Pro vinciën", zoo ving luitenant Quispel on, veer aan, zien we dat de diplomaten in nève plotseling worden opgeschrikt, omdat dit voorval in de Indische wateren van hoogst ernstigen aard, een waarschuwing voor hen beteekende, dat er in Azië, in het bijzonder in Japan, China en Rusland, reeds groote onrust heerscht. Thans nog maar het gevaar van een smeulend vuurtje, dat echter bij 't minste geringste tot een enormen brand zou kunnen uitslaan, een brand die een ramp zou kunnen worden voor de geheele wereld. De groote onrust die in Azië heerscht, is een gevolg van de gespannen driehoeksverhou ding tusschen Rusland, China en Japan Spreker gaat de geschiedenis van Japan langs; een werelddeel dat vooral in de laat- zondër naar de landen gelegen aan den overkant van den Stille Oceaan, zooals Ca nada, Mexico, Nieuw Zeeland, Australië en als belangrijkste Amerika. Maar in die lan den werden de Japanners betiteld als het gele gevaar zooveel mogelijk geweerd, daar de lage loonstandaard bij deze Aziaten een groot gevaar voor de eigen bevolking be teekende. Zoo is 't dus begrijpelijk, aldus ver volgde spreker zijn betoog, dat dit tot een conflict moest leiden. Want wat moest Japan beginnen met haar te dicht wordende bevol king, wat zeker op hongersnood of eenige andere ramp zou uitloopen. Op de vraag of het voor den Japanner mogelijk is om naar Ned. Indië te emigreeren, moet bevestigend geantwoord worden. Maar aangezien de Chineesch en de Inlander een goedkoopere arbeidskracht blijken, zal deze emigratie wei nig doel hebben. Evenals Indië zou ook het vaste land van Azië klimatologisch wel ge schikt voor den Japanner zijn, doch om di verse redenen zal ook dit geen nut hebben. Japansche belangstelling voor China. Nu Japansche emigratie tot de onmoge lijkheden behoort, moest Japan op een ande re wijze het overbevolkingsvraagstuk tot een goede oplossing brengen. Spreker zette vervolgens uitvoerig uiteen, hoe Japan tenslotte is overgegaan tot ver doorgevoerde industrialisatie, teneinde de be volking nog voedsel te kunnen geven. Direct hiermede verband houdend, is natuurlijk de vraag naar grondstoffen zooals kolen en ijzer, die voor Japan op de eenvoudigste wijze uit China zouden zijn te krijgen. Is het dus te verwonderen, dat Japan reeds vanaf het begin der industrialisatie verlangend naar China heeft uitgekeken? Zoo heeft Ja pan niet altijd op een nette manier gepoogd China onder zijn invloed te krijgen, om zoo doende verzekerd te kunnen zijn van de zoo hoog noodige grondstoffen. Conflict met China. Als één der meest brutale staaltjes haalde spreker de gebeurtenis aan, die zich afspeel de in 1915, toen Japan een ultimatum aan China overlegde met 21 eischen, waaruit bleek dat Japan zeggingsschap wilde hebben speciaal over die gebieden waar de grond stoffen te vinden waren en dat. terwijl in het Westen de wereldoorlog hevig ontbrand was. China heeft die eischen eerst pas inge willigd toen Japan deze wat milder had ge maakt. China heeft het hoofd moeten bie den, doch gebruikt als tegenwapen een ern stig sabotage, die de conflicten van den laat- sten tijd tot gevolg hebben. De macht van Rusland. De toestand van het Oosten, aldus spreker, zal uitermate sterk beïnvloed worden door Rusland. Reeds in 1905 waren er moeilijkheden met Rusland betreffende den onverzettelijken wil van dit land om een ijs vrije haven te bezitten. Rusland heeft dit ook naar het Westen geprobeerd, doch stuitte daar op onoverkomelijk verzet; zoodat dit land zich maar weer Oostwaarts heeft gekeerd, gevolg gevende aan het woord van één zijner groote leiders: „Het Oosten zal ons helpen slagen naar het Westen". Steeds maar weer tracht Rusland zich economisch in het Oosten te vestigen, door een sterk sovjet-regiem in China door te voeren. On danks ernstig verzet in China ondanks veel, zeer veel bloedvergieten, is het Rusland toch gelukt China te sovjeteeren en aldaar het communisme te doen doordringen, zij het ook op niet zeer zachtzinnige wijze, waarvan spreker voorbeelden gaf. Conflict Rusland—Japan. Het communisme is in China doorgevreten om daar haar macht uit tc breiden, zooals in Mandsjoerije. Maar juist daar heeft Japan haar belangen, zoodat men daar, zoo ging spreker voort, een ernstige botsing op econo misch gebied heeft gekregen. Het is niet zoozeer wat bij velen de mee ning is een conflict in bet Oosten China tegen Japan, maar het geheimzinnig-werken- de Rusland tegen Japan is het dreigende conflict dat daar heerscht. Ook Japan be schouwt de conflicten met Rusland van veel verstrekkender aard dan de strubbelingen met China. Hoewel we, aldus spreker, thans reeds vooruit loopen op dit conflict, is het toch wel goed om de gevolgen die hieraan verbonden zijn onder de loupe te nemen. Japan breidt zijn gebied uit. Om beter beslagen ten ijs te komen, pro beert Japan zich reeds vast te zetten op de kust van Azië, daarbij ongetwijfeld de be langen ook van andere werelddealen scha dend, waardoor een conflict met de andere werelddeelen, zooals Amerika, heel wel mo gelijk is. Japan heeft als eindpunt van zijn machtsfeer de Hawaï-eilanden, Amerika heeft de Philippijnen, die, zooals het contract luidt, niet voor 1936 als legerbasis mogen ge bruikt worden. Wat daarna Daar lig Onze vloot in Indië. Op veler vraag, of onze vloot nu wel in staat is, om de Nederlandsche belangen in Indië te behartigen, mogen we volgens spre ker met gerustheid bevestigend antwoorden. Mochten vreemde olietannschepen naar de Indische havens koersen, dan is onze marine in staat deze elementen te weren. De organi satie van de marine is voldoende, om op te treden in eigen bekend gebied, bij de eigen basis, tegen een vijand die steeds moet wor den beschermd in dit geval de tanksche pen en mijlen ver van zijn basis is. Daarom moet de Nederlandsche vloot m Indië krachtig zijn en als eerste eisch moet er vertrouwen in de marine zijn. Het zelfver trouwen is niet meer zoo krachtig als vroe ger. Mede door een deel van de bevolking, dat tracht dit vertrouwen naar beneden te halen, weet ook het marinepersoneel dat, in dien het optreedt zooals op de „Zeven Provinciën" het altijd een groot deel van de bevolking achter zich zal hebben. Dit is funest. Wij moeten, zoo eindigde lui tenant Quispel, zorgen, dat onze vloot krach tig en zelfbewust wordt en met de daden on zer voorvaderen voor oogen, moeten wij hierin slagen. Mr. van Loockeren Campagne dankte den inleider voor zijn welsprekend pleidooi. De mentaliteit van een groot deel der bevolking is ernstig verslapt, zoodat het bijna ondoen lijk is om het moreel bij de weermacht op peil te houden. Slechts zooals ook in de statu ten der vereeniging staat met „de sym pathie der natie" kan een goede weermacht in stand gehouden worden. Spr. wekte de aanwezigen op, deze actie te steunen, door toe te treden tot de vereeniging „Onze Vloot". Na de pauze werden nog eenige lantaarn plaatjes van de marine vertoond, waaruit bleek dat er behoorlijk materiaal in de Indi sche wateren ligt, inplaats van zooals ve ler meening is enkele verroeste schuiten Hierna sloot de voorzitter de vergadering. Een zeer geslaagde avond voor de afd. Alkmaar, niet alleen wat betreft deze interes sante lezing, maar de vereeniging mag even eens tevreden zijn met de uitbreiding van het ledenaantal. Een bloeiende en groeiende „Onze Vloot". men miste, en drong bij yelen h*» v door, dat de A. N. W. B. den steun iedereen waard is. n vaQ zer Soms, wanneer de afhankelijk»^ r wegwijzers al te duidelijke V®" spreekt, gebeurt het ook nu nog li men tot deze overtuiging worm dat bracht. Dat is in kritieke oogenblin^ wanneer de wegwijzers hun onmish n heid ten duidelijkste demonstreer* het zelfverwijt wordt gewekt dat ea den A. N. W. B. met al zijn goede zo?*11 voor den weggebruiker niet eerder daadwerkelijk steunde. €6(k In den beginne ondervond de plaats- der wegwijzers wel eens moeiliikUj0* en tegenwerking. JKÜe<1«h Een héél sprekend voorbeeld! De Toeristenbond kon eens geen stemming krijgen voor het plaatsen v een wegwijzer in een kleine gemeeru niettegenstaande de bewegwijzering gens het vaste systeem het plaatsen v een wegwijzer op het betreffende krui? punt noodzakelijk maakte. De Bond ko alleen toestemming verkrijgen, neer men om de gemeente heen oen bekend café zou passeeren. Na - in. Zijn de belangstelling, zorgen, advie zen en financieele offers op het gebied van aanleg en onderhoud van wegen en rijwielpaden, het uitzetten der wandel wegen, de kenteekens van de verschil lende Bondsinstellingen: Bondshotels, Bondscafé's, -noenzalen, -donkere ka mers, -garages, -rijwiel en motor-her stellers, -rijwielbewaarplaatsen, -stallen, enz., reeds onder het „Timmeren aan den weg" te rangschikken, het meest spreken tot de massa de wegwijzers, welke ten getale van meer dan 35000 langs de wegen zijn geplaatst als be trouwbare en gewaardeerde bakens voor den toerist, waarvoor in den loop der jaren reeds een bedrag van meer dan acht ton gouds als het ware in den grond werd gestoken ten gerieve van alle toe risten en weggebruikers. Men kan zeggen, dat ongeveer per 5 K M. kunstweg één zoo'n Boudsvisite- kaartje is geplaatst. Dat er een wereldramp, de laatste oorlog, noodig geweest schijnt te zijn, om vele menschen tot de overtuiging te brengen van de onmisbaarheid der Bondswegwijzers, is wel hoogst teleur stellend geweest, doch in zoover toch ook weer verheugend, omdat juist in de oor- logsjaren, toen op last van onzo rogeo- nng de borden van de wegwijzers "'er- wijderd moesten worden, procentsgewijs de grootste toeneming van het ledental van den A.N.W.B. viel te constateeren. loen gevoelde men aan den lijve wat wrijven en schrijven bleek toen, dat d wethouder der gemeente de eigenaar het café wasl Later is het den Bond toch gelukt, zijn zin te krijgen. Ook wel werd op een aanvraag faJ den veldwachter geantwoord: „Ik en 4, burgemeester vinden het niet noodig" Voor dergelijke toestanden komt vm wanneer aan het plaatselijk inzichtZ bewegwijzering zou worden overgelat«ft Op het gebied van het toerisme fg d« A. N. W B. universeel. Beseffende, dat de wielrijder van van daag de watertoerist van morgen kaa zijn, de autobilist van vandaag de wan delaar van morgen, de motortoerist van vandaag de luchttoerist van morgen, de ruitertoerist van vandaag de wielrijder van morgen men ga zoo maar voor) heeft hij zijn bakens naar alle rich tingen geplaatst. Hij denkt en werkt voor alle toeristen en weggebruikers en stelt voor hen uitgaven in den vorm van kaarten, gidsen en voorwerpen, inlich tingen op toeristisch en toeristisch-tech- nisch gebied, reisplannen en grensdocu- menten beschikbaar. De Bond interesseert zich voor het behoud van natuurschoon en steunt op velerlei wijzen, ook financieel, de po gingen om vernietiging van natuur schoon tegen te gaan. De complete geschiedenis van de grensdocumenten voor motorrijtuigen berust hier te lande uitsluitend bij den A. N. W. B.-Toeristenbond voor Neder land. Uit de grenspapieren, welke hj aanvankelijk alleen aan de wielrijders verstrekt, n.1. in den tijd, dat in ons Isnd nog geen of nagenoeg geen auto's eer den gebezigd, zijn de triptieken ontstaan ten behoeve van automobilisten «mo torrijders, dank zij het initiatief vinten A. N. W. Ben meer in 't bijzonder na twee leden van zijn bestuur, n.1. de he»- ren G. A. Pos en wijlen J. C. Burkens, toen in 1897 het eerste wereldcongres van toeristenbonden in Europa te Am sterdam en Brussel werd gehouden, waarvan de oprichting van de Ligue In ternationale des A#sociations Touristes (L. I. A. T.) in 1898 te Luxemburg het gevolg is geweest, e heer Po-, is van deze internationale vereeniging per ia« nent secretaris geweest van het begin tot het uitbreken van den oorlog in 19H In de plaats van de L. I A. T kwam na den oorlog de A. I. T. tot stand, waar in alleen toegelaten werden de toeris tenbonden uit de entente-landen. Men scheen aan van'- lijk het eerste i itiatief van den A. N. W. I- in vergeten te zijnMaar de Engelscbe Automobile Association was bet nies vergeten; zij stelde toelating voor van den A. N. W. B., op grond van zijn e&r' vol en verdienstelijk verleden, waartoe dan ook besloten werd. De A. N. W. B heeft toen van *vn nieuwen zetel een dankbaar gebruik g* maakt om ook de toelating te bevorae' ren van de toeristenbonden in de an°ej' neutrale landen en in de centrale lan den, welke toelatin^ eeleidelijk tot sta kwam. Behalve het verstrekken van c. be- noodigde papieren voor buitenlandse reizen, is de reisinlichtingendlenst, ke zoowel voor het binnenland als v de geheele wereld reisplannen °Pr^an)r. informaties verstrekt, een der bei alsnog een reclasseeringsrapport te laten 3te 80 jaar zoo gevaarlijk is geworden door ^en ,zSn- mandaateilanden tusschen, die ■11° -J. r*_jhaar Avnanoia.Tfu-ht RU Aor. naar Veler mppninrr ;uitbrengen en subsidiair om aan verd. een 'voorw. veroordeeling op te leggen. Hierna volgde nog een verhoor van den griffier door den president, waaruit blijkt, dat dagelijks de griffi-ï min3tens een half uur, waarop de griffie officiéél geopend is, riet door iemand van de griffie bezet is. Aan get. de Vries was machtiging verleend om de gelden te innen, doch nimmer aan verdachte. De griffier zegt nooit te hebben geweten, dat verd. dit deed; doch als hij dit had ge weten, dit wel zou hebben goedgevonden Ontvangen gelden worden aan den deur waarder afgedragen en aan de administratie haar expansie-zucht. Bij den ontwikkelings gang van Japan zal men opmerken, dat dit land de gewoonten van het Westen trachtte over te nemen, om. zich tegen de macht van het Westen te kunnen verdedigen; zij heeft haar havens voor de vreemdelingen opengezet. In de laatste 75 jaar heeft Japan zich niet alleen sterk ontwikkeld op econo misch gebied, maar bovenal ook op imperia listisch gebied. Emigratie voor Japan. Bij een bevolking die jaarlijks ongeveer met 800.000 zielen toeneemt is het begrijpe lijk, dat de voedselvoorziening in Japan pre- naar veler meening reeds ingericht zijn tot oorlogspunten met vlootbases en vliegha- vens, aangezien op die eilanden geen vreem delingen meer worden toegelaten. „Holland let op uw saeck". Om de Japansche keten te kunnen sluiten, zou de noordpunt van Nieuw-Guinea, de zgn. vogelkop, uitermate geschikt zijn Misschien mogen we uit het Japansche verzoek om al daar te emigreeren wel opmaken dat een Ja pansche macht haar ook op dat eiland niet onwelkom is Bij een eventuëel uitbreken van bet conflict tusschen Japan en Amerika, zal zeer zeker L-L-AKJ n ---TV i 233. Voor straf moest Jan een krans af- 234. Intusschen had de dikke kok, staan aan den duiker, die zqn leven had ge- sterk was, de walvisch naar beneo-^ wandn vnnr hot yiino M.« 1 j, l_nnrliiK0 waagd voor het zijne. Nu, dat vond"-fan sleept 7n bereidde"een heerlijk» niet erg. Hij deelde graag de eer met een met het monster als hoofdsohow» ander. En zoo stapte het drietal het dek ron4i ioi se weer bij de mast kwamen- Timmeren aan den weg tot nut van 't algemeen. Over de grenzea.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6