Alkmaarsche Courant. (Radionieuws SeuUleton J>xxHMtciaat 7lieums Honden! tffl en dertigste Jaargang. DONDERDAG 11 MEI Het mysterie van het diamanten kruis. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. G. P. OE. HWR WERKWIJZE EK INTRIGES No. 111 1933 Vrijdag 12 Mei. t Hilversum, 296 M. (8.12.4. 8. en 11—12.— VARA, de VPRO van 8.—11.— en de AVRO van 12.—4.— uur). 8Gra mofoonplaten. 10.— VPRO-morgen wijding. 10 15 Concert E. Elsas, viool en Joh. Jong, orgel 1110 P. J. Kersjr.: Onze keuken. 11 40 Declamatie R. Numan. 12— Gramo foonplaten. 12.30 Omroeporkest o.l.v N. Treep en gramofoonplaten. 2.— Mr. J. de Vries* Palestina. 2.30 Vervolg concert. 3 4 Gramofoonplaten. 4.— Gramofoonpl. 5_ Kinderuur. 5 30 Piatrogibaskwartet •o.l.v. J. Carlquist. 6.15 Orgelspel Joh. 'jong. 6.20 Piter Jelles-herdenking. 7.20 De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst. 7.45 Gra mofoonplaten. 8.Cursus door Ds. F. Dy- Jcema. 8.30 Concert door 't Haagsche Strijk kwartet. 9.Causerie door mr. F. M. Weste- rouen van Meeteren. 9.30 Concert. 10.— (Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias 10.15 Lezing door H. Rutters 10.45 Gramo foonplaten. 11Orgelspel door Cor Steyn 11.30—12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Algemeen programma, ie verzorgen door de NCRV). 8.Schrift lezing en meditatie. 8.159.30 Gramofoon platen. 10.30 Morgendienst o.l.v. Ds. L. J 5 Crousaz. 11.Concert. Mevr. M. Ver fioeven, viool. J. G. Meyer, cello en mej. J Verver, piano. 12.15 Gramofoonpl. 12 30 *—2.Trio v. d. Horst m. m. v. J. H. Cinkel, clarinet. 2.30 Chr. Lectuur. 3 Huish Raadgevingen. 3.30 Orgelspel. 4.30 Voor amateur-fotografen. 5.Concert. J. v (Helden, viool en Elsa Nolthenius, piano 6Dr. Ir. C. Kooy: De nieuwe koers. 6.30 Causerie A. J. Herwig. 7.15 Ned. Chr. Pers bureau. 7.30 Literaire causerie door dr. J van Ham. 8.Amsterd. Orkestvereen o.l.v Fr. van Diepenbeek. 9.A. J. L. Looyen: 'De oogst van het water. 9.30—10.45 Vervolg 'concert ca. 10.Vaz Dias. 10.4511.45 Gramofoonplaten. Davenlry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding 9 50 Tijdsein, berichten. 10.05—10.20 Le zing. 11.20 Orgelspel M. Vinden. 12 05 Haydn Heard's orkest. 120 Voor scholen (2.20 Gramofoonplaten. 2.50 Concert. 'Kaufman, mezzo-sopraan en het W. Reeves kwartet. 3.35 Northern Studio-orkest o.l.v. Bridge m. m. v. J. Lingard. fluit. 4.35 Kin deruur. 5.20 Berichten. 5.50 Brahms' Sona fes voor viool en piano. 6.15, 6.30, 6.50 en 7.20 Lezingen. 7.35 Brahmsconcert uit de iQueens' Hall. BBQ-Symphonie-orkest m. m v A. Busch, viool,-fl.l.v. A. Boult. 8.30 Ber, 8.45 Vervolg concert. 9.30 Voordracht. 9.35 Giramofoonplaten. 10.0511.20 Geraldo's fTango-orkest en de Savoy Hotel Orpheans. Parijs „Radio-Paris"1724 M. 7.05, 11.50, 6 40 en 8.05 Gramofoonplaten. 8.20 „Le voi nuptial", spel van Croisset. Kalundborg, 1153 M. 11.20—12 50 C. Ry dahl's orkest. 2.204.20 Radio-harmonie orkest m. m. v. solisten o.l.v. L. Gröndahl 7.30 Muzikaal hoorspel o.l.v. L. Gröndahl 9Moderne piano-muziek door V. Fischer, 9 35 Deensche muziek door het Omroep orkest o.l.v. Gröndahl. 10.2011.50 Dans muziek Langenberg, 473 M. 6.35 Gramofoonpl 11.20 Werag-orkest en-koor o.l.v. Breuer 12.20 Concert o.l.v. Wolf. 1.50 Gramofoon platen. 3.50 Concert, sopraan, cembalo en piano. 7.25 Werag-Kleinorkest o.l.v. Eysoldt 9 45 Gramofoonplaten. 10.05—11.20 Con eert. Rome, 441 M. 8.05 Syraphonie-concert .o.l v. Cui. 10.15 Berichten. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 1120 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 12.30 Gramofoonplaten. 4.20 Omroeporkest o.l.v, André. 5.50 Gramofoonpl. 6.15 Zang-recital 7.20 Herdenkingsprogramma m. m v. De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst, kinderkoor, VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot en To v d Sluys, sopraan. 508 M.: 11.20 Omroep kleinorkest o.l.v. Leemans. 12.30 Gramo foonplaten. 4.20 Symphonieconcert o.l.v. Kumps. 5.35 Gramofoonplaten. 5.50 Kwar tetconcert. 6.10 Omroepkleinorkest o.l.v. Lee mans. 7.20 Vocaal concert m. nr v. het Om roeporkest o.l.v. Fr. André 9.45 Dansmu Ziek. Zeesen1635 M. 7.20 Concert door het Frankfurter Omroeporkest o.l.v. Merten m m. v W. Wörle, tenor. 8.50 „25 minuten vor Redaktionsschlusz", reportage 9.20 en 10.05 Berichten. 10.20—11.50 Kamermuziek uit Leipzig. uit het Engersch van Chester K. S. Steele door A. W v. E.v R. .47' HOOFDSTUK XVIII. Amy wordt op de proef gesteld. Hoewel het niet zoo erg was, als eerst beweerd was, had Sallie Page toch een zwaren schok gekregen en was zij op den rand des doods geweest. Oogen- blikkelijk ingrijpen van den dokter van het ziekenhuis had haar zwak hart, dat door den electrischen stroom was aan gedaan, eenigszins hersteld. Dit, en nog andere dingen, vernam ko lonel Ashley, toen hij zich van de Ho mestead naar den juwelierswinkel had gespoed, zijn vertrouwden helper, Jack Young, in het hotel achterlatend, om zoowel Larch als Harry King in het oog te houden, hoewel geen van beiden van zins scheen, zoo plotseling heen te gaan „Vertel er mij wat meer van", zei de kolonel, toen hij met mr. Kettridge in den matig verlichten winkel zat, nadat Sallie Page naar het ziekenhuis was ge- V r ij d a g. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 9.35—9.50 Daventn 9.50-10.20, Midi. Reg. 1120-1?20 Lo.n.d'.ARef. 12-2^-13.05, Midi. 13$ 14.40, Daventry, 14.50—23.20 17^1'q^T^? ^5-mo, Zeesen 19 5(>-20-50. Zee sen 20.5023.05, Leipzig 23.05—23.50. door ESSAD BEY. HOOFDSTUK VII. HET „PARADIJS" IN EIGEN LAND. SOLOWKI, HET HEILIGE EILANü! In de vijftiende eeuw trokken door de wouden van het Noorden drie monni ken, Sossima, Sawwatij en Germann. Zij klommen over met ijs bedekte rot sen, staken de meren over en bereikten zoo de barre kusten van de Witte Zee Uit dikke boomstammen bouwden zij een groot vlot en kozen zee. Na een moeilijken en gevaarlijken tocht land den zij eindelijk aan een uitgestrekt, on bewoond, met bosschen bedekt eiland. D drie monniken bleven op dit eiland, voedden zich met plantenwortels en bouwden een kleine kapel ter eere van de Moeder Gods. Zoo ontstond het be roemde Solowezk-klooster, in den volks mond eenvoudig Solowki genoemi, dat zich snel uitbreidde. Vijf maanden van het jaar was het eiland van de wereld afgesloten, in de overige maanden werd het verkeer met het vasteland onderhouden door kleine schepen, die voortdurend bedevaartgan gers naar het eiland brachten. Toen ech ter na den langen, strengen poolwinter van het jaar 1917 weder een aantal stoomschepen van het vasteland kwa men, brachten zij geen pelgrims mede Sombere, gewapende mannen zetten voet aan land, die den monniken meedeel den, dat er geen Czaar en geen Rusland meer bestond, maar slechts een nog niet nader te definieeren gebied, genaamd R S.F.S.R., dat tot taak had, iedere vroomheid en iederen godsdienst te be strijden. De rijkdommen van het kloos ter werden in beslag genomen, het groot ste deel der monniken verdreven, de kerken geschonden en het kruis ver vangen door de Sovjetster. Toen de burgeroorlog was afgeloopen, rees de vraag, op welke wijze men deze verovering het best kon gebruiken. De Solowezk-archipel bood ruimte voor honderdduizenden, maar het was niet aan te nemen, dat iemand buiten de monniken zich vrijwillig in deze wilder nis zou begeven. Het eiland bleef eenzaam en verlaten, totdat het waakzame oog van kameraad Bokia, den leider van alle gevangenis sen en concentratiekampen der G. P oe, het weer op de landkaart ontdekte, Kameraad Bokia zag onmiddellijk de mogelijkheden, die voor de Tsjeka in het eiland staken. Als „concentratiekamp voor klassevijandige elementen" was het onovertroffen. Concentratiekampen had de Tsjeka vanaf haar stichting in het programma opgenomen. Het doel dezer kampen was in de eerste plaats de isoleering van de breede massa van klassevijanden, die per saldo toch niet allen konden worden gedood. Onder de Noordelijke gebieden was het Solovvki-eiland voor dit doel het meest geschikt. In de eerste plaats was de vlucht hier volkomen uitgesloten dan was er zeer veel ruimte en tenslotte konden de gevangenen als dwangarbei ders worden gebruikt. Zoo werd het be ruchte „Slon" gesticht, het verschrikke lijkste der Russische tuchthuizm, waar thans tallooze dwangarbeiders worden geherbergd. Gedurende de zeven ijsvrije maanden werden iedere week massa's bannelin gen naar Solowki gevoerd. Hun vergrij pen zijn al even verschillend als hun afkomst. Echte actieve contra-revolu tionnairen zijn er eigenlijk niet te vin den. Die brengen het niet zoo ver. Ver bannen worden alleen zij, die er van verdacht worden, eens contra-revoluti- onnairen te kunnen worden Zij zijn meestal geestelijken, vroegere ambte naren, officieren, kooplieden en intel lectueelen. Zij alle vallen onder het begrip „K. R dat is: contra-revolution nair. Een andere, zeer kleine categorie vormen de z.g. „politieken", die wegens hun politieke overtuiging verbannen zijn. Alleen zij hebben het recht, zich „politiek" te noemen, die lid zijn van een der socialistische partijen, sociaal democratie, sociaal-revolutionnairen enz. Zij vormen zelfs op Solowki een ge sloten kaste, die wegens relaties met de Europeesche socialisten en derhalve met het oog op de publieke opinie in Europa anders wordt behandeld dan de simpele misdadigers, die onder de K R." vallen. Die „K R." zijn menschen, die vaak zonder vorm van proces op straat zijn gearresteerd en naar Solowki verbannen. Na aankomst op het eiland worden de ballingen, nadat de socialisten zijn af gezonderd, in groote, onverwarmde, bouwvallige barakken ondergebracht Daar zitten de bisschoppen, generaals, zakkenrollers en oplichters naast elkaar. Al deze menschen moeten worden ver pleegd, bewaakt en aan dwangarbeid geholpen. Maar dit probleem heeft de G. P. oe op verbluffende wijze opgelost door het geheele eiland tot een soort vrije com mune te maken Er bevindt zich daar geen enkele Sovjet-ambtenaar, geen en kele soldaat of andere functionnaris. Het eiland wordt officieel door de ge vangenen bestuurd. Deze maatregel heeft natuurlijk de meest tragische ge volgen gehad. Het geheele leven op het eiland, de dwangarbeid enz. worden ge regeld door de verbannen Tsjeka-isten, dus door individuen, waarmede zelfs de G. P. oe niets te maken wil hebben. Onmiddellijk na aankomst worden de vroegere Tsjeka-isten afgezonderd. Zij krijgen geweren en zweepen en beginnen in de verbanning hun Tsjeka-istenbe- staan voort te zetten, ongehinderd door het strenge reglement der G. P. oe. Waar zij van huis uit reeds tot de erg ste elementen der Tsjeka behocren, kan men zich voorstellen, welk een toestand het commando dezer elite bewerkt. De Tsjeka-isten zijn meestal verbannen voor drie, vijf of tien jaar, maar de G. P. oe-commissie, die jaarlijks het eiland bezoekt, bevrijdt haar dienaren regelmatig reeds na een jaar, wanneer zij door hun gedrag op het eiland hun trouw aan de partij genoegzaam bewe zen hebben. Het leven der gevangenen is militair georganiseerd- Het geheele eiland is permanent in staat van beleg verklaard en iedere gevangene van de hoogere categorie heeft het recht, de andere gevangenen zonder meer neer te schie ten. Die lagere gevangenen zijn georga niseerd in afdeelingen en leven in ba rakken, die noch behoorlijk worden verwarmd noch gereinigd. Een deel slaapt op den vloer, daar er niet genoeg britsen zijn. In den winter, wanneer het schrikbarend koud is, worden de man nen georganiseerd tot z.g. „warmte- groepen": vier of vijf mannen slapen dicht tegen elkaar aangedrongen, om door de natuurlijke warmte hun licha men te beschermen. De werkdag begint des morgens te zes uur. Dan krijgen de gevangenen in roestige kroezen warm water, dat als ontbijt geldt. Dweepers met hygiëne kunnen er desnoods hun gezicht mee wasschen. Na het „ontbijt" worden de gevangenen in rijen opgesteld. Nadat de dienstdoende Tsjeka-ist verschenen is, moeten alle gevangenen, bisschoppen, kooplieden en dieven, exerceoren. In hun lompen bieden zij een afschuwelij ken aanblik. Na het exerceeren wordt den gevangenen hun daktaak bekend gemaakt. De werkdag is op Solowki on begrensd: hij duurt tot de gevangene zijn taak heeft volbracht. Bij de verdee ling wordt noch op ouderdom noch op lichamelijke dispositie gelet. Onder opzicht der Tsjeka-isten bege ven de gevangenen zich aan den arbeid Te twaalf uur wordt de eenige maaltijd van den dag gebracht: een pond zwart brood en een bord soep. Als de gevan gene zijn werk naar het inzicht der Tsjeka-isten ni t behoorlijk doet, wordt ook dit rantsoen nog gekort. Het werk bestaat uit houthakken, wegenbouwen, hout vervoeren enz. In de ijzige stormen van het hooge Noorden zwoegen de vaak in lompen gehulde gevangenen. Dag en nacht doorkruisen de Tsjeka-isten het eiland om het werk te inspecteeren. Als iemand niet op tijd klaar is, dan moet hij zoo noodig den geheelen nacht door werken, waarna hem 's morgens weer de volledige taak wordt opgedragen. Laat in den nacht keeren de gevangenen naar bracht. „Waardoor kreeg zij dien schok?" „Door dezelfde electrische draden waardoor miss Brill onlangs getroffen werd. Ik had den electriciën al gezegd ze weg te halen, maar het was nog niet gebeurd." „Maar ik dacht, dat er geen stroom meer in die draden zat, na het vorige ongeluk, mr. Kettridge!" „Dat was ook zoo! Maar dan moet de stroom er op een andere manier in zijn gekomen, en ik was er de onschuldige oorzaak van". „U? Hoezoo?" „Door op een knop te drukken, op de tafel, waaraan James Darcy gewoonlijk zat." „Een electrische knop op Darcy'i tafel?" „Ja, kijkt U zelf maar! Ik heb een electriciën laten komen, om alles weg te halen. Ik zal de heele electrische lei ding laten vernieuwen. Dit was maar iets tijdelijks, en nu Darcy, naar het schijnt, allerlei verbindingen heeft ge maakt voor zijn draaibank, kun je nooit zeggen, wanneer iemand een schok kan krijgen of niet!" „Hoe gebeurde het?" vroeg de kolonel, toen de juwelier hem naar het deel van den winkel bracht, waar Darcy's werk tafel stond, achter de horloge-uitstalkas- ten. Het wees nu bijna middernacht, en de barakken terug, vormen hun „warmte-groepen" en slapen in de sme rige, van ongedierte wemelende ver trekken in het gunstigste geval tot den morgen. Maar vaak ook worden zij mid den in den nacht gewekt om een of an- de- „haastwerk" te verrichten. De ge vangenen worden voor hun arbeid niet betaald. Voor zoover de barakken geen plaats bieden, slapen de ballingen in de vroegere kerken. De regeering der socialistische Sov jet-Republieken staat op het standpunt, dat zij haar budget niet onnoodig moet belasten met uitgaven voor het kamp op Solowki. Dit standpunt wordt ge deeld door de G. P. oe, die het voldoende vindt, de gevangenen op staatskosten naar het eiland te brengen. Op dezen grond is ook het geheele gebied tot eco nomische eenheid verklaard, die voor zichzelf heeft te zorgen. Het bestuur, de z.g. „Oeslon", verkoopt het hout, dat op het eiland wordt gehakt, aan de Sovjet- regeering. Waar de arbeidskrachten niets kosten, kan het hout zeer goedkoop worden aangeboden. Sovjetschepen brengen het naar Engeland, Nederland en Duitschland. Het aantal bannelingen is enorm. Op 1 Mei 1930 bedroeg het 662.000, die alle, met uitzondering van Tsjeka-isten en socialisten, dwangarbeid moesten ver richten. Ook in de koudste perioden wordt den gevangenen geen winterklee- ding geven en de bijlen en zagen, die zij gebruiken, zijn van de slechtste kwa liteit. Daarbij is het werk, dat den zie ken menschen, die vaak niet jong meer zijn, wordt opgedragen, zelfs voor ge zonde beroepsarbeiders te zwaar. Bezwijkt een dezer ongelukkigen on der den last, dan wordt niet alleen hij, maar de geheele groep gestraft. De zachtste vorm van straf is geeseling. Voor de oogen der Tsjeka-isten moeten de arbeiders hun ineengezakten lotge noot geeselen. Helpt ook deze geeseling niet, dan wordt het slachtoffer aan een boom gebonden, zoodat armen en voeten aan den stam worden bevestigd en het lichaam hangt als bij een gekruisigde. Het verlaten van het werkterrein wordt met den dood gestraft. Daar een pond brood niet voldoende voedsel is voor hen, die zeer zwaren arbeid ver richten, heeft het kampbestuur in die gevallen het rantsoen verhoogd. De boscharbeiders krijgen dagelijks extra een bord haring of een bord soep van paardenvleesch. De haringen zijn meest al bedorven en de soep is walgelijk. Ook de krachtigste gevangene kan op den duur het regime van Solowki niet verdragen. Het aantal doodsgevallen is dan ook ontzettend. In 1929 en 1930 zijn 71.000 gevangenen gestorven. Dit ver schijnsel verontrustte zelfs de G. P oe en haar vertegenwoordigers op het eiland vroegen Bokia, toen hij Solowki bezocht, of de regeering hen niet ter verantwoording zou roepen. Het ant woord van Bokia luidde: „Wij sturen naar Solowki alleen contra-revolution- nairen en andere vijanden der Sovjet- Unie." Het spreekt vanzelf, dat des winters een groot aantal arbeiders doodvriest. De bewoners van Solowki zijn niet al leen mannen. Op 1 Mei 1930 waren er 73.285 vrouwen en 18.932 kinderen tus- schen 13 en 17 jaar. De vrouwen wor den verdeeldd in prostituéés, die bij een razzia zijn gevangen en eenvoudig op gezonden, en „klassevijandige elemen ten", zooals intellectueelen en nonnen Beide categorieën leven in dezelfde ba rakken. Ook de vrouwen moeten dwang arbeid verrichten: drooglegging van moerassen, pannenbakkerij enz. Vrouwen uit den gegoeden stand wor den bij voorkeur tewerkgesteld bij de reiniging der privaten e. d. De meeste gevangenen zijn veroor deeld tot de gewone termijnen van drie, vijf of tien jaar. Kans, levend het eiland te verlaten, hebben slechts zij die tot drie jaar zijn veroordeeld. De anderen gaan te gronde ,als zij zich niet bereid verklaren, als opzichters hun lotgenoo- ten te onderdrukken. In het laatste ge val nemen zij hun intrek in huizen en krijgen vermindering van straftijd. Voor menschelijkheid is op dit eiland geen plaats meer. Men is op wederzijd- sche vernietiging aangewezen. Ont vluchting is onmogelijk, slechts van de kusten van het vasteland konden eeni gen ontsnappen, die daar te wérk wa ren gesteld. Solowki, het heilige eiland, is niet de eenige kolonisatieplaats der G. P. oe. Bijna alle kloosters 'an het Noorden zijn in dergelijke concentratiekampen ver anderd. Ook in die kampen heerschen toestanden, die voor Solowki niet onder doen. NIEUWE NIEDORP. Op de algemeene vergadering van de Begrafenisvereeniging ten huize van H. J. Kossen alhier waren aanwezig 17 leden. De voorzitter, de heer G Gayaard, open de met een woord van welkom. De secretaris, de heer P. Stuijdes las het jaarverslag dat onder dank aan de samen stelling wérd goedgekeurd. De heer Coops bracht namens de reke ningcommissie verslag uit over het nazien der rekening. De ontvangsten hebben bedragen 1958,15 en de uitgaven 2113,43, zoodat een verlies is te boeken van 155,28. Het totaal kassaldo bedroeg op 1 Jan. 1933 2173,72. De rekening werd goedgekeurd en den penningmeester gedechargeerd. Gedurende het afgeloopen jaar hebben 19 begrafenissen plaats gehad, 13 van leden-en 6 van niet-leden. Op de begrafenissen van niet-leden is een verlies geleden van 38,52. En op de be grafenissen van leden was een tekort te boe ken van 152,37. De heer Jb. v. d. Stok sprak zijn bevreem ding uit dat op begrafenissen van niet-leden een verlies is te boeken. Toegelicht werd dat zulks hoofdzakelijk zijn oorzaak vindt in de afschrijvingen. De heer v. d. Stok drong er op aan hiermede rekening te houden. Er behoeft geen groote winst gemakt te worden, maar op niet-leden mag toch niet verloren worden. In plaats van den heer Coops werd naast de heer J. Keuken en Kossen tot rekening commissielid aangewezen de heer S. G. WiL De heer Gaijaard werd herkozen als be stuurslid. Naar aanleiding van het door eenige leden gedane voorstel om den afstand, waarvoor geen lijkkoets of rijtuig gebruikt behoeft te worden, te verlengen, deelde het bestuur mede, dat het art. 2 van het reglement onver anderd wenscht te laten en de afstand voor vrijstelling van lijkkoets of rijtuig door het Bestuur blijft bepaald vanaf de Slijksteeg» brug tot de brug bij de Zaagmolenhaven, waarmede de vergadering na toelichting ac- coord gaat. Medegedeeld werd dat als kleedingbe- waarder is benoemd Joh. Scheltens; als reserve-voorlooper en aanzegger R. Rougoor; dat de pogingen om een afd. op te richten te Oude Niedorp is mislukt, inmiddels zelf een vereeniging heeft opgericht. Het afgeloopen jaar geeft een vooruitgang van 5 leden aan. Het bestuursvoorstel om de contributie over 1933 met 25 te verlagen, werd na toelichting en bespreking door de vergade ring aangenomen. Het bestuursvoorstel om het gratis ver strekken van één volgrijtuig in te trekken werd door de vergadering verworpen. Een voorstel om bij niet gebruiken van het volgrijtuig het kostende bedrag a 8 (het welk tot heden aan den belanghebbende wordt terugbetaald) voortaan in te houden, zal voor 't volgend jaar op de convocatie worden gezet. Bij de rondvraag besprak de heer Lodder de mogelijkheid dat de vereeniging hare be middeling verleend voor het verkrijgen van een nieuwe begraafplaats. Volgens de heer Lodder is zulks hoog noodig, en hij zou den gemeenteraad willen verzoeken de werkloozen, welke nu toch ooit te werk worden gesteld, te werk te stellen aan een nieuwe begraafplaats. Toegelicht werd aat een en ander eigenlijk geen zaak is voor onze vereeniging, waarbij nog komt, dat de gemeenteraad volkomen op de hoogte is met bedoelde situatie, maar deze toch nog niet zoo erg is als de heer Lodder voorstelt. Na bespreking achtte de vergadering het dan ook gewenscht dat de vereeniging zicb verder met deze zaak niet bemoeid. Onder dank voor de aangename bespra kingen sloot de voorzitter de vergadering. de opwinding over het ongeluk, dat Sal lie was overkomen, was bedaard, daar zich op dat late avonduur niet zooveel volk voor den winkel verzameld had, als op een vroeger uur het geval zou zijn geweest. „Wel, het gebeurde zoo", verklaarde I Kettridge, „we zouden morgen uitver koop houden van enkele dingen. Nadat de bedienden weg waren gegaan, maak te ik er alles voor klaar de uitstalling en zoo meer, en toen merkte ik, dat ik hulp noodig had. Het had niets te be- teekenen, het was maar een beetje ge pruts, om de dingen een aardig aanzien te geven, waarmee een vrouw beter overweg kan dan een man. Ik had miss Brill wel kunnen opbellen, maar dat j deed ik liever niet, omdat zij den heelen dag al hard gewerkt had. Toen dacht ik aan Sallie Page. Zij is weliswaar doof, maar zij is een heelen tijd in de familie geweest, om zoo te zeggen, en weet vrij veel van den winkel en de goederen af. Zij is vlug, hoewel zij oud is, daarom riep ik haar om negen uur naar beneden en wij begonnen aan het werk. Hoe het precies gebeurde, weet ik niet. Ik liep om de werktafel heen, waar Dar-1 cy gewoonlijk juweelen zette en repara- tiewerk deed. en Sallie stond tegenover mij bij de uitstalkast. Ik wilde meer licht laten vallen op een sieraad, dat ik in mijn hand had, en drukte gedachte loos op een knop, die ik aan Darcy's ta fel zag. Die was mij nooit eerder opge vallen, ik ontdekte hem, toen ik toeval lig eenige werktuigen op zij schoof. Nauwelijks had ik den stroom inge schakeld, of ik hoorde Sallie gillen en ik zag haar achterover vallen. Zonder het te weten, had ik haar een schok toege bracht" „Dat was vreemd!" mompelde de ko lonel. „Laat mij dien knop eens zien! „Ik wil hem ook wel eens zien!" klonk opeens een andere stem in den halfdon- keren winkel, en toen beiden zich ont steld omkeerden, zagen zij detective Carroll glimlachend voor zich staan. „Ik vernam, dat er hier weer een on geluk was gebeurd", ging hij, nog steeds glimlachend, voort, „daarom kwam ik eens kijken. De zijdeur stond open en ik liep naar binnen. U hebt mij zeker niet hooren komen! Deze rubberhakken maken geen leven." „Inderdaad, als je daarop hebt geloo- pen, en niet op je zolen!" merkte de ko lonel norsch op. „Wat wil je eigenlijk zien?" „De electrische knop op Darcy's tafel! was het antwoord. „Ik kon niet helpen, dat ik hoorde, wat U zei, mr. Kettridge, en al had ik het kunnen voorkomen, dan had ik het nog niet gedaan, want dit is iets zeer belangrijks! Het maakt er de zaak. voor uw. vriend niet beter op, LANGENDIJK. Naar wij vernemen, bestaat er niet vee! animo voor het te velde keuren van aardap pelen. Den 15den Mei zal de inschrijving worden gesloten. Naar men ons mededeelde is tot heden veel minder ingeschreven dan verleden jaar. De behaalde resultaten met den handel in goedgekeurde pootaardappelen van verleden jaar zullen hieraan zeker niet vreemd zijn. kolonel Ashley!" De woorden klonken spottend. „Dat weet ik nog zoo niet", was het koele antwoord. „Als ik het goed begre pen heb, leiden de draden naar de elec trische draaibank, en zij kunnen wel toevallig met andere draden in aanra king zijn gekomen." „Ja, natuurlijk!" gaf Carroll toe. „Maar we kunnen ook wel zeggen, dat zij er opzettelijk overheen zijn gelegdl Het is een nieuw verdoovingsmiddel een oude dame eerst een electrischen schok te bezorgen en haar daarna dt hersens in te slaan of met een mes te steken, maar het is een heel goed mid del! Ik moet dien knop eens zien! Ik dacht, dat ik hier misschien iets interes sants zou vinden, toen ik van den schok van die oude meid hoorde, en ik had het niet mis!" De kolonel noch mr. Kettridge konden daar iets tegenin brengen en bleven lij delijk toekijken, terwijl Carroll op zijn gemak rondkeek. Daarna telefoneerde hij om Haliday, een detective van den officier van justitie, en daarna om den hoofdmonteur bij den politieseindienst, en met hun drieën onderzochten en pro beerden zij de electrische draden. „Wat denkt U er van?" vroeg mr. Ket tridge aan den kolonel, toen het weer stil en donker was geworden in den winkel. .(Wordt yeryojgd^, 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5