DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Paul Boncour over het vredeswerk
van wijlen Briand..
No. 212
Hit het JUtd
QxufeliikscA Ovectzkht
Frankrijk is echter sterk genoeg om
weerstand te bieden aan geweid.
Locarno en Viermogendhedenpact.
Vrijdag 8 September 1933
ïBuilenhwd
135e Jaargang
Waf vandaag de
aandacht trekt,,,
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Ü3t
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN;
Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk*
kerij vb. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Den Haag, 7 September 1933.
Met de behandeling van de ontwerp-Om-
xetbelasting is men heden in de Tweede Ka
mer behoorlijk opgeschoten. Toen de Voor
zitter omstreeks vijf uur de vergadering
tot morgen verdaagde, kon hij tevens de al-
gemeene beraadslagingen over het voorstel
voor geëindigd verklaren. Dat was te dan
ken aan de afspraak, dat er geen, trouwens
meestal overbodige, repulieken zouden wor
den gehouden, zoodat na de verdediging van
minister Oud met de behandeling van de ar
tikelen een aanvang had kunnen worden ge
maakt. Terecht heeft men zulks heden niet. ge
daan, daar de leden, vermoedelijk reeds he
denavond, nog een nota van wijziging zullen
ontvangen en het niet raadzaam zou zijn
zonder deze te kennen met de behandeling
van de artikelen en de daarop ingediende
amendementen, een twaalftal, meenen we,
een begin te maken.
Alvorens de Minister aan het woord kwam,
hebben we weder een achttal sprekers moeten
aanhooren. Wat zij zeiden was niet altijd
even belangrijk en ook niet altijd nieuw Over
het algemeen was echter de stemming gun
stig. Laten wij ons tot een bloemlezing be
palen.
Ernstige bezwaren had de eerste spreker
van heden, de heer Van IJ s s e lm u i d en
(r.-k.), o.a. omdat de accijns wetgeving on
aangetast blijft, in het bijzonder evenwel
omdat de middenstand in de uitvoering der
wet wordt gemoeid evenals de consument, en
hij waarschuwde den minister al vast, dat hij
alle huisvrouwen tegen zich zal krijgen.
Ook de heer Van der Heuvel
(a.-r.) gevoelde niet veel voor het voorstel.
Verhooging van de directe belastingen is wel
uitgesloten, maar z.i. had de minister moeten
trachten uit de accijnsen meer te halen, met
name uit den tabaksaccijns. Zijn partijgenoot
Schouten heeft weder een zijnéP" rustige,
van gezond, verstand getuigende redevoerin
gen gehouden, waarnaar de Kamer gaarne
luistert. Hij erkende de onafwijsbaarheid van
de belasting, al dweepte hij er niet mede. Zij
zal zeker zwaar drukken, doch het zou den
Minister onmogelijk zijn aan al de soms niet
onbillijke wenschen van vrijstelling gevolg te
geven zonder de oobrengst in gevaar te bren
gen. Intusschen dienen de grondstoffen ge
bruikt voor vrijgestelde artikelen ook vrijge
laten te worden en bovendien zou z i vrijstel
ling moeten worden verleend voor boter en
vruchten. Ook de heer Van Houten
(chr. dem.) verklaarde, zij het noodgedwon
gen voor het ontwerp, doch hij hoopte, dat
de Minister nadruk zou leggen op het tijde
lijke karakter van deze belasting.
Ook de heer Sneevliet (rev soc.) er
kende, dat de nood deze belasting heeft ge
bracht, maar ter wille van het sluitend ma
ken van de Rijksbegrooting zou hij er niet
tegen zijn, mits de weeldebelasting niet wordt
geschrapt. Toch blijft het stukwerk, dat en
kele klassen zal neerdrukken. Spr bepleitte
voorts de instelling van een crisisfonds, ter
wijl hij tevens een heffing ineens bleef aan
bevelen.
Toen kregen wij twee sprekers uit het
christelijk-historische kamp te hooren. Eerst
oen heer Snoeck Henkemans, die
liever had gezien, dat het oorspronkelijk ont-
werp-De Geer ware gehandhaafd, maar in
ieder geval de weeldeverteringsbelasting in
het ontwerp wilde houden. Naar zijn mee-
"'"g ware het verstandig geweest niet een
heffing van vier doch van drie percent in cr
wet op te nemen. Zijn partijgenoot, de oud-
minister De G e e r, vader van het oor-
spronkelijke ontwerp, heeft de voordeelen
hiervan boven het thans aan de orde zijnde
in het licht gesteld, omdat het o.a. minder
net karakter had van een bedrijfsbelasting
Niettemin verklaarde hij zich noodgedwon
gen voorstander van het thans aanhangige
voorstel. Maar hij ontried een verlaging van
het heffingspercentage, gelijk zijn partij
genoot wenschte. Wel hoopte hij op uitbrei
ding van de vrijstellingen.
Tusschen die beide sprekers we zouden
het zoowaar bijna vergeten! hebben we den
heer W ij n k o o p (comm.) mogen hooren,
die er wat anti-socialistische politiek tus-
scher. gooide, natuurlijk tegen het ontwerp
was en pleitte op zwaarder belasting van het
vermogen.
Minister Oud heeft in een knappe,
ruim anderhalf uur durende rede het wets
ontwerp toegelicht en zooveel noodig verde
digd. Hij begon met op het spoedeischende
karakter der nieuwe belasting te wijzen. Ook
zonder dat er een principieel debat over het
financieel beleid van het kabinet kan worden
gevoerd dat komt later wel! is het
noodig, dat de Kamer dit voorstel behandelt
ten einde een sluitend budget mogelijk te ma
ken. Daartoe moeten wij tevens op een lager
peil komen, maar zoo gemakkelijk, als de
heer Westerman het zich voorstelt gaat dat
toch niet. En het denkbeeld van den heer
Sneevliet om met de zaak nog een beetje te
wachten gaat ook al niet.
Hierna verdedigde de Minister de voorge
dragen verbruiksbelasting, welke onvermijde
lijk is, nu in de laatste jaren de directe belas
tingen dermate zijn verzwaard, dat er werke
lijk niets meer bij kan. Er zijn wel andere
belastingen te bedenken, maar zij leveren
niet voldoende op. En straks wachten de
Kamer nog andere voorstellen!
Er zijn bezwaren, maar er moet geld zijn.
De ministererkende economische bezwaren
tegen het voorstel, maar er is getracht er
een zuivere verbruiksbelasting van te maken,
te betalen door de consumenten. Ten einde te
voorkomen, dat het een bedrijfsbelasting
wordt is de minister bereid de hulpstoffen,
zooals steenkolen en electrische energie vrij
te stellen, maar geen machinerieën of stee-
nen. Op verschillende punten verklaarde de
minister zich genegen aan de wenschen der
Kamer tegemoet te komen. Zoo is hij bereid
bij restitutie naast de gewone rechten ook de
compenseerende invoerrechten terug te ge
ven. Ook zal hij met een overgangsbepaling
komen noodig voor de afloopende contracten
van grossiers, die anders de omzetbelasting
niet op de detaillisten zouden kunnen verha
len. Verder wil hii de afronding van de beta
ling der verschuldigde belasting billijker re
gelen. Dan denkt hij over vrijstelling voor
klompen, veevoeder en zout, maar niet voor
boeken of vleesch. Naast dagbladen wil hij
ook andere periodieken vrijstellen, boeken
evenwel niet, ook geen schoolboeken. Aan de
accijnsen wil hij thans niet tornen, ook niet
aan de tabaksbelasting met haar banderol
len. Intusschen beloofde hij hieromtrent een
nader onderzoek. Tegen het denkbeeld om de
weeldeverteringsbelasting uit de wet te lich
ten, verzette minister Oud zich met kracht.
Aanneming van een amendement indien
geest zou terugneming van het voorstel ten
gevolge hebben.
Met een goed geformuleerde peroratie,
waarin de nadruk werd gelegd op de geluk
kige samenwerking tusschen Regeering en
Parlement besloot de Minister zijn met groo
te aandacht aangehoorde rede, waarna de
Voorzitter de vergadering tot morgen ver
daagde.
Het is weieens interessant de publieke
fteening te vernemen inzake de groote poli-
u Ke^>eur,€n'sscn- Wanneer de wereldpers
z'ch gedurende enkele dagen bezig houdt
met de een of andere politieke zaak, laten we
2eKgen, de onderlinge verstandhouding tus
schen twee groote mogendheden, dan
reageert het lezend publiek daar dikwijls zoo
^•qenaardig op, dat in minder dan geen tijd
«e wildste geruchten de rónde doen. We her-
sneren ons nog heel goed, de wrijving, die
er '932 was tusschen Italië en Frankrijk be
stond en een tijd lang wilde men niet anders
"opren, wanneer er van een naderenden oor
°g werd gesproken, van een botsing in 193-1
«usschen bovengenoemde landen. Nu schrij
ven we 1934 en vrijwel niemand denkt er
moer aan, dat Frankrijk en Italië de heftigs'?
Jenden zijn, terwijl in werkelijkheid de ver
houding nog lang niet reoksleurig is Zoo ;s
het besprek van een komenden oorlog tus
sclien Japan eri Amerika in dezen tijd zeer
gewild en vaak ook ligt achter deze publieke
meening een kern van waarheid. Het Iijkt
wel of de menschen een vrede willen forcee^
ren. door telkens en telkens weer over dien
naderenden oorlog te praten. Dat zelfs van
een man als Paul Boncour verwacht kar,
wor, dat hij een vredesstrijder is, wil er
slechts met moeite in, omdat hij nu eenmaa,
niet laten kan, om tegenover hef buitenlana
steeds Frankrijk's weerstand hoog te houden^
Nog een dezer dagen bleek dit duidelijk ui.
een rede van hem, uitgesproken bij een om
hulling van een gedenksteen ter nagedachte
nis van Br and. Deze redevoering werd ge
houden in het kleine havenplaatsje Frebeui
den (waar Briand tijdens zijn leven vaai
vertoefde) Paul Boncour wees op het xen
merkend contrast tusschen een tetoogim?
waarbij aan den oever van den Oceaan, v
van de grens, de bevolking om vrede vraag
en de agitatie onmiddellijk in de nabijhen
der Fransche grens.
Indien ons geduld een gevolg onzer zwak-
heid was, aldus Boncour, zou de zaak ernstig
zijn, doch Frankrijk weet dat het voldoende
sterk is om weerstand te bieden aan daden
van geweld, en het zwijgzame bezoek, dat de
Fransche minister-president aan de defensie
werken heeft gebracht, vormde een gepast
antwoord op een houding, waarvan men op
zijn minst kan zeggen dat zij de vredesat-
mosfeer, zoo noodig voor het herstel van
Europa, ingrijpend heeft verstoord. Frank
rijk vergezelde in gedachte eensgezind het
hoofd zijner regeering op diens inspectie
tocht.
Vervolgens wees Paul-Boncour op het
vruchtbare oeuvre van Briand, waarvan het
Viermogendhedenpact de voortzetting is,
daar dit in zijn definitieven vorm zich bij
het accoord van Locarno aansluit. Evenals
Locarno valt het Viermogendhedenpact bin
nen het kader van den Volkenbond. Wij vat
ten het pact op, zoo zeide hij, als een middel
tot een entente tusschen vier aan elkaar
grenzende mogendheden, permanente leden
van den Volkenbondsraad, die in deze dub
bele hoedanigheid ten eerste aanzienlijke ge
meenschappelijke belangen tusschen elkaar
hebben te regelen, en ten tweede door haar
overeenstemming de middelen moeten voor
bereiden om in den Volkenbondsraad tot
overeenstemming te komen. Deze voorberei
dingen zijn noodig; het zou een miskenning
zijn van alle te Genève opgedane ervaring
en van de voorzichtige praktijken van Briand
om zich te verbeelden dat de ernstigste
kwesties straffeloos in het openbaar debat
kunnen worden geworpen zonder grondige
voorbereiding. Briand wenschte steeds eer.
krachtige verdediging van een intact Frank
rijk. In Genève heeft Briand voortdurend het
beginsel verdedigd, dat er verband bestaat
tusschen ontwapening en veiligheid, welke
eisch niet neerkwam op het met vage woor
den vinden van een voorwendsel om niet te
ontwapenen, maar op het vragen van posi
tieve, internationale waarborgen, waarvan de
voornaamste is een permanente daadwerke
lijke controle ter plaatse, waardoor aan allen
een loyale uitvoering, der overeenkomsten
wordt verzekerd.
Boncour betreurde het, dat de bepaling
der unanimiteit de debatten te. Genève be-
heerscht. De hoofdzaak is dat per slot van
rekening Genève beslist en dat vandaar de
controle der openbare meening uitgaat. Het
Viermogendhedenpact sluit zich ook op een
ander punt bij het streven van Briand aait,
n.L in een vitaal punt. Niemand was duide
lijker in zijn verzekering, dat de onafhanke
lijkheid van Oostenrijk noodig is, niemand
keerde zich krachtiger tegen elke schending
ervan; niemand sprak ernstiger woorden
dan hij. Hij was het, die de onderhandelin
gen leidde, waaruit de overeenkomst van Den
Haag voortsproot, waar Frankrijk, zij aan
zij met Italië en Tsjecho-Slowakije de juridi
sche bevestiging van deze voor de Europee-
sche politiek onmisbare positie bepleitte.
Boncour betoogde dat de staten van Cen-
traal-Europa op het oogenblik op nationali
teit zijn gefundeerd, hetgeen juist in tegen
stelling is met de opvattingen der nationaal-
socialisten, en herinnerde aan de noodzake
lijkheid voor de centrale Europeesche staten
om in vrije economische accoorden (die geen
politieken wedijver en territoriale eischen
mogen inhouden) hun evenwicht en afzet
gebieden te vinden. Hij toonde aan hoe de
regeering er naar heeft gestreefd de hinder
palen terzijde te stellen die het initiatief van
Tardieu heeft ontmoet. Tardieu heeft juist ge
zien to:n hij een Donau-organisatie wilde
scheppen. Men kan echter de werkelijke or
ganisatie van Centraal-Europa niet ter hand
nemen, indien men dit buiten Italië om zou
doen. Met de discretie, welke zijn functie ver-
eischt. kon Boncour slechts verklaren dat de
jongste besprekingen het Fransche standpunt
bezig zijn te rechtvaardigen.
Ten slotte schetste de minister de groote
trekken van Briands loopbaan en besloot met
te zeggen dat hij gelooft dat in de sfeer te
Genève het beste kan worden gewerkt aan
de organisatie van den vrede.
DE BRAND IN HET
RIJKSDAGGEBOUW.
Antwoord van den procureur-
generaal aan Branting.
Van bevoegde Duitsche zijde wordt ons
medegedeeld:
In de Rijksdagbrandkwestie heeft Bran-
ting op het laatste schrijven van den proc.-
generaal een antwoord gegeven, waaruit
blijkt, dat hij niet bereid is, het Rijksgerechts
hof door bemiddeling der vervolgende auto
riteiten of der beschikbare verdedigers eenig
bewijsmateriaal te doen toekomen. Overigens
heeft de advocaat Branting slechts de in het
buitenland verspreide geruchten over den
Rijksdagbrand zender vermelding van be
wijsmiddelen herhaald. De proc.-generaal
heeft daarop het volgende schrijven aan dr.
Branting gezonden:
„Zeer geachte heer! Ik bevestig de ont
vangst van Uw letteren van 28 Aug. Uit den
inhoud daarvan constateer ik, dat U niet be
reid bent, het bewijsmateriaal inzake den
Rijksdagbrand, dat zich in Uw bezit zou be
vinden, hetzij door mijn bemiddeling, hetzij
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
door die der verdedigers, ter kennis te bren
gen van het Rijksgerechtshof, opdat dit er bij
het uitspreken vac het vonnis rekening mede
zou kunnen houden. Ik moet derhalve tot
mijn leedwezen mijn bemoeiingen, die ten
doel hadden, van U bewijsmateriaal te ver
krijgen, ook voorzoover dat misschien tot ont
lasting der beklaagden kon dienen, als mis
luk* beschouwen en kan mij onder deze om
standigheden niet meer vleien met de ge
dachte, dat voortzetting der briefwisseling
nog eenig resultaa' zou kunnen opleveren.
Aanvaardt enz.''
Duitsch commentaar.
Van Duitsche zijde wordt op dii antwoord
van den proc.-generaal het volgende com
mentaar geleverd:
Het Duitsche volk heeft zich al steeds ver
wonderd over de lankmoedigheid der vervol
ger'de autoriteiten tegenover de verdacht
makingen en het onbetamelük optreden van
het z.g. Van der Lubbe-comité. Men zal het
derhalve toejuichen, dat aan deze gedachten-
wisseling kortweg een einde wordt gemaakt.
Van der Lubbe en consorten hebben immers
niet het Nederlandsche of het Fransche of
een ander parlementsgebouw in brand gesto
ken, noch het Kremlin te Moskou, noch het
huis van dr. Branting of een zijner geestver
wanten, maar het Duitsche Rijksdaggebouw.
Met deze brandstichting zou de communisti
sche opstand worden ingeleid, waarvoor vol
gens honderden rechtsgeldig geworden Duit
sche vonnissen genoeg wapenen, munitie en
springstoffen waren bijeengebracht en voor
welks leiding in alle deelen van Duitschland
instanties van den Rooden Generalen staf be
stonden. Was het tot dezen opstand geko
men, dan was het gevolg voor Dutschland en
zijn buren niet moeilijk te raden geweest
Duizenden Duitsche volksgenooten zouden
een bloedigen dood hebben gevonden. Voor
tientallen jaren zou het Duitsche volk en met
dat volk Europa, in namelooze ellende zijn ge
stort met als uiteindelijk resultaat de volledige
ontbinding van alle nafconar.1 saamhoorig-
heidsgevoel en der geheele Europeesche be
schaving. Dat kunnen zich ook zekere krin
gen in het buitenland voor gezegd houden,
voorzoover zij nog begrip hebben voor de
beteekenis der Europeesche cultuur.
REPRESSAILLE TEGEN
ZWEEDSCHE BOYCOT VAN
DUITSCHE VROUWEN.
Het besluit vr.n de Zvveedsche cen-
traalorganisatie van aleemeene vakver-
eenigingen om Duitsche goederen te
boycotten heeft geleid tot represaille
maatregelen door importeurs van
Zvveedsch ijzererts, cellulose en hout. De
in dezen bevoegde organisatiej zijn n li
voornemers hare leden instructie te
geven voorloopig elders in te koopen.
LEVENSMIDDELEN
VERGIFTIGING.
In een arbeidsdienstkamp.
In een kamp van den arbeidsdienst
der nat.-soc. gouwvereeniging Wuert-
temberg zijn gisteren 55 van de 260 man
nen na het middageten ziek geworden.
Zij toonden teekenen van vergiftiging.
Een deel der zieken werd gebracht naar
het ziekenhuis Feuerbach, een ander
deel naar het Katharinen-hospitaal te
Stuttgart. Uit het politie-onderzoek is
gebleken, dat hier van levensmiddelen
vergiftiging sprake is. Bij geen der zie
ken bestaat levensgevaar.
DECREET VAN GOERING.
Over de vivisectie.
De Pruisische minister-president heeft in
een rondschrijven aan de regeeringspresiden-
ten en de politiepresidenten het volgende
verordend
Het begrip vivisectie wordt als volgt gede
finieerd: Als vivisectie is te beschouwen het
snijden in levende niet-verdoofde dieren als
mede de operatie van levende dieren, voor-
zoover bij dergelijk ingrijpen aan het men-
schelijk lichaam in den regel een algemeene
of plaatselijke anaesthesie wordt toegepast
en voorzoover de anaesthesie in elk geval toe
gepast kan worden. Met vivisectie wordt ge
lijkgesteld onbloedige experimenten bij die
ren, die gepaard gaan met mishandeling.
Daar de ernstige wetenschappelijke studie
in het belang van de gezondheid van men
schen en dieren niet van wetenschappelijke
experimenten bij dieren kan afzien, zijn der
gelijke proeven toegelaten, onder de volgende
voorwaarden
De experimenten mogen slechts geschieden
in instituten, die onder wetenschappelijke lei
ding staan en slechts onder verantwoorde
lijkheid van den leider van het instituut. Zij
zijn slechts geoorloofd, wanneer een zeker
resultaat is te verwachten. Zij moeten pijn
loos geschieden, tenzij dat volkomen onmoge
lijk is of door de verdooving grootere schade
aan de gezondheid van het dier wordt toege
bracht.
Experimenten bij dieren van hoogere orde
moeten worden vermeden, tenzij door proef
nemingen aan lagere diejen het doel niet kan
worden bereikt. Zoo weinig mogelijk dieren
Nederlandsch consul door Bedoo-
inen overvallen. (Buitenland).
De brand in het rijksdaggebouw.
(Buitenland).
Von Schirach over de Hitlerjeugd.
(Buitenland).
Decreet van Goering over de vivi
sectie. (Buitenland).
De Amerikasche vloot gereed voor
vertrek naar Cub. a. (Buitenland).
De minister van waterstaat zal
25 Sept. den afsluitdijk officieel
openen. (Stad en omgeving).
Tekort aan boter en margarine in
Zeeuwsch-Vlaanderen. (Binnenland)
7000 rentezegels gestolen bij den
Raad van Arbeid te Amsterdam.
(Binnenland).
In het Rai-gebouw te Amsterdam
een zeer drukbezochte bijeenkomst
tegen het fascisme. (Binnenland).
De familie van M. van der Lubbe
heeft nu weer aan mr. Pauwels
verzocht de verdediging in de zaak
van den rijksdagbrand toch op zich
te nemen. (Binnenland).
De koningin informeert naar den
toestand der gewonden bij den aan
slag in de raadszaal te Muiden.
(Binnenland).
Op het congres van „De Hanze" is
geklaagd over concurentie door
kloosters. (Binnenland).
De gemeenteraad over het sport-
fondsenbad. (Gemeenteraad).
(Zie verder eventueel laatste be
richten).
moeten worden gebruikt voor de wetenschap
pelijke proeven.
Wetenschappelijke instituten, zoover hei
niet betreft staatsgemeentelijke of door den
staat geconcessioneerde instituten, gehoeven
de toestemming van den bevoegden minister
Op deze instituten wordt van staatswege toe
zicht uitgeoefend.
Proeven aan dieren voor het onderwijs zijn
slechts toegestaan wanneer andere leermetho
den, zooals film, foto enz., niet voldoende
zijn. Ook hier is toestemming der autoriteiten
noodig.
Het rondschrijven van den minister voor
Volkswelvaart van 3 April 1930 blijft van
kracht, voorzoover daarvan in dit decreet
niet wordt afgeweken.
K. P. D.-INSTITUUT OPGESPOORD.
De politieke politie te Remscheid heeft een
geheim propaganda-instituut van de K P.D.
opgespoord. Voorts heeft, naar de leider de
zer oppositie in een persconferentie mededeel
de, men 35 personen waaronder 10 vrouwen
gearresteerd.
REDE VAN BALDUR VON SCHIRACH.
Over de Hitlerjeugd.
Een der Berlijnsche avondbladen van gis
teren heeft een onderhoud gepubliceerd met
den rijksjeugdleider, Baldur von Schirach. Hij
vertelde o.a.:
De Hitlerjeugd is de organisatie van de
mannelijke jeugd van 10 tot 18 jaar en der
vrouwelijke jeugd van 10 tot 21 jaar. De
Hitlerjeugd is onderverdeeld in de volgende
organisaties:
Het „Deutsche Jungvolk", waarin de jon
gens van 10 tot 14 jaar zijn samengebracht;
de „Hitlerjugend", waarin de 14—18-jarige
jongens zijn georganiseerd; de „Bund deut-
scher Madel als organisatie van de jeugdi
gen van het vrouwelijke ges'acht in den leef
tijd van 10 tot 21 jaar en de Nationaal-soci-
aüstische Jeugd-bedrijfscellen-organisatie als
organisatievorm van de geheele arbeidende
nationaal-socialistische jeugd. De iKksjeugd
leider wijst de vorming van een organisatie
voor jeugdigen van zes jaar af ten sterkste
van de hand. Kinderen tot den leeftijd van
tien jaar behooren voikomen aan het gezin
Voor den opbouw en uitbreiding van de
Hitlerjeugdorganisaties wordt geen gebruik
gemaakt van eenig staatssubsidie. Alleen
voor de sport beschikt men over geringe
door den staat uit te keeren bedragen.
Het geheele organisatiewerk, ook dat van
alle onderafdeelingen. als bijv. de opleiding
tot vlieger (ook zweefvliegen), de motor-
dienst en het marinewezen, alsook de vijfen
twintig leidersscholen, worden uit eigen mid
delen bekostigd.
Op den rijkspartijdag heeft de rijksieugd-
leider de werkzaamheid op het gebied der
zielszorg der groote. confessioneele organi
saties erkend. Alle bestaande jeugdorganisa
ties staan onder leiding van den rijksieugd-
leider. Deze heeft enkele organisaties, zooals
bijv de ..Kolonialjugend" binnen de Hitler
jeugd met een speciale taak belast,