Alkmaarsche Courant.
DE ROODE VULPENHOUDER
Jladmtieums
SeuiMeton
Stad en Omgeving.
Londensche brieven.
Honderd vi/l en dertigste Jaargang.
VRIJDAG 23 JUNI
ROND DE CONFERENTIE.
Jfo. 146
1933
Lijn 4: Langenberg 10.35—16.20, Ham
burg 16.20—17.20, Zeesen 17.20—19.20.
Leipzig 19.20—2020, Zeesen 20.20—24—.
Zaterdag 24 Juni.
Hilversum, 206 M. (Uitsluitend VARA).
8.Gramofoonplaten. 10.VPRO-mor-
genwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continu
bedrijven: De Flierefluiters o.l.v. J. v. d.
Horst, VARA-tooneel o.l.v. W. van Cappel-
len. J. Lemaire, declamatie. 12.2.VA-
RA-kleinorkest o.l.v. H. de Groot m. m. v.
Joh. Jong, orgel. 2.15 Gramofoonplaten.
2 50 Causerie P. Tiggers. 3.30 De Noten
krakers o.l.v. D. Wins en gramofoonplaten.
4.40 Literair causerie A. M. de Jong. 5.
Concert door „De Wielewaal" o.l.v. P. Tig
gers en causerie door W. v. Halm. 5.30
A'damsch Salon-orkest o.l.v. Kiekens. 6.
Kinderuur. 7.Vervolg orkestconcert. 7.30
Concert door J. Lammen, bas en causerie
'door A. Hillbregt. 7.59 SOS-brichten. 8.
Bonte Avond uit „Ons Gebouw" te Hilver
sum, m. m. v. VAR A-orkest o.l.v. Hugo de
Groot, De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst,
Krontjongk-orkest „Slamat Hindia" o.l.v. D.
Doermakeswara, Piatrogibas-kwartet o.l.v. J.
Carlquist, VARA-iooneel, A. de Booy, zan<r.
R. Bresser, cello. P. Renes, clarinet. J.
Evers, trombone. P. Collin, conferencier.
9.30 Vaz Dias en VARA-Varia. 9.45 Orgel
spel Joh. Jong. 10.Vervolg bonte Avond.
11.30—12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend KRO). 8.
9.15 Gramofoonplaten. 9.45 Reportage TT-
Races. 10.30 Gramofoonpl. 11.15 Godsd.
halfuur. 11.45 Reportage TT-Races. 12.30
Sextetconcert en gramofoonplaten. 2.Voor
de kinderen. 2.20 Reportage TT-Races. 3.
Missieprogramma. 4.Voor de kinderen.
4.25 Reportage TT-Races. 5.15 Voor de kin
deren. 5.45 Gramofoonplaten. 5.55 Lezingen,
gramofoonmuziek. 8.Orkestconcert m. m.
v zangsoliste. 9.Dclamatie. 9.15 Zang.
9 25 Orkestconcert. 10.30 Vaz Dias. 10.35
12.Gramofoonmuziek.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10 50 Tijdsein, berichten. 11.0511.20 Le
zing. 12.20 Orgelspel S. Gustard. 1.05
Commodore Grand orkest o.l.v. Muscant.
2.05 Gramofoonplaten. 3.20 Verslag v. d.
Militaire Vliegdemonstratie te Henden 3.50
Fred Hartley's kwintet. 4.45 Vervolg ver
slag. 5.17 Orgelspel H. Ramsay. 5.35 Kin
deruur. 6.20 Berichten. 6.50 Sportpraatje.
705 en 725 Causerie. 7.50 Variété-program
ma. 8.20 Jack Payne en zijn oikest. 9.20 Ber
en lezing. 10.05" BBC-Theater-orkest o.l.v.
Lambert. 11.Voordracht. 11.0512.
Dansmuziek door Ambrose en zijn Band.
Parijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.20 Concert door het Om
roeporkest. 6.50 en 7.50 Dito. 9.05 Walsen-
concert. 9.50 Radio-tooneel.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con
cert door strijkkwartet o.l.v. MeyerObel.
3 20 Mogens Hansen's orkest. 5.20 Gramo
foonplaten. 8.50 Oude dansmuziek door het
Omroeporkest o.l.v. Gröndahl m. m. v. E.
Juhl, zang. 11.25 Piano-recital door V. Fi-
écher. 11.4012.20 Vervolg dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.25 en 7.23 Gramo
foonplaten 12.20 Concert uit Frankfurt.
I.20 Concert o.l.v. Eysoldt. 2.50 Gramofoon
platen. 4.50 Solistenconcert. 7.20 Rijkszen
ding „Serenade aus dem Zwinger" uit Leip
zig. 8.35 Omroepkleinorkest o.l.v. Eysoldt.
9.50 „Weihestunde der Johannisfeier". 10.50
12.20 Zonnewende-Feest van de Rijnland-
6che Jeugd.
Rome, 441 M. 9.05 „Faust", opera van
Gounod. Leiding: Santarelli en Casolari.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 1.30 Omroepkleinorkest
o.l.v. Leemans. 5.20 Blaasconcert. 6.05 Gra
mofoonplaten. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v
Leemans. 8.20 Omroeporkest o.l.v. André.
9.20 Vervolg concert. 10.30 Dansmuziek
II.50 Gramofoonplaten. 508 M.: 12.20 Om
roepkleinorkest o.l.v. Lemans. 1.30 Gramo
foonplaten. 5.20 Omroeporkest o.l.v. Fr. An
dré. 6.35 Piano-recital. 7.20 Gramofoonpl.
8.20 Cello-recital. 8.40 Radio-tooneel. 10.30
Robert de Kers and his Cabaret Kings.
Zeesen, 1635 M. 8.20 Gevarieerd program
ma. 10.20 en 11.05 Berichten. 11.20—12.20
Reportage van een Zonnewende-Feest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Zaterdag 24 Juni.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventry 10.35—24.
Geautoriseerde vertaling
naar 't Engelsch van Molly Thynne,
door A. W. v. E.v. R.
24;
„Dan zul je er dus morgen weer een zien"
zei Fayre opgeruimd.
„Zaterdagmorgen komt hii, zoo geregeld
als een uurwerk. George is de eenige vracht
rijder, en hij brengt het oude paard weg
voordat hij gaat eten".
Fayre betaalde de knijpers en ging, zeer
voldaan over het begin van zijn onderzoek,
den winkel uit. De storm van plagerijen, die
over hem uitbrak, toen hij, vuurrood en bui
ten adem, bijna een uur later den rijweg van
Stavelev oppeddelde, verstoorde zijn gelijk
matig humeur niet. Hij zei, dat hij Iichaams
beweging noodig had ep lord Staveley merk
te scherpzinnig op, dat hij die dan ook wel
scheen te krijgen.
Den volgenden morgen was hij in elk ge
val erg stijf, en het vereischte een kloek be
sluit, om, pijnlijk als hij was, zijn fiets weer
uit de garage te halen en op het zadel te
klimmen. Hij werd echter beloond, want
Maart eindigde mooi en de lucht was zoo
zacht als in de lente Terwijl hij op zijn ge
mak de lange helling naar Keys af
freewheelde, trof hem voor de zooveelste
maal de schoonheid die hij in de tropen had
Aan het einde van de eerste week van de
Economische Wereld-Conferentie, doet de
twijfelzucht zich minder sterk gelden dan in
de eerste dagen. Dit gunstig verschijnsel kan
niet worden geweten aan resultaten of aan
uitzicht op resultaten, want dezulken zijn er
nog niet. Maar de stemming, die altijd van
belang is, heelt zich kunnen verbeteren dank
zij een voorloopige regeling, welke feitelijk
een opschorting is, van de schuldkwestie die
midden in de week tot stand kwam, na aan
vankelijk als een spookachtige schaduw over
het Geologisch Museum te hebben gehan
gen. Iedereen voelde die schaduw en zag
haar als een spook, dat dreigend en beklem
mend door de vergaderzaal waarde De
Amerikanen hadden klaarblijkelijk het 'onmo
gelijke gevergd door te verlangen dat de
schuldkwestie geen deel zou hebben aan de
agenda. Weinig sprekers, die in de plenaire
zittingen van de eerste vijf dagen in alge-
meene bewoordingen het standpunt van hun
regeeringe en de middelen tot bestrijding van
de internationale malaise aangaven, konden
een zaak, die het gemoed zoo ten zeerste ver
vulde, in dat gemoed gevangen houden En
de opluchting was opvallend toen halver
wege de week, dank zij respectabelen durf
van president Roosevelt en dank zij ook de
taaie vasthoudendheid van Neville Cham-
berlain (met de ongehoorde dramatische ge-
duldsoefening in het Lagerhuis), voor het
eerst in de geschiedenis van de schuldkwes
tie „dit tragisch legaat van den oorlog"
de halsstarrigheid van Amerika onder
den drang van een onvermijdelijke ontwik
keling van zaken moest wijken. In de Eco
nomische Wereld-Conferentie werd terecht
terstond gevoeld dat hiermede de lucht was
opgeklaard en een vrijere en gunstiger at
mosfeer was geschapen om het doel van dit
dramatisch belangrijke wereldcongres te
gaan dienen.
De eerste week is gebruikt om het pad der
conferentie met goede voornemens te pla
veien. Er is een spreekwoord, dat aan zulk
bedrijf negatieve waarde, zoo niet verwoes
tende gevolgen toekent. Maar de tegen
gestelde beteekenis van spreekwoorden is ge
woonlijk even juist als de rechtstreeksche en
men kan er zeker van zijn dat de beste daden
met voornemens zijn begonnen. Waarom
zouden wij dan een veeg voorteeken zien in
deze eerste week vol voorbeeldig uitgesproken
voornemens? Hoogstens zou men wat ver
baasd kunnen zijn zooveel redelijkheid en ge
zond verstand te hooren uit de monden van
mannen, die in hun daden tot nu toe gan-
schelijk tegen rede en gezond verstand zijn
ingegaan. Het was wat moeilijk te beseffen
dat voornaamste woordvoerders van de
voornaamste landen van de wereld, die met
afschuw gewaagden van het vernietigend
effect van tarieven, die monetaire en handels
beperkingen voorstelden als de kankers, kna
gend aan het internationaal handelsleven, die
van „nationalisme" spraken als van den
grootsten vijand van het menschdom, de
zelfde menschen waren, die al deze dingen
hooger en hooger voor eikaars verderf heb
ben opgestapeld. Sonoor en indrukwekkend
vertelden zij elkaar, en de luidsprekers in de
groen-en-gele zaal galmden het na, twaalf of
meer galmen, van de dingen die de wel
vaartsbronnen van dewereld vergiftigen of
verstoppen, dingen die de sprekers zelf niet
hebben durven voorkomen of verzachten, bi;
gebrek aan moed. Nu hebben zij elkaar moec
ingesproken. In vele toonaarden is gezegd
dat de Conferentie moedig moet zijn. En
Smuts, een van de veteranen in inter
nationale onderhandeling en (in den wind
geslagen) internationale wijsheid, heeft er
aan toegevoegd dat moed en haast samen
moeten gaan. „Wij zijn altijd te laat", klaag
de hij in de eenige rede van de Conferentie
tot nu toe, waarin is gewaarschuwd tegen het
remmend en doodend effect van te veel „poli
tieke overwegingen". Inderdaad is de Confe
rentie nu te laat. Reeds een jaar geleden heb
ben de deskundigen in Genève er om ge
vraagd als een urgente zaak.
De zaak is er nu. En dank zij MacDo
nald's even strenge als voortvarende als
aangename leiding, is er inderdaad vaart
achter gezet. Waar 66 staten in eenige hon
derden heeren vertegenwoordigd zijn, is het
een heugelijk, feit dat het stadium der alge
meenheden tot vijf dagen kon worden be
perkt, dat de twee hoofdcommissies, de Eco
nomische onder onzen hoofdgedelegeerde mi
nister Colijn, de Financieele onder den Ame-
rikaanschen deskundige Cox, binnen een
week konden worden geïnstalleerd en de in
leidende vergaderingen konden houden voor
doorgebracht.
Aan het eind van den weg, die naar de
smederij voerde, sloeg hij af en stapte, met
zijn rijwiel aan de hand, langzaam naar de
deur. Hier bleef hij staan en voegde zich bij
een troepje leegloopers, die naar het werk
der smeden stonden te kijken. Intusschen
bleef hij naar den schimmel uitkijken.
Hij had er zoouat tien minuten gestaan,
toen het dier den hoek omkwam, voortgeleid
door een langen, mageren, gebruinden arbei
der. Fayre merkte met voldoening op, dat hij
niet tot dat trage, zware soort menschen
behoorde, zooals verder in het zuiden zoo
veel zijn. Hij was een echte zoon van het
noorden met de verstandige, grijze oogen en
de lange bovenlip van zijn ras.
Fayre ging op zij, om hem voorbij te la
ten.
„Jou heb ik al eens meer gezien, oude jon
gen", merkte hij vergenoegd op, zich naar
het paard wendend.
De voerman keerde zich om en nam hem
zwiierend op.
„Het was te donker en ik kon hem niet
goed zien", ging Fayre nu tot den voerman
voort. „Maar hij lijkt sprekend op het paard,
dat ik zocwat een week geleden op den weg
naar Whitbury zag, dat weet ik wel. Er is
hier een chauffeur in de buurt, wien het rij
den verboden moest worden!"
De voerman werd donkerrood onder zijn
bruine huid.
„Het was niet iemand uit deze buurt, an
ders had hij er wel nader van gehoord Het
was zoo'n verwenschte vreemdeling. Ik ken
de auto's in de buurt heel goed. Hii ©pest
het vaststellen der agenda's. En het heuge-
lijkst is dat voor de zwaarmoedige, bijna
wanhopige stemming, waarin de Koning
zijn welkomstrede hield, een betere en veel
gezondere stemming aan het einde van de
week in de plaats was gekomen. Er wordt
niet meer gewanhoopt. Al zal de Conferentie
geen ijzer met hanóeif kunnen breken, al kan
niet van haar worden verwacht dat zij een
tooverstaf zal hanteeren die een zwaar be
proefd aardrijk zal veranderen in een
aardsch paradijs, het geloof groeit met den
dag, dat zij tastbare en nuttige resultaten
voor wereldherstel zal weten te bereiken.
De Conferentie, als levend symbool van
een wereld in ongelukkigen toestand, van
vrees voor de toekomst en diepe ongerust
heid, is als zoodanig een treffende tegenstel
ling voor de omgeving waarin zij wordt ge
houden. Die omgeving is vol van den luister
van het Londensch seizoen, dat zeker een van
de laatste menschelijke instellingen is waarin
malaise zich zou weerspiegelen. Van zulke
weerspiegeling is niets te bespeuren en voor
de harmonie van dit wereldcongres en zijn
zetting zou het beter zijn geweest indien
bijv. Glasgow het centrum van deze histo
rische bijeenkomst zou zijn geworden, in de
naaste omgeving van leege scheepswerven en
havens vol opgelegde stoomschepen en uit
gestrekte kwartieren waar de doffe stemming
der werkloosheid zwaar over de daken hgt.
Yonden blijft een grootsch tooneel van wel
varende wereldschheid. waaraan de duizen
den vreemdelingen, officieele en onofficieele
die thans de stad bevolken, thans zoo moge
lijk nog meer luister verkenen. De Juni-zon,
die zoo genadig en zoo royaal is geweest,
heeft alle grijsheid uit Londen weggeschenen
en zeker uit Kensington, het district waar de
Conferentie zetelt, dat normaal toch al een
van de opgewekste buurten van de stad is.
De gedelegeerden, dk in lobbis en commis
siezalen peinzen en praten over wereldnood
in Oost en West, in Zuid en Noord, komen
elders bijeen op schitterende recepties, in
tuinpartijen en aan feestmalen, waar de glans
van decoraties, de hoofsche conversatie in
bescheiden gemurmel, de prachtige toiletten
der dames deel zijn van het tooneel van di
plomatieke schittering. De vooraanstaande
vertegenwoordigers van nagenoeg alle na
ties der wereld, nemen deel aan de ontspan
ningen van het seizoen, dat bovendien wordt
verlevendigd door nieuwe verwachting en
hoop en door het besef van historisch belang.
Ascot, dat meest glorieuse feest, ten behoeve
der vrouwelijke ijdelheid en dit meest Engel-
sche feest, omdat het den luister van sport en
den buiten verbindt aan de meest gekunstelde
wereldschheid, werd nu een internationaal
gebeuren dat een onvergetelijken indruk moet
hebben gemaakt op de vertegenwoordigers
van vergeten en verarmde landen, die naar
Londen zijn gekomen om de wereld te helpen
herstellen. Zoo zij den indruk mochten heb
ben gekregen dat Engeland, waar Ascot be
klijft, geen herstel noodig heeft, zullen hun
Britsche geleiders hen uit den droom hebben
geholpen. En dan werd het tooneel verplaatst
naar de oude City, waar de halls van de
Livery Companies met hun onvergelijkelijke
kaarsenkandelabres, hun eettafels met ver
gulde schotels, de ornamentale pracht van
hun interieurs. Of naar Windsor Castle, waar
de Koning en de Koningin de gedelegeerden
ontvingen voor een schitterend tuinfeest. Zoo
moet Engeland voor de vreemdelingen ver
schijnen als een land, waar het goed is te
praten en te wonen.
Voor ons Nederlanders moet het een bij
zondere voldoening zijn, dat onze eerste-
minister is gekozen voor 'het voorzitterschap
van een van de twee hoofdcommissies, die
thans spijkers met koppen moeten gaan slaan.
Minister Colijn wordt terecht voor dit werk
aangewezen geacht. En reeds in de eerste
zitting van de Economische Commissie is uit
zijn leiding gebleken, dat hij het stadium der
algemeenheden onherroepelijk afgesloten
acht.
NEDERLANDSCH GENOOTSCHAP
TOT ZEDELIJKE VERBETERING
DER GEVANGENEN.
(Vervolg).
In de R. K. Psychopatheninrichting te
Heiloo werd gisteren een drukbezochte alge-
meene vergadering gehouden van het Ned.
Genootschap tot zedelijke verbetering van
gevangenen.
Na het inleidend woord door den voorzit
ter, Mr. G. A. M. de Bruijn, welke inleiding
wij reeds publiceerden, werd het jaarver
slag, uitgebracht door den algemeen secre
taris, Mr. Muller, onder applaus vastge
steld.
opgehangen worden, om zóó dien hoek om te
komen, dat moest hij!"
Fayre knikte.
„Gelukkig voor mij was ik nog niet bij de
bocht", zei hij. „Ik liep langzaam, anders
had hij me waarschijnlijk omver gereden. Je
hebt zijn nummer zeker niet kunnen opne
men? Zoo'n kerel moest er van Langs krij
gen
„Ik zag er een gedeelte van", antwoordde
de man grimmig, „maar hij was te gauw
weg om het heele nummer op te nemen. Y071
zag ik, maar de rest zag ik niet. Zeker een
van die kerels van Carlisle."
„Heeft hij je erg geraakt? Ik was te ver af,
om het goed te zien in het donker, maar het
kwam mij voor dat hij je flink aanreed".
„Het was niet zijn schuld, dat we er nog
zoo goed afkwamen. Hij nam een grooten
splinter van den achterkant van mijn wagen
af. Ik wed, dat die nog in zijn spatbord
steekt."
„Dat kan dan als bewijs dienen, als je
hem weer ziet. Vooral als er nog wat van
de verf aanzat."
„Nou! Hij zal een heele streep rood heb
ben! Maar ik zal hem wel nooit meer zien.
Hij was zeker den verkeerden weg ingesla
gen en moest omkeeren, en haastte zich om
den verloren tijd in te halen. Zoo verklaar ik
het."
„Dat zal het zijn. Als ik hem ergens zie,
zal ik je waarschuwen. Hij reed zelf, is het
niet? Of was er een chauffeur bij?"
„Neen, hij zat alleen in den auto. U kunt
Joe Woodley altijd bij mr. Sturrock vinden,
en het zal mii plezier doen van hem te hoo.-
Op voorstel van den voorzitter werd beslo
ten de belangrijke beschouwing, waarmede de
secretaris het verslag opende, in het maand
blad op te nemen.
De algemeene penningmeester, Mr. E.
René van Ouwenaller, Hilversum bracht het
financieel verslag uit, waaruit bleek, dat er
een nadeelig saldo is van 205.11. De ba
lans wees eind December '32 een bedrag aan
van 363,117,91.
Na rapport van de financieele commissie
werd de rekening goedgekeurd en Amster
dam en Gooiland als leden der Commissie
aangewezen voor het nazien van de rekening
van het volgend jaar.
De begrooting voor het komende jaar
werd eveneens conform vastgesteld.
Wegens het overlijden van het buitenge
woon hoofdbestuurslid, den heer H. P. C.
Franck werd besloten Mr. Wijnveld, advo
caat generaal bij den Hoogen Raad uit te
noodigen als buitengewoon hoofdbestuurslid
zitting te nemen.
Hierna werd aan de orde gesteld het con
venant tusschen het hoofdbestuur en den
joodschen reclasseerder over de reclasseering
van joodsche gevallen in het Genootschap.
Het convenant hield in, dat in alle afdeelin-
gen, waarin daaraan behoefte blijkt te be
staan, de joodsche reclasseerder zich desge-
wenscht aaneensluiten tot een commissie aan
welke de behandeling van het reclasseerings-
werk voor joodsche gevallen wordt opge
dragen, terwijl geen voorlichtingsrapport
over joodsche gevallen zal worden vastge
steld, dan nadat die commissie is gehoord.
De eenheid van het afdeelingswerk wordt
verzekerd doordat alle beslissingsrecht aan
de bevoegde afdeelingsinstanties wordt voor
behouden.
Mr. Heerkens Thijssen betoogde, dat men
buiten Amsterdam weinig met joodsche inge-
slotenen te maken heeft, waarom Haarlem
van oordeel was, dat bijzondere maatregelen
voor joden niet noodig waren.
Mr. J. C. Varenkamp, Amsterdam, noem
de het een tragische bijzonderheid, dat het
joodsche lid dr. van Helbergen, dat in de
zen juist zooveel voorbereidend werk had ge
daan, heden werd ter aarde besteld. Spr.
bracht hulde aan de nagedachtenis van dat
lid, waarbij de voorzitter zich onder instem
ming der vergadering aansloot en betoogde,
dat juist Amsterdam zich bijzonder voor dit
werk interesseert.
Ook uit Leeuwarden, Assen en Den Haag
gingen stemmen op, waarin de regeling on-
noodig werd geoordeeld, omdat ook in die
plaatsen bijna nimmer joden in de gevange
nis worden aangetroffen.
Mr. A. Fentener van Vlissingen, Den
Haag, merkte op, dat het hier een compromis
gold, waardoor gevaar voor verbrokkeling
voorloopig wordt geschorst.
De voorzitter deelde mede, dat onder den
druk der tijdsomstandigheden de criminali
teit ook onder de joden is toegenomen.
Daardoor is bij de joden evenals bij de r.-k.
en protestanten een neiging ontstaan naar
een eigen reclasseeringreorganisatie. Het
convenant is gekomen om scheuring te voor
komen. Ootf' spr. gelooft, dat er weinig af-
deelingen zullen zijn, waar de formeering
van dergelijke commissies noodig is, doch
geen enkele wordt daartoe verplicht, zoodat
aanneming van het voorstel wenschelijk is.
Hiertoe werd z. h. st. besloten.
Mr. Varenkamp, Amsterdam, informeerde
hoe het stond met de bestudeering van de
kleine verbeteringen, die Amsterdam het vo
rig jaar had voorgesteld aan den minister
van justitie.
De voorzitter was van oordeel, dat de uit
spraak van de vergadering het vorig jaar in
hield, dat men een verzameling van kleine
rechtvaardige wenscfien zou bestudeeren, om
die als geheel bij den minister in te dienen.
Mr. Varenkamp constateerde, dat er van
de bestudeering nog niet veel was gekomen
en oordeelde, dat het Genootschap wel dege
lijk bij den minister blijk moet geven, kleine
verbeteringen op prijs te stellen. Vele kleine
verbeteringen voor de ingeslotenen, van veel
belang, laten op zich wachten, omdat nie
mand er de aandacht op vestigt.
Ds. A. v. d. Heide, Voorburg merkte op,
dat in de Tweede Kamer verschillende afge
vaardigden regelmatig de aandacht van den
minister vestigen op de wenschelijkheid van
die kleine verbeteringen.
Nadat mr. Muller nog het rapport van
1917 in herinnering had gebracht, verleende
de voorzitter het woord aan den directeur
van de r.-k. Psychopatheninrichting dr. J. A.
J. Barnhoorn voor het houden van een voor
dracht over:
De reclasseering van psychopathen.
Dr. Barnhoorn vond het prettig, dat van
alle kanten belangstelling ontstaat voor het
reclasseeringswerk van psychopathen. Het
opvoedend werk van psychopathen en het re-
KON HAAR HOOFD NIET MEER
DRAAIEN
Gemarteld door spierpijnen.
Een ons hulp is meer waard dan een
ton medelijden. Dat was het ook voor
deze vrouw. Iedereen beklaagde haar.
Maar één gaf haar een raad, die hielp.
Na deze goede raadgeving was zij niet
langer het voorwerp van medelijden. Zij
schrijft: Ik leed aan spierrheumatïek in
den nek het was een marteling. Mijn',
hoofd kon ik niet meer omdraaien. Ie 'er-'
een had medelijden met mij. Toen was
er iemand, die me raadde Kruschen
Salts te probeeren, wat ik deed. En in
zes ma -«den was ik een ai dere vrouw.
Als ik nu maar het minste vleugje vr n
rheumatiek voel, neem ik direct een
dosis van Uw wonderlijke Kruschen
Salts en het verdwijnt Na alles, wat ik
ondervonden heb zal ik nooit nalaten
ook anderen Kruschen Salts aan te
raden." Mevr. 8.
Het zijn de opeengehoopte afvalstof:en
in het lichaam, die de ondragelijke rheu-i
matische pijnen doen ontstaan.
Kruschen Salts nu spoort nieren en
ingewanden aan tot gezonde, geregelde
werking en het gevolg is dat de schade
lijke afvalstoffen op volkomen natuur
lijke wijze uit het lichaam verwijderd
worden. Wanneer U zich dus houdt aan
de „Kleine dagelijksche dosis", zult U
in vendig schoon zijn en blijven, en in
een gezond, frisch en „schoon" gehouden
lichaam is geen plaats voor het ontstaan
van rheumatiek.
Kruschen Salts is uitsluitend ver
krijgbaar bij alle apothekers en drogis-i
ten k O 90 en 1.60 per flacon. Stralen
de gezondheid voor één cent per dag.
ren. Hij beschadigde niet veel, dat moet ik
zeggen, maar dat was zijn schuld niet, en
ik zou hem graag eens onder handen nemen.
Ik reed aan den goeden kant, dat kan hij niet
ontkennen."
De man liep met het paard de smederij in
en Fayre zocht zijn rijwiel weer op en ver
volgde zijn weg naar Whitbury. Hij had niet
durven hopen, dat zijn onderzoekingen zoo'n
bevredigend eind zouden hebben en verlang
de er naar, Grey te spreken en verslag uit te
brengen. Dat de voerman, al was het maar
een gedeelte van het nummer, had gezien,
was een onverwacht buitenkansje. Dat en
een beschadigd spatbord, waarschijnlijk met
een veeg roode verf er op, was alles, waar
van zij konden uitgaan, maar het was ten
minste iets. Was miss Allen maar intiemer
geweest met de vrienden van haar zuster!
Fayre voelde, dat het geheel nutteloos zou
zijn, zich tot haar te wenden, maar toege
vend aan een oogenblikkelijke opwelling, ver
liet hij den hoofdweg en sloeg den hoek om,
den weg op, die naar Greycross leidde. Weer
diende hem het geluk( want een eindje ver
der haalde hij miss Allen in, terwijl zij ste
vig voortstapte, klaarblijkelijk op weg naar
huis om te lunchen.
Hij sprong van zijn fiets en wachtte tot
zij bij hem was.
„Ik vrees, dat u zich mij niet meer herin
nert, miss Allen," zeide hij. „Maar wij re
den eergisteren samen van Whitbury naar
huis."
Een oogenblik keek zij verbaasd op, toen
ontspande een prettig glimlachje haar ge
laat.
»NatnnrtHfcy oiL Jp waa
classeeringswerk van psychopathen is nog
zoo nieuw, dat men uit uitwisseling van ge
dachten nog veel voordeel kan trekken.
Spr. verdeelde zijn voordracht in drieën.
Ten eerste: welke gevallen bieden een be
hoorlijke reclasseeringskansten tweede: wel
ke eischen behooren te worden gsteld aan 'n
reclasseerder en ten derde, hoe moet de re
classeering van psychopathen geschieden.
Spr. betoogde, dat psychopathen in klini-
schen zin een ziekelijke karakterontaarding
vertoonen. Spr. gelooft niet, dat psychopa-i
tlien ontstaan, doordat ze verkeerd zijn opge
voed, of in een verkeerd milieu zijn geweest.
Het ziekelijke komt ook tot uiting in een
geringe ontwikkeling, in ziekte van bepaalde
organen, die met het geestelijke verband hou
den; spr. dacht daarbij aan de hersenen en
aan klieren met inwendige afscheiding.
De kansen op een behoorlijke reclasseering
moet men onderscheiden naar den aard van
de ziekte en naar den aard van het misdre-
vene in het leven van den patiënt. Bij karak
terontaarding, tengevolge van een verkeerd
milieu en een verkeerde opvoeding verkeert
men in gunstige conditie, om door reclassee
ring te verbeteren. Daar bestaat meer gele-;
genheid den invloed van het verstand te ont-:
wikkelen dan bij psychopathen, die organi
sche afwijkingen hebben.
Menschen, die zedendelicten hebben ge
pleegd, geven minder reclasseeringskansen,
dan menschen met vermogens- en andere de
licten. Spr. behandelde dit meer uitvoerig en
legde, er den nadruk op, dat ieder geval in
dividueel moet worden beoordeeld. In het al
gemeen zijn patiënten wel reclasseerbaar, bij
wie tijdens de dwangverpleging blijkt, dat zij
over de geheele linie hun karakter verbeterd
hebben en die dan getoond hebben in alle
opizchten zich beter te kunnen beheerschen.
Het percentage, waarmee blijvend succes
bereikt wordt, bedraagt nog maar enkele pro
centen en als er 10 bereikt wordt, mag
men blij zijn.
Psychopathen zijn over het algemeen glad
de menschen, die iets zoo mooi en aardig
kunnen voordraaien, dat men er direct geloof
aan hecht. Bijna ongelooflijke dingen vertel
len zij met een schwung, dat men ze aan
neemt, zoodat er groote wereldwijsheid en
menschenkennis noodig is, om ze te kunnen
begrijpen en te kunnen leiden.
Over het algemeen zijn psychopathen wils-
zwakke menschen, vatbaar voor slechte, maar
ook voor goede voorbeelden. Zij gaan gemak
kelijk met den slechten kant, maar ook ge
makkelijk met den goeden kant van het leven
mee. Daarom is het noodig, dat de reclas
seerder een hoogstaand mensch is en over
wereldwijsheid beschikt.
Dr. Barnhoorn besprak hierna de voorbe-
lady Cynthia en sir Edward Kean!"
„Ik ben een oude vriend van haar, hoewel
ik haar sedert jaren niet had gezien, tot eer
gisteren toe. Ik wilde, dat wij de kennisma
king met elkaar niet onder zulke droevige
omstandigheden hadden vernieuwd!"
„Arm kind, ik ben bang, dat zij een slech
ten tijd tegemoet gaat. „Ik wou voor ons al
len, dat hij voorbij was."
„Het is voor u even hard als voor haar",
zei Fayre sympathiek. „Als ik het zeggen
mag, was het veel vriendelijke van u, haar
te schrijven."
„Het was het minste, wat ik kon doen. Ik
was toen even overtuigd als nu, dat John
Leslie er niets mee te maken had, en ik voel
de het als mijn plicht haar dat te zeggen."
„Zou ik u iets mogen vragen? Geloof mij,
het is niet uit louter nieuwsgierigheid."
Zij keek verbaasd en belangstellend op.
„Zeker," zeide zij. „Maar als het iets is
over mijn zuster, denk ik, dat ik alles al aan
sir Edward verteld heb, toen hij mij kwam
opzoeken."
„Kunt u een van uw zusters vrienden be
denken, die een groote auto heeft en die op
den avond van dien moord hier heeft kun
nen zijn?"
Zij schudde het hoofd.
„Het moeilijke is, dat ik zoo weinig van
mijn zusters vrienden ken. Ik ga zelden
naar de stad, en zij woonde meest altijd in
Londen, behalve, wanneer zij buitenlands
was of vrienden buiten bezocht. Zij had een
heel grooten vriendenkring, maar het waren
geen menschen, die ik graag bij mij zou zien
Waarom vraagt u dat?"
WmM yer.vajga