Alkmaarsche Courant.
(Radionieuws
SeuUleton
J>xxHMtciaat 7lieums
Honden! tffl en dertigste Jaargang.
DONDERDAG 11 MEI
Het mysterie van het
diamanten kruis.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
G. P. OE.
HWR WERKWIJZE EK INTRIGES
No. 111 1933
Vrijdag 12 Mei.
t Hilversum, 296 M. (8.12.4. 8. en
11—12.— VARA, de VPRO van 8.—11.—
en de AVRO van 12.—4.— uur). 8Gra
mofoonplaten. 10.— VPRO-morgen wijding.
10 15 Concert E. Elsas, viool en Joh. Jong,
orgel 1110 P. J. Kersjr.: Onze keuken.
11 40 Declamatie R. Numan. 12— Gramo
foonplaten. 12.30 Omroeporkest o.l.v N.
Treep en gramofoonplaten. 2.— Mr. J. de
Vries* Palestina. 2.30 Vervolg concert. 3
4 Gramofoonplaten. 4.— Gramofoonpl.
5_ Kinderuur. 5 30 Piatrogibaskwartet
•o.l.v. J. Carlquist. 6.15 Orgelspel Joh.
'jong. 6.20 Piter Jelles-herdenking. 7.20 De
Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst. 7.45 Gra
mofoonplaten. 8.Cursus door Ds. F. Dy-
Jcema. 8.30 Concert door 't Haagsche Strijk
kwartet. 9.Causerie door mr. F. M. Weste-
rouen van Meeteren. 9.30 Concert. 10.—
(Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias
10.15 Lezing door H. Rutters 10.45 Gramo
foonplaten. 11Orgelspel door Cor Steyn
11.30—12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma,
ie verzorgen door de NCRV). 8.Schrift
lezing en meditatie. 8.159.30 Gramofoon
platen. 10.30 Morgendienst o.l.v. Ds. L. J
5 Crousaz. 11.Concert. Mevr. M. Ver
fioeven, viool. J. G. Meyer, cello en mej. J
Verver, piano. 12.15 Gramofoonpl. 12 30
*—2.Trio v. d. Horst m. m. v. J. H.
Cinkel, clarinet. 2.30 Chr. Lectuur. 3
Huish Raadgevingen. 3.30 Orgelspel. 4.30
Voor amateur-fotografen. 5.Concert. J. v
(Helden, viool en Elsa Nolthenius, piano
6Dr. Ir. C. Kooy: De nieuwe koers. 6.30
Causerie A. J. Herwig. 7.15 Ned. Chr. Pers
bureau. 7.30 Literaire causerie door dr. J
van Ham. 8.Amsterd. Orkestvereen o.l.v
Fr. van Diepenbeek. 9.A. J. L. Looyen:
'De oogst van het water. 9.30—10.45 Vervolg
'concert ca. 10.Vaz Dias. 10.4511.45
Gramofoonplaten.
Davenlry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding
9 50 Tijdsein, berichten. 10.05—10.20 Le
zing. 11.20 Orgelspel M. Vinden. 12 05
Haydn Heard's orkest. 120 Voor scholen
(2.20 Gramofoonplaten. 2.50 Concert.
'Kaufman, mezzo-sopraan en het W. Reeves
kwartet. 3.35 Northern Studio-orkest o.l.v.
Bridge m. m. v. J. Lingard. fluit. 4.35 Kin
deruur. 5.20 Berichten. 5.50 Brahms' Sona
fes voor viool en piano. 6.15, 6.30, 6.50 en
7.20 Lezingen. 7.35 Brahmsconcert uit de
iQueens' Hall. BBQ-Symphonie-orkest m. m
v A. Busch, viool,-fl.l.v. A. Boult. 8.30 Ber,
8.45 Vervolg concert. 9.30 Voordracht. 9.35
Giramofoonplaten. 10.0511.20 Geraldo's
fTango-orkest en de Savoy Hotel Orpheans.
Parijs „Radio-Paris"1724 M. 7.05, 11.50,
6 40 en 8.05 Gramofoonplaten. 8.20 „Le voi
nuptial", spel van Croisset.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—12 50 C. Ry
dahl's orkest. 2.204.20 Radio-harmonie
orkest m. m. v. solisten o.l.v. L. Gröndahl
7.30 Muzikaal hoorspel o.l.v. L. Gröndahl
9Moderne piano-muziek door V. Fischer,
9 35 Deensche muziek door het Omroep
orkest o.l.v. Gröndahl. 10.2011.50 Dans
muziek
Langenberg, 473 M. 6.35 Gramofoonpl
11.20 Werag-orkest en-koor o.l.v. Breuer
12.20 Concert o.l.v. Wolf. 1.50 Gramofoon
platen. 3.50 Concert, sopraan, cembalo en
piano. 7.25 Werag-Kleinorkest o.l.v. Eysoldt
9 45 Gramofoonplaten. 10.05—11.20 Con
eert.
Rome, 441 M. 8.05 Syraphonie-concert
.o.l v. Cui. 10.15 Berichten.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 1120
Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 12.30
Gramofoonplaten. 4.20 Omroeporkest o.l.v,
André. 5.50 Gramofoonpl. 6.15 Zang-recital
7.20 Herdenkingsprogramma m. m v. De
Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst, kinderkoor,
VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot en To v
d Sluys, sopraan. 508 M.: 11.20 Omroep
kleinorkest o.l.v. Leemans. 12.30 Gramo
foonplaten. 4.20 Symphonieconcert o.l.v.
Kumps. 5.35 Gramofoonplaten. 5.50 Kwar
tetconcert. 6.10 Omroepkleinorkest o.l.v. Lee
mans. 7.20 Vocaal concert m. nr v. het Om
roeporkest o.l.v. Fr. André 9.45 Dansmu
Ziek.
Zeesen1635 M. 7.20 Concert door het
Frankfurter Omroeporkest o.l.v. Merten m
m. v W. Wörle, tenor. 8.50 „25 minuten vor
Redaktionsschlusz", reportage 9.20 en 10.05
Berichten. 10.20—11.50 Kamermuziek uit
Leipzig.
uit het Engersch van Chester K. S. Steele
door A. W v. E.v R.
.47'
HOOFDSTUK XVIII.
Amy wordt op de proef gesteld.
Hoewel het niet zoo erg was, als eerst
beweerd was, had Sallie Page toch een
zwaren schok gekregen en was zij op
den rand des doods geweest. Oogen-
blikkelijk ingrijpen van den dokter van
het ziekenhuis had haar zwak hart, dat
door den electrischen stroom was aan
gedaan, eenigszins hersteld.
Dit, en nog andere dingen, vernam ko
lonel Ashley, toen hij zich van de Ho
mestead naar den juwelierswinkel had
gespoed, zijn vertrouwden helper, Jack
Young, in het hotel achterlatend, om
zoowel Larch als Harry King in het oog
te houden, hoewel geen van beiden van
zins scheen, zoo plotseling heen te gaan
„Vertel er mij wat meer van", zei de
kolonel, toen hij met mr. Kettridge in
den matig verlichten winkel zat, nadat
Sallie Page naar het ziekenhuis was ge-
V r ij d a g.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 9.35—9.50 Daventn
9.50-10.20, Midi. Reg. 1120-1?20
Lo.n.d'.ARef. 12-2^-13.05, Midi. 13$
14.40, Daventry, 14.50—23.20
17^1'q^T^? ^5-mo, Zeesen
19 5(>-20-50. Zee
sen 20.5023.05, Leipzig 23.05—23.50.
door
ESSAD BEY.
HOOFDSTUK VII.
HET „PARADIJS" IN EIGEN LAND.
SOLOWKI, HET HEILIGE EILANü!
In de vijftiende eeuw trokken door de
wouden van het Noorden drie monni
ken, Sossima, Sawwatij en Germann.
Zij klommen over met ijs bedekte rot
sen, staken de meren over en bereikten
zoo de barre kusten van de Witte Zee
Uit dikke boomstammen bouwden zij
een groot vlot en kozen zee. Na een
moeilijken en gevaarlijken tocht land
den zij eindelijk aan een uitgestrekt, on
bewoond, met bosschen bedekt eiland.
D drie monniken bleven op dit eiland,
voedden zich met plantenwortels en
bouwden een kleine kapel ter eere van
de Moeder Gods. Zoo ontstond het be
roemde Solowezk-klooster, in den volks
mond eenvoudig Solowki genoemi, dat
zich snel uitbreidde.
Vijf maanden van het jaar was het
eiland van de wereld afgesloten, in de
overige maanden werd het verkeer met
het vasteland onderhouden door kleine
schepen, die voortdurend bedevaartgan
gers naar het eiland brachten. Toen ech
ter na den langen, strengen poolwinter
van het jaar 1917 weder een aantal
stoomschepen van het vasteland kwa
men, brachten zij geen pelgrims mede
Sombere, gewapende mannen zetten voet
aan land, die den monniken meedeel
den, dat er geen Czaar en geen Rusland
meer bestond, maar slechts een nog niet
nader te definieeren gebied, genaamd
R S.F.S.R., dat tot taak had, iedere
vroomheid en iederen godsdienst te be
strijden. De rijkdommen van het kloos
ter werden in beslag genomen, het groot
ste deel der monniken verdreven, de
kerken geschonden en het kruis ver
vangen door de Sovjetster.
Toen de burgeroorlog was afgeloopen,
rees de vraag, op welke wijze men deze
verovering het best kon gebruiken. De
Solowezk-archipel bood ruimte voor
honderdduizenden, maar het was niet
aan te nemen, dat iemand buiten de
monniken zich vrijwillig in deze wilder
nis zou begeven.
Het eiland bleef eenzaam en verlaten,
totdat het waakzame oog van kameraad
Bokia, den leider van alle gevangenis
sen en concentratiekampen der G. P
oe, het weer op de landkaart ontdekte,
Kameraad Bokia zag onmiddellijk de
mogelijkheden, die voor de Tsjeka in het
eiland staken. Als „concentratiekamp
voor klassevijandige elementen" was
het onovertroffen. Concentratiekampen
had de Tsjeka vanaf haar stichting in
het programma opgenomen. Het doel
dezer kampen was in de eerste plaats
de isoleering van de breede massa van
klassevijanden, die per saldo toch niet
allen konden worden gedood.
Onder de Noordelijke gebieden was
het Solovvki-eiland voor dit doel het
meest geschikt. In de eerste plaats was
de vlucht hier volkomen uitgesloten
dan was er zeer veel ruimte en tenslotte
konden de gevangenen als dwangarbei
ders worden gebruikt. Zoo werd het be
ruchte „Slon" gesticht, het verschrikke
lijkste der Russische tuchthuizm, waar
thans tallooze dwangarbeiders worden
geherbergd.
Gedurende de zeven ijsvrije maanden
werden iedere week massa's bannelin
gen naar Solowki gevoerd. Hun vergrij
pen zijn al even verschillend als hun
afkomst. Echte actieve contra-revolu
tionnairen zijn er eigenlijk niet te vin
den. Die brengen het niet zoo ver. Ver
bannen worden alleen zij, die er van
verdacht worden, eens contra-revoluti-
onnairen te kunnen worden Zij zijn
meestal geestelijken, vroegere ambte
naren, officieren, kooplieden en intel
lectueelen. Zij alle vallen onder het
begrip „K. R dat is: contra-revolution
nair. Een andere, zeer kleine categorie
vormen de z.g. „politieken", die wegens
hun politieke overtuiging verbannen
zijn. Alleen zij hebben het recht, zich
„politiek" te noemen, die lid zijn van
een der socialistische partijen, sociaal
democratie, sociaal-revolutionnairen
enz. Zij vormen zelfs op Solowki een ge
sloten kaste, die wegens relaties met de
Europeesche socialisten en derhalve
met het oog op de publieke opinie in
Europa anders wordt behandeld dan de
simpele misdadigers, die onder de
K R." vallen. Die „K R." zijn menschen,
die vaak zonder vorm van proces op
straat zijn gearresteerd en naar Solowki
verbannen.
Na aankomst op het eiland worden de
ballingen, nadat de socialisten zijn af
gezonderd, in groote, onverwarmde,
bouwvallige barakken ondergebracht
Daar zitten de bisschoppen, generaals,
zakkenrollers en oplichters naast elkaar.
Al deze menschen moeten worden ver
pleegd, bewaakt en aan dwangarbeid
geholpen.
Maar dit probleem heeft de G. P. oe
op verbluffende wijze opgelost door het
geheele eiland tot een soort vrije com
mune te maken Er bevindt zich daar
geen enkele Sovjet-ambtenaar, geen en
kele soldaat of andere functionnaris.
Het eiland wordt officieel door de ge
vangenen bestuurd. Deze maatregel
heeft natuurlijk de meest tragische ge
volgen gehad. Het geheele leven op het
eiland, de dwangarbeid enz. worden ge
regeld door de verbannen Tsjeka-isten,
dus door individuen, waarmede zelfs de
G. P. oe niets te maken wil hebben.
Onmiddellijk na aankomst worden de
vroegere Tsjeka-isten afgezonderd. Zij
krijgen geweren en zweepen en beginnen
in de verbanning hun Tsjeka-istenbe-
staan voort te zetten, ongehinderd door
het strenge reglement der G. P. oe.
Waar zij van huis uit reeds tot de erg
ste elementen der Tsjeka behocren, kan
men zich voorstellen, welk een toestand
het commando dezer elite bewerkt. De
Tsjeka-isten zijn meestal verbannen
voor drie, vijf of tien jaar, maar de
G. P. oe-commissie, die jaarlijks het
eiland bezoekt, bevrijdt haar dienaren
regelmatig reeds na een jaar, wanneer
zij door hun gedrag op het eiland hun
trouw aan de partij genoegzaam bewe
zen hebben.
Het leven der gevangenen is militair
georganiseerd- Het geheele eiland is
permanent in staat van beleg verklaard
en iedere gevangene van de hoogere
categorie heeft het recht, de andere
gevangenen zonder meer neer te schie
ten. Die lagere gevangenen zijn georga
niseerd in afdeelingen en leven in ba
rakken, die noch behoorlijk worden
verwarmd noch gereinigd. Een deel
slaapt op den vloer, daar er niet genoeg
britsen zijn. In den winter, wanneer het
schrikbarend koud is, worden de man
nen georganiseerd tot z.g. „warmte-
groepen": vier of vijf mannen slapen
dicht tegen elkaar aangedrongen, om
door de natuurlijke warmte hun licha
men te beschermen.
De werkdag begint des morgens te
zes uur. Dan krijgen de gevangenen in
roestige kroezen warm water, dat als
ontbijt geldt. Dweepers met hygiëne
kunnen er desnoods hun gezicht mee
wasschen. Na het „ontbijt" worden de
gevangenen in rijen opgesteld. Nadat de
dienstdoende Tsjeka-ist verschenen is,
moeten alle gevangenen, bisschoppen,
kooplieden en dieven, exerceoren. In
hun lompen bieden zij een afschuwelij
ken aanblik. Na het exerceeren wordt
den gevangenen hun daktaak bekend
gemaakt. De werkdag is op Solowki on
begrensd: hij duurt tot de gevangene
zijn taak heeft volbracht. Bij de verdee
ling wordt noch op ouderdom noch op
lichamelijke dispositie gelet.
Onder opzicht der Tsjeka-isten bege
ven de gevangenen zich aan den arbeid
Te twaalf uur wordt de eenige maaltijd
van den dag gebracht: een pond zwart
brood en een bord soep. Als de gevan
gene zijn werk naar het inzicht der
Tsjeka-isten ni t behoorlijk doet, wordt
ook dit rantsoen nog gekort. Het werk
bestaat uit houthakken, wegenbouwen,
hout vervoeren enz. In de ijzige stormen
van het hooge Noorden zwoegen de vaak
in lompen gehulde gevangenen. Dag en
nacht doorkruisen de Tsjeka-isten het
eiland om het werk te inspecteeren. Als
iemand niet op tijd klaar is, dan moet
hij zoo noodig den geheelen nacht door
werken, waarna hem 's morgens weer de
volledige taak wordt opgedragen. Laat
in den nacht keeren de gevangenen naar
bracht. „Waardoor kreeg zij dien
schok?"
„Door dezelfde electrische draden
waardoor miss Brill onlangs getroffen
werd. Ik had den electriciën al gezegd
ze weg te halen, maar het was nog niet
gebeurd."
„Maar ik dacht, dat er geen stroom
meer in die draden zat, na het vorige
ongeluk, mr. Kettridge!"
„Dat was ook zoo! Maar dan moet de
stroom er op een andere manier in zijn
gekomen, en ik was er de onschuldige
oorzaak van".
„U? Hoezoo?"
„Door op een knop te drukken, op de
tafel, waaraan James Darcy gewoonlijk
zat."
„Een electrische knop op Darcy'i
tafel?"
„Ja, kijkt U zelf maar! Ik heb een
electriciën laten komen, om alles weg te
halen. Ik zal de heele electrische lei
ding laten vernieuwen. Dit was maar
iets tijdelijks, en nu Darcy, naar het
schijnt, allerlei verbindingen heeft ge
maakt voor zijn draaibank, kun je nooit
zeggen, wanneer iemand een schok kan
krijgen of niet!"
„Hoe gebeurde het?" vroeg de kolonel,
toen de juwelier hem naar het deel van
den winkel bracht, waar Darcy's werk
tafel stond, achter de horloge-uitstalkas-
ten. Het wees nu bijna middernacht, en
de barakken terug, vormen hun
„warmte-groepen" en slapen in de sme
rige, van ongedierte wemelende ver
trekken in het gunstigste geval tot den
morgen. Maar vaak ook worden zij mid
den in den nacht gewekt om een of an-
de- „haastwerk" te verrichten. De ge
vangenen worden voor hun arbeid niet
betaald. Voor zoover de barakken geen
plaats bieden, slapen de ballingen in de
vroegere kerken.
De regeering der socialistische Sov
jet-Republieken staat op het standpunt,
dat zij haar budget niet onnoodig moet
belasten met uitgaven voor het kamp
op Solowki. Dit standpunt wordt ge
deeld door de G. P. oe, die het voldoende
vindt, de gevangenen op staatskosten
naar het eiland te brengen. Op dezen
grond is ook het geheele gebied tot eco
nomische eenheid verklaard, die voor
zichzelf heeft te zorgen. Het bestuur, de
z.g. „Oeslon", verkoopt het hout, dat op
het eiland wordt gehakt, aan de Sovjet-
regeering. Waar de arbeidskrachten
niets kosten, kan het hout zeer goedkoop
worden aangeboden. Sovjetschepen
brengen het naar Engeland, Nederland
en Duitschland.
Het aantal bannelingen is enorm. Op
1 Mei 1930 bedroeg het 662.000, die alle,
met uitzondering van Tsjeka-isten en
socialisten, dwangarbeid moesten ver
richten. Ook in de koudste perioden
wordt den gevangenen geen winterklee-
ding geven en de bijlen en zagen, die
zij gebruiken, zijn van de slechtste kwa
liteit. Daarbij is het werk, dat den zie
ken menschen, die vaak niet jong meer
zijn, wordt opgedragen, zelfs voor ge
zonde beroepsarbeiders te zwaar.
Bezwijkt een dezer ongelukkigen on
der den last, dan wordt niet alleen hij,
maar de geheele groep gestraft. De
zachtste vorm van straf is geeseling.
Voor de oogen der Tsjeka-isten moeten
de arbeiders hun ineengezakten lotge
noot geeselen. Helpt ook deze geeseling
niet, dan wordt het slachtoffer aan een
boom gebonden, zoodat armen en voeten
aan den stam worden bevestigd en het
lichaam hangt als bij een gekruisigde.
Het verlaten van het werkterrein
wordt met den dood gestraft. Daar een
pond brood niet voldoende voedsel is
voor hen, die zeer zwaren arbeid ver
richten, heeft het kampbestuur in die
gevallen het rantsoen verhoogd. De
boscharbeiders krijgen dagelijks extra
een bord haring of een bord soep van
paardenvleesch. De haringen zijn meest
al bedorven en de soep is walgelijk.
Ook de krachtigste gevangene kan op
den duur het regime van Solowki niet
verdragen. Het aantal doodsgevallen is
dan ook ontzettend. In 1929 en 1930 zijn
71.000 gevangenen gestorven. Dit ver
schijnsel verontrustte zelfs de G. P oe
en haar vertegenwoordigers op het
eiland vroegen Bokia, toen hij Solowki
bezocht, of de regeering hen niet ter
verantwoording zou roepen. Het ant
woord van Bokia luidde: „Wij sturen
naar Solowki alleen contra-revolution-
nairen en andere vijanden der Sovjet-
Unie."
Het spreekt vanzelf, dat des winters
een groot aantal arbeiders doodvriest.
De bewoners van Solowki zijn niet al
leen mannen. Op 1 Mei 1930 waren er
73.285 vrouwen en 18.932 kinderen tus-
schen 13 en 17 jaar. De vrouwen wor
den verdeeldd in prostituéés, die bij een
razzia zijn gevangen en eenvoudig op
gezonden, en „klassevijandige elemen
ten", zooals intellectueelen en nonnen
Beide categorieën leven in dezelfde ba
rakken. Ook de vrouwen moeten dwang
arbeid verrichten: drooglegging van
moerassen, pannenbakkerij enz.
Vrouwen uit den gegoeden stand wor
den bij voorkeur tewerkgesteld bij de
reiniging der privaten e. d.
De meeste gevangenen zijn veroor
deeld tot de gewone termijnen van drie,
vijf of tien jaar. Kans, levend het eiland
te verlaten, hebben slechts zij die tot
drie jaar zijn veroordeeld. De anderen
gaan te gronde ,als zij zich niet bereid
verklaren, als opzichters hun lotgenoo-
ten te onderdrukken. In het laatste ge
val nemen zij hun intrek in huizen en
krijgen vermindering van straftijd.
Voor menschelijkheid is op dit eiland
geen plaats meer. Men is op wederzijd-
sche vernietiging aangewezen. Ont
vluchting is onmogelijk, slechts van de
kusten van het vasteland konden eeni
gen ontsnappen, die daar te wérk wa
ren gesteld.
Solowki, het heilige eiland, is niet de
eenige kolonisatieplaats der G. P. oe.
Bijna alle kloosters 'an het Noorden zijn
in dergelijke concentratiekampen ver
anderd. Ook in die kampen heerschen
toestanden, die voor Solowki niet onder
doen.
NIEUWE NIEDORP.
Op de algemeene vergadering van de
Begrafenisvereeniging ten huize van H. J.
Kossen alhier waren aanwezig 17 leden.
De voorzitter, de heer G Gayaard, open
de met een woord van welkom.
De secretaris, de heer P. Stuijdes las het
jaarverslag dat onder dank aan de samen
stelling wérd goedgekeurd.
De heer Coops bracht namens de reke
ningcommissie verslag uit over het nazien
der rekening.
De ontvangsten hebben bedragen
1958,15 en de uitgaven 2113,43, zoodat
een verlies is te boeken van 155,28.
Het totaal kassaldo bedroeg op 1 Jan.
1933 2173,72.
De rekening werd goedgekeurd en den
penningmeester gedechargeerd.
Gedurende het afgeloopen jaar hebben 19
begrafenissen plaats gehad, 13 van leden-en
6 van niet-leden.
Op de begrafenissen van niet-leden is een
verlies geleden van 38,52. En op de be
grafenissen van leden was een tekort te boe
ken van 152,37.
De heer Jb. v. d. Stok sprak zijn bevreem
ding uit dat op begrafenissen van niet-leden
een verlies is te boeken.
Toegelicht werd dat zulks hoofdzakelijk
zijn oorzaak vindt in de afschrijvingen. De
heer v. d. Stok drong er op aan hiermede
rekening te houden. Er behoeft geen groote
winst gemakt te worden, maar op niet-leden
mag toch niet verloren worden.
In plaats van den heer Coops werd naast
de heer J. Keuken en Kossen tot rekening
commissielid aangewezen de heer S. G. WiL
De heer Gaijaard werd herkozen als be
stuurslid.
Naar aanleiding van het door eenige leden
gedane voorstel om den afstand, waarvoor
geen lijkkoets of rijtuig gebruikt behoeft te
worden, te verlengen, deelde het bestuur
mede, dat het art. 2 van het reglement onver
anderd wenscht te laten en de afstand voor
vrijstelling van lijkkoets of rijtuig door het
Bestuur blijft bepaald vanaf de Slijksteeg»
brug tot de brug bij de Zaagmolenhaven,
waarmede de vergadering na toelichting ac-
coord gaat.
Medegedeeld werd dat als kleedingbe-
waarder is benoemd Joh. Scheltens;
als reserve-voorlooper en aanzegger R.
Rougoor;
dat de pogingen om een afd. op te richten
te Oude Niedorp is mislukt, inmiddels zelf
een vereeniging heeft opgericht.
Het afgeloopen jaar geeft een vooruitgang
van 5 leden aan.
Het bestuursvoorstel om de contributie
over 1933 met 25 te verlagen, werd na
toelichting en bespreking door de vergade
ring aangenomen.
Het bestuursvoorstel om het gratis ver
strekken van één volgrijtuig in te trekken
werd door de vergadering verworpen.
Een voorstel om bij niet gebruiken van het
volgrijtuig het kostende bedrag a 8 (het
welk tot heden aan den belanghebbende
wordt terugbetaald) voortaan in te houden,
zal voor 't volgend jaar op de convocatie
worden gezet.
Bij de rondvraag besprak de heer Lodder
de mogelijkheid dat de vereeniging hare be
middeling verleend voor het verkrijgen van
een nieuwe begraafplaats.
Volgens de heer Lodder is zulks hoog
noodig, en hij zou den gemeenteraad willen
verzoeken de werkloozen, welke nu toch ooit
te werk worden gesteld, te werk te stellen
aan een nieuwe begraafplaats.
Toegelicht werd aat een en ander eigenlijk
geen zaak is voor onze vereeniging, waarbij
nog komt, dat de gemeenteraad volkomen op
de hoogte is met bedoelde situatie, maar deze
toch nog niet zoo erg is als de heer Lodder
voorstelt.
Na bespreking achtte de vergadering het
dan ook gewenscht dat de vereeniging zicb
verder met deze zaak niet bemoeid.
Onder dank voor de aangename bespra
kingen sloot de voorzitter de vergadering.
de opwinding over het ongeluk, dat Sal
lie was overkomen, was bedaard, daar
zich op dat late avonduur niet zooveel
volk voor den winkel verzameld had, als
op een vroeger uur het geval zou zijn
geweest.
„Wel, het gebeurde zoo", verklaarde I
Kettridge, „we zouden morgen uitver
koop houden van enkele dingen. Nadat
de bedienden weg waren gegaan, maak
te ik er alles voor klaar de uitstalling
en zoo meer, en toen merkte ik, dat ik
hulp noodig had. Het had niets te be-
teekenen, het was maar een beetje ge
pruts, om de dingen een aardig aanzien
te geven, waarmee een vrouw beter
overweg kan dan een man. Ik had miss
Brill wel kunnen opbellen, maar dat j
deed ik liever niet, omdat zij den heelen
dag al hard gewerkt had. Toen dacht ik
aan Sallie Page. Zij is weliswaar doof,
maar zij is een heelen tijd in de familie
geweest, om zoo te zeggen, en weet vrij
veel van den winkel en de goederen af.
Zij is vlug, hoewel zij oud is, daarom
riep ik haar om negen uur naar beneden
en wij begonnen aan het werk.
Hoe het precies gebeurde, weet ik niet.
Ik liep om de werktafel heen, waar Dar-1
cy gewoonlijk juweelen zette en repara-
tiewerk deed. en Sallie stond tegenover
mij bij de uitstalkast. Ik wilde meer
licht laten vallen op een sieraad, dat ik
in mijn hand had, en drukte gedachte
loos op een knop, die ik aan Darcy's ta
fel zag. Die was mij nooit eerder opge
vallen, ik ontdekte hem, toen ik toeval
lig eenige werktuigen op zij schoof.
Nauwelijks had ik den stroom inge
schakeld, of ik hoorde Sallie gillen en ik
zag haar achterover vallen. Zonder het
te weten, had ik haar een schok toege
bracht"
„Dat was vreemd!" mompelde de ko
lonel. „Laat mij dien knop eens zien!
„Ik wil hem ook wel eens zien!" klonk
opeens een andere stem in den halfdon-
keren winkel, en toen beiden zich ont
steld omkeerden, zagen zij detective
Carroll glimlachend voor zich staan.
„Ik vernam, dat er hier weer een on
geluk was gebeurd", ging hij, nog steeds
glimlachend, voort, „daarom kwam ik
eens kijken. De zijdeur stond open en
ik liep naar binnen. U hebt mij zeker
niet hooren komen! Deze rubberhakken
maken geen leven."
„Inderdaad, als je daarop hebt geloo-
pen, en niet op je zolen!" merkte de ko
lonel norsch op. „Wat wil je eigenlijk
zien?"
„De electrische knop op Darcy's tafel!
was het antwoord. „Ik kon niet helpen,
dat ik hoorde, wat U zei, mr. Kettridge,
en al had ik het kunnen voorkomen,
dan had ik het nog niet gedaan, want
dit is iets zeer belangrijks! Het maakt
er de zaak. voor uw. vriend niet beter op,
LANGENDIJK.
Naar wij vernemen, bestaat er niet vee!
animo voor het te velde keuren van aardap
pelen. Den 15den Mei zal de inschrijving
worden gesloten. Naar men ons mededeelde
is tot heden veel minder ingeschreven dan
verleden jaar.
De behaalde resultaten met den handel in
goedgekeurde pootaardappelen van verleden
jaar zullen hieraan zeker niet vreemd zijn.
kolonel Ashley!" De woorden klonken
spottend.
„Dat weet ik nog zoo niet", was het
koele antwoord. „Als ik het goed begre
pen heb, leiden de draden naar de elec
trische draaibank, en zij kunnen wel
toevallig met andere draden in aanra
king zijn gekomen."
„Ja, natuurlijk!" gaf Carroll toe.
„Maar we kunnen ook wel zeggen, dat
zij er opzettelijk overheen zijn gelegdl
Het is een nieuw verdoovingsmiddel
een oude dame eerst een electrischen
schok te bezorgen en haar daarna dt
hersens in te slaan of met een mes te
steken, maar het is een heel goed mid
del! Ik moet dien knop eens zien! Ik
dacht, dat ik hier misschien iets interes
sants zou vinden, toen ik van den schok
van die oude meid hoorde, en ik had het
niet mis!"
De kolonel noch mr. Kettridge konden
daar iets tegenin brengen en bleven lij
delijk toekijken, terwijl Carroll op zijn
gemak rondkeek. Daarna telefoneerde
hij om Haliday, een detective van den
officier van justitie, en daarna om den
hoofdmonteur bij den politieseindienst,
en met hun drieën onderzochten en pro
beerden zij de electrische draden.
„Wat denkt U er van?" vroeg mr. Ket
tridge aan den kolonel, toen het weer
stil en donker was geworden in den
winkel.
.(Wordt yeryojgd^, 4