Van Rommelzaken Hobbeltie
S
Stad m Omgeving
Vijftig jaar A. N. W. B.
^binnenzak van een klerkenjas in geen
jfficieele plaats om gerechtelijke stukken in
op te bergen. Men doet dit alleen als men
wade bedoelingen heeft.
Verd. erkent de feiten er op grond van de
getuigenverklaringen acht spr. het tenlaste
(gelegde wettig en overtuigend bewezen, wat
de appreciatie van de straf betreft, spr. acht
de feiten schrikbarend en meent, dat men
,niet anders kan doen dan zich krachtig
daartegenover stellen. Wanneer een ambfe-
maar zulke feiten pleegt, is dit erger, dan
iwanneer een niet-ambtenaar dit doet. wat
hij gedaan heeft, zijn ambtelijke dingen; niet
het ontvreemden van het geld, maar wel de
-verschillende handelingen, die hij heeft ver
licht met de extract-vonnissen enz. Wanneer
jeersteklas klerken met een behoorlijk tracte-
jment dergelijke dingen doen, waar moet het
'dan met het ambtenarencorps heen; natuur
jlijk wordt hij veelzijdig gestraft; de moreele
straf heeft hij al te pakken en die heeft
hi;
verdiend; hij is verder geschorst en za
bij een veroordeeling ook worden ontslagen
31 dat moet ook; wij moeten ons corps zui
veren. De staat mag geen menschen hand
haven, die niet te vertrouwen zijn; gezien
ihet ernstige feit verdient hij een ernstige
straf. Spr. eischt tenslotte verdachtes ver-
pordeeling tot een gevangenissraf van een
jaar en zes maanden.
De president vraagt aan verd. of hij
hierop iets heeft te zeggen, doch verd., die
(voortdurend zit te snikken, kan geen woord
ftbrengen.
De verdediging.
Mr. v. d. Loos, de verdediger, gaat de fei-
■ten na. Wanneer belanghebbenden, zoo zegt
(hij, op de griffie komen, om een schikking te
treffen, dan vonden zij' daar get. de Vries
!en vera. om de gelden te innen. Verd. heeft
meermalen zich geld toegeëigend. De nood
zakelijke consequentie daarvan was, dat hij
ptukken, op de zaak betrekking hebbende,
regmaakte. Het een volgde op het andere;
len heeft dus met feiten te doen, die men
liet van elkander kan scheiden feiten ge
pleegd door een persoon, ontstaan door een
ongeoorloofd wilsbesluit.
Uit de getuigenverklaringen is gebleken,
3at wanneer ter griffie de daarvoor aange
wezen menschen niet aanwezig waren,
iemand van het parket het geld ontvangt
Een ambtshandeling is dat niet. Hier is het
ieen waarneming van zaken, omschreven in
1370 van het Burg. Wetboek. Het is
lier een handeling van zaakwaarnemen
iruit vloeien geen andere verplichtingen
rt dan rekening en verantwoording af
leggen. De vraag, of de Staat eigenaar var.
het geld was, doet hier niet terzake. Spr.
neent, dat er in dit geval wel sprake is van
inalogie met verduistering, maar niet van
verduistering zelf.
Verd. ziet het ongeoorloofde van zijn han
delingen in. Maandenlang is hij door angst
en zorgen gekweld geweest en tenslotte heeft
ihij het verdriet niet kunnen houden en alles
aan vrouw en kinderen verteld.
PI. meent dan ook dat er hier grond Is
lyoor clementie; hij zal niet over personen
maar over zaken spreken en dan moet hij
toch opmerken, dat er aan de functionneering
van dit staatsorgaan wat hapert, Is de bedie
ning aan het parket en de griffie wel vol
Idoende geschied; werd er wel gehandeld
overeenkomstig de circulaire van den minis
Ster, waarin bepaald wordt, en nog wel uit
drukkelijk, dat de voorwaarden voor een
Schikking worden vastgesteld door den amb
tenaar van justitie zelf. Was het wel juist,
'dat ondergeschikten van een ambtenaar
eigenlijk die voorwaarden samenstellen,
pvaardoor hem de controle uit de hand
Ischoot? Was het wel juist, dat menschen van
'fiet parket kwitanties teekenden namens den
'griffier; was het wel juist, dat het extract
ivan vonnissen, dat naar de registratie ging
|«n waarop de boeten geïnd worden, niet te
rugkwam. PI. is van oordeel, dat daardoor
controle ontbrak. Steekproeven werden blijk
jbaar ook niet eens gehouden. Is het wel juist
Mat tenslotte de griffie theoretisch 's middags
«wel open was, maar praktisch dicht? Is het
Man wel te verwonderen, dat personen met
ben minder sterken wil zoo in verleiding ko-
|men en bezwijken. En eenmaal op dien weg
zijnde, daarmee doorgaan?
Het feit kan ik niet goedspreken, maar wel
Jhoop ik, dat de rechtbank niet evenals de
'officier de moreele schuld zoo zwaar op de
Schouders van dezen verdachte zal laten
drukken,
Gaat het aan, om op te merken, dat hij den
Staat benadeeld heeft, wanneer vaststaa
dat dit orgaan minder goed functionneert
,IUwe rechtbank huldigt steeds het hooge
«tandpunt, dat de feiten grondig worden on
derzocht en op juridische sterkte worden ge
koetst. Dit is in deze zaak ook gebeurd. Het
jvooronderzoek is volledig geweest, maar het
Iheeft mij pijnlijk getroffen dat juist in deze
zaak het onderzoek naar den persoon heeft
ontbroken.
Van dezen verd kan toch niet gezegd wor
den, dat hij niet voor reclasseering vatbaar
is. Hij mag nu een borrel gedronken hebben
en sigaretten hebben gerookt, maar hij is
geen slecht mensch, meer een zwak mensch.
Wij weten, dat hij een leening sloot en het
geld terugbetaalde, daaruit is af te leiden,
dat hij de zaak wilde goed maken. Op het
oogenblik is hij daartoe nog bereid.
PI. is dan ook van oordeel, dat in deze
zaak een reclasseeringsraport niet kan ont
breken; hij verzocht daarom de rechtbank al
vorens een eindvonnis te wijzen een reclassee-
ringsrapport over dezen verd. te doen uit
brengen.
Voorts wijst hij op de moreele straf, die
verd. al te pakken heeft en op de maatschap
pelijke gevolgen voor den man, voor wien het
in deze tijden zeer moeilijk zal zijn een
andere positie te krijgen. PI. concludeert, om
is niet te zien, wie de gelden ontvangen
De deurwaarder zal we! geweten hebben, da
verd. wel eens gek» inde, doch get. wist dit
Replieken.
De Officier erkent, dat er inderdaad ver
band bestaat tusschen de feiteh en dat de eene
handeling logisch het gevolg was van de
andere. Met de kwestie van den zaakwaar
nemer was hij het met den verdediger niet
eens. De griffier behoeft niet persoonlijk het
geld te innen; hij verdeelt zijn werkzaamhe
den en belastte den deurwaarder ermee. Deze
sanctionneerde dat namens de griffie de
ambtenaar van het parket wel eens het geld
inde en officieel is dit dus goedgevonden.
Theoretisch is dit misschien niet just.
In de practijk gaat het echter zoo, dat
ambtenaren, die in een kamer zitten, elkander
helpen en het publiek is ermee gebaat. Het
eigendomsrecht van den Staat over het geld is
aanwezig, omdat hij namens den griffier het
geld inde. Het publiek, dat betaalt, kan niet
zien, welke functie iemand heeft, die het op
de griffie ontmoet. Spr. gevoelt niets voor
clementie. Drank en sigaretten zijn geen mo
tieven om te zwichten, en de poging om de
schuid af te doen door het sluiten van een
leening, wordt teniet gedaan door de daarna
gepleegde knoeierij. In dit geval vond spr.
een reclasseeringsrapport absoluut niet noo-
dig en de r.c. was het met hem eens.
Een voorw. veroordeeling zou spr. voor
een dergelijk feit absurd vinden. De nood
zaak van het gevraagde tusschenvonnis zag
spr. niet in en hij verzocht dan ook aan de
rechtbank op dit verzoek afwijzend te be
schikken.
De verdediger merkte nog op, dat de of
ficier wel toegeeft, dat er een handeling is,
doch hij had tevergeefs op de consequenties
aan deze erkenning verbonden, gewacht. De
officier zegt nu wel, dat de zaak eenvoudig
is, omdat verd. het geld namens den griffier
inde, maar een zaakwaarnemer doet dit ook
namens iemand andeis. Daar draait de kwes
tie echter niet om. De minister heeft uitdruk
kelijk te kennen gegeven, dat de ambtenaar
zelf de voorwaarde van een schikking moet
vaststellen. Daaraan is hier niet voldaan en
de officier praat nu het gevolgde systeem
wel goed, doch spr. acht het wel waarschijn
lijk, dat de minister van Justitie daarover an
ders denkt, want hierdoor wordt toch ten
slotte een groot gedeelte onttrokken aan den
ambtenaar van het O. M. Wanneer de Staat
in zijn functionneering niet goed is, dan mag
deze zich niet zoo beklagen over het feilen
van een ambtenaar, dat deze daarvoor ander
half jaar gevangenisstraf krijgt. PI. dringt
er dan ook bij de rechtbank op aan om de
schuld van verd. milder te beoordeelen dan
de officier van wien hij zelden een dergelijk
requisitoir hoorde. Er zijn hier strafzaken
geweest van moreel ernstiger aard, waarin
wel reclasseeringsrapporten zijn uitgebracht.
Nu zegt de officier; wat moeten we met een
reclasseeringsrapport doen. Als dit is uitge
bracht, aldus pl., dan is er nog niets over de
zaak beslist, maar dan heeft uw rechtbank
beter kijk op den persoon van verd., die Zut-
phenaar is van geboorte en dien wij hier niet
voldoende kennen. Pl. blijft dan ook aan
dringen op een reclasseeringsrapport over
verdachte.
Nadat verd. nog gezegd had ook gaarne
een voorw. verooredeüng te krijgen, werd de
uitspraak bepaald over een week.
Ned. Indië een belangrijke rol spelen. De
groote oliegebieden olie is het stookmid-
del voor de schepen zijn in Amerika en op
Borneo, met als uitvoerhavens Balik Papan
en Tarrakan. Indien er geen uitvoer meer
zou zijn Japan betrekt 96 pCt. dan
moest Japan weldra levenloos worden en bi]
een eventueel conflic. aangewezen zijn op
Ned. Indië. Als wij, zoo ging spreker voort,
tegenover Japan een slappe houding zouden
aannemen, worden we zeer zeker zolder slag
of stoot verdrongen.
Een deel van de bevolking blijft liever met
de handen over elkaar zitten en zegt: „Het
kan toch niet, laten we maar niets doen pi]
een conflict zou de ramp dan eenvoudig met
cair zal worden. Men heeft getracht dit te I *e ov€rzjen zijn, zooalê spreker joei e
tattjdendooramigratk a wel tahrt bij gevrijwaard blijven,
den lammen goedzak te spelen!
werkt antiseptisch,
verfrischt den mond,
en houdt de tanden
mooi, wit en gezond.
ONZE VLOOT
Geslaagde propaganda-avond.
De Koninklijke Nederlandsche vereent
ging „Onze Vloot", afdeeling Alkmaar, kan
in elk opzicht tevreden zijn met den propa
ganda-avond, gisteravond in de bovenzaal
van de Unie georganiseerd, waarop de lui
tenant ter zee 2de klasse H. V. Quispel uit
's-Gravenhage sprak over „Onweerswolken
Doven Azië en „De noodzaak van een marine
voor Nederland".
De voorzitter, mr. van Lookeren Cam
pagne, opende met een kort woord, waarin
hij zijn voldoening uitsprak over de bevredi
gende opkomst, waaruit bleek dat er belang
stelling en sympathie voor „Onze Vloot" be
stond. Onder de aanwezigen merkten we den
burgemeester op, tevens den voorzitter dezer
vereeniging, afd. den Helder en talrijke jon
gens en meisjes van het Nationaal Jongeren
Verbond.
Lezing luitenant Quispel.
In een vlotte toespraak over de bovenge
noemde onderwerpen heeft luitenant Quispel
ons duidelijk gemaakt welke toestanden
waarvan wij ons dikwijls een foutief begrip
vormen er momenteel in Azië heerschen
en waarom het zoo dringend noodig is voor
Nederland, een goede vloot in de Indische
wateren paraat te hebben, om bij gevaar te
kunnen ingrijpen.
Onrust in Azië.
Na de gebeurtenissen op de „Zeven Pro
vinciën", zoo ving luitenant Quispel on,
veer aan, zien we dat de diplomaten in
nève plotseling worden opgeschrikt, omdat
dit voorval in de Indische wateren van
hoogst ernstigen aard, een waarschuwing
voor hen beteekende, dat er in Azië, in het
bijzonder in Japan, China en Rusland, reeds
groote onrust heerscht. Thans nog maar het
gevaar van een smeulend vuurtje, dat echter
bij 't minste geringste tot een enormen brand
zou kunnen uitslaan, een brand die een ramp
zou kunnen worden voor de geheele wereld.
De groote onrust die in Azië heerscht, is een
gevolg van de gespannen driehoeksverhou
ding tusschen Rusland, China en Japan
Spreker gaat de geschiedenis van Japan
langs; een werelddeel dat vooral in de laat-
zondër naar de landen gelegen aan den
overkant van den Stille Oceaan, zooals Ca
nada, Mexico, Nieuw Zeeland, Australië en
als belangrijkste Amerika. Maar in die lan
den werden de Japanners betiteld als het
gele gevaar zooveel mogelijk geweerd,
daar de lage loonstandaard bij deze Aziaten
een groot gevaar voor de eigen bevolking be
teekende. Zoo is 't dus begrijpelijk, aldus ver
volgde spreker zijn betoog, dat dit tot een
conflict moest leiden. Want wat moest Japan
beginnen met haar te dicht wordende bevol
king, wat zeker op hongersnood of eenige
andere ramp zou uitloopen. Op de vraag of
het voor den Japanner mogelijk is om naar
Ned. Indië te emigreeren, moet bevestigend
geantwoord worden. Maar aangezien de
Chineesch en de Inlander een goedkoopere
arbeidskracht blijken, zal deze emigratie wei
nig doel hebben. Evenals Indië zou ook het
vaste land van Azië klimatologisch wel ge
schikt voor den Japanner zijn, doch om di
verse redenen zal ook dit geen nut hebben.
Japansche belangstelling voor
China.
Nu Japansche emigratie tot de onmoge
lijkheden behoort, moest Japan op een ande
re wijze het overbevolkingsvraagstuk tot een
goede oplossing brengen.
Spreker zette vervolgens uitvoerig uiteen,
hoe Japan tenslotte is overgegaan tot ver
doorgevoerde industrialisatie, teneinde de be
volking nog voedsel te kunnen geven. Direct
hiermede verband houdend, is natuurlijk de
vraag naar grondstoffen zooals kolen en
ijzer, die voor Japan op de eenvoudigste
wijze uit China zouden zijn te krijgen. Is het
dus te verwonderen, dat Japan reeds vanaf
het begin der industrialisatie verlangend
naar China heeft uitgekeken? Zoo heeft Ja
pan niet altijd op een nette manier gepoogd
China onder zijn invloed te krijgen, om zoo
doende verzekerd te kunnen zijn van de zoo
hoog noodige grondstoffen.
Conflict met China.
Als één der meest brutale staaltjes haalde
spreker de gebeurtenis aan, die zich afspeel
de in 1915, toen Japan een ultimatum aan
China overlegde met 21 eischen, waaruit
bleek dat Japan zeggingsschap wilde hebben
speciaal over die gebieden waar de grond
stoffen te vinden waren en dat. terwijl in
het Westen de wereldoorlog hevig ontbrand
was. China heeft die eischen eerst pas inge
willigd toen Japan deze wat milder had ge
maakt. China heeft het hoofd moeten bie
den, doch gebruikt als tegenwapen een ern
stig sabotage, die de conflicten van den laat-
sten tijd tot gevolg hebben.
De macht van Rusland.
De toestand van het Oosten, aldus spreker,
zal uitermate sterk beïnvloed worden door
Rusland. Reeds in 1905 waren er
moeilijkheden met Rusland betreffende den
onverzettelijken wil van dit land om een ijs
vrije haven te bezitten. Rusland heeft dit
ook naar het Westen geprobeerd, doch
stuitte daar op onoverkomelijk verzet; zoodat
dit land zich maar weer Oostwaarts heeft
gekeerd, gevolg gevende aan het woord van
één zijner groote leiders: „Het Oosten zal
ons helpen slagen naar het Westen". Steeds
maar weer tracht Rusland zich economisch
in het Oosten te vestigen, door een sterk
sovjet-regiem in China door te voeren. On
danks ernstig verzet in China ondanks veel,
zeer veel bloedvergieten, is het Rusland toch
gelukt China te sovjeteeren en aldaar het
communisme te doen doordringen, zij het ook
op niet zeer zachtzinnige wijze, waarvan
spreker voorbeelden gaf.
Conflict Rusland—Japan.
Het communisme is in China doorgevreten
om daar haar macht uit tc breiden, zooals in
Mandsjoerije. Maar juist daar heeft Japan
haar belangen, zoodat men daar, zoo ging
spreker voort, een ernstige botsing op econo
misch gebied heeft gekregen.
Het is niet zoozeer wat bij velen de mee
ning is een conflict in bet Oosten China
tegen Japan, maar het geheimzinnig-werken-
de Rusland tegen Japan is het dreigende
conflict dat daar heerscht. Ook Japan be
schouwt de conflicten met Rusland van veel
verstrekkender aard dan de strubbelingen
met China. Hoewel we, aldus spreker, thans
reeds vooruit loopen op dit conflict, is het
toch wel goed om de gevolgen die hieraan
verbonden zijn onder de loupe te nemen.
Japan breidt zijn gebied uit.
Om beter beslagen ten ijs te komen, pro
beert Japan zich reeds vast te zetten op de
kust van Azië, daarbij ongetwijfeld de be
langen ook van andere werelddealen scha
dend, waardoor een conflict met de andere
werelddeelen, zooals Amerika, heel wel mo
gelijk is.
Japan heeft als eindpunt van zijn
machtsfeer de Hawaï-eilanden, Amerika
heeft de Philippijnen, die, zooals het contract
luidt, niet voor 1936 als legerbasis mogen ge
bruikt worden. Wat daarna Daar lig
Onze vloot in Indië.
Op veler vraag, of onze vloot nu wel in
staat is, om de Nederlandsche belangen in
Indië te behartigen, mogen we volgens spre
ker met gerustheid bevestigend antwoorden.
Mochten vreemde olietannschepen naar de
Indische havens koersen, dan is onze marine
in staat deze elementen te weren. De organi
satie van de marine is voldoende, om op te
treden in eigen bekend gebied, bij de eigen
basis, tegen een vijand die steeds moet wor
den beschermd in dit geval de tanksche
pen en mijlen ver van zijn basis is.
Daarom moet de Nederlandsche vloot m
Indië krachtig zijn en als eerste eisch moet er
vertrouwen in de marine zijn. Het zelfver
trouwen is niet meer zoo krachtig als vroe
ger. Mede door een deel van de bevolking,
dat tracht dit vertrouwen naar beneden te
halen, weet ook het marinepersoneel dat, in
dien het optreedt zooals op de „Zeven
Provinciën" het altijd een groot deel van
de bevolking achter zich zal hebben.
Dit is funest. Wij moeten, zoo eindigde lui
tenant Quispel, zorgen, dat onze vloot krach
tig en zelfbewust wordt en met de daden on
zer voorvaderen voor oogen, moeten wij
hierin slagen.
Mr. van Loockeren Campagne dankte den
inleider voor zijn welsprekend pleidooi. De
mentaliteit van een groot deel der bevolking
is ernstig verslapt, zoodat het bijna ondoen
lijk is om het moreel bij de weermacht op peil
te houden. Slechts zooals ook in de statu
ten der vereeniging staat met „de sym
pathie der natie" kan een goede weermacht
in stand gehouden worden. Spr. wekte de
aanwezigen op, deze actie te steunen, door
toe te treden tot de vereeniging „Onze
Vloot".
Na de pauze werden nog eenige lantaarn
plaatjes van de marine vertoond, waaruit
bleek dat er behoorlijk materiaal in de Indi
sche wateren ligt, inplaats van zooals ve
ler meening is enkele verroeste schuiten
Hierna sloot de voorzitter de vergadering.
Een zeer geslaagde avond voor de afd.
Alkmaar, niet alleen wat betreft deze interes
sante lezing, maar de vereeniging mag even
eens tevreden zijn met de uitbreiding van het
ledenaantal. Een bloeiende en groeiende
„Onze Vloot".
men miste, en drong bij yelen h*» v
door, dat de A. N. W. B. den steun
iedereen waard is. n vaQ
zer
Soms, wanneer de afhankelijk»^
r wegwijzers al te duidelijke V®"
spreekt, gebeurt het ook nu nog li
men tot deze overtuiging worm dat
bracht. Dat is in kritieke oogenblin^
wanneer de wegwijzers hun onmish n
heid ten duidelijkste demonstreer*
het zelfverwijt wordt gewekt dat ea
den A. N. W. B. met al zijn goede zo?*11
voor den weggebruiker niet eerder
daadwerkelijk steunde. €6(k
In den beginne ondervond de plaats-
der wegwijzers wel eens moeiliikUj0*
en tegenwerking. JKÜe<1«h
Een héél sprekend voorbeeld!
De Toeristenbond kon eens geen
stemming krijgen voor het plaatsen v
een wegwijzer in een kleine gemeeru
niettegenstaande de bewegwijzering
gens het vaste systeem het plaatsen v
een wegwijzer op het betreffende krui?
punt noodzakelijk maakte. De Bond ko
alleen toestemming verkrijgen,
neer men om de gemeente heen oen
bekend café zou passeeren. Na -
in.
Zijn de belangstelling, zorgen, advie
zen en financieele offers op het gebied
van aanleg en onderhoud van wegen en
rijwielpaden, het uitzetten der wandel
wegen, de kenteekens van de verschil
lende Bondsinstellingen: Bondshotels,
Bondscafé's, -noenzalen, -donkere ka
mers, -garages, -rijwiel en motor-her
stellers, -rijwielbewaarplaatsen, -stallen,
enz., reeds onder het „Timmeren aan
den weg" te rangschikken, het meest
spreken tot de massa de wegwijzers,
welke ten getale van meer dan 35000
langs de wegen zijn geplaatst als be
trouwbare en gewaardeerde bakens voor
den toerist, waarvoor in den loop der
jaren reeds een bedrag van meer dan
acht ton gouds als het ware in den grond
werd gestoken ten gerieve van alle toe
risten en weggebruikers.
Men kan zeggen, dat ongeveer per 5
K M. kunstweg één zoo'n Boudsvisite-
kaartje is geplaatst.
Dat er een wereldramp, de laatste
oorlog, noodig geweest schijnt te zijn,
om vele menschen tot de overtuiging te
brengen van de onmisbaarheid der
Bondswegwijzers, is wel hoogst teleur
stellend geweest, doch in zoover toch ook
weer verheugend, omdat juist in de oor-
logsjaren, toen op last van onzo rogeo-
nng de borden van de wegwijzers "'er-
wijderd moesten worden, procentsgewijs
de grootste toeneming van het ledental
van den A.N.W.B. viel te constateeren.
loen gevoelde men aan den lijve wat
wrijven en schrijven bleek toen, dat d
wethouder der gemeente de eigenaar
het café wasl Later is het den Bond toch
gelukt, zijn zin te krijgen.
Ook wel werd op een aanvraag faJ
den veldwachter geantwoord: „Ik en 4,
burgemeester vinden het niet noodig"
Voor dergelijke toestanden komt vm
wanneer aan het plaatselijk inzichtZ
bewegwijzering zou worden overgelat«ft
Op het gebied van het toerisme fg d«
A. N. W B. universeel.
Beseffende, dat de wielrijder van van
daag de watertoerist van morgen kaa
zijn, de autobilist van vandaag de wan
delaar van morgen, de motortoerist van
vandaag de luchttoerist van morgen, de
ruitertoerist van vandaag de wielrijder
van morgen men ga zoo maar voor)
heeft hij zijn bakens naar alle rich
tingen geplaatst. Hij denkt en werkt
voor alle toeristen en weggebruikers en
stelt voor hen uitgaven in den vorm van
kaarten, gidsen en voorwerpen, inlich
tingen op toeristisch en toeristisch-tech-
nisch gebied, reisplannen en grensdocu-
menten beschikbaar.
De Bond interesseert zich voor het
behoud van natuurschoon en steunt op
velerlei wijzen, ook financieel, de po
gingen om vernietiging van natuur
schoon tegen te gaan.
De complete geschiedenis van de
grensdocumenten voor motorrijtuigen
berust hier te lande uitsluitend bij den
A. N. W. B.-Toeristenbond voor Neder
land. Uit de grenspapieren, welke hj
aanvankelijk alleen aan de wielrijders
verstrekt, n.1. in den tijd, dat in ons Isnd
nog geen of nagenoeg geen auto's eer
den gebezigd, zijn de triptieken ontstaan
ten behoeve van automobilisten «mo
torrijders, dank zij het initiatief vinten
A. N. W. Ben meer in 't bijzonder na
twee leden van zijn bestuur, n.1. de he»-
ren G. A. Pos en wijlen J. C. Burkens,
toen in 1897 het eerste wereldcongres
van toeristenbonden in Europa te Am
sterdam en Brussel werd gehouden,
waarvan de oprichting van de Ligue In
ternationale des A#sociations Touristes
(L. I. A. T.) in 1898 te Luxemburg het
gevolg is geweest, e heer Po-, is van
deze internationale vereeniging per ia«
nent secretaris geweest van het begin
tot het uitbreken van den oorlog in 19H
In de plaats van de L. I A. T kwam
na den oorlog de A. I. T. tot stand, waar
in alleen toegelaten werden de toeris
tenbonden uit de entente-landen.
Men scheen aan van'- lijk het eerste
i itiatief van den A. N. W. I- in
vergeten te zijnMaar de Engelscbe
Automobile Association was bet nies
vergeten; zij stelde toelating voor van
den A. N. W. B., op grond van zijn e&r'
vol en verdienstelijk verleden, waartoe
dan ook besloten werd.
De A. N. W. B heeft toen van *vn
nieuwen zetel een dankbaar gebruik g*
maakt om ook de toelating te bevorae'
ren van de toeristenbonden in de an°ej'
neutrale landen en in de centrale lan
den, welke toelatin^ eeleidelijk tot sta
kwam.
Behalve het verstrekken van c.
be-
noodigde papieren voor buitenlandse
reizen, is de reisinlichtingendlenst,
ke zoowel voor het binnenland als v
de geheele wereld reisplannen °Pr^an)r.
informaties verstrekt, een der bei
alsnog een reclasseeringsrapport te laten 3te 80 jaar zoo gevaarlijk is geworden door ^en ,zSn- mandaateilanden tusschen, die
■11° -J. r*_jhaar Avnanoia.Tfu-ht RU Aor. naar Veler mppninrr
;uitbrengen en subsidiair om aan verd. een
'voorw. veroordeeling op te leggen.
Hierna volgde nog een verhoor van den
griffier door den president, waaruit blijkt,
dat dagelijks de griffi-ï min3tens een half
uur, waarop de griffie officiéél geopend is,
riet door iemand van de griffie bezet is. Aan
get. de Vries was machtiging verleend om de
gelden te innen, doch nimmer aan verdachte.
De griffier zegt nooit te hebben geweten,
dat verd. dit deed; doch als hij dit had ge
weten, dit wel zou hebben goedgevonden
Ontvangen gelden worden aan den deur
waarder afgedragen en aan de administratie
haar expansie-zucht. Bij den ontwikkelings
gang van Japan zal men opmerken, dat dit
land de gewoonten van het Westen trachtte
over te nemen, om. zich tegen de macht
van het Westen te kunnen verdedigen; zij
heeft haar havens voor de vreemdelingen
opengezet. In de laatste 75 jaar heeft Japan
zich niet alleen sterk ontwikkeld op econo
misch gebied, maar bovenal ook op imperia
listisch gebied.
Emigratie voor Japan.
Bij een bevolking die jaarlijks ongeveer
met 800.000 zielen toeneemt is het begrijpe
lijk, dat de voedselvoorziening in Japan pre-
naar veler meening reeds ingericht zijn tot
oorlogspunten met vlootbases en vliegha-
vens, aangezien op die eilanden geen vreem
delingen meer worden toegelaten.
„Holland let op uw saeck".
Om de Japansche keten te kunnen sluiten,
zou de noordpunt van Nieuw-Guinea, de zgn.
vogelkop, uitermate geschikt zijn Misschien
mogen we uit het Japansche verzoek om al
daar te emigreeren wel opmaken dat een Ja
pansche macht haar ook op dat eiland niet
onwelkom is
Bij een eventuëel uitbreken van bet conflict
tusschen Japan en Amerika, zal zeer zeker
L-L-AKJ n ---TV i
233. Voor straf moest Jan een krans af- 234. Intusschen had de dikke kok,
staan aan den duiker, die zqn leven had ge- sterk was, de walvisch naar beneo-^
wandn vnnr hot yiino M.« 1 j, l_nnrliiK0
waagd voor het zijne. Nu, dat vond"-fan sleept 7n bereidde"een heerlijk»
niet erg. Hij deelde graag de eer met een met het monster als hoofdsohow»
ander. En zoo stapte het drietal het dek
ron4i ioi se weer bij de mast kwamen-
Timmeren aan den weg tot nut
van 't algemeen.
Over de grenzea.