-R
VOOR DE KLEINTJES
Voor de Huisvrouw.
Raadselhoekie
MOLENWI EKEN
REBUS
MET MAANTJE
ST. PANCRAS.
Provinciaal Tlieuws
xxxxxx
ALS 'T NAJAAR IS.
VERPLEEGSTERTJE."
R. ASSCHER—V. D. MOLEN.
(Nadruk verboden).
vete Utrechtenaren die dien ochtend hadden
willen uitslapen.
Wij gebruikten hierboven het woord
claxon, wat teitelijk niet geheel juist is. Want
gebruik van claxons is in de bebouwde
kommen bij de wet verboden. Het zijn dan
ook niet de claxons die het walgelijke geluid
jn de lucht slingeren, doch de hoorn, welke
bij de wet is toegelaten. De wetgever heeft
daarbij natuurlijk gedacht aan den hoorn
met den zwarten bal,die in dat kindermond
de „poepoe" heet. Maar de technici hebben
dien bal vervangen door een electrische
Jnchtgever, die zoo lang den hoorn in wer
king houdt als de bestuurder op den knop
wenscht te drukken. Onder een hoorn hetzij
een electrische of een gewone, verstaat de
wetgever een één-tonig geluid; de claxon
produceert twee of meer signalen van ver
schillende toonhoogten. Hij heeft ook een
minimum geluid voorgeschreven, en wel: Je
hoorn moet op honderd meter afstand hoor
baar zijn. Van een maximum geluid wordt
niet gesproken, en dat maximum geluid is het
juist, dat al het lawaai veroorzaakt. Dat
maximum zou dus ook bq de wet moeten
worden vastgesteld om het lawaai te ver
minderen. Een andete moeilijkheid bij het
steeds groeiend automobielverieer is het
wettelijk voorschrift, dat een autobestuurder
verplicht is signaal te geven, wanneer de
veiligheid dit vordert. Die veiligheid is zeer
rekbaar en die beheerscht een andere factor
dan het lawaai-maken. Zooals wij boven
reeds zeiden: een beschaafd autobestuurder
rijdt dusdanig, vooral bij hoeken van
straten, dat hij aan een klein of geen sig
naal voldoende heeft en voor de rest de veilig
heid van den weggebruiker in zijn remver-
mogen besloten houdt. De drommen fietsers
in de hoofdstad vragen dor t un onoordeel
kundig rijden wel van tijd tot tijd een sig
naal van den autobestuurder, doch in zulke
gevalkn kan die bestuurder met een zeer
kort drukje op zijn signaalknop volstaan,
doch wij hebben ervaren, dat menig autobe
stuurder meende op het Koningsplein te
moeten worden gehoord, wanneer hij bij den
schouwburg op het Leidscheplein een wiel
rijder van zijn aanwezigheid wilde over
tuigen.
De signalen van de auto's zijn dus wel de
grootste lawaaischoppers Een andere cate
gorie vormen de trams Den hemel zij dank,
zijn wij nu van de eenmanswagens verloot.
De electrisch te openen deuren van deze
vervoermiddelen maakten zulk een lawaai,
dat taalkundigen van de toekomst, die het
niet zoo nauw met hun jaartallen nemen, on
getwijfeld als afleiding van de uitdrukking
„een helsch lawaai" deze aan de portieren
van de eenmanstramwagens zullen toe
schrijven.
Het rijden van de tram geeft veel leven,
erger wordt dit in bochten, op wissels en
op kruisstukken. De tram in Amsterdam zal
dus uit de bebouwde kom van Amsterdam
moeten verdwijnen en moeten worden vervan
gen door de autobus. Vijftig procent van
lawaai-zenuwzieken en van de slapeloozen
rullen dan weder hun gezondheid en hun
slaap in vollen omvang kunnen genieten.
Veel zal al gewonnen zijn zij gelooven
voodloopig niet in de mogelijkheid, dat de
tram zal verdwijnen wanneer de bestuur
ders bij uitzondering van hun bel gebruik
maken. Het is in het geheel niet noodig, dat
de trambestuurders bij het wegrijden twee-
of driemaal op de bel trappen. Dat trappen
heeft natuurlijk ook schuld: op koude dagen
geeft zoo'n met den voet te bedienen bel een
mooie gelegenheid om warme voeten te
krijgen.
ADAM WEEVERS.
We gaan ons nu zoo langzamerhand op
den winter instellen. Daarom lijkt mij het
oogenblik niet slecht gekozen om u een
patroon aan de hand te doen voor: kniewar-
mers en voor slaapsokken.
De kniewarmers zijn vooral praktisch
voor rheumatisch aangelegde menschen.
Maar dan moet u niet wachten tot u reeds
een rbeumatiek-aanval heeft, doch deze door
de kniekousen voorkomen.
U breit die warmers in heen en teruggaan
de toeren en begint met het ribbetje boven
de knie; de lengte van dit ribbetjes-gedeelte
moet u zelf maar bepalen; de een heeft het
graag lang, de ander liever korter; de knie
zelf breit u recht heen en recht terug; daar
na komt weer een geribde band onder de
knie van dezelfde lengte als het bovenstuk.
Brei met naalden No. 11 en neem uw ma
ten zóó, dat de warmer goed om de knie
sluit, doch nergens drukt; zet b.v. 72 steken
op en brei over 22 toeren het ribbetje van 1
recht, 1 averecht. Dan de 23e toer over 40
steken ook nog het ribbeje; nu omkeeren ..i
8 recht breien, weer omkeeren en 9 recht brei
en, omkeeren en 10 recht breien, en door
gaan: iedere keer na het omkeeren 1 steek
meer breiende, tot er aan beide zijden nog 12
steken van het ribbetjespatroon over zijn.
Dan volgende toer: omkeeren, 45 recht, 2
fezamen, 1 recht, omkeeren; 44 recht, 2 te
zamen, 1 recht omkeeren; 44 recht, 2 teza
men, 1 recht, omkeeren.
Ga zoo verder, steeds aan elk einde van de
rechte steken minderende, tot er nog maar
8 steken over zijn. Neem nu 20 lussen op
langs den rechten kant en brei het ribbetje
tot het einde van den toer. Volgende toer het
ribbetje tot het einde van de rechte steken;
neem dan wederom 20 lussen op langs den
anderen kant en brei het ribbetje tot het ein
de. Brei ten slotte weer 21 toeren lang het
ribbetje en kant af. Dan den naad dichtnaai
en en uw kniewarmer is klaar. Het is niet
noodzakelijk om er twéé te breien maar wan
neer u ze voor oude menschen werkt, raad ik
ti wel aan om een paar stellen te makendan
kunnen ze om de beurt in de wasch en houdt
het oudje altijd warme knieën.
Nu de slaapsokken. Veel menschen kunnen
niet tegen de warmte van een kruik en wil
len toch graag 's winters in bed iets warms
hebben voor de voeten. Voor dezulken zijn
de slaapsokken de redders in den nood.
,U moet ze op maat maken van de voet.
die zij verwarmen moeten; meet het af aan
een oude kous of sok; meestal zult u wel sla
gen met een lengte van 27 c.M., gemeten
van de achterzijde van den hiel tot de punt
van de teen; dan: 25 c.M. rond de wreef en
34 c.M rond de kuit Het model, dat ik u
hier beschrijf, is naar die maten gewerkt; u
«unt ze breien met naaien No. 10 of 8 (dan
worden ze grooter) of 6dan worden ze heel
groot.
U breit met 4 stalen naalden. Zet 60 ste
ken op: 20 elk van de 3 naalden en brei dan
over een lengte van 32 toeren he ribbetje1
recht, 1 averecht. Dan werkt u een toer gaat
jes, om later het koord door te rijgen, op de
volgende manier: A omslaan, 2 tezamen
herhalen van A af tot het einde van den toer
daarna breit u nog een toer; vervolgens 5
toeren lang het ribbeje en dan aan het be
ging van de eerste naald minderen en ook
aan het eind van de laatste naald dood bei
de keeren 2 steken tezamen te breien. B; nog
5 toeren 't ribbetje breien en weer precies
zoo minderen; herhaal van B af nog eenmaal
Dan doorgaan steeds het ribbetje breiende,
tot er, gerekend van af de gaatjes 50 toeren
gebreid zijn. Daarna begint u met de wreef
aldus: 1ste toer: de eerste naald van 17 ste
ken breien en de middelste van 20; op deze
20 steken 64 toeren breien; als de voet kor
ter of langer moet zijn kunt u dit aantal toe
ren verminderen of vermeerderen. Dan de
teen: 6 st. recht, 1 afhalen, 1 recht, de afge
haalde over de gebreide heenhalen (dit fi
guur: 1 afh., 1 r., afgeh. over de gebreide
heenhalen heert: overhalen), dan 4 recht; 2
tez., 6 recht; 2de toer: 18 recht; 3de t.: 5
recht overhalen, 4 r., 2 tez., 5 r.
De 4de t. en alle volgende even toeren te-
rugbreien in het patroon.
De 5de: 4 r., overhalen, 4 r., 2 tez., 4 r.;
7de toer: 3 r., overh. 4 r., 2 tez. 3 r.
9de t.: 2 r., overh., 4 r., 2 tez. 2 r.; 11de
toer1 r., overh. 4 r., 2 tez. 1 r.neem dan
de lussen langs de linkerzijden van de wreef
op en maak in eiken 6den steek er een bij.
Er moeten aan eiken kant 45 steken zijn en
met de 17 steken aan waarszijden van het
been en de 8 steken aan de punt van den
teen is het totaal 132 steken.
Nu begint u aan de zool van de sokken:
brei 16 toeren recht heen en recht terug; 8
ribbetjes; de 1ste toer met minderingen gaat
aldus: 61 recht, 2 tezamen, 6 r., 2 tez., 61
recht; de 2de en alle volgende even toeren:
recht; de 3de: 60 recht, 2 tez., 60 r.; 5de t.:
59 r., 2 tez., 6 r., 2 tez., 59 r.; 7de toer: 58 r
2 tez.; 6 r., 2 tez.; 56 r.; 9de toer: 57 r.,
tez 6 r., 2 tez., 57 r.; 11de t.: 56 r., 2 tez., 6
r., 2 tez. 56 r.: 13de t.1 recht, 2 tez. voor
den vorm van de hiel, 52 r., 2 tez., 6 r., 2
tez.; 52 r., 2 tez. (andere zijde van de hiel)
1 recht; 15de toer: 1 r., 2 tez., 50 r., 2 tez
6 r., 2 tez., 50 r., 2 tez., 1 recht; 17de toer.
1 r., 2 tez 48 r., 2 tez., 6 r., 2 tez., 48 r., 2
tez., 1 recht.
Nu afkanten en de kous netjes dichtnaaien
met kleine steken; dan n koordje haken van
dubbele wol en dit door de gaatjes rijgen
twee kwastjes uitpluizen aan de uiteinden
van het koordje of er kleine bolletjes aan
naaien en één sok is klaar! De andere wordt
net zooln Een warme dracht!
sterdam H. J. van Es, N.Hkok, n. Gro
ningen. J- Westerhof, N H., dienstbode, n.
Groningen. C. M. E. Hunsche, R.K., z.b.,
n. Amsterdam. M. C. Pënning, N.H., z.b.,
n. Hoorn. N. M. M. Sluyter, RK z.bn.
Loon op Zand. H. TBieshaar, N.H., kap
per, n. Zwolle. H. W. Braam, N.H., kok,
n. Wildervank. J- S- L. Warnaar, geen,
onderwijzeres, n. Amsterdam. M. S. A.
Jansen, R K., zb., n. Leiden. C Groot,
R.K., z.b.. n. Hoogwoud. E. M. Willem-
borg. R.K.. z.b.. n. Amsterdam. J. C. M.
Mol, R.K.. z.b., n. Amsterdam. L. E.
Tromp, R.K., z.bn. Hilversum. Th. Dan-
kelman, R K.. z.b., n. Lisse. J. Van den
Berg, R.K., z.b., n. Haarlem. E. J. van
Baar, R.K., z.b., n. Monnikendam. M. M.
Aleve. R.K., z.b., n. Zandvoort. J. Macdo-
nald Willekes. geen, z.b., n. Driebergen.
C. J Brandt, R K., z.b., n. Amsterdam. H.
M. Verhagen. R K. z.b., i«. Velsen. M. F
Th. Caminada. R K., z.b.. n. Den Haag.
M. Becherer, R.K.. z.b., n. Groningen. G.
M. Vestering R-K., z.b.. n. Amsterdam. J.
M. Lommerse. R K z.b., n. Hiilegom. M.
J Lommerse, R.K., z b., n. Hiilegom. M. W.
v d. Héyden, R K., z.b., n. Bloemendaal. C.
L. Burger. R.K., z.b., n. Beverwijk. J. M.
Huikenbuig, R K., z-b., n. Hiilegom. W. C.
E. v. d. Heuvel, R K., z.b., n. Alkmaar. J
B. M. Braam. R K., z.b., n. Heem tede. I.
G. W. Broekhuizen, E.L., huishoudster, n.
Den Haag. C. Th. Schouten. R.K., land
man, n. Californië. L. Baer, N.I., z.b., n.
Amsterdam. J- Brouwer, G.K., onderwij
zeres, n. Amsterdam. E. P. M. Veltman,
R.K. Z-b., n. Alkmaar. C. M. E. Schoen
maker, R.K.. z.b., n. Venhuizen. W. F. B.
Schneidere, R K., reiziger, n. Groningen.
A. P. van Overmeeren, R.K., bakker, n.
Schoorl. J. J- v. d. Heyden. R.K., slager, n.
Beek en Donk. W. Biesboer, geen, slager,
n. Zaandam. H. Santema, N.H., dienst
bode, n. Baarderadeel. M. Parth, R.K..
dienstbode, n. Amsterdam. G. J. Heimig,
N.H., pensionhouder, n. Den Haag. M.
Wittebrood. R K-, dienstbode, n. Alkmaar.
H. Vermaat. N.H., arbeider, n. Rotterdam.
W. Schaak, N H., zb., n. Alkmaar. D. H.
Kerkhoven, R.K., timmerman, n. Alkmaar.
R. Kaptein, R.K., zb-, n. Beverwijk. M. J.
Wetsteyn, NH.. dienstbode, n. Renkum.
C. Brugman. R.K.. z.bn Amsterdam. W.
M. Tros, R K-, z.b., n. Hoorn. D. Visser,
geen, huisknecht o. Castricum. J. de Wit,
geen, arts. n. Oudkarspel. A. G. van
Schaik. R.K.. naaister, n. Alkmaar. C. Kos
ter, N.H., z.bn. Den Helder. W. J. B.
Lansdorp, D., geleidster, n. Haarlem. Th.
Kuyper, geen. dienstbode, n. Wormerveer.
Th Schaak, N.H., arbeider, n. Oudoiu H.
A. A. Schneider, D.E., dienstbode, n. Duitsóh-
land.
De storm.
Leek het aanvankelijk, dat in het dorp
niet veel schade was aangericht, thans ko
men de chrisantenkweekers tot de ontdekking,
dat deze zwaar hebben geleden. Vele bloemen
zijn bij den grond afgeknapt, of zwart ge
waaid.
BEKGEN.
Vertrokken personen.
E R. G. C. Pietcrs, R.K., z.b., n. Amster
dam. j. c. Stins. geen, kinderjuffrouw, n.
Amsterdam C. J. M. Leyen R K., z.b., n.
Amersfoort. L. H. ter Hall, N.H., z.b., n.
Arnhem. B. Tijmstra N.H dienstbode, n.
Leiden. - A. Kahr (echtg. H. Bonewit), R.K..
n- Alkmaar. B. A. Vreeke, R K., bak-
,r' n. Uithoorn B C. Dorré (echtg. A.
J; v Wilgenburg), N.H., z.b., n. Utrecht.
M Aklerlieste (echtg. H. J. A. Baart), N.H
z.b n. Den Heider. S. Hottentot. N.H
slaeer, n. Heiloo. H. A. Tuin, R K., z.b
n. Zijpe. C. de Haan, R K., z.b., n. Hoog-
karspel. A. M. Pronk, R.K., z.b,, n. Haar
lemmermeer M. K. A. van Leeuwen, R K
z.b. n. Venhuizen. J. W. Erederiks, R K-,
chauffeur, n. Alkmaar. J. P. Doves. N.H.,
z.b.. n. Den Haag. P Doves, N.Hzb., n.
Zaandam. H. Muthig, R K., huishoudster,
n. St. Pancras. C. S van der Steen, R K-,
z.b., n. Bloemendaal. H. C. van den Berg,
E.L., kok. n. Alkmaar. H. A. van Roos
malen, R.K.. arb. telegr. N. S„ n. W
gen. E. J Schipper. R W-, z.bn- A -
maar. A. M. W anner, R K., z-b-, n. A
WARMENHUIZEN (September).
Geboren: Nicolaas, z. v. Nicolaas Ligthart
en Geertruida Maria Groothuizen. Elisabeth
d. v. Willem Koorn en Anna Catharina Pastoor.
Wilhelmus Theodortis, z. v. Adrianus Mek
ken en Siegbertha Catharina Roaala van Baar.
Johannea, z. v. Wilhelmus Johannes Berk
hout en Petronella Zutt.
Getrouwd: Dirk Wiedijk, wonende te
Enkhuizen, en Klaasje Dekker.
Overleden: Maria Johanna Post, oud 55
jaar, echtgenoote van Hendrik Vlugt.
EGMOND-BINNEN (September).
Geboren: Theodorus z. van Herma-
nus Admiraal en Jacoba Strik. Johannes
Cornelis, z. van Petrus Johannes Zonneveld
en Maria Cornelia Schotvanger. Herma-
nus, z. van Theodorus Tromp en Cornelia
Zandbergen. Rudolf, z- van Jan Staartjes
en Naatje Kobes. Adriana Maria, d. van
Petrus Theodorus Ligthart en Maria Geer
truida Smal.
Ondertrouwd GeorgiusH. J. Stroot-
man te Den Haag en Magdalene Petry.
Arie Admiraal en Wilhelmina Schoorl.
Overleden: Clasina Kabel, 6 jaar.
Oplossingen der raadsels uit het
vorige nummer.
Voor grooteren.
1. A Antwerpen.
A n s
Aster
r u '".win d
Antwerpen
b o o A e n
a p t' 1
bek
n
2. Wim, pe(e)r; wimper.
3. Winschoterdiep. Schip, rood, woest
wier, nest, poot
4. Eschdoorn,
treurwilg,
eikeboom.
Voor kleineren.
1. Lot, To; lotto.
2.
3. Maan Magazijn,
kaas
noga
scha
L i e
z ij d e
neus
OM OP TE LOSSEN
Voor grooteren.
1. Verborgen plaatsen In ons land.
Het is heel stout van je, Frits, weg
te loopen.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Kijk, de wieken van den molen
Draaien steeds maar in het zond!
Nu eens zachter, dan wat harder,
Nooit valt ééntje op den grond.
Kunnen zij elkaar niet krijgen?
Luister even: 't is geen spel!
Molenwieken werken ijv'rig.
Zeg eens, wisten jullie 't wel?
Molenwieken draaien steeds maar,
Malen 't graan tot meel, heel fijn.
Zóó moet 't worden, wil de bakker
Er tevreden over zijn.
Molenwieken werken ijv'rig,
Zorgen voor ons daag'lijksch brood,
Ietereen moet immers werkenl
Iedereen? Ja, klein en groot!
(Nadruk verboden)
T
(Nadruk verboden).
Is het kleed amper groot genoeg?
Hoe wij ook om het hardst roepen,
niemand hoort ons. (2)
Heb je je drank al ingenomen?
2. Mijn geheel is een plaats in de pro-
vincie Utrecht, welke met 10 let
ters geschreven wordt.
Op een 6, 3, 3, 5, 10 moet het vroolijk
toegaan.
Een 5, 10, 1, 2 is een deel van een
boom.
Een 6, 4, 3, 10 is een klein, viervoetig
dier.
Een 10, 7, 8, 9, 10, 5 is een ander
woord voor fakkel.
Een 10, 9, 1, 2 is een vervoermiddel.
3. Voeg een metaal en een medeklin
ker samen en je krijgt zoowel een
persoon als een gebouwtje.
4. Schrijf in deze 16 vakjes:
4 A 40 2G 3 N 2B 1Z
maar doe net zoo, dat je van links
naar rechts en van boven naar be
neden leest:
le timmermansgereedschap
een rivier in Italië.
3e een ander woord voor jaar.
4e een plaats in Overijsel.
Voor kleineren.
1. Welk uurwerk kan omgekeerd heel
gevaarlijk worden?
2. Met b ben ik een landman, met r een
deel van een schip, met t kom ik
-» bij sommige handwerken voor en
met br ben ik familie van je.
3. Welk venstertje is niet van glas?
Toch kan het helder wezen,
En Moeder kan er bij baar kind
Heel duid'lijk iets in lezen.
Noem nu die venstertjes maar vlug.
Ze zitten heusch niet op je rug!
4. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjeslijnen komt iets
te staan, wat je in onze kinder
krant vindt.
X
X
X
X
i X
X
le rij een medeklinker.
2e een rond voorwerp .waarmee je
spelen kunt
3e een vruchtje, dat in het wild
groeit.
4e 't gevraagde woord.
5e een stad in Drente.
6e iets, waarmee je schriiven kunt.
7e een medeklinker.
(Nadruk verboden).
't Is najaar en kabouters fijn nu
In 't bosch druk, heel druk in de weerf
Wat is het ijv'rig, 't kleine volkje:
Een streekje op, een streek je neer!
r
Steeds zijn hun kwastjes in beweging,
Elk heeft een verfpot naast zich staan.
Ze schild'ren met de fraaiste kleuren
Bij 't helder licht der volla maan.
Het kleinste blaadje krijgt 'n beurt télfa
Of dat veel werk is? Nou, geducht!
Kabouters klimmen in de boomen
En schild'ren daar, hoog in de lucht.
En als wij, menschenkind'ren, morgen
Gaan kijken naar het mooie bosch,
Dan zien wij bruin en gele blaad'ren,
Die rondgestrooid zijn zelfs op 't Cöös!
Wat zag ik bet kaboutervolkje
Toch graag aan 't schild'ren, maar
helahs!
Zoodra het dag wordt, gaan kabouter*
Met verf naar huis, als.... als een
haast
CARLA HOOG.
(Nadruk verboden).
Moes, zegt Zus ik word ver
pleegster,
'k Vind dat mutsje toch zoo f(|n!
Altijd met zoo n aardig kapj»
- (Hè, wat zal dat heerlijk zijn!)
Door de ziekenzalen loopen
Met een vriendelijken lach,
Hier en daar een praatje maken,
Vroolijk zijn den heelen dag.
Lieve kind, het 1 ij k t eenvoudig:
Lieve woordjes hier en daar.
Maar er zijn nog and're dingen,
Ernstig werk, vaak hard en zwaar!
Zieke menschen te verzorgen,
't Is een prachtig levensdoel
Maar 't moet n'.ot het „mutsje" weten,
't Is een kwestie van gevoel.
Zusje denkt er anders over,
Zegt: Och Moeder, 't valt wel mee,
'k Doe niets van die nare dingen,
Ik word zuster van de thee!
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
't Haantje kraait uit alle macht:
Menschen, wordt toch wakker!
Ga aan 't werk, naar school, kantoor,
Naar de wei, den akker!
Wie niet naar mij hooren wil,
Zal het zelf wel merken:
Ben je te laat opgestaan,
-- Moet je haastig werken!
(Nadruk verboden).