ALKMAARSCHE COURANT De brand in den Rijksdag. Jxwieet JUiêlicaties Jilmnieuws Ho. 263 DINSDAG 7 NOVEMBER 1933 'De algemeene opinie inzake de schuld van v. d. Lubbe is, dat hij noch door nazi's noch door communisten ge holpen is. DE STERKE DIMITROF. orkestvereeniging. (Van onzen eigen correspondent.) Berlijn, o November. Vele toehoorders van het proces- v. d. Lub be zijn van meening, dat na den dag van Zaterdag het hoogtepunt voorhij is. Toen immers werd Hermann Göring als getuige gehoord, de man, wien Duitschlands vijan den nog heden verwijten als nationaal-so- cialistisch minister zelf den Rijksdag, welks president hij nog heden is, in brand gestoken te hebben. Niet met eigen hand, natuurlijk. Maar door het aanwerven van brandstich ters als Marinus v. d. Lubbe en het onder steunen van dit misdadig werk door mannen van Hitiers en Görings S.A.- en S.S.-troepen. Onze lezers weten, dat wij van den begin ne af zulk een veronderstelling op grond van onze kennis der politieke ontwikkeling in Duitschland en de voorgeschiedenis van dit proces, nadrukkelijk van de hand gewezen hebben. Gelijk wij tot heden niet kunnen ge- fooven, dat de vier communistische medebe- klaagden van v. d. Lubbe, de Duitscher Torgler en de Bulgaren Popoff en Dimitroff, onmiddellijk met deze brandstichting in ver binding te brengen zijn. We zijn heden zoo ver, dat we als w a a r- s c h ij n 1 ij k e (waarmee nog niet gezegd is ten slotte overtuigend bewijsbare!) oplos sing van dit raadsel de volgende lezing kun nen geven: Marinus v. d. Lubbe heeft de laatste jaren herhaaldelijk Duitschland bereisd en daarbij de gelegenheid benu., verbinding te krijgen met Duitsche syndicalisten, d.w.z. communis ten van zijn eigen slag, die met de officieele internationale bolsjewiki eigenlijk overhoop lagen, omdat h i. van deze partij te weinig uitging en in het bijzonder in Duitschland öe leiding als te slap werd aangezien. Wij zien in dezen Hollander v. d. Lubbe allesbehalve een theoretisch poliiek genie, maar een jong- mensch met zeer verwarde begrippen op so ciaal gebied, met een sterke neiging om een rol te spelen, en met het noodige (misplaat ste) jeugdig enthousiasme en de noodige per soonlijke koppigheid, die het hem mogelijk maakte, ontberingen te dragen, die een beter einddoel waardig geweest zouden zijn V. d. Lubbe begreep genoeg van wat zich in Duitschland afspeelde en van de beteekenis juist van dit Duitschland voor de ontwikke ling van de proletarische „wereldrevolutie" om in te zien, dat men anarchistisch-terroris- tisch ingrijpen in de meer normale ontwikke ling der dingen en daarnaast het veroveren van persoonlijken „roem" Berlijn als cen trum moest hebben. In Berlijn concentreerde zich een soort eindstrijd tusschen communis me en fascisme. In Berlijn spitste zich sedert jaren een broederoorlog tusschen communis ten en sociaal-democraten toe. In Berlijn stond een Adolf Hitier op het punt, de on- derling-verdeelde roode arbeiders een vernie tigenden slag toe te brengen. In Berlijn lie pen alle draden van de propaganda voor de wereldrevolutie te samen. Daar hadden on der valsche namen de internationale bolsje wiki hun geheime adressen. Daar werd het proletariaat bewerkt. Daar alleen kon nog een succesvolle poging gedaan worden, om een nieuwen Sovjetstaat op te richten. Marinus v. d. Lubbe kwam voor de zoo- veelste maal naar Berlijn. Dat was in de kor te periode, nadat Hitier de macht reeds ver overd had, maar nog den last van het con servatieve blok aan het been moest meeslee- pen. Verbinding met de grootheden der beide arbeiderspartijen had hij nooit gehad, had hij ook nu niet. Hij was een tamelijk onbe kende grootheid, een schorem jochie, erbar melijk slecht gekleed, ondervoed, niet in staat zich in het Duitsch volkomen verstaanbaar uit te drukken, voor de kopstukken der partij en haar parlementariërs een blamage, zeker niet iemand, met wien men zich in het open baar en dan nog wel in het deftige Paleis van den Rijksdag vertoont! Van der Lubbe heeft dan ook nauwelijks pogingen gedaan, om zulke „voorname con necties" te krijgen. Hij kwam trouwens a;s anarchistisch georiënteerd communist, met woede in het hart jegens de officieele roode partijen. En hij zocht een ander soort vrien Óen. Die vond hij in het stempelbureau van Berlin-Neukölln ea het nachtsyl van Berlin- Henningsdorf. Wonderlijk genoeg heeft het vooronderzoek juist dezen laatsten nacht vóór den brand, in Henningsdorf doorge bracht, vrijwel in het duister gelaten. Het moest den beklaagde Dimitroff voorbehouden blijven, het gerechtshof te nopen, thans nog nieuwe getuigen te hooren, die over deze pe riode eventueel eenig licht kunnen versprei den. Naar onze overtuiging heeft v. d. Lubbe juist daar de syndicalisten gevonden, die hem als werktuig gebruikt hebben en die het ten slotte in einddoel met hem eens waren. Wat was dit einddoel? Door een alom zichtbare, sensationeele brandstichting den onzichtbaren vuistslag op de groene tafel der soc'alistisch-communistische onderhandelin gen over de algemeene werkstaking en den dan waarschijnlijken burgeroorlog te doen neerdonderen Voldongen feiten te scheppen, waardoor de inderdaad kleinzielige strijd der arbeidersgroepen zou ophouden, omdat de massa's der roode arbeiders door den brand gealarmeerd en in eikaars armen gedreven werden. V. d. Lubbe heeft herhaaldelijk bekend, dat dit zijn drijfveer geweest is. Het is ook volkomen logisch gedacht, van zijn standpunt uit gezien. Dat het een groote domheid was. gezien door den brii van de officieele roode arbei derspartijen, en in het bijzonder door dien der communisten, begreep hij waarschijnlijk niet. En indien wèl. dan was hem dat zeker onverschillig. Hij wilde niet een overwinning van de communisten en nog veel minder van de sociaal democraten, maar een zege van „het proletariaat". Dat daarbij deze partijen het beetje macht, dat Hitier nog gelaten had. en hun laatste kansen van verzet verliezen zouden, kon een v. d. Lubbe onverschillig zijn. Men moet in dit verband Torgler's verze keringen, dat hij, als hij werkelijk iets over de brandplannen vernomen had, die als „waan zin" (gelijk hij zich uitdrukt) zou verworpen en zoo mogelijk verhinderd hebben, onvoor waardelijk gelooven. Neen, voor de commu nistische en de socialistische partijen was zulk een daad op dat oogenblik, en bovendien nog midden in ernstige onderlinge besprekin gen over een samenwerking met z.g. legale strijdmiddelen (algemeene werkstaking), be sprekingen, die, wat nu vaststaat, nog na den dag der brandstichting zouden worden voort gezet, inderdaad een volmaakte zelfmoord. Van der Lubbe wist niets van deze bespre kingen, kende geen partij-aanvoerders, wist alleen, dat hij deze hooge heeren bestuurde- ren door een daad schaakmat wilde zetten. Hij kreeg hulp, vroeg die zelf of werd tot zijn daad overgehaald dat is nog in het duis ter. Heden blijft hij nog beweren, geen hulp gehad te hebben. Maar de sporen van voor bereiding van den brand in de groote zaal, een brand, dien hij alleen in dien korten tijd niet kan hebben veroorzaakt, zijn reeds ge vonden, chemisch ontleed en toegelicht. Hij moet hulp gehad hebben, en wel van man nen, die er hetzelfde belang bij hadden als hij, een alarm uit te lokken om daardoor de partijbesturen der roode groepen tot samen werking en een laatste poging tot gemeen schappelijk verzet te dwingen. Deze medeplichtigen hebben v. d. Lubbe stellig opgeofferd. Zij kenden den rijksdag en wisten, waar zich na den brand te verber gen en waarheen te vluchten. Van der Lubbe wist dat niet. Bijziende en zonder plaatselijke kennis deed hij de domste dingen, sloeg dikke ruiten in, verbrandde gordijnen aan de straat zijde, liep met licht door kelderkamers, niet bedenkend, dat dit licht van buiten duidelijk zichtbaar was, kwam tweemaal op plaatsen lerug, waar hij reeds geweest was, en werd tenslotte gegrepen, zoekende naar een uitweg op een oogenblik, waarop hij reeds lang in veiligheid had kunnen zijn. Zijn die medeplichtigen door den onder- aardschen gang verdwenen en over den muur van het machinehuis ontsnapt? Of was de eenige medeplichtige de man, die kort na de brandstichting door het hoofdportaal II ont vlucht en daar ook gezien en voor den Bul gaar Popoff gehouden is? Misschien zal dat nog ontdekt worden. Wellicht echter ook niet! Wist en weet van der Lubbe precies, wie deze helper of helpers geweest zijn, en hoe zij heeten? Zal hij dat nog bekennen of zal zijn mond gesloten blijven? Hoe het ook zij, de lezing, die wij hier ge geven hebben komt ons en velen met ons, als de hoogstwaarschijnlijke voor. Vooral ook, nadat we gisteren minister Goering als getui ge gehoord hebben. Dit verhoor had ten slotte, door de botsing met Dimitroff, die niet kon uitblijven, een theatraal-dramatisch karakter. Fascisme en communisme sloegen tegen elkander vuur. En natuurlijk bleef de almachtige minister, die zelfs het hooggerechtshof in zijn ban sloeg de overwinnaar van het oogenblik. DimitroT, die overigens een onbeschaamde kerel is, werd met harde hand uit de zaal verwijderd, nadat de minister hem nog even gauw den strop beloofd had. Iets, wat o.i. d:n rechter moet worden overgelaten. Het was in alle opzichten een merkwaardig verhoor, waarbij men voor het eerst aan de volkomen objectieviteit van een der rechters begon te twijfelen, en den indruk mee naai huis nam, dat een Duitsche rechtbank meer veneratie voor de Staatsmacht toont dan vol gens niet-Duitsche begrippen met de hooge onafhankelijkheid van den rechter vereenig- baar is. Maar ten slotte was ook dit verhoor een steentje in het enorme mozaiek van dit onder zoek. Wij geloofden in de eerlijkheid van het betoog van dezen minister, die stellig aan de brandstichting even onschuldig is als de par tijbesturen van communisten en sociaai-demo- cratie en in het bijzonder vier van de vijf be klaagden. Al gaan wij niet zoover als minis ter Goering, die trachtte te overtuigen, dat de brand hem ongelegen gekomen was, terwijl I wij nog heden van meening zijn, dat deze brand zoo kort voor de verkiezingen den na tionaal-socialisten integendeel als een ge schenk in den schoot viel Deze brandstichting is niet meer en niet minder geweest dan een poging om door ini tiatief van weinige outsiders en enkelingen in te grijpen in een politieke ontwikkeling, die over den strijd fascisme contra bolsjewisme beslissen moest. Deze poging van outsiders mislukte. De eindbotsing tusschen de groote tegen standers nationaal-socialisme en internatio naal-marxisme werd er door verhaast. Maar op geheel andere wijze dan v. d. Lubbe en zijn paar vrienden het zich gedacht hadden. KORTE BERICHTEN. Te Nijme-en is gistermiddag(OPi 58- jarigen leeftijd overleden. ,ultenan kolonel H J A Hagdorn commandar, van het 15de regiment infanterie garnizoenscommandant aiaa DE ALKM. OPERETTE EN De eerste Of^oering van De Zilverwolf. De A.O.O.V., die nu al eenige jaren ach tereen de aandacht getrokken heeft met goede uitvoeringen van verschil lende operettes, heeft dit jaar harr seizoen ingezet met een RussischRoemeensche operette, De Zilver- wolf genaamd. Voor een geheel bezette zaal (er was Zon dagavond geen plaatsje meer te krijgen in de Harmonie!) heeft de première plaats gehad en het publiek hert; de spelers, het orkest en de leiders herhaaldelijk door een krachtig applaus zijn waardering en meeleven bewe zen. Dit succes was verdiend, want het spel stond na een eenigszinc zwak begin, op een hoog peil en steeg vooral in het tweede en derde bedrijf tot een hoogte, die door dilettan ten niet gauw bereikt zal worden. En toch was het moeilijk, om met deze operette een publiek den geheelen avond te boeien. De muziek leent zich daar niet zoo direct voor; het was vooral bij de soli en duetten of men zich niet geheel kon geven. Dat men ondanks dit toch het groote succes had, pleit voor spel en regie. Het stuk speelt zooals reeds even opge merkt in de streek Rusland—Roemenië. Constantijn Korosin, een rijk grondbezitter, is met zijn tweede vrouw heel gelukkig en ook zijn dochter, die een jongere zuster van zijn vrouw Kara zou kunnen zijn, houdt van haar stiefmoeder. Constantijn organiseert op zekeren dag een wolvenjacht en onder de talrijke gasten is ook een zekere Lazefski, een gentleman en een valsche speler. Zijn vroegere verloofde Stanja wil hem echter niet meer behulpzaam zijn en Lazefski zoekt een nieuw slachtoffer: Kara. Door vlijerijen en valsche beloften weet hij Kara's liefde te win nen en hoewel Kara haar man hoog acht om diens mooie karakter en eerlijkheid, besluit zij met Lazefski mee te gaan, Constantijn en zijn dochter Sonja achterlatende, nadat zij aan haar man alles heeft opgebiecht. Een half jaar later is de valsche speler terecht gekomen in een geheime speelzaal, maar in dien tijd heeft Kara haar geliefde leeren kennen en de liefde van haar is in haat en minachting veranderd. Toevallig ontmoet Kara in de speelzaal haar voor gangster Stanja, die hier gekomen is met een zekeren Boris, een man, die veel van de vrouwtjes houdt en nu verloofd is met Stanja en straks verliefd wordt op de ware. Kara en Stanja komen tot een besluit: het moet uit zijn met het spel van Lazefski. En als het spel begint en Kara geen teeken geeft me1 haar waaier, verliest Lazefski alles, wat hij bezit. Hij wordt woest, bedreigt Kara, doch dan verschijnt plotseling Constantijn en deze komt tusschenbeide en beschermt Kara. Niet, omdat hij haar nog lief heeft, maar omdat hij elke vrouw in bescherming zou nemen tegen een Lazefski. Eenige tijd later is het feest bij Constan tijn. Zij dochter Sonja is jarig en mag een hulde van de landleiders in wijde omtrek in ontvangst nemen. En dan gebeurt het ver rassende: Stanja heeft met behulp van den ouden bediende Janescu, Kara weten over te halen, om dien dag op het slot te komen en Kara wil aan Constantijn vergiffenis vragen van het groote verdriet, dat zij hem aange daan heeft. Nog eens tracht Lazefski, die ook heimelijk binnenkomt, Kara voor zich te win nen, doch de aanval wordt afgeslagen. Dan volgt even later de ontmoeting tusschen Kara en Constatijn, doch deze wijst haar de deurEn op hetzelfde moment komt de jarige Sonja binnen en Het einde brengt de hereeniging van Con stantijn en Kara en een verloving tusschen Sonja en Boris Men ziet, het gegeven is niet onaardig en de schrijver, Denn Spranklin, heeft met vaardige hand dit gegeven zoo bewerkt, dat het spel de bezoekers boeit. En ware de mu ziek van Vada Ennem niet zoo moeilijk ge weest, de spelers hadden een veel lichtere taak gehad. Zooals altijd, was de muzikale leiding in handen van den heer Gerritsen en deze heeft zijn orkest hard laten studeeren. Gerritsen had geen gemakkelijke taak, doch hij behield den geheelen avond de leiding en had zoowel het orkest als het koor geheel in handen. En het overige had Vóórhaar, de regisseur, in handen. Maandenlang heeft hij gewerkt, om het geheel „loopend" te maken en heeft honderden moeilijkheden moeten overwinnen Zijn werk dwingt bewondering af! En om nu op de spelers te komen, de heer A. Govers had van Constantijn een praeh- tigen Russischen boer gemaakt. Hij bleef den geheelen avond in zijn rol, speelde gaaf en zong buitengewoon goed. De dramatische rol „lag" hem. Onmiddellijk na hem noemen we mevr. J Molenaarvan Vliet, die de uiterst moei lijke rol van Kara vertolkte. Natuurlijk viel allereerst weer haar zang op, die van kris talheldere zuiverheid was en vooral in het meest smartelijke gedeelte tot groote hoogte kwam. Daarnaast zorgde zij voor een aan grijpend spel. Een moeilijke rol, maar uit stekend gespeeld. Jan Schats was de valsche speler Lazefski Hij kreeg dezen keer niet gced de gelegenheid, om zijn stem te laten hooren (de muziek „lag' hem o i. niet), maar zijn spel paste geheel in dit kader. Hij bewoog zich los en vrij op het tooneel en speeide zijn valsche rol vrijwel op de juiste manier. Mej. M. Bijl. had al heel veel succes. Trou wens, haar rol aiS Stanja gaf haar daartoe de volle gelegenheid. Haar aing was beter dan wij de laatste jaren van haar hoorden en haar spel deed al bizonder prettig aan. En dan had de heer G. de Boer een prach tige type van Boris, den neef van Constantijn gemaakt. Niet alleen, wat zijn zang «betreft, maar vooral wat zijn spel betreft. De heer de Boer heeft het kunstwerk volbracht, om den geheelen avond in zijn rol te blijven en hij had een overweldigend succces. Dan had de heer Vóórhaar zelf een prach tig type van Janescu, den ouden bediende gemaakt, zooals dat trouwens van hem ver wacht mocht worden. Mej. T. Schut als Sonja en de heer F. Erick als Nicolaas, de vriend van Boris, waren nieuwelingen. Dat merkte men in het begin heel goed, doch later werden ze veel beter, zoodat ze weldra geheel in het kader van de opvoering pasten. En tenslotte was mevr. de BoerBailly een geslaagde madame Philomène, de eigenares van de geheime speelzaal. Wat het overige van deze opvoering be treft, alles was tot in de puntjes verzorgd. Allereerst trof de iankleeding der tooneelen; de décors waren vervaardigd door Theo Groothuizen en voldeden zeer goed. Het kap- werk was bij L. v. Volen uit Amsterdam in vertrouwde handen, terwijl de schitterende cosiumes van de firma A. J. Bakker en Zn. te Amsterdam zeer de aandacht trokken. Dan mogen wij nog noemen de arreslede en de paarden, welwillend afgestaan door gebr. Hoed alhier. En tenslotte nog even de dan sen. De tooneeldansen (er waren er heel wat!) waren verzorgd door den heer A. Englander Jr. en het Russisch ballet was in gestudeerd door mtvr. M. CouveeMisik, die de daarin voorkomende solo dansen met den heer Englander uitvoerde. Rest ons nog de bloementuin: de dames mevr Molenaarv. Vliet, mej. M. Bijl, mej. T. Schut en mevr. Couvée kregen elk wel riekende tuilen, evenals de heeren Gerritsen en Vóórhaar. Tenslotte nog iets: het publiek was dank baar en gul met het applaus; te veel zelfs. En wij zouden hei publiek een raad willen gevenklap niet te veel tijdens het spelgeef niet te veel open doekjes, 't Is wel aardig, maar het breekt het geheel en de spelers zijn ook met applaus na elk bedrijf al lang te vreden. En dan zou heCpubliek verstandig doen, om na het sluiten van het doek nog even rustig te blijven. De muziek speelt dan nog en dit gedeelte hoort zeer zeker bij de uitvoering. Resumeerendeeen zeer geslaagde avon l! HINDERWET. Heden is op de gemeente-secretarie ter in zage gelegd een verzoek ir.et bijlagen van C A. M. BELT, alhier, cm vergunning tot het oprichten van een inrichting voor het mengen van boter, met plaatsing daarin van een electro motor van 3 P K-, voor het in werking stellen van een botermengmachine, in het perceel KLEIN NIEUWLAND nr. 2. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden ingediend ten Stadhuize dezer ge meente, mondeling op DINSDAG 21 NO VEMBER a s., voormiddags te ELF UUR, en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kunnen de verzoeker en hij, die bezwaren heeft inge bracht op de secretarie cezer gemeente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 7 November 1933. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. HINDERWET. De Commissie uit Gedeputeerde Staten dezer provincie, aangewtzen voor het aan- hooren van bezwaren, die mochten worden ingebracht tegen de door het Departement van Binnenlandsche Zaken voorgenomen op richting van een automatische telefooncen trale in het perceel KOORSTRAAT nr. 12, zal daartoe zitting houden op WOENSDAG 15 NOVEMBER a.s., des voormiddags te ELF UUR, in het gebouw van het Provin ciaal Bestuur aan de Dreef te Haarlem. Alkmaar, 7 November 1933. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR. Burgemeester. A KOELMA, Secretaris. HET LEVEN DER ESKIMO'S. Cinema Americain. Het is de directie van „Cinema Ameri cain" gelukt, de hand te leggen op een wel zeer interessant filmwerk op cultu reel gebied, een film, die ieders aan dacht verdient en waarvoor we uw bijzondere aandacht vragen. Donderdag avond zal ze, met een aantrekkelijk bijprogramma tegen zeer billijken prijs vertoont worden. Wanneer de film zich gaat ontrollen, staan we temidden van onmetelijke ijs vlakten, met hier en daar een hut, waar de oersterke eskimo zijn leven leeft. De eskimo's in het verre land Ala^ka zijn van een bijzonder ras, ze schijnen niet bij deze weTeld te behooren, ze leven zuiver en primitief en we kregen den indruk, dat we hier te doen hadden met een volk van eeuwen her. Tsji-ak, het oude opperhoofd der Eski mo's wordt door de overige stamgenoo ten als een God vereerd £n met vreeze zien ze den tijd tegemoet, dat ook hij zal worden opgeroepen om het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen. Maar zie, in het land van „Igloe staat daar de jonge eskimo Tsji-ak, die zich geroepen voelt, voor zijn volk een leidsman te zijn. Nu is het voor hem slechts zaak om te toonen een waardig opperhoofd te worden. Zoolang het weer goed blijft, d. w. z, zoo 30 of 30 graden onder nul, dan is er geen kans voor hem. Maar plotseling gaat de lucht betrek ken, windvlagen vliegen over de ijsvlak ten, doordringen alles en de eskimo's zien zich genoodzaakt, dagen en dagen lang in de hut te blijven, waar mensch en hond één zijn. De stormen zwellen aan tot orkanen en wanneer dan het voedsel opraakt wordt de toestand nijpend. Radeloos van angst over dit steeds aanhoudende noodweer kijken de eskimo's elkaar aan Dit kan niet lang duren, hier moet ee^i oplossing gevonden worden. Een hond slachten? Neen, dat is een misdaad, die ze nooit zullen kunnen verantwoorden. Dan is de kans voor de jonge Tsji-ak daar. Met levensgevaar begeeft hij zich buiten en het is, alsof de stormen hem zullen vernietigen, hem zullen te pletter slaan tegen de onmeedogenlooze ijsber gen. Maar dan, als bij tooverslag, wordt het rustig, Tsji-ak is door de Goden begena digd. En wanneer hij het dan raadzamer vindt om naar een andere streek te trek ken, zijn zij allen daartoe bereid en vol gen hem. De hulpbehoeftigea moeten terwille van de gezonden achterblijven en worden levend ingesloten. Zoo is hun leven, wreed en hard. Ook het oude opperhoofd moet achter blijven. Als alles gereed staat om te vertrek ken, doet de jonge dochter onmensche- lijke pogingen haar vader te bevrijden. Tsji-ak, die inmiddels dit beeldschoone meisje als zijn vrouw zou wenschen, qeemt het op zich, den ouden man mee te nemen en dan gaat de heele expeditie met honden en sleden naar een beter land. Hoe tenslotte dezen tocht afloopt, na eerst tusschen drijfijs te zijn geraakt, vermelden we hier niet. Moge het bovenstaande een aanspo-* ring zijn, om deze natuur-wetenschappe- lijke film te gaan zien. De muzikale illustratie en de prachtige opnamen ma ken deze film van onbedorven natuur kinderen tot een cultuurfilm van bijzon dere waarde. Korfbal. ONZE KORFBALLERS. UITSLAGEN. K. V. K. V. I—D. V. D. 2 3—2 K. V. K. V. 3Excelsior I 12 K. V. K. V. a.—Excelsior a 6—1 KRACHT EN VLUGHEID—D. V. D. 1 (AMSTERDAM) 3—2. Een snelle en faire partij. 2-6 achterstand omgeïet in 32 voorsprong:. In een uiterst snellen wedstrijd is het K. V. gelukt een verdiende 32 overwinning te behalen. Reeds direct na den uitworp bleek, dat met de Amsterdammers niet viel te spot ten, want onmiddellijk volgen er enkele vlug ge aanvallen. De K. V.-verdediging is echter j haar post en retourneerde het leer. Het V.-midden verrichtte goed werk, terwijl de aanval zich enkele mooie kansen schiep. Het schot faalde echter, hoewel pech ook een woordje meesprak, daar verschillende malen op den korf geschoten werd. D. V. D. is for tuinlijker en na ongeveer 15 minuten namen zij op minder fraaie wijze met een gedekt schot de leiding (1—0). K. V. komt thans sterk opzetten, doch zonder succes. D. V. D. vergrootte daarentegen vrij plotseling haar voorsprong (20). In de tweede opstelling kwam K. V. iets in de meerderheid. De aan val brak herhaaldelijk goed door doch voor- loopig bleven goals uit. Eerst kort voor het einde der eerste helft profiteerde Reijnen van een verwarring in de Amsterdamsche verde diging en schoot van achter den korf zuiver in. Rust 21 voor D. V. D. Ook na de hervatting een klein K. V.-over wicht. De aanval werkte had voor den gelijk maker en na een snelle combinatie plaatste mej. v. Liet goed voor en Reijnen maakte geen fout (2—2). Na de vakwisseling ging het spel meer ge lijk op. Snel verplaatst de bal zich en beide verdedigingen hebben groote moeite stand te houden. Bij een der K. V.-aanvallen kreeg mej. de Jong onder den korf den bal toege speeld en op onberispelijke wijze gaf zij K. V. de leiding (32). D. V. D. gaf zich nog niet gewonnen en met snelle aanvallen trachtte zij de K. V.-verdediging te overrompelen. Op kranige wijze hield deze echter stand, en daar ook K. V. niet meer scoorde, kwam het einde met een 32 overwinning voor K. V, K. V. K. V. 3 verloor met 21 van Excel, sior I (Westwoud). Voor de rust wogen bei de partijen vrijwel tegen elkaar op. Excelsior wist echter de geboden kansen beter te benut ten en nam een 20 voorsprong. Na de hervatting een groote veldmeerder- heid van K. V. De aanval demonstreerde echter een absoluut gebrek aan schotvaardig- heid en eerst na geruimên tijd scoorde J. van Beek van afstand het eenigste doelpunt. De K. V. a.-adsp. overwonnen hun con currenten Excelsior a. na een vlot gespeelden wedstrijd met 6—1. Zij gaan thans met de volgende fraaie cijfers aan den kop. In afd. B. won D. O. S. na spannenden strijd slechts met de oneven goal (2—1) van Zwart—Wit. Naas, dat bij Rigtersbeek op bezoek was, keerde met een 10 overwin ning naar Enschede terug. Het Noorden. W. K. won hier weer met groote cijfers. Thans werd Vitesse met 70 het slachtoffer. Nic. won onverwachts met 51 van Leeu warden. West. 3e kl. B. Oosterpark, dat bij Oosterkwartier op be zoek was, bracht de Haarlemmers de eerste nederlaag toe (40). Kracht en Vlugheid werkte zich door een 3—2 overwinning op D. V. D. 2 op de derde plaats. De stand luidt hier: Oosterpark 5 5 329 10 Oosterkw. 5 3 11 13—13 7 K. en VI. 5 2 1 2 13—20 5 Haarlem 5 2—3 16—14 4 K. C. M. 5 2—3 18—19 4 D. V. D. 2 5 1 4 13—25 2 Hercules 3 4 2 2 10—15 DE EERSTE KLASSERS. Blauw Wit verspeelt wederom een punt, evenals K. Z. H. S- V. verslaat H. K. V. Noordholland. Westerkwartier versterkte haar positie, door D. T. V. met 2—0 te slaan. Blauw Wit liet zich ook nu, op eigen grond, door Swift een punt ontfutselen (33), waardoor de kampioenen thans reeds 4 punten op achter zijn. Ook K. Z. kon het in Amsterdam, tegen D. D. V. niet verder dan een gelijk spel (44) brengen. Het niet meespelen van Kat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 9