VERHOCGING TABAKSACCIJNS
Ingediend is het wetsontwerp tot verhoo-
van den accijns 01 tabak,
pe arr ns van sigaren, welke 10 pet. van
^n V|ernt"""'°'«oriiQ bfdr3arrt. ;s negert de
jnxverkip^tred'"^ v3n de tabakswet niet
yorhnenrd. terwijl de acci'ns van rook- en
p'uim'abak "n snuif bij de wet van 20
pece-rber 1924 is verh^d van het oor-
sortwi'-'p'Hke rercen^atre van 10 tot 15. De
a-ciins van s'or3rettpn. we'ke oorspronkelijk
15 net van den k'":nbandelsr»riis uitmaakte,
is bü 1aatstTenr*mde w>t "erhoood tot 25
p:t Bovend:tn is e=rst Mi de wet van 15
Mei 1931 nn d^n s'^arettenoeown# tot
1 lanuari 19°4 eene he"ing van 30 opeen
ten geleed, welke oncenten later verhoogd
zón tot 50.
Ingevolge een door de commissie van des
kundigen voor den tabaksaccijns geuiter,
wensch. zijn de 50 opcenten oo den sigaret-
tenaccijns, waarvan de bestendiging anders
fcjj afzonderliik wetsontwerp zou zijn voorge
steld. verwerkt in het percentage van den
kleinhandelsprijs, dat in het vervolg als
accijns van sigaretten zal worden geheven
Desgelijks is gehandeld met betrekking tot
de omzetbelasting, die, wanneer het aesbe
treffende wetsontwerp tot wet zal worden
verheven, van tabaksfabrikaten verschuldigd
zal zijn. Het ligt daarbij in het voornemen
van den minister, Jnd:en dit laatste het ge
val zal zijn, te bevorderen dat artikel 38 van
de omzetbelastino'wet zal komen te verval
len en onderdeel 1 van de bij artikel 17 van
genoemde wet behoorende tabel B zal wor
den aangevuld met de goederensoorten:
sigaren, sigaretten, rook- en pruimtabak en
snuif.
De accijns, .die oorspronkelijk voor sigaren
en rook en pruimtabak en snuif zou worden
verhoogd tot 20 pet van den kleinhandels
prijs en voor sigaretten zou blijven bepaald
op 25 pet van den kleinhandelsprijs, is dien
overeenkomstig verhoogd voor sigaren en ge
korven tabak tct 22 M pet. en voor sigaretten
tot 37^2 pet. van den kleinhandelsprijs.
De verhoogde accijns over een vol jaar be
rekend zou eene hoogere opbrengst kunnen
leveren voor: sigaren van rond 10000.000
rooktabak, enz. van rond 2.000.000; siga
retten van rond f 2 000.000; te zamen
f 14.000.000
Er echter rekening mede houdende, dat de
verhoogde accijns niet dadelijk bij het in
werking treden van de wet zal drukken op de
tabaksfabrikaten, die bereids in het vrije ver
keer zijn gebracht, en dat de als gevolg van
de tijdsomstandigheden bestaande neiging
om rookartikelen van lageren prijs te gaan
rooken, zich door de voorgestelde verhoo
ging zal voortzetten, meent de minister, dat
voor 1934 uit de verhooging eene bate van
niet meer dan 10.000.000 zal mogen wor
den verwacht.
Voor wat betreft de heffing van den ver
hoogden accijns op sigaren, die op 1 Januari
1934 voorhanden zijn bij winkeliers en gros
siers, is het systeem gevolgd, dat bij de ver
hooging van den accijns op sigaretten en
rooktabak, enz. in 1925 en bij de opcenten-
heffingen op den sigarettenaccijns van 1931
en 1932 is toegepast en dat hierin bestaat,
dat den winkeliers is toegestaan gedurende
3 maanden na het in werking treden van de
wet te verkoopen, zonder dat in dat tijdvak
de verhoogde accijns zal moeten worden be
taald. Eerst van de op 1 April nog bij debt-
tanten in het vrije verkepr voorhanden siga
ren zal dan de verhoogde accijns verschul
digd zijn. De winkeliers zullen dus een zeke
ren tijd hebben om hunne voorraden van de
hand te doen.
Met betrekking tot rook-, pruimtabak en
snuif en sigaretten is van navordering afge
zien. De practijk heeft geleerd, dat gekorven
tabak niet bij groote hoeveelheden door
debitanten tegelijk wordt ingeslagen.
Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat de
commissie van deskundigen voor den tabaks
accijns de aandacht van den minister heeft
gevestigd op een tweetal ounten
Het eerste punt betreft het verbod van ver
koop van tabaksfabrikaten beneden den ban-
derolleprijs; het tweede beperking van de af
gifte van bedrijfsvergunningen voor den
kleinverkoop van tabaksfabrikaten tot hen:
die blijkens de inrichting van hunne verkoop-
gelegenheid als winkeliers moeten worden
aangemerkt.
Omtrent beide punten heeft de minister
zich in verbinding gesteld met 7"i ambtge
noot van economische zaken, met verzoek
hem ter zake van advies te dienen.
TARIEF INKOMSTENBELASTING.
Ingediend is een wetsontwerp tot techni
sche herziening van het tarief der inkomsten
belasting.
Onder het vigeerend tarief wordt bij een
inkomen van 1100 een bedrag van 4.60
geheven en bij een inkomen van 1150 een
bedrag van 5.40; dit verschil van 0 80
stijgt tot een bedrag van 1.60 bij inkomens
van 1200 (geheven wordt daar f 7), ter
wijl het daarentegen weder daalt tot een ver
schil van 1 bij inkomens van 1250 He'
onderhavige wetsvoorstel streeft er naar de/e
ongelijkheid weg te nemen, door de belasting^
bedragen voor de inkomens beneden 1600
meer geleidelijk te doen opklimmen.
Daarnaast wordt voorgesteld het hef-
fingsnercentage voor inkomens boven
f 70.000 iets te verhoogen Voor inkomens
boven 70.000 tot en met 85 000 en voor
inkomens boven 85.000 zal de toeneming
van het inkomen worden belast met respec
tievelijk 13.50 en 15 in plaats van
13 30 en f 13 50, voor elk geheel bedrag
van 100 Het resultaat van een en ander
231 ziin, dat de inkomstenbelasting voor het
dienstjaar 1934/35 in hoofdsom naar schat
ting 1.900.000 meer zal bedragen dan bij
behoud van het bestaande tarief het geval
zal zijn. Van dit bedrag komt 2/3 of
f 1 266.000 ten bate van de Rijksbegrooting
voor het dienstjaar 1934.
OPCENTEN GEMEENTEFONDS
BELASTING EN VERMOGENS
BELASTING.
Ingediend is een wetsontwerp tot heffing
an opcenten op de gemeentefondsbelasting
59 de vermogensbelasting over het belas
"hgjaar 1934/35.
De toestand van 's rijks financiën vordert
a' de heffing van opcenten op de gemeente-
ondsbelasting en de vermogensbelasting,
zooals die bij de wet van 1 Maart 1933 voor
hef belastingjaar 1933/34 is geregeld, in af
wachting van nadere voorziening, voor één
jaar wordt verlengd.
De opbrengst van de voorgestelde heffing
over 1934/35 wordt geraamd voor de opcen
ten op de gemeentefondsbelasting op
t 21.000.000 en voor de opcenten op ae ver
mogensbelasting od 3.390 000. Van het
totaal ad 24 390000 zal 2/3 of
116.260.000 ten goede komen aan de rijks
begrooting voor het dienstjaar 1934.
POSTBEGROOTING VOOR 1934.
Aan de Memorie v«n Toelichting wordt
het volgende ontleend:
Indien door de proefnemingen, welke met
postzegelautomaten van nieuwere construc
tie. ook van Nederlandsch fabrikaat, gehou
den zullen worden, tegen niet te hoogen prijs
de beschikking wordt gekregen over be
trouwbare, mede voor het gebruik buitens
huis geschikte automaten, ligt het in de be
doeling om in de grootere steden ten ge
rieve van het publiek aan de buitenzijde der
kantoren en op verschillende punten in de
stad automaten te plaatsen. Voor de aan
schaffing van deze automaten is een bedrag
van 100.000 uitgetrokken.
Nevens andere middelen, welke de telefoon
voor het publiek aantrekkelijk kunnen maken,
als boodschappendienst en reisgesprekken,
ligt het in de bedoeling ook in 1934 oo iet
wat ruime schaal uitbreiding te geven aan
het plaatsen van spreekcellen in de rijks-
netten, op openbare wegen en punten waar
zulks geacht kan worden in een N>hoeft.' te
voorzien. Blijkens de reeds opgedane erva
ring vindt dit streven waardeering en ligt
hierin een stimulans voor toenemend ge
bruik en populariseering van hef tektonisch
verkeersmiddel.
Voor uitbreiding en vernieuw:ng der cen
trale telefonie-inrichtingen (interlocaal en in
ternationaal) wordt f 1.529.000 geraamd,
waarbij voor Alkmaar 88.000.
Gerekend wordt op den aanleg van eenige
telefonie-kabels en verschillende districts
kabels.
Voor uitbreiding en vernieuwing van de
centrak locale telefonie-inrichtingen wordt
gerekend op f 978 000.
De uitbreiding van de capaciteit van be
staande locale telefonie-kabelnetten of het
vervangen van luchtlijnen door kabels ter ver
betering van den bestaand en toestand zullen
een bedrag van f 1.500.000 vorderen.
BEZUINIGING OP DE
RECHTSBEDEELING.
Bezetting van een paar rechtbanken
verminderd; ook van opheffing weer
sprake.
Aan den toelichtenden staat, behoorende
bij de justitie-begrooting. is ontleend, dat de
bezetting van de arr.-rechtbanken te
Dordrecht, Middelburg en Assen is vermin
derd met 1 rechter en die van de arr.-recht
banken te Roermond en te Winschoten met
1 substituut-officier van justitie.
Bovendien is voor verdere vermindering van
het personeel der rechtbanken een bedrag
van f 25 000 en voor opheffing van recht-
banken een bedrag van 48.000 afgetrok
ken.
NU OOK EEN ZESDE WETHOUDER
GEKOZEN IN AMSTERDAM.
De gemeente van Amsterdam kwam gister
avond bijeen ter benoeming van een zesden
wethouder. Benoemd werd bij tweede vrije
stemming dr I. H J. Vos (Vrijheidsbond),
die de benoeming aannam.
De burgemeester bracht na deze benoe
ming dank aan de scheidende wethouders.
DE NED. GRAANCENTRALE
DEFINITIEF OPGERICHT.
Gister werd opgericht de Ned. Graancen
trale. De leiding van deze stichting is opge
dragen aan het bestuur der Centrale Tarwe-
Organisatie, zoodat hierdoor alle graanor-
ganisaties onder hetzelfde bestuur vereenigd
zijn
De directeur der tarwe- en ro^geeentrale, de
heer C. C. C. van Stolk, is tot directeur der
Ned. Graancentrale benoemd Door deze
stichting zal onder meer worden geregeld de
steun aan de in Nederland verbouwde granen
voor zoover deze niet vallen onder de tarwe-
wet of de roggesteunwet Het ligt in de be
doeling, zoo weinig mogelijk in te grijpen in
de gewone wijze van verkoop van die granen.
Zij, die tot nu toe hun werk ervan maakten
van de landbouwers graan te kooien of die
voor hun landbouwers als vermalers van
voor eigen verbruik bestemde voergranen
optraden, kunnen door de Centrale als zoo
danig worden erkend. Zii hebben zich daat-
voor zoo spoedig mogelijk, voor zoover zij
niet reeds ziin erkend als handelaar door de
roggecentrale, te wenden tot de graancen
trale, afd. binnenland.
Tegelijkertijd wordt de als oevolg van de rog
gestennwet plaats hebbende erkenning van
roggehandelaren stopgezet en aan al de
genen, die thans als zoodanig zijn erkend,
zal een aanvraagformulier vanwege de
graancentrale worden toegezonden. Zij zal
met haar arbeid aanvangen, zoodra een vol
doend aantal handelaren en verwerkers,
molenaars, coöp. maalbedriiven. mengers,
enz. zijn erkend. Vermoedelijk zal dit eind
dezer of begin der volgende maand kunnen
geschieden, ind'en de hande'aren of verwer
kers zich onmiddellijk voorzien van een aan
vraagformulier en dit per ommegaande in
vullen en geteekend weer terugzenden. Alle
formulieren, welke vóór 30 September a s
binnenkomen worden onmiddellijk in behan
deling genomen. Formulieren, d'e na dien
datum binnenkomen of onjuist zijn ingevuld,
worden terzijde gelegd en eerst later behan
deld.
Aan de handelaren en molenaars zal voor
de aanbieding van in het binnenland ver
bouwd graan een zekere denaturatievergoe-
ding worden gegeven. Het bedrag van deze
vergoeding zal alsnog worden bekend ge
maakt.
Voorloopig geldt deze bepaling alleen voor
rogge. Met het oog op overgangsomstandig
heden moet de regeling voor gerst nog eeni-
gen tijd worden uitgesteld Omtrent gerst
zullen bepaalde overgangsmaatregelen bm-
nennenkort worden bekend gemaakt.
De regelingen in verband met de tarwewet
blijven ongewijzigd. Ten aanzien van haver
wordt vooralsnog geen nadere regeling ge
troffen.
STEUN AAN NOODLIJDENDE
GEMEENTEN.
Het wetsvoorstel tot regeling van bijzon
deren steun aan noodlijdende gemeenten be
paalt onder meer:
Indien een gemeente niet in staat is in de
kosten harer huishouding te voorzien, kan
aan die gemeente tijdelijk een renteloos voor
schot of wel een bijdrage uit 's Rijks kas
worden toegekend. De aanvraag daartoe
wordt door den gemeenteraad bij Ons inge
diend.
Het bedrag wordt telkens na overleg met
Ged Staten voor ten hoogste één jaar be
paald.
In bijzondere gevallen kan aan een ge
meente, die ernstige bezwaren ondervindt ln
de financiering harer kasbehoeften, een ren
tedragend voorschot worden verleend, of wel
een garantie wegens door anderen te verlee-
nen voorschotten.
Een voorschot of een garantie, als bedoeld
in het eerste lid, worden slechts verleend on
der zoodanige voorwaarden, als door Onze
met de uitvoering van de wet belaste Minis
ters, het betrokken Gemeentebestuur en het
College van Ged Staten gehoord, worden
vastgesteld.
Indien de begrooting eener gemeente naar
het oordeel van Onze met de uitvoering van
deze wet belaste ministers gegronde aanlei
ding geeft tot de verwachting, dat ondanks
de uitkeeringen uit het gemeentefonds, waar
op de gemeente aanspraak heeft, het even
wicht tusschen inkomsten en uitgaven niet zal
zijn te handhaven, kunnen Onze voornoemde
ministers, het betrokken college van Ged.
Staten gehoord, aan de evengenoemde uitkee
ringen zoodanige voorwaarden verbinden als
door hen voor het herstellen of behouden van
dit evenwicht worden noodig geacht.
Indien de schuldenlast eener gemeente na
aftrek van de schulden der rendabele ge
meentebedrijven doch met inbegrip van de
leeningen, waarvan de gemeente de betaling
van rente en/of aflossing heeft gegarandeerd,
zich volgens regelen, bij algemeenen maatre
gel van bestuur te stellen, te ongunstig ver
houdt tot de draagkracht dezer gemeente,
zal aan de uitkeering, bedoeld in artikel 3,
onder b, der wet van 15 Juli 1929 de voor
waarde kunnen worden verbonden, dat in die
gemeente gedurende een daarbij te bepalen,
en zoo noodig later te verlengen aantal Ja
ren, de uit leeningsgelden te dekken gemeen
teuitgaven niet mogen overschrijden een voor
elk geval afzonderlijk te bepalen percentage
van het bedrag, dat op den gewonen dienst
der gemeentebegrooting voor aflossing van
schuld is uitgetrokken.
CONTINGENTEERING.
Porcelein, aardewerk en tegels.
Ingediend is een wetsontwerp tot regeling
van den invoer van porcelein, fijn en sani
tair aardewerk en muur- en wandtegels. De
contingenteering hiervan blijft dezelfde als
de thans reeds geldende, die was afgeloopen
op 31 Juli jl., maar daarna verlengd.
KRIJGT COMMUNISTISCH BLAD
CREDIET BIJ P.T.T. EN SPOOR
WEGEN?
Mr. dr. W. M. Westerman, lid van de
Tweede Kamer, heeft den ministers van bin-
nenlandsche zaken en van waterstaat ge
vraagd:
Bevat het gerucht waarheid, dat de N.V.
..Atalanta", welke het dagblad „De Tribune"
drukt, zoowel aan de administratie der Pos
terijen als aan die der Ned. Spoorwegen, in
verband met door deze lichamen verrichte
diensten, niet onbelangrijke sommen ver
schuldigd is en dat beide bedrijven in weerwil
van het feit, dat de N.V. „Atalanta" niet bij
machte is het verschuldigde aan te zuiveren,
voortgaan zich met het dagelijksche vervoer
van duizenden exemplaren van „De Tribune"
te belasten?
Is de regeering indien het hiervoor me
degedeelde juist is niet van meening, dat
het niet op den weg van een overheidsbedrijf
als de Posterijen en van een zoo nauw met
den Staat verbonden bedrijf als de N°d
Spoorwegen ligt om aan een vennootschap,
die „De Tribune" drukt bij voorduring cre-
dietfaciliteiten te verleenen en op deze wijze
actief er toe mede te werken, dat het staats
gezag ondermijnd wordt?
Zou de regeering derhalve maatregelen
willen overwegen om aan dezen merkwaard!-
gen toestand een einde te maken?
HET UNIFORMVERBOD.
De eerste overtreder geverbaliseerd.
De politie te Deventer heeft proces-ver
baal opgemaakt tegen een persoon, die zich
in de zwarte uniform der nationaal-socialis-
tische beweging op straat bevond.
INTERNATIONAAL RECLAMECONGRES.
Nederlandsche delegatie bij den
Paus en bij Mussolini.
Uit een particuliere telegrafische mededee-
ling uit Rome blijkt, dat ter gelegenheid van
het Internationale Reciame-congres, dat van
17 tot 21 September aldaar gehouden wordt,
de Nederlandsche delegatie, bestaande uit
leden van het Genootschap voor Reclame.
j.1. Maandag in haar geheel door den paus
ontvangen is. De paus onderhield zich gedu
rende een uur met de leden der delegatie.
Dinsdag werden de leiders der delegatie
door Mussolini ontvangen. Ook deze confe
rentie had een aangenaam verloop.
DE GEMEENTE UTRECHT IN EEN
IMPASSE.
Uitkeering bijzondere scholen té
vroeg vastgesteld.
De afdeeling voor de geschillen van be
stuur van den Raad van State behandelde o.m.
een beroep van de gemeente Utrecht tegen
besluiten van Ged. Staten van Utrecht, waar
bij niet goedgekeurd zijn formeele besluiten
van den gemeenteraad van Utrecht, waaraan
ten grondslag ligt een besluit van dienzelf
den raad, waarbij een voorloopig voorschot
is verleend aan de bijzondere scholen uit
hoofde van kosten tot instandhouding dier
scholen.
De weigering van Ged. Staten was ge-
grond op de overweging, dat de gemeente
raad nog niet bevoegd was, het bedrag dier
vergoeding vast te stellen omdat op dat
oogenbiik de gemeenterekening nog niet
was gesloten.
Namens de gemeente pleitte dr. N. R.
Luiken, referendaris ter griffie aldaar, die
betoogde, dat de hier door Utrecht toege
paste methode reeds gedurende 10 jaren
wordt toegepast. Nog nimmer is de rijks
inspectie, die daartoe bevoegd is, in beroep
gegaan Ged. Staten hebben dan ook nim
mer dergelijke besluiten vernietigd. Door
onthouding dezer goedkeuring thans is de
gemeente in een impasse geraakt, doordat
de materieele besluiten onherroepelijk zijn
geworden. Zij kan dus over de gelden niet
beschikken. Pleiter verzocht, de Kroon te
adviseeren: öf het besluit van Ged Staten te
vernietigen, öf met handhaving van het be
sluit van Ged. Staten ook de materieele be
sluiten van den raad te vernietigen opdat
en nieuw besluit kan worden genomen.
De Kroon beslist later.
NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN
DUITSCHLAND
Op de vragen van den heer Sneevliet, lid
der Tweede Kamer, betreffende het doen van
stappen bij de Duitsche regeering tot be
ëindiging van den op Nederlandsche arbei
ders werkzaam in eenige Duitsche grens
plaatsen uitgeoefenden drang tot aan
sluiting bij nationaai-socialistische organi
saties, heeft de minister van buitenlandsche
zaken geantwoord:
De aandacht der regeering was reeds ge-
veotigd op den op Nederlandsche arbeiders
in Duitschland uitgeoefenden druk om zich
aan te sluiten bij Duitsche nationaai-socialis
tische organisaties (de N S B O.) Zij heeft
stappen gedaan bij de Duitsche regeering ter
voorkoming, dat Nederla. der» negers wei
gering van toetreding tot de N.SB.O. wor
den ontslagen.
OOGSTWERKZAAMHEDEN BIJ DE
RIJKSWERKINRICHTING
TE VEENHUIZEN.
Op de vragen van den heer van der Heide,
lid der Tweede Kamer, in verband met het
verrichten van de werkzaamheden, verbon
den aan het oogsten van het op de landerijen
en boerderijen van de rijkswerkinrichting te
Veenhuizen verbouwde koren door ver
pleegden dier inrichting, heeft de minister
van justitie geantwoord:
Ondergeteekende acht het inderdaad juist,
dat de landbouwwerkzaamheden, waaronder
dus ook begrepen zijn die verbonden aan het
oogsten van koren, verbouwd op de lande
rijen en boerderijen van de rijkswerkinrich
tingen Veenhuizen, zooveel mogelijk verricht
worden door de gedetineerden zelf. Naast
tijden van gedwongen slapte en minder werk
in den landbouw komt he4 ook wel eens
voor, dat overwerk moet worden verricht,
bij voorbeeld ingeval de weersomstandig
heden het droog binnenhalen van het koren
in gevaar brengen. Er bestaat geen vol
doende aanleiding hiervoor personen bu-tcn
het gesticht te werk te stellen, te minder om
dat dit tot ongewenscht contact van de ver
pleegden met derden kan leiden
De wenschelijkheid om terug te keeren tot
de reeds vanaf 1928 verlaten practijk om voor
die werkzaamheden arbeiders uit de omlig
gende gemeenten aan te nemen, moet ontkend
worden.
De arbeid toch in de rijkswerkinrichtingen,
zoowel in het algemeen als bijzonderlijk bij
den landbouw, moet voor de gedetineerden
beschouwd worden als een der grondslagen
der strafrechtelijke behandeling en beoogt
mede hen geschikt te maken om bij terugkeer
in de maatschappij geordenden arbeid te ver
richten Reeds uit dat oogpunt bezien, behoo-
ren alle werkzaamheden, aan den landbouw
verbonden, zoolang er voldoend geschikte
verpleegden aanwezig zijn, door dezen zelf
verricht te worden, waarbij hun werklust niet
alleen wordt aangewakkerd door een kleinen
toeslag op loon en voeding, maar ook door
de opvoedende gedachte dat zij zelf den
oogst binnenhalen, dien zij op den akker uit
gezaaid hebben.
DRANG OP NEDERLANDERS IN
DUITSCHLAND.
De regeering heeft stappen gedaan.
De ministers van Binnenlandsche Zaken
deelt in antwoord op schriftelijke vragen van
den heer H. Sneevliet, lid van de Tweede
Kamer, mede:
De aandacht der regeering was reeds ge
vestigd op den op Nederlandsche arbeiders
in Duitschland geoefenden druk om zich aan
te sluiten bij Duitsche nationaai-socialistische
organisaties (de N.S.B.O.;
Zij heeft stappen gedaan bij de Duitsche
regeering ter voorkoming, dat Nederlanders
wegens weigering van toelating tot de
N.S B.O. worden ontslagen.
DE HERHALINGSLICHTINGEN
NAAR HUIS.
De dienstplichtigen uit de provincie
Noordholland van de lichtingen 1927 en
1929, thans voor herhalingsoefeningen
onder de wapenen bij het 21e regiment
infanterie te Amersfoort, worden op Za
terdag 23 September a s weder in het
genot van groot-verlof gesteld. (De on
derofficieren-administrateur op 27 Sep
tember d.a.v.)
DE NOOD VAN DEN
MIDDENSTAND.
Gistermiddag is in Den Haag vanwege
den Koninklijken Nederlandschen Mid
denstandsbond in den Dierentuin een
nationale demonstratieve vergadering
gehouden. De groote en de kleine zaal
waren gevuld.
De voorzitter van den Middenstands
bond, de heer Ed. Schürmann, heeft de
bijeenkomst in de groote zaal geopend
met een rede, waarin hij verklaarde, dat
men met deze demonstratie tot doel
heeft, de nooden van den middenstands
bond ter kennis te brengen van de re-
geering en de andere autoriteiten, opdat
niet gezegd kan worden: „Wij wisten
niet, dat de toestand zoo was"
De heer J C. Blankert. van Utrecht,
heeft, naar de Telg meldt vervolgens
het woord gevoerd over „Wat ons be
loofd is doch niet verkregen Wat ver
kregen is en niet gevraagd". De midden
stand, aldus sor., heeft grootelijks reden
tot ontevredenheid. Zijn vertrouwen in
opeenvolgende regeeringen, die tot aan
de tegenwoordige regeering aan het
bewind zijn geweest, is geschokt
Wij zijn ontevreden over de werking
van het rijksinkoopbureau, over de per-
soneele belasting, de tabaksbelasting,
de omzetbelasting, enz., enz. Ook over
gemeentebedrijven, die in huurkoop ver
koopen en die een middenstander, die
hard moet werken om aan den kost te
komen, niet op „ijn weg moet vinden.
Spr. somde vervolgens een reeks wen-
schen van den middenstand op, welke
niet worden verwezenlijkt, zooals maat
regelen tegen vliegende winkels, tot
vereenvoudiging van gerechtelijke vor
deringen, enz
De regeering besefte, dat het van haar-
zelve afhangt, of zij den middenstand
zal behouden of verliezen
Vervolgens sprak de heer A. van
Kesterenl van Den Haag, over „moei
lijkheden van den ambachtspatroon".
Spr zeide, dat 't zwaartepunt van de
politiek moet worden verlegd naar het
economisch terrein.
Spr behandelde de vraag, hoe de par
ticuliere bouwondernemers er voor
staan Uit den tijd van den premiebouw,
1920, 1921 en 1922 stammen nog hypo
theken. die velen niet kunnen aflossen.
Anderen zijn in grootere moeilijkheden
gekomen <j°°r de krach in Amerika en
den val van het Engelsche pond
Over de noodzakelijkheid van crediet-
en steunverleening aan den midden
stand sprak de heer M Kropveld. Een
demonstratie van den middenstand,
merkte spr op, is een gebeurtenis in
ons land.
Houden de kleinhandelsprijzen geen
gelijken tred met de daling der groot-
handelsprijzen, dan verwijt men dit aan
den winkelier, maar het is een gevolg
van het feit, dat diens vaste bedrijfskos
ten niet dalen of zelfs stijgen. Thans
verwijt men den winkelier een prijsstij
ging, welke het gevolg is van de regee-
ringsmaatregelen
Met eerbied herinnerde spr. er aan, dat
de koningin tijdens den oorlog belang
stelling heeft doen blijken voor den
kleinen middenstand. Toen zijn voor
schotten verleend aan middenstanders
en voor niet meer dan 12 pet. van het
uitstaande bedrag heeft de staat schade
geleden Juist in den tegenwoofdigen
tijd zorge de regeering, dat geen enkele
groep, die in normalen tijd een draagster
was van orde en gezag, te gronde gaaL
Het gaat bij ons nooit tegen anderen.
Wij erkennen geen klassen en geen klas
senstrijd.
Mr. dr. H. F. A. Völlmar, van 's-Gra-
venhage, besprak als rechtsgeleerd
raadsman van het comité van actie van
de vrije margarinehandelaren de moei
lijkheden der vrije margarinehandela
ren Hij memoreerde 't menggebod en
den margarine-accijns De crisiszuivel-
centrale kreeg te maken met margarine
fabrikanten en -handelaren, maar deze
beide categorieën kregen geen gelijke
zeggenschap. De fabrikanten gingen de
eerste viool spelen in de commissie van
advies en lieten de crisiszuivelcentrale
naar hun pijpen dansen Zeventien mar-
garinefabrikanten hebben een kartel'
gevormd en maken een winst, die een
goudmijn is. De fabrikanten hebben
filiaal winkels en het laat hen onver
schillig, of die winkels winst maken,
omdat zij als fabrikant al genoeg winst
maken Maar de dupe zijn de vrije tus-
schenhandelaren, 6 a 7 duizend in aan-
tai Menschen, die vroeger 40 a 50 gulden
inkomen per week hadden, hebben nu
1* a 13 gulden.
De heer Jos. ten Berg, van Utrecht,
sprak hierna over beteugeling van het
cadeaustelsel, verklarende, dat, als aan
dit vervloekte stelsel geen eind komt,
veie bedrijven te gronde zullen gaan.
Het stelsel neemt den juisten kijk op
prijs en kwaliteit weg. Als koffie 40 cent
waard is, en men brengt ze aan den
man voor 1, poogt men den consument
zoet te houden met een cadeau. Het
stelsel is een nadeel voor het algemeen
belang
Tenslotte betoogde spr. de noodzake
lijkheid van maatregelen tegen gefin
geerde uitverkoopen, die een misleiding
zijn van het publiek en een benadeeling
van het algemeen belang.
Volgende spreker was de heer A. J.
ter. Hope, van Rotterdam, die de komen
de wet, in zake een vergunningstelsel
voor nachtautodiensten besprak De re
geering meent, daarmee de spoorwegen
te helpen, maar zij zal er een schade
door lijden van 50 millioen per jaar,
want onder de nieuwe wet zullen de
particuliere vrachtautodiensten niet
kunnen blijven bestaan.
De heer W. Luberink, van Haarlem,
hield vervolgens een beschouwing naar
aanleiding van „land en volk in crisis".
Men heeft ons gek en dol gemaakt met
leuzen en frazen, maar nu heffen wij
aan als wapenkreet het woord der ko
ningin: „Wij willen onszelf zijn en blij
ven". Spr. betoogde voorts, dat na den
geest van haat en afgunst, die ons klei
ne, goede volk jarenlang vergiftigd
heeft, nu een geest van eenheid over ons
volk is gekomen, die blijven moet
Hierna sprak de heer G D Hoekstra,
van Huizum (Fr.), over „middenstands
toestanden op het platteland", en de
heer R. J Koopmeiners, van Rotterdam,
over „verruiming der wirkelssluitings-
wet voor die bedrijven, welke zulks be
hoeven".
De koningin heeft in de Troonrede ge
zegd, dat wij moeten bevorderen afzet
van de eigen producten binnen de gren-