DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Na de jongste Duitsche gebeurtenissen Voortzetting Berlijnsch brandproces. No. 247 Donderdag 19 Ociober 1933 135e Jaargang Hit het JUu Op de agenda van de Tweede Krmer voor heden stond onder meer de interpellatie van den heer Kupers naar aanleiding van de be sluiten van den minister van sociale zaken inzake de verlaging van den steun aan werk- looze arbeiders. Het voor de hand liggende gevolg was drukke opkomst op de publieke en gereserveerde tribunes, grooter waak zaamheid van de politie, die in de omgeving van het Binnenhof op tal van punten was opgesteld en daarnaast hier en daar hoopjes ;'leegloopers (of het allen werkloozen waren, ;Zou niet direct kunnen worden uitgemaakt). 'Maar het is allemaal moeite voor niets ge weest: de interpellatie is niet gehouden, wegens het late uur uitgesteld tot morgen middag. Dagetijhsch Een groote rede van Adolf Hitier over den huidigen toestand en over de a.s. verkiezingen HITLER EN AMERIKA. Ingenieur Bogun doet een relaas over een man, dien hij uit den Rijksdag heeft zien vluchten. De stumper v. d. Lubbe Wat vandaag de aandacht trekt Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. irancr door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aao de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 18 October 1933. De eerste nummers van de agenda der Kamer hebben niet te veel beslag op den tijd gelegd. Zonder bespreking heeft de Kamer haar goedkeuring gehecht aan een wijziging van het wetboek van Strafvordering, zoodat niet meer verplichtend zal worden gesteld, dat de rijksadvocaat bij uitspraken in be lastingzaken tegenwoordig zal zijn. Ook is zonder een woord van afkeuring of instem ming aanvaard een stel wetsontwerpen tot goedkeuring van de verdragen van 19 Maart 1931, ten eerste tot invoering van een een vormige wet op chèques, ten derde betreffen de het zegelrecht van chèques en wijders eenige wijzigingen in verschillende wetten in verband met dit verdrag. Des te meer is er gesproken over het vol gende ontwerp tot naasting van de spoor wegen Utrecht—Zwolle, ZwolleKampen en Den Dolder—Baarn. Dat is feitelijk al een oud beestje. Op 2 December 1932 n.1 werd de bespreking hierover geschorst, om dat de Kamer niet meeding met de gedrags lijn van de regeering ten opzichte van de overeenkomst met Kampen wat betreft de spoorwegen en omtrent de opheffing van de tram Zwolle—Blokzijl. Een aantal leden gevoelden behoefte hun meening te doen blijken. Om te beginnen hield de heer Duymaer van Twist (a.r.) een uitvoerige rede, waarin hij onder meer er op wees, dat, bij opheffing van de spoorwegver binding ZwolleBlokzijl, de weg niet vol doende zou zijn voor een behoorlijke busver binding. Het Rijk wil aan Kampen vor de ophef fing van de verbinding Zwolle—Kampen een vergoeding uitkeeren van 60 000 in ver band met het bedrag van 250.000, dat Kampen indertijd voor dit verbinding heeft betaald onder het stellen van bepaalde voor woorden. Voor een behoorlijke verbinding tusschen Zwolle en Blokzijl met behulp van motorbussen moest naar de meening van den heer Van Dijk (a.r.) de weg belangrijk ver breed worden, doch in de eerste plaats kwam hij op tegen de geringe uitkeering aan Kam pen, welke in geen verhouding staat tot wat dit vroeger heeft gestort. Ook de heer Ebels (v.d.) drong aan op verbreeding van den weg. Zoo dacht er mede de heer Krijger (c.h.) over, die zich kantte tegen de verdwij ning van de lijn ZwolleBlokzijl, zoolang er geen zekerheid bestaat omtrent de verbree ding van den weg, waarover de autobus zal loopen. Zoo dacht er ook de heer Engels (r.k.) over en de heer Van Kempen (lib.) stemde er mede mee in, terwijl de heer Zandt (statk. ger.) zelfs heelemaal niet van ophef fing wilde weten. E)e heeren van Braambeek en Van der Waerden (beiden s.d.a.p.) steun den daarentegen den minister, al meende eerstgenoemde dat de uitkeering 60.000 aan Kampen een noodelooze royaliteit was. Minister Kalff heeft zijn in een nota uit eengezette opvatting nader uiteengezet en de billijkheid van de schadevergoeding aan Kampen tevens betoogd. Aan de destijds door Kampen gestelde voorwaarden betreffende den loop der treinen is steeds ten volle voldaan, maar nu men tot opheffing over wil gaan, is een schadever goeding tot een bedrag van 60.000 zeer zeker billijk ,maar ook voldoende. Wat be treft de tram ZwolleBlokzijl, de slechte uitkomsten der exploitatie rechtvaardigen de opheffing, doch de minister is bereid aan de trammaatschappij te vergunnen een bus dienst te exploiteeren met behoud van het er reeds aan verleende voorschot van 30.000 Wat den weg betreft, verklaarde de minister zich bereid de verbreeding er van te bevor deren in aansluiting met dien naar Kuinre, welks verbreeding Overijsel en Friesland, naar hij meent, wel willen ter hand nemen Na een repliek van den heer Krijger (c.h.) is het wetsvoorstel aangenomen met 80 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren EXiy- maer van Twist (a.r.), Van Dis( staatk. ger.) Zandt (Staatk. ger.), Lingbeek (herv. ger.) en Krijger (c.h.) Hierna was aan de orde het ontwerp tot reorganisatie van de openbare organen be last met de uitvoering van de sociale ver zekering. In hoofdzaak werd voorgesteld opheffing van den Verzekeringsraad, terwijl het toe- zilht op de Raden van Arbeid dan bij de Rijksverzekeringsbank zal worden overge bracht, samenstelling van het dagelijksch be stuur van een Raad van Arbeid, te vormen door drie leden: een voorzitter, een lid-werk gever en een lid-arbeider, terwijl de Rijks verzekeringsbank bevoegd zal zijn admi nistratieve voorschriften aan de Raden van Arbeid te geven. De bespreking van dit ont werp is in hoofdzaak gevoerd tusschen mi nister Slotemaker de Bruine en den heer Van den Temoel s.d.a.p.), waarbij nu en dan een der andere leden een duit in het zakje wierp. De heer Van den Tempel had met zijn partijgenoot Kupers eenige amendementen ingediend en daarover heeft voornamelijk de discussie, na weinig beteekenende algemeene beschouwingen, geloopen. Wanneer we daaruit vermelden, dat van meer dan één zijde gepleit is voor de ambte naren, die door de opheffing van den Ver zekeringsraad buiten betrekking geraken en dede minister daaromtrent geruststellende verklaringen heeft afgelegd, kunnen we onzes inziens volstaan met de resultaten van het debat te vermelden. Zoo heeft de Kamer met 40 tegen 26 stemmen afgewezen een amende ment van genoemde heeren, strekkende om bij de benoeming van leden van den Raad van Toezicht op de Rijksverzekeringsbank rekening te doen houden met de grootte van de organisaties, die daarvoor voordrachten hebben ingediend. Van een dergelijke even redigheidsberekening wilde de meerderheid niet weten. Eenige amendementen, strekkende om aan den Raad van Toezicht ruimer adviseerende bevoegdheid te verleenen, werden door mi nister Slotemaker overgenomen. Een amende ment om een Raad van Arbeid niet uit drie, gelijk de minister had gewild, doch uit vijf leden (twee werkgevers, twee werknemers, iedere categorie met twee plaatsvervangers, alsmede een voorzitter) te doen bestaan, werd wel door den minister bestreden maar niette min zonder hoofdelijke stemming aangeno men. Het ontwerp is hierop zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd, waarop de ver gadering tot den volgenden dag werd ver daagd. In de leidersbijeenkomst der N.S.D.A.P., die gisteren in de zittingzaal van den Pruisischen landdag werd gehouden, heeft rijkskanselier Hitiereen groote rede ge houden, waarin hij in de eerste plaats over den buitenlandsche politieke toestand sprak, die in het nauwste verband staat niet de binnenlandsche werkzaamheden in de komende weken. De worsteling om gelijkbe rechtigdheid, waarbij de Duitsche natie thans in een beslissend stadium is getreden is onafschei delijk verbonden met den strijd om het econo- niische herstel den strijd om het brood, die in het Duitsche volk reeds langer dan 8 maanden doelbewust voert. De groote fout van alle vorige regeeringen in Duitschland is geweest, dat zij geen rekening hebben gehouden met het beginsel, dat elke deelneming aan internationale conferenties van te voren doelloos zou zijn, zoo lang de gelijk berechtigdheid niet verwezenlijkt was. Hitier noemde zijn voorganger in vorige re- op vrede ge^ringen min of meer lijdend aan de Geneef sche ziekte, waardoor zij pessimistisch ten aan zien van Duitschland en optimistisch ten aan zien van den Volkenbond werden. Hitier daar entegen is optimistisch ten aanzien van z volk en pessimistisch ten aanzien van Gene en den Volkenbond. Duitschland was nimmer vredelievender dan thans. Nu het den rug heeft toegekeerd aan deze stad met zijn weinig wekkende atmosfeer. Het geheele Duitsche volk staat achter de geering wanneer het verklaart dat het vr wil, doch zich niet als een tweede-rangs gendheid laat behandelen. Terwijl Duitschland elke geweld-politiek wijst is het anderzijds vast besloten rechten te beschermen. In dit verband dient verkiezingspropaganda der partij gezien te wor den. Met elke achterstelling van alle °>jza e moet alles geconcentreerd worden op de e langrijkste kwesties, 't bullen weken van ïepe en heilige ernst voor het Duitsche volk zijn. Het groote verzoeningswerk in het volk zelf dat door het nationaal-socialisme is begonnen moet af zijn de thans zijn bekroning vinden. Ook den vroegeren tegenstanders op het terrein der binnenlandsche politiek wordt in het teeken van dezen strijd der geheele natie de hand gereikt indien zij be wijzen, dat ook zij voor de Duitsche eer willen strijden en een even groote liefde tot den vrede toonen. Elk nationaal-socialist moet zich bij al zijn doen en laten van deze verantwoorde lijkheid bewust zijn en bij het doen van zijn plicht hard zijn jegens zichzelf. Wie als na- tionaal-socialist zijn nationalen plicht ver zaakt, moet begrijpen dat hem nog minder te vergeven valt, dan andere volksgenooten. De partij heeft een groot nationaal doel en daar aan moet alles ondergeschikt zijn. Hitier behandelde in het kort nog eenige economische kwesties. Wanneer de natie thans het gevoel heeft, dat men economisch vooruitgaat, dan moet alles gedaan worden om dezen vooruitgang te versterken. Met een opwekking aan ieder om zich plicht te doen, eindigde Hitler zijn rede. De houding van de Engelsche regeering. Naar Reuter gisteravond meldde, heeft de bijeenkomst van het Engelsche kabinet dui delijk aangetoond, dat de collega's van Sir John Simon het volkomen met zijn houding eens zijn en dat hij bij alle onderhandelingen den steun van het heele kabinet heeft. Sir John Simon zal volgende week naar Genève terugkeeren; voordien zal er mis schien nog een kabinetsraad worden gehou den. Betuigingen van hulde aan de Duitsche regeering. De Duitsche regeering heeft naar aanlei ding van haar jongste maatregelen een groot aantal betuigingen van trouw ontvangen, o.a. van het meer dan drie millioen boeren omvattende Raiffeisenverband, van den Duit- schen landbouwraad, het rijksverbond van Duitsche werknemersvereenigingen, het Duit sche landarbeidersverbond, het Duitsche me- taalbewerkersverbond, het rijksverbond van Duitsche schrijvers, dat van de uitgevers en dat van de artsen en apothekers. Hitler en Washington. Dinsdagmiddag is de nieuwe Amerikaan- sche ambassadeur te Berlijn, William E. Dodd, door rijkskanselier Hitler ontvangen, met wien hij een onderhoud van ongeveer een uur had over den algemeenen toestand, in het leven geroepen door Duitschlands terug trekking van de ontwapeningsconferentie, en over verschillende Duitsch-Amerikaansche kwesties, zooals de bescherming van Ameri- kaansche staatsburgers in het Duitsche rijk. Na afloop gaf Dodd uiting aan zijn vol doening over het onderhoud, dat, naar hij mededeelde, zeer hartelijk was en waarin Hitler de in zijn Zaterdag gehouden rede geuite vreedzame gevoelens herhaalde. Volgens de „New-York Herald" gaf Hitler den ambassadeur de verzekering, dat hij ern stig wenschte alles te vermijden wat het toe vlucht nemen tot geweld in Europa zou ver haasten. Volgens het blad wijst alles er op. dat Hitler het gevaar inziet van een overijld handelen door een der regeeringen en de voorkeur geeft aan kalm onderhandelen. Daarom wordt de verdaging der ontwape ningsconferentie voor een week, te Berlijn met instemming begroet. De „Herald" vestigt er ten slotte de aan dacht op, dat de Duitsche regeering haar be sluit om uit den Volkenbond te treden nog niet officieel ter kennis van den secretaris generaal heeft gebracht, welk feit het blad veelbeteekenend noemt, daar het erop wijst dat Duitschland de deur nog niet definitief achter zich heeft dichtgeslagen. Het is echter ook mogelijk, dat Berlijn met zijn officieele kennisgeving wacht tot na de volksstemming. Amerika voldaan. Naar Reuter uit Washington seint, is het departement van buitenlandsche zaken vol daan over de veroordeeling tot een half jaar gevangenisstraf van twee „bruinhemden", die te Dusseldorf een Amerikaansch staats burger hebben mishandeld. Tegenspraak. Philips, de Amerikaansche onderminister van buitenlandsche zaken, spreekt naar Reu ter uit Washington meldt het gerucht tegen, dat de ronde doet, als zou Hitler den Ameri- kaanschen ambassadeur op het denkbeeld hebben gebracht, dat de Ver. Staten een for mule zouden moeten zoeken om den terug keer van Duitschland naar de ontwapenings conferentie mogelijk te maken, en eveneens het gerucht, dat Dodd de goede diensten der Ver. Staten zou hebben aangeboden. Bezichtiging onderaardsche gang. Na de pauze in de gisteren gehouden zitting van het proces inzake den rijks dagbrand gedurende welke de onder aardsche gang nauwkeurig werd bezich tigd waarbij werd geconstateerd dat zonder rumoer een man op kousen de gang niet door kon gaan werd getui ge Adermann nogmaals gehoord over de z.g. stafwacht. Getuige deelt mede, dat de president van den Rijksdag een stafwacht van on geveer zes man had. Als minister-presi dent Göring niet in de voorzitterswo ning toefde, kwamen de leden der staf wacht ook niet op. Op den avond van den brand was Göring niet in de wo ning, dus was de stafwacht er ook niet Dr. Sack wijst op een te Londen afge legde verklaring van den secretaris der sociaal-democratische fractie, dr. Hertz, dat sedert Göring voorzitter van den Rijksdag was, in de ambtswoning steeds veel lieden in S. A. en S. S. uniformen in en uit gingen. Of deze S. A.-lieden persoonlijk wachtdienst deden in de voorzitterswoning, lijkt mij een vraag van gewicht. Getuige Adermann verklaart dit voor een leugen. Er is nog nooit een wacht van S. A. of S. S-lieden in het huis van den president geweest. Wanneer er hee ren in uniform kwamen, dan waren het bezoekers. De kwestie van de stafwacht. De vraag van beklaagde Dimitroff, of het mogelijk is, dat niettegenstaande de bewakingsmaatregelen, vreemde perso nen onopgemerkt door de ondergrond- sche gang konden komen, beantwoordt getuige ontkennend Daarna werden twee portiers van het huis van den rijksdagpresident gehoord, die beiden verklaarden, dat er nooit een permanente S. S.-wacht van 30 man in het huis is geweest. Er waren alleen dan S. S.-lieden als minister-president Go rt g, als rijksdag pre üdent, besprekin gen hie'd. Nooit zijn er S. A.-lieden bin nen geweest. Hierop werd getuige Weber gehoord, die als leider van een S. S.-commando steeds tot het gevolg van Göring behoort. Getuige verklaart, dat hij op 27 Fe bruari dienst had in het ministerie van binnenlandsche zaken. Toen de minis ter-president tegen half tien bericht van den brand kreeg, heeft getuige hem on middellijk in een auto naar den Riiks- De toestand in Duitschland n» de jongste gebeurtenissen in het rijk. (Dag. Overzicht Duitsche christenen en politiek. (Buitenland.) De onrust in Oostenrijk (Buiten land.) Belangrijke Belgische kabinets raad. (Buitenland.) Te Den Haag een tram op een colonne militairen gereden; één doode. (Binnenland.) Te Nieuw-Kuyk op een onbewaak- ten overweg een vrachtauto verplet terd door een trein Een der inzit tenden licht gewond. (Binnenland.) In „De Ingenieur'" betoogt ir. W. Kamp, dat een autobaanbedrijf over den afsluitdijk beter op haar plaats is dan een spoorbaan. (Binnenland) De Internationale en de Socialis- tenmarsch voor de radio verboden. (Raiio.) Vergadering K. v. K. en F., be spreking o.m. omzetbelasting, regee- ringsbemoeiïng inzake het vervoer langs den openbaren weg en toe stand overweg Bergerweg (Stad en omgeving.) Behandeling van bezwaren tegen het uitbreidingsplan aan den Wes- terweg voor den Raad van State. (Stad en omgevirg.) Zie verder eventueel Laatste Be richten. dag gebracht. In den Rijksdag heeft kapitein Jakobi hem gelast om miet drie Schupo-lieden de keldergang te door zoeken. Wij hadden in het huis van den presi dent den sleutel gehaald en waren naar de gang gegaan. De toegang was gesloten en ook de deur tot het rijksdaggebouw. Niets bijzonders was hem opgevallen. De werklooze Göring. Dr. Sack wijst op een bewering in de buitenlandsche pers ,dat minister presi dent Göring op dien dag om zoo te zeg- ger werkloos in het ministerie had ge zeten en slechts op het melden van den brand zat te wachten. Getuige Weber zegt. dat dit onwaar is. Deskundige dr. Schatz verklaart dat hij op zijn teenen de gang doorgeloopen is, en hoewel hij zeer voorzichtig had geloopen, was er toch een hoorbaar ge- ruisch geweest. Het verhaal van Ir. Bogun. Ingenieur Bogun vertelt daarop uit voerig, wat hij gezien heeft. Toen ik bij ingang II kwam hoorde ik een geluid of iemand een deur wilde opentrekken. Ik keek en zag een man met een glad gezicht en een donkere overjas, die uit de deur keek. Op dat oogenblik, misschien omdat hij mij zag, schrok hij en tuurde naar den kant van den „Tiergarten" naar twee vrouwen, die hem tegemoet kwamen. Ik meende te merken, dat deze beide vrouwen een handbeweging maakten, alsof zij hem wenkten. Op dat oogenblik zette de man het op een loopen. Hij sprong de trap af en draafde in de richting van de Sieges Allee De vrou wen keken nog vaak naar hem om en ook de man keek bij den lantaarn op den hoek nog eens om. Toen verdween hij. Ik nam aan dat hij een beambte van den Rijksdag was. Weer viel mij op, dat geen licht brandde en de deur niet ge sloten was. Ik wist dat steeds een poli tieagent op den hoek stond en hem wi'de ik mijn waarnemingen vertellen. Ik zag echter geen agent. Ik liep toen in de richting van het gebouw van aen gene- ralen staf. Daar stonden een man in een lederen jekker en een vrouw, die naar het rijksdaggebouw keken. Ik hoorde de vrouw zeggen: „Kom mee, man, het zal een mooie geschiedenis worden." Overi gens was in den geheelen omtrek nie mand te zien. Thuis komende, hoorde ik in de radio dat het rijksdaggebouw in brand stond Ik dacht dadelijk dat die man, .dien ik hij de voordeur had gezien, daarbij betrok ken zou kunnen zijn en dus reed ik snel oo mijn fiets naar de politiewacht aan de Brandenburgerpoort om van een en ander mededeeling te doen Nog steeds de sleutel. President: „Hoe stond het met het sluiten van de voordeur?" Getuige: „De deur werd met een dub belen slag dichtgetrokken. Een sluiten heb ik niet gehoord Wij uebben destijds met de politie proeven met de deur ge nomen. Wanneer de deur van buiten wordt dicht getrokken, hoort men den dubbelen slag niet. Wanneer men ze achter van binnen dichtwerpt, hoort men een dubbelen slag Toén ik, ging getuige voort, Popoff bij de confrontatie zag, schrok ik even. want ik meende in hem den man te herkennen. Ik had da delijk den indruk dat ziin houding en manier van staan en loopen dezelfde waren Ook de hoed was dezelfde. De mogelijkheid van een vergissing is een ter niet uitgesloten." President: „Indien gi| beden, lettende op alle omstandigheden uw vvaarno- mingen nog eens onder wt orden moest brengen, hoe zoudt gij dan aanvoerden op de vraag, of hij het was of niet?" Getuige: „Ik zou op dezelfde wijze moeten antwoorden als destijds." Er ontspint zich dan een lang discus sie over tegenstrijdigheden in sommige getuigenverklaringen. Dr. Teichert verzoekt om nog een p ar getuigen te hooren. Ook bestaat er verschil van meening hoe laat zich een en ander bij ingang II heeft afgespeeld. Waarschijnlijk zal het ongeveer 9.05 geweest zijn. Popoff is vermagerd. Beklaagde Popoff verklaart dat hij er voor zijn arrestatie geheel anders had uitgezien dan op den dag van de confrontatie met de getuigen. In de drie weken van zijn hechtenis had hij zeer onder griep en ernstige maagpijn te lij den gehad. In dien korten tijd had hij 5 tot 6 K.G. aan gewicht verloren. Popoff wijst er verder op dat getuige Bogun over zijn (beklaagdes) hoofdbe dekking vijf elkaar tegensprekende ver klaringen heeft afgelegd. Op de vraag van den president of ge tuige Bogun naar aanleiding hiervan zijn verklaring moet wijzigen of aan vullen .antwoordde deze: „Neen". De president deelt daarop mede, dat getuige Thaler opnieuw zal worden ge hoord. Popoff verwijt getuige Bogun, dat hij onwaarheid over zijn persoon heeft ge sproken, tegen welke uitlating de pré sident protesteert. Popoff verzekert nog maals zijn onschuld. Beklaagde Dimitroff stelt dan weer zijn gewone vraag betreffende het be- hooren van getuige tot eenige partij. Bogun antwoordt ,dat hij tot ¥7 be hoort heeft tot de Duitsch-nationale be drijfsgroep bij Siemens, echter geen lid van de partij was. Daarop wordt de zitting gesloten tot .Vrijdag,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1