MEER STILTE 'ftovinciaal 'flieuws Auto-Muziek! Jjjdschrifien JhheepsUidingen JtecfUszakeu OPIUM EN MORPIéINE. 1 Dr. HUGO GLASER. Turkije en Macedonië. PAARDENFOKKERIJ IN NOORD-HOLLAND, ,in£- OTERLEEK, MEDEMBLIK, W ARMENHUTZr Kon. Ned. Stoomb. Mii JavaNew-York Lijn. Kertesono, Java n. New York, 16 Nov. v. Gibraltar. Stoomv. Mij. Oceaan. HollandAfrika Lijn Klipfontem (thuisr.) 16 Nov. te Antw. Meliskerk (thuisr.) 7 Nov. te Mombassa. Randfontein 17 Nov. v. Beira te Lorenzo Marqués. HollandOost-Aziê-lijn. Stoomv. Mij. Nederland. Christiaan Huijgens (thuisr.) 17 Nov. v. Al giers. (Verb.). Kon. Hoil. Llovd. BURGEMEESTER DE GROOT VOOR DE RECHTBANK. De lezing van Kuijn. Uiteraard staan .ie rijksambtenaren vrijwel machteloos tegenover dezen detailsmokkel handel. door VL In Turkije is veel veranderd. Vroeger liam wegens het verbod van alcohol (door Mohammed uitgevaardigd) het opium daar een voorname plaats in. Tegenwoordig verdwijnt de gevaarlijke pijp meer en meer. De wereldoorlog en de moderne opvattingen van Jong-Tur- kije hebben aan menige eerbiedwaardig oude traditie een eind gemaakt. De sluiers en haremmuren zijn in de groote steden verdwenen, het papavergif is meegegaan, en ter remplaceering is het wijnglas verschenen. De romantiek van den opiumroes heeft plaats gemaakt voor de nuchtere realiteit der dron kenschap. In weerwil van dat alles is de slaap- bollenbouw voor Klein-Azië van betee- kenis. En ook de opiumproductie heeft aan de Turksche papavercultuur veel verplichting. Laatstgenoemde levert per jaar 300.000 tot 400.000 kilogram op, on geveer tweederde driekwart van de kwantiteit vóór de oorlog. Al wordt er dan minder van het tocvermiddel geschoven, en is het met het rooken correspondeerende deel van den handel achteuitgegaan, voor medi sche doeleinden wordt in Klein-Azië meer opium ewonnen dan waar ook. Bovendien is het wettig en illegaal ver bruik van morphine gestegende maan- kcpboeren tusschen Constantinopel en Smyrna weten dat, en de handelaren is het eveneens bekend. Bijna alle groo te staten van het Westen, zijn evenals Japan en Amerika groote afnemers. Misschien staat Frankrijk bovenaan. Overigens zijn de statistieken betreffen de deze dingen bijna steeds onjuist. In Perzië zou de opiumproductie on geveer hetzelfde opleveren als in Klein- Azië. Zij is daar eveneens een belarn ijk middel van bestaan voor landbouwers en handelaren, en voor den staat een de. meest winstgevende bronner van inkomsten. Men neemt aan, dat te Ispahan minstens een kwart der bevol king direct of indirect van het opium bestaat Een groot deel van het Perzische maanzaadvocht vindt zijn weg naar China, waar men nog altijd het meeste opium consumeert. Verder betrekt het Hemelsche Rijk dit artikel van elders: nl. van Wladiwostok. Deze stad begint gedurende de laatste jaren in de geschie denis van den opiumhandel e^n rol te spelen. Bovendien wordt er veel van het bedwelmende goed geschoven Men heeft vastgesteld, dat zich te Wladiwo stok meer dan tweeghonderd ge'egen- heden bevinden, waar de verslaafde z "h naar hartelust aan het gif te buiten kan gaan. Ook Japan produceert zoo als gezegd maankoppen en het voort brengsel daarvan. In Indië (d w.z. Engelsch-Indië) wordt de opiumhandel scherp gecontro eerd. Het is de bedoeling, dat de gevaarbren- gende substantie slechts voor medische doeleinden wordt uitgecvoerd. Alleen voor het verbouwen der papavers is reeds een concessie noodig. Te Calcutta hebben geregeld opiumaucties plaats, maar de productie loopt terug. De ver houdingen zijn in de verschillende stre ken van Indië ondertusschen niet de zelfde. Egypte krijgt allengs meer beteekenis voor de opiumproductie. In sommige provincies aldaar worden opiumpillen gegeten. Wt Europa betreft moet allereerst het Balkanschiereiland genoemd wor den. Mogelijk had de lezer verwacht, dat het beruchte artikel in Europa niet zou worden gefabriceerd. De Macedoni sche productie mag men evenwel niet onderschatten. Reeds lang geleden ont dekte men de geschiktheid van de bo dem voor papaveraanplantingen en de mogelijkheid van een goeden afzet. De grootste concurrentie ondervindt het opium van de tabak. In gebieden die eertijds deel van Ma cedonië uitmaakten (enkele gedeelten van Joego-Slavië) houdt men zich even eens met opiumcultuur bezig. Daar er aan dit voortbrengsel veel meer ver diend wordt, dan aan koren, worden er steeds nieuwe akkers ter beschikking van papaverboeren gesteld, hetgeen eigenlijk niet in overeenstemming is met de projecten inzake een doelmatige ex ploitatie van den bouwgrond Gelukkig worden de papavers niet uitsluitend gekweegkt om het sap uit de onrijpe, maar ook om de olie uit de rijpe zaden. Maandzaadolie is een hevige concurrent van olijfolie geworden. En laar men uit én plant van alles kan halen en aldus de geheele familie werk vindt door de teelt er van, is de papaver bij de kleine boeren bijzonder populair: men wint eerst het opium, ver volgens de olie. en de rest kan dan nog als brandstof dienst doen. Ook Bulgarije heeft aandeel in de opiumproductie, en Griekenland blijft evenmin achter. Echter geniet in deze landen de tabak de voorkeur en de pa pavercultuur is dan ook minder gewor den. Oorzaak hiervan zijn: een ander klimaat en een andere bodem, doch te vens: andere arbeidersverhoudingen en een afwijkende organisatie van den af zet. Al deze factoren beslissen over ar tikelen en markt. De belangrijkste van alle handels centra voor opium is Londen. Hier wor den zoowel de Aziatische als de Euro- peesche soort aan den man gebracht d.w.z. aan de vertegenwoordigers der pharmaceutische industrie geleverd. De provinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij schrijft ons: Goede paarden zijn duur, zeer duur. Een loonende paardui.okkerij is dan ook die, die ingesteld is op het voortbrengen van bet beste. Daarom moet men de kwaliteit opvoe ren. Gelukkig verschijnsel, dat in het Noordelijk gedeelte onzer provincie deze idee ook baan breekt en men niet meer door wil fckken met matige merries bij desnoods goede hengsten. „De merrie geeft het veulen het type mee", is een waarheid, die niet geloochend kan worden. Zelden maakt een hengst het mate riaal van slechte merries veel beter. Dan moet zoo'n hengst al een z.g. „stempei"- hengst zijn, een die zijn stempel drukt op de geheele nakomelingschap. Verstandig, zeer verstandig envoor- deelig tenslotte, is het geweest van enkele Noordhollandsche fokkers om enkele goede jonge vrouwelijke dieren aan te koopen in het Zuiden der provincie ter verdere voortte- Men denke maar eens aan het onmiddellij ke succes reeds door de aangekochte dieren behaald vorig jaar op de premiekeuring te Wieringerwaard. Een voorbeeld, dat naar we hopen door velen zal worden gevolgd. Met een spie ring een kabeljauw vangen Bij een arbeider alhier kwam meermalen een hond van zijn buurman J. op het erf. Daar wegjagen blijkbaar niet hielp, bond de arbeider den hond een emmer aan den staart. Volgens den een zou de hond toen in een sloot geloopen zijn, volgens anderen echter zou de arbeider daarbij een handje hebben geholpen. In elk geval heeft de politie proces verbaal opgemaakt. Gedurende den laatsten tijd vermiste een machinist van een stoomwals van de firma Jaartsveld herhaaldelijk briketten, die op een nabijgelegen opslagplaats lagen. Dezer dagen zag de machinist B. een jon gen uit de richting van de stoomwals komen met een zak, welke hij op zijn fiets plaatste. Toen B. den jongen had aangehouden bleek de zak inderdaad briketten te bevatten. De politie werd daarop gewaarschuwd, die een onderzoek instelde en vervolgens proces verbaal opmaakte. Aan de veiling alhier werd verhandeld in October 1933 October 1932 Roode kool 750 400K.G. 207.025 K.G. Gele kool 122 300 23.350 Gew. witte kool 368 925 744.725 D. witte kool 35.275 8.725 Nep 16.550 10.700 Uien 36.565 95.225 Slaboonen 2.420 805 Peen 24.900 9.250 Bieten 48.575 11.825 Aardappelen 236.819 430.741 Bloemkool 990 st. 282 st. De omzet bedroeg in Oet 1933 19.827.57 tegen 21.206.09 in October 1932. T ZAND. De herbouw van de onlangs afgebrande boerderij bewoond door W. Meijers alhier en eigendom van A. Tiel te Koegras, is opgedra gen aan den aannemer C. de Leeuw Wz., alhier. U vindt Uw claxon misschien erg muzikaal, een symphonie gelijkt Weet U, dat niet iedereen er zoo over denkt? Dat anderen Uw autohoorn vooral 's nachts liever niet hooren? Wilt U er ook eens om denken, dat onze maatschappij rust noodig heeft? Geen lawaai, maar- 36 De Kroniek. Opnieuw is een interessant nummer ver schenen van „De Kroniek", w.o. Het Ned. Bedrijfsleven. Belangrijke artikelen zijn ge wijd aan de regeering en het bedrijfsleven. De Bedrijfsradenwet, de Diamantindustrie, de werkverruiming te Hellendoorn en het verloop van de werkloosheid in de laatste ja ren worden in populaire doch goed gedocu menteerde artikelen onder de loupe genomen itvoerig beschreven worden daarnaast dit maal de Batschari-sigarettenfabrieken en de N.V de Faam te Breda. Voorts een algemeen artikel over Limburg en de Afscheiding van België in 1830, waarin eenige historische bi- zonderheden worden onthuld. Een Weensche Theaterbrief vpn Margarete Heidl besluit dti afwisselende nummer. Met het Novembernummer van De Tooneel- spiegel" zijn weer een paar lange winteravon den prettig te vullen. Als steeds biedt het blad een keur van artikelen; een belangrijk artikel van Betsy Ranucci Beekman, over tooneel en tooneelsubsidieering, en een interessante be schouwing van mr. J. H. Polenaar, voorzitter van den Amsterd. Kunstkring „Voor Allen", over de Nederlandsche Opera. Gustav Czopp begint een serie interviews met acteurs, die de planken verlieten, en vertelt van Kommer Kleijn's ervaringen bij en opvattingen over het radio-hoorspel. Ook aan de Nederlandsche Filmindustrie is een artikel gewijd. Margarete Neidl zond weer een interessanten Weenschen Theaterbrief. De gewone rubrieken mster- damsche Tooneelecho's en Dilettantentooneel ontbreken ook ditmaal niet, terwijl het num mer verlucht is met vele actueele foto's. Ajax 17 Nov. v. Barcelona te Tarragona. Aurora 17 Nov. v. Centa te Genua. Berenice 17 Nov. v Setubal n. Lissabon. Costa Rica 17 Nov. v. Amst. n. W -Indië. Ganymedes 16 Nov. v. Izmir n. Istanbul. Hermes 17 Nov. v. Tanger n. Gibraltar. Iris 16 Nov. v. Gothenburg n. Amst. Ajax 16 Nov. v. Barcelona n. Tarragona. Ariadne 16 Nov. v. Messina n. Lipari. Bodegraven 17 Nov. v. Amsterdam te Ham- gurg. Ceres 17 Nov. v. Amsterdam te Hamburg. Fauna 16 Nov. v. Algiers n. Amsterdam. Hebe 17 Nov. v. Amsterdam n. Rotterdam. Irene 17 Nov. v. Kopenhagen n. Aarhus. Mars 16 Nov. v. Triëst n. Fiume. Oranje Nassau (thuisr.) 16 Nov. v. Para maribo n. Madeira. Pluto 17 Nov. v. Amsterdam te Rotterdam. Ulysses 16 Nov. v. Cavalla te Izmir. Venezuela (uitr.) 16 Nov. te Barbados. Antenor, Japan/Roti, 17 Nov. te Shanghai. Memnon, Japan/Rott., 17 Nov. te Penang. Polyphemus 17 Nov. v: Bremen te Amst. Oldekerk (uitr.) 17 Nov. v. Shanghai. Poelau Roebiah (uitr.) 17 Nov. te Genua. Eupatoria 15 Nov. v. Cuxhaven via Bremen en Amst. n. Porto Alegro. Orania (thuisr.) 17 Nov. v. Montevideo. Teneriffé (uitr.) 15 Nov. te Rio Grande. Zeelandia (thuisr.) 17 Nov. v. Vigo. DE WORGPLAAT- RUYS DE BEERENBROUCK. De Hooge Raad heeft gister behandeld een cassatieberoep van C. P. B., wien ten laste is gelegd, dat hij te Delft op 6 April 1933 in het openbaar een plaat heeft ge toond, waarop de toenmalige minister-presi dent, Jhr. Ruys de Beerenbrouck, afgebeeld stond, een arbeider worgende. Onder de plaat stond „De edelman, die h.et volk Wel- tert". De Haagsche politierechter veroordeelde B. op grond van artikel 271 Strafrecht, tot 40 boete, welk vonnis door het gerechtshof te 's-Gravenhage werd bevestigd. Mevr. mr. de Ruyterde Zeeuw uit "Rot terdam lichtte eenige cassatiemiddelen toe en betoogde, dat in de bewijsmiddelen niets te vinden is omtrent opzet om te beleedigen en ook niet is aangegeven waarom deze plaat beleedigend zou zijn. Het O M. zal op 4 December concludee- ren. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR. Meervoudige strafkamer. Zitting van Dinsdag 21 Nov. Uitspraken 14 November. Huibertus de J. en Pietertje P., Kol- horn, oplichting, art. 26 A strafr., Ie 3 maanden gev., 2de vrijgesproken. Nic. Simon K., plaatwerker, Egm md aan Zee, hooger beroep vonnis, loopen over verboden grond en vonnis opgeven van een valschen naam, 10 boete of 10 dagen hechtenis en 30 boete of 30 dagen hechtenis. Joh. Z., Helder, gedetineerd te Sche- veningen, voordeel trekken art. 426 (ter) strafrecht, 3 dagen hechtenis en 1 jaar opzending rijkswerkinrichting. Nic. B., sigarenmaker, Alkmaar, hoo ger beroep vonnis overtreding art. 453 strafrecht. Vonnis bevestigd. Nic. Bals voren, vonnis bevestigd. Pieter Gl., Egmond aan Zee, hooger beroep vonnis jachtwetovertreding. Von nis bekrachtigd. Ferdinand H., 's-Gravenhage, valsch- heid in geschrifte en verduistering, in terlocutoir vonnis: onderzoek on 'olledig verwezen naar rechter-commissaris. Bastiaan K., Helder, gedetineerd, he ling, 8 weken gev. met aftrek voorarrest en in vrijheid gesteld. Anth. Herm. M„ Alkmaar, gedetineerd, diefstal van rijwielbelastingmerken, 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf. Eén van de zaakjes die in Groot- Scheriner aanleiding hebben gegeven tot de ontstemming van de bevolking tegen den burgemeester, werd heden voor de Arrondissementsrechtbank, on der groote belangstelling van de Scher- meerderlingen, behandeld. Reeds een half uur te voren hadden tal van belangstellenden zich voor het Gerechtsgebouw opgesteld, zoodat na opening de tribune vol liep. De rechtbank was als volgt samenge steld: Mr. Ledeboer, president; Mr. Krabbe en Mr. Ubbens, rechters; Mr. v. d. Feen de Lille, officier van justitie. Een 8-tal getuigen waren gedagvaard en wel J. Kuijn, P. de Geus, G. Tenty, T Slooten, G. v. Zijp, p. Brouwer, C. Titnstra en Dr. J. Koppen. Op verzoek van den verdediger werd ook nog als getuige gehoord üe heer J. Kieft, die ook in het vooronderzoek was genoord doch niot gedagvaard. Het was maar een eenvoudig zaakje van beleediging. De officier van justitie had aen burge meester reeds eerder hiervoor een dag vaarding gestuurd, doch Mr. do Groot, do verdediger, was hiertegen in beroep gekomen bij de rechtbank en had, als eminent strafpleiter, toen de rechtbank den officier in het gelijk stelde, de zaak voor het Hof in Amsterdam gebracht. Ook het Hof was echter van meening dat de zaak in het openbaar behandeld moest worden en zoo stond dan heden middag burgemeester de Groot terecht. Den 48-jarigen burgemeester was ten laste gelegd, dat hij 13 Januari 1933 te Zuid- en Noordschermer, tijdens een bestuursvergadering van de Vereeni- ging voor Wijkverpleging, in welke ver gadering ook aanwezig was het niet-be- stuurslid Cornelia Trenstra, opzettelijk de eer of goeden naam heeft aangerand van de in die vergadering aanwezig zijnden penningmeester dier vereeniging Jan Kuyn, door opzettelijk hem ten laste te leggen, zulks met het kennelijk doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, dat die zich wederrechterlijk te eigen bate 200 uit de kas dier vereeniging had toe geëigend, althans ter zake, dat hij ten tijde en ter plaatse als boven vermeld opzettelijk Jan Kuijn bovengenoemd, in diens tegenwoordigheid mondeling had beleedigd, zulks door in boven vermel de vergadering, waar ook meergenoemde Jan Kuijn aanwezig was, opzettelijk voor hem Kuijn beleedigend te verkondi gen, dat hij, Kuijn, zich uit de kas van bovenvermelde vereeniging, waarvan gemelde Kuijn penningmeester was, we derrechterlijk ten eigen behoeve twee honderd gulden had toegeëigend, althans woorden van een dergelijke strekking. Op vragen van den president erkende verdachte, dat op zijn last de verpleeg ster ambtshalve in de bewuste bestuurs vergadering aanwezig was. Hij had dit gewenscht omdat hij 2 Januari verno men had van zuster Tienstra, dat Kuijn in October haar verteld had, dat hij aan hem 200 uit de kas had geleend. Spr. had daarop de vergadering be legd, om klaarheid in de zaak te brengen. In de vergadering legde Kuijn hem ten laste dat hij geld uit de kas had ge leend. Toen Dr. Koppen gezegd had: „Dat raakt de vereeniging niet, de heeren moeten het maar uitzoeken", had de burgemeester tijdelijk het voorzitter schap neergelegd en daarna had hij ge zegd: of ik lieg of hij, maar zeker heb ik hem de gewraakte woorden toege voegd en in ieder geval niet cm daar aan ruchtbaarheid te geven. Op een vraag van den president zeide verdachte nog dat niemand er aan ge dacht had, voor het gesprokene gehe'm- houding op te leggen. De notulen zijn door den heer Slooten opgemaakt, zonder dat hij daarvoor van v rdachte medewerking verkreeg. De president: Kan hij als doof man de notulen goed opmaken? Verdachte: Op die vergadering heeft hij blijkbaar alles gehoord. Ik heb den indrnk en dit staat voor mi. vast aat hij alles goed gehoord heeft. Ik heb mij er angstvallig buiten gehouden en heb vóór het lezen der notulen, die ik niet kende, op het groote gewicht van de notulen gewezen en verzocht om ze door allen te laten teekenen. Dr. Koppen zeide, dat niet noodig te achten, omdat steeds de notulen door den voorzitter en secretaris worden geteekend. Dr. Kop pen had een kleine bemerking die buiten de zaak stond. Mr. d e G r o o t legde aan de rechtbank de verschillende notulen voor, die nog niet bij de stukken waren gevoeg l. Hierna werd de heer Kuijn als ge tuige gehoord. De heer Kuijn, penningmeester van de Vereeniging voor Wijkverpleging te Zuid- en Noordschermer, vertelde ons het volgende: In de maand Juni 1932 kreeg ik bezoek van den veldwachter, die mij verzocht, bij den Burgemeester te komen. Ik vol deed aan dat verzoek en de Burgemees ter zeide tot mij: „Kun je mij niet hel pen aan 200 300?" Ik zeide, dat ik dit niet kon, waarop de Burgemeester mij vroeg: „Hoe staat het met je bankrekening?" Ik antwoordde: „Daarop staat 100". De Burgemeester zeide: „Geef mij dit dan" en wist mij daartoe over te halen. Toen ik hem dat geld gaf, vroeg hij: „Wanneer ontvang je de subsidie van Graft"? Ik antwoordde: „Dat kan u we ten. dat is altijd de eerste 2 of 3 dagen in Juli en de eerste drie dagen in Januari." De Burgemeester zei mij toen: „Geef mij dan die 100 erbij, dan kan ik mij redden." Ik zei niets, maar nam mij voor, het niet te doen. De ontvanger van Graft hield er ech ter een nieuw systeem van betalen op na. Het mandaat moest geteekend wor den door den Voorzitter en den Pen ningmeester en aangezien de Burge meester voorzitter is, liet ik het man daat bij hem thuis achter, aangezien hij niet aanwezig was, met het verzoek, dit gauw te teekenen. Den volgenden dag kwam de Burge meester bij mij met het door hem getee- kende mandaat en gai mij dit. De Burgemeester bleef zitten, maar aangezien mijn vrouw en mijn dochter in de kamer waren, durfde hij niets te zeggen. Toen die zich voor het eten had den verwijderd, zeide de Burgemeester- „Kuijn, geef mij die 100; het is maar voor een paar dagen." Ik was zoo gek, om het te doen. Een groote maand later kwam de wijkverpleegster bij mij, die mij vertel de, dat de Burgemeester haar om ge d gevraagd had en waarschuwend zeide zij tegeu mij: „Kuijn, leen hem nooit geld," Ik zei: „Zuster, is het nu ?.M rrti en zij antwoordde: „Ja." er??" Ik gevoelde mij toen bezwaard moedde, dat de Burgemeester niet V€N zooals hij zich voordeed, conclude^* dat hij aan den grond zat er. zei T' jmctAP Hot ik hoor non c"Tl Qq De zuster antwoordde: „Je bent Ik zeide: „Het is gebeurd en ik S mijn hart uitgestort, maar ZPD. i?u niemand." g h«t Gedurende den herfst heb ik den R gemeester steeds om het geld gevraag" Telkens zeide hij: „Ik heb het niet" 9n December beloofde hij mij, ervoor t zullen zorgen, maar 31 Decetnbp 's avonds half vijf kreeg ik van den veld' v/achter de boodschap: „De Burgemee ter is niet geslaagd; nu weet u het wel*" Ik begreep zeer goed, wat dat m0e«t beteekenen en op mijn vraag: „Waar i de Burgemeester?" antwoordde de veld wachter: „Op het Raadhuis." Het eerste woord, dat de Burgem€e. ter zei, was: „Ik had je verwacht." Het is er toen een beetje ruw toe gaan. De Burgemeester heeft van alle. n.et me geprobeerd en mij zelfs voore». steld, de mandaten te schrijven voor Januari, Februari, Maart 1933 en er ieder 25 bij te leggen; dan waren u 200 er. Ik heb dat geweigerd, omdat de schuld daarmee niet weg was. Ten einde raad heb ik hem gezegd* „Zorg, dat het geld er vanavond komt er. ik heb hem toen nog meegedeeld, dat ik 24 October twee bestuursleden van Graft, Dr. Koppen en den heer Ten Tey bij mij had gehad, die mij gevraagd had den, of het waar was, dat de Burgemees ter geld had gebruikt van de wijkver pleging en dat ik hen, om hem te redden en omdat ik niet durfde zeggen, dat ik het gedaan had, gezegd had, dat het niet waar was. De Burgemeester heeft toen gezegd: „Als ik naar mijn natuur te werk ging," dan ging ik met den auto naar West- Graftdijk met Slooten om Dr. Koppen op z'n kop te zitten." Ik heb hem toen in zijn eigen belang aangeraden den heer Slooten er buiten te laten, maar hij zei: „Ik kan met Sloo- ten en zijn vrouw doen, wat ik wil, want die heb ik in mijn macht." Omdat ik volhield en er op bleef staan, dat ik het geld moest hebben, vroeg hij mij, of ik om 9 uur nog terecht kon bij de Boerenleenbank. Ik zei: „Ja" en hij vroeg mij, om half 9 terug te komen. Dat heb ik gedaan. In den tijd tusschen half 7 en half 9 is de Burgemeester er met den auto op uit geweest, o.a. bij De Geus. Toen ik om half 9 kwam, ontving ik de 200 en was de zaak af. 3 Januari 1933 belegde de Burgemees ter als voorzitter van de Wijkverpleging een spoedbestuursvergadering en daar vertelde hij, dat hij vernomen had, dat ik gezegd had, dat hij geld in gebruik had van de Wijkverpleging, doch dat dit niet waar was en dat ik dat geld ge bruikt had. Hij zei tegen mij: „Je wilt toch wel erkennen, dat je Zaterdag van nr.ij 200 gehad hebt" Ik zei: „Ja". Toen zei hij: „Vergadering, hooren jullie het; ik heb den lieer Kuijn 200 geleend." Hij maakte mij zelfs uit voor schoft, waarop ik gezegd het. „Als ik een schoft ben, dan bent u een slechte schoft". Ik dacht, dat hij er werk van zou maken, maar toen dat niet kwam, heb ik het aangegeven. In de vergade ring zei hij: „Wij zitten op het dooie punt. Tegenover mijn neen staat zijn ja Wij moesten het maar afbreken, maar toch wil ik weten, wat de vergadering er van denkt." Dr. Koppen zei toen: „Het is voor mij moeilijk, omdat Kuijn toen tegen ons gezegd heeft, dat het niet waar u- Maar Brouwer zei: „Als ik mijn hart recht uitspreek, dan zeg ik, dat die man onschuldig is." Jfl De Burgemeester zei toen: „Dan b«h ik het dus gedaan". Brouwer zei daarop: „Dat zeg i» nHM» iraar wij kunnen niet zoo goed Pr8t®., als de Burgemeester, maar als het ons van binnen maar goed is". Daarop stelde de Burgemeester \°or' het voorzitterschap tijdelijk aan ander over te dragen en hij verzocht Koppen, dat over te nemen, die dit si 1 rtt t.A rinAri Kort daarop heeft de rekening en ver antwoording plaats behad. De aü heeren hebben mijn rekeningen keken. uUr De Burgemeester kwam een n1 later en terwijl de anderen bezig de rekeningen na te zien, vroeg a gemeester nog aan mij: „Kuijn ook rooken?" jk jj8b Het ging mij door mijn hart en t toen gezegd: „Rooken van U, n j* U den moed, dat mij te durven fTM® De rekening werd zonder k®m^r7nt«f goedgekeurd. De tijdelijke v wj)d8 bracht mij een woord van danK zejje: de vergadering sluiten, doch 1d«- „Daarmee ben ik niet tevre -tui8n en ze vergadering zijn er geen o ^jjo ik wil dus een bewijs hebben- d0 rekening is goedgekeurd. Hel z0j: Burgemeester, die toen opstoi „Daar ben ik het volkomen Daar heeft h-'j recht op." j r Dit bewijs werd toen geiw»-"- do0r de andere bestuursleden, ben- den Burgemeester. Ik heb to den dat ik ook de handteekening de Burgemeester wilde hebben. iH Burgemeester: „Ik moet zeg-* weinig notitie van de reken e nomen". ai iuurt Daarop antwoordde ik: twee uur. kijk het dan mW".1 aeteP' De Burgemeester heeft toe öy dat dit zijn bedoeling nie heeft daarop de verklaring ken cl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 10