DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Fransche buitenlandsche politiek.
Hit het JUuiement
Sxigeiiiksch Oveczlcht
!Buiteii£and
Ho. 271
Donderdag 16 November 1933
135e Jaargang
De Fransche persstemmen over de
verklaringen van den minister van
buitenlandsche zaken Paul Boncour
en van den premier Sarraut,
DE VERHOUDING TOT DUITSCHLAND.
Wat vandaag de
aandacht trekt,..
Dj president deelde aan het slot van
de zitting van gisteren mede, dat de
senaat naar alle waarschijnlijkheid
Zaterdag weer naar Leipzig zal verhui
zen. De verhooren en bewijsvoeringen
zullen dan, met uitzondering van het
politieke deel, beëindigd zijn. Of Zater
dag nog een zitting te Berlijn zal wor
den gehouden staat nog niet vast In
ieder geval zal vandaag geen zitting
worden gehouden.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranc«- door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: G. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. AÜEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
DEN HAAG, 15 November 1933.
Een slechte inzet van de reeks avondver
gaderingen, welke de Tweede Kamer steeds
aan de behandeling der Rijksbegrooting
wijdt: tot bij half vier hebben de heeren, ten
slotte slechts enkelen, het hedennacht uitge
houden en nog is de regeering niet aan het
woord geweest!
Aan de orde was de Begrooting van De
fensie en reeds bij den aanvang der verga
dering bleken twaalf sprekers te zijn inge
schreven. Maar wanneer we goed hebben ge
teld zijn er vijftien aan het woord geweest en
staat het nog niet vast, dat op de avondver
gadering van Donderdag a.s. minister Dec-
kers al dadelijk zal kunnen antwoorden.
Men kan zich licht voorstellen, dat de uit
sluiting van de S.D.A.P. uit Defensie stof
tot spreken zou geven.
De heer K. ter Laan (s.d.a.p.) b.v.
heeft zich deswege zoo onvriendelijk tegen
over den minister van Defensie uitgelaten,
dat de voorzitter ditmaal de oud-minister
van Dijk hem dit moest verbieden Daar
tegenover verdedigde de heer T i 1 a n u s
(ch.) met overtuiging de houding des minis
ters.
De heer van Zadelhoff (s.da.p)
heeft verklaard, dat riin partij, hoewel men
uit de artikelen van den heer Albarda wel
licht anders zou vermoeden, onwrikbaar vast
houdt aan de eenzijdige ontwapening.
De heer Sneevliet (rev. soc.) heeft be
toogd, dat de gebeurtenissen op „De Zeven
Provinciën" niet zoo dadeliik aan Moskou
moeten worden verweten. In Indië werken
ook nog andere krachten Hij vroeg, nu de
overheid toch ook niet vrijuit gaat, of er geen
aanleiding tot amnestie zou bestaan
Zooals men weet, is er een commissie on
der oud-minister Idenburg in het leven ge
roepen ten einde voorstellen tot bezuiniging
van een vijf-en-twintig millioen op Defensie
te doen. Dat niet ieder met een dergelijke be
zuiniging ingenomen is, kan men wel begrij
pen. Zoo vreesde de heer Duymaer van
Twist (a r.) dat daarmede onze weerbaar
heid gevaar zou loopen.
Ook de heer T i 1 a n u s (c.h toonde zich
daaromtrent niet gerust.
Ook de heer Van Kempen (lib
achtte het gevaar van te veel bezuiniging niet
denkbeeldig, terwijl de heer Westerman
(nat. herst.) betoogde, dat men met onze
„schijnweermacht" geen verdere proeven
mag nemen.
Ook de laatste spreker van den nacht, de
heer Zandt (st ger.) was tegen bezuini
ging gekant. Men moet integendeel onze
weermacht ver-terken.
Het bovenstaande is slechts een bloemle
zing uit de besprekingen Dat daarnaast ook
wat oude koeien werden naar voren gebracht
spreekt van zelf.
Maar wanneer minister Deckers aanlei
ding mocht gevoelen om deze in zijn ant
woord bij de ^rens te vatten, is dit een goede
gelegenheid om er op terug te komen. Met
het oog op de plaatsruimte meenen wij met
het bovenstaande te kunnen volstaan, wat
betreft deze zoo langdurige avondvergade
ring.
Beide Kamers der Staten-Generaal hielden
heden vergaderin ei daar een mensch nu
eenmaal niet op twee pla„tsen tegelijk kan
zijn, moesten wij kiezen. Wij meenen een goe
de keuze gedaan te heboer. door eerst een
tijdlang getuige te zijn van het vervolg der
replieken op de .lgemeene beschouwingen
over de Rijksbegroot'.g voor 1934 en daarna
een kijkje te .temen in de Eerste Kamer.
De eerste repiic^nt van lieden was de oud-
minister De Cee. (ch), die o.a. niet
zeer optimistisch sprak over ae drooglegging
van de Zuiderzee, omdat deze te duur wordt
om ooit behoorlijk rentegevend te worden
Wat betreft de wijziging van „actie" in
„agitatie" dient z.i. de regeering nog een
schrede verder te gaan en te verklaren, dat
een agitatie in eigen ambtskring niet geoor
loofd kan worden. Op vele andere punten
ging hij met de regeering accoord. De ver
hooging van de opcenten op den suikeraccijns
wilde hij thans niet bespreken.
De heer F 1 es k e n s (r.k.) drong opnieuw
aan op schrapping van de buitengewone op
centen op de suiker en bleef tegemoetkoming
aan groote gezinnen vooral nu de salarissen
omlaag gaan, zeer gewenscht heeten
Nadat nog de heeren de Visser
(comm.) en J. ter Laan (s.dap) in
een paar minuten, welke nog te hunner be
schikking waren nog eens aan hun ontevre
denheid lucht hadden gegeven, kwam m i-
nister Col ij n eindelijk weer aan de
beurt.
Hij bleef tegenover den heer Aalberse de
noodzakelijkheid van een Grondwetsherzie
ning in twijfel trekken Het Kabinet kan het
best af met art. 194 der Grondwet en de
Bedrijfsradenwet. De regeering acht haar
standpunt tegenover de nationaal-sociahsti-
sche beweging juist. Doch zij zal scherp blij
ven toezien, en als een circulaire, welke hij
voor zich heeft, inderdaad van de N S.B af
komstig is, zal dit aan de regeering aanlei
ding geven om haar houding te wijzigen.
Den sociaal-democraten verweet de spr. ze
kere tweeslachtigheid: eerst een dappere on
gehoorzaamheid, toen een verbetering daarna
het herzieningsrapport en gister de sterk re
formistisch getinte rede van den heer Albar
da. Welke houding denkt de S.D.A.P. aan te
nemen tegenover de resolutie van de S A I.
en de LE B. te Parijs ten gunste van een al-
gemeene werkstaking? Daarom blijft hij af
wijzend tegenover het verzoek van den heer
Joekes om bij Defensie elk geval van ont
slag individueel te beoordeelen.
Nadat er een voor ons onbegrijpelijke
woordentwist tusschen den heer Albarda
(s.d.a.p.) en Wijnkoop (comm.) door den
voorzitter met hamerslagen was bijgelegd,
verklaarde minister C o 1 ij n dat hij de bij
voeging, welke de heer de Geer wenschte bij
de qualificatie van agitatie overbodig achtte
Instelling van een rijkskinderfonds achtte
de minister thans niet mogelijk. Omtrent de
bindend verklaring van de bestaande fondsen
zal de minister overleg plegen met zijn col
lega van Sociale Zaken Verlaging van de
hypotheekrente is van deze regeering r.iet te
verwachten. Tegengaan van het executierecht
in bijzondere gevallen zou alleen aanneme
lijk zijn, wanneer eer. bijzonder hooge rente
was geeischt Ook denkt hij niet aan een uit-
keering in eens, geluk de heer van Houten
zou willen. Met de opvattingen van den heer
Bierema omtrent de Engelsehe monetaire po
litiek ging hij niet accoord. Den heeren Ling-
beek en Kersten heeft de minister ten slotte
een flink standje gemaakt wegens onnatio
naal optreden en vooral de heer Ker
sten, wien hij verweet soms aan de commu
nisten te doen denken, kreeg den wind van
voren wegens zijn desstruetieve politiek.
Nadat mini'ter Oud nog nader
zijn financieel beleid had toegelicht werden
de algemeene beraadslagingen gesloten. De
hoofdstukken I, 11, VIIA, XII en de Wet op
de Middelen werden hierna zwijgend aange
nomen en toen verdiepte de Kamer zich in de
Begrooting van Buitenlandsche Zaken. Een
vijftal sprekers hebben zich doen hooren:
Achtereenvolgens traden in het krijt de
heeren Bongaerts (r.k S n o e c k
Henkemans 'c.h.), L i n g b e e k (herv.
ger.), V 1 i e g e n (s.da.p.) en Krijger
(c.h.) Zij hadden het bijna allen over de
Belgische kwestie en de zaal van de Rijn-
vaartcommi«sie en in het bitzonder de heer
Bongaerts drong a n r- publicatie van de
aangelegenheden der Rijnvaartscommissie,
wat intusschen de minister van buitenland
sche zaken uitdrukkelük heeft geweigerd De
heer Snoeck Henkemans betoogde, dat wij
toch vooral niet uit den Volkenbond mochten
treden, terwijl de heer Lingbeek vond, dat we
zulks wel moesten doen omdat deze niet
Christelijk was Dc heer Vliegen klaagde er
over, dat de Volkenbond zelfs niet aan de
laagst gestelde eischen had beantwoord en
hii noemde het een triest verschijnsel, dat
Henderson van de Ontwapeningsconferentie
wil heengaan Spr. gaf omtrent de resultaten
dier conferentie nog niet alle hoop op. Merk
waardig was het dezen sociaal-democraat te
hooren betoogen, dat nu er weer oorlog
dreigt van welken kant wist men wel!
de nationale veiligheid zwaarder dient te we
gen dan de nationale ontwapening.
Morgen voortzetting.
De Eerste Kamer had zich intus
schen met een vlug tempo door een aantal
wetsontwerpen heen gewerkt. Er waren en
kele vriendelijke woorden gewisseld over de
achtereenvolgens goedgekeurde wetsvoorstel
len tot regeling van de huisindustrie, orga
nisatie van de openbare organen voor de
sociale verzekeringen, de internationale
regeling van de wetgeving op de chèques, de
opheffing van een paar rechtbanken en vele
kantongerechten en nog meer klein goed (de
wijziging der bakkerswet was aangehouden),
maar bij de wijziging van een paar artikelen
der ambtenarenwet, strekkende om het toe
zicht der Gedeputeerde Staten over de gestie
der gemeentebesturen naar de Kroon over te
brengen, bleef de Kamer staan. Wij hebben
een paar uur mogen luisteren naar verschil
lende bedenkingen, welke er tegen werden in
gebracht. Het waren vooral prof. Kra
nenburg (vd.), de heeren Ossen-
dorp (s.d.a.p.) en N i v a r d (r.k.) die
zich tegen het voorstel kantten als een in
breuk op de autonomie der gemeenten. De
Leidsche hoogleeraar legde al het gewicht
van zijn wetenschap in de schaal bij zijn ver
zet tegen de wijziging, terwijl de heer
Ossendorp er over klaagde, dat de be
doeling was excessen bij de bezoldiging te
bestrijden, maar dat daarmede de vrijheid der
gemeenten aan banden werd gelegd.
De heer N i v a r d vond de wijziging over
bodig omdat er niet te klagen valt over het
werk van Gedeputeerden ten dezen. Later
heeft ook de heer W i b a u t (s.d.a.p.) zich
bij de tegenstanders gevoegd, doch dat was
meer om den heer Van Lanschot (r.k.)
te bestrijden, die betoogd had, dat er tegen
over ongelijkmatigheden in de salarieering
slechts door hei staatsbestuur kan worden
ingegrepen. Tot de voorstanders behoorde
ook de heer Slingerberg (v.d.), die
tegenover zijn partijgenoot Kranenburg een
beetje den draak stak mét de bescherming
van de autonomie der gemeenten, welke
eigenlijk reeds in 1929 toen het toezicht door
de ambtenarenwet aan Gedeputeerden werd
opgedragen, een deuk had opgeloopen.
Minister De Wilde heeft het ont
werp vlot verdedigd als urgent omdat er
regelmaat moet worden gebracht in den bezol-
digingschaos en die er, evenals in de Tweede
Kamer, den nadruk op legde, dat goedwillen
de gemeenten niets van het bestaan der wet
zullen bemerken. Zii is enkel gericht tegen de
kwaadwillende, en hij dacht daarbij aan de
gemeenten waar de soc.-democraten de la
kens uitdeelen.
Het voorstel is ten slotte aangenomen met
26 tegen 11 stemmen. Nadat de Kamer na
een korte bespreking de naasting der spoor
wegen UtrechtZwolle. ZwolleKampen en
Den Dolder—Baarn had goedgekeurd en
zonder spreken de wijziging der crisisir,voor
wet, is ze weer tot nadere bijeenroeping uit
eengegaan.
De verklaringen van den Franschen mi
nister-president Sarraut en den minister van
buitelandsche zaken Paul Boncour tijdens de
debatten over de buitenlandsche politiek in
de Kamer, worden door de Fransche bladen
al naar hun richting beoordeeld, zoodat de
linksche pers haar instemming betuigt, ter
wijl in het algemeen de rechtsche pers haar
afkeuring uitspreekt.
De „Echo de Paris" schrijft, dat de debat
ten zeer verward zijn geweest. Paul Boncour
heeft den toestand, waarin Frankrijk zich
voor Duitschland's vertrek van de Ontwa
peningsconferentie bevond, veel te optimis
tisch beoordeeld. De practische conclusies
uit de debatten hadden moeten zijn, dat
Frankrijk zich in de eerste plaats ter beveili
ging van den vrede door eigen kracht treug-
trekt en ziin bondgenootschappen versterkt
De regeering Sarraut-Boncour met haar
socialistische bondgenooten, zal daartoe
echter nooit besluiten, aangezien zij door
wenschdroomen is bevangen.
De ..Petit Parisien" verklaart in 'egenste
ling hiermee, dat Paul Boncour met ooj •-
viteit en koelbloedigheid heeft t
verwacht, dat zijn rede zoowel in rr J
als in het buitenland weerklank
Het „Petit Journal" acht bet noodzakelijk
op het oogenblik, waarin Frankrijk zijn ge-
loof aan de verdragen bekrachtigt te cou
stateeren dat Engeland als zijn meening
kennen geeft niet verder te mogen gaan, dan
tot verdragen, die tot niets verplichten en
wel op het oogenblik dat Frankrijk tegenover
de Volkenbondspractijk de directe onderhan
delingen tusschen twee mogendheden gaat
stel'en en Mussolini verklaart, dat de Vol-
bond dood is. Frankrijk is niet verplicht hier
mee in te stemmen, maar wil niet plus
rovalist aue le Roi ziin.
De radicaal-socialistische „Ere Nouvelle
verlangt dat een gevaarlijke methode van
onderhandelen, die tot avonturen zal leiden,
vermeden zal worden. Het blad doelt op be
sprekingen binnen het kader van het Vier-
mogendheden-Pact Dit Pact was de groot
ste politieke blunder van de iaren na den
oorlo^ Frankrijk is er door Engeland op in
gegaan. doch er is geen reden om er aan
vast te houden.
De socialistische „Populaire" gaat accoord
met Boncour's en Sarraut's verklaringen over
de Ontwapeningskwestie, en de Duitsche
bewapening, doch acht de verklaringen on
voldoende ten aanzien van het Oostenrijk-
sche probleem en het oorlogsgevaar in het
Verre Oosten. -
De radicaal-socialistische „RépubÜque"
vindt de formule van Paul Boncour, dat het
resultaat der Duitsch-Fransche onderhande
lingen in het kader v&n Genève moet worden
gevoegd, zeer gelukkig.
De „Volonté" meent, dat de debatten heb
ben bewezen dat in Frankrijk een algemeene
wensch tot toenadering tot Duitschland be
staat.
De „Jour" schrijft o.a., dat de vrees, dat
bondgenooten verraden zouden worden, met
gegrond was, want de bondgenooten hadden
Frankrijk altijd in den steek gelaten als
Frankrijk hen het meest noodig had.
De ..Matin" beperkt zijn critiek voorname
lijk tot de opmerking, dat de Ontwapenings
conferentie opgehouden heeft te leven.
De „Figaro" schrijft, dat de rede van Paul
Boncour op een ieder, die haar gehoord
heeft, een zeer zwakken indruk heeft gemaakt
Na de kamerzitting van Dinsdag
De rede van Paul Boncour in de kamei
van Dinsdag zal als brochure worden uitge
geven, die zal worden toegezonden aan de
regeeringen en Parlementaire commissies
voor buitenlandsche zaken der verschillende
landen.
In officieele kringen wordt in verband hier
mede met nadruk uiteengezet, dat de Vol
kenbond en Ontwapeningsconferentie voor
Frankrijk blijven bestaan en dat iedere acti
viteit van diplomatie^en aard uiteindelijk in
Genève zal moeten uitkomen. De kortelings
in Engeland voorgekomen aarzelingen en de
redevoering, die Mussolini gisteren heeft
uitgesproken, kunnen in deze houding geen
ernstige wijzigingen brengen. Bovendien
geven de Fransch-Italiaansche betrekkingen
en de volkomen handhaving van de funda-
menteele punten van overeenstemming, die
eind September tusschen Frankrijk, Italië,
Engeland en Amerika werden bereikt, aanlei
ding nog eenigen hoop te koesteren. Juist
met betrekking tot d°n trouw aan de Generi
sche instellingen wijken de meeningen van
Boncour af van het Italiaansche standpunt,
dat in plaats van het organisme van Genève,
waar alle leden van den Volkenbond aan de
besprekingen deelnemen besprekingen wil
stellen tusschen de groote mogendheden. De
Fransche regeering blijft echter ook bij mo
gelijke directe besprekingen met Duitschland
trouw aan haar algemeene opvatting. Wan
neer Duitschland ziin voorstellen formuleert,
zullen deze langs diplomatieken weg worden
besoroken in een geest van internationale
samenwerking en overeenstemming. Zoo zou
den thans besprekingen kunnen worden ge
opend over de economische betrekkingen met
•iet Saargebied. een probleem, dat specifiek
Fransch Duitsch zal worden, wanneer in
1935 de Saarbewoners stemmen voor een van
beide landen.
De verhouding van Frankrijk tot
Duitschland.
Naar aanleiding van besprekingen van
minister-president Sarraut met verschillen
de ministers deed fisteren het gerucht de
ronde, dat in de regeering ernstige meenings
verschillen zijn ontstaan, die gemakkelijk tor
een kabinetscrisis zouden kunnen leiden.
Hoewel deze crisisberichten sterk overdre
ven schijnen te zijn. rroet het wel vast staan,
dat de verschillende ministers vrij sterk met
elkaar van meening verschillen over verschil
lende aan te brengen bezuinigingen op de
begroeting, en het uitstel van de kabinets
zitting zou zijn geschied om de verschillende
ministers in de gelegenheid te stellen ver
schillende financieele kwesties opnieuw te on
derzoeken.
De Jour verklaart daarentegen, dat de
ware oorzaak van het uitstel moet worden
gezocht op het gebied der buitenlandsche
politiek. Het blad verklaart uit de beste bron
te hebben vernomen, dat de ministers zich
nogmaals uitvoerig willen bezighouden met
den door de volksstemming in Duitschland
ontstanen toestand, alvorens hun houding in
de Kamer vast te stellen. Het blad meent te
weten, dat de Fransche regeering vastbesloten
is het tegenwoordige standpunt van Frank
rijk, zooals het in de regeeringsverklaring
van Sarraut tot uiting is gekomen, te hand
haven.
Niettemin schijnen zoowel Sarraut als
pers nemen de stemmen, die voorstanders van
sche zaken, niet ongenegen tot directe onder
handelingen met Duitschland. Ook in de
pers nemen de stemmen, die voorstander van
directe onderhandelingen zijn, toe.
De Matin verklaart zich beslist voorstan
der van directe onderhandelingen.
Ook de Berlijnsche correspondent van het
Journal schrijft in zijn blad, dat zulke be
sprekingen onder vier oogen weliswaar ge
vaarlijk zijn, doch dat zij het groote voor
deel hebben, onmiddellijk klaarheid te ver
schaffen over de vraag, wat Duitschland
onder gelijkgerechtigdheid verstaat. Natuur
lijk mag Frankrijk dergelijke besprekingen
slechts voeren in volledige overeenstemming
met zijn vrienden, en moet het met het oog
op het feit, dat het een gevaarlijk man ais
partner heeft, de hand steeds op de revolver-
tasch houden.
De Petit Parisien wil het initatief voor de
verwezenlijking der gelijkberechtigdheid aan
Duitschland overlaten. De Rijksregeering
dient zelf te verklaren, hoe zij het gelijke
recht denkt te verwezenlijken. De grondsla
gen en principes, die het Duitsche volk heeft
aanvaard, moeten nu op den bodem der wer
kelijkheid geënt worden.
In de Agence Economique et Financière
publiceert daarentegen de voorzitter van de
Senaatscommissie voor Buitenlandsche Za
ken, Henri Berenger, een artikel, waarin hij
zich beslist tegen dergelijke directe onderhan
delingen uitspreekt en schrijft o.a.„Het
Duitsche voorstel om onder vier oogen met
De Fransche buitenlandsche poli
tiek. (Dag. Overzicht.)
Henderson aan het woord. (Bui
tenland).
Frank over het Duitsche recht
(Buitenland).
Litwinow in Amerika. (Buiten
land).
Staatssecretaris Woodin afgetre
den. (Buitenland.)
Het brandproces te Berlijn. (Bui
tenland).
Drie arrestaties te Rotterdam
wegens brandstichting, valschheid
in geschrifte, meineed, bedriegelijke
bankbreuk en poging tot oplich
ting. (Binnenland.)
Overleden is het oud-Kamerlid
mevr. BronsveldVitringa. (Bin
nenland).
Een 22-jarige moeder heeft te
Haarlem haar 2-jarig zoontje af
schuwelijk om het leven gebracht.
(Binnenland.)
Veertigjarig tooneeljubileum van
Jan Musch. (Toor.eel).
Zie verder eventueel Laatste Be
richten.
Frankrijk te spreken, is beleedigend voor het
Fransche volk, vooral wanneer men weet van
welke voorwaarden deze voorstellen verge
zeld gingen. Men moet zich af ragen, of
Duitschland zich misschien verbeeldt, dat
Frankrijk zijn verstand heeft verloren en elk
vermogen tot oordeelen mist. Van Fransche
zijde dankt men voor zulke voorstellen, die
daarin bestaan da» Duitschland zijn volle
vrijheid van hanoelen wordt gelaten, om
naar goeddunken te wapenen, waartegenover
Duitschland rust en vrede aan den Rijn be
looft, afgezien van het Saar.T,sbied. Frankri'k
is geen land dat ziin vrienden en verplich
tingen voor een bedriegelijke en laffe veilig
heid verraadt. Er ziin onderteekende verdra
gen, gesloten pacten en wederzijdsche over
eenkomsten, en Frankriik zal dezen verplich
tingen trouw bliiven en geen land in den
steek laten, dat vertrouwen in Frankrijk
heeft gehad".
HET RIJKSDAGBRANDPROCES.
Hel spel gaat Zaterdag waar
schijnlijk te Leipzig verder.
Dimitrof heeft verzocht in verschil
lende kwesties van politieken aard ook
den vooriztter van de vroegere K P D
Thaelmann te hooren. Waarschijnlijk
zal het besluit van den senaat morger
worden bekend gemaakt
VON PAPEN ALS
RIJKSGEVOLMACHTIGDE.
De benoeming van vice-kanselier von Pa
pen tot rijksgevolmachtigde voor de Saar-
kwestie heeft te Berlijn de meening doen post
vatten, dat een bijzonder Saarministerie is
ingesteld. Dat is niet het geval. Veeleer is de
beteekenis, dat het werk der verschillende
ressorts zal worden samengevat en geleid uit
een centraal punt.
HEVIGE STORM OP NOORDZEE.
Een hevige Zuidoosterstorm heeft heden»
nacht boven de Noordzee en het Kanaal ge
woed. Het van New-Foundland terugkeeren-
de Engelsehe vrachtschip „Saxilby", dat
3600 ton meet, geraakte in nood en moest
door de 27 koppen tellende bemanning wor
den verlaten. Er werden noodseinen uitge
zonden Tal van Amerikaansche, Nederland-
sche en Engelsehe schepen, o.m. de Berenga-
ria zijn ter assistentie in de buurt. Een twee
de Engelsch stoomschip de „St. Quentin",
3500 ton metende verkeert eveneens in pood
ten gevolge van een defect aan de roerinrich
ting. Twee Engelsehe visschersschepen zijn
tijdens den storm gezonken na botsingen met
andere schepen. Het eene in het kanaal, het
andere langs de Oostkust. In beide ge val. en
konden de opvarenden worden gered. Bij <fe
haven van Bridlington (Oost-Engeland)
moesten vijf visschersvaartuigen met behulp
van een reddingsboot en met gebruikmaking
van olie om den golfslag te verminderen de
haven worden binnengesleept