DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, nagegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
Irancr door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
No. 213 Directeur: C. KRAK.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Zaterdag 9 September 1933
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
135e Jaargang
Nu de coalitie-raadsleden hun bezwaren tegen een overdekte inrichting
laten zwemmen, is het te verwachten, dat ze er zelf ook
nog wel te water zullen gaan.
Volgens wethouder Bonsema zijn verscheidene leden van het Comité
van Actie wel in debat", maar nog nooit in „het bad" geweest.
De bewoners van de Tweede Kabelstraat kunnen op 8 October goedkoop
hun straat versieren en hun lampionnetjes ophangen.
Wat vandaag de
aandacht trekt,..
ALKMAARSCHE
Er was één ding, waarover allen het op
dezen grooten verzoendag eens waren, name
lijk, dat het toch zoo jammer was, dat het
zwembadvraagstuk een politiek bijsmaakje
had gekregen. Er is niets neutraler en kleur-
loozer dan goed badwater en zoo had nu juist
de bespreking over een nieuwe zweminrich
ting een onderwerp kunnen zijn, waarbij
eens afgeweken werd van de slechte politieke
gewoonte, dat een coalitie-meerderheid alle
voorstellen van andere groepen overstemt en
men wederkeerig eens blijk zou geven elkan
ders bezwaren te begrijpen en te eerbiedigen
Zoo had het van den aanvang af kunnen
zijn, maar zoo was het niet.
Want van den beginne af was er een plan-
Botisema, een hocus pocus-nlan, dat één,
twee, drie uit de lucht was komen vallen en
als het zwembadvraagstuk nu zoo heelemaa
los van alle politiek had gestaan, dan was
het tóch te verwachten o-eweest. dat de oppo
sitie, al was het maar van één enkelen sociaal
democraat, eens gelijk gekregen had, toen
zij er op aandrong niet hals over kop met dit
précaire voorstel mede te gaan, maar ook
met het-oog op de stemming onder de bur
gerij eens den tijd te nemen een ernstig
en vergelijkend onderzoek in te stellen.
Dat alles had zoo kunnen zijn als er geen
verbonden polit eke groepen in den Raad wa
ren, die gewend zijn door elkander te steunen
hun haan te laten koning kraaien.
Nu waren die groeen er wel, nu werd het
plan-Bonsema er door gejaagd we weten
er werkelijk geen ander woord voor en
wanneer Ged. Staten er ten slotte geen stokje
voor gestoken hadden, was Alkmaar voor
lange jaren met een open zwembad opge
scheept, dat een bodemlooze put voor onze
financiën zou zijn gebleken.
Gedeputeerde Staten hebben na een inge
steld beroep door eenige raadsleden en na
dat zij hadden kennis genomen van wat men
in breede kringen der burgerij voor Alk
maar Wenschelijk achtte, de gemeente op den
rand van dien put terug getrokken en nu
waren we dus weer even ver als voor het
«ogenblik, dat het plan-Bonsema in den
Raad was verschenen.
Het eenige wat er nu nog overbleef, waren
een tweetal adressen van- het Comité van
actie voor een Sportfondsenbad, maar omdat
B. en W. aannamen, dat Ged. Staten tegen
de kosten daarvan zeer zeker bezwaren zou
den hebben en tevens van meening waren,
dat de plannen te optimistisch waren ppge-
zet en te weinig aan de minder kapitaal
krachtigen boden, stelden ze ijskoud zou
in Alkmaar zeggen voor, nu ook
deze maar te verwerpen, waarna het op
zwembad-gebied in Alkmaar als vóór de
schepping zou zijn, namelijk, dat er heele-
®aal niets was.
Ja, er was natuurlijk nog de zee, en er
waren nog een oud zwembad in het Kanaai
en een Bergermeer-familiebad, maar die zijn
alleen van beteekenis als het een of andere
raadslid ze toevallig voor zijn betoog noo-
dig heeft b.v. als de heer Keijsper de toe
standen in Venlo en Alkmaar vergelijkt
®aar niet toen het plan-Bonsema moest wor
den aangenomen.
In de laatste weken deden ze geen opgeld
en hebben alle raadsleden zich peinzend af
gevraagd wat er nu verder zou moeten ge
beuren om Alkmaar aan een goed en moderr.
zwembad te helpen.
En ziet, bij het keeren van het getij begon
nien ook aan de zijde der Alkmaarsche coali
tiepartijen de bakens te verzetten.
De woorden van den burgemeester: „Alk
maar krijgt een open zwembad of heelemaa 1
geen zwembad", werden niet meer gehoord
«n men begon zich aan de zijde der meerder-
heidsgroep zelfs af te vragen of het geen tijd
werd eens te ontdekken, dat er iets in A'.k-
niaars bevolking leefde, dat aangehoord dien
de te worden. Toen het plan-Bonsema in be
handeling kwam, waren er eenige dagen te
voren ook vergaderingen van voorstanders
van een Sportfondsenbad gehouden, toen
waren er ook moties aangenomen en adressen
gezonden, toen liet de burgerij zich ook hoo
ien, maar toen had de meerderheid van den
Raad totaal vergeten welke golden woorden
uit Vondels „Roskam" er boven de deur van
ons stadhuis gebeiteld zijn: „Indien 't ge-
nwen j roept, besorgt het als Uw eigen".
Nu waren de omstandigheden anders, nu
zou het misschien toch nog op een Sport
fondsenbad kunnen uitloopen en daarom
herinnerden verschillende afgevaardigden
zich Donderdag, dat er ook nog zooiets als
een burgerij bestaat, die aangehoord en zoo
mogelijk tevreden gesteld moet worden.
Moeten wij, zeide de heer Venneker, niet
het oor te luisteren leggen bij de burgerij?
Is het wijs beleid alles wat leeft in die burge
rij op zij Ie zetten? Ged. Staten hielden im
mers ook rekening met het feit, dat het be
lang eener open inrichting door breede krin
gen der burgerij wordt ontkend. Wij zijn
niet tegen een overdekte inrichting en wan
neer men daar een regeling treft, dat ook in
de wintermaanden minvermogenden daar
goedkoop kunen baden, zou het werkelijk nog
niet zoo'n verwerpelijke oplossing zijn.
Een nieuw zwembad, een nieuw geluid.
Er waren trouwens meer teekenen, dat er in
de coalitiegelederen een zekere aarzeling en
een neiging tot omzwenken was gekomen.
Het R.K. Dagblad had dat al ingeluid met
de opmerking, dat het toch zoo jammer was,
dat wij van het zwemhadvraagstuk een poli
tieke kwestie gemaakt hadden. Het had niets,
maar dan ook heelemaal niets met de politiek
te maken en de heer Keijsper, die in zijn
fractie gewoonlijk de rol van den zedemees-
ter te spelen krijgt, betreurde dat al even
zeer. Zelfs de heer Van Drunen laakte het,
dat de politiek er bii gehaald was en deelde
gelijktijdig mee, dat het Comité van actie
voor een Sportfondsenbad eigenlijk een
Comité van actie tegen de raadsjneerderheid
moest genoemd worden, waarmede hij intus-
schen heelemaal niet zeggen wilde, dat hij
zelf eenige politiek in dit vraagstuk ontdekt
had.
Zelfs de heer Van de Vall, die de zwem
badactie der burgerij een anti-socialistische
noemde, welke rechtstreeks tegen zijn partij
gericht was, kon zxh niet begrijpen, aat er
ooit iemand op de gedachte was gekomen,
het zwembadvraagstuk met de oolitiek in ver
band te brengen en zette zich in de rij zijner
coalitiegenooten, die dat allemaal zoo van
harte betreurden. Alle politieke partijen zou
den in hetzelfde neutrale water kunnen zwem
men en het voorstel van de V.B.-fractie om
nu eens een commissie te benoemen, die vol
komen vrij verschillende proiecten en moge
lijkheden zou kunnen onderzoeken, vond
allerwege de grootste instemming.
Van te voren wenschten B. en W. evenwel
de adressen van het Comité van actie voor
een Sportfondsenbad verworpen te zien en de
gebruikelijke oppositie wilde dat wel doen,
mits daarmede niet de schijn gewekt werd,
dat de gemeente voorgoed met een dergelijke
inrichting zou afgedaan hebben.
Werden ze verworpen, dan moest dat uit
sluitend gebeuren omdat de plannen te kost
baar waren en dan moest tevens vaststaan,
dat de te vormen commissie zich ook met het
Comité van actie in verbinding zou stellen
teneinde een goedkooper project van die zijde
in vergelijkende studie te kunnen nemen.
Nadat de heer Keesom op dat oogen-
blik volkomen overbodig de exploitatie-
cijfers van de te verwerpen plannen onder
de loupe had genomen en daarbij nog eenige
blunders had geslagen, werd met algemeene
stemmen besloten de beide adressen te ver
werpen en een commissie in het leven te roe
pen, die, onder leiding van wethouder Bon
sema, door raadsleden, belangstellenden en
deskundigen zal laten onderzoeken welk
zwembad voor Alkmaar de voorkeur verdient
en hoe de kosten verdeeld en geregeld moe
ten worden om voor de katholieken het go-
scheiden baden en voor de sociaal democra-
kn het goedkoop zwemmen te kunnen ver
krijgen.
Zoodat we nu ten slotte even ver zijn als
op het oogenblik, dat de oppositie-groepen
in het begin van dit jaar bij de behandeling
van het plan-Bonsema een gelijksoortig
voorstel gedaan hebben.
Slechts hebben we sedert dien wat meer
ervaring gekregen en geleerd wat voorziena-
ger in het nemen van besluiten te zijn^ wa.
mede tot gevolg heeft, dat wethouder Bonse
ma alvorens met eenig plan op de proppen
te komen, eerst eens naar Haarlem zal reizen
en zijn voelhorens in de vergaderzaal van
Ged. Staten zal uitsteken teneinde eens aan
te voelen welk bedrag deze grootmachtige
heeren eigenlijk voor een zwembad in Alk
maar getolereerd zullen achten.
Het was groote verzoendag in den Alk
maarschen Raad, men kwam van alle zijden
tot elkander en we naderden zichtbaar den
dag. die als het toppunt van verdraagzaam
heid beschouwd wordt, namelijk dien waar
op de leeuw en het geitje in één en hetzelfde
hok van hetzelfde voedsel zullen eten.
Maar wie op dien dag in begrijpen en
waardeeren ook tot elkaar gekomen zullen
zijn, we vreezen, dat het dan ook nog niet de
heer Pot en het bestuur onzer gemeente zul
len wezen.
Bij het adres van de Kabelstraatbewoners
is het nog eens tot uiting gekomen, dat er
ondanks alle correspondenties en conferen
ties een verschil van meening bestaat, dat
niet eerder opgeheven zal worden dan nadat
de gemeente zich bereid verklaard zal heb
ben den heer Pot, in diens kwaliteit van
directeur der Woningmaatschappij Alkmaar
een zekere recognitie te betalen. Eil aange
zien de gemeente daar nooit toe zal over
gaan en de heer Pot er ook niet naar uitziet,
dat hij zal toegeven, wordt Alkmaar ge
zegend met een groep paalwoningen, welker
aantal binnenkort nog met eenige zal ver
meerderd worden.
Men kent deze kwestie en wij gelooven
niet, dat het onzen lezers interesseert er nog
dieper in af te dalen. Het eenige wat ons in
ziens nog niet goed is begrepen, is, dat de
heer Pot van de vroegere distribuanten een
zekere vergoeding voor het aanbrengen van
de draden aan zijn huizen ontving, welke ver
goeding per drie maanden betaald werd en
gestaakt is toen de gemeente het radio-bedrijf
heeft overgenomen. De heer Pot stelt zich nu
op het standpunt, dat wie iemands rechten
overneemt ook aan diens verplichtingen be
hoort te voldoen, maar de gemeente ver
zekert, dat de vroegere distribuanten met
geen enkel woord over deze verplichting heb
ben gesproken, dat zij er niets van afweet en
dus ook niet verplicht is ergens voor te be
talen. Dat is ten slotte een juridische kwestie
en er zullen zeker genoeg rechters en advo
caten gevonden worden, die er hun tijd aan
willen besteden en hun geld aan willen ver
dienen, maar intusschen zijn de huurders de
dupe en zet de gemeente den stok achter de
deur in den vorm van een paal, die bover.
het dak uitsteekt, zelfs zonder eerst het ad
vies van de schoonheidscommissie te vragen.
De heer Pot heeft ons verzocht er nog eens
de aandacht op te willen vestigen, dat hij
slechts recognitie vroeg voor de oude van de
particuliere distribuanten overgenomen lei
dingen en dat hij geen bezwaar tegen radio
aansluiting aan de voorzijde der perceelen
heeft mits de leiding zonder meer, dus b.v
zonder een aantal isolatoren, wordt binnen
gevoerd. Dit alles in overeenstemming met
den brief, dien hij op 26 Augustus j.1. aan
B. en W. heeft geschreven.
Inmiddels is net te hopen, dat het voor
beeld van den heer Pot op niet te groote
schaal navolging zal vinden. Wij voelen veel
voor den aanleg van een bosch maar niet in
onze straten en evenmin met boomen, die
nooit een groen takje zullen dragen.
De burgemeester heeft een leerzame be
schouwing over perscritiek gehouden en
doen uitkomen, dat de wijze waarop men
critiek moet beoordeelen niet afhankelijk is
van de vraag w a t de criticus zegt, maar
hoe hij het zegtHij deelde mede wat dit
betreft een groote grief te hebben tegen een
orgaan in onze gemeente, dat zich op ontoe
laatbare wijze had uitgelaten en tot dat punt
zijner redevoering zaten de journalisten aan
beide perstafels in spanning en vroegen zich
bij dit naderend onweer af boven wiens
schuldig hoofd ten slotte de burgemeester
lijke bliksem zou inslaan. Immers, iedere cou
rant doet op haar tijd aan critiek en men kan
nooit weten of de een of andere pijl wel eens
harder is aangekomen dan misschien de be
doeling was op het moment dat hij werd af
geschoten.
Boven verwachting werd evenwel niemand
aan de perstafels getroffen. Het onweer dreef
af tot ver buiten de raadszaal en de bliksem
sloeg in een weekblaadje, welks vertegen
waardiger nog nooit aan de perstafel is ver
schenen en die zeker niet zal verwacht heb
ben, dat er van zijn woorden officieel zoo
groote notitie zou worden genomen.
Wethouder van Slingerland, die ook het
Marktwezen en daardoor de kermis beheert,
was bij de keuring der inrichtingen in een
draaimolen gaan zitten en schijnt daar uit
geslingerd te zijn met het gevolg, dat hij zij-i
been zoodanig verwondde, dat hij nog met
een steungevend wandelstokje ter raadszit
ting moest verschijnen. In het weekblad
„Alkmaar aan Zee" was in verband daar
mede opgemerkt, dat de val van den wethou
der verwonderlijk was omdat wethouders
toch wel gewoon zijn met draaierij om te
gaan, wat de burgemeester meer dan schan
delijk noemde, hetwelk door den Raad met
applaus onderstreept werd. Trouwens we
zijn er van overtuigd, dat de Raad evenzeer
genpplaudiseerd had als de burgemeester
elke andere courant genoemd had en ook dat
de uitvinder van dit Haagsche of liever
Alkmaarsche pepertje bij eenig nadenken
wel tot de overtuiging zal komen, dat zijn
opmerking inderdaad niet tot de gelukkigste
behoord heeft al is hij dan ook oud-raadslid
en al acht hij zich misschien daardoor be
voegd het politieke leven eens wethouders
beter dan anderen te kunnen beoordeelen.
Of het nu persé noodig was, een weekblad,
welks vertegenwoordiger nooit in de Rar. -
zaal verschijnt, in zoo krasse termen ter ver
antwoording te roepen is een tweede /raag
vooral omdat er toch ook wethouders zijn.
die wel eens dingen zeggen, die voor som
mige burgers zeer beleedigend zijn. HetI:
wethouder Bonsema bij de bespreking vil
de lijst der ingezetenen, die een r^aaraamWi
in het Sportfondsenbad hebben genomen,
niet medegedeeld, dat hij er van overtuigd
was, dat daar „enorm veel menschen" bij
waren, „die nog nooit een teen in het water
hebben gestoken", wat hij dan later ver
zacht heeft, of althans getracht heeft te ver
zachten, door de bewering, „dat ze nog nooit
in hun leven een bad hebben genomen". Hij
begreep blijkbaar niet, dat er menschen zijn,
die ook uit gemeenschapszin een offer kunnen
brengen of die een aandeel nemen voor hun
kinderen omdat zij wellicht zelf niet, of niet
meer zullen zwemmen. In allen gevallen wil-
ien wij ook deze wethouderlijke uitspraak
met dezelfde woorden kwalificeeren als de
burgemeester dat voor de draaierij van den
wethouder gedaan heeft, namelijk, dat wij ze
schandelijk achten tegenover menschen, die
blijk van goeden burgerzin hebben gegeven
en vrijwillig een offer brachten om het beste
zwembad voor onze gemeente te kunnen
krijgen.
De assistent-brugwachter Tjeertes vroeg
fiensioen, maar B. en W. adviseerden dit niet
toe te staan omdat de man in lossen gemeen
tedienst is geweest en dus geen rechten kon
doen gelden.
Intusschen bleek, dat die losse diensttijd
niet minder dan 18 jaar had geduurd en ook,
dat de man zonder pensioen evengoed pen
sioenpremie had moeten betalen, wat ver
scheidene raadsleden noopte om het college
alsnog om een gunstiger beslissing te vra
gen. Door vragen van den heer Bakker bleek
zelfs, dat ten tijde, dat Tjeertes uit zijn be
trekking gereorganiseerd was, een brugwach
ter aan de Oude Gracht op zijn lauweren
was gaan rusten en men daar een nieuwe
kracht aangesteld had op een salaris waar
mede men Tjeertes in dienst had kunnen
houden.
Dat alles was een beetje raadselachtig en
wethouder Klaver deelde mede, dat Tjeertes
daar niet gesolliciteerd had terwijl men
blijkbaar evenmin om hem gedacht had
wat even later weer werd tegengesproken
door de mededeeling, dat Tjeertes wel gesol
liciteerd had, maar geen kans had gekregen
omdat de wethouder gedacht had, dat d?
man binnenkort met pensioen dat hij
nooit krijgt den dienst zou verlaten.
Het was alles erg duister, maar het bleek,
dat inmiddels de assistent-brugwachter de
dupe der historie is geworden en men was
zoo algemeen van opinie, dat de man onbil
lijk behandeld is, dat B. en W. beloofd heb
ben, zelf over de brug te zullen komen en
hem bij de eerste de beste gelegenheid een
passend baantje zullen verschaffen.
Vermelding verdient, dat de burgemeester
het gedenkfeest van den Schermer ook in
den Raad herdacht heeft en dat na zijn sym
pathieke rede daarover natuurlijk niemand
anders dan de groote man van den Schermer,
onze nestor de heer Govers, daarvoor zijn
dank betuigd heeft.
Ook de secretaris kreeg een complimentje
voor zijn uitgave over de gemeentewet, een
zeer nuttig boekje, dat wij dezer dagen aan
een nadere beschouwing zullen onderwerpen
De zetter heeft ons in het Kort Verslag van
den Raad laten mededeelen, dat het boek
„door" inplaats van „voor" gemeenteraads
leden toegelicht is. Ware het eerste het geval
dan zouden we niemand aanraden het te koo-
pen want raadsleden kunnen het over dezelf
de kwesties zoo hopeloos oneens zijn, dat het
werkje dan een allesbehalve betrouwbare
gids zou kunnen blijken
Met Mr. Koelma als wegwijzer is daarvan
natuurlijk geen sprake en wij kunnen slechts
hopen, dat de Alkmaarsche raadsleden
voortaan nooit zonder dit nuttige boekske
ter vergadering zullen verschijnen.
Ten s'otte was er dan nog de interpellatie-
an Drunen of liever de gelegenheid, die den
heer an Drunen die van tevoren het ant
woord wel kende werd gegeven om nog
eens naar voren te brengen hoe schandelijk
men een ambtenaar van de Lichtbedrijven
belasterd had door mede te deelen, dat deze
een huurder met een onwilligen huisbaas ge
adviseerd zou hebben den man te temmen
door de huur niet te betalen.
Het is niet de eerste maal. dat iets derge
lijks gezegd wordt want men vindt dezelfde
bewering in een begin-Augustus in onze
courant opgenomen adres van diverse Kabel
straatbewoners. Deze hadden zich bij de
Lichtbedrijven beklaagd, dat hun huiseiore.
Nu de vacanties voorbij zijn
(Dag. Overzicht).
Groote brand in Letland. (Buiten
land).
Spaansche regeering afgetreden.
(Buitenland).
De N. S. D. A. P. en Oostenrijk
(Buitenland).
Roosevelt tegen inmenging op
Cuba. (Buitenland).
Voor de huldiging in het stadion
te Amsterdam op heden is het dub
bele van het aantal beschikbare
plaatsen aangevraagd. (Binnenland)
Vergadering Gezondheidscongrer
(Stad en omgeving).
Te Arnhem zijn besprekingen ge»
houden over den toestand in de
textielnijverheid. (Binnenland).
(Zie verder eventueel laatste be
richten).
naar geen radiokabels aan de woningen wil
de hebben en ook hun zou het advies zijn ge
geven, dien huiseigenaar dan klein te krijgen
door de huur niet te betalen.
De menschen, die dit de vorige maand be
weerden, hebben dat met hun namen onder
teekend, maar we hebben nimmer vernomen,
dat er door of namens B. en W. eenige po
ging gedaan is een nader onderzoek in te
stellen. Thans was dit echter wel het geval
en de oorzaak daarvan zal wel gezocht moe
ten worden in de omstandigheid, dat men
van soc.-dem. zijde gehoord had, dat het nie
mand minder dan het raadslid Stoutjesdijk
was geweest, die onze redactie op een derge
lijke uitlating opmerkzaam gemaakt had en
die dus in den Raad daarover eens openlijk
aan zijn vrijheidsbondsche vestje moest wor
den getrokken.
Nu alle bij dit drama betrokkenen zl)
het dan geenszins door mededeelingen on
zerzijds bekend zijn geworden, bestaat er
o.i. geen bezwaar meer hier precies te vertel
len hoe een en ander zich heeft toegedragen.
De heer Reynders had een woning van den
heer Besteman gehuurd en de heer Besteman
moest de verklaring onderteekenen, dat hij
toestemming gaf dat daarin alle mogelijke
leidingen werden gelegd. Maar de heer
Besteman vond dat overbodig en bezwarend,
hij wilde niet teekenen en dus trok de huur
der naar het kantoor der lichtbedrijven en
werd na zijn terugkomst verklaard, dat de
directeur geadviseerd had de huur niet te be
talen waarna de huiseigenaar wel tammer
zou worden.
Het was een eigenaardig officieel advies en
de heer Stoutjesdijk, wien het werd medege
deeld vond het zelfs zoo eigenaardig, dat hij
ons verzocht er openlijk melding van te ma
ken. Men verwijt ons nu, dat wij niet eerst
bij het bedrijf geïnformeerd hebben, maar
men vergete dan niet, dat dezelfde bewering
ook al door anderen gedaan was en dat een
informatie bij het betrokken bedrijf natuurlijk
geen enkel bewijs zou leveren. Waar is de
ambtenaar, die eerlijk zou bekennen, dat hij
een zoo zonderlingen raad had gegeven en
dan nog wel aan de redactie van een courant,
die op het punt stond daar openlijk critiek
op uit te oefenen!
Wij hebben dus volstaan met te zeggen,
dat die mededeeling ons gedaan was en wij
hebben eveneens den volgenden dag de ver
klaring van den betrokken bedrijfsdirecteur
gepubliceerd, dat hij nooit in zijn ambtelijk
leven een dergelijk advies heeft gegeven. Wij
hebben den heer Besteman om opheldering
gevraagd en toen gehoord, dat de huurdster
van zijn perceel een ambtenaar voor den di
recteur aangezien had en dat het dus niet de
directeur maar een ambtenaar was geweest,
die dit advies had gegeven. Dit laatste werd
nadrukkelijk volgehouden waarna wij ons
bericht in dezen vorm gerectificeerd hebben.
Als wethouder-Bonsema op de vragen van
den heer Van Drunen thans ter raadzitting
mededeelt, dat er een schrijven van huurder
en huiseigenaar is ingekomen, waarbij deze
verklaren, dat nimmer een ambtenaar zoo
iets gezegd heeft, dan blijft ons niet anders
over dan onze redactioneele schouders op te
halen. Wat is nu waar en wat is nu niet
waar en waarom verzoekt dezelfde man ons
iets te publiceeren als hij tegelijkertijd aan
den wethouder precies het tegenovergestelde
verklaart? Het blijft een raadsel en wij ho
pen, dat de wethouder aan het verzoek van
den heer Keijsper voldoen zal en ons eens
inzage van den bewusten brief zal verstrek
ken opdat ook wij in de gelegenheid zijn
Wahrheit van Dichtung te onderscheiden.
Blijkt ons inderdaad, dat de heer Beste
man niet zoo'n beste man is als zijn naam
ons deed vermoeden, dan zullen wij niet na
laten den betrokken ambtenaar een volledige
rehabilitatie te geven.