ALKMAARSCHE COURANT
De brand in den Rijksdag.
Jxwieet
JUiêlicaties
Jilmnieuws
Ho. 263 DINSDAG 7 NOVEMBER 1933
'De algemeene opinie inzake de schuld
van v. d. Lubbe is, dat hij noch door
nazi's noch door communisten ge
holpen is.
DE STERKE DIMITROF.
orkestvereeniging.
(Van onzen eigen correspondent.)
Berlijn, o November.
Vele toehoorders van het proces- v. d. Lub
be zijn van meening, dat na den dag van
Zaterdag het hoogtepunt voorhij is. Toen
immers werd Hermann Göring als getuige
gehoord, de man, wien Duitschlands vijan
den nog heden verwijten als nationaal-so-
cialistisch minister zelf den Rijksdag, welks
president hij nog heden is, in brand gestoken
te hebben. Niet met eigen hand, natuurlijk.
Maar door het aanwerven van brandstich
ters als Marinus v. d. Lubbe en het onder
steunen van dit misdadig werk door mannen
van Hitiers en Görings S.A.- en S.S.-troepen.
Onze lezers weten, dat wij van den begin
ne af zulk een veronderstelling op grond van
onze kennis der politieke ontwikkeling in
Duitschland en de voorgeschiedenis van dit
proces, nadrukkelijk van de hand gewezen
hebben. Gelijk wij tot heden niet kunnen ge-
fooven, dat de vier communistische medebe-
klaagden van v. d. Lubbe, de Duitscher
Torgler en de Bulgaren Popoff en Dimitroff,
onmiddellijk met deze brandstichting in ver
binding te brengen zijn.
We zijn heden zoo ver, dat we als w a a r-
s c h ij n 1 ij k e (waarmee nog niet gezegd
is ten slotte overtuigend bewijsbare!) oplos
sing van dit raadsel de volgende lezing kun
nen geven:
Marinus v. d. Lubbe heeft de laatste jaren
herhaaldelijk Duitschland bereisd en daarbij
de gelegenheid benu., verbinding te krijgen
met Duitsche syndicalisten, d.w.z. communis
ten van zijn eigen slag, die met de officieele
internationale bolsjewiki eigenlijk overhoop
lagen, omdat h i. van deze partij te weinig
uitging en in het bijzonder in Duitschland öe
leiding als te slap werd aangezien. Wij zien
in dezen Hollander v. d. Lubbe allesbehalve
een theoretisch poliiek genie, maar een jong-
mensch met zeer verwarde begrippen op so
ciaal gebied, met een sterke neiging om een
rol te spelen, en met het noodige (misplaat
ste) jeugdig enthousiasme en de noodige per
soonlijke koppigheid, die het hem mogelijk
maakte, ontberingen te dragen, die een beter
einddoel waardig geweest zouden zijn V. d.
Lubbe begreep genoeg van wat zich in
Duitschland afspeelde en van de beteekenis
juist van dit Duitschland voor de ontwikke
ling van de proletarische „wereldrevolutie"
om in te zien, dat men anarchistisch-terroris-
tisch ingrijpen in de meer normale ontwikke
ling der dingen en daarnaast het veroveren
van persoonlijken „roem" Berlijn als cen
trum moest hebben. In Berlijn concentreerde
zich een soort eindstrijd tusschen communis
me en fascisme. In Berlijn spitste zich sedert
jaren een broederoorlog tusschen communis
ten en sociaal-democraten toe. In Berlijn
stond een Adolf Hitier op het punt, de on-
derling-verdeelde roode arbeiders een vernie
tigenden slag toe te brengen. In Berlijn lie
pen alle draden van de propaganda voor de
wereldrevolutie te samen. Daar hadden on
der valsche namen de internationale bolsje
wiki hun geheime adressen. Daar werd het
proletariaat bewerkt. Daar alleen kon nog
een succesvolle poging gedaan worden, om
een nieuwen Sovjetstaat op te richten.
Marinus v. d. Lubbe kwam voor de zoo-
veelste maal naar Berlijn. Dat was in de kor
te periode, nadat Hitier de macht reeds ver
overd had, maar nog den last van het con
servatieve blok aan het been moest meeslee-
pen. Verbinding met de grootheden der beide
arbeiderspartijen had hij nooit gehad, had
hij ook nu niet. Hij was een tamelijk onbe
kende grootheid, een schorem jochie, erbar
melijk slecht gekleed, ondervoed, niet in staat
zich in het Duitsch volkomen verstaanbaar
uit te drukken, voor de kopstukken der partij
en haar parlementariërs een blamage, zeker
niet iemand, met wien men zich in het open
baar en dan nog wel in het deftige Paleis
van den Rijksdag vertoont!
Van der Lubbe heeft dan ook nauwelijks
pogingen gedaan, om zulke „voorname con
necties" te krijgen. Hij kwam trouwens a;s
anarchistisch georiënteerd communist, met
woede in het hart jegens de officieele roode
partijen. En hij zocht een ander soort vrien
Óen. Die vond hij in het stempelbureau van
Berlin-Neukölln ea het nachtsyl van Berlin-
Henningsdorf. Wonderlijk genoeg heeft het
vooronderzoek juist dezen laatsten nacht
vóór den brand, in Henningsdorf doorge
bracht, vrijwel in het duister gelaten. Het
moest den beklaagde Dimitroff voorbehouden
blijven, het gerechtshof te nopen, thans nog
nieuwe getuigen te hooren, die over deze pe
riode eventueel eenig licht kunnen versprei
den.
Naar onze overtuiging heeft v. d. Lubbe
juist daar de syndicalisten gevonden, die
hem als werktuig gebruikt hebben en die het
ten slotte in einddoel met hem eens waren.
Wat was dit einddoel? Door een alom
zichtbare, sensationeele brandstichting den
onzichtbaren vuistslag op de groene tafel der
soc'alistisch-communistische onderhandelin
gen over de algemeene werkstaking en den
dan waarschijnlijken burgeroorlog te doen
neerdonderen Voldongen feiten te scheppen,
waardoor de inderdaad kleinzielige strijd der
arbeidersgroepen zou ophouden, omdat de
massa's der roode arbeiders door den brand
gealarmeerd en in eikaars armen gedreven
werden.
V. d. Lubbe heeft herhaaldelijk bekend, dat
dit zijn drijfveer geweest is.
Het is ook volkomen logisch gedacht, van
zijn standpunt uit gezien.
Dat het een groote domheid was. gezien
door den brii van de officieele roode arbei
derspartijen, en in het bijzonder door dien
der communisten, begreep hij waarschijnlijk
niet. En indien wèl. dan was hem dat zeker
onverschillig.
Hij wilde niet een overwinning van de
communisten en nog veel minder van de
sociaal democraten, maar een zege van „het
proletariaat". Dat daarbij deze partijen het
beetje macht, dat Hitier nog gelaten had. en
hun laatste kansen van verzet verliezen
zouden, kon een v. d. Lubbe onverschillig
zijn.
Men moet in dit verband Torgler's verze
keringen, dat hij, als hij werkelijk iets over de
brandplannen vernomen had, die als „waan
zin" (gelijk hij zich uitdrukt) zou verworpen
en zoo mogelijk verhinderd hebben, onvoor
waardelijk gelooven. Neen, voor de commu
nistische en de socialistische partijen was
zulk een daad op dat oogenblik, en bovendien
nog midden in ernstige onderlinge besprekin
gen over een samenwerking met z.g. legale
strijdmiddelen (algemeene werkstaking), be
sprekingen, die, wat nu vaststaat, nog na den
dag der brandstichting zouden worden voort
gezet, inderdaad een volmaakte zelfmoord.
Van der Lubbe wist niets van deze bespre
kingen, kende geen partij-aanvoerders, wist
alleen, dat hij deze hooge heeren bestuurde-
ren door een daad schaakmat wilde zetten.
Hij kreeg hulp, vroeg die zelf of werd tot zijn
daad overgehaald dat is nog in het duis
ter. Heden blijft hij nog beweren, geen hulp
gehad te hebben. Maar de sporen van voor
bereiding van den brand in de groote zaal,
een brand, dien hij alleen in dien korten tijd
niet kan hebben veroorzaakt, zijn reeds ge
vonden, chemisch ontleed en toegelicht. Hij
moet hulp gehad hebben, en wel van man
nen, die er hetzelfde belang bij hadden als
hij, een alarm uit te lokken om daardoor de
partijbesturen der roode groepen tot samen
werking en een laatste poging tot gemeen
schappelijk verzet te dwingen.
Deze medeplichtigen hebben v. d. Lubbe
stellig opgeofferd. Zij kenden den rijksdag
en wisten, waar zich na den brand te verber
gen en waarheen te vluchten. Van der Lubbe
wist dat niet. Bijziende en zonder plaatselijke
kennis deed hij de domste dingen, sloeg dikke
ruiten in, verbrandde gordijnen aan de straat
zijde, liep met licht door kelderkamers, niet
bedenkend, dat dit licht van buiten duidelijk
zichtbaar was, kwam tweemaal op plaatsen
lerug, waar hij reeds geweest was, en werd
tenslotte gegrepen, zoekende naar een uitweg
op een oogenblik, waarop hij reeds lang in
veiligheid had kunnen zijn.
Zijn die medeplichtigen door den onder-
aardschen gang verdwenen en over den muur
van het machinehuis ontsnapt? Of was de
eenige medeplichtige de man, die kort na de
brandstichting door het hoofdportaal II ont
vlucht en daar ook gezien en voor den Bul
gaar Popoff gehouden is?
Misschien zal dat nog ontdekt worden.
Wellicht echter ook niet!
Wist en weet van der Lubbe precies, wie
deze helper of helpers geweest zijn, en hoe
zij heeten? Zal hij dat nog bekennen of zal
zijn mond gesloten blijven?
Hoe het ook zij, de lezing, die wij hier ge
geven hebben komt ons en velen met ons, als
de hoogstwaarschijnlijke voor. Vooral ook,
nadat we gisteren minister Goering als getui
ge gehoord hebben.
Dit verhoor had ten slotte, door de botsing
met Dimitroff, die niet kon uitblijven, een
theatraal-dramatisch karakter. Fascisme en
communisme sloegen tegen elkander vuur. En
natuurlijk bleef de almachtige minister, die
zelfs het hooggerechtshof in zijn ban sloeg
de overwinnaar van het oogenblik. DimitroT,
die overigens een onbeschaamde kerel is,
werd met harde hand uit de zaal verwijderd,
nadat de minister hem nog even gauw den
strop beloofd had. Iets, wat o.i. d:n rechter
moet worden overgelaten.
Het was in alle opzichten een merkwaardig
verhoor, waarbij men voor het eerst aan de
volkomen objectieviteit van een der rechters
begon te twijfelen, en den indruk mee naai
huis nam, dat een Duitsche rechtbank meer
veneratie voor de Staatsmacht toont dan vol
gens niet-Duitsche begrippen met de hooge
onafhankelijkheid van den rechter vereenig-
baar is.
Maar ten slotte was ook dit verhoor een
steentje in het enorme mozaiek van dit onder
zoek. Wij geloofden in de eerlijkheid van het
betoog van dezen minister, die stellig aan de
brandstichting even onschuldig is als de par
tijbesturen van communisten en sociaai-demo-
cratie en in het bijzonder vier van de vijf be
klaagden. Al gaan wij niet zoover als minis
ter Goering, die trachtte te overtuigen, dat de
brand hem ongelegen gekomen was, terwijl
I wij nog heden van meening zijn, dat deze
brand zoo kort voor de verkiezingen den na
tionaal-socialisten integendeel als een ge
schenk in den schoot viel
Deze brandstichting is niet meer en niet
minder geweest dan een poging om door ini
tiatief van weinige outsiders en enkelingen in
te grijpen in een politieke ontwikkeling, die
over den strijd fascisme contra bolsjewisme
beslissen moest.
Deze poging van outsiders mislukte.
De eindbotsing tusschen de groote tegen
standers nationaal-socialisme en internatio
naal-marxisme werd er door verhaast. Maar
op geheel andere wijze dan v. d. Lubbe en
zijn paar vrienden het zich gedacht hadden.
KORTE BERICHTEN.
Te Nijme-en is gistermiddag(OPi 58-
jarigen leeftijd overleden. ,ultenan
kolonel H J A Hagdorn commandar,
van het 15de regiment infanterie
garnizoenscommandant aiaa
DE ALKM. OPERETTE EN
De eerste Of^oering van De Zilverwolf.
De A.O.O.V., die nu al eenige jaren ach
tereen de aandacht getrokken heeft met goede
uitvoeringen van verschil lende operettes,
heeft dit jaar harr seizoen ingezet met een
RussischRoemeensche operette, De Zilver-
wolf genaamd.
Voor een geheel bezette zaal (er was Zon
dagavond geen plaatsje meer te krijgen in de
Harmonie!) heeft de première plaats gehad
en het publiek hert; de spelers, het orkest en
de leiders herhaaldelijk door een krachtig
applaus zijn waardering en meeleven bewe
zen. Dit succes was verdiend, want het spel
stond na een eenigszinc zwak begin, op een
hoog peil en steeg vooral in het tweede en
derde bedrijf tot een hoogte, die door dilettan
ten niet gauw bereikt zal worden. En toch
was het moeilijk, om met deze operette een
publiek den geheelen avond te boeien. De
muziek leent zich daar niet zoo direct voor;
het was vooral bij de soli en duetten
of men zich niet geheel kon geven. Dat men
ondanks dit toch het groote succes had, pleit
voor spel en regie.
Het stuk speelt zooals reeds even opge
merkt in de streek Rusland—Roemenië.
Constantijn Korosin, een rijk grondbezitter,
is met zijn tweede vrouw heel gelukkig en
ook zijn dochter, die een jongere zuster van
zijn vrouw Kara zou kunnen zijn, houdt van
haar stiefmoeder. Constantijn organiseert op
zekeren dag een wolvenjacht en onder de
talrijke gasten is ook een zekere Lazefski, een
gentleman en een valsche speler. Zijn
vroegere verloofde Stanja wil hem echter niet
meer behulpzaam zijn en Lazefski zoekt een
nieuw slachtoffer: Kara. Door vlijerijen en
valsche beloften weet hij Kara's liefde te win
nen en hoewel Kara haar man hoog acht om
diens mooie karakter en eerlijkheid, besluit
zij met Lazefski mee te gaan, Constantijn en
zijn dochter Sonja achterlatende, nadat zij
aan haar man alles heeft opgebiecht.
Een half jaar later is de valsche speler
terecht gekomen in een geheime speelzaal,
maar in dien tijd heeft Kara haar geliefde
leeren kennen en de liefde van haar is in
haat en minachting veranderd. Toevallig
ontmoet Kara in de speelzaal haar voor
gangster Stanja, die hier gekomen is met een
zekeren Boris, een man, die veel van de
vrouwtjes houdt en nu verloofd is met
Stanja en straks verliefd wordt op de ware.
Kara en Stanja komen tot een besluit: het
moet uit zijn met het spel van Lazefski. En
als het spel begint en Kara geen teeken geeft
me1 haar waaier, verliest Lazefski alles,
wat hij bezit.
Hij wordt woest, bedreigt Kara, doch dan
verschijnt plotseling Constantijn en deze
komt tusschenbeide en beschermt Kara. Niet,
omdat hij haar nog lief heeft, maar omdat
hij elke vrouw in bescherming zou nemen
tegen een Lazefski.
Eenige tijd later is het feest bij Constan
tijn. Zij dochter Sonja is jarig en mag een
hulde van de landleiders in wijde omtrek in
ontvangst nemen. En dan gebeurt het ver
rassende: Stanja heeft met behulp van den
ouden bediende Janescu, Kara weten over te
halen, om dien dag op het slot te komen en
Kara wil aan Constantijn vergiffenis vragen
van het groote verdriet, dat zij hem aange
daan heeft. Nog eens tracht Lazefski, die ook
heimelijk binnenkomt, Kara voor zich te win
nen, doch de aanval wordt afgeslagen. Dan
volgt even later de ontmoeting tusschen
Kara en Constatijn, doch deze wijst haar de
deurEn op hetzelfde moment komt de
jarige Sonja binnen en
Het einde brengt de hereeniging van Con
stantijn en Kara en een verloving tusschen
Sonja en Boris
Men ziet, het gegeven is niet onaardig en
de schrijver, Denn Spranklin, heeft met
vaardige hand dit gegeven zoo bewerkt, dat
het spel de bezoekers boeit. En ware de mu
ziek van Vada Ennem niet zoo moeilijk ge
weest, de spelers hadden een veel lichtere
taak gehad.
Zooals altijd, was de muzikale leiding in
handen van den heer Gerritsen en deze heeft
zijn orkest hard laten studeeren. Gerritsen
had geen gemakkelijke taak, doch hij behield
den geheelen avond de leiding en had zoowel
het orkest als het koor geheel in handen.
En het overige had Vóórhaar, de regisseur,
in handen. Maandenlang heeft hij gewerkt,
om het geheel „loopend" te maken en heeft
honderden moeilijkheden moeten overwinnen
Zijn werk dwingt bewondering af!
En om nu op de spelers te komen, de heer
A. Govers had van Constantijn een praeh-
tigen Russischen boer gemaakt. Hij bleef den
geheelen avond in zijn rol, speelde gaaf en
zong buitengewoon goed. De dramatische
rol „lag" hem.
Onmiddellijk na hem noemen we mevr. J
Molenaarvan Vliet, die de uiterst moei
lijke rol van Kara vertolkte. Natuurlijk viel
allereerst weer haar zang op, die van kris
talheldere zuiverheid was en vooral in het
meest smartelijke gedeelte tot groote hoogte
kwam. Daarnaast zorgde zij voor een aan
grijpend spel. Een moeilijke rol, maar uit
stekend gespeeld.
Jan Schats was de valsche speler Lazefski
Hij kreeg dezen keer niet gced de gelegenheid,
om zijn stem te laten hooren (de muziek „lag'
hem o i. niet), maar zijn spel paste geheel in
dit kader. Hij bewoog zich los en vrij op het
tooneel en speeide zijn valsche rol vrijwel op
de juiste manier.
Mej. M. Bijl. had al heel veel succes. Trou
wens, haar rol aiS Stanja gaf haar daartoe de
volle gelegenheid. Haar aing was beter dan
wij de laatste jaren van haar hoorden en haar
spel deed al bizonder prettig aan.
En dan had de heer G. de Boer een prach
tige type van Boris, den neef van Constantijn
gemaakt. Niet alleen, wat zijn zang «betreft,
maar vooral wat zijn spel betreft. De heer
de Boer heeft het kunstwerk volbracht, om
den geheelen avond in zijn rol te blijven en
hij had een overweldigend succces.
Dan had de heer Vóórhaar zelf een prach
tig type van Janescu, den ouden bediende
gemaakt, zooals dat trouwens van hem ver
wacht mocht worden.
Mej. T. Schut als Sonja en de heer F. Erick
als Nicolaas, de vriend van Boris, waren
nieuwelingen. Dat merkte men in het begin
heel goed, doch later werden ze veel beter,
zoodat ze weldra geheel in het kader van
de opvoering pasten. En tenslotte was mevr.
de BoerBailly een geslaagde madame
Philomène, de eigenares van de geheime
speelzaal.
Wat het overige van deze opvoering be
treft, alles was tot in de puntjes verzorgd.
Allereerst trof de iankleeding der tooneelen;
de décors waren vervaardigd door Theo
Groothuizen en voldeden zeer goed. Het kap-
werk was bij L. v. Volen uit Amsterdam in
vertrouwde handen, terwijl de schitterende
cosiumes van de firma A. J. Bakker en Zn. te
Amsterdam zeer de aandacht trokken. Dan
mogen wij nog noemen de arreslede en de
paarden, welwillend afgestaan door gebr.
Hoed alhier. En tenslotte nog even de dan
sen. De tooneeldansen (er waren er heel
wat!) waren verzorgd door den heer A.
Englander Jr. en het Russisch ballet was in
gestudeerd door mtvr. M. CouveeMisik,
die de daarin voorkomende solo dansen met
den heer Englander uitvoerde.
Rest ons nog de bloementuin: de dames
mevr Molenaarv. Vliet, mej. M. Bijl, mej.
T. Schut en mevr. Couvée kregen elk wel
riekende tuilen, evenals de heeren Gerritsen
en Vóórhaar.
Tenslotte nog iets: het publiek was dank
baar en gul met het applaus; te veel zelfs.
En wij zouden hei publiek een raad willen
gevenklap niet te veel tijdens het spelgeef
niet te veel open doekjes, 't Is wel aardig,
maar het breekt het geheel en de spelers zijn
ook met applaus na elk bedrijf al lang te
vreden. En dan zou heCpubliek verstandig
doen, om na het sluiten van het doek nog
even rustig te blijven. De muziek speelt dan
nog en dit gedeelte hoort zeer zeker bij de
uitvoering.
Resumeerendeeen zeer geslaagde avon l!
HINDERWET.
Heden is op de gemeente-secretarie ter in
zage gelegd een verzoek ir.et bijlagen van
C A. M. BELT, alhier, cm vergunning tot
het oprichten van een inrichting voor het
mengen van boter, met plaatsing daarin van
een electro motor van 3 P K-, voor het in
werking stellen van een botermengmachine,
in het perceel KLEIN NIEUWLAND nr. 2.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen
worden ingediend ten Stadhuize dezer ge
meente, mondeling op DINSDAG 21 NO
VEMBER a s., voormiddags te ELF UUR, en
schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende
drie dagen vóór gemelden dag kunnen de
verzoeker en hij, die bezwaren heeft inge
bracht op de secretarie cezer gemeente van
de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 7 November 1933.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
HINDERWET.
De Commissie uit Gedeputeerde Staten
dezer provincie, aangewtzen voor het aan-
hooren van bezwaren, die mochten worden
ingebracht tegen de door het Departement
van Binnenlandsche Zaken voorgenomen op
richting van een automatische telefooncen
trale in het perceel KOORSTRAAT nr. 12, zal
daartoe zitting houden op WOENSDAG
15 NOVEMBER a.s., des voormiddags te
ELF UUR, in het gebouw van het Provin
ciaal Bestuur aan de Dreef te Haarlem.
Alkmaar, 7 November 1933.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
WENDELAAR. Burgemeester.
A KOELMA, Secretaris.
HET LEVEN DER ESKIMO'S.
Cinema Americain.
Het is de directie van „Cinema Ameri
cain" gelukt, de hand te leggen op een
wel zeer interessant filmwerk op cultu
reel gebied, een film, die ieders aan
dacht verdient en waarvoor we uw
bijzondere aandacht vragen. Donderdag
avond zal ze, met een aantrekkelijk
bijprogramma tegen zeer billijken prijs
vertoont worden.
Wanneer de film zich gaat ontrollen,
staan we temidden van onmetelijke ijs
vlakten, met hier en daar een hut, waar
de oersterke eskimo zijn leven leeft.
De eskimo's in het verre land Ala^ka
zijn van een bijzonder ras, ze schijnen
niet bij deze weTeld te behooren, ze leven
zuiver en primitief en we kregen den
indruk, dat we hier te doen hadden met
een volk van eeuwen her.
Tsji-ak, het oude opperhoofd der Eski
mo's wordt door de overige stamgenoo
ten als een God vereerd £n met vreeze
zien ze den tijd tegemoet, dat ook hij zal
worden opgeroepen om het tijdelijke met
het eeuwige te verwisselen.
Maar zie, in het land van „Igloe
staat daar de jonge eskimo Tsji-ak, die
zich geroepen voelt, voor zijn volk een
leidsman te zijn. Nu is het voor hem
slechts zaak om te toonen een waardig
opperhoofd te worden.
Zoolang het weer goed blijft, d. w. z,
zoo 30 of 30 graden onder nul, dan is er
geen kans voor hem.
Maar plotseling gaat de lucht betrek
ken, windvlagen vliegen over de ijsvlak
ten, doordringen alles en de eskimo's
zien zich genoodzaakt, dagen en dagen
lang in de hut te blijven, waar mensch
en hond één zijn.
De stormen zwellen aan tot orkanen
en wanneer dan het voedsel opraakt
wordt de toestand nijpend. Radeloos
van angst over dit steeds aanhoudende
noodweer kijken de eskimo's elkaar aan
Dit kan niet lang duren, hier moet ee^i
oplossing gevonden worden. Een hond
slachten? Neen, dat is een misdaad, die
ze nooit zullen kunnen verantwoorden.
Dan is de kans voor de jonge Tsji-ak
daar. Met levensgevaar begeeft hij zich
buiten en het is, alsof de stormen hem
zullen vernietigen, hem zullen te pletter
slaan tegen de onmeedogenlooze ijsber
gen.
Maar dan, als bij tooverslag, wordt het
rustig, Tsji-ak is door de Goden begena
digd.
En wanneer hij het dan raadzamer
vindt om naar een andere streek te trek
ken, zijn zij allen daartoe bereid en vol
gen hem. De hulpbehoeftigea moeten
terwille van de gezonden achterblijven
en worden levend ingesloten.
Zoo is hun leven, wreed en hard.
Ook het oude opperhoofd moet achter
blijven.
Als alles gereed staat om te vertrek
ken, doet de jonge dochter onmensche-
lijke pogingen haar vader te bevrijden.
Tsji-ak, die inmiddels dit beeldschoone
meisje als zijn vrouw zou wenschen,
qeemt het op zich, den ouden man mee
te nemen en dan gaat de heele expeditie
met honden en sleden naar een beter
land.
Hoe tenslotte dezen tocht afloopt, na
eerst tusschen drijfijs te zijn geraakt,
vermelden we hier niet.
Moge het bovenstaande een aanspo-*
ring zijn, om deze natuur-wetenschappe-
lijke film te gaan zien. De muzikale
illustratie en de prachtige opnamen ma
ken deze film van onbedorven natuur
kinderen tot een cultuurfilm van bijzon
dere waarde.
Korfbal.
ONZE KORFBALLERS.
UITSLAGEN.
K. V. K. V. I—D. V. D. 2 3—2
K. V. K. V. 3Excelsior I 12
K. V. K. V. a.—Excelsior a 6—1
KRACHT EN VLUGHEID—D. V. D. 1
(AMSTERDAM) 3—2.
Een snelle en faire partij. 2-6
achterstand omgeïet in 32
voorsprong:.
In een uiterst snellen wedstrijd is het K.
V. gelukt een verdiende 32 overwinning te
behalen. Reeds direct na den uitworp bleek,
dat met de Amsterdammers niet viel te spot
ten, want onmiddellijk volgen er enkele vlug
ge aanvallen. De K. V.-verdediging is echter
j haar post en retourneerde het leer. Het
V.-midden verrichtte goed werk, terwijl de
aanval zich enkele mooie kansen schiep. Het
schot faalde echter, hoewel pech ook een
woordje meesprak, daar verschillende malen
op den korf geschoten werd. D. V. D. is for
tuinlijker en na ongeveer 15 minuten namen
zij op minder fraaie wijze met een gedekt
schot de leiding (1—0). K. V. komt thans
sterk opzetten, doch zonder succes. D. V. D.
vergrootte daarentegen vrij plotseling haar
voorsprong (20). In de tweede opstelling
kwam K. V. iets in de meerderheid. De aan
val brak herhaaldelijk goed door doch voor-
loopig bleven goals uit. Eerst kort voor het
einde der eerste helft profiteerde Reijnen van
een verwarring in de Amsterdamsche verde
diging en schoot van achter den korf zuiver
in. Rust 21 voor D. V. D.
Ook na de hervatting een klein K. V.-over
wicht. De aanval werkte had voor den gelijk
maker en na een snelle combinatie plaatste
mej. v. Liet goed voor en Reijnen maakte
geen fout (2—2).
Na de vakwisseling ging het spel meer ge
lijk op. Snel verplaatst de bal zich en beide
verdedigingen hebben groote moeite stand te
houden. Bij een der K. V.-aanvallen kreeg
mej. de Jong onder den korf den bal toege
speeld en op onberispelijke wijze gaf zij K. V.
de leiding (32). D. V. D. gaf zich nog niet
gewonnen en met snelle aanvallen trachtte
zij de K. V.-verdediging te overrompelen. Op
kranige wijze hield deze echter stand, en
daar ook K. V. niet meer scoorde, kwam het
einde met een 32 overwinning voor K. V,
K. V. K. V. 3 verloor met 21 van Excel,
sior I (Westwoud). Voor de rust wogen bei
de partijen vrijwel tegen elkaar op. Excelsior
wist echter de geboden kansen beter te benut
ten en nam een 20 voorsprong.
Na de hervatting een groote veldmeerder-
heid van K. V. De aanval demonstreerde
echter een absoluut gebrek aan schotvaardig-
heid en eerst na geruimên tijd scoorde J. van
Beek van afstand het eenigste doelpunt.
De K. V. a.-adsp. overwonnen hun con
currenten Excelsior a. na een vlot gespeelden
wedstrijd met 6—1. Zij gaan thans met de
volgende fraaie cijfers aan den kop.
In afd. B. won D. O. S. na spannenden
strijd slechts met de oneven goal (2—1) van
Zwart—Wit. Naas, dat bij Rigtersbeek op
bezoek was, keerde met een 10 overwin
ning naar Enschede terug.
Het Noorden.
W. K. won hier weer met groote cijfers.
Thans werd Vitesse met 70 het slachtoffer.
Nic. won onverwachts met 51 van Leeu
warden.
West. 3e kl. B.
Oosterpark, dat bij Oosterkwartier op be
zoek was, bracht de Haarlemmers de eerste
nederlaag toe (40).
Kracht en Vlugheid werkte zich door een
3—2 overwinning op D. V. D. 2 op de derde
plaats.
De stand luidt hier:
Oosterpark 5 5 329 10
Oosterkw. 5 3 11 13—13 7
K. en VI. 5 2 1 2 13—20 5
Haarlem 5 2—3 16—14 4
K. C. M. 5 2—3 18—19 4
D. V. D. 2 5 1 4 13—25 2
Hercules 3 4 2 2 10—15
DE EERSTE KLASSERS.
Blauw Wit verspeelt wederom
een punt, evenals K. Z. H. S-
V. verslaat H. K. V.
Noordholland.
Westerkwartier versterkte haar positie,
door D. T. V. met 2—0 te slaan. Blauw Wit
liet zich ook nu, op eigen grond, door Swift
een punt ontfutselen (33), waardoor de
kampioenen thans reeds 4 punten op achter
zijn. Ook K. Z. kon het in Amsterdam, tegen
D. D. V. niet verder dan een gelijk spel
(44) brengen. Het niet meespelen van Kat