Alkmaarsche Courant.
In het paleis van den koning
Jladiouieuws
Stad en Omgeving.
Honden! riff en dertigste Jaargang.
WOENSDAG 4 OCTOBER
No. 234 1933
Donderdag 5 Odcber.
Hilversum, 296 M. (Uitsluitend AVRO)
8 Gramofoonpl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl. 1030 Orgelconcert E.
A. Vos m. m. v. A. Veenenbos, zang. 11.
Voordracht door A. J. Liepmann. 11.30
iVervolg concert. 12.—2.15 Concert door de
Octophonikers. 2.30 Omroeporkest o.l.v. N.
Treep en gramofoonpl. 4.— Voor zieken en
ouden-van-dagen. 4.30 Gramofoonpl. 4.45
Radio-tooneel voor de kinderen. 5 30 Om
roeporkest o.l.v. N. Treep. 6.30 Sportpraatje
H. Hollander. 7.Concert door de Octo
phonikers. 7.30 Causerie mevr. I. de Leeuw
—van Rees. 7.40 Vervolg concert. 8 Vaz
Di«.s. 8.05 C. G. Vattier Kraane: De as.
collecte van het Amsterd. Crisis-Comité. 8.15
Concertgebouworkest o.l.v. Dr. W. Mengel
berg m. m. v. J. Iturbi, piano. 9.15 Gramo-
foonplaten en causerie Fred Fry. 9.35 Uit
„Tivoli" Utrecht: Het Scala-koor uit Milaan
o.l.v. Maestro V. Veneziani en het Utr. Sted.
orkest o.l.v. Albert v Raalte. 10.30 Gramo-
foonplaten. 11.Vaz Dias. 11.10—12
Uit Hotel „Central". Den Haag: Tom van
der Stap en liin orkest.
Huizen, 1875 M. (8.9.15 en 11.2-
KRO, 10—11— en 2.-11.30 NCRV). 8—
915 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Morgen
dienst o.l.v. Ds. P. v. d. Vliet. 10.45 Gramo-
foonplaten. 11.3012.Godsd. halfuur.
12.15 Orkestconcert en gramofoonpl. 2.
Handwerkcursus. 3.3.40 Gramofoonplaten
4 Bijbellezing door ds W. L. Mile m. m
v zang en orgel. 5.Cursus handenarbeid
voor de jeugd. 5 30 Concert. M. Hagenbeek,
sopraan en K. Kloek, orgel. 6.30 Causerie
H Amelink. 645 Gramofoonpl 7.15 Ned.
Chr. Persbureau. 7.30 Journ. Weekoverzicht
door C. A. Cravé. 8 Vergadering v. d.
Contact-Commissie der drie Geref Jeugd-
Bonden 10.15 Vaz Dias. 10.2511.30 Gra
mofoonmuziek.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10 50 Tijdsein, berichten 11.05 en IJ 20—
11.40 Lezingen. 12 20 Het Rutland Square
en New Victoria-orkest o.l.v. N Austin. 1.20
Gramofoonpl. 2.20 Voor de scholen. 3 20
Vesper 4 10 Du'tsche les 4.25 Midi. Studio
orkest o.l.v F. Cantell m m. v. S. Adams,
piano 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6 50 Piano
recital J. Hunt 7.10 er 7 50 Lezingen 8 20
BBC-S^mphonie-orkcst ^n solisten o.l.v Sir
Henry Wood 10.Berichten en lezing.
10.40 Orgelconcert R. GossCustard 11.05
—12.20 Het BBC-Dansorkest o.l.v. Henry
Hall.
Parüs „Radio Paris", 1724 M. 8.05, 12 50
en 7.10 Gramofooi platen. 8.20 „Le fils de
Gibover", spel van Augier.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2 20 Con
cert uit Hotel d'Angleterre. 3.30 Deensrhe
liederen 3 505.05 Concert uit Rest. „Wi
vex". 8 30 Radio-Svmphonie-orkest o.l.v
Prof. Nikolai Malko m. m. v Wladimir
Horowitz, piano. 11.1512.50 Dansmuziek
uit „Nationaal-Scala".
Langenberg, 473 M. 6.25. 7.23 en 11.45
Gramofoonpl. 12 20 Die fröblichen Fünf n
tn v. W. Jansen, accordeon en H. Fassben
der, piano 1 55 Concert o.l.v. Görlich. 4.20
Werag-orkest en strijkkwartet. 7.20 Norag-
orkest o.l.v. Eibensrhütz. 11— Concert
door het Württ Landes-Sinfonie-orkest o.l.v
Drost m m. v. W. Reichardt, cello. 12 20
Ponulair concert.
Rome, 441 M. 9.20 Gramofoonpl. 10.20
Raido-tooneel. 10 50 Concert m. m. v. orkest
koor en solisten. 11.20 Berichten, sluiting.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20
Gramofoonpl. 1.30 Omroepkleinorkest o.l.v
Leemans 5 20 Gramofoonpl. 8.20 Omroep
orkest o.l.v. Walpot 9 20 Svmphonie-concert
o I v. Kumps. 508 M.: 12.20 Omroepklein
orkest o.l.v. Leemans. 1.30 Gramofoonpl
5 20 Symphonieconcert o.l.v. Kumps. 6.35
Gramofoonpl. 8 20 lymohonieconcert o.i.v
Kumps. 9.2010.20 Omroeporkest olv.
Walpot.
Zeesen, 1635 M. (Deutschlandsender)
7 20 RijkszendingConcert uit Hamburg.
8 25 „Verliebte und Narren", fragmenten uit
Shakespeare's werken. 9.35 Populair con
eert uit München. 10.20 en 11.05 Berichten
11 20—12 20 Concert o 1 v. Fuhsel
ÜeuilletoH
.Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door F. Marion Crawford.
Naar het Engelsch door W, H, C. B,
43
de
het
de
Daar hoorde zij haar vaders stem, en LJ
woorden, die hij sprak, gaven haar bij haar
ontzettende leea nog een nieuwen schok, zei
den haar dat Don Jan dood was en toen
nog iets, dat zoo vreemd was, dat zij
niet kon begrijpen.
Terwijl Philips nog met zijn degen in
hand, over het lichaam van zijn broeder ge
bogen stond en naar zijn gezicht keek, ging
de deur open. Mendoza bleef half versuft
door hetgeen hij zag, op den drempel staan.
Philips hoorde hem en ging een eind achter
uit. Hij wist nu dat Mendoza begreep wat er
was gebeurd, en dat hij onmogelijk de waar
heid kon verbergen. Zijn toorn was verdwe
nen en een soort van schrik, die zeker geen
berouw was, kwam over hem wegens hetgeen
hij had gedaan. Het was zeker op zijn ge
zicht te lezen, want Mendoza begreep. Vlug
knielde deze naast het lichaam neer om naa^
den hartslag te luisteren, en te zien of zijn
gepolijste scheede ook besloeg door een lichte
démhaling. Maar hij zag de helder roode
vlek op het witte buis, het onbeweeglijke ge
zicht en de slappe handen. Geen ademhaling,
noch hartslag gaf aanleiding tot hoop. Zwij-
fend stond hij op en schudae zijn hoofd. Hij
ad de druppels bloed van
GEMEENTELIJKE RADIO-
4 - DISTRIBUTIE.
Donderdag 5 October.
Lijn 1: Hilversum.
Liin 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.35—10.50, Daven
try i0.50—11.20, Lond. Reg. 12 20—12.50,
Midi. Reg 12.50—14.05, Lond. Reg. 14.05
—14 20, Midi. Reg. 14 20—15.20, Daventry
15.2024.
Liin 4: Langenberg 10.50—17.40, Zeesen
17.40—24.—.
GEMEENTEREKENING, DIENST 1932
In bijlage No. 112 schrijven B. en W.:
Wij bieden U hierbij ter voorloopige vast
stelling aan de rekening van de inkomsten
en uitgaven der gemeente en der afzonder
lijk beheerde takken van dienst over 1932.
De uitkomst der rekening is als volgt:
de inkomsten van den gewonen dienst bedra
gen 3.668097.75
de uitgaven van den gewonen
dienst bedragen 3.614.254.91
Batig slot 53.842.84
de uitgaven van den kapitaal-
dienst bedragen 2.496 612.34
de inkomsten van den kapi-
taaldienst bedragen 2.472.294.36
Nadeelig slot 24-317 98
Het batig slot van den gewonen dienst
wordt voor een gedeelte groot 1850 naar
den dienst van 1933 en voor het overige, ten
bedrage van 51-992.84. naar den dienst
van 1934 overgebracht. Het tekort van den
kapitaal dienst wordt bij suppletoire begroo
ting overgeboekt naar den dienst 1933, om
eerlang voor zoover noodig in een leening te
worden opgenomen.
De totale raming van de gewone inkom
sten en uitgaven voor 1932 bedroeg, met in
achtneming van de bii suppletoire begrooting
aangebrachte wijzigingen f 3.727.102 22.
De werkeliike inkomsten bleven derhalve
f 59.004 47. de uitgaven 112.847.31 be
neden de raming. Het laatste bedrag, ver
minderd met het eerste, vormt het batig slot
var. 53.842.84.
Ten aanzien van het verscMl tusschen de
geraamde en de werkelijke inkomsten en uit
gaven moet op enkele cijfers van beteekenis
worden gewezen.
Voor wat de inkomsten betreft is de min
dere opbrengst reeds voor 47-734 58 hier
uit te verklaren, dat de achterstallige in
komsten van vorige dienstjaren (hoofdstuk
I). geraamd op f 50.000 (welke post evenals
die voor achterstallige uitgaven van
vorige dienstjaren wordt geraamd zonder
dat daarvoor eenig gegeven bestaat en die
dus uit begrootingsoogpunt van weinig be
teekenis is) slechts 2.265.42 bedroegen
Voorts was op (hoofdstuk XIV) de ontvangst
op den post: teruggaaf van voorschotten
aan ambtenaren, geraamd op 60.000,.
20.123 19 lager in verband met het daar
mede overeenstemmende bedrag der ver
strekte voorschotten (zie hierna).
Hiertegenover stond, dat hoofdstuk XII
(belastingen) en hoofdstuk XIII par. 3
(grondbedrijf) respectievelijk f 9.187.26 en
18.682 26 (voornamelijk rente van kas-
voorschotten) méér opleverden.
Het resultaat van meer en minder op alle
posten was ten slotte een mindere opbrengst
van f 59.004.47.
De lagere totaal-uitgaaf van 112.847 31
werd eveneens sterk beïnvloed door de tegen-
oosten van de beide boven reeds genoemde
posten: achterstallige uitgaven en voorschot
ten aan ambtenaren, n.1. tot bedragen van
48.200 84 en 20.123.19, totaal
68.324.03. Het overblijvende bedrag van
44.523 28 wordt gevormd door de min
dere uitgaven op alle ander volgnummers
Voor het overige meenen wij te mogen ver
wijzen naar de verder in deze bijlage voor
komende gegevens.
De staat bevat een overzicht van de in
komsten en uitgaven op de onderscheidene
hoofdstukken en paragrafen van den gewo
nen dienst.
B. en W. stellen voor de gemeente- en be-
drijfsrekeningen in handen te stellen van de
daartoe aangewezen commissie van onder
zoek. De bedrijfsrekeningen zijn inmiddels.
in verband met het bepaalde in art. 265 der I
gemeentewet, in handen gesteld van den ge
meentecontroleur.
Ten slotte voegen zij hierbij de ontwerpen
van de besluiten ter voorloopige vaststelling
van de bedragen der baten en lasten van de
bedrijven en van de inkomsten en uitgaven
der gemeente.
A. De raad der gemeente Alkmaar besluit
voorloopig vast te stellen de rekening over
1932 van:
1. het electriciteitsbedrijf, t. w. de baten op
526.303.03, de lasten op f 370.632.70,
het voordeelig slot op 155.670.33, de
kapitaalsinkomsten en -uitgaven op
f 38.645.26;
2. het grondbedrijf, t. w. de baten en lasten
op 71.456.32, de kapitaalsinkomsten en
-uitgaven op 594.338.91
3. het sportpark-bedrijf, t. w. de baten en
lasten op 23 395.55, de kapitaalsin
komsten en -uitgaven op 3.170;
4. het slachthuisbedrijf, t. w de baten en
lasten op 139.627.80, de kapitaalsin
komsten en -uitgaven op f 6.859.89;
5. gemeentewerken, t. w. de baten en lasten
op 610.807.18, de kapitaalsinkomstcn
en -uitgaven op 100.700;
6. het gasbedrijf, t. w. de baten op
517 762 91, de lasten op 452.684.20,
het voordeelig slot op 65.078.71, de
kapitaalsinkomsten en -uitgaven op
f 24.054.04;
7. het plantsoenbedrijf, t. w. de baten en
lasten op 90.469.13, de kapitaalsin
komsten en -uitgaven op 630;
8. de gemeente-reiniging, t. w. de baten en
lasten op 150.982.62, de kapitaalsin
komsten en -uitgaven op 520;
9. den keuringsdienst voor waren, t. w. de
baten op 82.421.47, de lasten op
75.455.64, het batig slot op 6.965 83,
de kapitaalsinkomsten op 156.957-45,
de kapitaalsuitgaven op f 68.096.38, het
voordeelig slot op 88.861.07
10. het radio-distributie, t. w. de baten en
lasten op 23.760.28;
B. De raad der gemeente Alkmaar besluit
het bedrag der ontvangsten en uitgaven van
die rekening voorloopig vast te stellen als
volgt:
De ontvangsten van den gewonen dienst
op drie millioen zeshonderd acht en zestig
duizend zeven en negentig gulden, vijf en
zeventig cent 3 668.097.75
de uitgaven van den gewo
nen dienst op drie millioen
zeshonderd veertien duizend
tweehonderd vier en vijftig
gulden, een en negentig cent 3.614 254 91
en alzoo het voordeelig
slot van den gewonen dienst
op drie en vijftig duizend
achthonderd twee en veertig
gulden, vier en tachtig cent 53.842 84
de ontvangsten van den
kapitaaldienst op twee mil
lioen vierhonderd twee en
zeventig duizend twee hon
derd vier en negentig gul
den. zes en dertig cent 2.472.294.36
de uitgaven van den kapi
taaldienst op twee millioen
vierhonderd zes en negentig
duizend zeshonderd twaalf
gulden, vier en dertig cent 2 496 612.34
het aantal leden-werknemers (vertegenwoor
digers) wordt daarmede gebracht op 5.
In de vergadering van 16 Februari j 1.
werden reeds een viertal leden-werkgevers
(vertegenwoordigers) en een viertal leden
werknemers (vertegenwoordigers) als leden
der commissie van toezicht benoemd.
Overeenkomstig de Arbeidsbemiddelings-
wet 1930, S. 433, is indertijd aan de daar
voor in aanmerking komende landelijke en
plaatselijke organisaties een aanbeveling ge-
vraagd.
B. en W. stellen den raad vóór tot benoe
ming van een vijfde lid-werkgever (of werk
gevers-vertegenwoordiger) en een vijfde lid
werknemer (of werknemers-vertegenwoor
diger) van de commissie van toezicht op de
gemeentelijke arbeidsbeurs over te gaan en
bieden daartoe de volgende aanbeveling aan:
a. voor 1 ia-werkgever:
1. M. Duinmaijer. Boezemsingel 59a.
2. J. Apeldoorn, Geesterweg 7.
b. voor lid-werknemer:
1- J. W. J. Kraaijo, Druivenlaan 26
2. J. Peereboom, Eilandswal 5.
en alzoo het nadeelig slot
van den kapitaaldienst op
vier en twintig duizend drie
honderd zeventien gulden,
acht en negentig cent
24.31798
AANVULLING COMMISSIE VAN
TOEZICHT ARBEIDSBEURS.
B. en W. schrijven in bijlage No. 119:
Ingevolge het besluit van Uwe vergade
ring van 13 Juli j.1., goedgekeurd door Ged
Staten bij hun besluit van 26 Juli j.1., nr.
29, moet de commissie van toezicht op de ge
meentelijke arbeidsbeurs, die tevens fungeert
als Commissie van toezicht op het Bureau
voor Sociale Zaken, uitgebreid worden met
1 lid-werkgever of vertegenwoordiger van
werkgevers en 1 lid-werknemer of vertegen
woordiger van werknemers. Het aantal
leden-werkgevers (vertegenwoordigers) en
ADRES D. WOUD INZAKE
SCHADEVERGOEDING ONDERBOUW
BOKKEBRUG.
B. en W. schrijven in bijlage no. 117
In uwe vergadering van 15 December 1932
werd in onze handen om advies gesteld het
verzoek van D. Woud, aannemer te Wormer-
veer, houdende verzoeken, wegens het maken
van een nieuwen onderbouw voor de Bokke-
brug over de Kaarsemakersgracht in de Ka
naalkade met bijkomende werken volgens be
stek nr. 8, dienst 1931, aan hem uit te beta
len den geheelen onderhoudstermijn, alsmede
aan hem te voldoen zijn rekening voor her
stelwerkzaamheden aan den kaaimuur en de
daartoe behoorende gebreken, buiten het be
stek staande, ten bedrage van 4800.18, sub
sidiair te besluiten tot het benoemen van een
Raadscommissie of het aanwijzen van onpar
tijdige deskundigen, teneinde na onderzoek
het bedrag te bepalen, dat naar recht en bil
lijkheid te dezer zake aan hem toekomt. In
tusschen is nog een nader adres d.d. 14 Aug.
j.1. van Woud ingekomen, waarin hij op een
spoedige afdoening dezer aangelegenheid
aandringt. In overeenstemming met het ad
vies van de commissie van bijstand voor open
bare werken hebben wij, teneinde ons oor
deel aangaande deze zaak te toetsen aan de
meening van een deskundige buiten de zaak
staande, het gevoelen ingewonnen van Dr. L.
R. Wentholt, hoofdingenieur van den Rijks
waterstaat te Zutphen en lid van den Raad
van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Ne
derland.
Dr. Wentholt heeft zoowel den heer Woud
en diens zoon, als den Directeur der gemeen
tewerken en den opzichter van het werk ge
hoord. Het daaromtrent door Dr. Wentholt
uitgebrachte rapport leggen wij voor uwe
vergadering ter inzage. Daarin komt hij tot
de conclusie, dat aan den aannemer Woud
een zeker bedrag als vergoeding toekomt in
verband met de schade, welke hij tijdens de
uitvoering van het werk heeft ondervonden
tengevolge van onvoorziene omstandigheden
en dat aan Woud alsnog behoort te worden
betaald het restant van de aannemingssom.
Voor de argumenteering van dr. Wentholt
meenen wij u naar diens rapport te mogen
verwijzen. Van belang is vooral de conclu
sie, vermeld sub 3, t.w.:
„Het water is in den werkput getreden niet
door een der tijdelijke afdammingen of ter
plaatse van de aansluiting van deze afdam
mingen aan het bestaande werk, doch meer
binnenwaarts, nabij den noordwestelijken
hoek van den put. Ten gevolge van omstan
digheden, die niemand heeft kunnen voorzien
en die geen verband houden met de wijze,
waarop de aannemer het werk heeft uitge
voerd, is kanaalwater op geruimen afstand
van het werk onder den bestaanden kade
muur door, naar binnen gedrongen en heeft
zijn weg achter en (of) onder den kademuur
langs naar den fundeeringsput gevonden".
Hierbij sluit aan de conclusie sub 7, luiden
de als volgt:
„Dat de aannemer er niet in geslaagd is
dadelijk den juisten weg te vinden om het
euvel te bestrijden, kan hem niet worden ver
weten, daar de oorzaak niet aanstonds tt
Philips' degen op den vloer waren gevallen.
Met een verontschuldigende beweging nam
hij het wapen uit 's konings hand en veegde
het droog en glimmend met zijn eigen zak
doek, waarna hij het Philips weder aanbooc,
die het zonder een woord te zeggen weer in
de scheede stak.
Beiden keken wel een minuut lang naar
het Lchaam, ieder in stilte overwegende wat
er mee te doen. Ten slotte hief Mendoza het
hoofd op en er lag een vreemde blik in zijn
oude oogen, terwijl er iets voornaams uit
zijn verweerde trekken sprak.
„Ik geef mij aan uwer majesteits genade
over! Ik ben het geweest, die Don Jan van
Oostenrijk, die ongewapend was, in een
tw«t„ die wij met elkaar hadden, heb ge
dood".
Philips begreep hem maar al te goed, en
een flauwe glimlach van voldoening
kwant op zijn gezicht. Nooit zSu de
w ereld te weten komen, wie de werke
lijke moordenaar van zijn broeder was,
en hij kende den man, die aanbood zich
op te offeren en de schuld van den daad
op zich te nemen. Mendoza zou sterven,
desnoods op het schavot, en het zou hem
reeds voldoende zijn te weten dat zijn
dood den koning redde. Geen woord
zou er ooit over zijn lippen komen,
's Mans loyaliteit was tegen elke beproe
ving bestand: al voelde hij ook afschuw
voor de gedachte dat de koning zoo n
daad kon hebben begaan, diens naam
moest tegen eiken prijs gered worden en
zijn goddelijk recht moest voor het oog
der wereld worden hoog gehouden.
Vanaf het oogerblik, dat hij inzag hoe
in deze zaak moest worden gehandeld,
twijfelde hij niet meer. Den een of an
deren onbekenden moordenaar te be
schuldigen en te doen voorkomen dat
deze was ontsnapt, zou nog erger dan
doelloos zijn geweest. Half Spanje en
het hof immers wist hoe jaloersch de
koning op zijn broeder was, iedereen,
die op het hoffeest was, had gezien hoe
boos de koning was geworden, toen
iedereen Don Jan daar toejuichte, en
zelfs de ruzie over den handschoen ging
reeds van mond tot mond in de troon
zaal, waar de genoodigden zich na het
souper weer hadden vereenigd. Zoodra
de dood van Don Jan bekend zou zijn
geworden, zou iedereen in het paleis ge-
looven dat de koning dit had gedaan, of
wel hem had laten vermoorden. Maal
ais Mendoza de schuld op zich nam, zou
iedereen hem gelooven, want velen wa
ren bekend met Dolores' liefde voor
Don Jan en wisten tevens hoe haar va
der tegen hun huwelijk was gekant,
daar deze van oordeel was dat het heele-
maal niet als een huwelijk zou worden
beschauwd en louter schande over zijn
dochter zou brengen. Er was niemand
anders in het paleis, die den moord op
zich kon nemen en van wien men zou
gelooven dat hij dien niet op 's konings
bevel had begaan. Mendoza begreep
dit, toen hij zijn leven aanbood, om Phi
lips' eer te redden. Philips besefte dit
zelf ook en hoewel hij een oogenblik
verbaasd stond over de ongekunstelde
toewijding van den ouden man, aan
vaardde hij haar zonder protest, aange
zien zijn egoïsme zoo grenzeloos was,
dat hij, om daaraan te voldoen, in staat
zou zijn tot vernietiging van het heele
menschdoni
Nog eens keek hij naar het beweging-
looze lichaam aan zijn voeten, en toen
weer naar den trouwen, ouden man.
Toen boog hij genadiglijk en ernstig zijn
hoofd ten teeken dat hij wel zoo goed
wilde zijn ten genoege van den schen
ker, een aanbod van geringe waarde te
aanvaarden.
„Zoo zij het", zei hij langzaam.
Ook Mendoza boog zijn hoofd als om
zijn dank te betuigen. Toen nam hij den
langen, donkeren mantel, dien de ko
ning bij het binnentreden had afgelegd,
en legde dien op Philips' schouders,
waarna hij zich naar de deur begaf. Phi
lips volgde hem zonder om te zien, en
beiden kwam op het terras, de deur half
open latende. Slechts enkele woorden
w isselden zij, terwijl zij langzaam in de
richting van den corridor liepen.
„Het zal noodig zijn dat uwe majesteit
dadelijk naar de troonzaal terugkeert,
alsof er niets was gebeurd", zei Mendo
za, „om daar onbekommerd met den een
of anderen ambassadeur of minister te
spreken, terwijl het bericht van den
dood van zijn hoogheid wordt gebracht."
„En wie moet dat bericht overbren
gen? vroeg Philips kalm, alsof hij tot
iemand, die er "niets mee te maken had,
sprak.
„Ik. sire", antwoordde Mendoza flink.
„Men zal u in stukken hebben ge
scheurd, voordat ik u redden kan", ant
woordde Philips.
„Des te beter. Ik zal voor mijn koning
sterven, en aan uwe majesteit wordt
dan de moeilijkheid bespaard een daad
te pardonneeren, die in het oog der we
reld onvergeeflijk zal zijn"#
bepalen was; en evenmin dat hij aanvankelijk
getracht heeft op zoo goedkoop mogelijke
wijze aan de ondervonden bezwaren tegemoet
te komen. Ik heb uit mijn onderzoek de over
tuiging gekregen, dat door den aannemer de
juiste stappen zijn verricht en dat hij op be
leidvolle wijze het werk zonder te groot op
onthoud en zonder te hooge extra uitgaven,
verband houdende met de ondervonden te
leurstellingen, tot een goed einde heeft go-
bracht".
Verschil van meening bestond over de
vraag, hoe in verband met een en ander Par.
18 van het bestek moest worden uitgelegd,
welke Par., voor zoover hier van belang,
luidt als volgt: „In overleg met de Directie
moet de aannemer al die maatregelen nemen,
die voor de goede uitvoering van het werk,
voor de veiligheid en voor het verkeer noodig
geoordeeld worden.
Hij zorgt in den ruimsten zin voor al die
hulpmiddelen, toestellen, mallen en gereed
schappen, die voor de uitvoering van het
werk noodzakelijk zijn, terwijl het daartoe
gebezigde materiaal van goede hoedanigheid
en constructie moet zijn. Al het daaraan ver
bonden risico is voor zijn rekening".
Na bestudeering van het rapport dr. Went
holt zijn wij bereid, in overeenstemming met
het advies der commissie van bijstand voor
de openbare werken, de uitlegging te aan
vaarden, dat het in het bestek bedoelde risico
niet kan omvatten een gevaar, als hier blijk
baar bestond. Dr. Wentholt merkt daarom
trent op:
„Volgens de algemeen geldende opvattin
gen heeft een bepaling van algemeene strek
king als voorkomt in de eerste beide leden
van deze Par. stellig geen betrekking op een
geval als zich thans heeft voorgedaan. Wil
men een zoo groot risico, als waarvan hier
sprake is. op de schouders van den aanne
mer leggen, dan dient de omvang van dit ri
sico nauwkeurig in het bestek te worden om
schreven".
Wij hebben daarom den heer Woud voor
gesteld op den grondslag van de conclusies
van meergenoemd rapport een regeling met
de gemeente te treffen. De aannemer Woud
is eventueel bereid aan de gemeente finale
kwijting te verleenen, wanneer zij hem be
taalt 3500 als schadevergoeding en
400.45, welk laatste bedrag is ingehouden
op het restant van de aanneemsom. Beide be
dragen stemmen overeen met het voorstel van
Dr. Wentholt.
In verband met het bovenstaande stellen
wij uwe vergadering naar aanleiding van de
beide hierboven vermelde adressen van D.
Woud voor:
a. aan D. Woud te Wormer als aannemer
van den ondeibouw van de Bokkebrug tegen
finale kwijting een bedrag van 3900.45 uit
te betalen ter zake van de door hem bij de
uitvoering van dit werk geleden schade en
als restant van de aanneemsom;
b deze uitgave nader te regelen bij supple
toire begrooting.
WERKVERSCHAFFING.
B. en W. schrijven in bijlage no. 122:
De werkloosheid in deze gemeente is nog
weinig afgenomen in den loop van dit jaar
en naar alle waarschijnlijkheid zal het werk
loosheidscijfer in den a.s. winter wel hooger
worden dan in het afgeloopen winterseizoen,
toen het een abnormale hoogte heeft bereikt.
Ten einde uwe vergadering een beeld te ge
ven van de schommelingen in het werkloos
heidscijfer in den laatsten tijd, laten wij hier
onder volgen de aantallen werkloozen, die
aan de arbeidsbeurs alhier als zoodanig wa
ren ingeschreven op den laatsten Zaterdag
van iedere maand, beginnende met 30 Juli
1932:
1932 1933 1933
Juli 811 Jan. 1205 Juli 887
Aug. 865 Febr. 1076 Aug. 874
Sept. 882 Maart986
Oct. 957 April 856
Nov. 1018 Mei 882
Dec. 1122 Juni 839
In bovenvermelde cijfers zijn de aantallen
gedeeltelijk werkloozen niet begrepen.
De werkverschaffing zal derhalve voor
het a.s. winterseizoen niet gemist kunnen
worden. Eenerzijds is dit noodig om althans
een aantal werkloozen te onttrekken aan den
demoraliseerenden invloed van het gedwon
gen nietsdoen, anderzijds zullen die werkloo
zen door middel van de werkverschaffing
voor de gemeenschap nuttig werk kunnen
verrichten. Uitvoering van werken in werk
verschaffing voorkomt, dat alle werkloozen
op ondersteuning door de gemeentelijke in
stelling voor maatschappelijk hulpbetoon
zouden zijn aangewezen. Wanneer subsidie
van Rijk en Provincie ten behoeve van de
„Dat is waar", zei de koning peinzend.
„Maar ik wensch niet dat u zult sterven,
Mendoza", voegde hij er als een inval
lende gedachte aan toe. „U moet naar
Frankrijk of Engeland de wijk nemen".
„Zonder uwer majesteits hulp zou ik
niet kunnen ontvluchten, en dat zou
spoedig uitlekken. Men zou dan geloo
ven dat ik de daad op uw bevel had be
dreven, en dan zouden wij nog niets be
reikt hebben".
„L kunt gelijk hebben. U bent een
dapper man, Mendoza de dapperste,
die ik ooit heb gekend. Ik dank u, en
als het mogelijk is u te sparen, zal dat
gebeuren".
„Dat zal niet mogelijk zijn", ant
woordde de generaal op zachten maar
vasten toon. „Als uwe majesteit nu vlug
naar de troonzaal gaat, zal alles spoedig
voorbij zijn. Bovendien wordt het laat,
en het moet in tegenwoordigheid van
het geheele hof geschieden".
Zij betraden den corridor, waar de
koning eenige passen voor Mendoza uit
liep. Zijn hoofd was bedekt door de kap
van zijn mantel, opdat niemand hem
zou herkennen. Langs een geheime
trap kwam hij in zijn particuliere ver
trekken door een kleine deur, door wel
ke hij dikwijls onbemerkt kwam en
ging, en die toegang verleende tot zijn
studeerkamer, zonder genoodzaakt te
zijn door de antichambre te gaan. Toen
hij daar was en zich ontdaan had van
kap en mantel, ging hij naar een Vene-
tiaanschen spiegel, die op een penant
tafel tusschen twee vensters stond, en
bekeek daar met aandacht zijn gezicht
(Wordt vervolgd).