Alkmaarsche Courant.
In het paleis van den koning
Jladionieuws
SeuiMeloH
Stad m Oinqewity
Koningin Wilhelmina.
Honderd fin en dertigste Jaargang.
DINSDAG 5 SEPTEMBER.
18986 September 1933.
JÏO. 209 1933
Woensdag 6 September.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend VARA)
g.__ Gramofoonplaten. 10— VPRO-raor-
genwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continu-
bedrijven: De Notenkarkers o.l.v. D. Wins
VARA-tooneel o.l.v. W. van Cappellen; A.
bouwmeester, declamatie en gramofoonpl
12— VARA-kleinorkest o.l.v. H. de Groot'
2 Concert door de Flierefluiters o.l.v. Ray
Forest. 3.— Voor de kinderen. 5.30 Orgel
spel Cor Steyn. 6— Eddy Walis en zijn
ensemble. 6.30 Declamatie A. Bouwmeester
6.40 Vervolg Eddyy Walis. 7— Causerie
Jan Oudegeest. 7.15 Vervolg Eddy Walis
7.45 Zang door Leo Fuld. 8— Causerie
G Grimm. 8.08 Vaz Dias. 8.15 Uit het ge
bouw voor K. W. te Den Haag: Ter gele
genheid van het lustrum van de fed den
Haag: VARA-orkest o.l.v. H. de Groot, m.
pi. v. Marie Vos, coloratuursopraan. 9.15
Gaspar Lajos en Zigeunerorkest. 10— Ver
volg uitz. uit den Haag: De Flierefluiters
o.l.v. Ray Forest m. m. v. E. Busch, zang.
11.12.Concert door Gaspar Lajos en
zijn Hongaarsche Zigeunerkapel.
Huizen, 296 M. (Uitsluitend NCRV). 8.
Schriftlezing en meditatie. 8.15—9.30 Gra
mofoonplaten. 10.30 Morgendienst o.l.v Ds.
Ij W. Esselink. 11.Gramofoonpl. 12 3<)
Cello-recital L. van Maanen, aan den vleugel
j. Rosekrans. 1.15 Gramofoonpl. 1.30 Zalt-
bommel's Kinderkoor o.l.v. Wernicke, m m
v. p. Jakma, piano. 3— Chr. Lectuur. 3.30
Trio v. d. Horst m. m. v. C. van Raven-
zwaay— Möllenkamp, zang. 5— Kinderuur.
Causerie door C. v. d Heuvel. 6.30 Af
gestaan. 7.15 Ned. Chr. Persbureau. 7.30
Gramofoonplaten. 8.Herdenkingsavond in
de Nieuwe kerk te Amsterdam ter gelegen
heid van het 35-jarig Regeeringsjubileum
van H. M. de koningin. 10.— Vaz Dias
10.1011.30 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichien. 11.05—11.20 Le
zing. 12.20 Orgelspel Q. MacLean. 1.05
Western Studio-orkest o.l v. F. Thomas. 1.50
E Parsons' orkest 2.35 Gramofoonpl. 3.20
Piano-recital E. Lush. 3.35 Sted. orkest
'Bournemouth o.l.v. Sir Dan Godfrey m. m.
v H. Alwyne, piano. 5.05 Orgelspel R.
Dixon. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50
ijohn Johnson's orkest. 7.35 Fred Hartley's
(Novelty Kwintet m. m. v. C. CFConnor, zang.
8.20 Variété-programma 9.20 Militaire mar-
schen door het Radio-Militair-orkest o.l.v.
Leggett en Wood. 10— Berichten. 10.20
Orgelconcert S. Marchent. 10 50 Voor
dracht. 10.55-12.20 Het Casani-CIub Dans-
orkest o.l.v. Ch. Kunz.
Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8 05, 12.35
Gramofoonplaten. 12.50 Orgelconcert. 1.25,
7 30, 8.20 Gramofoonplaten. 9.20 „Oh!
Papa!" operette van Yvain.
Kalundborg, 1153 M. 12.45—1.35 Con
cert uit het Bellevue-Strandhotel. 3.20 Con
cert uit Rest „Wivex". 5.20—5.50 Gramo
foonplaten. 8.20 Radio-Symphonie-orkest
o.l.v. prof. N. Malko, m. m. v. E. Broms,
zang en L. Preil, viool. 11.1512 50 Dans
muziek door E. Tuxon's orkest m. m. v.
Piano-Trio.
Langenberg, 473 M. 6.25 Gramofoonpl.
7 23 Concert o.l.v. Pullem. 10.25 en 11.50
Gramofoonpl. 12.20 Westduitsch Kamer
orkest o.l.v. Keiper. 1.20 Concert o.l.v. Wolf.
5.20 Pianoduetten door E. Grape en H.
Haase. 620 Die Fröhlichen Fünf. 720
Volksliederen, gedichten en kluchten uit de
16de en 17de eeuw. 8.25 Werag-orkest o.l.v.
Kühn. 9.05 „Havana in Baden", reportage.
9.35 „Stippvisite". 9.50 Voordracht. 10.50—
12 20 Die Frölichen Fünf.
Rome, 441 M. 8.50 Concert door het Ro-
mcinsch Kwartet. 9.35 Radiotooneel. 10.05
Vervolg concert m. m. v. zangsolisten. Hier
na dansmuziek door orkest „Rumba Casa
nova" 11.15 Berichten.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20
Concert uit Antwerpen. 1.30 Vervolg concert
5 -0 Dansmuziek. 7.05 Gramofoonpl. 8.20
«Armoede", schets van Putman. 9.05 Ope-
!"ede «Knokkelbeen", van E. Hullebroeck
Leiding; Walpot. 508 M.: 12.20 Omroep-
k'einorkest o.l.v. Leemans. 12.50 Piano
recital. 1.05 Vervolg orkestconcert. 1.30 Gra
•nofoonplaten en zangvoordracht. 5.20 Svm
phonieconcert o.l.v. Kumps. 6.50 Omroep-
kleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Omroep
orkest o.l.v. Kumps. 9.20 Concert uit Osten-
oe. Hierna gramofoonplaten.
a M. (Deutschlandsender).
8.20 „Wie uns der Schnabel gewachsen ist",
dialect-programma. 9.20 Concert door het
Radio-Mil.-orkest v. d. BBC o.l.v. Leggett en
10-~ Gramofoonplaten. 10 35 en
n.05 Berichten. 11.20-12.50 Dansmuziek
München.
11
uit
iEen liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door F. Marion Crawford.
Naar het Engelsch door W, H. C, BJ(
18)
Op dit oogenblik hoorde zij onwille
keurig hem praten. Hij zei tot een be
ende om witte schoenen te brengen,
w'at haar aandacht trok, omdat zij hem
nooit anders dan zwart of geel schoeisel
Fad zien dragen. Wat zou zij graag zelf
ern die witte schoenen hebben willen
rengen en hem zijn orde teeken van
net Gulden Vlies om den hals hebben
gehangen! En dan het gepolijste gevest
met een stuk zeemleer wat opwrijven,
zooals zij reeds als kind gezien had dat
'■'aldo haar vader's wapens oppoetste,
''et een elleboog op de tafel steunen-
e' beschutte zij met een hand haar
oogen voor het kaarslicht, en overdacht
e tenslotte ailes in de laatote uren
Sr|e] op elkaar was gevolgd. Wat zou er
gebeurd zijn, indien de onbekende stem
°nder de hovelingen niet gelachen had,
en haar vader's toorn niet had gaande
gemaakt? Dan zou Don fan na de
^ertrekken van Mendoza zijn gegaan en
f-odaldo zou hem binnengelaten heb-
en, want niemand kon hem iets weige-
ren en hij was 's Konings broeder. Hi.1
zou dan een half uurtje met haar in de
*l«ine kamer hebben doorgebracht en
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Woensdag 6 September.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventry 10.35—24
Lijn 4: Langenberg 10.25-17.40, Zeesen
17.40—19.20, Breslau 19.20—20.20, Zeesen
20 2023.20, München 23.20—24.
Wie, als schrijver dezer rege'en, het hcoge
voorrecht heeft gehad vijf en dertig jaar ge
leden getuige te zijn van de inhuldiging van
Koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam, zal nimmer het oogenblik van
ontroering vergeten, toen de jonge vorstin
het kerkgebouw binnenschreed om plaats te
nemen op den troon.
De klok van het oude paleis op Den Dam
had elf slagen geklepeld. Wij, de wachten
den in de kerk, hadden ze in spanning ge
teld. Muziekgalmen woeien over, drongen
tot ons door, en plotseling, alles overstem
mend, een daverend geluid, opbruisend en
naderdreunend, omhullende de hooge tempel
wanden in hun spannende stilte. Dat was de
eerste luide toejuiching van het publiek op
den Dam. Koningin Wilhelmina had het
paleis verlaten en naderde. De stilte, een
haast angstig luisteren der menigte in de
kerk. schijnt eindeloos te duren. Dan daalt
liefelijk koorgezang van de orgelhoogte en
herhaalt het'lied van ouden tijd:
Mijn schilt ende betrouwen
•Sijt ghij, o Godt, mijn Heer!
Bij de tonen van dat oude lied, dat een
band legt om vorsteshuis en volk, over
schrijdt zij den drempel der kerk, zij de ge
kroonde Koningin, in het vorstelijk purper
en hermelijn, omstuwd door de grooten des
Rijks. Te midden van al het goud, dat haar
omgeeft, trekt zij alléén de aandacht. Eerbie
dig buigt men het hoofd voor de achttien
jarige, die is Nederlands Vorstin. Ontroe
ring maakt zich van allen meester. De ernst
van het oogenblik grijpt hen aande jeugd
der gekroonde maakt de harten week en de
oogen vochtig. Men gevoelt het groote
contrast tusschen die jonge jaren en den ont
zaglijken ernst van het oogenblik met, in het
onmiddellijk verschiet, de taak, die voor man-
nenschouders reeds een zware last zou zijn;
het contrast tusschen de teere krachten en de
hooge eischen van den koninklijken plicht
Er is beklemdheid in de hulde, verteedering
in den eerbied, waarmede zij wordt begroet
Een Franschman, die naast mij zit mompelt:
„Pauvre enfant", „Arm kind"! Eigenlijk
drukt hij uit, wat allen denken: „Welk een
taak, welk een opoffering in de toekomst,
welk een leven van toewijding wordt van dit
jonge meisje gevraagd!''
Daarop klinkt een verrassend mooie stem
omhoog. Zij dringt door tot de uiterste hoe
ken van het groote kerkgebouw. In woorden
van ernst en belofte verbindt de jeugdige
souvereine zich aan het volk van Nederland.
Trouw aan de Grondwet, toewijding aan de
belangen van Volk en Land, dat is de
aanduiding van haar toekomstige levenslijn
Zij en allen, die haar hooren, bidden dat he+
haar gegeven moge zijn, naar die woorden
te doen.
Dat is vijf en dertig jaar geleden. Die
woorden zijn in vervulling gegaan; die be
lofte is koninklijk gehouden. En daarom wil
Nederland terugdenken aan de voorbijge
gane regeeringsjaren en in hoe beschei
den mate ook met een enkele feestviering
getuigen van zijn blijdschap en zijn dank
baarheid. Het Nederlandsche volk heeft ge
zien, hoe zijn vorstin van den aanvang af, en
duidelijker bij het voortschrijden der jaren,
het koningschap maakte tot de vervulling van
een hooge roeping; hoe zij persoonlijke wen-
schen deed wijken voor de hooge en zware
regeeringsplichten. Zij ging, onze Vorstin,
den grondwettelijken weg, in rustige zelfbe-
heersching zich onderwerpend aan de majes
teit van de wet. Hoe ook de binnenlandsche
partijverhoudingen zich soms wijzigden,
het zou een stijve ontmoeting geweest
zijn, door de tegenwoordigheid van Inez,
zij het dan ook dat deze wel spoedig zou
zijn weggegaan. Daarna zou zij Do-
lores met de hertogin Alvarez tegelijk
met de overige eerejonkvrouwen naar
beneden zijn gegaan en in het gevolg
der koningin zijn geweest, terwijl deze
met den koning de troonzaal binnen
trad. Met Don Jan zou zij in een dag of
twee geen woord meer hebben kunnen
wisselen. En nu nu scheen het zoo
goed als zeker dat zij in de komende
week zijn vróuw zou worden. Hij was
in de aangrenzende kamer.
„Berg mijn degen niet weg hoorde zij
Don Jan zeggen. „Laat hem maar hiei
op tafel liggen".
Natuurlijk; wat zou hij in hofkleedij
met een degen doen? Maar als hij na
het souper naar naar terugkeerde en
haar vader in den corridor ontmoette,
dan zou hij ongewapend zijn, terwij
haar vader, die d.enst had. evenals alle
op wacht zijnde offi'-ieren. de aan zijn
rang verbonden degen droeg en de *o
ning zijn rapier als onderdeel van zijn
statiegewaad. ,,„iHoiiik
Zij was verbaasd dat zij zoo duidelijk
kon hooren wat er in de aangrenzende
kamer werd gezegd 0ng®t" !1 van
dit een gevolg van de consh-uct
het gewelf, dacht zij W Tuze góed
don Jan duidelijk maar als ze goed
luisterde, kon zij bijna antwoorden
der luiden toon gegeven antwoorden
van de bedienden hooien. He. /heen
haar toe. dat hij maar heel weinig tijd
iSodig had om zich te verkleeden.
boven de partijen wisten we de groote, de
rustige figuur onze Koningin: Dat gaf ver
trouwen en dat deed de liefde, die we haar
toedragen, gegrondvest zijn op den hechten
bodem van mannelijke waardeering.
Vijf en dertig jaren! Geen menschenleven
doorgaat zulk een tijdperk zonder de kente
ringen van het getij te gevoelen. Ook het
leven van een volk kent de wisselingen van
het lot. Lang voordat de groote wereldoor
log uitbarstte, hadden gebeurtenissen, ver
buiten ons werelddeel plaatsgrijpend, smar
telijke indrukken gewekt bij ons volk. De oor
log in Zuid-Afrika, de Boerenoorlog over
schaduwde diep de eerste regeeringsjaren
van Koningin Wilhelmina. Maar hoe verras
send toonde zich haar groote persoonlijkheid,
toen zij, tot verbazing en bewondering van
Europa, den ouden Paul Kruger onder haar
beschermende hand een smadelijk lot be
spaarde. Dat was, binnen de grenzen van
wet en recht, een daad van groote beteekenis,
die haar den lof deed toekennen, door een
Fransch politicus aldus geuit, dat zij was
„de eenige man oo een Europeeschen troon"
Zij had gedaan naar het hart van het Neder
landsche volk en dit juichte haar toe.
Hoezeer zij de Vorstin zijner liefde was,
kwam jaren en jaren later, aan het licht
en hoe duide'rk!toen elders de troonen
wankelden en ineenstortten. In eene spontane
reactie tegen wat enkele stemmen hadden
gezegd, wat een klein deel der bevolking wei-
licht had begeerd, had eene betooging plaats,
die bewonderenswaardig zal blijven in de ge
schiedenis onzer residentie en die van zóó
groote aanhankelijkheid des volks getuigde,
dat zij een ernstige waarschuwing was, ge
richt tot hen, die den band tusschen Oranje
en Nederland zouden willen verbreken.
Tusschen de Boerenoorlog en deze betoo
ging ligt de groote wereldoorlog met zijn
niet te peilen tragiek. In die moeilijke jaren,
waarin zelfs een land, dat buiten de hel van
den oorlog kon blijven, veel had te lijden,
heeft Koningin Wilhelmina het voorbeeld
gegeven van energie, van niet te verslappen
werkzaamheid en van sobere levenseischen.
Het groot persoonlijk aandeel, dat zij geno
men heeft in de beraadslagingen van hoogst
belangrijken aard, die telkens weer tot
ernstige 'beslissingen moesten leiden, begrij
pen we het best, wanneer we Mr. M. W. F
Treub's boek Oorlogstijd. Herinneringen en
indrukken „eerbiedig" (zien) opgedragen
aan Hare Majesteit de Koningin, aan onze
begaafde Landsvorstin, die zich in moeilijke
dagen heeft doen kennen als een ware Moe
der des Vaderlands'' Wijlen Mr. Treub, die
minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del en minister van Financiën was in zeer
moeilijke dagen, verklaart in zijn „woord
vooraf", dat hij het groote voorrecht heeft
gehad „de waakzaamheid van Hare Majes
teit de Koningin van het Nederlandsche volk
van nabij te hebben kunnen waarnemen en
daardoor hoog te hebben leeren waardeeren.
Die waakzaamheid en die zorg had het
Nederlandsche volk noodig, toen, na den
wereldoorlog, de tijdelijke voorspoed gevolgd
werd door een economische inzinking, die
eerst schijnbaar overwonnen werd, doch
drarna, in de dagen, die wij thans beleven,
zich met nog pijnlijker duidelijkheid her
haalt. En het is een" zegen, de overtuiging te
mogen hebben, dat, wat er ook gebeure, welke
beroeringen er door de volkeren gaan, wij in
Nederland aan het hoofd van onzen Staat
eene Vorstin bezitten, die onze vreugden en
onze zorgen deelt en met haar ernstigen,
wikkenden en wegenden geest de groote steun
is voor elke regeering, welke naar de innigen
wensch van de overgroote meerderheid des
volks binnenlandsche rust, rechtvaardigheid,
sociaal medeleven met alle nooden en aan
passing aan de eischen eener moderne maat
schappij wil bevorderen. Wij kennen haar
geest, niet alleen uit haar woorden, maar
ook uit haar daden en, denkende aan het
kostbaar bezit, dat Nederland in haar heeft,
zien we dezen 6den September, dezen herin
neringsdag na vijf en dertig jaren van een
hoog en waardig vervulde regeeringstaak,
met blijdschap naderen, in weerwil van alle
zorgen en alle onrust. De dag van morgen
is een groote en blijde dag. Hij herinnert
ons ons eigen groot bezit van vrijheid en
zelfstandigheid en doet ons vertrouwen, dat
de vaste, rustige hand, die nu vijf en dertig
jaren lang in Nederland den koninklijken
scepter heeft gevoerd, ook in de toekomst ons
land ten zegen zal zijn. Hoe boven de par
tijen, sterk door haar constitutioneele plich
ten, die haar maken tot de hooge bewaard-
ster der volksrechten, staat Koningin Wil
helmina. Het groote prestige van haar beleid
en haar naam zijn in den vreemde factoren,
die ons land ten goede komen. Wij, Neder
landers, zijn aan haar en haar Huis verbon
„Van die kamer heb ik den sleutel;
daar liggen mijn papieren", hoorde zij
hem zeggen. „Jullie zijn tot midder
nacht vrij. En' nu mijn hoed en hand
schoenen. Roep een van jullie de heeren
van mijn gevolg en zeg hun in den cor
ridor op mij te wachten".
Zij kon hem bijna zijn handschoenen
hooren aantrekken. Een der bedienden
ging de kamer uit.
„Fadrique", zei Don Jan, „haal mijn
rij-jas voor den dag. Misschien heb ik
lust om op het terras wat heen en weer
te loopen en 't is koud. Zorg dat tegen
middernacht mijn gewone avonddrank
klaar staat en wacht op me. Laat Gil
maar gaan slapen, want hij was van
nacht op".
Het was een eigenaardig genoegen
voor haar hem zoo huishoudelijk orders
en aanwijzingen te hooren geven en op
te merken hoe zorgzaam hij voor zijn
bedienden was. Wel wist zij dat hij al
tijd geweigerd had door kamerdienaars
en kamerheeren omringd te zijn en dat
hij, als het hem mogelijk was, heel een
voudig leefde, maar het was toch wat
anders voor haar om zoo nauw in cn-
tact te komen met zijn leven. Wat een
onderscheid tusschen zijn vriendelijke
manier van doen en spreken en de des
potische en ruwe wijze, waarop haar va
der orders gaf! Mendoza vond zich zelf
het ware type en model van een soldaat
en groote mijnheer; hij beweerde dat
zonder de allerstrengste discipline noch
in het leger, noch thuis orde of veilig
heid kon heerschen. Het verschil tus
schen hem en Don Jan was. dat de een
den door banden, die niet zijn te verbreken
Met vertrouwen zien we tot haar op en ter
wijl we haar danken voor al de jaren van
enge plichtsbetrachting, die zij aan Neder
land heeft gegeven, wenschen we haar toe dc
hooge voldoening, die zulk een toewijding
loont, nog lang te mogen smaken. En ons
geschenk aan haar, ons nationaal geschenk,
zij de eensgezindheid om het waarachtig be
lang des lands te dienen, evenals onze Ko
ningin staande boven partij-overwegingen
Ons geschenk zij een eensgezind volk, zich
scharend om haar troon, in den dienst van
het eene, groote, dierbare Vaderland.
A. J. B. B.
AANKOOP GROND AAN EN NABIJ
DEN BERGERWEG.
In bijlage No. 106 schrijven B. en W.t
Het is de gemeente gelukt een aanbieding
te krijgen van den heer D. Binnewijzend, al
hier, waarbij hij zich bereid verklaart aan de
gemeente te verkoopen een groep landerijen
met opstallen, gelegen ajn den Bergerweg,
nabij den te verbreeden Hoeverweg, kada
straal bekend gemeente Alkmaar, sectie D
nrs. 155, 163, 164, 166, 233, 234, 235, 236
en 306, te zamen groot 18.07.55 H.A., tegen
den prijs van 2500 per H A.
Wij stellen het bezit van dit complex zeer
op prijs, niet alleen om de litging, maar ook
omdat het de gemeente in staat zou stellen
aan de steeds schaarscher wordende werk
verschaffingsobjecten een werk toe te voegen,
dat van groote beteekenis is voor het aspect
van dat deel der gemeente en eveneens voor
de bestrijding der werkloosheid. Zoo het Rijk
subsidie zou willen verleenen, zouden wij
n.1. op deze perceelen een bescheiden bosch
plan tot uitvoering willen brengen, waarna
te zijner tijd wellicht eenige perceelen voor
den bouw van villa's of kleine landhuizen
zouden kunnen worden bestemd. De uitvoe
ring van een dergelijk plan zou dit deel der
gemeente zeer verfraaien en er een welkome
afwisseling in het landschap brengen.
Intusschen, de uitvoerbaarheid hangt ge
heel af van de vraag, of het Rijk subsidie ver
leent. Wij hebben daaromtrent reeds een
vraag gesteld aan den minister van Sociale
Zaken. Uwe vergadering bindt zich door
dezen aankoop in geen enkel opzicht ten aan
zien van de bestemming. Daaromtrent zullen
wij nader een voorstel doen. Zou het plan
niet tot uitvoering komen, dan nog zal de
gemeente naar ons voorkomt, goed doen deze
perceelen voor dezen prijs aan te koopen.
B. en W. stellen den Raad voor, het des
betreffend besluit te nemen.
BENOEMING TIJDELIJKE LEERAREN
HANDELSSCHOOL.
B. en W. schrijven in bijlage Nr. 102:
Uwe vergadering benoemde bij besluiten
van 15 September 1932, Nrs. 7 en 5, aan de
Handelsschool voor den duur van het school
jaar 1932/1933 tot tijdelijke leeraren
ondersch. in staathuishoudkunde en in schei
kunde en warenkennis de heeren H. Feenstra
te Zaandam en C. W. F. Spiers te Amster
dam.
De directeur der Handelsschool geeft ons
in overweging beide heeren oonieuw voor eene
tijdelijke benoeming voor te dragen, thans
voor den duur van het schooljaar 1933/1934.
Zoowel de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, als de betrok
ken inspecteur en de commissie van toezicht
op het Middelbaar Onderwijs kunnen zich
met deze tijdelijke benoemingen vereenigen
Wij stellen Uwe vergadering vóór te be
sluiten:
gedurende het tijdvak van 1 September
1933 tot en met 31 Augustus.1934 aan de
Handelsschool te benoemen tot tijdelijk
leeraar in:
a. staatshuiskunde den heer H. Feenstra
te Zaandam
b. scheikunde en warenkennis, den heer C.
W. F. Spiers te Amsterdam.
EXTRA-HULP AAN WERKLOOZEN
In bijlage No 100 schrijven B. en W.:
In ons voorstel van 10 Januari jM. (bijlage
Nr. 7) deelden wij mede, dat het Nationaal
Crisis-Comité ten behoeve van extrahulp
aan werkloozen voor 1933 beschikbaar stelt
2.50 per werklooze, mits de gemeente een
zelfde bijdrage.voor dit doel verleent.
Ter bepaling van het gemiddelde aantal
werkloozen zou gelden het gemiddeld aantal
werkzoekenden bij de plaatselijke arbeids
beurzen ingeschreven over het tweede half
jaar van 1932. Volgens dezen maatstaf heeft
een gewone dienstklopper en de andere
een geboren leider van menschen was.
Dolores luisterde. Het was duidelijk
dat Don Jan Fadrique ïuet wegzond om
haar nog eens te zien, voordat hij naai
de troonzaal ging. Er kwam daaren
tegen iemand bij hem, aangekondigd
door Fadrique.
„De kapitein Don Juan de Exobedo
wacht op uwe hoogheid", zei hij. „Ado
nis is er ook".
„Adonis!" Don Jan lachte, niet om den
naam, want die was hem bekend, maar
om den man zelf, die gewoonlijk door
dien klassieken naam werd aangeduid,
den dwerg Miguel de Antona, 's koning*
nar. „Laat Adonis binnenkomen; hij is
een oude vriend."
Weer ging de deur open en Dolores
hoorde de welbekende stem van den ge
bochelde, helder als die van een vrouw,
hoonend, en vol van boosaardigen lach,
een stem, die men te midden van een
menschenmenigte dadelijk herkent en
dikwijls zonder dat men weet van wie
zij is.
De man kwam binnen, en nog in de
deur staande, sprak hij luid: „Ave Cae
sar! Heil zij u, overwinnaar! Alle heil.
gij gunsteling van den hemel, van den
mensch en van de dames!"
„Van de dames ook?" vroeg Don Jan
lachend „Wie heeft je dat verteld?"
„De kok, uwe hoogheid. Want toen u
vanmiddag naar de poort reed, zag een
meisje, dat in de keuken werkt, u van
achter het traliewerk in den kelder, en
sinds dat oogenblik is zij stapelg k,
zingt van de zon, de maan en onvergan-
Alkmaar aanspraak op een bedrag van
1026 X 2 50, dit is 63 meer dan waarop
destijds is gerekend. Het verdient daarom
aanbeveling tot besluit van Uwe vergadering
van 19 Januari j.1. in overeenstemming te
brengen met het na dien vastgestelde werk
loosheidsgemiddelde.
Een ontwerp-besluit bieden B. en W den
raad ter vaststelling aan.
WACHTGELD ASSISTENT BRUG
WACHTER J. TJEERTES.
In bijlage no. 101 schrijven B. en W.:
Naar aanleiding van het in onze handen
om bericht en raad gestelde verzoek van het
bestuur van den Nederlandschen bond van
personeel in overheidsdienst d.d. 24 Juli j.1.
om aan den gewezen assistent brugwachter
J. Tjeertes alsnog een wachtgeld toe te ken
nen, deelen wij u het volgende mede.
Wegens reorganisatie van den brugwach-
tersdienst is het dienstverband van J. Tjeer
tes ais assistent-brugwachter geëindigd.
Tjeertes was van 1 Juni 1914 af als zooda
nig tegen een uurloon in lossen dienst der
gemeente werkzaam. Toen aan hem op 1 Juli
1922 ingevolge de Pensioenwet 1922 een
aanstelling als assistent-brugwachter moest
worden uitgereikt, hebben wij daarin uit
drukkelijk vastgelegd, dat in de tot de ge
meente bestaande rechtsverhouding geen
verandering werd gebracht. De laatste jaren
genoot Tjeertes als assistent-brugwachter
een loon van gemiddeld 14.40 per week.
Zijn dienstverband belette hem geenszins te
vens andere werkzaamheden te verrichten.
Hij had dan ook nog verschillende inkomsten
als bode bij de brandweer, kioskhouder op
het sportpark, tooneelknecht e.d
Aan de tijdens zijn dienstverband tot stand
gekomen rijkspensioenregeling kon Tjeertes
bij zijn ontslag geen recht op pensioen ont-
leenen. Als bode bij de brandweer is hij even-
wel nog in pensioengerechtigden dienst der
gemeente.
De gemeentelijke wachtgeldregeling geldt
alleen voor het in vasten dienst der gemeen
te zijnde personeel. Overeenkomstig deze re
geling waren wij niet bevoegd Tjeertes een
wachtgeld of eene n:"-pering toe te kennen.
Tjeertes was er van het begin af mede be
kend dat zijn werkkring he geenerlei aan
spraken zou geven op eenige tegemoetkoming
bij ontslag. Met het oog op mogelijke conse
quenties voor andere gevallen en in aanmer
king nemende, dat in de tegenwoordige tijds
omstandigheden niet aan een uitbreiding van
de wachto-c'dregeling kan worden gedacht,
stellen wij uwe verc-dering voor afwijzend
op het adres van bovengenoemden bond te
beschikken.
BENOEMING TIJDELIJK LEERAAR
GEMEENTELIJKE AVONDSCHOOL
VODR LAGER NIJVERHEIDS
ONDERWIJS.
In bijlage No. 103 schrijven B. en W.
De Directeur derGemeentelijke Avond
school voor lager nijverheidsonderwijs geeft
ons in overweging den heer G. A. J. Googh,
thans wonende te Bergen, die krachtens Uw
besluit van 24 November 1932, Nr. 3, van
1 Januari 1933 tot het einde van den cursus
1932/1933 werkzaam is geweest als tijdelijk
leeraar in wiskunde aan die school, voor den
duur van den cursus 1933/1934 opnieuw
voor een tijdelijke benoeming voor te dragen.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen en de commissie van toezicht
op het gemeentelijk nijverheidsonderwijs kun
nen zich met deze voordracht vereenigen
Wij stellen Uwe vergadering vóór te be
sluiten:
gedurende het tijdvak van 1 October 1933
tot en met 30 September 1934 te benoemen
tot tijdelijk leeraar in wiskunde aan de Ge
meentelijke Avondschool voor lager nijver
heidsonderwijs alhier, den heer G. A J
Boogh, wonende te Bergen.
VERHUUR GROND WESTERWEG.
B. en W. schrijven in bijlage No. 105:
Bij besluit van 11 December 1930, nf.
10, goedgekeurd door Ged. Staten van
Noordholland bij besluit van 31 December
1930 nr 73, heeft Uwe vergadering aan den
heer H. W. Oudhoff, alhier, voor ten hoogste
vijf jaar (tot Kerstmis 1935) verhuurd het
achter de woning plaatselijk aangeduid Wes-
terweg 144, gelegen terrein, kadastraal be
kend gemeente Alkmaar, sectie E, nr. 3845
gedeeltelijk, ter grootte van ongeveer
1265 M2., voor den prijs van 50 per jaar.
In verband met uw besluit van 24 Novem
ber 1932. nr. 4, hebben wij genoemde huur
over 1933 met 30 verlaagd, overeenkom
stig het advies der gemeentelijke pachtcom-
missie.
- g
kelijke liefde, zoodat de keuken meer op
een gekkenhuis lijkt, dan dit huis daar
op zou gelijken op den Dag des Oordeels,
onverschillig of die zou komen vóór of
na den Vastentijd".
„Vast jij in den Vastentijd, Adonis?"
„Ik vasi streng driemaal per dag, uwe
hoogheid ik bedoel zesmaal, want ik
gebruik onmiddellijk vóór en na mijn
ontbijt, na mijn middageten en na mijn
avondeten niets. Geen monnik kan
strenger vasten, want op die uren ge
bruik ik heelemaal niets".
„Als je even dikwijls bad, als je vast,
zou je een heel eind op den goeden weg
zijn", merkte Don Jan op.
„Dat doe ik, uwe hoogheid. Vóór en
na eiken maaltijd zeg ik een kort dank
gebed. Waarom bent u toch naar Ma
drid gekomen? Weet u niet dat 't de
slechtste, verdorvendste, vuilste, meest
goddelooze, vloekwaardigste woonplaats
is, door den mensch uitgedacht om het
menschdom ten verderve te leiden? En
in het bijzonder in de maand Novem
ber? Heeft uwe hoogheid een geldige
reden om hier te komen, juist terwijl
de straten vol modder liggen er. de har
ten der menschen als zadeltasschen tot
boven aan toe vol zitten met alle zon
den, die zij daarin sinds,Paschen heb
ben opgestapeld, om ze -met Kerstmis
weer uit te pakken? Zelfs uw oude
vrienden zijn geërgerd om zoo'n jong en
rechtschapen vorst in zoo'n stad te
zien!"
„Mijn oude vrienden? Wie zijn dat?"
Wordt vervolgd