Alkmaarsche Courant. Stad en Omqevinq, Radionieuws SeuiileioH Honden! fl/l en dertigste Jaargang. VRIJDAG 12 MEI Het mysterie van het diamanten kruis. ï'»Svï?d,S We Jfe fü' SM Amerikaansche notities (Wordt vervolgd). 1933 No. 112 Zaterdag 13 Mei. Hilversum, 296 M. (Uitsluitend VARA). gGramofoonplaten. 10.VPRO-mor- cenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continu bedrijven: A. Bouwmeester, declamatie; VARA-tooneel, o.l.v. \V. van Cappellen en eramofoonplaten. 2.15 Gramofoonplaten. 2.50 Causerie door W. H. Vliegen. 3.10 VA- ;pa-Balalaika-orkest o.l.v. Powarjef. 3.20 j£ang door L. Fuld. Aan den vleugel: J. •Vogel- 3.30 Vervolg orkestconcert. 3.40 Ver- Wolg zangrecital. 3.50 Beoefening Huismu ziek o l.v. P. Tiggers. 4.30 Causerie door K. cie Boer. 4.50 De Notenkrakers o l.v. D. Wins en gramofoonplaten. 5.40 Literair halfuur A. M. de Jong. 6— De Wielewaal o 1 v P. Tiggers. 6.30 Amsterdamsch Salon orkest ól.v. Kiekens. 7.— Causerie door W. van Dok 7 30 Vervolg orkestconcert. 7.58 SOS-berichten. 8.— Bonte Avond uit „Ons Gebouw" te Hilversum, m. m. v. het VARA- orkest o.l.v. Hugo de Groot, De Fliereflui ters olv J van der Horst en solisten. 9.15 VARA-Varia en Vaz Dias. 9.30 Gramofoon platen. 9.45 Vervolg Bonte Avond. 11.— 12 Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (KRO-uitzending) 8.- 6 15 en 10Gramofoonplaten. 11.30 fcodsd. halfuur. 12.15-1.45 Sextetconcert W gramofoonplaten. 2.- Voor de jeugd Q 30 Kinderuur. 4.Gramofoonplaten. 4.10 (Lezing. 4.30 Orkestconcert lezingen. 735 Causerie. 7.35 Gramofoonplaten. 7.45 Sport- praatje. 8.— Schlagermuziek. Ca 8 30— 6 35 Vaz Dias. 9.30 Koorconcert. 10.15 Bchlagermuziek. Ca. 10.3010.35 Vaz Dias. 41 12.— Gramofoonmuziek. Daventry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding. 0 50 Tijdsein, berichten. 10.05—10.20 Le zing. 11.20 Orgelspel S. Gustard. 12.05 Commodore Grand-orkest o.l.v. Muscant, II 05 Gramofoonplaten. 2.05 Harry Roy en zijn Band 2.50 Het Bernard Crook kwintet 3.50 Volksliederen door D. Brynley, tenor •4.05 Orgelspel H. Ramsay. 4.35 Kinderuur. ,6 20 Berichten. 5.50 Sportpraatje. 6.05 Welsh Intermezzo. 6.25 Lezing. 6.50 Variété programma. 7.50 Suzanne Botterell en Car- rell Bibbons met zijn band. 8.20 Berichten, lezing 9.05 Monckton en Talbot-program tna. Solisten, koor en BBC-Theater-orkest o.l.v. A. Wood. 10.— Voordracht. 10.05— 11.20 Dansmuziek door Ambrose en zijn Band. Parijs ,fcadio-Paris"1724 M. 7.05 Gra mofoonplaten. 11.20 Concert door het Om roeporkest. 5.50 en 6.40 Dito. 7.20 Cabaret programma. 8.05 Radio-tooneel. K'alundborg, 1153 M. 11.201.20 Con cert uit Rest. „Wivex". 1.50—2.20 Gramo foonplaten. 2.50—4.50 L. Preil en zijn orkest. 7.20 Ganne-Waldteufel-concert o.l.v. E. Reesen. 8.45 Fluit-duetten. 9.05 Vroolijke liedjes en gedichten. 9.40 Populaire Opera muziek o.l.v. Emil Reesen. 10.2011.35 Dansmuziek uit Rest. „Ritz". Langenberg473 M. 6.35, 7.23 en 10.40 Gramofoonplaten. 11.20 Werag-orkest o.l.v. Breuer. 12.20 Concert o.l.v. Wolf. 4.20 Con cert o.l.v. Wolf. 5.25 Gramofoonplaten. 6.20 iRijkszending uit Mühlacker: Literair pro gramma. 7.25 „Deutscher Wald", literair muzikaal spel van Lenzen. 9.50 Gramofoon platen. 10.05—11.20 Concert uit München o.l.v. Erich Klosz. Rome, 441 M. 8.05 „Germania", opera van Franchetti. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 11.20 Concert o.l.v. A. Felleman. 12.30 Omroep- kleinorkest o.l.v. Leemans. 4.20 Gramofoon platen. 5.50 Sonatenconcert. 6.20 Gramo foonplaten. 7.20 Symphonie-concert o.l.v. Defauw m. m. v. solisten. 9.30 Dansmuziek 10.50 Gramofoonplaten. 508 M.: 11.20 Om roepkleinorkest o.l.v. Leemans. 12.30 Concert o.l.v. A. Fellman. 4.20 Dansmuziek. 5.35 Gramofoonplaten. 5.50 Omroepkleinorkest o.l v. Leemans. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20 Concert uit Luik door orkest o.l.v. E. Jerome. 9.10 en 9.30 Gramofoonplaten. 9.50 Max Alexys en zijn orkest. Zeesen, 1635 M. 7.20 Dansmuziek. 8.35 Radio-cabaret „Die Brennessel". 9.20 en 10.05 Berichten. Hierna zie Langenberg. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Zaterdag. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Daventry 9.3523.20, Lijn 4: Langenberg 9.2519.20, Kalund wg 19.20—23.35. DE NOODZAKELIJKHEID VAN EEN CHR. MIDDENSTANDSVEREENIGING. ,,«St 1 BW?S?Sdl°de',e'bg,<,,g van der Wey uit Haarlemmermeer De on- De heer V e r v e 1 d opende de vergade- Vr5vr en ïds aaarna voor ïnh i* LMdCT™aTdsbLh°spr®eShtjj,,;i^ d« n'f het Engeisch van Chester K S. door A. W v. E.v. R. Steele bedoeld mocht worden opgerich?an'Satle 318 woord. Wat is de middenstand? vroeg spr en hij antwoordde dat dit is de stand tus- schen den loonarbeider en het groot bednif 48 „Ik weet niet, wat ik er van denken moet! Ik moet Darcy morgen spreken en als ik ontdek, dat hij mij bedrogen heeft nu, dan bemoei ik mij niet meer met zijn zaak, dat is alles!" Als Darcy verrassing voorwendde, toen de kolonel hem den volgenden morgen in de gevangenis vertelde, wat er met Sallie Page was gebeurd, was hij een voortreffelijk tooneelspeler, dacht de detective. „Kolonel Ashley", riep Darcy uit, „ik heb nooit geweten, dat mijn electrische draaibank-draden in verbinding ston den met een of anderen stroom, waar door iemand gedood zou kunnen wor den. Het is waar, dat ik de draden in het geheim heb aangelegd, want ik wil de niet, dat mijn nicht er iets van te we ten zou komen. Zij had niet veel op met mijn proeven met die draaibank, en daarom hield ik het voor me. Maar EbewegaingPatr°0n gef^k Sta®fn uit denmtdenthd^™' geiijx rekeningen uit den gildentijd leeren maar de organisatie ervan is hier te 3 pas in 1902 aangevangen. Een midden standscongres te Namen gaf er den stoot 3311. In 1903 werd in Nederland opgericht de Vereen, van handeldrijvenden en industri- eelen middenstand, nadat daarvóór reeds plaatselijke vereenigingen bestonden. „De Hanze de r. k. organisatie, kwam in 1902 tot stand, de chr. middenstandsvereeniging werd pas in 1918 opgericht na splitsing van de in 1898 gestichte vereeniging „Boaz'\ waar slechts weinig kracht van uit ging. De uit die splitsing ontstane drie christelijke or- ganisaties werken broederlijk samen elk op eigen terrein. Sprekende over de positie van den midden stand, merkte spr. op, dat het zelf-producee- ren voor een groot deel is gestaakt en plaats maakte voor een distributie van de fabrika ten van het groot-bedrijf. Verder werd door het gebruik maken van motoren enz., ook in het eigen bedrijf, de middenstand staande ge houden tegen de voorspelling van velen in die meenden, dat de middenstand overbodig is geworden. Zelfbewust hebben de midden standers hun bestaansrecht bewezen en dui delijk gemaakt, dat hij noodig is als schakel in het distributiebedrijf. Het gaat niet om de macht, dat is marxis tisch en dat willen wij niet, maar wij willen zuiver maatschappelijk werken. Spr. zette uiteen het produceerend karakter van den middenstand (van het koren brood maken, enz.), het gereed maken van de ma terialen voor de productie. De overheidsbedrijven, hier en daar opge richt onder overwegend socialistischen In vloed, bleken onmachtig om te voorzien in de consumptie-behoeften der bevolking, omdat zij te stram werkten als gevolg van de voor' schriften, die eenvormigheid bevorderen en de belangen van het publiek niet dienen, wijl de prikkel van het eigen belang ontbreekt. De gang van die overheidsbedrijven bewijst, dat het publiek belang zich niet laat inker- keren. Dien kant moet het dus niet op. Maar als dan de vrije bedrijven zullen blijven en goed zullen werken, dienen de middenstanders goede kenners van de waren te zijn en in staat om de behoeften van het publiek te be vredigen bij niet onmatige winsten. De middenstand komt dikwijls in den knel door eigen fouten. Spr. noemde hiervan: a. het kortzichtig blijven staren op eigen be drijf en het als vijand beschouwen van den concurrent; b. oneerlijke concurrentie met veel klachten over slechte uitkomsten van het bedrijf; c. het nalaten van organisatie met als gevolg achterblijven bij collega's, die in hun vereeniging licht opstaken inzake de vragen van den dag. I Deze fouten worden geleidelijk ingezien, 'n nieuwe geest heeft zich van den middenstand meester gemakt, men wil elkaar steunen en sterken en eigen bedrijf meer economisch be hartigen. Tal van instellingen op dit terrein werden reeds gevestigd: bankinstellingen, die het geld van den middenstand voor den middenstand beheeren; bureaux van advies; coöperatieve inkoopcombinaties om den strijd tegen het grootbedrijf beter te kunnen voeren, enz. Voorts worden er congressen ge houden, vakbladen uitgegeven, cursussen voor vakopleiding georganiseerdactie wordt gevoerd voor wettelijke maatregelen tegen allerlei misstanden (cadeaustelsel, on eerlijke concurrentie, vliegende winkels, enz.) De staat heeft groot belang bij een goed georganiseerden middenstand, omdat deze vredelievend is en vóór orde, tegen overheer sching van één klasse en een waarborg nooit heb ik die draden aangelegd met de bedoeling, haar een schok te bezor gen, en U kunt zich wel voorstellen, dat ik er nooit aan zou denken, Sallie Page op die manier te treffen, of die jonge da me, die laatst neerviel!" „Wel, Darcy, het kan zijn, dat je de waarheid spreekt!" Uit de stem van den kolonel viel niet op te maken wat hij er zelf van dacht. Maar ik moet je er op wijzen, dat dit een gewichtig punt is bij je verhoor, en dat nu, het ziet er slecht voor je uit!" „Dat begrijp ik, kolonel! Maar ik heb even weinig schuld aan den dood van mijn nicht als Carroll of U! Ik heb ook niet het minste vermoeden, wie haar ge dood kan hebben. Mijn God, wat voor reden zou ik toch gehad hebben! En hij wendde zich om en begon heen en weer te loopen. „Ik zal doen, wat ik kan!" zei de kolo nel. „Maar ik moet zeggen, dat het er slecht uitziet! Heb je nooit geweten, dat door het drukken op den knop op je werktafel, iemand, die bij de uitstalkast stond, een schok kan krijgen? „Geen haar op mijn hoofd! De draden moeten verlegd zijn, sinds ik ze gebruik te!" „Dat zullen we onderzoeken. En het stilstaan van de klokken? Had jou lei ding dat kunnen veroorzaken?" biedt voor de vrijheid, zooals mr. Zimmer- mann het eens uitdrukte. De middenstandsraad, waarin de Kon. Bond, de Hanze en de Chr. Bond elk vijf leden hebben, die een zeer groot deel van het volk vertegenwoordigen, werkt geregeld met den minister samen. Deze erkenning van het georganiseerde leven legt den middenstand de verplichting op tot organisatie. De chr. middenstandsvereeniging voelt dat wel zeer sterk, maar wil haar beginsel ook hierbij handhaven, omdat zij overtuigd is dat de kenmerken van den middenstand moeten ko men uit dat beginsel. Zij ziet in ons volk een gemeenschap, die dringt tot gemeenschappe lijk behartigen van de algemeene belangen. Hier ligt een roeping voor alle chr. mid denstanders. De gevaren en nooden van on zen tijd dringen tot aaneensluiting, om sa men te bereiken wat alléén niet mogelijk is Sluit U aan! zei spr„ onttrekt u niet aan de verplichting om van uw belijdenis in het ope/iaire leven te getuigen en uw plaats op aarde waardig te vervullen. Gedachtenwisseling. De voorzitter bracht den inleider een woord van dank en gaf daarna gelegen heid tot gedachtenwisseling. De heer de Wit meende, dat de regee ring wel besprekingen houdt met vertegen woordigers van den middenstand, maar slechts weinig voor deze klasse doet, wel vele lasten op haar schouders legt. Daarom zou spr. graag een sterke organisatie zien. De heer B o o t s m a vroeg in hoeverre er samenwerking bestaat tusschen de plaat selijke middenstandsvereenigingen. De heer van der Wey was verheugd geen principieelen tegenstand te hebben ont moet. Tegenover den heer de Wit betoogde spr., dat een sterk georganiseerde midden stand noodig is om de bedrijven tot bloei te brengen. Dat de staat in den tegenwoordi- gen tijd op velerlei gebied ingrijpt, is noodig omdat anders vele bedrijven stellig te gron de zouden gaan, het land niet meer bewerkt zou worden, enz. De daarvoor genomen materieele maatregelen dienen om den zwak ke te beschermen. Zij geven echter niet het normale leven weer, omdat we leven in een abnormalen tijd. In normale omstandigheden behoort de middenstand georganiseerd te zijn. En ook nu, om gezamenlijk de regeering duidelijk te kunnen maken wat thans noodig is. De heer de Wit betoogde, dat slechts een deel van den steun in den zak der steun- behoevenden terecht komt (van de boter 40 cent, de rest 35 cent) is voor de ambtena ren, die hun best doen den middenstand te gronde te richten. De heer van der Wey vroeg om deze gegevens zwart op wit te zetten, opdat de minister met misbruiken op de hoogte kan worden gebracht. Spr. waarschuwde tegen onbewezen praatjes en stelde vast, dat het geen van de crisis-zuivelheffingen eventueel overblijft strekt tot steun van andere be drijven. De heer de Wit hield vol, dat voor den boer wel veel wordt gedaan, maar voor den middenstand niets, hoewel ook daaronder veel behoefte bestaat. Er zijn boeren, die hun „steun" per eigen auto gaan halen. Op de fouten in de steunregelingen moet den mi nister gewezen worden en daarvoor dient een sterke middenstandsorganisatie. De heer van der Wey erkende het noodzakelijke hiervan en stelde vast, dat reeds veel is gedaan tot opheffing van fouten. Ten aanzien van de samenwerking zei spr., dat die gezocht en gevonden wordt op velerlei terrein: boekhoudcursussen, tentoon stellingen, enz. en doordat de chr. midden standsvereeniging dit als organisatie onder neemt, wordt met haar beginsel meer en meer rekening gehouden. Hoe meer en hoe beter de chr. middenstanders den plicht van organisatie inzien, hoe beter het chr. begin sel tot zijn recht kan komen. De heer B o o t s m a vroeg of ook moeite wordt gedaan het publiek duidelijk te ma ken dat de christelijke zakenman in reclame en concurrentie eerlijker is dan anderen. Zijn christelijke overtuiging brengt hem vaak schade. De heer van der Wey verwees naar het orgaan der chr. middenstandsver eeniging, waarin de vragen die leven onder de chr. middenstanders, worden behandeld, wat ook geschiedt op de congressen. Wan neer feiten van oneerlijke concurrentie wor den ter kennis gebracht van het hoofdbe stuur, worden deze den minister voorgelegd. De plaatselijke vereenigingen kunnen hier goed werk doen. Plaatselijke kwesties kun nen alleen organisatorisch worden opgelost, christenplicht is steeds en overal de goede, de positieve lijnen in het openbare leven te olgen. Verschillende besprekingen werden nog gevoerd, waarbij allen het er over eens ble ken, dat er voor de organisaties van den middenstand, ook voor de christelijke vereeni ging, nog veel werk te doen valt op maat schappelijk en sociaal terrein. De voorzitter constateerde ten slot te, dat zeker alle aanwezigen overtuigd zijn van de noodzakelijkheid van oprichting van een afdeeling van de chr. middenstandsver eeniging (contributie-afdracht aan het hoofdbestuur 3.50 per jaar per lid, waar bij dan nog komen de plaatselijk te maken onkosten.) Tot oprichting van een afdeeling besloten. Nadat de heer vander Wey nog een krachtig woord had gesproken voor aanslui ting, gaven negen van de elf aanwezigen zich als lid op. Medegedeeld werd, dat er hier ter stede reeds eenige verspreide leden zijn. Tot voorloopige bestuursleden werden be noemd de heeren Verveld, H. Haijtema en Walter. De heer van der Wey sloot hierna de ver gadering met dankzegging. 1XLXL is voor visch;tauerfunste WAT er is. 5bt „Neen. Wel zou een sterke electri sche stroom onder zekere omstandig heden klokken aan den gang of tot stil stand kunnen brengen, maar dan zou den ze niet allemaal op verschillende uren hebben stil gestaan!" „Misschien niet. Nu, ik zal zien, wat ik doen kan. Carroll en Thong zullen dit wel uitbuiten! Wij moeten er tegen in gaan!" „Och, vind er toch iets op, kolonel! Ik was zoo vol hoop, en nu De jonge man kon van ontroering bij na niet praten. „Amy miss Mason hoe vat z ij dit op?" stotterde hij. „Ik geloof, dat zij er nog niets van weet! Het stond niet in de ochtendbla den, maar vanavond zullen de kranten het wel opgenomen hebben." „Ik wou, dat U haar opzocht en het haar uitlegde. Ik ik zou het niet kun nen verdragen als zij het vertrouwen in mij verloor!" „Ik zal het doen, en dan zal ik het haar van den besten kant laten bekij ken!" „En uzelf, kolonel? U gelooft toch niet, dat ik schuldig ben na deze nieuwe ontdekking?" „Als dat zoo was, zou ik je zaak niet langer willen behandelen, mr. Darcy! was het antwoord. „Maar dat neemt (Van onzen correspondent.) „Zin in een spelletje bridge?'' Ik keek van mijn krant op en bedankte voor de uitnoodi- ging met te verklaren, dat ik niet spelen kan en verdiepte mij verder in het ochtendblad van den volgenden dag, ofschoon het nog geen middernacht was. We stonden stil, een eind buiten New-York, waar de electrische locomotief plaats maakt voor een stoom dito en om het late uur zat ik in een rookwagen, iets waar ik overdag geen moed voor heb, omdat die dan stampvol is en de rook er in partjes gesneden kan worden. Het was stil in de lange wagen met aan elke kant twin tig banken voor twee zitplaatsen, gescheiden door een gang in het midden. Aangezien Amerikaansche treinen zonder uitzondering bestaan uit wat wij D-wagens noemen met een harmonicaverbinding tusschen elkaar, zoodat men van voren naar achteren en weer terug kan wandelen, is het reizen hier een huiselijke geschiedenis. Mijn ondervrager had meer succes met mijn achterbuur, die er wel voor voelde en de vierde man vond zijn plaats met drie lui, waarvan er twee locomo tiefmachinisten waren en de ander een over wegwachter van een plaatsje, waar ik twee maal per dag langs kom. Ik herkende de ma chinisten niet alleen aan het feit, dat zij juist ingestapt waren op de plaats, waar we van locomotief verwisselden en waar een heel em placement is, maar ook door hun eigenaar dige gestreepte petten met ver vooruitstaan de klep, zooals die altijd door hen gedragen wordt. De vierde man was misschien een collega of een zakenman, een dokter of een bankier. Waarmee ik maar zeggen wil, dat democratisch Amerika nog altijd geen legen de is, maar zuivere werkelijkheid. We kennen in Amerika geen treinklassen, tenminste niet in den zin van het eerste met rood-, tweede met geel fluweelen zittingen en derde met houten banken. Over korte afstanden, bi. voorbeeld een uur of twee, drie kan een miï- lionair met den besten wil van de wereld niet ontkomen naast een Italiaanschen groenten- boer te zitten. Zoodat hij natuurlijk liever met zijn eigen auto en chauffeur gaat!.Maar in den trein, waarmee ik eiken dag heen en weer naar de stad ga, een reisje van vijf kwartier over een afstand AmsterdamRot terdam, zie ik zulke gevallen overal om mij heen en zit ik zelf naast menschen, die zeker een goedkopere gelegenheid zouden kiezen wanneer ze dat konden. Er is echter niets aan te doen en ik moet eerlijk bekennen, dat het allemaal wonderwel gaat. Ik ben allesbe halve een vurige vereerder van Amerika en evenmin iemand, die neerkijkt op zijn eigen land, maar ik ben na een twaalfjarig verblijf tot de conclusie gekomen, dat een klassever deeling in Europa even onmisbaar is als deze ondoenbaar en onnoodig zou zijn in de Ver Staten. En toch is er wel degelijk iets van dien aard door wagens van grootere luxe te laten meeloopen, de zoogenaamde parlor cars en Pullman cars, waarin genoeg toeslag be taald moet worden om lieden met een be scheiden beurs er uit te houden. Wat het sla pen in den trein betreft, wat in dit land van dagen reizen veel voorkomt, men kan dit doen zoo goed en zoo kwaad als het gaat in de gewone bankenwagens van overdag Maar er rijden voornamelijk Pullman-wa gens in die treinen mee, waarin men bedden kan krijgen; acht dollar voor een benedenbed en zes voor een, waar men met een laddertje bij moet klimmen, wat voor corpulenten ol ouden van dagen een onmogelijkheid is. Ver der bezit elke wagen twee privé kamertjes, die nog meer luxe en dus nog duurder zijn Goed beschouwd hebben we dus hier al drie klassen in het slapen en in het bij daglicht reizen over een verren afstand zijn er twee. De parlor-cars zijn eigenlijk salons op wie len, tafels staan in het midden, clubfauteuils, die overal heen geschoven kunnen worden, zijn de zetelsdikwijls zijn het wagens, waar men een kleinigheid kan bestellen om te eten of te drinken, echter niet te verwarren met de groote restauratiewagens of „diners". Gaat de trein door een landstreek, die de moeite van het bezien waard is, dan wordt zoo'n wagen dikwijls achteraan geplaatst en heeft dan een groot open balcon met stoelen er op. Deze zoogenaamde „observation car" is niet heelemaal een onverdeeld genoegen, om dat men 's zomers op dat achterbalcon heel wa stof te slikken krijgt, terwijl andere men schen er niet goed tegen kunnen zoo de we reld voor zich te zien wegglijden met een vaartje van 80 K M. per uur Wat werkelijk iets bijzonders is, dat, naar ik meen buiten Amerika niet bestaat, is dat men een heele parlor-car kan afhuren en zich zoo geheel van ziin medereizigers afgescheiden houden. Ik bedoel daarmee geen salonwagen van millionairs, die er ook bij honderden te vin den zijn, maar wagens die men veel in fo rensentreinen vindt. Bijv. in de buurt van New-York wonen massa's die eiken dag heen en weer naar hun kantoor reizen en steevast denzelfden trein nemen. Een clubje van een man of twaalf, dat graag kaart en rookt, dat op zijn gemak gesteld is en het bekostigen kan, stapt dan naar de directie van de maat schappij toe en huurt een „club car", die el- ken morgen en eiken middag achter aan hun trein te vinden is, die een negerbediende mee- \oert en waar iemand alleen in mag rijden, wanneer hij een deballotage heeft door staan en kapitaalkrachtig genoeg is. Het is onmogelijk om bij vergissing zoo'n wagen binnen te stappenbij elk statoin stelt de ne ger zich op post bij een open deur en dan hangt er nog een bordje met privé boven de vestibule. In de twee treinen, die ik meestal eiken dag neem, rijdt zulk een wagen mee en maar dit hangt natuurlijk heelemaal af van de clubleden bij de feestdagen wordt er ook in den wagen gefuifd. Zoo hoorde ik van den conducteur, dat bier op den eersten dag de ronde had gedaan met de sigaren tij1- dens het bridge-spel. Maar zooals bij ons het groote publiek geen eerste reist, zoo gaat het allergrootste deel hier niet in club cars en larlor cars, wel in Pullman slaapwagens- k beschik niet over de juiste cijfers, maar ik vermoed, dat er evenveel of misschien meet menschen reizen in een slaapwagen dan niet. Reizen is niet goedkoop en iemand, die het doen moet, zal, indien mogelijk, die paar ex tra dollars voor een bed overhebben. Er is een groote categorie van de bevolking, dis nooit een slaapwagen gebruiken kan en dat zijn de negers, die wel de bedienden en de kellners in de restauratiewagen zijn, maar onder geen omstandigheden toegelaten wor den als publiek. Men moet dit niet de spoor-i wegmaatschappijen verwijten, maar de blan ke bevolking zelf, die tot een boycot zou over gaan of erger dingen doen. Zoo komt het, dat een Al Capone of een ongure kerel, die over geld beschikt, wel een bed boven u mag betrekken, maar een dokter, een jurist, een professor, een zanger als Roland Hayes een lange reis in etappes moet afleggen en 's nachts in een bepaald hotel gaan, ook al weer omdat zijn huid donker is. De veront waardiging tegen Hitier om zijn Jodenver volging past Amerika allerminst, maar de demonstraties op dat gebied, eenige weken geleden, waren dan ook zuiver Joodsch-New- Yorksch de bevolking van deze stad is voor 29 pCt. Joodsch. De gewone alledaag- sche treinrit in de normale „day coach", de D-wagen, die het eenige soort is, dat in Ame rika rijdt van Mexico tot Canada, heelemaal van staal, prachtig veerend, met twee toi letten en een fontein met ijswater, winter en zomer, is een typische ondervinding. Dikwijls zou ik op het rijtje af willen gaan en vragen wie bent u, mevrouw, waar woont u en wat doet u, meneer? Onder de reizigers, die gere geld met mij den trein van vijven 's middags nemen, behoort een echtpaar, dat in Chappa- qua uitstapt en dat er niet alleen rijk aange kleed uitziet, maar afgehaald wordt door een superbe auto met een chauffeur in livrei zonder twijfel, menschen, die op een mooie villa wonen, want personeel hebben is een uiterst dure aardigheid in Amerika. Maar een bank daarvoor of daarachter stapt in Pleasantville een spoorwegarbeider in, die op weg naar huis en zijn overall aan heeft, een besmoezeld vrijkaartje aan den conduc teur laat zien, maar overigens in het minst geen aanstoot geeft door manieren of wat dan ook. Deze combinatie van wat wij eerste en derde klas noemen is iets, waar ik me na een meer dan tienjarig verblijf nog altijd over verbaas, want ik heb het langer tijd in het vaderland meegemaakt wat precies de „eerste klas houten banken" beteekent. Iets geheel anders, dat ik ook alleen in dit land niet weg, dat er nog het een en ander valt op te helderen. Ik leg nu den be staanden twijfel in je voordeel uit." „Dan zal Amy dat misschien ook doen!" Het duurde niet lang, of de kolonel vernam Amy's meening. Kort na het verschijnen der avondbladen werd de detective, die na zijn bezoek aan de ge vangenis naar zijn hotel was terugge keerd, door miss Mason opgebeld. „Ik was toevallig in de stad, om te winkelen", zeide zij, en haar opwinding klonk duidelijk in haar stem door, „toen ik dat vreeselijke bericht las over die electrische draden van mr. Darcy en over die arme Sallie Page. Bestaat er gevaar voor haar leven, kolonel?" „Ik geloof van niet!" „Gelukkig! Mag ik even bij u komen? Ik heb u iets gewichtigs te zeggen." „Ja, of zal ik liever bij U komen, miss Mason?" „Neen, ik kom liever in het Hotel, als U mij in de conversatiezaal wilt ontvan gen. Daar kunnen we om dezen tijd on gestoord spreken." Een poosje later waren de kolonel en Amy in gesprek. Het bleeke gelaat van het meisje verried duidelijk haar ver driet. „Zeg mij eerlijk", smeekte zij, „ziet het er hierdoor niet nog slechter uit voor mr. Darcy?'* „Ja, miss Mason, dat is zoo, ik zal het maar ronduit zeggen. De Officier van Justitie moet aantoonen, dat de draden, waarin vanuit Darcy's tafel stroom kon geleid worden, zóódanig waren aange legd, dat zijn nicht, of iemand anders, die de hand op de uitstalkast legde, er door getroffen moest worden. En zij zullen ongetwijfeld aanvoeren, dat hij dat plan bedacht had met de bedoeling, haar bewusteloos te maken, en dat hij er gebruik van maakte óf in een vlaag van drift, met het doel, haar te dooden voor zijn vermeende grieven, óf, omdat hij een berooving op het oog had. Ik stel het expres voo erg voor, dat U zich op het ergste kunt voorbereiden." „Dat stel ik zeer op prijs, en ik dank u wel. Het ziet er dus slecht voor hem uit?" „Ja". „En hoe houdt hij zich er onder?" „Heel goed. Hij maakt zich het meest ongerust over U. Ik besef volkomen, dat dit uw vriendschap zeer op de proef stelt, miss Mason! En zoowel uw en uws vaders trouw als „O, over vader hoeft U zich niet be zorgd te maken! Die zweert bij Jimmie en zegt, dat hij weet, dat Jimmie on schuldig is!" „En uzelf? Hoe doorstaat u het beroep op uw trouw.?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5