Alkmaarsche Courant. DE ROODE VULPENHOUDER Jladmtieums SeuiMeton Stad en Omgeving. Londensche brieven. Honderd vi/l en dertigste Jaargang. VRIJDAG 23 JUNI ROND DE CONFERENTIE. Jfo. 146 1933 Lijn 4: Langenberg 10.35—16.20, Ham burg 16.20—17.20, Zeesen 17.20—19.20. Leipzig 19.20—2020, Zeesen 20.20—24—. Zaterdag 24 Juni. Hilversum, 206 M. (Uitsluitend VARA). 8.Gramofoonplaten. 10.VPRO-mor- genwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continu bedrijven: De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst, VARA-tooneel o.l.v. W. van Cappel- len. J. Lemaire, declamatie. 12.2.VA- RA-kleinorkest o.l.v. H. de Groot m. m. v. Joh. Jong, orgel. 2.15 Gramofoonplaten. 2 50 Causerie P. Tiggers. 3.30 De Noten krakers o.l.v. D. Wins en gramofoonplaten. 4.40 Literair causerie A. M. de Jong. 5. Concert door „De Wielewaal" o.l.v. P. Tig gers en causerie door W. v. Halm. 5.30 A'damsch Salon-orkest o.l.v. Kiekens. 6. Kinderuur. 7.Vervolg orkestconcert. 7.30 Concert door J. Lammen, bas en causerie 'door A. Hillbregt. 7.59 SOS-brichten. 8. Bonte Avond uit „Ons Gebouw" te Hilver sum, m. m. v. VAR A-orkest o.l.v. Hugo de Groot, De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst, Krontjongk-orkest „Slamat Hindia" o.l.v. D. Doermakeswara, Piatrogibas-kwartet o.l.v. J. Carlquist, VARA-iooneel, A. de Booy, zan<r. R. Bresser, cello. P. Renes, clarinet. J. Evers, trombone. P. Collin, conferencier. 9.30 Vaz Dias en VARA-Varia. 9.45 Orgel spel Joh. Jong. 10.Vervolg bonte Avond. 11.30—12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend KRO). 8. 9.15 Gramofoonplaten. 9.45 Reportage TT- Races. 10.30 Gramofoonpl. 11.15 Godsd. halfuur. 11.45 Reportage TT-Races. 12.30 Sextetconcert en gramofoonplaten. 2.Voor de kinderen. 2.20 Reportage TT-Races. 3. Missieprogramma. 4.Voor de kinderen. 4.25 Reportage TT-Races. 5.15 Voor de kin deren. 5.45 Gramofoonplaten. 5.55 Lezingen, gramofoonmuziek. 8.Orkestconcert m. m. v zangsoliste. 9.Dclamatie. 9.15 Zang. 9 25 Orkestconcert. 10.30 Vaz Dias. 10.35 12.Gramofoonmuziek. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10 50 Tijdsein, berichten. 11.0511.20 Le zing. 12.20 Orgelspel S. Gustard. 1.05 Commodore Grand orkest o.l.v. Muscant. 2.05 Gramofoonplaten. 3.20 Verslag v. d. Militaire Vliegdemonstratie te Henden 3.50 Fred Hartley's kwintet. 4.45 Vervolg ver slag. 5.17 Orgelspel H. Ramsay. 5.35 Kin deruur. 6.20 Berichten. 6.50 Sportpraatje. 705 en 725 Causerie. 7.50 Variété-program ma. 8.20 Jack Payne en zijn oikest. 9.20 Ber en lezing. 10.05" BBC-Theater-orkest o.l.v. Lambert. 11.Voordracht. 11.0512. Dansmuziek door Ambrose en zijn Band. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.20 Concert door het Om roeporkest. 6.50 en 7.50 Dito. 9.05 Walsen- concert. 9.50 Radio-tooneel. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con cert door strijkkwartet o.l.v. MeyerObel. 3 20 Mogens Hansen's orkest. 5.20 Gramo foonplaten. 8.50 Oude dansmuziek door het Omroeporkest o.l.v. Gröndahl m. m. v. E. Juhl, zang. 11.25 Piano-recital door V. Fi- écher. 11.4012.20 Vervolg dansmuziek. Langenberg, 473 M. 6.25 en 7.23 Gramo foonplaten 12.20 Concert uit Frankfurt. I.20 Concert o.l.v. Eysoldt. 2.50 Gramofoon platen. 4.50 Solistenconcert. 7.20 Rijkszen ding „Serenade aus dem Zwinger" uit Leip zig. 8.35 Omroepkleinorkest o.l.v. Eysoldt. 9.50 „Weihestunde der Johannisfeier". 10.50 12.20 Zonnewende-Feest van de Rijnland- 6che Jeugd. Rome, 441 M. 9.05 „Faust", opera van Gounod. Leiding: Santarelli en Casolari. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20 Blaasconcert. 6.05 Gra mofoonplaten. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v Leemans. 8.20 Omroeporkest o.l.v. André. 9.20 Vervolg concert. 10.30 Dansmuziek II.50 Gramofoonplaten. 508 M.: 12.20 Om roepkleinorkest o.l.v. Lemans. 1.30 Gramo foonplaten. 5.20 Omroeporkest o.l.v. Fr. An dré. 6.35 Piano-recital. 7.20 Gramofoonpl. 8.20 Cello-recital. 8.40 Radio-tooneel. 10.30 Robert de Kers and his Cabaret Kings. Zeesen, 1635 M. 8.20 Gevarieerd program ma. 10.20 en 11.05 Berichten. 11.20—12.20 Reportage van een Zonnewende-Feest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Zaterdag 24 Juni. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Daventry 10.35—24. Geautoriseerde vertaling naar 't Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.v. R. 24; „Dan zul je er dus morgen weer een zien" zei Fayre opgeruimd. „Zaterdagmorgen komt hii, zoo geregeld als een uurwerk. George is de eenige vracht rijder, en hij brengt het oude paard weg voordat hij gaat eten". Fayre betaalde de knijpers en ging, zeer voldaan over het begin van zijn onderzoek, den winkel uit. De storm van plagerijen, die over hem uitbrak, toen hij, vuurrood en bui ten adem, bijna een uur later den rijweg van Stavelev oppeddelde, verstoorde zijn gelijk matig humeur niet. Hij zei, dat hij Iichaams beweging noodig had ep lord Staveley merk te scherpzinnig op, dat hij die dan ook wel scheen te krijgen. Den volgenden morgen was hij in elk ge val erg stijf, en het vereischte een kloek be sluit, om, pijnlijk als hij was, zijn fiets weer uit de garage te halen en op het zadel te klimmen. Hij werd echter beloond, want Maart eindigde mooi en de lucht was zoo zacht als in de lente Terwijl hij op zijn ge mak de lange helling naar Keys af freewheelde, trof hem voor de zooveelste maal de schoonheid die hij in de tropen had Aan het einde van de eerste week van de Economische Wereld-Conferentie, doet de twijfelzucht zich minder sterk gelden dan in de eerste dagen. Dit gunstig verschijnsel kan niet worden geweten aan resultaten of aan uitzicht op resultaten, want dezulken zijn er nog niet. Maar de stemming, die altijd van belang is, heelt zich kunnen verbeteren dank zij een voorloopige regeling, welke feitelijk een opschorting is, van de schuldkwestie die midden in de week tot stand kwam, na aan vankelijk als een spookachtige schaduw over het Geologisch Museum te hebben gehan gen. Iedereen voelde die schaduw en zag haar als een spook, dat dreigend en beklem mend door de vergaderzaal waarde De Amerikanen hadden klaarblijkelijk het 'onmo gelijke gevergd door te verlangen dat de schuldkwestie geen deel zou hebben aan de agenda. Weinig sprekers, die in de plenaire zittingen van de eerste vijf dagen in alge- meene bewoordingen het standpunt van hun regeeringe en de middelen tot bestrijding van de internationale malaise aangaven, konden een zaak, die het gemoed zoo ten zeerste ver vulde, in dat gemoed gevangen houden En de opluchting was opvallend toen halver wege de week, dank zij respectabelen durf van president Roosevelt en dank zij ook de taaie vasthoudendheid van Neville Cham- berlain (met de ongehoorde dramatische ge- duldsoefening in het Lagerhuis), voor het eerst in de geschiedenis van de schuldkwes tie „dit tragisch legaat van den oorlog" de halsstarrigheid van Amerika onder den drang van een onvermijdelijke ontwik keling van zaken moest wijken. In de Eco nomische Wereld-Conferentie werd terecht terstond gevoeld dat hiermede de lucht was opgeklaard en een vrijere en gunstiger at mosfeer was geschapen om het doel van dit dramatisch belangrijke wereldcongres te gaan dienen. De eerste week is gebruikt om het pad der conferentie met goede voornemens te pla veien. Er is een spreekwoord, dat aan zulk bedrijf negatieve waarde, zoo niet verwoes tende gevolgen toekent. Maar de tegen gestelde beteekenis van spreekwoorden is ge woonlijk even juist als de rechtstreeksche en men kan er zeker van zijn dat de beste daden met voornemens zijn begonnen. Waarom zouden wij dan een veeg voorteeken zien in deze eerste week vol voorbeeldig uitgesproken voornemens? Hoogstens zou men wat ver baasd kunnen zijn zooveel redelijkheid en ge zond verstand te hooren uit de monden van mannen, die in hun daden tot nu toe gan- schelijk tegen rede en gezond verstand zijn ingegaan. Het was wat moeilijk te beseffen dat voornaamste woordvoerders van de voornaamste landen van de wereld, die met afschuw gewaagden van het vernietigend effect van tarieven, die monetaire en handels beperkingen voorstelden als de kankers, kna gend aan het internationaal handelsleven, die van „nationalisme" spraken als van den grootsten vijand van het menschdom, de zelfde menschen waren, die al deze dingen hooger en hooger voor eikaars verderf heb ben opgestapeld. Sonoor en indrukwekkend vertelden zij elkaar, en de luidsprekers in de groen-en-gele zaal galmden het na, twaalf of meer galmen, van de dingen die de wel vaartsbronnen van dewereld vergiftigen of verstoppen, dingen die de sprekers zelf niet hebben durven voorkomen of verzachten, bi; gebrek aan moed. Nu hebben zij elkaar moec ingesproken. In vele toonaarden is gezegd dat de Conferentie moedig moet zijn. En Smuts, een van de veteranen in inter nationale onderhandeling en (in den wind geslagen) internationale wijsheid, heeft er aan toegevoegd dat moed en haast samen moeten gaan. „Wij zijn altijd te laat", klaag de hij in de eenige rede van de Conferentie tot nu toe, waarin is gewaarschuwd tegen het remmend en doodend effect van te veel „poli tieke overwegingen". Inderdaad is de Confe rentie nu te laat. Reeds een jaar geleden heb ben de deskundigen in Genève er om ge vraagd als een urgente zaak. De zaak is er nu. En dank zij MacDo nald's even strenge als voortvarende als aangename leiding, is er inderdaad vaart achter gezet. Waar 66 staten in eenige hon derden heeren vertegenwoordigd zijn, is het een heugelijk, feit dat het stadium der alge meenheden tot vijf dagen kon worden be perkt, dat de twee hoofdcommissies, de Eco nomische onder onzen hoofdgedelegeerde mi nister Colijn, de Financieele onder den Ame- rikaanschen deskundige Cox, binnen een week konden worden geïnstalleerd en de in leidende vergaderingen konden houden voor doorgebracht. Aan het eind van den weg, die naar de smederij voerde, sloeg hij af en stapte, met zijn rijwiel aan de hand, langzaam naar de deur. Hier bleef hij staan en voegde zich bij een troepje leegloopers, die naar het werk der smeden stonden te kijken. Intusschen bleef hij naar den schimmel uitkijken. Hij had er zoouat tien minuten gestaan, toen het dier den hoek omkwam, voortgeleid door een langen, mageren, gebruinden arbei der. Fayre merkte met voldoening op, dat hij niet tot dat trage, zware soort menschen behoorde, zooals verder in het zuiden zoo veel zijn. Hij was een echte zoon van het noorden met de verstandige, grijze oogen en de lange bovenlip van zijn ras. Fayre ging op zij, om hem voorbij te la ten. „Jou heb ik al eens meer gezien, oude jon gen", merkte hij vergenoegd op, zich naar het paard wendend. De voerman keerde zich om en nam hem zwiierend op. „Het was te donker en ik kon hem niet goed zien", ging Fayre nu tot den voerman voort. „Maar hij lijkt sprekend op het paard, dat ik zocwat een week geleden op den weg naar Whitbury zag, dat weet ik wel. Er is hier een chauffeur in de buurt, wien het rij den verboden moest worden!" De voerman werd donkerrood onder zijn bruine huid. „Het was niet iemand uit deze buurt, an ders had hij er wel nader van gehoord Het was zoo'n verwenschte vreemdeling. Ik ken de auto's in de buurt heel goed. Hii ©pest het vaststellen der agenda's. En het heuge- lijkst is dat voor de zwaarmoedige, bijna wanhopige stemming, waarin de Koning zijn welkomstrede hield, een betere en veel gezondere stemming aan het einde van de week in de plaats was gekomen. Er wordt niet meer gewanhoopt. Al zal de Conferentie geen ijzer met hanóeif kunnen breken, al kan niet van haar worden verwacht dat zij een tooverstaf zal hanteeren die een zwaar be proefd aardrijk zal veranderen in een aardsch paradijs, het geloof groeit met den dag, dat zij tastbare en nuttige resultaten voor wereldherstel zal weten te bereiken. De Conferentie, als levend symbool van een wereld in ongelukkigen toestand, van vrees voor de toekomst en diepe ongerust heid, is als zoodanig een treffende tegenstel ling voor de omgeving waarin zij wordt ge houden. Die omgeving is vol van den luister van het Londensch seizoen, dat zeker een van de laatste menschelijke instellingen is waarin malaise zich zou weerspiegelen. Van zulke weerspiegeling is niets te bespeuren en voor de harmonie van dit wereldcongres en zijn zetting zou het beter zijn geweest indien bijv. Glasgow het centrum van deze histo rische bijeenkomst zou zijn geworden, in de naaste omgeving van leege scheepswerven en havens vol opgelegde stoomschepen en uit gestrekte kwartieren waar de doffe stemming der werkloosheid zwaar over de daken hgt. Yonden blijft een grootsch tooneel van wel varende wereldschheid. waaraan de duizen den vreemdelingen, officieele en onofficieele die thans de stad bevolken, thans zoo moge lijk nog meer luister verkenen. De Juni-zon, die zoo genadig en zoo royaal is geweest, heeft alle grijsheid uit Londen weggeschenen en zeker uit Kensington, het district waar de Conferentie zetelt, dat normaal toch al een van de opgewekste buurten van de stad is. De gedelegeerden, dk in lobbis en commis siezalen peinzen en praten over wereldnood in Oost en West, in Zuid en Noord, komen elders bijeen op schitterende recepties, in tuinpartijen en aan feestmalen, waar de glans van decoraties, de hoofsche conversatie in bescheiden gemurmel, de prachtige toiletten der dames deel zijn van het tooneel van di plomatieke schittering. De vooraanstaande vertegenwoordigers van nagenoeg alle na ties der wereld, nemen deel aan de ontspan ningen van het seizoen, dat bovendien wordt verlevendigd door nieuwe verwachting en hoop en door het besef van historisch belang. Ascot, dat meest glorieuse feest, ten behoeve der vrouwelijke ijdelheid en dit meest Engel- sche feest, omdat het den luister van sport en den buiten verbindt aan de meest gekunstelde wereldschheid, werd nu een internationaal gebeuren dat een onvergetelijken indruk moet hebben gemaakt op de vertegenwoordigers van vergeten en verarmde landen, die naar Londen zijn gekomen om de wereld te helpen herstellen. Zoo zij den indruk mochten heb ben gekregen dat Engeland, waar Ascot be klijft, geen herstel noodig heeft, zullen hun Britsche geleiders hen uit den droom hebben geholpen. En dan werd het tooneel verplaatst naar de oude City, waar de halls van de Livery Companies met hun onvergelijkelijke kaarsenkandelabres, hun eettafels met ver gulde schotels, de ornamentale pracht van hun interieurs. Of naar Windsor Castle, waar de Koning en de Koningin de gedelegeerden ontvingen voor een schitterend tuinfeest. Zoo moet Engeland voor de vreemdelingen ver schijnen als een land, waar het goed is te praten en te wonen. Voor ons Nederlanders moet het een bij zondere voldoening zijn, dat onze eerste- minister is gekozen voor 'het voorzitterschap van een van de twee hoofdcommissies, die thans spijkers met koppen moeten gaan slaan. Minister Colijn wordt terecht voor dit werk aangewezen geacht. En reeds in de eerste zitting van de Economische Commissie is uit zijn leiding gebleken, dat hij het stadium der algemeenheden onherroepelijk afgesloten acht. NEDERLANDSCH GENOOTSCHAP TOT ZEDELIJKE VERBETERING DER GEVANGENEN. (Vervolg). In de R. K. Psychopatheninrichting te Heiloo werd gisteren een drukbezochte alge- meene vergadering gehouden van het Ned. Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen. Na het inleidend woord door den voorzit ter, Mr. G. A. M. de Bruijn, welke inleiding wij reeds publiceerden, werd het jaarver slag, uitgebracht door den algemeen secre taris, Mr. Muller, onder applaus vastge steld. opgehangen worden, om zóó dien hoek om te komen, dat moest hij!" Fayre knikte. „Gelukkig voor mij was ik nog niet bij de bocht", zei hij. „Ik liep langzaam, anders had hij me waarschijnlijk omver gereden. Je hebt zijn nummer zeker niet kunnen opne men? Zoo'n kerel moest er van Langs krij gen „Ik zag er een gedeelte van", antwoordde de man grimmig, „maar hij was te gauw weg om het heele nummer op te nemen. Y071 zag ik, maar de rest zag ik niet. Zeker een van die kerels van Carlisle." „Heeft hij je erg geraakt? Ik was te ver af, om het goed te zien in het donker, maar het kwam mij voor dat hij je flink aanreed". „Het was niet zijn schuld, dat we er nog zoo goed afkwamen. Hij nam een grooten splinter van den achterkant van mijn wagen af. Ik wed, dat die nog in zijn spatbord steekt." „Dat kan dan als bewijs dienen, als je hem weer ziet. Vooral als er nog wat van de verf aanzat." „Nou! Hij zal een heele streep rood heb ben! Maar ik zal hem wel nooit meer zien. Hij was zeker den verkeerden weg ingesla gen en moest omkeeren, en haastte zich om den verloren tijd in te halen. Zoo verklaar ik het." „Dat zal het zijn. Als ik hem ergens zie, zal ik je waarschuwen. Hij reed zelf, is het niet? Of was er een chauffeur bij?" „Neen, hij zat alleen in den auto. U kunt Joe Woodley altijd bij mr. Sturrock vinden, en het zal mii plezier doen van hem te hoo.- Op voorstel van den voorzitter werd beslo ten de belangrijke beschouwing, waarmede de secretaris het verslag opende, in het maand blad op te nemen. De algemeene penningmeester, Mr. E. René van Ouwenaller, Hilversum bracht het financieel verslag uit, waaruit bleek, dat er een nadeelig saldo is van 205.11. De ba lans wees eind December '32 een bedrag aan van 363,117,91. Na rapport van de financieele commissie werd de rekening goedgekeurd en Amster dam en Gooiland als leden der Commissie aangewezen voor het nazien van de rekening van het volgend jaar. De begrooting voor het komende jaar werd eveneens conform vastgesteld. Wegens het overlijden van het buitenge woon hoofdbestuurslid, den heer H. P. C. Franck werd besloten Mr. Wijnveld, advo caat generaal bij den Hoogen Raad uit te noodigen als buitengewoon hoofdbestuurslid zitting te nemen. Hierna werd aan de orde gesteld het con venant tusschen het hoofdbestuur en den joodschen reclasseerder over de reclasseering van joodsche gevallen in het Genootschap. Het convenant hield in, dat in alle afdeelin- gen, waarin daaraan behoefte blijkt te be staan, de joodsche reclasseerder zich desge- wenscht aaneensluiten tot een commissie aan welke de behandeling van het reclasseerings- werk voor joodsche gevallen wordt opge dragen, terwijl geen voorlichtingsrapport over joodsche gevallen zal worden vastge steld, dan nadat die commissie is gehoord. De eenheid van het afdeelingswerk wordt verzekerd doordat alle beslissingsrecht aan de bevoegde afdeelingsinstanties wordt voor behouden. Mr. Heerkens Thijssen betoogde, dat men buiten Amsterdam weinig met joodsche inge- slotenen te maken heeft, waarom Haarlem van oordeel was, dat bijzondere maatregelen voor joden niet noodig waren. Mr. J. C. Varenkamp, Amsterdam, noem de het een tragische bijzonderheid, dat het joodsche lid dr. van Helbergen, dat in de zen juist zooveel voorbereidend werk had ge daan, heden werd ter aarde besteld. Spr. bracht hulde aan de nagedachtenis van dat lid, waarbij de voorzitter zich onder instem ming der vergadering aansloot en betoogde, dat juist Amsterdam zich bijzonder voor dit werk interesseert. Ook uit Leeuwarden, Assen en Den Haag gingen stemmen op, waarin de regeling on- noodig werd geoordeeld, omdat ook in die plaatsen bijna nimmer joden in de gevange nis worden aangetroffen. Mr. A. Fentener van Vlissingen, Den Haag, merkte op, dat het hier een compromis gold, waardoor gevaar voor verbrokkeling voorloopig wordt geschorst. De voorzitter deelde mede, dat onder den druk der tijdsomstandigheden de criminali teit ook onder de joden is toegenomen. Daardoor is bij de joden evenals bij de r.-k. en protestanten een neiging ontstaan naar een eigen reclasseeringreorganisatie. Het convenant is gekomen om scheuring te voor komen. Ootf' spr. gelooft, dat er weinig af- deelingen zullen zijn, waar de formeering van dergelijke commissies noodig is, doch geen enkele wordt daartoe verplicht, zoodat aanneming van het voorstel wenschelijk is. Hiertoe werd z. h. st. besloten. Mr. Varenkamp, Amsterdam, informeerde hoe het stond met de bestudeering van de kleine verbeteringen, die Amsterdam het vo rig jaar had voorgesteld aan den minister van justitie. De voorzitter was van oordeel, dat de uit spraak van de vergadering het vorig jaar in hield, dat men een verzameling van kleine rechtvaardige wenscfien zou bestudeeren, om die als geheel bij den minister in te dienen. Mr. Varenkamp constateerde, dat er van de bestudeering nog niet veel was gekomen en oordeelde, dat het Genootschap wel dege lijk bij den minister blijk moet geven, kleine verbeteringen op prijs te stellen. Vele kleine verbeteringen voor de ingeslotenen, van veel belang, laten op zich wachten, omdat nie mand er de aandacht op vestigt. Ds. A. v. d. Heide, Voorburg merkte op, dat in de Tweede Kamer verschillende afge vaardigden regelmatig de aandacht van den minister vestigen op de wenschelijkheid van die kleine verbeteringen. Nadat mr. Muller nog het rapport van 1917 in herinnering had gebracht, verleende de voorzitter het woord aan den directeur van de r.-k. Psychopatheninrichting dr. J. A. J. Barnhoorn voor het houden van een voor dracht over: De reclasseering van psychopathen. Dr. Barnhoorn vond het prettig, dat van alle kanten belangstelling ontstaat voor het reclasseeringswerk van psychopathen. Het opvoedend werk van psychopathen en het re- KON HAAR HOOFD NIET MEER DRAAIEN Gemarteld door spierpijnen. Een ons hulp is meer waard dan een ton medelijden. Dat was het ook voor deze vrouw. Iedereen beklaagde haar. Maar één gaf haar een raad, die hielp. Na deze goede raadgeving was zij niet langer het voorwerp van medelijden. Zij schrijft: Ik leed aan spierrheumatïek in den nek het was een marteling. Mijn', hoofd kon ik niet meer omdraaien. Ie 'er-' een had medelijden met mij. Toen was er iemand, die me raadde Kruschen Salts te probeeren, wat ik deed. En in zes ma -«den was ik een ai dere vrouw. Als ik nu maar het minste vleugje vr n rheumatiek voel, neem ik direct een dosis van Uw wonderlijke Kruschen Salts en het verdwijnt Na alles, wat ik ondervonden heb zal ik nooit nalaten ook anderen Kruschen Salts aan te raden." Mevr. 8. Het zijn de opeengehoopte afvalstof:en in het lichaam, die de ondragelijke rheu-i matische pijnen doen ontstaan. Kruschen Salts nu spoort nieren en ingewanden aan tot gezonde, geregelde werking en het gevolg is dat de schade lijke afvalstoffen op volkomen natuur lijke wijze uit het lichaam verwijderd worden. Wanneer U zich dus houdt aan de „Kleine dagelijksche dosis", zult U in vendig schoon zijn en blijven, en in een gezond, frisch en „schoon" gehouden lichaam is geen plaats voor het ontstaan van rheumatiek. Kruschen Salts is uitsluitend ver krijgbaar bij alle apothekers en drogis-i ten k O 90 en 1.60 per flacon. Stralen de gezondheid voor één cent per dag. ren. Hij beschadigde niet veel, dat moet ik zeggen, maar dat was zijn schuld niet, en ik zou hem graag eens onder handen nemen. Ik reed aan den goeden kant, dat kan hij niet ontkennen." De man liep met het paard de smederij in en Fayre zocht zijn rijwiel weer op en ver volgde zijn weg naar Whitbury. Hij had niet durven hopen, dat zijn onderzoekingen zoo'n bevredigend eind zouden hebben en verlang de er naar, Grey te spreken en verslag uit te brengen. Dat de voerman, al was het maar een gedeelte van het nummer, had gezien, was een onverwacht buitenkansje. Dat en een beschadigd spatbord, waarschijnlijk met een veeg roode verf er op, was alles, waar van zij konden uitgaan, maar het was ten minste iets. Was miss Allen maar intiemer geweest met de vrienden van haar zuster! Fayre voelde, dat het geheel nutteloos zou zijn, zich tot haar te wenden, maar toege vend aan een oogenblikkelijke opwelling, ver liet hij den hoofdweg en sloeg den hoek om, den weg op, die naar Greycross leidde. Weer diende hem het geluk( want een eindje ver der haalde hij miss Allen in, terwijl zij ste vig voortstapte, klaarblijkelijk op weg naar huis om te lunchen. Hij sprong van zijn fiets en wachtte tot zij bij hem was. „Ik vrees, dat u zich mij niet meer herin nert, miss Allen," zeide hij. „Maar wij re den eergisteren samen van Whitbury naar huis." Een oogenblik keek zij verbaasd op, toen ontspande een prettig glimlachje haar ge laat. »NatnnrtHfcy oiL Jp waa classeeringswerk van psychopathen is nog zoo nieuw, dat men uit uitwisseling van ge dachten nog veel voordeel kan trekken. Spr. verdeelde zijn voordracht in drieën. Ten eerste: welke gevallen bieden een be hoorlijke reclasseeringskansten tweede: wel ke eischen behooren te worden gsteld aan 'n reclasseerder en ten derde, hoe moet de re classeering van psychopathen geschieden. Spr. betoogde, dat psychopathen in klini- schen zin een ziekelijke karakterontaarding vertoonen. Spr. gelooft niet, dat psychopa-i tlien ontstaan, doordat ze verkeerd zijn opge voed, of in een verkeerd milieu zijn geweest. Het ziekelijke komt ook tot uiting in een geringe ontwikkeling, in ziekte van bepaalde organen, die met het geestelijke verband hou den; spr. dacht daarbij aan de hersenen en aan klieren met inwendige afscheiding. De kansen op een behoorlijke reclasseering moet men onderscheiden naar den aard van de ziekte en naar den aard van het misdre- vene in het leven van den patiënt. Bij karak terontaarding, tengevolge van een verkeerd milieu en een verkeerde opvoeding verkeert men in gunstige conditie, om door reclassee ring te verbeteren. Daar bestaat meer gele-; genheid den invloed van het verstand te ont-: wikkelen dan bij psychopathen, die organi sche afwijkingen hebben. Menschen, die zedendelicten hebben ge pleegd, geven minder reclasseeringskansen, dan menschen met vermogens- en andere de licten. Spr. behandelde dit meer uitvoerig en legde, er den nadruk op, dat ieder geval in dividueel moet worden beoordeeld. In het al gemeen zijn patiënten wel reclasseerbaar, bij wie tijdens de dwangverpleging blijkt, dat zij over de geheele linie hun karakter verbeterd hebben en die dan getoond hebben in alle opizchten zich beter te kunnen beheerschen. Het percentage, waarmee blijvend succes bereikt wordt, bedraagt nog maar enkele pro centen en als er 10 bereikt wordt, mag men blij zijn. Psychopathen zijn over het algemeen glad de menschen, die iets zoo mooi en aardig kunnen voordraaien, dat men er direct geloof aan hecht. Bijna ongelooflijke dingen vertel len zij met een schwung, dat men ze aan neemt, zoodat er groote wereldwijsheid en menschenkennis noodig is, om ze te kunnen begrijpen en te kunnen leiden. Over het algemeen zijn psychopathen wils- zwakke menschen, vatbaar voor slechte, maar ook voor goede voorbeelden. Zij gaan gemak kelijk met den slechten kant, maar ook ge makkelijk met den goeden kant van het leven mee. Daarom is het noodig, dat de reclas seerder een hoogstaand mensch is en over wereldwijsheid beschikt. Dr. Barnhoorn besprak hierna de voorbe- lady Cynthia en sir Edward Kean!" „Ik ben een oude vriend van haar, hoewel ik haar sedert jaren niet had gezien, tot eer gisteren toe. Ik wilde, dat wij de kennisma king met elkaar niet onder zulke droevige omstandigheden hadden vernieuwd!" „Arm kind, ik ben bang, dat zij een slech ten tijd tegemoet gaat. „Ik wou voor ons al len, dat hij voorbij was." „Het is voor u even hard als voor haar", zei Fayre sympathiek. „Als ik het zeggen mag, was het veel vriendelijke van u, haar te schrijven." „Het was het minste, wat ik kon doen. Ik was toen even overtuigd als nu, dat John Leslie er niets mee te maken had, en ik voel de het als mijn plicht haar dat te zeggen." „Zou ik u iets mogen vragen? Geloof mij, het is niet uit louter nieuwsgierigheid." Zij keek verbaasd en belangstellend op. „Zeker," zeide zij. „Maar als het iets is over mijn zuster, denk ik, dat ik alles al aan sir Edward verteld heb, toen hij mij kwam opzoeken." „Kunt u een van uw zusters vrienden be denken, die een groote auto heeft en die op den avond van dien moord hier heeft kun nen zijn?" Zij schudde het hoofd. „Het moeilijke is, dat ik zoo weinig van mijn zusters vrienden ken. Ik ga zelden naar de stad, en zij woonde meest altijd in Londen, behalve, wanneer zij buitenlands was of vrienden buiten bezocht. Zij had een heel grooten vriendenkring, maar het waren geen menschen, die ik graag bij mij zou zien Waarom vraagt u dat?" WmM yer.vajga

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5