Het Berlijnsch proces. Zoowel de nazi's als de zullen geweten hebben, communisten op welk uur de contröle het minst was. HET PROCES WEER INTERESSANT. Amerikaansche notities DIEFSTAL IN KERKEN. De 21-jarige gedetineerde J. H. F. Th. Kr., zich noemende koopvrouw, heeft zich voor de rechtbank te Den Haag, te verantwoorden gehad ter zake van twee diefstallen, ge pleegd in Juli j.1., reso. in de pastorie van de R K. kerk „De Goede Herder" te Wasse naar en in de R K. kerk te Monster. Het O. M. vorderde een jaar gevangenis straf. OMKOOPING VAN AMBTEN De Haagsche rechtbank heeft \R. gister vonnis gewezen in de zaak tegen den ex-bureelambtenaar der P. T. T., J. J. S., tegen wien 2)4 jaar gevangenisstraf is geëischt ter zake van het in strijd met zjjn eed als ambtenaar aannemen van giften en het verstrekken van inlichtin gen san derden. De rechtbank veroordeelde verdacnte overeenkomstig dezen eisch, doch bracht 2 maanden voorloopige hechtenis in mindering van deze straf. De aannemer M. A. v. d. B uit Moordrecht, werd wegens het doen van een gift of belofte aan den verdachte veroordeeld tot 1)4 jaar gevangenisstraf De eisch luidde 2 jaar. BRANDSTICHTING IN EEN HOOIBERG. De Utrechtsche rechtbank heeft den 73-jarigen wever A. P en den 28-jarigen chauffeur H E., beiden zwervende, we gens brandstichting in een hooiberg in de gemeente Maartensdijk veroordeeld tot 3 onderscheidenlijk 1)4 jaar gevan- geneisstraf. met aftrek der voorloopige hechtenis De eisch was 4 en 2 jaar vangenisstraf. HET UITGEVEN VAN VALSCH GELD. Voor het gerechtshof te Amsterdam heeft zich te verantwoorden gehad de 27-jarige electriciën H. v. d. H die door de rechtbank te Utrecht op 8 Augustus is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf verminderd met voorloopige hechtenis wegens het uitgeven van valsch geld wetend, dat dit niet ech< en onvervalscht was. Eisch bevestiging. ^zsMmciaai 7liemas Rekening Sint. Nicolaasfeest: ontvangsten 146.91, uitgaven f 136.31, saldo 10.66. De heer K. v. Graft en A. Volkers advi seerden tot goedkeuring. De bestuursverkiezing gaf tot uitslag, dat de heeren C. v d. Ham, C. de Jong Jz. en M. Zeegers met bijna algemeene stemmen werden herkozen. Behandeling van den beschrijvingsbrief. Deze verliep bijna zonder discussie over de verschillende voorstellen. Over de contributie ontspon zich een uitge breide discussie, die ten slotte zoo werd ge regeld,, dat het bestuur de volle bevoegdheid over deze kreeg. Over de vergrooting van het orgaan van Volksonderwijs werd besloten om met het voorstel van het hoofdbestuur mede te gaan, en het orgaan inplaats van per maand per 14 dagen te laten verschijnen. Als afgevaardigde naar de Algemeene Vergadering werd gekozen de heer C. Kloos terboer; als plaatsvervanger de heer J. van Kampen. Bespreking propaganda-avond. Besloten werd om in begin Februari een propaganda-avond te organiseeren. Een spre ker zal worden aangevraagd, terwijl de kin deren der hoogste klassen eenige nummertjes zullen zingen; verder aanvulling door de leden. Na uitgebreide besprekingen werd beslo ten om op bescheiden schaal een Sint Nico laasfeest voor de kinderen te organiseeren. Hierna sluiting. SINT PANCRAS. De Bond van Staats ^ensioenneering ver gaderde Dinsdag 24 Oct. in het lokaal van den heer Bouwstra onder leiding van den heer J. van Kampen. In zijn openingsrede wees de voorzitter op noodzaak van den bond van „Staatspen sioen", omdat thans zoovele oudjes van 65 jaar verstoken blijven van de zoo begeerde 3 gulden. In dezen kommervollen tijd konden vele eigen werkers de premie niet betalen en zij daardoor uitgesloten. Hiervoor moet de bond strijden, er wordt wel eens gezegd: er is staatspensioen. Dat is waar, doch niet voor allen, en dit is ons streven. De penningmeester, de heer Boskamp, gat verslag van zijn financieel beheer. De ont vangsten waren 106.29, uitgegeven werd f 56.90, zoodat het saldo 59.39 bedraagt. De bestuursverkiezing gaf tot uitslag, dat de heer J. v. Kampen werd herkozen. In de plaats van den heer J. v. d. Ham (niet her kiesbaar) werd gekozen de heer M. Hoog land. De voorzitter dankte den heer v. d. Ham voor de vele werkzaamheden in het bestuur verricht. 4 Maart 1934 zal de afd. St. Pancras haar 25-jarig jubileum vieren. Dit feit moet trots de tijdsomstandigheden feestelijk wor den herdacht. Besloten werd om als spreker dien avond te laten optreden ds. Bloemhof van Heiloo. „Kunst naar Kracht" zal worden gevraagd om b.v. een éénacter op te voeren, en voorts, indien de financiën het toelaten, zal een hu morist worden uitgenoodigd. Een en ander zal door het bestuur worden uitgewerkt. De oudjes zullen dien avond worden uit genoodigd. De heer Boskamp, als afgevaardigde der federatie Alkmaar, deelde nog mede, dat de noodlijdende vereeniging niet zooals voor heen bij het hoofdbestuur, doch thans bij de federatie om steun kan aankloppen. Hierna sluiting. Best afgelpopen. Bij werkzaamheden op een warenhuis had de heer Jb. Groen het ongeluk om uit te glijden, zoodat hij door een ruit viel. Behou dens eenige schaafwonden en snijwonden van het glas kwam hij er goed af. De vereeniging „Volksonderwijs" verga derde Dinsdag 24 Oct. in het lokaal van den heer Bouwstra, onder leiding van den heer P. de Ruiter, Hoofd der O.L.S. Als eerste punt werd behandeld de weder om te organiseeren cursus voor rijpere jeugd Reeds twee winterseizoenen is een cursus ge houden, die vruchten heeft afgeworpen. Hier voor is echter noodig de financieele steun der gemeente. Door het bestuur van de oudercommissie is een verzoek aan het gemeentebestuur ge richt. Hierop is antwoord ontvangen, dat 60 beschikbaar wordt gesteld. Dit bedrag is het vorig jaar geretourneerd, dus is op het verzoek zoo goed als afwijzend beschikt, al thans door B. en W. Als leider van den cursus zag de voorzit ter echter geen kans om voor die 60 een winter te vullen. Het bestuur van „Volks onderwijs" heeft dan ook besloten om een ver zoek aan den raad te richten om meerdere subsidie. Dat deze cursus door de leerlingen op prijs wordt gesteld, bewijst wel, dat zich al leen jongens, reeds 26 leerlingen hebben aangemeld. Ook door de leerlingen zelf zal een verzoek aan den raad worden gericht om subsidie voor den cursus. Namens de geheele vergadering werd be sloten een verzoek om subsidie tot den raad te richten. De heer Zeegers gaf hierna als penning doester een overzicht over de financiën. Ontvangsten 128.44, uitgaven 85.55, •aldo 42.80. HEILOO. De Rederijkerskamer ,,'t Ontluikende Roosje" opende Dinsdagavond het seizoen met de opvoering van het geheele nieuwe blij spel „Ketty jokt nooit", onder regie van den heer P. v. 't Veer. Oudergewoonte was de Rustende Jager tot de uiterste hoeken bezet. Het stuk speelt in Chicago en is een Ameri kaansch blijspel in 3 bedrijven van Miss Margaret Maye. Het is echt Amerikaansch, de tooneelen die er in voorkomen zijn zoo dat het wel waar zou kunnen zijn! William Harrison, een za kenman is nog niet lang gehuwd. Zijn vrouw Ketty houdt veel van uitgaan en pret ma ken, muziek, zang en tango nemen haar ge dachten in beslag. Bij dat leven passen geen kinderen, die zij dan ook niet wil omdat ze haar kunnen belemmeren. Haar man is dol op kinderen en bovendien jaloersch op zijn schattig vrouwtje. Hij heeft een vriend Jim- my Scott, waarmede zijn vrouw heeft gedi neerd. Niets bijzonders, doch Kitty, die de ja louzie van haar man kent, wil het stil hou den. Jimmy berust daarin, hoewel hij een samenkomst in een groot restaurant, heel ge woon vindt. William meent dat hij bedrogen wordt en wil naar Francisco. Ook omdat hij geen kinderen heeft, is zijn leven een mis lukking, althans zoo ziet hij het Als hij weg is ontdekt zijn vrouw hoe lief zij hem heeft maar daarmede heeft men niet in eens kinderen. Maggy Scott, echtgenoote van Jimmy weet er wat op. Een kind aange nomen uit een zuigelingenkliniek, en klaar is Kees! William moet terug en wordt op de hoogte gebracht welk geluk hem wacht. Met spoed komt hij naar huis. Zijn vrouw, een jonge moeder van een kind van 8 dagen ligt nog in bed. Doch de baby is nog niet geko men. Ja, daar moet wat op gevonden worden. Er wordt gezegd dat Jimmy met de kleine uit wandelen is. net is onbegrijpelijk dat men 's avonds met een baby van 8 dagen uit wandelen is, doch dat is Amerikaansch. Blijkbaar is ook Amerikaansch dat een man en geen vrouw met een kleine uitgaat. Intus- schen heeft de gelukkige vader „zijn" stam houder aan zijn hart gedrukt en hij is dol van vreugde. Maar het leed is niet geleden, de moeder wil geen afstand doen en het kind moet terug. Ook daar wordt wat op gevon den. Maar de ruiling, welke alweer door Jimmy moet geschieden heeft juist plaats als de gelukkige vader binnen komt. Algemeene verrassing bij den vader. Een tweeling! Va der heeft dus twee zoons, doch het geruilde is een meisje. Ook dat moet geruild worden en juist als de ruiling volbracht zal worden, komt dé vader andermaal binnen. Algemeene verbazing en verwarring en de vader vraagt of het met een drieling nu eens uit is! Na tuurlijk komt er een oplossing. Het bedrog der vrouw wordt door haar bekend gemaakt en er volgt verzoening en belofte. Er is gelachen, neen er is geschaterd. Het is een prachtstuk. Om Jimmy (de heer A. Roest) is gehuild van het lachen. De non chalante wijze waarop hij, het manusje van alles, de zondebok, waarop alle klappen neerkwamen, met den kinderenruil omging was kostelijk. De rol van Harrison (A. Greeuw Jr.) was eveneens goed, vooral in het derde bedrijf. De lang niet benijdens waardige rol van Ketty (mevr. Roest Bood) was geheel af. Mooi spel gaf te zien Maggy Scott (mej. F. Rus). Ook de kleine rollen (van geen beteekenis) werden goed vertolkt. De grimeering van de firma Ridde- rickhoff te Hoorn was wat overdreven, voor al voor Henri, den ober, doch ook dat zal wel Amerikaansch zijn. Gebr. v. d. Stok en Jan Smit zorgden voor passende muziek. Het was een goed geslaag de avond. (Van onzen eigen correspondent). Berlijn, 25 October 1933. i-ciis zij, die het proces-v. d. Lubbe, dat zeker nog tot in de laatste helft van Novem ber duren zal, dagelijks van nabij meemaken, en niet zelden in een donkeren hoek van de zaal of buiten in de clubfauteuils der couloirs een „tukkie" gedaan hebben, geven toe, dat de ontwikkeling der dingen interessant be gint te worden. Men raakt langzaam maar zeker in de omgeving van de vermoedelijke kern der ge beurtenissen. En hier wordt het, gezien de beroemde „persvrijheid" in Duitschland, noo dig, dat de berichtgever meer dan gewoonlijk op zijn zinnen gaat letten. Men is hier in Duitschland in officieele kringen nog altijd even snel geraakt en wordt over alles, wat wij buitenlanders zeggen en schrijven, vaak zoo eenzijdig en hatelijk ingelicht (waarbij helaas landgenooten dezer buitenlanders blijkbaar de laffe rol van verklikkers spe len!), dat het gewenscht lijkt, zijn woorden nauwkeurig te wegen, teneinde niet in Ne derland of in Duitschland verkeerd verstaan te worden. Ja, het proces- v. d. Lubbe begint interes sant te worden. Het mozaïk-werk der onder vraging van nu reeds 40 tot 50 getuigen en van een aantal deskundigen op medisch, scheikundig en brandweerkundig gebied maakt het reeds mogelijk, gezichten en om trekken te herkennen en een deel der hande lingen te reconstrueeren. Al moet ook heden nog geconstateerd worden, dat nog naar geen enkele zijde ook maar het geringste be wezen is. Bewezen is m.i. slechts de volko men onpartijdigheid dezer hooge rechters en het eindelooze geduld en de pijnlijke nauw keurigheid van den president dr. Bünger. Daarover zijn ook al mijn collega's, welke nationale pers zij ook vertegenwoordigen en hoe hun meeningen verder uiteen mogen loopen, het eens. Maar overigens? Overigens beginnen we alleen nog maar duidelijker omtrekken te zien en beginnen ze kere mogelijkheden vastere vormen aan te ne men. Het belangrijkste, wat we sinds den dag van gisteren in ons opgenomen hebben, is het volgende: het staat niet meer muur vast, dat Marinus van der Lubbe de waar heid spreekt. Ik wil hier even enkele bijzonderheden in de herinnering mijner lezers terugroepen. Marinus van der Lubbe beweert, dat hij, voordat hij het gebouw van den Rijksdag bin nenklom, wel tevoren, bij daglicht, om dat gebouw heengeloopen was, maar niet binnen geweest was. Hij houdt dat vol, ofschoon eenige gidsen van groepen bezoekers, die re gelmatig den Rijksdag met toeristen doorwan delden, meenen, de opvallende persoonlijk heid van v. d. Lubbe kort voor den brand in een toeristengroep ontdekt te hebben. We willen een oogenblik aannemen, dat de Hol landsche brandstichter niet den Rijksdag van binnen gezien had, wat ook wel zou kunnen kloppen met den eenigszins wonder lijken weg, dien hij op het oogenblik vai t in het gebouw genomen waarop v. d. Lubbe brandstichting heeft. Tot op het oogenblik het hooggelegen hoekvenster van de restau ratiezaal aan den buitenkant bereikt had, klinkt alles, wat we daarover te hooren ge kregen hebben, normaal. Plaats en uur waren goed, bijna zou men zeggen: te goed, gekozen. Kort voor negen uur 's avonds heeft de electricien, die met de controle op de ver lichting belast is, zijn laatste ronde gedaan en bijna alle lampen in den Rijksdag uitge draaid. De laatste postbode, die met een zak lantaarntje zijn weg zoeken moet, is dan ook reeds weg. De eerste nachtronde begint pas om tien uur. Tusschen 9 en 10 is er dus eigenlijk geen controle, behalve dan aan den eenigen nog bewaakten en geopenden uit gang en via den zoogenaamden „onder- aardschen gang", die Rijksdag met ketelhuis, presidentenpaleis en beambtenwoning onder de straat door verbindt met den eveneens bewaakten uitgang in het Paleis van den Rijksdagpresident en het complex der dienst woningen. De vraag doet zich voor, of Van der Lubbe geweten heeft, dat juist dit uur van 9—10 's avonds zoo gunstig was. Het is bijna aan te nemen. Het toeval ware anders te groot Neemt men het aan, dan doet zich de vraag voor: wist hij dat 'an de zijde van commu nisten dan wel van hun tegenstanders? Men kiest nog geen partij, wanneer men beide mogelijkheden overweegt. Zoowel nazi's als communisten zullen geweten hebben, op welk uur per dag de controle in het reusachtige gebouw zeer zwak was of wel volkomen ont brak. Afgevaardigden van alle toen nog be staande politieke partijen, ook van de beide radicale groepen, woonden op 27 Februari 1933 nog in den Rijksdag, konden zich vrij bewegen, konden ongevisiteerd door alle toe gangen naar binnen komen en in hun tas- schen materiaal van elk soort, dus ook tot voorbereiding van een brandstichting, naar binnen brengen. Zeker dus kort voor de brandstichting, toen de controle nog volko men normaal d.w.z. uiterst slap was. Wat volgt daaruit? Elke politicus-afgevaardigde, die v d. Lubbe bij zijn werk wilde helpen, al thans hem inlichten wilde, was daartoe in staat. Men kon, al zag de Hollander er op vallend-sjovel uit, hem zelfs naar binnen brengen zonder controle. Is dit alles ge schied? Men weet het nog altijd niet. Maar één ding staat vast: v. d. Lubbe is naar bin nen geklauterd langs den moeilijksten weg eerst tegen den gevel op, daarna door twee enorm-dikke vensterruiten kapot te slaan en ondanks het gevaar van ernstige verwonding door het gat naar binnen te klimmen. Nemen we nu even aan, dat hij hulp gehac heeft van een soort, als door de chemische en brandweerkundige specialisten wordt aange nomen, hulp dus, die in de groote zit tingszaal kort voor het binnenklauteren van v. d. Lubbe alles geprepareerd heeft door het rondsprenkelen van een zekere vloeistof, die tot zelfontbranding voert en door het aanbrengen van tal van brandhaarden dan is voor een normaal denkend mensch on begrijpelijk. waarom deze bondgenoot of bond-genooten v. d Lubbe een zoo moeilijken weg hebben doen inslaan, hem hebben laten ronddoolen zeker 10 minuten lang, door al lerlei aan den straatkant gelegen zalen en kamers, waatdoor hij voortdurend de aan dacht van voorbugangers en oolitie moest trekken en ook getrokken beeft; waarom men er niet tenminste voor zorgde, dat het venster, voor binnenklauteren bestemd, niet ongesloten bleef en v. d. Lubbe met den weg door den rijksdag en de mogelijkheid om te ontvluchten beter bekend gemaakt was! Men kan deze onverschilligheid jegens v. d. Lubbe aangenomen, dat hij inderdaad den brand niet alleen gesticht heeft, gelijk ons thans, alle deskundigen verzekeren slechts verklaren indien men het met een der deskundigen eens is, dat v. d. Lubbe een werktuig in handen van veel gevaarlijker brandstichters was, die als hoofddoel hadden, de groote zittingszaal in brand te steken en die v. d. Lubbe als afleiding voor politie en brandweer noodig hadden. Nu loopen over deze „afleiding" de mee ningen uiteen. Brandweerspecialisten mee nen. dat het weliswaar had kunnen gelukken, den brand later of wellicht zelfs te laat bij de brandweer bekend gemaakt te krijgen, daar de hoofdzittingszaal midden in het gebouw ligt en brand in dit midden onder gunstige omstandigheden pas zichtbaar kan zijn als ten slotte de vlammen in den glazen dak koepel van de straat af te zien zijn. Was de brandweer dan ten slotte ter plaatse aange nomen, dan zou het hoofdblussch.ngswerk waarschijnlijk vertraagd zijn, indien v. d. Lubbe opdracht had gehad, bijbrandjes te stichten onmiddellijk rondom de groote zaal, die bovendien van de straat af niet te zien i>ehoorden te zijn. Wat in werkelijkheid gebeurd is, heeft oogenschijnlijk met gezond verstand niet het minste te doen. Van der Lubbe vond geen geopend of tenminste aangeleund venster, maar een dubbel gesloten venster. Hij sloeg of trapte met reuzekrachten deze ruiten in. en wel terwijl hij daarbij reeds een branden den vuurmaker in dehand had! Met andere woorden: hij deed alles om de aandacht op zich en zijn daad te vestigen. En wel nadat rij even te voren alles gedaan had, om zoo onzichtbaar en onhoorbaar mogelijk aan het bedoelde venster te komen. Eenmaal binnen in de restauratiezaal stak hij aan den straat kant hetdikke gordijn in brand. Waarom? Om af te leiden? Om de brandweer te be moeilijken en eerst op een valsch spoor te leiden? Men kan het niet begrijpen. Was hoofddoel de brand van de (onzichtbare) groote zittingszaal, dan zou het toch logisch geweest zijn, indien men zoolang mogelijk elk brandschijnsel vermeden had, opdat de brandweer zoo laat mogelijk gealarmeerd werd. Voorts liep van der Lubbe volkomen stelselloos heen en weer, bijna voortdurend brandende lappen aan den straatkant yertoo- nend en nog meer de aandacht trekkend, ter wijl hij blijk gaf, in het geheel niet georiën teerd te zijn, meermalen op dezelfde plaats en terugkeerde, en ook over zeer primitief brandstichtingsmateriaal bleek te beschik ken. Altijd weer aannemend, dat hij medeplich tigen of zelfs hoofddaders gehad heeft en zelf een ongeschikte rol speelde, komt men heden tot de conclusie, dat deze hoofddaders weinig belangstelling voor v. d. Lubbe had den en hem slechts opdracht gegeven had den, naar binnen te dringen en zooveel mo gelijk bijbrandjes te stichten. Ter afleiding? Ja maar dan ook tevens met het gevolg, dat de brandweer eerder ter plaatse was en den centralen brandhaard dus ook eerder be reikte. Wat overigens ook in de hand gewerkt was door de gealarmeerde politie, die op aanwijzing van voorbijgangers onmiddellijk na het binnenklimmen van van der Lubb^ pogingen deed om het gebouw binnen te dringen. De hoofddader of de hoofddaders moeten dus brandmateriaal naar binnen gesmok keld hebben en het kunnen de acht tot tien liter van die geheimzinnige vloeistof geweest zijn, waarmede heden proeven genomen zijn door den deskundige in tegenwoordigheid van de rechters, maar met uitsluiting van de openbaarheid. Die vloeistof kan gebruikt zijn voor het prepareeren van de enorm-groote zaal der plenaire zittingen, die haar gla^n koepel als hoogste dak heeft. Maar ook aan is nog volkomen onduidelijk, tot welke partij de menschen behoord hebben, die deze vloei stof naar binnen brachten (in actentasschen en op den brandavond kort voor negen uur in de groote zaal overal verspreidden. Kende van der Lubbe hen? Tot nu toe heeft hij elke bekendheid met verdachte per soonlijkheden onder de nazi's zoowel als on der de communisten pertinent geloochend. Zal men hem onder den druk van bewijzen tot een andere verklaring kunnen brengen? Het is alles nog even onzeker als op den eer sten dag. Van der Lubbe weet veel, misschien alles maar het staat niet meer v a st, dat hij alles weet. Het blijkt mogelijk en zelfs waarschijnlijk, dat in de groote zaal andere krachten gewerkt hebben. Met of zonder v d. Lubbe's medeweten? Menschen, die v. d. Lubbe kende of van wier plan hij slechts ee- hoord had? Heeft hij dus iets naders te be kennen, of hoorde hij tijdens dit proces van andere menschen en mogelijkheden? Loog hij, toen hij beweerde de groote zaal zelf aan gestoken te hebben of wist hij werkelijk niet, dat deze geprepareerd was? Ziehier weer een reeks vragen, die echter gesteld moeten worden om aan te toonen, hoe gecompliceerd dit geval geworden is, en dat nog allerlei oplossingen en verrassin gen mogelijk zijn! (Door onzen corresjjondent.) De zomer die achter ons ligt, was een zeer bijzondere. Het weer en president Roosevelt hebben de boel in de war ge stuurd. De man in de verdruk king komt op den voorgrond. Een paar dagen geleden was het weer met den kunstmatigen zomertijd gedaan en waren de boombladeren niet langzamerhand aan het geel, rood en bruin worden gegaan, dan zou niemand er aan gedacht hebben, dat de zomer alweer omgevlogen is. En een heel bij zondere zomer is het geweest om allerlei re denen. Eerstens hebben wij in vele jaren niet zulk wisselvallig weer gehad als ditmaalde zomer in dit land is precies wat het woord aangeeft: onophoudelijk zon en warmte, veel onweer en zeiden een regendag. Overschoe nen en regenjas komen eerst van Nov. tot April te pas, weken van te voren aangekon digde feesten of wedstrijden in* den open lucht gaan zoo goed als altijd door en zelfs de openluchtconcerten in het Central Park en Lewisohn Stadium worden maar zelden afge last. Een Luna Park ter grootte van een stad als Coney IsLand en tientallen kleineren langs de kust moeten in de paar zomermaan den hun jaarsbestaan maken en slagen daar ook altijd in. Maar dit jaar was het allemaal anders. Terwijl het op den lsten Augustus niet minder dan 100 graden in deze stad en langs de heele Oostkust was, volgde daar een paar dagen later de uitlooper van een West-Indische orkaan, die boomen omkegelde en bijna anderhalve decimeter regen in een paar etmaal neergoot. Toen het opnieuw mooi weer was geworden, lazen we met een zucht in de krant dat Cuba weer eeseld werd en we een tweeden storm konden ver wachten. Die ook aankwam! In andere jaren ging de zomer m gemoe delijke rust voorbij. Het was de tijd van nor male slapte in zaken, van jjersoneel met va- cantie, van voorbereiding voor het komende seizoen het zakenleven verkeerde dan in een soort droomtoestand. Ook daar kwam ditmaal niets van terecht. Sinds president Roosevelt het sein tot een al gemeen en aan val op de malaise heeft gegeven en sinds van af dat oogenblik „actie" het wachtwoord ;a geworden, heeft niemand zich tevreden ge steld met Dinsdag hetzelfde als Maandag te laten zijn Dinsdag moest en zou beter zijnDat is vrijwel het grondprincipe van de heele NRA-beweging. De maand Augustus zag het koortsachtige tot stand brengen van de zoogenaamde „codes" voor elke aparte tak van handel, nijverheid en industrie. Paraplu makers hebben een andere code dan lampen- kappenmakers en de New-Yorksche hotels, een reuzenbedrijf op zichzelf, zijn er nog maar niet in geslaagd een code t. vinden, die de goedkeuring van Washington weg draagt al vier zijn er geweigerd en terug gestuurd. Maar is er wel een moeilijker be drijf denkbaar dan het hotel- en restaurant wezen, om het loon en de arbeidsuren ervan precies te formuleeren? Hoe dit zij, geen sterveling is ontsnapt aan het algemeene drijven om uit den stilstand 'e geraken en in beweging te komen. Wel is de verwachting van de menigte een beetje te hoog gespannen geweest, zooals nu gaat blij ken. Voor een groot deel van de bevolking was de NRA allesbehalve een cadeautje. Door den nood gedwongen of uit louter heb zucht hadden immers vele werkgevers een minimum aantal arbeiders voor een dito loon en voor zooveel mogelijk arbeidsuren aan den gang gehad De NRA veranderde dit met één siag op 6 Sept. 1933; honderd duizenden menschen gingen weer aan het werk, omdat duizenden hen aannemen moesten en een grooter bedrag aan salarissen moesten uit trekken, dat volgens de NRA verhaald zou worden op den grooteren koopkracht van 't publiek. Die intusschen niet zooveel is toege nomen. En nu moet het geld opgenomen wor den bij een bank. Terwijl de banken niet al leen een groot deel hebben bijgedragen tot de ruïne van '29 en het eerst door het Repubü- keinsche bewind van Hoover gesteund zijn om later door 't democratische van Roose velt schoongemaakt en ontsmet te zijn, schie ten zij nu geheel in hun plicht te kort om den kleineren zakenman ruim crediet te geven. Zij zijn deswege door Washington op hun onverschoonbare nalatigheid gewezen. Zoo iets was vroeger ondenkbaar, de regeering mocht haar neus niet in particuliere aange legenheden steken! Maar sinds de regeering wel goed genoeg is gebleken om bij te sprin gen in den nood, meent zij ook het recht te hebben te waarschuwen en desnoods te dwin gen om het niet zoover te laten komen. En niet alle het congres, maar het overgroote deel van de Amerikanen schijnt er heden net zoo over te denken. Of het zoo blijven zal, wanneer de toestand veel verbeterd is, mag een andere vraag heeten Vergeleken bij een jaar of vier geleden is alles ongelooflijk ver anderd en verandert nog met den dag: eenige dagen geleden deelde ae gouverneur van de Engelsche Bank, Montagu Norman, zeer te recht mee, dat U.S.A. zoo vlug van interne aangelegenheden verwisselden, dat nieuws van den vorigen dag alweer waardeloos was geworden. Traditie getrouw gaat het alles weer op zulk een kolossalen voet, dat de ge middelde buitenlander het ariper gelooven kan. De New-Yorksche gemeentelijke steun aan werkloozen en behoeftigen zal dze maand maar 10 millioen dollar zijn en den volgenden nog minder; den vorigen winter was het twee maal zooveel In het dagelijksche leve-i ziet grooter versobering voor h»t oogenb'ik tenminste. Roosevelt's .forgotten man", de man in de verdrukking, is op den voor- g.ond gekomen en zal zich misschien nooit meer terug laten dringen. Een voorbeeld. De groote Opera, genaamd de Metropolitan was en is nog een kostbare instelling, waar men de noodige dollaren per plaats moet neertel len. Hoewel de opera de noodige duizenden kan bergen en de loges voor fabelachtige sommen per seizoen verhuurd worden, schijnt het instituut van Caruso, Calvé, Matzenauer, Jeritza e.a. ten ondergang gedoemd, omdat de exploitatie te veel kost en de inkomsten niet groot genoeg zijn; met veel gebedel en uitgereken zal het aanstaande winterseizoen misschien zonder ongelukken afloopen. In middels werd er in het kolossale Hippodro- me, waar 7000 menschen kunnen zitten, een opera geopend van heele goede krachten en waar de duurste plaats maar twee kwartjes kost. Natuurlijk ontvangen de heldentenoren en coloratuursopranen daar geen duizenden per week als bij de Metropolitan, maar bij hun bescheiden gage krijgen zij iets heel an ders de opgetogen bijval van duizenden een voudige operaliefhebbers. En het schijnt, dat deze kunstenaressen en kunstenaars daar vol komen tevreden, ja zelfs erg gelukkig mee zijn. Inmiddels moet bereden politie den in gang van het Hippodrome avond in. avond uit den heelen zomer afzetten om orde te be waren onder de duizenden, die dien avond Lohengrin of Aïda of La Bohème niet kunnen hooren wegens een uitverkochte zaal. De „man in de verdrukking" kan nu ook einde lijk zijn hart ophalen aan opera. Maar diezelfde man heeft soms een, twee jaar zonder werk rondgeloopen en wordt nu eensklaps aan den gang gezet. Dat beteekent niet, dat hij meer te verteeren heeft dan toen hij van weldadigheid leefde, maar het betee-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 7