Alkmaarsche Courant.
In het paleis van den koning
De moeilijkheden van Roosevelt.
Hd JUtclement
üeuiileton
T)xiqeÜiksch OvetzicfU
^Buitenland
Qemeeuteeadm
öoiueni i\(\ en dertigste Jaargang.
VRIJDAG 22 SEPTEMBER
De kunstmatig opgevoerde propa-
ganda-campagne van Roosevelt dreigt
te mislukken.
DE VRIENDSCHAP MET ENGELAND.
ZIJPE.
No. 224
1933
Den Haag, 21 September 1933.
Beide Kamers der Staten-Generaal hebben
gister vergaderd en geen van beide heeit het
lang gemaakt. Van de Eerste Kamer
was dat tot op zekere hoogte een verrassing
De Voorzitter had het aanvangsuur op 11
uur gesteld en dat doet altijd het vermoeden
rijzen, dat er de gansche dag mede gemoeid
zal zijn. waarom zou men anders reeds zoo
vroeg aan den slag gaan? Er stonden trou
wens ook twee punten op de agenda, die wel
licht niet zonder besprekingen van eenigen
omvang konden worden afgehandeld. Maar
het is mede gevallen. Het eerste punt van de
agenda was het Adres van Antwoord op de
Troonrede. Nu was het concept daarvoor wel
niets meer dan een weerklank op het belang
rijke staatsstuk, maar er kon verwacht wor
den, dat er in het bijzonder van sociaal-demo
cratische zijde wel een en ander zou worden
gezegd. Niets daarvan! Alle negen paragra
fen van het Adres van Antwoord gingen on
der diep stilzwijgen onder den hamer des
Voorzitters door en er werd ten slotte niet
eens hoofdelijke stemming gevraagd, zelfs
niet van sociaal-democratische zijae hoewel
men daar tegen het Adres was geweest. Maar
met die verschijnselen voor oogen mag men
toch wel vragen, of het nu geen tijd wordt
om aan dit forma'istische gedoe een einde te
maken. Het had de Kamer twee vergaderin
gen, 's lands schatkist een paar duizend gul
den uitgespaard.
Het tweede punt der agenda was het veel
besproken voorstel van dr. Wibaut (s.d.a.p.)
tot wijziging van het Reglement van Orde.
Men zal zich wellicht herinneren, dat de
Voorzitter in een vergadering van 29 Maart
1.1. weigerde een wijziging van de Kieswet,
rakende de toekenning van de overschotze
t Is, op de agenda te brengen, waardoor die
wijziging niet van toepassing kon zijn bij de
daarop volgende Kamerverkiezing. Hij had
daartoe de bevoegdheid, maar de ontstem
ming over d:ze houding des Voorzitters was
zoo, dat de heer Dr. W i b a u t met een voor
stel tot wijziging van het Reglement van
Orde kwam, in dien zin. dat ook de Kamer
zeggingsmacht zal hebben over wat er aan
de orde zal worden gesteld. De schriftelijke
voorbereiding van de behandeling van dit
voorstel deed vermoeden, dat er nog al debat
zou plaats hebben. Daar is niets van geko
men. Toen de zaak aan de orde kwam ver
klaarde n.1. de Voorzitter, dat hij voor het
voorstel, dat zijn macht zou beknotten, zou
stemmen. Nu, toen was er geen reden meer
om er verder bij stil te staan. Wanneer de-
geen, wiens bevoegdheid men wil inperken
daarmede accoord gaat, waarom dan nog
er over gepraat? De heeren Fock (lib.) en
Van Lanschot (r.-k.) zeiden dan ook,
dat zij niets zouden zeggen, de heer W i-
b a u t bewaarde het zwijgen en zonder
hoofdelijke stemming werd de aanvulling van
het Reglement goedgekeurd. Het was al bo
ter tot den boom dus!
De Kamer is tot de volgende week Dins
dag of Woensdag gescheiden.
Met een korte rede heeft de heer Ruys d°
Beerenbrouck opnieuw het voorzitterschap
van de Tweede Kamer aanvaard. In
hoofdzaak sprak hij enkel over de wijze,
waarop de Kamer haar taak zal vervullen en
hij sprak daarbij de verwachting uit, dat zij
zaakkundige bondigheid aan bondige zake
lijkheid zou weten te oaren.
Hierna werden eenige vaste commissies
benoemd, wat volgens gewoonte de Kamer
aan den Voorzitter overliet. Onder meer wer
den in de commissie voor buitenlandsche aan
gelegenheden aangewezen de heeren De Geer
(c.h.), Vliegen (s.d.a.p.), Bongaerts (r.k.).
Van Dijk (a.r.), Knottenbelt (lib.), en voor
de Rijksuitgaven de heeren Ketelaar (v.d.),
Vliegen (s.d.a.p.), Van Dijk (a.r.), Tilanus
(c.h.), Feber (r.k.), Van Kempen (lib.) en
Teulings (r.k.). Wijders werd besloten wed-r
voor enkele rubrieken van wetgeving vaste
commissiën te beroemen, voor de jongste tie-
lastingontwerpen een commissie van voorbe
reiding in te stellen en evenals vorige jaren
Vrijdagmiddag kwart voor vier aan te wij
zen als oogenblik waarop men aan de regee
ring mondeling een vraag kan stellen. Goed
gekeurd werd, dat de Kamer op 3 October
in de aftWingen zal gaan voor de behancV>
ling van de rijksbegrooting.
Den 12den October zal een openbare ver
gadering worden gehouden tot afdoening
van een aantal conclusies en rapporten,
waarna vele wetsontwerpen zullen worden
afgehandeld, o.a. dat tot wijziging van den
bakkersarbeid, dat betreffende de huis
industrie, het voorstel-De Visser tot wijziging
van de Kieswet en het voorstel-Vos tot wijzi
ging van de Winkelsluitingswet. Het was
nog geen 3 uur, toen de heeren huiswaarts
konden keeren.
Ben liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door F. Marion Crawford.
Naar het Engelsch door W, H. C. B,
33>
Vlug liep hij op haar toe en zij kon niet
achteruit, want zij stond tegen den muur
Maar zij strekte haar armen uit om hem op
een afstand te houden. Het afwijzend gebaar
deed hem stiistaan, juist toen hij haar in zijn
armen wilde nemen.
„Neen, neenriep zij heftig uit. „Je moogt
zulke dingen niet zeggen, zelfs er niet aan
denken! Je bent buiten je zelf en je zoud;
ook mij krankzinnig maken!"
„Maar het zal zoo gemakkelijk gaan je
zult zien
Zij belette hem echter voort te spreken.
..Het mo.et niet makkelijk gaan, niet moge-
hik zijn, 't mag volstrekt niet gebeuren
Denk je dat ik je lief heb en je toch zoo n
daad zou laten verrichten? O, neen! Dat zou
geen liefde zijn, maar haat; dat zou verraad
zijn tegen je zelf en tegen je broeder!
De. felle glans verdween uit zijn oogen.
Met gekruiste armen stond hij stil naar haar
Ie luisteren.
„Jij," riep zij met nog meer klem uit, „jij
de dappere soldaat, de man men den vlekke-
'oozen naam, de incarnatie van het begrip
*r! Jij, die pas in triomf bent teruggekeerd
Toen Roosevelt in Maart het president
schap van de Ver. Staten aanvaardde, wist
hij, dat een moeilijk werk hem te wachten
stond en dat op hem 'n geweldige verantwoor
delijkheid zou rusten. Weinig kon hij ver
moeden, dat bij zich, terwille van zijn volk,
aan zulke gevaarlijke experimenten zou moe
ten blootstellen.
Twee maanden geleden heeft generaal
Johnson, de chef van den grooten staf waar
mee president Roosevelt zijn strategischen
aanval op de crisis leidt, verkondigd: „Over
zestig dagen zullen wij weten of het herstel
program zal slagen dan wel of wij op weg
zijn naar de economische hel".
Die fatale termijn is thans verstreken en
ofschoon de officieele instanties zich optimis
tisch blijven uitlaten over de uitkomsten van
het eerste stadium, zullen maar weinigen
innerlijk overtuigd zijn van het uiteindelijk
succes van de proefneming. Ongetwijfeld is
er een en ander bereikt bij het streven van
hoogerhand om den werktijd te bekorten, de
loonen op te voeren en werkloozen aan' den
slag te helpen. Het is echter de vraag of het
bereikte ..iet te duur wordt gekocht met de
afbraak van den dollar, de verontrustende
onzekerheid waarin het zakenleven van dag
tot dag verkeert en de vrees dat een zoo
kunstmatige verlevendiging van bedrijf en
nering toch niet van duur kan zijn.
In vertrouwelijke gesprekken, ook met over
heidspersonen, merkt men die vrees voort
durend, verzekert Gordon Lennox, de
sjoeciale vertegenwoordiger van de Daily
Telegraph te Washington. Kringen die in
nauw contact met Roosevelt staan, zeiden
hem: „Wij weten niet waar wij heengaan" en
de Engelsche journalist voegt hieraan toe
dat de zin voor het avontuurlijke en de haast
jongensachtige minachting voor den last der
verantwoordelijkheid, welke hem kenmerken,
de groote prikkels zijn die den president be
wegen, het experiment voort te zetten, hoewel
er vele redenen voor staking zouden zijn aan
te voeren. Hij wijst tot staving van deze mee
ning in de eerste plaats op den feilen strijd,
die in tal van bedrijfstakken tusschen kapi
taal en arbeid is ontketend, op den terugslag
na aanvankelijk snellen aanwas in de omzet
ten bij groot- en kleinhandel, die een gevolg
is van de onmacht van het publiek om de
sterk toegenomen productie af te nemen en
zich ook uit in vermindering van de vraag
naar vervoermiddelen.
Om die stagnatie in de kunstmatige opstu
wing van het bedijfsleven te boven te komen,
heeft Johnson thans een propaganda-cam-
pagne onder het motto „Koopt nu!" ingezet.
Zij heeft ten doel de bevolking te suggereeren
dat ieder die niet aanstonds koopt wat hij
voor najaar en winter noodig heeft, zichzelf
te kort doet omdat de prijzen hoogstwaar
schijnlijk zullen gaan stijgen en men dus
duurder terecht moet naarmate men langer
wacht. Het spreekt vanzelf dat deze propa
ganda alleen betrekking heeft op zaken, die
den „blauwen adelaar' mogen voeren.
Hoe het met deze tweede faze van het her
stelprogram zal gaan, ligt nog volkomen in
het duister. Het isx een uiterst belangwekken
de proef, deze reusachtige reclameveldtocht,
door de regeering van een groote mogendheid
ondernomen. De groote vraag is maar of het
publiek inderdaad koopkracht genoeg heeft
om „nu te koopen". Van koopen op crediet of
op afbetaling heeft de Amerikaansche klein
handel door de droevige ervaringen tijdens
de crisis meer dan genoeg gekregen. Geld bij
de visch is sindsdien zijn leuze geworden en
het gaat er dus om of er wel genoeg contan
ten in de zakken van de aspirantkoopers zit
ten.
Voorstanders van inflatie zullen die vraag
niet van beslissende beteekenis vinden. De re
gering kan immers de bankbiljettenpers
aan het werk zetten en zoo geld onder de
menschen bnngen. Een enquête van den de-
mocratischen senator Thomas uit Oklahoma
moet aan het licht hebben gebracht dat er
onder de leden van het Congres een zeer
sterke strooming bestaat voor een dollar
inflatie, doch dat Roosevelt aarzelt zich op
dien hellenden weg te wagen.
Terwijl uit Wallstreet het bericht komt dat
de president, als hij tot inflatie overgaat, de
voorkeur zal geven aan een crediet-inflatie,
die den vorm zou krijgen van een aankoop
door de federale reservebanken van schatkist
biljetten ten bedrage van 3 milliard dollar,
verneemt de correspondent van de Daily Tel.
dien we boven reeds hebben geciteerd, dat
Roosevelt wèl geneigd ware de goudwaarde
van den dollar met 43 f>Ct. te verlagen en
het betaalmiddel dan verder te koppelen aan
den prijsindex, met herziening van maand tot
maand, mits Engeland tot denzelfden
maatregel met het pond sterling zou willen
overgaan. De Engelsche journalist heeft
daarvan wel geen officieele bevestiging kun
nen krijgen, maar „menschen van groot ge
zag" achten het bijna zeker dat Roosevelt een
dergelijk voorstel aan Engeland zal doen bij
de onderhandelingen welke begin October
over de oorlogsschuld beginnen Voor aan
vaarding van dat voorstel zou hij bereid zijn
Engeland een zeer gunstige schikking voor
de oorlogsschuld toe te kennen.
VON NEURATH OVER DE FRANSCHE
EISCHEN.
Recht op veiligheid.
In een interview, dat hij had toegestaan
aan den Berlijnschen correspondent van dï
„New York Times" verklaarde Von Neurath
o.a.:
„De Amerikaansche regeering heeft op de
conferentie steeds aangedrongen op een in
grijpende. vermindering der bewapening. Dat
denkbeeld is door de conferentie in principe
ook eenstemmig aanvaard. Helaas heeft men
nog niet tot overeenstemming kunnen komen
over de vraag, welke wapenen als aanvals
wapenen moeten worden beschouwd.
„Duitschland heeft voorgesteld, de aan
valswapenen te definieeren als in het wajjen
verbod van het verdrag van Versailles. Dat
zou ten gevolge hebben gehad, dat alle mi
litaire vliegtuigen, alle tanks en al het zware
geschut van meer dan 105 mM. zou zijn uit
geschakeld. De conferentie heeft echter het
na 's konings vijanden te hebben bestreden,
jij, tegen wien niemand ter wereld eqn belas
terend of geringschattend woord zelfs heeft
durven fluisteren. O, neen, neen, neen! Voor
geen tien levens als 't mijne mag je je on
dergang tegemoet gaan. Ik zou niet kunnen
dulden dat je je zelf en je vaderland zou ver
raden en je eerewoord niet gestand deed en
dat men je ter wille van mij een verrader zou
noemen. En niet omdat ik je dan misschien
minder zou liefhebben. God helpe mij ik
geloof dat ik altijd van je zou blijven hou
den, welk misdrijf je ook beging, al weet ik
dat 't schande van mij zou zijn Ik ben maar
een vrouw! Maar liever dan dat mijn liefde
je ondergang zou zijn, ja tot verrader zou
stempelen en je ziel ook in het hiernamaals
verloren zou doen gaan zou ik mijn eigen
ziel, mijn eer en alls opofferen! Je zult t
niet doen! Je denkt dat je meer van mij
houdt dan ik van jou, maar dat is niet waar,
want om je te redden, zooals je nu bent, is
mijn liefde zoo groot, dat ik zelfs voorgoed
van je heen wil gaan ter wille van je eer,
je koning, je onsterfeliiken roem, je smette-
looze leven, dat achter je ligt. En dan zal ik
bliiven alleen ter nagedachtenis van mijn lief
de'"
Toen zij deze bezielende woorden had ge-
soroken, keek zij omhoog, als om den hemel
als geuige aan te roepen, dat zij haar belofte
zou houden, en toen zij, onbewust haar hand
naar voren hield, nam hij die teeder in de
zijne en' voelde den zachten druk van haa:
vingers als om hem de zaak in hetzelfde hel
dere licht te doen zien, waarin zij die zelt
^Je bent beter en verstandiger dan ik
Duitsche voorstel niet aangenomen en nog
geen andere oplossing gevonden, hoofdzake
lijk doordat eenige zwaarbewapende landen,
in het bijzonder Frankrijk, de grens tusschen
aanvals- en verdedigingswapenen zóó ge
trokken wilden zien, dat zij van hun eigen
zware bewapening zoo goed als niets behoe
ven af te schaffen.
Door de pers van dezelfde landen, die deze
houding te Genève hebben aangenomen,
wordt met het slagwoord ,geen bewapening"
geëischt ,dat aan het verbod van het verdrag
van Versailles betreffende de materieele be
wapening van Duitschland niets Yal worden
veranderd. De practische beteekenis van de
zen eisch wordt 't beste geïllustreerd door de
volgende feiten: Duitschland is niet slechts
iedere militaire luchtvaart, maar ook het be
zit van luchtafweergeschut verboden. Zijn bu
ren, vooral Frankrijk, hebben daarnaast ge
weldige moderne militaire luchtvloten met
talrijke bombardementseskaders gebouwd.
Daardoor bevindt Duitschland zich in een
staat van volkomen weerloosheid en van
groote onveiligheid. Blijven echter de andere
staten in het bezit van hun militaire lucht-
zei hij op een toon, die verried dat hij tot in
keer was gekomen
„En je weet dat ik gelijk heb? Je ziet in
dat ik je moet verlaten, in je eigen belang?"
„Van mij heengaan nu?" riep hij uit.
„Dat heb je alleen maar gezegd, maar niet
gemeend, is 't wel?"
„Ik heb 't wel degelijk gemeend'', zei ze
met moeite. „Het is het eenige, dat ik kan
doen, om te toonen hoeveel ik van je houd.
Zoolang ik in je leven zal zijn, verkeer je in
gevaar je zult nooit voor je zelf veilig
zijn o, dat merk ik nu duidelijk. Ik sta tus
schen jou en alles wat de wereld je zou wil
len geven ik wil niet staan tusschen jou
en je eer!"
Haar krachten begonnen haar te begeven,
hoe zij er ook tegen streed. Hjj was niet in
staat iets te zeggen kon niet begrijpen dat
zij in ernst was.
„Ik moet!" riep zij plotseling uit. „Het
is alles wat ik voor je kan doen het is
mijn leven neem het!"
Tranen welden uit haar oogen, maar
zij hield het hoofd rechtop, zoodat zij
ongestoord over haar wangen liepen.
„Neem het!" herhaalde zij. „Het is
alles wat ik in ruil voor het jouwe en je
eer kan bieden. Vaarwel o, mijn God,
ik heb je zoo innig lief. Nog één keer,
voordat ik heenga
Zij viel bijna in zijn armen en legde
haar hoofd op zijn schouder, terwijl zij
haar armen om zijn hals sloeg, zooals
zij dat altiid deed Hij kuste haar zacht
jes en voelde af en toe haar heele
lichaam schokken door het snikken, dat
zij deed
vloten, dan zou het een onrechtvaardige en
derhalve onaanvaardbare eisch zijn, dat ons
de eenig mogelijke verdediging tegen lucht
aanvallen, nl. door vliegtuigen, zou worden
onthouden.
Duitschland heeft hetzelfde recht op vei
ligheid als alle andere staten. Wel hebben
wij er ons mede accoord verklaard in overeen
stemming met het plan van MacDonald, dat
voor de verwerkelijking van dit recht een
overgangsperiode moet worden in acht geno
men. Maar in geen geval kan Duitschland
gedurende deze periode principieele discrimi
neeringen aanvaarden. Dat zou onvereenig-
baar zijn met zijn eer en zijn nationale vei
ligheid.
Doelmatige ontwapeningsmaatregelen zijn
de voorwaarden voor een controle die berust
op de basis van rechtsgelijkheid. Onder de
voorwaarden van gelijkgerechtigdheid en er-
fectieve ontwapening is Duitschland bereid,
ook toe te stemmen in een periodieke en auto
matische controle, waaraan Frankrijk zoo
groote waarde hecht. De eisch tot een eenzij
dige controle tegenover Duitschland moet
Duitschland echter met allen nadruk af-
wijzen.
Er wordt van gesproken, dat het aan het
bewind komen van de regeering-Hitier iedere
ontwapening in de nabuurstaten van
Duitschland onmogelijk maakt. Daarom zou
eerst een controle moeten worden uitgevoerd
om het noodige vertrouwen te herstellen,
voordat werkelijke ontwapeningsmaatregelen
zouden kunnen worden genomen. Die argu
mentatie moet ik bepaald van de hand wijzen.
De nieuwe Duitsche regeering streeft niet
naar oorlog".
DE RAMP VAN DE R. 101 IN 1930.
Onthulling van gedenkteeken.
Op 1 October zal te Beauvais in Frank
rijk, waar in 1930 het Engelsche luchtschip
R 101 verongelukte, een gedenkteeken wor
den onthuld. MacDonald hoopt deze plech
tigheid te kunnen bijwonen.
„HEIMWFHREN" MOGEN NIET
DEELNEMEN.
Aan betooiringen van het Vader-
landsche front.
De leider van den „Heimatschutz", vorst
Starhemberg, heeft een bevel uitgevaardigd,
inhoudende, dat de Heimatschutz tot nadet
order niet aan betoogingen van het Vader
landsche Front zal deelnemen.
TAIFOEN IN ZUID-JAPAN.
Zeventien dorpen verwoest.
Een hevige taifoen heeft de Zuidelijke
eilanden van Japan geteisterd. Zeventien vis-
schersdorpen zijn verwoest. Twaalfhonderd
menschen zijn dakloos. Tot nog toe zijn drie
dooden gemeld. Een groot deel van het ge
teisterde gebied is van iedere verbinding af
gesneden.
WILDE SCHIETPARTIJEN IN
HAVANNA.
Malarie in hef binnenland.
De toestand op Cuba is wederom ver
scherpt. In de straten van Havanna hebben
ernstige schietpartijen plaats gehad. Ter ver
sterking der politie moesten taxis worden ge
bruikt, die met soldaten werden bemand en
die door de straten patrouilleeren. Ameri
kaansche onderdanen, die in het binnenland
wonen hebben zich aan boord begeven van
de Amerikaansche oorlogsschepen. In een
reeks steden en dorpen in het binnenland is
een malaria-epidemie uitgebroken, die tenge
volge van den gebrekkigen sanitairen toe
stand nauwelijks bestreden kan worden.
EEN VIERLING.
In de gemeente Porto Viro in Italië aan de
Adriatische Zee heeft een 37-jarige vrouw
een vierling gekregen. De kinderen, twee jon
gens en twee meisjes, verheugen zich, evenals
de moeder, in een perfecte gezondheid.
VLOOTMANOEUVRES AAN DE
SCHOTSCHE KUST.
Vliegtuigen tegen oorlogsschepen.
Ook aan de Oostkust van Schotland heb
ben op het oogenblik groote manoeuvres van
de thuisvloot plaats. Behalve groote oefe
ningen in torpedo-aanvallen zal ook onder
zocht worden, of een kust naderende vloot
met vliegtuigen, dus zonder medewerking
van zeestrijdkrachten, kan worden afgesla
gen. Tot dit doel zijn reeds voor Edinborgh
9 vliegtuigerkaders geconcentreerd, die over
verschillende sectoren verdeeld den vijande
lijken vlootaanval moeten afweren.
„Het vermoordt me", zei ze met gebro
ken stem. „Ik kan niet ik dacht zoo
sterk te zijn! O, ik ben de rampzaligste
vrouw, die er op de heele wereld is!"
Met een plotselinge beweging maakte
zij zich van hem los en wierp zich snik
kend in een stoel, waar zij haar gezicht
in haar handen verborg.
„Je mag niet gaan je mag niet!"
riep hij uit, naast haar op zijn knieën
neervallend en trachtend haar handen
in de zijne te nemen. „Dolores zie me
aan. Ik zal alles doen alles beloven
je moet me gelooven! Luister, lieve
ling ik geef je mijn eerewoord en be
zweer bij God
„Neen, bezweer niets zei ze tus
schen haar snikken door.
„En toch zal ik het doen!" drong hij
aan, terwijl hij haar handen van haar
gezicht nam, totdat zij hem aankeek.
„Ik zweer bij mijn eer dat ik nooit mijn
hand tegen den koning zal opheffen, dat
ik hem zal verdedigen, voor hem zal
strijden, loyaal jegens hem zal zijn, wat
hij mij ook moge doen, en dat ik zelfs
voor jou niets zal doen en niets zal zeg
gen, dat niet in alle opzichten eervol is
evenals ik tot nu toe getracht heb te
doen!"
Al luisterend naar zijn woorden hield
haar huilen op, en er kwam meer leven
in haar betraande oogen. Zij trok hem
naar zich toe en kuste hem op zijn voor
hoofd.
„Ik ben zoo blij zoo gelukkig
sprak zij zacht „Ik zou nooit de kracht
EEN GEWELDIGE DIAMANT
GEVONDEN.
Volgens berichten uit Bello Horizonte iri
den Braziliaanschen staat Minas Geraes,
zijn in de leiding van de Bento-rivier gewel
dige diamantenvondsten gedaan. O.a. werd
een diamant van 2000 karaat gevonden, een
der grootsten, die, na de Cullinan die in
1905 in Transvaal in de Premier-mijn werd
gevonden ooit gevonden zijn. De overige
diamanten zijn meest tusschen 18 en 35
karaat groot.
DE MIJNSTAKING IN STIERMARKEN.
In de mijn te Fohnsdorf is het werk giste
ren weer hervat. Moeilijker zijn de omstan
digheden in Seegraben, waar de regeerings-
vertegenwoordigers na een onderhoud, dat
zij onder den grond met de stakers hebben
gehad, onverrichter zake moesten terugkee-
ren. Eerst door het ingrijpen der bedrijfs-
raden, die de onderhandeling te Fohnsdorf
hadden bijgewoond, werd het besluit geno
men, ook hiervan de staking af te breken-
Men zal trachten, eenige onbillijkheden ten
aanzien van de mijnwerkersverzekering uit
de regeeringsverordening te doen verdwij
nen. In officieele kringen wordt de hoop uit
gesproken, dat het conflict daarmede zal
zijn beëindigd.
Na opening der gemeenteraadsvergade
ring door den heer J. de Moor, burgemees
ter, volgde voorloopige vaststelling van de
gemeenterekening, dienst 1932 en goedkeu
ring van de rekeningen van het algemeen
armbestuur en van het algemeen weeshuis.
De rekening der gemeente wees aan op der
gewonen dienst: ontvangsten 240576.91,
uitgaven 219683.39; batig slót alzoa
20893.52 en op den kapitaaldienst: ont
vangsten 2686 50, uitgaven 2686.50.
Uit de rekening van het algemeen armbe
stuur bleek, dat in 1932 was ontvangen
f 40517.99 en uitgegeven 39009.93; batig
slot alzoo 1508.06.
De rekening van het algemeen weeshuis
gaf als ontvangsten over 1932 aan 6745.90
en als uitgaven 6434.78; batig slot alzoo
311.12.
Vaststelling volgde van het bedrag der ge
meentelijke vergoeding bedoeld in art. 1ÓI'
der Lager Onderwijswet 1920, voor de bij
zondere scholen over de jaren 1930 en 1931.
Bedoeld bedrag over het jaar 1930 werd
vastgesteld
a. voor de R.K. school te 't Zand op
1996.13;
b. voor de R.K. school te Burgerbrug op
525.80.
En het bedrag over het jaar 1931 als
volgt:
a. voor de R.K. school te 't Zand op
3246.75;
b. voor de R.K. school te Burgerbrug op
965.25.
Hierna vaststelling van het bedrag der ge
meentelijke bijdrage, bedoeld in art. 102 der
Lager Onderwijswet 1920, over 1930 en
1931, ten aanzien van den cursus voor bij
zonder vervolgonderwijs te Burgerbrug. Het
hierbedoelde bedrag werd voor i930 vastge
steld op f 56.34 eh voor 1931 op 275.83.
De verordening, regelende de eischen van
benoembaarheid en de bezoldiging van de
veldwachters der gemeente Zijpe werd op
nieuw vastgesteld.
Op een verzoek van de politie-schietver-
etniging „Schagen en Omstreken" om een
jaarlijksche subsidie van y. cent per inwo
ner of een vast bedrag van 10 werd afwij
zend beschikt.
Eveneens werd afwijzend besdhikt op een
adres van de crisis-commissie van het Alge-
Afdeeling Ziekenfonds te Alkmaar en om
streken, houdende verzoek steun te verleenen
bij het betalen van contributie door leden van
genoemd ziekenfonds, die hiertoe in dezen
crisistijd niet meer in staat zijn. Alleen de
heer Doorn wilde gunstig beschikken.
Aan de orde kwamen de adressen van de
heeren N. Snip te Burgervlotbrug en H. A,
Twigt te St. Maartensvlotbrug, houdende
verzoek om vergoeding van kosten van
schoolbezoek, als bedoeld in art. 13, le lidt
der Lager Onderwijswet 1920.
Adressanten laten hun kinderen onder
wijs genieten aan de christelijke school te
Schagen Het vervoer geschiedt per autobus.
De kosten bedragen voor:
a. Jan en Tjalling Snip (zoons van N.
Snip) 160 per jaar;
b. A. M. van Wildernis (zoon van H. A.
Twigt) 60 per jaar.
B. en W. waren van oordeel, dat het ver
hebben gehad je voorgoed vaarwel te
zeggen!"
HOOFDSTUK X.
Don Jan streek haar zachte haar ge
lijk. Sinds hij wist dat hij haar lief had,
had zij hem nooit zoo mooi toegesche
nen als nu en hij trachtte haar iieve ge
zicht, zooals het thans was, voorgoed in
zijn geheugen te prenten. Er was weer
kleur op haar wangen gekomen en een
gelukkige blik straalde uit haar oogen,
zoodat alleen haar vochtige, lange wim
pers verrieden dat zij had gehuild.
„Het was een vreeselijke droom, lieve
ling geen werkelijkheid", zei ze met
zachte stem, waaruit vreugde klonk.
Ook hij glimlachte, nu de korte maar
hevige storm, waaruit hun liefde nog
mooier en sterker dan te voren te voor
schijn was getreden, voorbij was. Zijn
woord was haar voldoende en zij wist
dat hij liever zou sterven, dan dat hij
het zou schenden.
„Je moet alles maar vergeten en mij
vergeven", antwoordde Don Ja i.
„Ik kan 't gemakkelijk vergeten, want
't was maar een droom, en te vergeven
heb ik niets", zei ze. „Maar zelfs al was
't geen droom, wat zou ik je dan moeten
vergeven?"
„Wel, al was 't maar alleen mijn ge
dachte om mijn woord tegenover mijn
souverein en mijn vaderland te breken",
antwoordde hij eerlijk, terwijl een blos
van schaamte hem naar de wangen
St66S[>
(Wordt vervolgd.)