Alkmaarsche Courant. ^Buitenland ^Bituwdand Een te weinig bekend Alkmaarder. Het huldebetoon aan de Koningin. Honden! vin en dertigste Jaargang. HAANDAG tt SEPTEMBER Willem Jansz. Benning, alias Ketel. TOESTAND OP CUBA VERSCHERPT. Tegen het Amerikaansche imperialisme. Dankbetuiging van de koningin. HULDIGING W. H. VLIEGEN. is wil en 214 1933 Bij de herdenking van het 300-jarig gestaan van de Schermeer wordt Wil lem Jansz. Benning weer 'n paar maal genoemd en wel speciaal als bouwer van de Nauërnasche sluis. In 1927 memoreerde mr. J. Belonje hem in een artikel over den bouw van de groote Zijper Zeesluis, die mede door Benning werd ontworpen en uit eevoerd. Overigens is deze merkwaardige figuur nog te weinig hekend. Het daarom, dat ik hier een en ander meededeelen betreffende zijn leven werken, waarover ik al sinds langen tijd getracht heb meerdere gegevens te verzamelen. In het begin der 17de eeuw treffen we ïn Alkmaar talrijke mannen aan, wier ondernemingen en reizen zich vrijwel over geheei de toen bekende wereld uit strekten: de beroemde koopman Isaac le Maire en bekende Portugeesch-Jood- sche handelslieden als Francisco Fer- nandez du Pas en diens zwager Rodri- gUes Duarte, oom van Francisca Duarte, de Zeeuwsche Nagtegaal", verder de pionier van onze scheepvaart op Indië Frederik Houtman en z'n zwager Corne- jis de Wit, genaamd Scapecaes, die op verzoek van Paus Urbanus VIII naar Bome trok om de drooglegging der pontijnsche moerassen te bestudeeren. ,Vanuit het naburige De Rijp reisde Jan (Adriagensz. Leeghwater, 'n dood-ge- woon, eenvoudig boerenman en toch 'n universeel genie, naar tallooze plaatsen in binnen- en buitenland om allerlei waterbouwkundige werken te helpen beramen en ten uitvoer te brengen Niet zóó veelzijdig, maar toch met Leeghwater te vergelijken en dikwijls met dezen samenwerkend, evenzeer 'n «elfmade man, wiens groote onderne mingslust hem vaak buiten 's lands grenzen dreef, een erkend deskundige op het gebied van sluizenbouw, aldus doet zich de figuur van Willem Jansz. Benning aan ons voor. 'n Selfmade man. Volgens een door hemzelf afgelegd getuigenis heeft hij, eerst gedurende 8 jaren als knecht en daarna 16 jaren als sluiswachter, gefungeerd op de sluizen te Edam in dienst van heeren Dijkgraaf en Heem raden van de Uitwaterende Sluizen. Tusschen deze beide perioden van 8 en 16 jaar in moet Benning, die 1569 werd geboren (wdér is onbekend) reeds eenige jaren te Alkmaar hebben ge woond en wel van 1598 tot 1600 In eeni ge notariëele akten wordt hij dan ver meld als timmerman en poorter dezer stad. Hij treedt op als aannemer en bouwt verschillende huizen, o a. te Scha- gen. Blijkbaar ging dit bedrijf niet goed genoeg en is hij toen weer naar Edam teruggekeerd. Te Alkmaar vinden wij hem tenminste eerst terug in het jaar 1615. En wel als herbergier, in ,,'t Ver gulde Hooft". Hier verkeerden lieden van allerlei slag. Hier ontmoetten elkander Amster- damsche kooplui als Sr. Alonso Perez er Francisco Fernandez du Pas, schil ders als meester Claes van der Heek, die op 25 April 1617 in hun bijzijn, ten verzoeke van Sinjeur Aelbrecht Becker, ook al 'n Amsterdamsch koopman, ge tuigt dat hij in 1611 'n zekere Margrita Heykes geconterfeit heeft, „toen ze was 17 jaar". In 1623 koopt hij een andere herberg «n zien we hem voortaan optreden als waard in „De Oude Blinde Werelt", ge ,egen op de Lange Nieuwesloot. Intusschen is Willem Jansz. Benning b'©t voortdurend rustig thuis blijven zit ten. Reeds vóór 1619 heeft hij herhaalde- |'Jk in de Zuidelijke Nederlanden ver toefd en was o.a. aannemer van de z g. »ochuijersluis", gelegen „tusschen Ber- #en Sinte Wijnox ende Duynkercken", wat waarschijnlijk verband hield met de Juist in die jaren beraamde bedijking ,®r Z S- Groote en Kleine Meeren in West-Vlaanderen. Omtrent dien tijd ook moet hij te J^stende hoofden en paalwerken ge haakt hebben, zooals Leeghwater zelf ?ns zijn Haarlemmer-Meer-Boek ver haalt. De twee mannen reisden met elkander h\v.U"€n dus vermoedelijk toen reeds ben samengewerkt b Een der belangrijkste werken door anning uitgevoerd was het bouwen van Vf Steinschleuse" te Danzig. Het doel van deze sluis was allereerst v y.ersterking van de nieuw aangelegde stingwerken. Ze kwam n.1. te liggen de m bastions, ter plaatse waar w ottlau, 'n kleine zijrivier van de n«ft1C de stad binnen komt. Wan- v r men nu de sluis zou sluiten, moest stu ^at€r van de Mottlau worden opge sierd en omliggende land over- w°°men. Om dit doel goed te kunnen eiken was het noodzakelijk de bed- '8 gedeeltelijk te verleggen. In de bi» n- Om dit doel goed te kunnen eiken was het noodzakelijk de bed- zóo^ 8€deeltelijk te verleggen. In de ^.ontstane „neue Mottlau" zou ae sluis feit daarnaast nog 'n „watergang", Worde dUS 'D dubbele slu^s' gebouwd 6 Daad der stad Danzig wendde zich r de uitvoering van deze Dlannen allereerst tot den beroemden Neder- le.ndschen vestingbouwkundige Johan van Valckenburg, om door diens bemid deling ervaren bouwmeesters te be komen. Het resultaat was, dat twee Alkmaarsche burgers zich aanboden, n.1. Willem Jansz. Benning, alias Ketel! en Adriaen Olbrantsz. Caescooper. Zij leveren teekeningen in, die door den stads-ingenieur Hans Strakowski en andere deskundigen werden onderzocht. Op 22 Augustus 1619 wordt 'n contract afgesloten, dat tot heden in het archief der Stad Danzig is bewaard gebleven in twee origineele exemplaren, voorzien van eigenandige onderteekeningen en de zegels der beide Alkmaarsche burgers. Zij nemen het werk aan voor 53000 Poolsche guldens, een voor dien tijd zeer aanzienlijk bedrag. Dat het een omvangrijk werk betrof, blijkt uit dit bouwcontract, dat 27 folio bladen, inhoudens 73 artikels, omvat, waarin alles tot in onderdeelen nauw' keurig i3 omschreven. De bouw der beide sluizen verloopt met vlot en sleept zich tot in 1624 voort Het stadsarchief te Danzig bevat nog een ongewoon-groot aantal stukken (n 1. 64) over deze zaak. Waarin bestonden de moeilijkheden die de Hollanders ondervonden? In een verklaring, ten overstaan van notaris Cornelis de Haes te Alkmaar, op 31 Maart 1624, afgelegd door Jacob Jacobsz. Wolff en Willem Baertsz., tim merlieden te Alkmaar, op verzoek van Benning en Olbrants, lezen we dat aan attestanten „seer wel kennelijck is, dat de requiranten buyten de stadt van Danszick hebben gemaeckt twee groote steenen sluysen, leggende besijlen mal- c-.nder bij de Magistraat der selve stadt aen haer requiranten besteet over waleke sluys de requiranten met me- nichten van volck ende arbeyd ts vier volle somers hebben gewrocht, als na- mentlijck de somer van iaer 1620, 1621, 1622 ende 1623; vorder verclaerde d vcorsz. attestanten, dat (nae dat de re quiranten int begin omtrent ses weecken met groote voorspoet cent werek haide gewrocht ende gearrebeyt) int selve wtrek voorgevallen is extraordinaris groot ongeluck ende tegenspoet, na- mentlijck dat alsdan in de gront vant selve werek sijn geopenbaert ende opge- broocken veel ende menichfuldig water wellen ende springaeren, waerdoor groote menicht van water is opgedron gen ende voortgecommentegens welck ongeval bij de requiranten is ge- socht ende-int werek gestelt verscheyden middelen ende konstige practijcken, waerdoor sij eyntelijck soo veel te wege hebben gebracht, dat sij met lancksaem- heyt van tijt de kuyl op sijn behoorlij eken diept hebben gebracht ende d'voorsz. sluysen daerin ten volle heb ben volmaeckt ende opgelevert, niet al leen met groote moeyt, maer ook met groote ende excesive costen, alsoo sij omme de voorsz. kuyl drooch te hou den op de selve hebben moeten maecken ende stellen ses nieuwe water- moolens, in de welcke sij over de vijf tich paerden hebben moeten employee- ren ende te werek stellen, hetwelcke continuelicken vanden beginne totte voltreckinge vant voorsz. werek heeft ge duijrt, gelijck oock de requiranten voor het doordringen vant water het werek off de kuyl rontom door last van de heeren der voorsz. stadt Danszick, hoe wel buyten haer besteck, hebben moeten hayen met spontpalen over de tien voe ten langh De beide ondernemers waren ook in financiëele moeilijkheden geraakt, door dat ondertusschen de prijzen der bouw materialen, vooral van hout en van de uit Holland betrokken steenen, sterk stegen, tengevolge van den veranderden geldkoers. Zij zijn derhalve genoodzaakt herhaal delijk bij den Raad der stad Danzig aan te kloppen om extra-toelagen. Hierbij gaat dan telkens de verzekering, dat zij, die op zooveel andere plaatsen in Hol land en daarbuiten dergelijke werken met lof en roem uitvoerden, ook hier te Danzig, ongeacht de vele moeilijkheden, een goeden naam zullen achter laten Eenmaal roepen de Alkmaarders de bemiddeling der Generale Staten in en zenden een verzoekschrift aan Prins Maurits. De gevraagde voorspraak wordt verkregen en bewerkt, dat de stad Danzig nogmaals een toelage geeft. Dit alles was billijk, ook al omdat ge durende de uitvoeering van het werk verschillende onderdeelen anders en duurder moesten worden uitgevoerd, dan in het bestek was aangegeven. Op 21 Augustus 1624 tenslotte teekent Benning voor zich en zijn collega Ol brantsz. een kwitantie tot een bedrag van 65200 Poolsche guldens. Op 26 Aug. d. a v. verklaart de Raad der stad Dan zig, dat zij niet anders weet of de sluis is volkomen en goed gebouwd. Deze z g- „Steinscfcleuse" te Danz.g, hoezeer in den loop der tijden door her stellingen gewijzigd, bestaat aldaar nog tot op den huidigeri dag. Heeft dit grootsche werk aan Willem Jansz. Benning weinig financieel voor deel gebracht, erger was het, dat z'n gezondheid ernstig bleek aangetast. In 1625 en 1626 is hij bedlegerig en wordt gekweld door een der meest-gevreesde kwalen onzer voorouders: het „flere- cijn". Hij verklaart, dat hij door deze pode- gra „in beyde sijne kuyen (kuiten) ende voeten ende de pijne, die hij in sijne eene hant es hebbende, soo indispoost van lichame is ende vol pijne, dat hem niet gelijk es yewers te gaen off te rey- Toch trachtte hij in den zomer u senv* öch- van 1626 er weer op uit te trekken om z'n affaires buitenslands te regelen, maar dezelfde ziekte noodzaakte hem om reeds in Zeeland rechtsomkeert te maken. Op 22 Sept 1626 maakt hij, „sieckelijck te bedde leggende", voor notaris J. C van der Gheest, zijn testament. Hij be noemt tot universele erfgenamen zijn beide zonen, Augustijn en Jan Wil- lemsz. en tot executeurs den laatstge noemde en Cornelis Jacobsz. Ketel, „zijn testateurs broeders zoon". Z'n trouwe compagnon Adriaen Olbrantsz. Caes cooper fungeert als getuige. Gelukkig echter krabbelt hij er weer bovenop. De herberg „De Oude Blinde Werelt" floreerde blijkbaar: er werden daar heel veel veilingen gehouden. Bij hem in woont de bekende Frede- rick Adriaensz. Westphalen, ridder van Jeruzalem, groot verzamelaar, die drie werelddeelen bereisd had. Deze is ge tuige wanneer de herbergier op 7 Juni 1634 nogmaals een testament maakt voor denzelfden notaris. Het laatste testament van Willem Jansz. Benning dateert van 23 Febr. 1636 en is op zijn sterfbed gemaakt. Hij is begraven in de Groote Kerk te Alkmaar op 29 Febr. 1636. Gedurende z'n laatste levensjaren kon Benning, zooals we reeds weten, dichter bij huis z'n bekwaamheden als meester sluismaker toonen. De beide nu nog bestaande sluizen, aan de Zijpe en te Nauerna, mogen al dus de herinering aan dezen stoeren Alkmaarder wakker houden. Het is ver heugend bij de herdenking van het 300- jarig bestaan van de Schermeer ook den naam van Willem Jansz. Benning, naast dien van Jan Adriaensz. Leegh water, met eere te hooren noemen. W. VIER AUTORIJDERS VERDRONKEN. In de buurt van Montauban (Frankrijk) is een auto, waarin 4 personen waren geze ten in een kanaal gereden. De vier inzitten den wier identiteit nog niet bekend is, waren reeds verdronken voor hun hulp kon worden verleend. ONGELUK BIJ AUTO-RACES. j Drie coureurs om het leven gekomen. Bij de gisteren gehouden races om den Groote Prijs van Monza heeft een ernstig ongeluk plaats gehad. Nog voor het einde van de eerste ronde kwam de wagen van den bekenden Italiaanschen coureur Campari dwars op de baan te liggen. De direct achter hem liggende coureurs Borzachhini, Barbieri en Castelbarco kwamen in botsing met Cam pari. Toen de verschrikte menigte zich naar de plaats des onheils begaf, bleek al spo?dig, dat hier dooden te betreuren zouden zijn En inderdaad bleek Campari reeds om het leven te zijn gekomen. Bij het vervoer van Bor- zacchini naar het ziekenhuis is deze bekende renner eveneens aan zijn verwondingen be zweken In denzelfden bocht, waar ook de beide anderen den dood gevonden hebben, had toen nog een ongeluk plaats, waarbij de auto van den bekenden graaf Gzaikowski in brand vloog, waarbij Czaikowski zelf ver brandde. Volgens de meening van de vaklieden is de bochthoogte van de in 1923 gebouwde baan niet meer voldoende voor de groote snelheden, die door de tegenwoordige race wagens bereikt worden. Voor de ongelukken van heden ligt de oorzaak echter niet in dit feit, maar wel in de omstandigheid, dat io den loop der races het oliereservoir van Brossy lek was geworden, waardoor in den grooten bocht de baan glibberig was ge worden. Hierdoor was de wagen van Bor- zachini dwars over de baan komen te staan, zoodat de direct daarop volgende wagens tegen hem opreden en uit de baan geslingerd werden. Campari werd platgedrukt onder de overblijfselen van zijn wagen te voorschijn gehaald. VALSCHE MUNTERSWERKPLAATS. In een gevangenis! Uit Warschau wordt gemeld, dat in het huis van bewaring te Zloczow in Galicië een opzienbarende ontdekking is gedaan. Toeval lig werd geconstateerd, dat binnen de muren van dit huis door de bewakers van valsche munterswerkplaats en een geheime distil leerderij werd gedreven. De werkzaamheden werden door gedetineerden verricht. Het on derzoek heeft aan het licht gebracht, dat sommige gevangenen „nachtpermissie" kre gen met het doel inbraken en diefstallen te plegen. De buit werd onder controle der opdrachtgevers, de gevangenisbewakers, ver deeld. Naar uit Cuba wordt gemeld, is de toe stand op Havanna verscherpt. De steeds toe nemende anti-Amerikaansche propaganda de Liga tegen het imperialisme heeft gisteren in het centrale park te Havanna een massa vergadering gehouden, welke gericht was te gen het Amerikaansche imperialisme en de aanwezigheid van de Amerikaansche oor logsschepen. Roepen zooals: weg met het Yankee-imperialisme, werden gehoord. Later vond ook een groote communistische massa- vergadering plaats tegen het Amerikaansche imperialisme en tegen de nieuwe Cubaansche regeering, waarbij geëischt werd, dat de roo- de vlag op het parlementsgebouw zou wor den geheschen. DE LAATSTE REIS. Van den Koning van Irak. De kruiser „Despatch" heeft opdracht ge kregen van de Engelsche admiraliteit, zich naar Brindisi te begeven en daar het stoffe lijk overschot van wijlen koning Feisel van Irak aan boord te nemen. Het stoffelijk over schot zal naar Jaffa worden gebracht. Van daar zal het door een Encelsch eskader bom bardementsvliegtuigen naar Bagdad worden overgebracht, waar het stoffelijk overschot omstreeks Vrijdag zal aankomen. HERFSTMANOEUVRES. Van de Dnitsche rijksmarine. Naar het marinestation aan de Oostzee mededeelt, zijn, evenals bij het landsleger de herfstmanoeuvres der rijksmarine zeer be perkt. De manoeuvres worden gesloten met het binnenloopen van de vloot in de haven van Kiel. LERROUX KABINETSFORMATEUR. Nadat de president van Spanje den gehee- len Zaterdag zijn beraadslagingen met de partijleiders en andere republikeinsche per soonlijkheden had voortgezet, heeft hij te 21 uur den leider der radicalen, Lërroux, belast met de vorming van een nieuwe regeering. Lerroux heeft de opdracht aanvaard en zal, naar verluidt, in overleg treden met niet aan oartijen gebonden mannen om een nationaal- republikeinsch kabinet tot stand te brengen. DE HONGERSNOOD IN RUSLAND. Protestantsche oproep tot steun. De Europeesche Centrale voor kerkelijke hulpacties, die te Kopenhagen een inter nationale conferentie houdt, vaardigt een op roep uit aan de Christenheid der wereld, waarin onder andere wordt gezegd „In Rusland heerscht hongersnood. Hij treft ook de Christenen in Rusland zwaar. Wij zijn niet in staat, hun sterven werkeloos aan te zien en roepen daarom de Evangeli sche kerken der wereld met klem tot hulp op. De Europeesche Centrale, in welker inter nationale comité de kerken van Europa en Amerika, alsmede de afzonderlijke kerken officieel vertegenwoordigd zijn, heeft reeds sedert 1929 Evangelische en Orthodoxen Christenen in Rusland hulp gebracht en ein de 1932 reeds een hulpconferentie van Evan gelische en Orthodoxe kerken en steunvereeni- gingen bijeengeroepen. Wij hebben betrouw bare documenten, die bewijzen dat onze zen dingen de noodlijdenden bereikten. De Eucu- menische Hulpcommissie voor Rusland roept de Evangelische en Orthodoxe kerken drin gend op tot het verkenen van steun. Wij noodigen hen uit, in hun landen onverwijld inzamelingen te doen houden. Wij vragen U terwille van de Christelijke solidariteit, er barming te hebben met de hongerlijdenden in Rusland en hen den troost te verschaffen, dat Christenen elkaar helpen. Bij de aankomst in het stadion werden aan de koninklijke gasten bloemen aangeboden, en wel door mejuffrouw A. Lotgering aan de koningin, door mej. W. Schouten aan de prinses en door mevrouw JoostenLuijck aan de koningin-moeder. De hooge gasten ontvingen voorts ieder een insigne in goud, ter herinnering aan de viering van het 35-jarig regeeringsjubileum. De koningin ontving de penning uit de han den van mej. L. W. C. E. van Hoogenhuyze, de prinses van mej. E. van Poelwijck, de ko ningin-moeder van mej. Lotgering, en de prins van mej. Rood. Geweldige geestdrift tot het einde. Wellicht nimmer heeft Amsterdam na het kroningsjaar 1898, en mèt Amsterdam ge heel Nederland, op zulk een geestdriftige wijze uitting gegeven aan zijn verknochtheid aan het Huis van Oranje in het algemeen en aan het Hoofd van den Staat in het bijzonder, als Zaterdag in de uren, liggende tusschen twee uur 's middags en half tien 's avonds geschied is. De lichten in het Stadion waren reeds ont stoken en ook de Marathontoren was in een lichtzuil herschapen, toen nog steeds duizen den en nog eens duizenden defileerden langs de Koninklijke Loge. Tooneelen van on beschrijflijk enthousiasme, die in hun spon taniteit als een plotselinge geweldige uit barsting zonder eenige terughouding openbaarden wat er leeft aan toewijding en aanhankelijkheid in de harten van het over- groote deel van het Nederlandsche volk ten aanzien van ons Vorstenhuis, hebben zich, telkenmale opnieuw, afgespeeld binnen de muren van het Olympisch bolwerk en, toen de avond reeds enkele uren oud was, bij den terugkeer van het koninklijk gezin naar het paleis op den Dam. Tienduizenden, die uren en nog eens uren gewacht hadden, zonder morren of klagen, hebben langs de wegen, welke door den stoet gevolgd werden; hun gejuich tot in verren omtrek doen klinken; het enthousiasme van de duizenden, die op den Dam stonden, kende schier geen gren zen, toen de prachtige caleche, waarin de koningin met gemaal en dochter gezeten was, voor het paleis stilhield. Wuivend en buigend naar alle kanten betraden de vorstelijke per sonen, terwijl de mariniers de eerbewijzen brachten en nadat zij het spontaan aange heven „Wilhelmus" aangehoord hadden, het paleis, om zich niet meer te vertoonen; ook al klonk buiten het „Wilhelmus" opnieuw en daarna nogmaals. Maar niemand zal het de landvrouwe, voor wie deze middag, ook al zal hij onvergetelijk voor Haar blijven, wel buitengewoon zwaar is geweest, euvel geduid hebben, dat hetgeen zij zoo vurig wenschten, niet in vervulling is gegaan. In de stad heerschte nog tot laat in den avond een gezellige drukte; talloos velen, die uit ver afgelegen plaatsen naar Amsterdam waren gekomen, hier en daar den nacht doorgebracht. Vertrek naar de Ruige Hoek. Te ongeveer kwart voor elf Zaterdagavond zijn de koningin en de prinses zonder cere monieel per auto van het koninklijk paleis naar de „Ruige Hoek" vertrokken. De men- schenmenigte, die Haar op den Dam zulks een overweldigende ovatie gebracht had, was blijven wachten om koningin en prinses voor de laatste maal hartelijk toe te juichen. De koning-moeder was reeds per auto van het Stadion naar Soestdijk vertrokken; de prins bleef in de hoofdstad om deel te nemen aan het diner, dat het huldigingscomité gaf in het hotel de 1'Europe. De drukte. Hoe groot de drukte wel geweest is tijdens de nationale huldigingsfeesten blijkt wel uit het feit, dat 15 personen door de drukte zijn flauwgevallen en door den GGD moesten worden behandeld. Galadiner in hotel de 1'Europe. Het uitvoerend comité van het nationaal huldigingsdefilé heeft Zaterdag een aantal gasten vereenigd aan een galadiner in hotel de 1'Europe. Onder deze gasten bevonden zich prins Hendrik, jhr. mr. dr. A. Röell, commissaris van de koningin in Noordhol land en burgemeester dr. W. de Vlugt. Aan het begin van den maaltijd stelde ds. A. G. H. van Hoogenhuyze als tafelpresident een dronk in op de koningin, waarna staande het „Wilhelmus" werd gezongen. In den loop van den maaltijd hield dr. van Hoogenhuyze een rede, waarin hij zijn dankbaarheid uit sprak voor het welslagen van dezen dag. Hij ging de voorgeschiedenis na van dezen dag, waarbij zich de moeilijkheden opstapelden die overwonnen werden dank zij een zestal jon gemannen, die het comité vormden. Het is ge-, weest een stijgende Oranje-liefde, het na tionaal besef is weder wakker geworden. Spr. betoogde, dat in de jeugd de toekomst ligt van ons volk. Het heeft het volk goed gedaan, zijn koningin in het midden te zien, het heeft de koningin goed gedaan, door Haar volk te worden gehuldigd. Amsterdam had wat goed te maken. Er wordt gesproken van een Roo- den Dinsdag op 19 Sept. Laat 19 Sept. wor den een Oranjedag. Deze dag heeft opnieuw! getuigenis afgelegd van de verknochtheid! van Nederland aan het huis van oranje. Ten slotte stelde spr. een dronk in op den eeuwen ouden band tusschen Nederland en oranje. Daarna namen nog eenige andere sprekers het woord: de commissaris, de burgemeester van Amsterdam en generaal Snijders. Rede van H. M. de Koningin op gramofoonplaten opgenomen. De firma L. van Wouw te Amsterdam heeft de rede, welke de koningin in het stadion heeft uitgesproken, op speciale, onverganke lijke gramofoonplaten opgenomen. De pla ten zijn aan de koningin toegezonden. De koningin-moeder bleef tot het laatst. Men verzoekt ons de aandacht op te vesti gen, dat de koningin-moeder niet, zooals in verschillende bladen is gemeld, Zaterdag in den namiddag tijdens het huldigings-defilé in het stadion naar Soestdijk is teruggekeerd, doch evenals de koningin tot het laatste toe bij dat défilé is gebleven en eerst des avonds omstreeks 9 uur naar Soestdijk is terugge keerd. De bloemenschat naar het Loo, den Haag en den Ruigenhoek. Na het vertrek van de koningin per auto van het paleis op den Dam naar den Ruigen hoek, worden vanavond alle bloemen en plan ten, welke H.M. tijdens haar bezoek ten ge schenke heeft ontvangen; door den chef- bloemist gesorteerd. De planten zullen wor den verdeeld over de tuinen van het Loo en het paleis in Den Haag en alle uitgezochte bloemen gaan naar den Ruigenhoek; ook het prachtige bloemstuk, dat in de koninklijke loge van het Olympisch stadion stond opge steld. Bij haar vertrek uit het Stadion, na afloop van het huldigingsdéfilé heeft de koningin aan ds. A. G. H. van Hoogenhuyze verzocht haar zeer bijzonderen dank over te brengen aan het Nederlandsche volk voor deze in drukwekkende onvergetelijke hulde. De heer W. H. Vliegen te Den Haag i9 Zaterdag ter gelegenheid van zijn 50-jarig lidmaatschap van de sociaal-democratische beweging op hartelijke en spontane wijze gehuldigd. In het volksgebouw aan de Prinsegracht werd een drukbezochte receptie gehouden. Op het podium prijkten tallooze bloemstukken den jubilaris uit alle deelen des lands toe gezonden en aan een lange tafel terzijde in de zaal zetelde de familie Vliegen met haar jubileerenden echtgenoot, vader en groot vader. De heer J. Oudegeest, voorzitter van de S.D.A.P. srak namens het partijbestuur en bood een fraai schrijfbureau als huldeblijk aan. Nadat de secretaris der partij, de heer Woudenberg, voorlezing had gedaan van de voornaamste ingekomen telegrafische en schriftelijke gelukwenschen uit binnen en buitenland, spraken achtereenvolgens ir. J. W. Albarda, namens de beide kamerfracties, Kupers namens het N.V.V., Pieters uit Maas. tricht, J. E. Stokvis namens de Haagscha federatie (die een bureaulamp offreerde). De Miranda uit naam van de Amsterdam- sche federatie, W. Drees voor de Haagsche raadsfederatie, Van der Veen namens de Arbeiderspers, Buurman voor den Bond van Overheidspersoneel, Paris uit Maastricht namens oude Limburgsche vrienden en vol gelingen onder aanbieding van een fraai ge- ëllustreerd en speciaal voor den jubilaris samengesteld herinneringsalbum betreffende c -J°n2 uit Den Haag dr. r. M. Wibaut die herinnerde aan den tijd nu bijna 50 jaren geleden dat Vliegen en hif vrienden werden, en aan hun samenwerking in gemeenteraad en partij-bestuur met den hartgrondigen wensch dat de heer Vliegen nog lang de krécht moge bezitten om te blijven werken voor de socialistische bewe- Jan de Roode, die 36 jaren geleden negens eerste leerling in de journalistiek werd en die hem een van onze beste journa listen noemde; v. d. Wal een boekwerk aan biedend namens de typografen; en nog en kele andere partijgenooten. De heer Vliegen dankte in hartelijke woorden, herdacht gevallen kameraden, zei- de bezig te zijn aan het schrijven van herin neringen uit zijn typografischen tijd, zegde den heer de Miranda een spreekavond voor de Amsterdamsche federatie toe en gaf uiting aan zijn overtuiging, dat ondanks perioden van tegenslag het socialisme eens zal zege vieren over de menschheid. Ik verlang al- dus eindigde de jubilaris niets liever dan nog een langen tijd voor de sociaal-democra tie te mogen blijven werken en strijden. De zaal zong hem daarna de Interna-1 uonale toe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 9