DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, nagegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, Irancr door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9 postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. No. 213 Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Zaterdag 9 September 1933 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 135e Jaargang Nu de coalitie-raadsleden hun bezwaren tegen een overdekte inrichting laten zwemmen, is het te verwachten, dat ze er zelf ook nog wel te water zullen gaan. Volgens wethouder Bonsema zijn verscheidene leden van het Comité van Actie wel in debat", maar nog nooit in „het bad" geweest. De bewoners van de Tweede Kabelstraat kunnen op 8 October goedkoop hun straat versieren en hun lampionnetjes ophangen. Wat vandaag de aandacht trekt,.. ALKMAARSCHE Er was één ding, waarover allen het op dezen grooten verzoendag eens waren, name lijk, dat het toch zoo jammer was, dat het zwembadvraagstuk een politiek bijsmaakje had gekregen. Er is niets neutraler en kleur- loozer dan goed badwater en zoo had nu juist de bespreking over een nieuwe zweminrich ting een onderwerp kunnen zijn, waarbij eens afgeweken werd van de slechte politieke gewoonte, dat een coalitie-meerderheid alle voorstellen van andere groepen overstemt en men wederkeerig eens blijk zou geven elkan ders bezwaren te begrijpen en te eerbiedigen Zoo had het van den aanvang af kunnen zijn, maar zoo was het niet. Want van den beginne af was er een plan- Botisema, een hocus pocus-nlan, dat één, twee, drie uit de lucht was komen vallen en als het zwembadvraagstuk nu zoo heelemaa los van alle politiek had gestaan, dan was het tóch te verwachten o-eweest. dat de oppo sitie, al was het maar van één enkelen sociaal democraat, eens gelijk gekregen had, toen zij er op aandrong niet hals over kop met dit précaire voorstel mede te gaan, maar ook met het-oog op de stemming onder de bur gerij eens den tijd te nemen een ernstig en vergelijkend onderzoek in te stellen. Dat alles had zoo kunnen zijn als er geen verbonden polit eke groepen in den Raad wa ren, die gewend zijn door elkander te steunen hun haan te laten koning kraaien. Nu waren die groeen er wel, nu werd het plan-Bonsema er door gejaagd we weten er werkelijk geen ander woord voor en wanneer Ged. Staten er ten slotte geen stokje voor gestoken hadden, was Alkmaar voor lange jaren met een open zwembad opge scheept, dat een bodemlooze put voor onze financiën zou zijn gebleken. Gedeputeerde Staten hebben na een inge steld beroep door eenige raadsleden en na dat zij hadden kennis genomen van wat men in breede kringen der burgerij voor Alk maar Wenschelijk achtte, de gemeente op den rand van dien put terug getrokken en nu waren we dus weer even ver als voor het «ogenblik, dat het plan-Bonsema in den Raad was verschenen. Het eenige wat er nu nog overbleef, waren een tweetal adressen van- het Comité van actie voor een Sportfondsenbad, maar omdat B. en W. aannamen, dat Ged. Staten tegen de kosten daarvan zeer zeker bezwaren zou den hebben en tevens van meening waren, dat de plannen te optimistisch waren ppge- zet en te weinig aan de minder kapitaal krachtigen boden, stelden ze ijskoud zou in Alkmaar zeggen voor, nu ook deze maar te verwerpen, waarna het op zwembad-gebied in Alkmaar als vóór de schepping zou zijn, namelijk, dat er heele- ®aal niets was. Ja, er was natuurlijk nog de zee, en er waren nog een oud zwembad in het Kanaai en een Bergermeer-familiebad, maar die zijn alleen van beteekenis als het een of andere raadslid ze toevallig voor zijn betoog noo- dig heeft b.v. als de heer Keijsper de toe standen in Venlo en Alkmaar vergelijkt ®aar niet toen het plan-Bonsema moest wor den aangenomen. In de laatste weken deden ze geen opgeld en hebben alle raadsleden zich peinzend af gevraagd wat er nu verder zou moeten ge beuren om Alkmaar aan een goed en moderr. zwembad te helpen. En ziet, bij het keeren van het getij begon nien ook aan de zijde der Alkmaarsche coali tiepartijen de bakens te verzetten. De woorden van den burgemeester: „Alk maar krijgt een open zwembad of heelemaa 1 geen zwembad", werden niet meer gehoord «n men begon zich aan de zijde der meerder- heidsgroep zelfs af te vragen of het geen tijd werd eens te ontdekken, dat er iets in A'.k- niaars bevolking leefde, dat aangehoord dien de te worden. Toen het plan-Bonsema in be handeling kwam, waren er eenige dagen te voren ook vergaderingen van voorstanders van een Sportfondsenbad gehouden, toen waren er ook moties aangenomen en adressen gezonden, toen liet de burgerij zich ook hoo ien, maar toen had de meerderheid van den Raad totaal vergeten welke golden woorden uit Vondels „Roskam" er boven de deur van ons stadhuis gebeiteld zijn: „Indien 't ge- nwen j roept, besorgt het als Uw eigen". Nu waren de omstandigheden anders, nu zou het misschien toch nog op een Sport fondsenbad kunnen uitloopen en daarom herinnerden verschillende afgevaardigden zich Donderdag, dat er ook nog zooiets als een burgerij bestaat, die aangehoord en zoo mogelijk tevreden gesteld moet worden. Moeten wij, zeide de heer Venneker, niet het oor te luisteren leggen bij de burgerij? Is het wijs beleid alles wat leeft in die burge rij op zij Ie zetten? Ged. Staten hielden im mers ook rekening met het feit, dat het be lang eener open inrichting door breede krin gen der burgerij wordt ontkend. Wij zijn niet tegen een overdekte inrichting en wan neer men daar een regeling treft, dat ook in de wintermaanden minvermogenden daar goedkoop kunen baden, zou het werkelijk nog niet zoo'n verwerpelijke oplossing zijn. Een nieuw zwembad, een nieuw geluid. Er waren trouwens meer teekenen, dat er in de coalitiegelederen een zekere aarzeling en een neiging tot omzwenken was gekomen. Het R.K. Dagblad had dat al ingeluid met de opmerking, dat het toch zoo jammer was, dat wij van het zwemhadvraagstuk een poli tieke kwestie gemaakt hadden. Het had niets, maar dan ook heelemaal niets met de politiek te maken en de heer Keijsper, die in zijn fractie gewoonlijk de rol van den zedemees- ter te spelen krijgt, betreurde dat al even zeer. Zelfs de heer Van Drunen laakte het, dat de politiek er bii gehaald was en deelde gelijktijdig mee, dat het Comité van actie voor een Sportfondsenbad eigenlijk een Comité van actie tegen de raadsjneerderheid moest genoemd worden, waarmede hij intus- schen heelemaal niet zeggen wilde, dat hij zelf eenige politiek in dit vraagstuk ontdekt had. Zelfs de heer Van de Vall, die de zwem badactie der burgerij een anti-socialistische noemde, welke rechtstreeks tegen zijn partij gericht was, kon zxh niet begrijpen, aat er ooit iemand op de gedachte was gekomen, het zwembadvraagstuk met de oolitiek in ver band te brengen en zette zich in de rij zijner coalitiegenooten, die dat allemaal zoo van harte betreurden. Alle politieke partijen zou den in hetzelfde neutrale water kunnen zwem men en het voorstel van de V.B.-fractie om nu eens een commissie te benoemen, die vol komen vrij verschillende proiecten en moge lijkheden zou kunnen onderzoeken, vond allerwege de grootste instemming. Van te voren wenschten B. en W. evenwel de adressen van het Comité van actie voor een Sportfondsenbad verworpen te zien en de gebruikelijke oppositie wilde dat wel doen, mits daarmede niet de schijn gewekt werd, dat de gemeente voorgoed met een dergelijke inrichting zou afgedaan hebben. Werden ze verworpen, dan moest dat uit sluitend gebeuren omdat de plannen te kost baar waren en dan moest tevens vaststaan, dat de te vormen commissie zich ook met het Comité van actie in verbinding zou stellen teneinde een goedkooper project van die zijde in vergelijkende studie te kunnen nemen. Nadat de heer Keesom op dat oogen- blik volkomen overbodig de exploitatie- cijfers van de te verwerpen plannen onder de loupe had genomen en daarbij nog eenige blunders had geslagen, werd met algemeene stemmen besloten de beide adressen te ver werpen en een commissie in het leven te roe pen, die, onder leiding van wethouder Bon sema, door raadsleden, belangstellenden en deskundigen zal laten onderzoeken welk zwembad voor Alkmaar de voorkeur verdient en hoe de kosten verdeeld en geregeld moe ten worden om voor de katholieken het go- scheiden baden en voor de sociaal democra- kn het goedkoop zwemmen te kunnen ver krijgen. Zoodat we nu ten slotte even ver zijn als op het oogenblik, dat de oppositie-groepen in het begin van dit jaar bij de behandeling van het plan-Bonsema een gelijksoortig voorstel gedaan hebben. Slechts hebben we sedert dien wat meer ervaring gekregen en geleerd wat voorziena- ger in het nemen van besluiten te zijn^ wa. mede tot gevolg heeft, dat wethouder Bonse ma alvorens met eenig plan op de proppen te komen, eerst eens naar Haarlem zal reizen en zijn voelhorens in de vergaderzaal van Ged. Staten zal uitsteken teneinde eens aan te voelen welk bedrag deze grootmachtige heeren eigenlijk voor een zwembad in Alk maar getolereerd zullen achten. Het was groote verzoendag in den Alk maarschen Raad, men kwam van alle zijden tot elkander en we naderden zichtbaar den dag. die als het toppunt van verdraagzaam heid beschouwd wordt, namelijk dien waar op de leeuw en het geitje in één en hetzelfde hok van hetzelfde voedsel zullen eten. Maar wie op dien dag in begrijpen en waardeeren ook tot elkaar gekomen zullen zijn, we vreezen, dat het dan ook nog niet de heer Pot en het bestuur onzer gemeente zul len wezen. Bij het adres van de Kabelstraatbewoners is het nog eens tot uiting gekomen, dat er ondanks alle correspondenties en conferen ties een verschil van meening bestaat, dat niet eerder opgeheven zal worden dan nadat de gemeente zich bereid verklaard zal heb ben den heer Pot, in diens kwaliteit van directeur der Woningmaatschappij Alkmaar een zekere recognitie te betalen. Eil aange zien de gemeente daar nooit toe zal over gaan en de heer Pot er ook niet naar uitziet, dat hij zal toegeven, wordt Alkmaar ge zegend met een groep paalwoningen, welker aantal binnenkort nog met eenige zal ver meerderd worden. Men kent deze kwestie en wij gelooven niet, dat het onzen lezers interesseert er nog dieper in af te dalen. Het eenige wat ons in ziens nog niet goed is begrepen, is, dat de heer Pot van de vroegere distribuanten een zekere vergoeding voor het aanbrengen van de draden aan zijn huizen ontving, welke ver goeding per drie maanden betaald werd en gestaakt is toen de gemeente het radio-bedrijf heeft overgenomen. De heer Pot stelt zich nu op het standpunt, dat wie iemands rechten overneemt ook aan diens verplichtingen be hoort te voldoen, maar de gemeente ver zekert, dat de vroegere distribuanten met geen enkel woord over deze verplichting heb ben gesproken, dat zij er niets van afweet en dus ook niet verplicht is ergens voor te be talen. Dat is ten slotte een juridische kwestie en er zullen zeker genoeg rechters en advo caten gevonden worden, die er hun tijd aan willen besteden en hun geld aan willen ver dienen, maar intusschen zijn de huurders de dupe en zet de gemeente den stok achter de deur in den vorm van een paal, die bover. het dak uitsteekt, zelfs zonder eerst het ad vies van de schoonheidscommissie te vragen. De heer Pot heeft ons verzocht er nog eens de aandacht op te willen vestigen, dat hij slechts recognitie vroeg voor de oude van de particuliere distribuanten overgenomen lei dingen en dat hij geen bezwaar tegen radio aansluiting aan de voorzijde der perceelen heeft mits de leiding zonder meer, dus b.v zonder een aantal isolatoren, wordt binnen gevoerd. Dit alles in overeenstemming met den brief, dien hij op 26 Augustus j.1. aan B. en W. heeft geschreven. Inmiddels is net te hopen, dat het voor beeld van den heer Pot op niet te groote schaal navolging zal vinden. Wij voelen veel voor den aanleg van een bosch maar niet in onze straten en evenmin met boomen, die nooit een groen takje zullen dragen. De burgemeester heeft een leerzame be schouwing over perscritiek gehouden en doen uitkomen, dat de wijze waarop men critiek moet beoordeelen niet afhankelijk is van de vraag w a t de criticus zegt, maar hoe hij het zegtHij deelde mede wat dit betreft een groote grief te hebben tegen een orgaan in onze gemeente, dat zich op ontoe laatbare wijze had uitgelaten en tot dat punt zijner redevoering zaten de journalisten aan beide perstafels in spanning en vroegen zich bij dit naderend onweer af boven wiens schuldig hoofd ten slotte de burgemeester lijke bliksem zou inslaan. Immers, iedere cou rant doet op haar tijd aan critiek en men kan nooit weten of de een of andere pijl wel eens harder is aangekomen dan misschien de be doeling was op het moment dat hij werd af geschoten. Boven verwachting werd evenwel niemand aan de perstafels getroffen. Het onweer dreef af tot ver buiten de raadszaal en de bliksem sloeg in een weekblaadje, welks vertegen waardiger nog nooit aan de perstafel is ver schenen en die zeker niet zal verwacht heb ben, dat er van zijn woorden officieel zoo groote notitie zou worden genomen. Wethouder van Slingerland, die ook het Marktwezen en daardoor de kermis beheert, was bij de keuring der inrichtingen in een draaimolen gaan zitten en schijnt daar uit geslingerd te zijn met het gevolg, dat hij zij-i been zoodanig verwondde, dat hij nog met een steungevend wandelstokje ter raadszit ting moest verschijnen. In het weekblad „Alkmaar aan Zee" was in verband daar mede opgemerkt, dat de val van den wethou der verwonderlijk was omdat wethouders toch wel gewoon zijn met draaierij om te gaan, wat de burgemeester meer dan schan delijk noemde, hetwelk door den Raad met applaus onderstreept werd. Trouwens we zijn er van overtuigd, dat de Raad evenzeer genpplaudiseerd had als de burgemeester elke andere courant genoemd had en ook dat de uitvinder van dit Haagsche of liever Alkmaarsche pepertje bij eenig nadenken wel tot de overtuiging zal komen, dat zijn opmerking inderdaad niet tot de gelukkigste behoord heeft al is hij dan ook oud-raadslid en al acht hij zich misschien daardoor be voegd het politieke leven eens wethouders beter dan anderen te kunnen beoordeelen. Of het nu persé noodig was, een weekblad, welks vertegenwoordiger nooit in de Rar. - zaal verschijnt, in zoo krasse termen ter ver antwoording te roepen is een tweede /raag vooral omdat er toch ook wethouders zijn. die wel eens dingen zeggen, die voor som mige burgers zeer beleedigend zijn. HetI: wethouder Bonsema bij de bespreking vil de lijst der ingezetenen, die een r^aaraamWi in het Sportfondsenbad hebben genomen, niet medegedeeld, dat hij er van overtuigd was, dat daar „enorm veel menschen" bij waren, „die nog nooit een teen in het water hebben gestoken", wat hij dan later ver zacht heeft, of althans getracht heeft te ver zachten, door de bewering, „dat ze nog nooit in hun leven een bad hebben genomen". Hij begreep blijkbaar niet, dat er menschen zijn, die ook uit gemeenschapszin een offer kunnen brengen of die een aandeel nemen voor hun kinderen omdat zij wellicht zelf niet, of niet meer zullen zwemmen. In allen gevallen wil- ien wij ook deze wethouderlijke uitspraak met dezelfde woorden kwalificeeren als de burgemeester dat voor de draaierij van den wethouder gedaan heeft, namelijk, dat wij ze schandelijk achten tegenover menschen, die blijk van goeden burgerzin hebben gegeven en vrijwillig een offer brachten om het beste zwembad voor onze gemeente te kunnen krijgen. De assistent-brugwachter Tjeertes vroeg fiensioen, maar B. en W. adviseerden dit niet toe te staan omdat de man in lossen gemeen tedienst is geweest en dus geen rechten kon doen gelden. Intusschen bleek, dat die losse diensttijd niet minder dan 18 jaar had geduurd en ook, dat de man zonder pensioen evengoed pen sioenpremie had moeten betalen, wat ver scheidene raadsleden noopte om het college alsnog om een gunstiger beslissing te vra gen. Door vragen van den heer Bakker bleek zelfs, dat ten tijde, dat Tjeertes uit zijn be trekking gereorganiseerd was, een brugwach ter aan de Oude Gracht op zijn lauweren was gaan rusten en men daar een nieuwe kracht aangesteld had op een salaris waar mede men Tjeertes in dienst had kunnen houden. Dat alles was een beetje raadselachtig en wethouder Klaver deelde mede, dat Tjeertes daar niet gesolliciteerd had terwijl men blijkbaar evenmin om hem gedacht had wat even later weer werd tegengesproken door de mededeeling, dat Tjeertes wel gesol liciteerd had, maar geen kans had gekregen omdat de wethouder gedacht had, dat d? man binnenkort met pensioen dat hij nooit krijgt den dienst zou verlaten. Het was alles erg duister, maar het bleek, dat inmiddels de assistent-brugwachter de dupe der historie is geworden en men was zoo algemeen van opinie, dat de man onbil lijk behandeld is, dat B. en W. beloofd heb ben, zelf over de brug te zullen komen en hem bij de eerste de beste gelegenheid een passend baantje zullen verschaffen. Vermelding verdient, dat de burgemeester het gedenkfeest van den Schermer ook in den Raad herdacht heeft en dat na zijn sym pathieke rede daarover natuurlijk niemand anders dan de groote man van den Schermer, onze nestor de heer Govers, daarvoor zijn dank betuigd heeft. Ook de secretaris kreeg een complimentje voor zijn uitgave over de gemeentewet, een zeer nuttig boekje, dat wij dezer dagen aan een nadere beschouwing zullen onderwerpen De zetter heeft ons in het Kort Verslag van den Raad laten mededeelen, dat het boek „door" inplaats van „voor" gemeenteraads leden toegelicht is. Ware het eerste het geval dan zouden we niemand aanraden het te koo- pen want raadsleden kunnen het over dezelf de kwesties zoo hopeloos oneens zijn, dat het werkje dan een allesbehalve betrouwbare gids zou kunnen blijken Met Mr. Koelma als wegwijzer is daarvan natuurlijk geen sprake en wij kunnen slechts hopen, dat de Alkmaarsche raadsleden voortaan nooit zonder dit nuttige boekske ter vergadering zullen verschijnen. Ten s'otte was er dan nog de interpellatie- an Drunen of liever de gelegenheid, die den heer an Drunen die van tevoren het ant woord wel kende werd gegeven om nog eens naar voren te brengen hoe schandelijk men een ambtenaar van de Lichtbedrijven belasterd had door mede te deelen, dat deze een huurder met een onwilligen huisbaas ge adviseerd zou hebben den man te temmen door de huur niet te betalen. Het is niet de eerste maal. dat iets derge lijks gezegd wordt want men vindt dezelfde bewering in een begin-Augustus in onze courant opgenomen adres van diverse Kabel straatbewoners. Deze hadden zich bij de Lichtbedrijven beklaagd, dat hun huiseiore. Nu de vacanties voorbij zijn (Dag. Overzicht). Groote brand in Letland. (Buiten land). Spaansche regeering afgetreden. (Buitenland). De N. S. D. A. P. en Oostenrijk (Buitenland). Roosevelt tegen inmenging op Cuba. (Buitenland). Voor de huldiging in het stadion te Amsterdam op heden is het dub bele van het aantal beschikbare plaatsen aangevraagd. (Binnenland) Vergadering Gezondheidscongrer (Stad en omgeving). Te Arnhem zijn besprekingen ge» houden over den toestand in de textielnijverheid. (Binnenland). (Zie verder eventueel laatste be richten). naar geen radiokabels aan de woningen wil de hebben en ook hun zou het advies zijn ge geven, dien huiseigenaar dan klein te krijgen door de huur niet te betalen. De menschen, die dit de vorige maand be weerden, hebben dat met hun namen onder teekend, maar we hebben nimmer vernomen, dat er door of namens B. en W. eenige po ging gedaan is een nader onderzoek in te stellen. Thans was dit echter wel het geval en de oorzaak daarvan zal wel gezocht moe ten worden in de omstandigheid, dat men van soc.-dem. zijde gehoord had, dat het nie mand minder dan het raadslid Stoutjesdijk was geweest, die onze redactie op een derge lijke uitlating opmerkzaam gemaakt had en die dus in den Raad daarover eens openlijk aan zijn vrijheidsbondsche vestje moest wor den getrokken. Nu alle bij dit drama betrokkenen zl) het dan geenszins door mededeelingen on zerzijds bekend zijn geworden, bestaat er o.i. geen bezwaar meer hier precies te vertel len hoe een en ander zich heeft toegedragen. De heer Reynders had een woning van den heer Besteman gehuurd en de heer Besteman moest de verklaring onderteekenen, dat hij toestemming gaf dat daarin alle mogelijke leidingen werden gelegd. Maar de heer Besteman vond dat overbodig en bezwarend, hij wilde niet teekenen en dus trok de huur der naar het kantoor der lichtbedrijven en werd na zijn terugkomst verklaard, dat de directeur geadviseerd had de huur niet te be talen waarna de huiseigenaar wel tammer zou worden. Het was een eigenaardig officieel advies en de heer Stoutjesdijk, wien het werd medege deeld vond het zelfs zoo eigenaardig, dat hij ons verzocht er openlijk melding van te ma ken. Men verwijt ons nu, dat wij niet eerst bij het bedrijf geïnformeerd hebben, maar men vergete dan niet, dat dezelfde bewering ook al door anderen gedaan was en dat een informatie bij het betrokken bedrijf natuurlijk geen enkel bewijs zou leveren. Waar is de ambtenaar, die eerlijk zou bekennen, dat hij een zoo zonderlingen raad had gegeven en dan nog wel aan de redactie van een courant, die op het punt stond daar openlijk critiek op uit te oefenen! Wij hebben dus volstaan met te zeggen, dat die mededeeling ons gedaan was en wij hebben eveneens den volgenden dag de ver klaring van den betrokken bedrijfsdirecteur gepubliceerd, dat hij nooit in zijn ambtelijk leven een dergelijk advies heeft gegeven. Wij hebben den heer Besteman om opheldering gevraagd en toen gehoord, dat de huurdster van zijn perceel een ambtenaar voor den di recteur aangezien had en dat het dus niet de directeur maar een ambtenaar was geweest, die dit advies had gegeven. Dit laatste werd nadrukkelijk volgehouden waarna wij ons bericht in dezen vorm gerectificeerd hebben. Als wethouder-Bonsema op de vragen van den heer Van Drunen thans ter raadzitting mededeelt, dat er een schrijven van huurder en huiseigenaar is ingekomen, waarbij deze verklaren, dat nimmer een ambtenaar zoo iets gezegd heeft, dan blijft ons niet anders over dan onze redactioneele schouders op te halen. Wat is nu waar en wat is nu niet waar en waarom verzoekt dezelfde man ons iets te publiceeren als hij tegelijkertijd aan den wethouder precies het tegenovergestelde verklaart? Het blijft een raadsel en wij ho pen, dat de wethouder aan het verzoek van den heer Keijsper voldoen zal en ons eens inzage van den bewusten brief zal verstrek ken opdat ook wij in de gelegenheid zijn Wahrheit van Dichtung te onderscheiden. Blijkt ons inderdaad, dat de heer Beste man niet zoo'n beste man is als zijn naam ons deed vermoeden, dan zullen wij niet na laten den betrokken ambtenaar een volledige rehabilitatie te geven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1