DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Fransche buitenlandsche politiek. Hit het JUuiement Sxigeiiiksch Oveczlcht !Buiteii£and Ho. 271 Donderdag 16 November 1933 135e Jaargang De Fransche persstemmen over de verklaringen van den minister van buitenlandsche zaken Paul Boncour en van den premier Sarraut, DE VERHOUDING TOT DUITSCHLAND. Wat vandaag de aandacht trekt,.. Dj president deelde aan het slot van de zitting van gisteren mede, dat de senaat naar alle waarschijnlijkheid Zaterdag weer naar Leipzig zal verhui zen. De verhooren en bewijsvoeringen zullen dan, met uitzondering van het politieke deel, beëindigd zijn. Of Zater dag nog een zitting te Berlijn zal wor den gehouden staat nog niet vast In ieder geval zal vandaag geen zitting worden gehouden. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. iranc«- door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: G. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. AÜEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. DEN HAAG, 15 November 1933. Een slechte inzet van de reeks avondver gaderingen, welke de Tweede Kamer steeds aan de behandeling der Rijksbegrooting wijdt: tot bij half vier hebben de heeren, ten slotte slechts enkelen, het hedennacht uitge houden en nog is de regeering niet aan het woord geweest! Aan de orde was de Begrooting van De fensie en reeds bij den aanvang der verga dering bleken twaalf sprekers te zijn inge schreven. Maar wanneer we goed hebben ge teld zijn er vijftien aan het woord geweest en staat het nog niet vast, dat op de avondver gadering van Donderdag a.s. minister Dec- kers al dadelijk zal kunnen antwoorden. Men kan zich licht voorstellen, dat de uit sluiting van de S.D.A.P. uit Defensie stof tot spreken zou geven. De heer K. ter Laan (s.d.a.p.) b.v. heeft zich deswege zoo onvriendelijk tegen over den minister van Defensie uitgelaten, dat de voorzitter ditmaal de oud-minister van Dijk hem dit moest verbieden Daar tegenover verdedigde de heer T i 1 a n u s (ch.) met overtuiging de houding des minis ters. De heer van Zadelhoff (s.da.p) heeft verklaard, dat riin partij, hoewel men uit de artikelen van den heer Albarda wel licht anders zou vermoeden, onwrikbaar vast houdt aan de eenzijdige ontwapening. De heer Sneevliet (rev. soc.) heeft be toogd, dat de gebeurtenissen op „De Zeven Provinciën" niet zoo dadeliik aan Moskou moeten worden verweten. In Indië werken ook nog andere krachten Hij vroeg, nu de overheid toch ook niet vrijuit gaat, of er geen aanleiding tot amnestie zou bestaan Zooals men weet, is er een commissie on der oud-minister Idenburg in het leven ge roepen ten einde voorstellen tot bezuiniging van een vijf-en-twintig millioen op Defensie te doen. Dat niet ieder met een dergelijke be zuiniging ingenomen is, kan men wel begrij pen. Zoo vreesde de heer Duymaer van Twist (a r.) dat daarmede onze weerbaar heid gevaar zou loopen. Ook de heer T i 1 a n u s (c.h toonde zich daaromtrent niet gerust. Ook de heer Van Kempen (lib achtte het gevaar van te veel bezuiniging niet denkbeeldig, terwijl de heer Westerman (nat. herst.) betoogde, dat men met onze „schijnweermacht" geen verdere proeven mag nemen. Ook de laatste spreker van den nacht, de heer Zandt (st ger.) was tegen bezuini ging gekant. Men moet integendeel onze weermacht ver-terken. Het bovenstaande is slechts een bloemle zing uit de besprekingen Dat daarnaast ook wat oude koeien werden naar voren gebracht spreekt van zelf. Maar wanneer minister Deckers aanlei ding mocht gevoelen om deze in zijn ant woord bij de ^rens te vatten, is dit een goede gelegenheid om er op terug te komen. Met het oog op de plaatsruimte meenen wij met het bovenstaande te kunnen volstaan, wat betreft deze zoo langdurige avondvergade ring. Beide Kamers der Staten-Generaal hielden heden vergaderin ei daar een mensch nu eenmaal niet op twee pla„tsen tegelijk kan zijn, moesten wij kiezen. Wij meenen een goe de keuze gedaan te heboer. door eerst een tijdlang getuige te zijn van het vervolg der replieken op de .lgemeene beschouwingen over de Rijksbegroot'.g voor 1934 en daarna een kijkje te .temen in de Eerste Kamer. De eerste repiic^nt van lieden was de oud- minister De Cee. (ch), die o.a. niet zeer optimistisch sprak over ae drooglegging van de Zuiderzee, omdat deze te duur wordt om ooit behoorlijk rentegevend te worden Wat betreft de wijziging van „actie" in „agitatie" dient z.i. de regeering nog een schrede verder te gaan en te verklaren, dat een agitatie in eigen ambtskring niet geoor loofd kan worden. Op vele andere punten ging hij met de regeering accoord. De ver hooging van de opcenten op den suikeraccijns wilde hij thans niet bespreken. De heer F 1 es k e n s (r.k.) drong opnieuw aan op schrapping van de buitengewone op centen op de suiker en bleef tegemoetkoming aan groote gezinnen vooral nu de salarissen omlaag gaan, zeer gewenscht heeten Nadat nog de heeren de Visser (comm.) en J. ter Laan (s.dap) in een paar minuten, welke nog te hunner be schikking waren nog eens aan hun ontevre denheid lucht hadden gegeven, kwam m i- nister Col ij n eindelijk weer aan de beurt. Hij bleef tegenover den heer Aalberse de noodzakelijkheid van een Grondwetsherzie ning in twijfel trekken Het Kabinet kan het best af met art. 194 der Grondwet en de Bedrijfsradenwet. De regeering acht haar standpunt tegenover de nationaal-sociahsti- sche beweging juist. Doch zij zal scherp blij ven toezien, en als een circulaire, welke hij voor zich heeft, inderdaad van de N S.B af komstig is, zal dit aan de regeering aanlei ding geven om haar houding te wijzigen. Den sociaal-democraten verweet de spr. ze kere tweeslachtigheid: eerst een dappere on gehoorzaamheid, toen een verbetering daarna het herzieningsrapport en gister de sterk re formistisch getinte rede van den heer Albar da. Welke houding denkt de S.D.A.P. aan te nemen tegenover de resolutie van de S A I. en de LE B. te Parijs ten gunste van een al- gemeene werkstaking? Daarom blijft hij af wijzend tegenover het verzoek van den heer Joekes om bij Defensie elk geval van ont slag individueel te beoordeelen. Nadat er een voor ons onbegrijpelijke woordentwist tusschen den heer Albarda (s.d.a.p.) en Wijnkoop (comm.) door den voorzitter met hamerslagen was bijgelegd, verklaarde minister C o 1 ij n dat hij de bij voeging, welke de heer de Geer wenschte bij de qualificatie van agitatie overbodig achtte Instelling van een rijkskinderfonds achtte de minister thans niet mogelijk. Omtrent de bindend verklaring van de bestaande fondsen zal de minister overleg plegen met zijn col lega van Sociale Zaken Verlaging van de hypotheekrente is van deze regeering r.iet te verwachten. Tegengaan van het executierecht in bijzondere gevallen zou alleen aanneme lijk zijn, wanneer eer. bijzonder hooge rente was geeischt Ook denkt hij niet aan een uit- keering in eens, geluk de heer van Houten zou willen. Met de opvattingen van den heer Bierema omtrent de Engelsehe monetaire po litiek ging hij niet accoord. Den heeren Ling- beek en Kersten heeft de minister ten slotte een flink standje gemaakt wegens onnatio naal optreden en vooral de heer Ker sten, wien hij verweet soms aan de commu nisten te doen denken, kreeg den wind van voren wegens zijn desstruetieve politiek. Nadat mini'ter Oud nog nader zijn financieel beleid had toegelicht werden de algemeene beraadslagingen gesloten. De hoofdstukken I, 11, VIIA, XII en de Wet op de Middelen werden hierna zwijgend aange nomen en toen verdiepte de Kamer zich in de Begrooting van Buitenlandsche Zaken. Een vijftal sprekers hebben zich doen hooren: Achtereenvolgens traden in het krijt de heeren Bongaerts (r.k S n o e c k Henkemans 'c.h.), L i n g b e e k (herv. ger.), V 1 i e g e n (s.da.p.) en Krijger (c.h.) Zij hadden het bijna allen over de Belgische kwestie en de zaal van de Rijn- vaartcommi«sie en in het bitzonder de heer Bongaerts drong a n r- publicatie van de aangelegenheden der Rijnvaartscommissie, wat intusschen de minister van buitenland sche zaken uitdrukkelük heeft geweigerd De heer Snoeck Henkemans betoogde, dat wij toch vooral niet uit den Volkenbond mochten treden, terwijl de heer Lingbeek vond, dat we zulks wel moesten doen omdat deze niet Christelijk was Dc heer Vliegen klaagde er over, dat de Volkenbond zelfs niet aan de laagst gestelde eischen had beantwoord en hii noemde het een triest verschijnsel, dat Henderson van de Ontwapeningsconferentie wil heengaan Spr. gaf omtrent de resultaten dier conferentie nog niet alle hoop op. Merk waardig was het dezen sociaal-democraat te hooren betoogen, dat nu er weer oorlog dreigt van welken kant wist men wel! de nationale veiligheid zwaarder dient te we gen dan de nationale ontwapening. Morgen voortzetting. De Eerste Kamer had zich intus schen met een vlug tempo door een aantal wetsontwerpen heen gewerkt. Er waren en kele vriendelijke woorden gewisseld over de achtereenvolgens goedgekeurde wetsvoorstel len tot regeling van de huisindustrie, orga nisatie van de openbare organen voor de sociale verzekeringen, de internationale regeling van de wetgeving op de chèques, de opheffing van een paar rechtbanken en vele kantongerechten en nog meer klein goed (de wijziging der bakkerswet was aangehouden), maar bij de wijziging van een paar artikelen der ambtenarenwet, strekkende om het toe zicht der Gedeputeerde Staten over de gestie der gemeentebesturen naar de Kroon over te brengen, bleef de Kamer staan. Wij hebben een paar uur mogen luisteren naar verschil lende bedenkingen, welke er tegen werden in gebracht. Het waren vooral prof. Kra nenburg (vd.), de heeren Ossen- dorp (s.d.a.p.) en N i v a r d (r.k.) die zich tegen het voorstel kantten als een in breuk op de autonomie der gemeenten. De Leidsche hoogleeraar legde al het gewicht van zijn wetenschap in de schaal bij zijn ver zet tegen de wijziging, terwijl de heer Ossendorp er over klaagde, dat de be doeling was excessen bij de bezoldiging te bestrijden, maar dat daarmede de vrijheid der gemeenten aan banden werd gelegd. De heer N i v a r d vond de wijziging over bodig omdat er niet te klagen valt over het werk van Gedeputeerden ten dezen. Later heeft ook de heer W i b a u t (s.d.a.p.) zich bij de tegenstanders gevoegd, doch dat was meer om den heer Van Lanschot (r.k.) te bestrijden, die betoogd had, dat er tegen over ongelijkmatigheden in de salarieering slechts door hei staatsbestuur kan worden ingegrepen. Tot de voorstanders behoorde ook de heer Slingerberg (v.d.), die tegenover zijn partijgenoot Kranenburg een beetje den draak stak mét de bescherming van de autonomie der gemeenten, welke eigenlijk reeds in 1929 toen het toezicht door de ambtenarenwet aan Gedeputeerden werd opgedragen, een deuk had opgeloopen. Minister De Wilde heeft het ont werp vlot verdedigd als urgent omdat er regelmaat moet worden gebracht in den bezol- digingschaos en die er, evenals in de Tweede Kamer, den nadruk op legde, dat goedwillen de gemeenten niets van het bestaan der wet zullen bemerken. Zii is enkel gericht tegen de kwaadwillende, en hij dacht daarbij aan de gemeenten waar de soc.-democraten de la kens uitdeelen. Het voorstel is ten slotte aangenomen met 26 tegen 11 stemmen. Nadat de Kamer na een korte bespreking de naasting der spoor wegen UtrechtZwolle. ZwolleKampen en Den Dolder—Baarn had goedgekeurd en zonder spreken de wijziging der crisisir,voor wet, is ze weer tot nadere bijeenroeping uit eengegaan. De verklaringen van den Franschen mi nister-president Sarraut en den minister van buitelandsche zaken Paul Boncour tijdens de debatten over de buitenlandsche politiek in de Kamer, worden door de Fransche bladen al naar hun richting beoordeeld, zoodat de linksche pers haar instemming betuigt, ter wijl in het algemeen de rechtsche pers haar afkeuring uitspreekt. De „Echo de Paris" schrijft, dat de debat ten zeer verward zijn geweest. Paul Boncour heeft den toestand, waarin Frankrijk zich voor Duitschland's vertrek van de Ontwa peningsconferentie bevond, veel te optimis tisch beoordeeld. De practische conclusies uit de debatten hadden moeten zijn, dat Frankrijk zich in de eerste plaats ter beveili ging van den vrede door eigen kracht treug- trekt en ziin bondgenootschappen versterkt De regeering Sarraut-Boncour met haar socialistische bondgenooten, zal daartoe echter nooit besluiten, aangezien zij door wenschdroomen is bevangen. De ..Petit Parisien" verklaart in 'egenste ling hiermee, dat Paul Boncour met ooj •- viteit en koelbloedigheid heeft t verwacht, dat zijn rede zoowel in rr J als in het buitenland weerklank Het „Petit Journal" acht bet noodzakelijk op het oogenblik, waarin Frankrijk zijn ge- loof aan de verdragen bekrachtigt te cou stateeren dat Engeland als zijn meening kennen geeft niet verder te mogen gaan, dan tot verdragen, die tot niets verplichten en wel op het oogenblik dat Frankrijk tegenover de Volkenbondspractijk de directe onderhan delingen tusschen twee mogendheden gaat stel'en en Mussolini verklaart, dat de Vol- bond dood is. Frankrijk is niet verplicht hier mee in te stemmen, maar wil niet plus rovalist aue le Roi ziin. De radicaal-socialistische „Ere Nouvelle verlangt dat een gevaarlijke methode van onderhandelen, die tot avonturen zal leiden, vermeden zal worden. Het blad doelt op be sprekingen binnen het kader van het Vier- mogendheden-Pact Dit Pact was de groot ste politieke blunder van de iaren na den oorlo^ Frankrijk is er door Engeland op in gegaan. doch er is geen reden om er aan vast te houden. De socialistische „Populaire" gaat accoord met Boncour's en Sarraut's verklaringen over de Ontwapeningskwestie, en de Duitsche bewapening, doch acht de verklaringen on voldoende ten aanzien van het Oostenrijk- sche probleem en het oorlogsgevaar in het Verre Oosten. - De radicaal-socialistische „RépubÜque" vindt de formule van Paul Boncour, dat het resultaat der Duitsch-Fransche onderhande lingen in het kader v&n Genève moet worden gevoegd, zeer gelukkig. De „Volonté" meent, dat de debatten heb ben bewezen dat in Frankrijk een algemeene wensch tot toenadering tot Duitschland be staat. De „Jour" schrijft o.a., dat de vrees, dat bondgenooten verraden zouden worden, met gegrond was, want de bondgenooten hadden Frankrijk altijd in den steek gelaten als Frankrijk hen het meest noodig had. De ..Matin" beperkt zijn critiek voorname lijk tot de opmerking, dat de Ontwapenings conferentie opgehouden heeft te leven. De „Figaro" schrijft, dat de rede van Paul Boncour op een ieder, die haar gehoord heeft, een zeer zwakken indruk heeft gemaakt Na de kamerzitting van Dinsdag De rede van Paul Boncour in de kamei van Dinsdag zal als brochure worden uitge geven, die zal worden toegezonden aan de regeeringen en Parlementaire commissies voor buitenlandsche zaken der verschillende landen. In officieele kringen wordt in verband hier mede met nadruk uiteengezet, dat de Vol kenbond en Ontwapeningsconferentie voor Frankrijk blijven bestaan en dat iedere acti viteit van diplomatie^en aard uiteindelijk in Genève zal moeten uitkomen. De kortelings in Engeland voorgekomen aarzelingen en de redevoering, die Mussolini gisteren heeft uitgesproken, kunnen in deze houding geen ernstige wijzigingen brengen. Bovendien geven de Fransch-Italiaansche betrekkingen en de volkomen handhaving van de funda- menteele punten van overeenstemming, die eind September tusschen Frankrijk, Italië, Engeland en Amerika werden bereikt, aanlei ding nog eenigen hoop te koesteren. Juist met betrekking tot d°n trouw aan de Generi sche instellingen wijken de meeningen van Boncour af van het Italiaansche standpunt, dat in plaats van het organisme van Genève, waar alle leden van den Volkenbond aan de besprekingen deelnemen besprekingen wil stellen tusschen de groote mogendheden. De Fransche regeering blijft echter ook bij mo gelijke directe besprekingen met Duitschland trouw aan haar algemeene opvatting. Wan neer Duitschland ziin voorstellen formuleert, zullen deze langs diplomatieken weg worden besoroken in een geest van internationale samenwerking en overeenstemming. Zoo zou den thans besprekingen kunnen worden ge opend over de economische betrekkingen met •iet Saargebied. een probleem, dat specifiek Fransch Duitsch zal worden, wanneer in 1935 de Saarbewoners stemmen voor een van beide landen. De verhouding van Frankrijk tot Duitschland. Naar aanleiding van besprekingen van minister-president Sarraut met verschillen de ministers deed fisteren het gerucht de ronde, dat in de regeering ernstige meenings verschillen zijn ontstaan, die gemakkelijk tor een kabinetscrisis zouden kunnen leiden. Hoewel deze crisisberichten sterk overdre ven schijnen te zijn. rroet het wel vast staan, dat de verschillende ministers vrij sterk met elkaar van meening verschillen over verschil lende aan te brengen bezuinigingen op de begroeting, en het uitstel van de kabinets zitting zou zijn geschied om de verschillende ministers in de gelegenheid te stellen ver schillende financieele kwesties opnieuw te on derzoeken. De Jour verklaart daarentegen, dat de ware oorzaak van het uitstel moet worden gezocht op het gebied der buitenlandsche politiek. Het blad verklaart uit de beste bron te hebben vernomen, dat de ministers zich nogmaals uitvoerig willen bezighouden met den door de volksstemming in Duitschland ontstanen toestand, alvorens hun houding in de Kamer vast te stellen. Het blad meent te weten, dat de Fransche regeering vastbesloten is het tegenwoordige standpunt van Frank rijk, zooals het in de regeeringsverklaring van Sarraut tot uiting is gekomen, te hand haven. Niettemin schijnen zoowel Sarraut als pers nemen de stemmen, die voorstanders van sche zaken, niet ongenegen tot directe onder handelingen met Duitschland. Ook in de pers nemen de stemmen, die voorstander van directe onderhandelingen zijn, toe. De Matin verklaart zich beslist voorstan der van directe onderhandelingen. Ook de Berlijnsche correspondent van het Journal schrijft in zijn blad, dat zulke be sprekingen onder vier oogen weliswaar ge vaarlijk zijn, doch dat zij het groote voor deel hebben, onmiddellijk klaarheid te ver schaffen over de vraag, wat Duitschland onder gelijkgerechtigdheid verstaat. Natuur lijk mag Frankrijk dergelijke besprekingen slechts voeren in volledige overeenstemming met zijn vrienden, en moet het met het oog op het feit, dat het een gevaarlijk man ais partner heeft, de hand steeds op de revolver- tasch houden. De Petit Parisien wil het initatief voor de verwezenlijking der gelijkberechtigdheid aan Duitschland overlaten. De Rijksregeering dient zelf te verklaren, hoe zij het gelijke recht denkt te verwezenlijken. De grondsla gen en principes, die het Duitsche volk heeft aanvaard, moeten nu op den bodem der wer kelijkheid geënt worden. In de Agence Economique et Financière publiceert daarentegen de voorzitter van de Senaatscommissie voor Buitenlandsche Za ken, Henri Berenger, een artikel, waarin hij zich beslist tegen dergelijke directe onderhan delingen uitspreekt en schrijft o.a.„Het Duitsche voorstel om onder vier oogen met De Fransche buitenlandsche poli tiek. (Dag. Overzicht.) Henderson aan het woord. (Bui tenland). Frank over het Duitsche recht (Buitenland). Litwinow in Amerika. (Buiten land). Staatssecretaris Woodin afgetre den. (Buitenland.) Het brandproces te Berlijn. (Bui tenland). Drie arrestaties te Rotterdam wegens brandstichting, valschheid in geschrifte, meineed, bedriegelijke bankbreuk en poging tot oplich ting. (Binnenland.) Overleden is het oud-Kamerlid mevr. BronsveldVitringa. (Bin nenland). Een 22-jarige moeder heeft te Haarlem haar 2-jarig zoontje af schuwelijk om het leven gebracht. (Binnenland.) Veertigjarig tooneeljubileum van Jan Musch. (Toor.eel). Zie verder eventueel Laatste Be richten. Frankrijk te spreken, is beleedigend voor het Fransche volk, vooral wanneer men weet van welke voorwaarden deze voorstellen verge zeld gingen. Men moet zich af ragen, of Duitschland zich misschien verbeeldt, dat Frankrijk zijn verstand heeft verloren en elk vermogen tot oordeelen mist. Van Fransche zijde dankt men voor zulke voorstellen, die daarin bestaan da» Duitschland zijn volle vrijheid van hanoelen wordt gelaten, om naar goeddunken te wapenen, waartegenover Duitschland rust en vrede aan den Rijn be looft, afgezien van het Saar.T,sbied. Frankri'k is geen land dat ziin vrienden en verplich tingen voor een bedriegelijke en laffe veilig heid verraadt. Er ziin onderteekende verdra gen, gesloten pacten en wederzijdsche over eenkomsten, en Frankriik zal dezen verplich tingen trouw bliiven en geen land in den steek laten, dat vertrouwen in Frankrijk heeft gehad". HET RIJKSDAGBRANDPROCES. Hel spel gaat Zaterdag waar schijnlijk te Leipzig verder. Dimitrof heeft verzocht in verschil lende kwesties van politieken aard ook den vooriztter van de vroegere K P D Thaelmann te hooren. Waarschijnlijk zal het besluit van den senaat morger worden bekend gemaakt VON PAPEN ALS RIJKSGEVOLMACHTIGDE. De benoeming van vice-kanselier von Pa pen tot rijksgevolmachtigde voor de Saar- kwestie heeft te Berlijn de meening doen post vatten, dat een bijzonder Saarministerie is ingesteld. Dat is niet het geval. Veeleer is de beteekenis, dat het werk der verschillende ressorts zal worden samengevat en geleid uit een centraal punt. HEVIGE STORM OP NOORDZEE. Een hevige Zuidoosterstorm heeft heden» nacht boven de Noordzee en het Kanaal ge woed. Het van New-Foundland terugkeeren- de Engelsehe vrachtschip „Saxilby", dat 3600 ton meet, geraakte in nood en moest door de 27 koppen tellende bemanning wor den verlaten. Er werden noodseinen uitge zonden Tal van Amerikaansche, Nederland- sche en Engelsehe schepen, o.m. de Berenga- ria zijn ter assistentie in de buurt. Een twee de Engelsch stoomschip de „St. Quentin", 3500 ton metende verkeert eveneens in pood ten gevolge van een defect aan de roerinrich ting. Twee Engelsehe visschersschepen zijn tijdens den storm gezonken na botsingen met andere schepen. Het eene in het kanaal, het andere langs de Oostkust. In beide ge val. en konden de opvarenden worden gered. Bij <fe haven van Bridlington (Oost-Engeland) moesten vijf visschersvaartuigen met behulp van een reddingsboot en met gebruikmaking van olie om den golfslag te verminderen de haven worden binnengesleept

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1