[fitouiticiaal 'flieuws
Jieck S. School
Romeinsche brieven.
In dit artikel wordt verboden:
a. benzine te vermengen met petroleum en
met door den minister van financiën aan te
wijzen andere stoffen, die geacht kunnen
worden aan benzine te worden toegevoegd
om de heffing volgens deze wet gedeeltelijk
te pntgaan;
LANGENDIJK.
EGMOND AAN ZEE.
TEXEL.
SCHAGEN.
HOORN.
DE ONBEWAAKTE OVERWEG BIJ
BARNEVELD.
Op den onbewaakten overweg in den weg
Barneveld—Nijkerk, waar onlangs een auto
met drie personen is verongelukt, zijn thans
aan weerszijden van het gevaarlijke punt
waarschuwingsborden met doodskoppen aan
gebracht op last van den burgemeester van
Barneveld, aangezien de directie der spoor
wegen zelf in dezen nog naliet de noodige
maatregelen te treffen.
De borden doen tevens dienst als reflec
toren, zoodat ze ook bij avond kunnen wor
den waargenomen.
LEGATEN.
Wijlen mej. B. Holstein, overleden te Har-
lingen heeft totaal gelegateerd een bedrag
van 44.000 als volgt te verdeelen:
Voor de ger. kerk van Harlingen 10.000;
voor den evangelisatiearbeid van deze kerk,
met name onder de rijpere jeugd 8000;
voor de Vrije Universiteit te Amsterdam
10.000; voor de zending van de ger. ker
ken van Friesland 3000; voor de Evangeli
sche Broedergemeente te Zeist 3000; voor
de anti-rev. Kiesvereeniging te Harlingen
3000; voor de Kon. Wilhelminaschool te
Harlingen 2000 voor de chr. bewaarschool
aldaar 3000 en voor de zending onder de
joden vanwege de ger. kerken in Nederland
3000.
Van deze legaten zijn sommige geheel of
gedeeltelijk met vruchtgebruik belast
DE STRANDING VAN DE ALKAID
IN RUSSISCHE WATEREN.
Een dikke mist bemoeilijkte de
redding der opvarenden.
De mannen van het gestrande Nederland-
8che stoomschip „Alkaid" uit Rotterdam
hebben, nadat zij door de reddingboot „Sov-
narkum" te Archangel aan land waren ge
bracht, bijzonderheden medegedeeld omtrent
de toedracht van het scheepsongeluk, waar
van zij het slachtoffer is geworden.
De „Alkaid", zoo vertelden de mannen,
was in een dikken mist geraakt. Toen de
lucht opklaarde, bleek het schip vastgeloo-
pen te zijn. Het achterste deel kon niet van
zijn plaats gebracht worden.
De „Sovnarkum" kwam in den nacht van
3 op 4 dezer in de nabijheid. Deze boot
moest voor een groot deel blind varen, daar
de mist lang niet overal was opgetrokken.
Toen de boot de „Alkaid" genaderd was,
kon zij nog niet veel uitrichten. Het Neder-
landsche schip bleek tusschen twee gevaar
lijke zandbanken vast te zitten.
Pas op 8 Augustus konden de reddings
pogingen voortgezet worden. Een dreigende
storm spoorde de Russen aan
Zij zagen kans een deel van de Nedirland-
sche bemanning over te nemen.
Twaalf leden van de bemanning der red
dingboot bleef toen achter op de „Alkaid".
terwijl de „Sovnarkum" terugkeerde naar
Archangel om de hulpmiddelen te halen, die
voor de redding noodzakelijk zijn in dit ge
val.
De positie van de „Alkaid" is zoodanig,
dat de eerste de beste storm het schip nood
lottig kan worden. Het schip loopt nl. gevaar
in tweeën te breken.
MOND- EN KLAUWZEER.
In verband met het heerschende mond- en
klauwzeer in Noord-Limburg is besloten de
Noord-Limburgschen fokdag uit te stellen
tot October a s.
POGING TOT BRANDSTICHTING
DOOR EEN COMMENSAAL.
Een bewoonster va ne Reestraat te
'Amsterdam heeft bij de politie aangifte
gedaan, dat een kostganger getracht
heeft in haar woning brand te stichten.
De man had papier in een kast in brand
gestoken, doch het vuurtje was direct
weer gedoofd, omdat de man de kast
deur sloot. Hij heeft zich na zijn daad
bij de politie te Haarlem aangemeld
TELEFONEEREN DOOR TREIN
REIZIGERS.
Met ingang van 21 Aug. zal voor de trein-
/fcizigers op het baanvak AmsterdamOl-
denzaal op proef de gelegenheid worden
opengesteld tot het voeren van z.g. reisge-
sprekken in het binnenlandsch verkeer. Deze
gesprekken kunnen worden aangevraagd in
een der telefooncellen op het perron te Am
sterdam (C.S.), Amersfoort, Apeldoorn, De
venter, Hengelo of Oldenzaal en tijdens het
oponthoud van den trein aan een plaats van
bestemming, een bedrag van 50 cents in de
automatische incasseer-inrichting worden ge
stort. Indien het gesprek langer dan 3 minu
ten duurt, moet op de plaats waar het ge
sprek gevoerd wordt, bijbetaald worden vol
gens het normale afstandstarief.
DIEFSTAL TE BREDA.
Dertien arrestaties.
In de reeks van diefstallen, die den laat-
êten tijd in Breda zijn gepleegd, begint meer
en meer licht te komen.
Dezer dagen heeft de politie enkele per
sonen gearresteerd, wegens diefstal en he
ling, aldus een bericht in het Volk.
Het vermoeden bestaat, dat men met een
heel complot te doen heeft. In vier dagen tijd
zijn nu al niet minder dan 13 personen in
arrest gesteld.
Voor het meerendeel zijn het aldus het
blad, werklooze jonge kerels.
MENGVERBOD VOOR BENZINE.
Meng gebod voor petroleum
Heden treedt in werking de wc' van 5
Aug. 1933 (Stbl. 419), waarbij in de gewij
zigde wet van 19 December 1931 (Stbl. 527)
tot tijdelijke heffing van een bijzonder in-
voerecht op benzine is ingevoegd een artikel
2bis.
b. met ingang van door den minister te be
palen data petroleum en volgens letter a aan
gewezen andere stoffen, welke niet een door
den minister bepaald percentage van een of
meer door hem voorgeschreven herkennings
middelen bevatten, en benzine, waarin zich
deze herkenningsmiddelen, of bestanddeelen,
welke daarvan afkomstig kunnen zijn, bevin
den, in het vrije verkeer te brengen, ten ver
voer aan te bieden, te vervoeren of in voor
raad te hebben.
STEENEN NAAR EEN TREIN GEWORPEN?
Tegen een ruit van een derde klasse-coupé
van den trein die om 22 uur 55 van den Haag
naar Amsterdam vertrekt, is tusschen Benne-
broek en Heemstede-Aerdenhout een voor
werp gevlogen, waardoor de ruit vol barsten
kwam. Een dame met een kindje van eenige
maanden, die in den hoek onder de ruit zat,
bleef gelukkig ongedeerd. Over wat eigenlijk
gebeurd is, tast men in het duister. Of er uit
een juist voorbijgereden trein iets is geworpen,
dan wel of steenen van het land naar den
trein geworpen zijn, of dat iets anders de oor
zaak is, staat niet vast.
Volgende week zullen de inmaakfabrie-
ken beginnen met den inmaak van zuur
kool. Daardoor zullen weer een aantal werk
krachten kunnen worden geplaatst, die dan
wel zullen kunnen worden gerecruteerd uit
hen, die tegenwoordig in de werkverschaf
fing in de Wieringermeer zijn ondergebracht.
Ter gelegenheid van haar 7-jarig bestaan
geeft de muziekver. „Mandolinistica" te Am
sterdam onder leiding van haar dirigent, den
beer Hill. Gonkel, morgen een concert in de
Prins Hendrikstichting alhier. Het program
ma zal afgewisseld worden met een tooneel-
stukje, gespeeld door eenige leden der club.
In de Ned. herv. kerk te Den Burg is ten
voordeele van het verwarmingsfonds dier
kerk een concert gegeven, waarin behalve het
herv. kerkkoor, eenige dames en heeren van
Den Burg medewerking verleenden. Boven
dien trad de heer Broer van Dijk uit Den
Haag als vioolsolist en hobospeler op. De
uitvoering, die door zeer veel personen
waaronder tal van zomergasten werd bij
gewoond was uitstekend geslaagd.
Te Den Burg zal dit jaar de Fokveedag
gehouden worden op Woensdag 30 Aug. a.s.
Deze fokveedag gaat uit van de afd. Texel
van de H. M. van Landbouw en den L. T. B
benevens xan de vereeniging Het Texelscb
Schapenstamboek.
Bij beschikking van den minister van fi
nanciën is de ontvanger der registratie en
domeinen de heer J. D. Schouten verplaatst
van het kantoor Druten naar het kantoor
Schagen.
Bevrachtingscommissie voor West-
Friesland.
De door de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Westfriesland ingestelde be
vrachtingscommissie is gisternamiddag door
den voorzitter der Kamer, den heer M. A.
Emmerling, in het gebouw der Kamer ge-
installeerd.
De heer de Bruijn voorzitter der commis
sie dankte voor de wijze waarop hij de com
missie had geinstal leerd en verzocht daarbij
dank te brengen aan de Kamer voor haar
besluit, om voor Westfriesland een afzon
derlijke Commissie in te stellen, omdat dit
gebied anders zou worden ingedeeld bij1 Alk
maar, of bij Amsterdam het gevolg zou zijn,
dat de uitvoering van de wet niet zoo soe
pel zou kunnen plaats hebben als thans het
geval zal zijn. En vooral zal het vervoer van
de landbouwproducten een snelle afwikke
ling noodzakeliik maken.
Hiern ging de commissie in vergadering
over. Zij benoemde tot haar secretaris den
heer K. C. de Bruijn en tot plaatsver
vangend voorzitter den heer L. J. van Wag-
tendonk.
Mej. Th. B. Knippen te Wija aan Zee
en Duin behaalde te Den Haag de acte Hoog-
duitsch l.o.
De heer M. Sam te Spanbroek is te
Haarlem geslaagd voor het examen hoofd-
acte.
De heer J. G. de Winter te Alkmaar
slaagde te Utrecht voor het examen Fransch
l.o.
PREDIKBEURTEN.
Oroote K^rk, 's avonds 6 uur, ds. H
Kluin, van Neerbosch.
ALKMAAR, Doopsgezinde Kerk, geen
dienst.
UITGEEST, Evangelisatiegebouw Sedeur:
10 uur, de heer N. Hazes, van Amsterdam
AMBTSONTZETTING.
De Synode der Herv. Kerk heeft in hooger
beroep de beslissing var. het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland inzake de ont
zetting uit zijn anjbt van ds. Reeser, predi
kant te Winterswijk, bevestigd
PREDIKANT EN BEGRAFENIS.
Een vrijzinnig predikant schrijft aan de
N. R. Ct.:
Het is een oude geschiedenis, waarover in
dit blad geschreven werd naar aanleiding
van een artikel van ds. van Rossum van Bel-
lingwolde in de Winschoter Courant.
Onder predikanten is de vraag of men den
voorgang bij een begrafenis mag weigeren
of niet, reeds dikwijls besproken. En velen
zijn komen te staan op het standpunt van ds.
van Rossum. Volgens zijn beroepsbrief be
hoeft de predikant de leiding van een begra
fenis niet op zich te nemert. Catechisatie,
huis- en ziekenbezoek zijn hem, naast zijn
preekwerk, officieel opgedragen. Begrafenis,
Zondagsschool- en jeugdwerk worden in zijn
instructie niet genoemd. En aangezien er
nooit over wordt gedacht door de kerk om
dezen alouden beroepsbrief, welke in de ker
kelijke wet is vastgelegd, te wijzigen, kan
een predikant met volle recht weigeren den
voorrang bij een begrafenis op zich te ne
men. Dat die gedachte bij hem opkomt, als
het een gezin betreft, dat zich nooit of te
nimmer met de kerk bemoeit, kunnen wij ons
best voorstellen. Men heeft dan het gevoel
van althans op deze wijze nog eens goed te
kunnen demonstreeren, dat 'n niet kerkgaand
gezin niet dezelfde rechten heeft als een an
der, dat geregeld opgaat naar het bedehuis.
En toch lijkt het ons niet gewenscht, om
op zulk een wijze alle banden door te snij
den. Wij, vrijzinnige predikanten, hebben
vaak toch al niet veel te verliezen. Én boven
dien lijkt ons het nog altijd, ook wat onze
gemeente betreft, het woord van Jezus weer:
„Gij zult het gekrookte riet niet breken en de
rookende vlaswiek niet uitblusschen". Dr.
J. Kruyt schrijft in zijn boek: „De onkerke
lijkheid in Nederland*' juist over de streek,
waar ds. van Rossum woont, dat men daar
nog graag bij een begrafenis den predikant
ziet, werkelijk uit een soort godsdienstige be
hoefte, terwijl men overigens niet meer in de
kerk komt.
Er zijn, dunkt ons, nóg twee redenen,
waarom men de leiding van een begrafenis
niet moet weigeren. De eerste is wel, dat ter
begrafenis ook anderen komen dan de huis-
genooten van den overledene. In de Noorde
lijke provincies vooral is een begrafenis in
zekeren zin een kleine godsdienstoefening
met een bepaald onderwerp: „dood en
eeuwigheid". De kans om zulk een gods
dienstige samenkomst te houden en te leiden
mag men niet laten voorbijgaan. En dan ln
de tweede plaats: zoo ooit de kans bestaat om
harten te treffen en te winnen voor gods
dienstige invloeden, dan is het toch zeker
daar, waar de mensch staat tegenover den
dood. Dr. J. P. Kruyt, in zijn bovengemelde
boek, spreekt alweer over het gebied waar ds.
van Rossum werkt als hij zegt, dat de uit
vinding van de almachtige kunstmest de ge
dachte aan den Almachtigen God nog meer
op den achtergrond had gedrongen, totdat
de droge zomer van 1921 het geloof aan de
almacht van de kunstmest, zonder inmenging
van de Macht die regen kon zenden, had
doen tanen. Het is meermalen onze ervaring
geweest, dat uit een schijnbaar absoluut on
verschillig huisgezin, na een droevige begra
fenis, waar wij over eeuwigheidsgedachten
konden getuigen, een enkele weer naar de
kerk begon te komen. Ook hier geldt het, on-
zes inziens: Zaaier, zaai in Gods naam
voort!
DE SYNODE DER HERV. KERK.
Zuiderzeefonds.
In de negentiende zitting van de Alg. Synode
der herv. kerk kwam o. m. aan de orde het
jaarverslag van het Zuiderzeefonds over 1932.
De periodiek aftredende bestuursleden, ds. mr.
C. J. Bartels, jhr. dr. A. W. van Holthe tot
Echten, J. Bakker en ir. C. W. E. van Voorst
van Beesd, werden-herkozen, de beide laatste
door het hoofdbestuur van de Vereeniging voor
Kerkvoogdijen. Met dankbaarheid worden
herdacht de twee overleden bestuursleden, ds.
C. J. Niemeijer en mr. A. A. de Veer. Het
wijkgebouw te Slootdorp werd 27 Aug. 1932 in
gebruik genomen. Den 28sten Augustus deed
de beroepen hulpprediker van de Wieringer
meer, ds. J. C. Fischer, in dit kerkgebouw zijn
intree.
Op verzoek van de vereeniging voor Evange
lisatie in en ten bate van de herv. kerk, ge
vestigd te Slootdorp is gehoord het classi
caal bestuur van Hoorn, doende wat des ker-
keraads is te Wieringermeer haar met in
gang van 1 Oct. 1932 de beschikking verleend
over het kerkgebouw en de consistoriekamer
op uren, door den kerkeraad vast te stellen.
Zij betaalt daarvoor eenige huur en zal in haar
godsdienstoefeningen geregeld moeten collec
teeren voor het fonds.
Middenmeer, óp ongeveer 3 K.M. van Sloot
dorp verwijderd, zal vermoedelijk het bevol
kingscentrum van den Wieringermeerpoldcr
worden. Besloten is, daar een kerk met toren
te bouwen als d e kerk van de Ned. Herv.
Gem. van de Wieringermeer. Het Rijk heeft
6000 subsidie toegezegd. De aanwezige
middelen zijn voldoende om den kerkbouw te
bekostigen.
Voor het verdere werk in en buiten den
Wieringermeerpolder zal aller geld noodig
zijn. Het verslag dringt aan op het houden
van meer collecten door alle kerkeraden en
beklaagt er zich over, dat menige kerkeraad
niets deed tot nog toe.
Aan het verslag was toegevoegd een balans,
welke werd goedgekeurd.
W erkloozenzorg.
Behandeld is nog het verzoek van de op
initiatief van den door de synode ingestelden
Raad der Kerken ingestelde Centrale voor
Werkloozenzorg om een subsidie van 500.
Het verzoek is gedateerd 1 Augustus en dus
na den voor subsidieaanvragen aangewezen
tijd ingekomen. Feitelijk behoorde het daar
om afgewezen te worden.
Met het oog op de hooge belangen, die met
dit verzoek gemoeid zijn, besluit de synode
voor ditmaal van den aangenomen noodzake
lijken regel af te wijken en het verzoek in te
willigen.
Giften van de koningin.
Van den particulieren secretaris van de ko
ningin was het bericht ingekomen, dat H. M.
100 heeft beschikbaar gesteld voor den ar
beid in Schönungsdorf en eveneens beschik
baar gesteld heeft voor de buitenlandsche
kerken 200. Daarbij was gevoegd de mede-
deeling, dat voortaan bij hare majesteit inko
mende verzoeken tot dat doel ter afdoening in
handen van de synode zullen worden gesteld.
VERDERE BEZUINIGING OP HET
ONDERWIJS.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
der wet van 30 December 1932 tot wijziging
der Lager Onderwijswet 1920 en van de
Lager Onderwijswet 1920. In de Memorie
van Toelichting zegt de Minister van Onder
wijs, dat artikel XIV eerste lid der wet van
30 December 1932 aan de scholen voor ge
woon en uitgebreid lager onderwijs, die over
het jaar 1932 in aanmerking komen voor
Rijksvergoeding een overgangstermijn van
twee jaren scholen om zich aan tg passen
aan de nieuwe leerlingenschaal van art. 28
der Lager Onderwijswet 1920, welke krach
tens art. XIII van eerstgenoemde wet tot en
met 31 December 1937 geldt. Aanvankelijk
was de Minister van oordeel, dat hij uit de
ferentie voor de Staten-Generaal geen slap
pen behoorde te doen om in deze kort voor de
Kabinetswijziging tot stand gekomen rege
ling verandering te brengen. De voortgaan
de achteruitgang van den geldelijken toe
stand van het Rijk en de gemeenten noopt
hem echter dit standpunt prijs te geven. Het
verkorten van den overgangstermijn is een
eenvoudig middel om een aanmerkelijke kos
tenbesparing te krijgen. Teneinde de ge
meente- en schoolbesturen gelegenheid te ge
ven nog tijdig de noodige maatregelen te kun
nen treffen inzake het ontslag van onderwij
zers en tevens om de organisatie van de
school tijdens het schooljaar niet in de war te
sturen, wordt voorgesteld de gewijzigde leer
lingenschaal in te voeren zoodra het op 31
December 1933 loopend schooljaar of de op
dien datum loopende schoolcursus is geëin
digd. De besparing, welke de invoering van
de gewijzigde leerlingenschaal met zich
brengt, zal aldus reeds in 1934, zij het ook
gedeeltelijk, worden bereikt.
Een becijfering aan de hand van de laatst
bekende gegevens heeft uitgewezen, dat door
inkorting van meerbedoelden termijn over het
volle jaar 1934 2396 onderwijzers aan het
gewoon lager onderwijs en 129 onderwijzers
aan het uitgebreid lager onderwijs minder
voor rekening van het Rijk zullen worden
gebracht, wat, naar den maatstaf van een ge
middeld salaris van onderscheidenlijk 2000
en 3000 gulden een besparing oplevert van
5.179000. Door het invoeren van de nieu
we leerlingenschaal in den loop van 1934,
nl. bij het begin van het in dat jaar aanvan
gend schooljaar, zal dit bedrag ongeveer de
helft lager zijn. Hierop komt dan tevens in
mindering een bedrag van aan de betrokken
onderwijzers toe te kennen wachtgelden, het
welk tengevolge van verschillende onzekere
factoren, welke hierbij een rol spelen, niet
met juistheid kan worden bepaald.
Het komt den Minister wenschelijk voor
van deze gelegenheid gebruik te maken om
de Lager Onderwijswet 1920 in drieërlei op
zicht te wijzigen of aan te vullen. De eerste
aanvulling betreft de wachtgeldregeling van
de onderwijzers. De Minister acht het van be
lang onder zekere voorwaarden de oudere on
derwijzers, die van 60 jaar en ouder, te vrij
waren voor de nadeelige gevolgen van het
niet-aanvaarden eener nieuwe betrekking.
Die voorwaarde moet naar de meening van
den min. hierin bestaan, dat de bepalingen
betreffende het vervallen of verminderen van
het wachtgeld slechts buiten werking wor
den gesteld voor hen, wier wachtgeld 65
van de laatstelijk genoten jaarwedde be
draagt, omdat er dan voor het Rijk vrijwel
geen financieel nadeel aan verbonden zal
zijn. In de tweede plaats acht de Minister
een aanvulling van artikel 79 der wet ge
wenscht. De Minister is van oordeel, dat
deze bezuinigingsmaatregel van de Regee
ring, waarmede de besturen van bijzondere
lagere scholen uit den aard der zaak niet
hebben kunnen rekening houden, redelijker
wijze voor de besturen niet mag leiden tot
geheel of gedeeltelijk verlies van de waar
borgsom. Voorts heeft artikel IV ten doel de
herplaatsing van de wachtgelders bij het bij
zonder onderwijs eenigermate te bespoedigen.
De wet behandelt de openbare scholen als
een eenheid, maar ten aanzien van de bijzon
dere scholen worden alle instellingen of ver-
eenigingen, die een of meer scholen besturen,
geïndividualiseerd, zonder eenig verband
van gelijke richting in aanmerking te nemen.
Het komt den Minister voor, dat dit ver
band van gelijke richting zonder bezwaar
kan worden gedocht in de aansluiting van de
school bij eenzelfde commissie van beroep,
als bedoeld in art. 92 der Lager Onderwijs
wet 1929.
Een zoodanig voorstel werkt in het belang
van het Rijk als van de wachtgelders zelf en
stelt de schoolbesturen in het algemeen niet
voor verplichtingen, welke zij in redelijkheid
niet zouden kunnen aanvaarden.
Mussolini werd 29 Juli 50 jaar; de Itali-
aansche pers maakte daar echter, in tegen
stelling met de buitenlandsche, geen gewag
van omdat zij wel onderricht was, dat dit
den Duce niet aangenaam zou zijn. Voor de
zen grooten staatsman is het leven een zeer
zware taak, die hij met inspanning van al
zijn krachten zoo goed mogelijk volbrengen
wil tot heil van het hem zoo dierbare vader
land. Wie het kleine boek gelezen heeft, dat
hij aan de nagedachtenis van zijn broer Ar-
naldo gewijd heeft en waarvan hij de over
zetting alleen aan een Nederlander heeft toe
gestaan 1), die heeft de ziel van dezen man
leeren kennen, van dezen gevoeligen mensch,
die arbeiden zal zoolang het dag is, maar
dankbaar zal zijn als hij ter ruste gelegd
wordt naast de zijnen; want hij schreef:
„Zijn nabestaanden behoeven niet naar een
testament te zoeken; slechts één verlangen
heb ik van te worden begraven bij de mijnen,
op het kerkhof van Cassiano".
21 December 1931 werd Arnaldo, Benito's
trouwen medewerker en vriend, zijn eenige
broer, hem plotseling door den dood ont
rukt: „Door zijn dood heb ik geleden en zal
ik nog lang lijden, gelijk die van het li
chaam, zijn de verminkingen der ziel onher
stelbaar. De smart om het heengaan van
Arnaldo voel ik als een verborgen vuur, dat
altijd in mij brandend zal blijven, een vuur
dat voedsel geeft aan mijn wil en aan mijn
geloof. Den last zal ik dragen, ook voor hem
opdat zijn werk, zijn liefde, zijn leed niet ver
geefs geweest zouden zijn, opdat zijn nage
dachtenis in eere moge blijvenopdat de ide
alen waarin hij geloofde zullen zegevieren
en voortbestaan, ook en vooral over mijn
leven heen".
Dat de mensch die zóó tegenover het leven
staat, afkeerig is van gelukwenschen of feest
betoon ter eere van zijn geboortedag is wel te
begrijpen; Mussolini weet de enthousiaste
huldebetuigingen van de massa op hun juis
te waarde te schatten, zij kunnen hem geen
moment van ware vreugde, veel minder van
geluk geven en zwaarder tilt hij het leven
sinds het heengaan van Arnaldo; roerend
klinkt zijn klacht: „Een staatsman kan twij
felen aan zijn trouwsten medewerker, hij kan
zich zelfs door zijn eisen zoon verloochend
zien, maar van zijn broer is hii 2el«>r
do was de ziel in welke ik ten allen
mijne verankeren kon, om er eenio J e
blikken van rustige toevlucht te virfa °°?en-
waren de oogenblikken dat wij Peh'^n- Dat
den over het graf onzer moeder te d rton'
ano, of als we bij elkaar waren on m •^assi"'
jaardag; óf den rots delle Camminate lEu
den beklommen om daar van boven f
te zien op de plekjes waar wij den be*?i
onzer jeugd hadden doorgebracht- h» 1)4
blikken dat wij elkaar stil in de oö£pn u?*1"
terugdenkende aan dien tijd van onwe&
heid en geluk, die in zijn schoot on* fe,
lot verborgen hield". ns ha™e
Ons „harde lot" deze woorden klinken
in ons na, lang nadat wij het boek, cKl
de belijdenis van een groot en modennS
'end mensch zouden willen noemen, hebb£
neergelegd. Benito verzwijgt ons niéts; e5
vertelt hij als feit, hoe arm zijn grootvarW
was die zuinig aangespoelde stukjes hZ
verzamelde: hoe ze de geheele week niet an
ders dan 's middags een groentesoep
's avonds een schotel veldchicorei uit U
schaal nuttigden maar toch dat waren eu
dagen van „onwetendheid en geluk" en
mand behoeft den diktator in zijn mooie villt
Torlonia te benijden waar hij zoo goed be
waakt is door een cordon geheime politie,
agenten. r
De vreemdelingen, die naar Rome komen
branden van verlangen om den Duce te zien
alsof ze wanneer hen dit al gelukt iets mew
zouden ontwaren dan een masker en niets
van zijn eigenlijke wezen; dit benaderen we
alleen door deze bladzijden. Het neerschrn'.
ven daarvan moet een zekere vreugde een
bevrijding van een knagend leed* geweest
zijn voor den eenzamen mensch, op wien heel
Europa het oog gericht houdt tn die toch
geen vriendenhart heeft waaraan hij 2ich
toevertrouwen of bij wien hij zijn leed uit.
schreien kan.
De Duce had behoefte eens duidelijk te
zeggen hoe zelfstandig Arnaldo werkte- het
hinderde hem blijkbaar dat de Italianen niet
begrepen dat Arnaldo mede de stichter van
het Fascisme was, daarom stelt hij hier zijn
groote verdienste als redacteur van het offici-
eele „Popoio d'Italia" in het licht en legt hij
er den klemtoon op, dat zijn broer hem dik-
wij ls op fouten opmerkzaam maakte en een
onwaardeerbaar medewerker voor hem was
die hem met raad en daad ter zijde stond.
In deze hoofdstukken is de leider van het
fascisme aan het woord en treedt de mensch
op den achtergrond, maar als hij het karak-
ter van den beminden broeder in het ware
licht stelt, daar spreekt Benito woorden van
wijsheid en schoonheid die ons diep ontroe
ren. We lezen dan: „Arnaldo was een „goed
mensch". De deugd van „goedheid" was
hem eigen uit natuurlijken aanleg. Goed, dat
beteekent niet zwak, want goedheid kan zeer
wel samengaan met de grootste sterkte van
ziel, met de meest onverzettelijke wilskracht
in plichtsbetrachting. Goedheid is niet enkel
een kwestie van temperament, maar vooral
van opvoeding. En op rijperen leeftijd is ze
tevens het resultaat van een visie op de we
reld; een visie waarin de optimistische ele.
menten de pessimistische overheerschen,
want de goedheid kan niet sceptisch zijn
doch moet geloovig wezen" en verder: „Goed
zijn beteekent weldoen, zonder reclame maken
en zonder te rekenen op belooning, zelfs niet
van God. Goed blijven heel het leven lang,
dat geeft de maat der waarachtige grootheid
eener ziel! Goed blijven ondanks alles, dat
wil zeggen: ondanks de strikken, aan de goe
de trouw gespannen door bedrigers ten spijt
van ondankbaarheden en vergetelheden;
trots het cynisme van flesschentrekkers; zie
dat is een toppunt van zedelijke volmaakt
heid dat door weinigen bereikt wordt en door
nog minder behouden!
Wie goed is vraagt zich nooit af of het
de moeite waard is. Hij meent dat het altijd
de moeite waard is. Een ongelukkige helpen
ook al verdient hij het niet; een traan drogen
zij het ook een onreineopbeuring geven in
nood; hoop in droefenis; troost in den dood;
dat beteekent: willen te kennen geven dat
men zich niet hooghartig afkeert van de
menschen, doch zich als hun deelgenoot be
schouwt, deel van hun vleesch en hun bloed,
het beteekent een band weven van sympathie
met onzichtbare doch sterke draden, die de
geesten aan elkander bindt en hen beter ma
ken, en deze goedheid bezat Arnaldo!"
Als Mussolini gezegd heeft, dat hij geen
andere uiterste wil heeft dan den wensen te
mogen rusten naast de zijnen, voegt hij hier
aan toe: „Ik zou uitermate naïef zijn als
zou verzoeken met rust te worden gelaten na
mijn dood. Er kan geen vrede zijn rondom a®
graven der leiders dier groote transforma
ties, die revoluties zijn genoemd. Maar alles
wat gedaan is, blijft gedaan, ondenvijl mï
ziel, voortaan bevrijd van de materie, na n
kleine aardsche leven, het onsterflijke
universeele leven van God zal leven".
Terecht mocht de vertaler hierbij aanteeg
nen: „Met rustige zekerheid, met klaar
wustzijn zonder verheffing van stem zeg|
Mussolini eenvoudigweg de grootste w°
den van geloof en verbergt ze tusschen
dere, zooals de lente de eerste bloemen
bergt. Zij vallen niet op, maar zij maken
finale van het boek zinrijk van verkwiK
den troost In bijna alle gedenkschriften
machthebbers bemerkt men de donkerea
ging van het einde, de angst voor de ver"
ging. In bijna alle gedenkschriften "er,®.
ten ziet men hoe de bezorgdheid om n
puin vallen hunner grootheid en om ne
gaan hunner sporen al te zeer de aan
van hun vergankelijk bestaan in D, v£fl
neemt. Voor Mussolini echter is ,,e mdat
zijn leven: het kleine aardsche leven
daarachter de eindelooze perspectiev
eeuwigheid opengaan-a op-
En wanneer we nu van Plazza en zi,
zien naar de venters, die licht geven in
len, waar de groote r. an de minis nVere<n-
bevriende mogendheden ontvangt,
komsten onderteekent, audiënties ver #e
gewichtige besluiten neemt, dan j, bet
dat deze machtige regeerder met vre g jjt
uur begroeten zal waarin zijn zie
„kleine aardsche leven" bevrijd van
ne zal zijn. etHA fltS.
1) Benito Mussolini. „Uit het lev
Arnaldo-", vertaald door Wouter Lu
autorisatie en met medewerking V
auteur. „Uitgeverij Oisterwijk"«