Alkmaarsche Courant.
In het paleis van den koning
Jladiomeuws
Stad en Omgeving.
imilletoH
LBinnenland
sondem fi/i eo dertigsft Jaargang.
MAANDAG 16 OCTOBER
Nc 244
1933
Dinsdag 17 October.
Hilversum, 296 M. (AVRO-uitzending,
6 30—6 VPRO, 6.30—7.- RVU). 8
Gramofoonpl. 10.Morgenwijding. 10.15
Gramofoonplaten. 10.30 Orgelconcert, P. v.
Fgmond Jr. m. m. v. A. Stroink, zang. 11.
Kook- en bakpraatje door mevr. R. Lotge
ring—Hillebrand. 11.30 Vervolg concert.
12.2.15 Omroeporkest o.l.v. N. Gerharz,
m. m. v. „The Hollandia Three", accordeon
2 30 Vervolg omroeporkest. 3.— Knipcursus
door mevr. I. de Leeuw—van Rees. 4.
Pianorecital door T. Don. 4.30 Radio-kinder
koorzang o.l.v. J. Hamel. 5.— Voor de kin
deren. 530 Jeugdhalfuur van de VPRO
6— Hans' Schindler orkest. 6.30 RVU. Dr.
G J- Geers: Moderne Spaansche letter
kunde. 7.— Zangvoordracht door Hans
Gruys, mezzo-sopraan. Aan den vleugel: E.
Veen. 7.30 Engelsche les door Frea Fry.
g Vaz Dias. 8.05 „Defacetten van het
orgel", gramofoonpl. 9.30 „Waarom zwijgt
Margaret Hamilton", van M. Barringer 2de
bedrijf o.l.v. Kommer Kleyn. 10.15 Hans
Schindler's orkest. 11.Vaz Dias en gramo
foonplaten. 11.1512.Gramofoonmuziek.
Huizen, 1875 M. (KRO-uitzending, 4.
5 10 HIRO). 8.9.15 en 10.Gramofoon
platen. 11.30 Godsd. halfuur. 12.151.45
Orkestconcert en gramofoonplaten. 2.—
Vrouwenuur. 3.4.Solistenconcert. 4.
HIRO. 5.10 Solistenconcert, in de pauze cau
serie. 6.40 Esperanto. 7.15 Kath. RVU. 7 35
Gramofoonpl. 7.45 Causerie. 8.Gramo
foonplaten. 80511.Operette-uitzending.
11.1512.Octetconcert. Om 10.en
11.10 Vaz Dias.
Daventry1554 M. 10.35 Morgenwijding
10 50 Tijdsein, berichten. 11.0511.20 Le
zing. 11.20 Dito. 12.20 Orgelspel R. New
12.50 Het Paramojnt-Astoria-orkest o.l.v
'Anton. 1.50 Midland S.udio-orkest o.l.v. F
Cantell. 2.20 Voor de scholen. 2.50 Muzi
kale causerie. 3.55 Fransche les. 5.25.Lezing
4.50 Kamermuziek door S. Crawley, sopraan
en het „Philnarmonic" strijkkwartet, 5 35
Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Handel-
aria's door S. Allen, sopraan. 7 10 Duitsehe
causerie. 7.40 BBC-ori<est o.l.v. W. Braith
■waite, m. m. v. D. Wise, viool. 8.50 Lezing.
9 20 Berichten. 9.40 „Pmsuit", hoorspel van
C Lewis 10.55 Voordracht. 11.—12 20 Lew
Stone en de Monseigneur Band.
Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8.10, 12.20,
1.25, 7.10, 7.40 en 8.20 Gramofoonnl. 8.50
„Marie Victore", spel van Maeterlinck.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con
cert uit „Rest. Wivex" 2.20-4.20 C. Ry-
dahl's orkest. 7.20 Fransche balletmuziek
o.l v. Emil Reesen. 7.55 Vocaal concert. 8.10
Radio-tooneel. 9.50 Opera-muziek door het
Omroeporkest o.l.v. Reesen. 10.3011.50
Dansmuziek.
Ldngenberg, 473 M. 5.25, 6.35 en 10.45
Gramofoonplaten. 11.20 en 12.35 Concert.
2.10 Gramofoonpl. 3.20 Omroeporkest o.l.v.
Weber. 4.20 Concert. 6.20 Concert. 7.30
Radio-tooneel. 8.40 Weragorkest o.l.v Kühn.
10— Dansmuziek. 10.20 Söragorkest o.l.v.
Görlich, m. m v. solisten.
Rome, 441 M. 8 05 Concert door man
dolinekwartet en Marg. Cossa, sopraan.
8 50 Radiotooneel. 9.20 Concert door M. T.
Pedicoli, sopraan en A. Sernicoli, tenor.
Hierna gramofoonpl. 10.20 Berichten.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Om-
roepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.30 en 5.20
Gramofoonpl. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v.
Leemans 8.2010.20 Muzikaal allerlei.
508 M.: 12.20 Gramofoonplaten en piano
recital. 1.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Lee
mans. 5 20 Symphonieconcert o.l.v. Meule-
mans. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Cello
recital. 7.20 Zangvoordracht. 8.20 Sympho
nieconcert o.l.v. Meulemans. 920—10.20
Vervolg Symphonieconcert o.l.v. Meulemans.
Zeesen, 1635 M. (Deutschlandsender)
7.30 Gramofoonpl. 8.20 Dansmuziek door
orkest o.l.v. Gaden. 9.20 en 10.05 Berichten
10.20—11.20 Noragorkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Dinsdag 17 October.
Lijn 1: Hilversum.
Lün 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.3510.50, Daven
try 10.50-11 20, Midi. Reg. 12.20-15.20,
Daventry 15.2024.
IJjn 4: Langenberg 10.35—16.15, War
srbau 16 1 10 10. Parus 19.10—24 -
D. DE BOER Dzn. TE STOMPETOREN
70 JAAR.
Een man van groote werkkracht
en scherp inzicht.
De in het landbouwvereenigingsleven be
kende heer D. de Boer Dzn. te Stompetoren,
viert Zondag 22 October a.s. zijn 70ste ver
jaardag.
In de Schermeer maakt men zich op om aan
dat familiefeest meerdere beteekenis te geven
en daarvoor bestaat alle reden. Niet alleen
de Schermeer maar de geheele boerenstand
in N.H. is veel aan dezen voorman in het
landbouwvereenigingsleven verschuldigd.
Het leven van den heer De Boer heeft zich
gekenmerkt door harden arbeid en niet het
minst door belanglooze harden arbeid in
dienst van de plattelandsbevolking.
Wij herinneren ons nog levendig de neer
slachtigheid in de leidende landbouwkringen
toen in 1927 bekend werd, dat de heer de
Boer zich had overwerkt en op medisch ad
vies een half jaar zijn drukke werkzaamheden
moest laten varen. Groot was de vreugde
toen hij, geheel hersteld, na dit half jaar zijn
functies weer kon waarnemen. Men heeft het
daarna in 1932 volkomen gebillijkt, dat hij op
dringend medisch advies, zijn werkzaamhe
den beduidend beperkte, blij als men was
hem gezond in hun midden te weten en zoo
noodig van zijn helder oordeel te kunnen
profiteeren.
De heer de Boer mag in alle opzichten een
self made man genoemd worden, die als
krachtige persoonlijkheid er zeer veel toe
heeft bijgedragen, dat zoo langzamerhand de
plattelanders de plaatsen bezetten die hen
toekomen.
Wij achten het een voorrecht dezen man
ruim 25 jaar tot onze vrienden te hebben
kunnen rekenen.
Als man van liberale beginselen, wist hij
door zijn onkreukbare eerlijkheid en zijn
werkzaam leven, de achting te verwerven,
ook van hen die zijn politieke tegenstanders
waren. Enge partijpolitiek was hem vreemd.
Zijn helder inzicht bracht hem tot de erken
ning, dat niets eeuwig is en dat ook bij de
tegenover de zijne staande partijen menschen
gevonden worden met wien in het belang
van de gemeenschap beter kon worden sa
mengewerkt dan met vele in eigen partij ge
huisveste strevers. Zijn arbeid in het land
bouwvereenigingsleven heeft zich gekenmerkt
door het streven naar onbaatzuchtig dienen.
Steeds was hij wars van het streven om een
goed betaalde machtspositie te veroveren en
steeds hield hij de liberale gedachte hoog.
dat uitbreiding van de staatsbemoeiing voor
den boer beteekende het prijs geven van een
stukje vrijheid, waarop de Hollandsche boer
in zoo hooge mate is gesteld.
Toch behoorde hij allerminst tot de doctri
nairen, die voor alles het vasthouden aan de
leer stellen. Als boer was hij daarvoor te
veel practicus en bovendien was hij naast
boer ook in de eerste plaats Nederlander.
Toen in de oorlogsjaren de voedselvoor
ziening van ons volk spaak liep en de regee
ring zich genoodzaakt zag tot inventarisatie
van land- en tuinbouwproducten over te
gaan en zelfs een veevordering instelde, wel
ke maatregelen ten plattelande op verzet
stuitte, omdat men dit een aantasting van het
beschikkingsrecht over het product oordeelde,
was de heer de Boer één van de eersten die
de stelling durfde verkondigen, dat in tijden
van nood de bodem in de eerste plaats dien
de om de Nederlandsche bevolking te voeden
en dat de boeren deze hoogere taak hadden
te vervullen, ook al zou dit gepaard gaan met
derving van meerdere winst, die tengevolge
van den noodtoestand gemaakt kon worden
In onze dagen, nu men in landtoouwkrin
gen, 't toen gebrachte offer gaarne aangrijpt
om de regeering te doordringen van de plicht
die het rijk tegenover de plattelandsbevolking
heeft, vindt men deze stelling vrij logisch,
doch in de oorlogsjaren ontmoette zij een vrij
sterk verzet. Voor een groot deel is het aan
mannen als de heer de Boer te danken, dat
de boeren de veevordering vrijwillig aan
vaardden en dat voorkomen werd, dat die
door ondeskundige militaire dictatuur, tot
groote schade van den veestapel, werd uitge
voerd en dat voorkomen werd, dat de tot
honger gedreven massa's uit de steden het
platteland introkken om met geweld te halen
wat er te halen was.
Het is ons bekend, dat de heer de Boer in
die dagen dikwijls heeft geleden onder de
verdachtmakingen die zijn deelneming in
verschillende regeeringscommissies bij on
kundige plattelanders, wier belangen hij
voor alles wilde dienen, ontlokte. Slechts zijn
diepe overtuiging, dat het belang van het
platteland vorderde, dat hij zijn werk bleef
.Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door F. Marion Crawford.
Naar het Engelsch door W, H, C. B,
43
Zij kon nauwelijks meer spreken, want een
hevige reactie volgde op hetgeen zij had vol
bracht. Zij stak haar hand uit om steun te
zoeken op den arm van Ruy Gomez. Vlug
bracht deze haar naar den doorgang, die
naar 's konings vertrekken leidde. Zij kwa
men in een kleine wachtkamer, waar enkele
stoelen stonden en een marmeren tafel, waar
op twee groote waskaarsen brandden. Dolo-
res zonk in een der zetels neer en leunde met
gesloten oogen achterover, terwijl Ruy Go
mez de antichambre binnen ging en een paar
woorden wisselde met den kamerheer van
dienst Bijna dadelijk was hij terug.
„Uw vader is bij den koning," zei hij. „We
moeten dus wachten."
Maar Dolores hoorde nauwelijks wat hij
*ei en veranderde niet van houding. De oude
man keek naar haar, zuchtte en ging naast
den haard zitten, waar een vuurbekken met
brandend houtskool stond, waarboven hij
zijn doorzichtige handen warmde, van tijd
tot tijd langzaam zijn vingerringen omdraai
ende, alsof hij die ook verwarmen wilde.
Buiten liep de kamerheer van dienst lang
zaam heen en weer, telkens voorbij de open
deur komende, waardoor hij naar Dolore's
gezicht keek. De antichambre was niet veel
meer dan een korte, breede gang, die naar
s konings werkkamer leidde. In die gang wa
ren nog andere deuren, en door deze stonden
's konings particuliere vertrekken met de
zaal in verbinding.
Zooals Ruy Gomez was gezegd, bevonc
Mendoza zich bij den koning maar niet
alleen. De generaal stond er rechtop en met
ernstigen blik, terwijl de koning in een groo
ten zetel tegenover hem zat. Zijn onbeweeg
lijke oogen staarden naar het vuur in den
grooten schoorsteen, dat van tijd tot tijd gele
flitsen uitzond in het rustige licht van een
twintigtal groote kaarzen. Aan een tafel zat
Antonio Perez, de secretaris. Hij was voor
zien van schrijfgereedschap en scheen den
loop van het gesprek te noteeren. Af en toe
stelde Philips een vraag, waarop Mendoza
met een stem antwoordde, die niet geleek
op zijn eigen stem. Tusschen de vragen wa
ren groote intervallen van stilte.
„U zei dat u al lang een gevoel van wrok
jegens zijn hoogheid koesterde," zei de ko
ning. „Dat is zoo, nietwaar?"
„Ik vraag uwe majesteit om verschuldr
ging. Ik heb niet gezegd wrok Ik zei dat
al lang met groote bezorgdheid vervuld w
over de liefde van zijn hoogheid voor mijn
d°!lKft hij dat gezegd Perez?" vroeg Phi
lips den secretaris, zonder hem aan
„Lees voor!"
verrichten, deed hem pal staan en het moet
ïem wel een groote voldoening zijn geweest,
dat hij daarvoor in breeden krir.g de erken
ning mocht ondervinden, die hem toekwam.
Ook de Hollandsche Maatschappij van
„andbouw mocht zich in zijn liefde verheu
gen. Reeds in 1892 richtte hij in de Scher
meer een afd. van de H. M. v. L. op, van wel
ke afd. hij eenige malen als voorzitter op
trad, welke functie ook thans door hem nog
wordt waargenomen.
Meermalen had hij zitting in het hoofdbe
stuur van de H. M. v. L. en toen in 1922 de
geldmiddelen van de Mij.^ in moeilijkheden
verkeerden en de sympathie voor de H. M. v.
L. tot het laagste punt was gedaald, aarzelde
hij niet het voorzitterschap te aanvaarden en
de noodzakelijke reorganisatie in te voeren,
die ten gevolge had, dat de H. M. v. L. thans
weer een belangrijke plaats inneemt en tot de
boeiendste landbouworganisaties behoort.
Voor de H. M. v. L. nam hij zitting in de
brandassurantie, het pachtbureau, de N.H.
Zuivelcommissie en in de N.H. Landbouw
Onderlingen, waarvan hij later van het wet
telijk toezicht deel uitmaakte. Voorts verte
genwoordigde hij de Mij. gedurende 9 jaren
in het Kon. Ned. Landbouwcomité, van welk
comité hij 3 jaar onder-voorzitter was; verte
genwoordigde hij het comité in de drie cen
trale landbouworganisaties, in den Hoogen
Raad van Arbeid, in het comité van econo
misch verweer, in de staatscommissie voor de
arbeidsbemiddeling, in de staatscommissie
voor gewestelijke plannen, in de contactcom
missie, de watersnoodcommissie, in het
schoolbestuur van de Wieringermeer. Ook
had hij zitting in de bedrijfsvereniging, de
Landbouw-Onderlinge, de commissie voor de
uitvoering van de ziekteverzekering, de com
missie van toezicht op de Landbouwproef
stations, die voor den Zuiderzeeraad enz.
De regeering erkende zijn verdienste door
hem te benoemen tot Ridder in de Oranje
Nassau-orde.
Voorts werd de heer de Boer voorzitter
van de N.V. de Leerhoeve te Alphen aan de
Rijn, welke functie nog door hem wordt
waargenomen. Ook was hij meermalen voor
zitter van de N.H. Bond van Zuivelfabrieken
en is hij tot op heden voorzitter van de
groote zuivelfabriek „Neerlandia" te Stom
petoren, welke fabriek thans per jaar 4'A
millioen liter melk verwerkt.
Vanaf 1917 maakt hij deel uit van het be
stuur van den polder de Schermeer. In de
electrificatie van de bemaling van dezen pol
der heeft hij een belangrijk aandeel gehad en
meermalen mondeling en schriftelijke de de
gen gekruist met intellectueelen, die van oor
deel waren, dat het een daad van vandalisme
was om voor de bemaling de molens, die
daarvoor drie eeuwen hadden dienst gedaan,
op zijde te zetten.
In zijn bestrijding van dit standpunt toon
de hij glashelder aan, dat wetenschappelijk
de inzichten in den land- en tuinbouw het
noodzakelijk maakten, dat de bewoners ten
allen tijden het waterpeil in de hand moesten
hebben. Het mag mede zijn verdienste wor
den genoemd, dat de strijd door de voorstan
ders van de electrische bemaling werd ge
wonnen, welke bemaling de landgebruikers,
nu zij het nut er van hebben ervaren, slechts
de verzuchting doet slaken, dat het alleen te
betreuren valt, dat ze niet eerder is inge
voerd.
Vermelding dient nog, dat hij van de op
richting af heeft deel uitgemaakt van het be
stuur van het Hoogheemraadschap „Hol
lands Noorderkwartier', dat hij 4 jaren het
voorzitterschap heeft waargenomen van de
Vereeniging tot ontwikkeling van den Land
bouw in Hollands Noorderkwartier en dat
hij eenige jaren het voorzitterschap van de
Proefzuivelboerderij te Hoorn heeft waarge
nomen en vele jaren deel uitmaakte van de
commissie van advies voor de Landbouw
proefstations in Nederland.
Wanneer men bedenkt, dat deze man
slechts tot zijn 13e jaar lager onderwijs heeft
genoten en daarna steeds in de practisch?
landbouw werkzaam is geweest, waarvan 32
jaar als zelfstandige boer, terwijl hij boven
dien naast zijn eigen bedrijf nog verschillen
de bedrijven van familieleden verzorgde, dan
staat men eenvoudig verbaasd hoe het moge
lijk is, dat één mensch al die werkzaamheden
heeft kunnen verrichten.
Wie, als wij, den heer de Boer meermalen
in zijn eenvoudige woning heeft bezocht,
weet dat dit mogelijk is geweest omdat hij
intiutief de gave bezat om geordend te kun
nen werken. Werken was zijn lust, maar is
ook een kunst en deze kunst was hem eigen
Op elk uur van den dag was het hem moge
lijk, de gewenschte inlichtingen over een van
de colleges, waarin hij zitting had, inlichtin
gen te geven en dit eenvoudig omdat hij al
les systematisch had gerangschikt.
Zijn systematische natuur en zijn scherp
verstand maakte het ook mogelijk, dat hij niet
alleen een uitnemend landman en organisa
tor was, maar dat hij ook als vruchten-ver-
edelaar en als bijenhouder een man van be
teekenis mag worden genoemd.
De heer de Boer behoort tot die gave ka
rakters, waarvan prof. Sehermerhorn in zijn,
bij de viering van het 300-jarig bestaan van
de Schermeer gehouden rede getuigde, dat ze
de hoop zijn van ons volk.
Als man die zich in alle kringen gemakke
lijk kan bewegen, is hij, ook als rustend
landbouwer, zijn geliefd Stompetoren trouw
gebleven en het is dan ook volkomen begrij
pelijk, dat de bewoners van de Schermeer den
dag van zijn 70sten verjaardag zullen aan
grijpen om van hun warme gevoelens ten op
zichte van zijn persoon blijk te geven.
Wij zijn er van overtuigd, dat ook in bree
den kring deze sympathie tot uiting
zal komen. Ook wij, die reeds vele jaren het
voorrecht hadden van hem. als medewerker
voor ons blad, in het Oudejaarsavond-num
mer een landbouwoverzicht te mogen publi-
ceeren, wenschen hem reeds bij voorbaat te
feliciteeren en spreken den wensch uit, dat hij
nog vele jaren, in gezondheid, velen tot ze
gen mag zijn.
„Hij zei: Ik heb al lang de bewondering
van zijn hoogheid voor mijn dochter kwalijk
Eenomen," las Perez uit zijn aanteekeningen
voor.
„Ziet u wel," zei de koning. „U nam
kwalijk. Dat is wrok koesteren. Ik had dus
g lijk. Wees voorzichtig Mendoza, uw woor
den zouden u morgen kwaad kunnen doen
Zeg precies wat u bedoelt, maar dan ook
niets anders."
Eenigszins trotsch boog Mendoza zijn
hoofd, want hij verafschuwde Perez, en het
scheen hem toe dat de koning comedie speel
de ter wille van zijn secretaris. Het leek op
een misplaatst tusschenspel in een drama
Waarom nam u zijn hoogheid kwalijk dat
hij"uw dochter het hof maakte?" vroeg Phi
lips, het kruisverhoor vervolgend
„Omdat ik nooit geloofde dat daaruit een
we'rkelijk huwelijk zou voortvloeien," ant
woordde Mendoza vrijmoedig. „Ik had de
overtuiging, dat zij slechts een stukje speel
goed van Don Jan van Oostenrijk zou wor
den, of, indien zijn hoogheid haar trouwde,
het huwelijk al spoedig van onwaarde zou
worden beschouwd, opdat hij met een gewich
tiger persoon zou kunnen trouwen."
„Schrijf op!" zei de koning op scherpen
toon tot Perez. „Schrijf t nauwkeurig op;
het is van belang." Hij wachtte tot de pen
van den secrtaris tot rust was gekomen Toen
plotseling de volgende vraag.
„Hoe zou een door onze heilige kerk Lnge
zegend huwelijk van nul en geene waarde
kunnen worden verklaard?"
„Gemakkelijk genoeg, als uwe majesteit
DE VRIJHEIDSBOND.
Mr. D. Fock ?f"elreden als voor
zitter, opgevolgd door mr. Wen-
delaar.
Zaterdagmiddag kwam de liberale staats
partij De Vrijheidsbond voor de laatste maal
onder presidium van mr. D. Fock in buiten
gewone algemeene vergadering te Utrecht
bijeen. In verband met dit afscheid, dat öe
bijeenkomst totaal beheerschte. was de zaai
met de nationale kleuren getooid Op de Be
stuurstafel prijkten weelderige chrysanthen,
een attentie van den Bond van Jonge Libe
ralen.
Het eenig agendapunt was de verkiezing
van een nieuwen voorzitter en daar er geen
andere candidaat was gesteld dan mr. W C
Dendelaar, gaf de voorzitter in overweging
dezen bij acclamatie te benoemen. De verga
dering gaf daaraan h?ar sanctie.
Rede van mr. D. Fock.
Mr. Fock wenschte den nieuwen function
naris met deze benoeming geluk en daarmee
tevens de partij die moeilijk een betere keuze
had kunnen doen. „Wij weten dat gij u ..the
right man in the right place" zult betoonen
en dat het u met uw gaven van veest en hart
niet moeilijk zal vallen de partij te leiden
door deze sombere tijden heen. De ongunsti
ge financieele en economische toestand leidt
ertoe dat velen in deze dagen zoeken naar
iets nieuws in de meening dat dan a"es we
weer in orde zal komen. Er zijn er die der,
ken dat als men doet als in Duitschland en
het nationaal-socialisme aanvaardt met al
zijn bombast, zijn theatraal vertoon en dwaz
gegroet, de moeilijkheden een keer zullen
nemen. In de eerste plaats hebt gij mr. Wen-
delaar, den plicht al dezulken ervan te over
tuigen dat het fascisme of nationaal-socia
lisme voert naar dictatuur, willekeur en ter
reur en het is aan u te toonen dat de vrijheid,
geen bandeloosheid het best wordt ge
diend door een sterk gezag, dat dit hoogste
goed op zijn beurt vóór alles zal kunnen
handhaven
Een kort wilde spr. hier nog naar voren
brengen, geen afscheidswoord, „want al
neem ik ook afscheid van deze plaats, dit is
geen afscheid van de partij een woord
van dank tot allen die hem tijdens zijn voor
zitterschap hebben gesteund.
Groote waardeering bleek de heer Fock te
hebben voor de samenwerking in de hoofd
bestuursvergaderingen; ook met den voorzit
ter der Kamerfractie mr Knottenbelt was de
omgang van prettigen aard.
Een dergelijke herinnering had spr. ook
aan de vergaderingen van de Kamerfractie
aan de vergadering van den Partijraad
aan den omgang in de Vrouwenclub en de In
dische Groep.
Ik heb groote waardeering voor den Bond
van Jonge Liberalen, vervolgde mr. Fock,
maar één opmerking moet mij toch van het
hart. Op de laatste partijraadvergadering is
door enkelen hunner een memorandum rond
gedeeld, waarin enkele zinnen voorkwamen
die spr. zeer hebben gehinderd. O.a. werd
„ouwelijke bedachtzaamheid gesteld tegen
over activiteit", maar sprekers langjarige
ervaring is geweest dat bedachtzaamheic
juist van grooten invloed kan zijn en dat
activiteit volstrekt niet het privilege der
jeugd behoeft te wezen. Spr. kende vele oude
ren van groote ervaring wier werkzaamheid
voor de partij van groot nut is geweest. Hij
eindigde dezen passus met de woorden
Hoedt U voor jeugdigen overmoed!
Dat er jongeren zijn die overloopen naar
het fascisme betreurde spr. ten sterkste
maar met genoegen had hij gelezen dat ten
minste de voorzitter van het Nat. Jongeren-
dat zou wenschen," antwoordde Mendoza
onvoorzichtig, want hij begon langzamer
hand boos te worden.
„Schrijf dat antwoord op, Perez. Met an
dere woorden, Mendoza, u denkt dat ik geen
eerbied heb voor het sacrament van het hu
wel ijk, dat ik op elk oogenblik van onwaar
de zou kunnen laten verklaren, indien dit
zou strooken met mijn politieke doeleinden
Bedoelt u dat?"
„Dat heb ik niet gezegd, sire. Ik zei dat
zelfs al zou Don Jan mijn dochter trou
wen,
„Ik weet heel goed wat u hebt gezegd,
viel de koning hem met gemaakte minzaam
heid in de rede. „Perez heeft alles op schrift
De gemeene, zwarte oogen van den secre
taris keken van zijn papier op en hij knikte
langzaam, terwijl hij naar Mendoza zag. Hij
begreep de heele situatie volkomen, maar de
generaal was te eerlijk om dat te begrijpen.
„Ik heb in 't openbaar verklaard, dat i
Don Jan, die weerloos was, heb gedood'
zei hij op ruwen toon. „Is dat nog niet ge
noeg?"
„O, neen!" antwoordde Philips bijna glim
lachend. „Dat is niet voldoende. Wij moeten
ook weten waarom u zoo'n afschuwelijke mis.
daad hebt bedaan. U schijnt niet te begrij
pen dat ik door u persoonlijk dit verhoor af
te nemen, u de schande bespaar van een
onderzoek door een rechtbank en waar
schijnlijk op de pijnbank. U moest heel dank
baar zijn, mijn waarde Mendoza."
verbond fusie met fascistisch geörienteerde
partijen heeft afgeslagen. Als er zijn die
overloopen hoopt spr. dat er jongeren zullen
komen die deze verdwaalden weer terugbren
gen
Een woord van groote waardeering richtte
spr. ook tot de liberale journalisten, die de
partij steeds hebben gesteund. Geheel eens
was hij het met het interview van den voor
zitter, den heer D. Hans. onlangs door dr.
Ritter voor de radio gehouden, dat de Neder
landsche journalistenstand een eerlijke en
onkreukbare stand is die zich in ieder op
zicht met de beste in het buitenland laat ver
gelijken.
Dan deelde de heer Fock mede, dat leef
tijdsoverwegingen hij is de 75 gepasseerd
hem hebben genoopt het besluit tot af
treden te nemen. Met groote gerustheid gaf
spr. het leiderschap over aan zijn opvolger,
omdat hij er zich van bewust was. dat het in
goede handen komt. Spr. wekte allen krach
tig op de liberale gedachte steeds meer te
propageeren en wees in dat verband op en
kele hoopvolle teekenen, uitlatingen als van
mr. Boon: „Na Zevenaar komt er geen natio
naal-socialisme", van prof. De Vries: „Niet
overgeven aan een machtsstaat".
Over zijn eigen iaren zal spr. niet praten;
dat is de taak van een geschiedschrijver.
Eén wensch wilde spr. uiten: dat de libera'e
mannen en vrouwen eendrachtig en flink te
zamen zullen werken om het beginsel van de
liberale partij hoog te houden en uit te dra
gen. „Eendracht maakt macht."
„Ik wek u op. aaneengeschaard, naast el
kander onder het commando van uw nieuwen
voorzitter om met hem werkzaam te zijn in
het fce'ang der partij en hem daarbij het ver
trouwen te geven waarop hij recht heeft om
zijn taak n»ar behooren te vervullen". Als
één man verhief zich daarop de volle zaal en
slaande juichte men den aftredenden voor.
zitter toe.
Rede mr. W. C. Wendelaar.
De nieuwe voorzitter, mr. Wendelaar, bur
gemeester van Alkmaar, dankte de vergade
ring voor het in hem gestelde vertrouwen
Het was spr. een behoefte het eerste woord,
dat hij in zijn nieuwe kwaliteit ging zeggen,
te wijden aan Haar, die ons aller souvereine
is en te getuigen van de groote liefde en
innige aanhankelijkheid aan het Huis van
Oranje in het algemeen en aan onze koningin
in 't bijzonder. Onder algemeene instemming
der vergadering verzond de nieuwe voorzit
ter een telegram van hulde aan de koningin,
waarin de behoefte wordt uitgesproken om de
belofte van hou en trouw te hernieuwen.
Staande zongen allen nu het Wilhelmus.
Een driewerf „Leve de Koningin", ingezet
door den voorzitter, werd door de enthou
siaste vergadering overgenomen.
Mr. Wendelaar dankte zijn voorganger
voor diens vriendelijke woorden, schetste zijn
roemvolle carrière, memoreerde hoe de heer
Fock thans zeven jaar het voorzitterschap d-r
partij op zich heeft genomen, .met groote
energie en kracht en stelde voor hem tot eere
voorzitter te benoemen.
Dit geschiedde onder groote geestdrift.
Spr. deed daarna een beroep op alle partij
instanties om hem in de vervulling van zijn
taak bij te staan en tevens op de liberale
pers. Andere jaartijen hebben een eigen pers,
maar wij zien het wonder dat een groot deel
van onze bladen zonder tot de eigen organen
te behooren toch liberaal is.
Mr. Wendelaar wees er vervolgens op,
dat sedert Thorbecke, die door middel van
zijn geniale wetgeving aan de liberale staats-
gedachte den vorm gaf, waaronder het Ne
derlandsche volk al dien tijd heeft geleefd,
vijf en tachtig jaar zijn voorbijgegaan zonder
dat groote, noemenswaardige veranderingen
in die gedachte zijn aangebracht. Wel hebben
zich in dien tijd tal van wijzigingen in de
maatschappelijke verhoudingen, zoowel na
tionaal als internationaal, voltrokken, wijzi
gingen zoowel op geestelijk als op sociaal
terrein. Daarom is de vraag gerechtvaar
digd juist in dezen tijd, nu de hervormingen
in de maatschappij zich zoo bijzonder snel
voltrekken, of de tegenwoordige vorm van de
liberale staatsgedachte ook voor dezen tijd,
die zoo tal van andere eischen stelt, nog past.
Deze vraag dringt zich te meer aan ons op,
omdat wij verzekerd kunnen zijn, dat na
deze crisisperiode de wereld er anders uit zal
zien dan daarvóór en zeker anders dan in de
dagen van Thorbecke.
Alvorens echter op die vraag eenig ant
woord te kunnen geven, aldus spreker, heb
ben wij ons eerst den inhoud van de libera'e
staatsgedachte goed voor oogen te stellen.
Het kenmerk van een liberalen staat is het
bevorderen van de ontwikkeling van zelf
standige kracht; zelfstandige kracht in pro
vincie, gemeente, vereeniging en individu.
Daarop was zijn doel gericht: bevorderen
van zelfstandige kracht.
Thorbecke schiep zijn liberalen Staat, die
werd opgetrokken op het fundament van de
constitutioneele monarchie. Met buitenge
woon gevoel voor evenwicht bakende hij
„Ik dank uwe majesteit," zei de oude man
koel.
„Dan is 't goed. Dus, wij weten dat uw haat
jegens zijn hoogheid reeds van ouden datum
was; en misschien had u al eenigen tijd geleden
het plan opgevat hem bij zijn terugkeer te ver
moorden".
Na een oogenblik gewacht te hebben, ver
volgde de koning; „Ontkent u nog hedenmid
dag gezworen te hebben Don Jan op staanden
voet te zullen dooden, als hij poogde een sa
menkomst met uw dochter te hebben?"
Mendoza stond verrast en met verwilderde,
wijd geopende oogen staarde hij Philips aan.
„Dat hebt u gezegd, nietwaar?" vroeg de
koning nadrukkelijk. „Ik vraag u op uw eer:
hebt u het gezegd?"
„Ja", antwoordde Mendoza eindelijk. „Maar
hoe wist uwe majesteit dat?"
De enorme onderlip van den koning kwam
naar voren en een leelijke trek in zijn kleur-
looze gezicht, die aanduidde, dat hij plezier
had, vertoonde zich. Langzaam bewoog hij
zijn kaak, alsof hij op iets beet, dat hij lekker
vond.
„Ik weet alles", zei hij langzaam. „Ik word
in mijn eigen huis goed gediend. Perez, wees
nauwgezet en schrijf alles op. Ik meen ook te
weten dat uw dochter zijn hoogheid vanavond
heeft ontmoet. U zult dit ook wel ontdekt
hebben. Het meisje is onvoorzichtig. Bekent
u te weten dat die twee elkaar hadden ont
moet?"
(Wordt vervolgd.)