NIEUWJAARSWENSCHEN.
ALKMAARSCHE COURANT
JUiBliaz'ies
Jifdschciflm
PROCESSEN UII HEI VERLEDEN.
ADMINISTRATIE DER ALKMAARSCHE COURANT
Koophandel en bet provinciale bestuur. Het
gemeentebestuur van Roosendaal heeft reeds
een adres tot de regeering gericht.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene
kennis, dat in het Gemeenteblad van
Alkmaar nr. 1378 is opgenomen hun be
sluit van den Raad dier gemeente van
5 December j.1. waarbij zijn vastgesteld
VOORSCHRIFTEN voor het
leggen van gasleidingen en het
plaatsen van gasverhrnïk oo
stellen.
Dit besluit is heden afgekondigd en
gedurende drie maanden ter gemeente
secretaris ter lezing gelegd. Het is aldaar
levens in afdruk, tegen betaling van
0.50 verkrijgbaar.
Alkmaar, 23 December 1933.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
WENDELAAR. Burgemeester.
A KOELMA, Secretaris.
„Meisjesleven".
Het maandblad „Meisjesleven" zet zijn
triomphtocht voort. Nog juist voor Kerstmie
verscheen het eerste nummer van den tweeden
jaargang. Dat het dit door Willy Pétillon
zoo frisch geredigeerde maandblad niet aan
de beste medewerksters ontbreekt, blijkt wel
uit de namen, die in dit nummer voorkomen
Cissy van Marxveldt heeft een bijdrage:
„Het Kerstlied", Willy Pétillon, N. van Sil-
levoldt—Haasse en Titia den Hartog schre
ven Kerst- en Oudejaars-verhalen. Annie de
HoogNooy opent met een geestig gedicht
bij een teekening van Willv Bredijk: „Voor 't
komende Jaar". Over „Wintervoedering van
Vogels" schreef de bekende vogelkenner W
Tolsma.
„De Wandelaar.
Zooeven verscheen bij den uitgever A. G.
Schoonderbeek te Laren de December-afleve-
ring van „De Wandelaar", maandblad, ge
wijd aan natuurstudie, natuurbescherming,
heemschut, geologie, folklore, buitenleven en
toerisme.
Ds. J. I. van Schaick schetst de emoties, die
onafscheidelijk verbonden zijn aan 't fotogra-
feeren van vogels. Rinke Tolman, de redac
teur, wijst op de schoonheid van een groote
reeks Kerstplanten en 1. F. DamstéMuller
eindigt haar genoeglijk relaas van een Alpen
reis in 1791.
Ook een Zaansh vogelfotograaf, A. F. Bins-
bergen, heeft een schitterende camerabuit ver
zameld en vertelt geestdriftig van hetgeen hij
m de schuilhut beleefde.
A. Bayer Oumper publiceert het laatste
harer reeks artikelen, die zich met het bonte
Balkanleven bezig hielden, P. L. Rusticus
geeft nuttige adviezen inzake de tuinwerk-
zaamheden in December, terwijl Rink Groen
veld aandacht vraagt voor de schoonheid van
den kleinen vos en de hermelijnrups. Dr. A.
C. de Koek maakt attent op de verschijnselen
van den sterrenhemel en G. D. Duursma
schetst de bekoringen, die er uitgaan van de
Mamillaria's, een interessante cactussen-
groep.
Zeer uitgebreid is weer de rubriek „Van en
voor de lezers" (natuurhistorisch allerlei),
waarin de meest uiteenloopende onderwerpen
worden aangeroerd: het jubileum van den
vogel fotograaf Vijverberg, het voorkomen
van kraanvogels in ons land, de vindplaatsen
van blauwe druifjes, Aronskelken, kievits
bloemen, enz. enz.
Tientallen schitterende illustraties dragen
oudergewoonte eveneens bij tot het aantrek
kelijke van de aflevering.
Uit Napoleon's omgeving:
zijn zwager, de Koning van Napels.
Onder de figuren van Napoleon's om
geving is er geen schilderachtiger te
bedenken dan Murat. Hij mocht dan,
gelijk bijna al Napoleon's maarschalken,
van een afkomst zijn, die den ouden
Franschen adel de neus voor hem deed
ophalen, hij lyas, gelijk maarschalk Le-
fèbre, de hertog van Danzig, het zoo aar
dig tegen een Fransch edelman van dien
tijd uitdrukte: zelf voorvader. Want het
geslacht van de Murats behoort thans
met dat van de Berthiers, de Ney's en
anderen, die hun bekendheid aan het
Napoleontisch tijdperk danken, tot de
voornaamste en voor een deel ook tot de
rijkste der Fransche familiën. Murat is
de eenige strijdmakker van Napoleon,
die in zijn familie door zijn huwelijk
met Napoleon's zuster Caroline, plaats
heeft gevonden. Aanvankelijk Groother
tog van Berg en Kleef, werd hij later tot
koning van Napels door den keizer „be
vorderd", tot niet geringe jaloezie van de
andere zusters van Napoleon, in het bij
zonder prinses Pauline, die het den
grooten broer niet vergaf, dat op die
wijze Caroline overal den voorrang had
boven haar. Murat bleef, na Naooleon's
eerste afdanken en zijn vertrek naar El-
ba in de souvereiniteit, hem door Napo
leon geschonken. Napoleon heeft zich
bij zijn terugkeer duidelijk herinnerd,
hoe trouweloos Murat zich tegenover
hem had gedragen. Deze, die zich reeds
dadelijk aan Napoleon's zijde wilde
scharen, was door een legertje der Oos
tenrijkers onder Neypperg verslagen en
bood nu zijn diensten aan Napoleon aan.
Maar vergeefs, zeker tot schade van Mu
rat, wellicht ook tot schade van Napo
leon.
Op denzelfden 18 Juni 1815, die over
Napoleon's toekomst de doodsklok luid
de te Waterloo, wachtte Murat, als bede
laar vermomd, op den weg, die van Mar-
seille naar Nizza leidde, de komst af van
maarschalk Brune, die hem het ant
woord van Napoleon zou brengen. Het
antwoord was zoo afwijzend als men
maar denken kon, en Murat begreep dat,
zou Napoleon overwinnend blijven
waaraan hij nog niet twijfelde er voor
hem geen plaats in Frankrijk zou zijn.
Brune, een zijner oudste krijgsmakkers,
weersprak hem niet dat, mocht hij hem
er aantreffen, hij gedwongen zou zijn
hem te arresteeren, en dat van Napoleon
weinig genade viel te verwachten. Murat
diende zich dus schuil te houden, vond
een toevlucht bij zijn neef Bonafoux, die
als kapitein een fregat commandeerde.
Maar hij kon daar uiteraard niet lang
blijven, want de familiebetrekkingen
zouden medebrengen, dat men Murat er
wel het eerst zocht. Daarom ging Bona
foux naar zijn vriend, den advocaat Ma-
rouin, die nabij Toulon een huis aan zee
bewoonde. Hij wist dezen over te halen
om gastvrijheid aan Murat te verleenen,
hoewel hij hem het gevaar, dat hij daar
door liep, niet onthield. Marouin was
bereid den koning van Napels te ont
vangen, maar wilde alles voor zijn
komst in gereedheid brengen. W at niet
noodig was, zoo zeide hem Bonafoux,
want reeds geruimen tijd had Murat zijn
koninklijke gewoonten verloren en was
blijde een plaats te vinden, waar hij rus
tig zijn hoofd tot slapen kon neerleggen.
Murat heeft geruimen tijd in het huis
van Marouin verblijf gehouden; zijn ge
volg, toch nog bestaande uit een dertig
tal getrouwen, die met hem uit Napels
waren gevlucht, werd in de onmiddelij-
ke omgeving ondergebracht. Murat's
vrouw, koningin Caroline, de zuster van
Napoleon, hield reeds geruimen tijd met
haar kinderen in Oostenrijk verblijf,
Murat was erin geslaagd om kostbaar
heden uit Napels mede te nemen; zoo
een groote zak met gereed geld; zoo dia
manten ter waarde van vier millioen;
schip koers naar Amerika had gezet.
Toen deze poging tot ontvluchting mis
lukt was, beraamde men plannen voor
een nieuwe poging. Maar ook daarbij
diende het geluk Murat niet. Weinig
toch had het gescheeld of hij was nog
aan boord van het schip naar Amerika
gekomen; Marouin had een visscher be
reid gevonden om den koning aan boord
te brengen, maar toen deze bij ongeluk
zijn jas losknoopte en zijn schitterend
gewaad liet zien, roeide de visscher weer
naar land terug, hopende van den aan
zienlijken vreemdeling een grootere be
looning te krijgen dan hij bedongen had.
Voor Murat bleef nu niet anders over
dan zich naar het nabijgelegen Corsica
te begeven. Daar heerschten napoleon
tische sympathteën; daar beteekende het
gezag van Lodewijk XVIII in de praktijk
niets; daar was bovendien gelegenheid
te over om zich in spelonken en bergen
te verstoppen. Maar, hoe de overtocht te
wagen? Een drietal vrienden van Murat,
alle drie zee-officieren, wisten voor hem
een schip te verkrijgen. Op het afge
sproken uur nam men Murat aan boord,
maar de wind bleek niet gunstig. Men
vreesde storm en raadde Murat aan nog
een dag te wachten, maar hij wilde niet.
Men scheepte zich dus in, maar al spoe
dig kwam de storm opzetten; het kleine
schip, dat nauwelijks voldoende was ge
weest om de eilanden voor de kust te
bereiken, werd met moeite boven water
gehouden. Gelukkig ontdekte men zei
len in de nabijheid, het bleek een koop-
i vaardijschip, varende op Toulon. Maar
schikking had, aan. En nauwelijks had
het gerucht van Murat's komst zich over
het eiland verspreid of van alle zijder
stroomde men toe om hem te zien. Hier
op Corsica, kon Murat zich veilig ach
ten; hier zou niemand hem hebben kun
nen aanraken; hier zou hij geheel de
bevolking hebben bereid gevonden om
hem te verdedigen.
Maar het lag niet in Murat's aard om
stil te zitten, hij wilde zijn koninkrijk
heroveren. Men bereidde een expeditie
daarheen voor. Een der laatste dagen
dat hij te Bastia vertoefde, kwam een
boodschapper van den Keizer van Oos
tenrijk. Murat had tot dezen een schrij
ven gericht, korten tijd nadat hij te Tou
lon was aangekomen; hij had daarin
veiligheid voor hem en de zijnen ver
zocht. De Keizer van Oostenrijk bleek
bereid om die veiligheid toe te staan, op
voorwaarde, dat Murat een particulieren
naam zou aannemen, zou verblijf hou
den hetzij in Bohemen, hetzij in Mora-
vië, hetzij in Opper-Oostenrijk, en dat
Murat zich zou verbinden om deze
staten nimmer te verlaten zonder de
uitdrukkelijke toestemming van den
keizer. Murat ontving den boodschap
per, geleidde hem naar het terras, van
waaruit men geheel de stad, die als het
ware in licht baadde, kon overzien. Hij
wees hem de kleine vloot, die in de
haven gemeerd lag, en de straten, vol 1
met een juichende menigte. Nauwelijks
had die menigte Murat bemerkt of kre
ten vulden de lucht: leve Joachim, leve
de koning van Napels, leve de broeder
Evenals andere jaren zal er ook dit jaar weer in het nummer
van 30 December van de
gelegenheid zijn tot het plaatsen van Nieuwjaarswenschen.
Zooals bekend kosten deze wenschen per gewone, enkelvoudige
advertentie van 5 regels 50 cents. Ook kan men een dubbele
advertentie plaatsen voor f 1.
Teneinde het onzen abonné's buiten de stad gemakkelijk te maken
hun wenschen in onze courant te plaa'sen, geven wij hieronder
enkele modellen.
Men heeft nu niet anders te doen dan de gekozen advertentie,
ingevuld met naam en adre« aan ons op te zenden, 50 cent te
storten op ons gironummer 37060, een postwissel van dit bedrag
te zenden, of de annonce op ie geven door bemiddeling van onze
Agenten of Boekhandelaren. Wij zorgen dan voor de rest.
MODE
Aan alle vrienden en bekenden een
gelukkig Nieuwjaar.
naam
adres t
LLEN.
Aan alle vrienden en bekenden veel
moois en goeds toegewenscht door
naam
adres
Zalig uiteinde en gelukkig 1934, aan
alle begunstigers, vrienden en bekenden.
naam
adres
Ondergeteekenden wenschen bun ge
achte clientèle een gelukkig en voor
spoedig Nieuwjaar.
naam
adres
naam
adres
wenscht zijn geachte clientèle een voor
spoedig Nieuwjaar.
naam
adres
wenecht alle begunstigers en vrienden
een zalig 1934.
Veel heil en zegen in het nieuwe jaar.
naam
adres
Natuurlijk kan men zelf een tekst maken, wjj geven het boven
staande als model.
Voor een goede regeling is het wenschelijk Uw advertentie zoo
vlug mogelijk in te zenden bij de
zoo enkele kostbare souvenirs, die hij
zoowel van zijn vrouw als van Napoleon
behield. Bonafoux slaagde erin om voor
hem een schip te huren, dat hem onder
den naam van prins de Rocca Romana
naar de Vereenigde Staten zou brengen.
Dat schip wachtte op de reede van Tou
lon, en zou een sloep uitzenden om Mu
rat op te nemen. W ant het uiterlijk van
den gewezen koning was in Frankrijk
wel zoo algemeen bekend, en ook zoo
danig karakteristiek, dat men het niet
aandurfde hem gewoon in de haven te
doen inschepen, en het veiliger oordeel
de, dat hij in de onmiddellijke nabijheid
van het huis van Marouin zou zee kie
zen. Maar een half uur wachtten Ma
rouin en Murat vergeefs; de sloep kwam
niet; wel zag men het schip in de verte
liggen, maar latei- bleek, dat de sloep te
midden van de kreken en zandbanken
verdwaald was. Inmiddels werden dien
zelfden dag huiszoekingen gedaan zoo
wel bij Bonafoux als bij Marouin, maai
den koning van Napels vond men niet,
want Marouin had dezen, toen het ver
trek niet mogelijk bleek, verstopt in een
varkenshok, slechts een vijftig meter
van zijn woning verwijderd. Murat bleef
dezelfde van altijd; toen men hem, na
het aftrekken der soldaten, ging zoeken,
vond men hem, in beide handen een
pistool, maar rustig slapende. Gelijk hij
geslapen heeft op menig slagveld van
Europa, waaraan zijn naam voorgoed is
verbonden.
Den volgenden dag bleek, dat het
de bemanning aan boord van dit schip
hield de opvarenden voor zeeroovers en
hoezeer men aanvankelijk de houding
aannam te willen helpen, bleek uit een
slecht uitgevoerde manoeuvre, dat men
het schip wilde overzeilen om zich zoo
doende van de „zeeroovers" te ontdoen.
Opnieuw, met woede in het hart, moest
men naar veiligheid en naar hulp rond
zien. En men vond deze, toen men kor
ten tijd daarna stiet op een postboot, die
bestemming had voor Toulon. Een der
drie zeeofficieren, die de expeditie voor
Murat leidde, kende den kapitein van
het vaartuig, noemde hem bij zijn naam
en werd aan boord gelaten. Men nam de
schipbreukelingen op en daar trof Murat
een Mammeluk, die vroeger onder hem
in Egypte had gediend, en door het ge
luk begunstigd, vrij groote handelszaken
in Marseille had. Het incognito van den
koning was daardoor vanzelf opgeheven,
maar aan boord bleken meer aanhan
gers van het napoleontische stelsel. De
kaptein wendde den steven; reeds aan
boord van dit schip erkende men Murat
als koning van Napels, en had men op
het oog hem op den troon te herstellen.
Op 25 Augustus 1815 kwam men te Bas
tia, de hoofdstad van Corsica, aan, en
Murat begaf zich naar het nabijgelegen
iscovato om generaal Franchescetti op
te zoeken. Hij vond dezen aan tafel;
verzocht hem buiten te komen en noem
de daar zijn naam. Franchescetti was
gelukkig zijn koning terug te zien, boot
hem ziin huis, ia alles wat hii ter be
van Napoleon. De boodschapper wist
niet wat hij zag en hoorde; geloofde een
oogenblik aan een kunstig in elkaar ge
zette tooneelscène, maar werd door het
aantal der juichenden al spoedig van
zijn dwaling genezen. Murat voerde
hem daarna naar het salon, waar hij
den door hem uitgekozen staf van offi
cieren aantrof, in groot uniform gekleed
als was men te Caserte of Capo di Monte.
Het was Murat's antwoord, dat hij later
slechts kon betreuren, toen al zijn illu
sies in puin waren gestort.
De Mammeluk, die Murat aan boord van
het postschip had herkend, was naar Napels
gezonden om er inlichtingen in te winnen.
Hij had zich in verbinding gesteld met enkele
daar woonachtige personen, bij wie hij na
poleontische sympathieën aanwezig wist.
Maar hij had zich ook uitgesproken tegen
over zijn schoonvader, Napoütaan van ge
boorte en deze waarschuwde de politie. Dege
nen die in vertrouwen waren genomen, wer
den gedwongen om door de politie gedicteer
de antwoorden op de brieven naar Bastia te
schrijven; de Mammeluk werd in de gevan
genis geworpen en kon geen teeken geven.
Zoodoende werd aan de vloot, door Murat
uitgerust, een punt van landing aangewezen,
dat door koning Ferdinand en zijn troepen
zwaar bezet was. Het waren geen Napoli-
taansche troepen, die men niet voldoende ver
trouwen kon; neen, het waren Oostenrijksche
troepen, van welke men zeker was. Nu was
in zekeren zin de storm, die de kleine vloot
van Murat verspreidde, te zijnen gunste;
daardoor dreei men van het bepaalde punt
af, en kon den raad van generaal Franche».
cetti volgen om niet, als oorspronkelijk be-
doeld, in Calabrië te landen, maar recht
streeks door te gaan naar Triest. Op 8 Octo.
ber, des morgens vroeg, bevond men zich
echter ter hoogte van Pizzo. Daar landde
men, ten gevolge van een dier plotselinge in
vallen van Murat, die bij hem, als bij Napo
leon, onbegrijpelijk waren, maar die niet, ge
lijk bij den Keizer, immer door »en gelukkig
gesternte waren gedicteerd. Murat ging aan
land, gevolgd door een betrekkedjk klein es^
corte, gekleed in het schitterend uniform van
feneraal van dien tijd. Hij landde op een
ondagmorgen en de bevolking begaf zich
naar de mis. Toen hij het kleine dorpje door
kwam, zag hij onder de boeren een sergeant,
Vella, vroeg hij op hem toegaande, kent gij
mij niet meer, en toen hij geen antwoord van
dezen ontving: Ik ben Joachim Murat, ik ben
je koning ;voor jou de eer om het eerst te
roepen: leve Joachim. Het gevolg van Joa
chim liet onmiddellijk dezen kreet weerklin
ken, maar de Calabrische sergeant bleef stil
en zwijgend. Dit was een historisch oogen
blik; de wegen van het noodlot zijn ondoor
grondelijk; misschien, had deze sergeant den
kreet van Murat herhaald, zou ook de bevol
king dien hebben overgenomen. Hier zou Mu
rat zijn eerste aanhangers hebben gevonden
en kennende den afkeer van de Napolitanen
van het hun opnieuw opgelegde Habsburg-
sche juk, zou er niet veel voor hem noodig
zijn geweest om zijn troon te heroveren.
Maar de sergeant, hetzij uit persoonlijke, het
zij uit algemeene overwegingen, zweeg;
wendde zich af, ging naar huis en vertoonde
zich niet meer. Murat en de zijnen wisten
zich paarden te verschaffenbegaven zich op
weg naar de nabijgelegen grootere plaats en
hoopten daar hun doel te bereiken. Naar
Monte Leone begaven zij zich, maar de be
volking, na hun vertrek spoedig tot zichzelf
gekomen, liet hen niet rustig vertrekken. Ca-
labreezen hebben slechts naar de wapenen
te grijpen om deze te vinden; spoedig waren
200 mannen tot de achtervolging gereed, en
Murat vond zich spoedig nauwelijks een
kwartier later door deze welgewapende ben
de ingesloten.
Hem bleef niets anders over dan de vlucht
te kiezenzonder aarzelen sprong hij van het
plateau, waarop hij zich bevond, en bereikte
het strand in de onmiddellijke nabijheid van
de plaats waar hij geland was. Maar de sloe
pen waren weg; de booten waarmede hij ge
komen was, waren zeewaarts gestevend, aan
gezien verraad aan boord heerschte. In de
nabijheid echter vond Murat een sloep;
trachtte erin te komen met zijn beide adju
danten. Een dezer, de jonge Campana, viel,
door een geweerschot getroffen; wellicht
was de ontvluchting aan Murat en den ander
gelukt, waren niet Murat's sporen hem nood
lottig geweest en hadden deze hem niet doen
uitglijden. De menigte, die een omweg had
moeten maken om hem te bereiken, viel a s
het ware op hem en moeite genoeg kostte het
den beiden aanvoerders van den troep om
hen te beschermen. Men bracht hen naar het
gewone dorpscachot, en daar werd Murat op
gesloten temidden van bedelaars, dieven en
zakkenrollers!
Nauwelijks een kwartier had hij er vertoefd
of commandant Mattei van de geregelde
Napolitaansche troepen kwam hem halen.
Murat had zijn koninklijke waardigheid her
kregen; vol verontwardiging wees hij op de
plaats, waar men hem opgesloten had, en
zelfs de bedelaars en dieven, die hem aan
vankelijk met hoongelach hadden overladen,
vonden nu den Koning in hem en lieten luide
kreien van: Leve Joachim hooren Murat
werd nu beter gehuisvest; hij kon, gelijk hij
zoo gaarne wilde, een bad nemen en kreeg
behoorlijke kleeren, waarop hij te allen tijde
gesteld was. Over zijn lot maakte hij zich
niet veel zorg. Hij had papieren in zijn zak,
die hem een vrijgeleide van den Keizer van
Oostenrijk verzekerden, en hij trachtte de
voorstelling ingang te doen vinden als wilde
hij zich over lriëst naar Oostenrijk begeven
om daar rustig te leven. Maar de Koning
van Napels, b.ijkbaar wenschende zich van
hem te ontdoen, benoemde een afzonderlitke
commissie, die geen rekening hield met Mu
rat's opmerking, dat hij óf als Koning óf als
Maarschalk van Frankrijk diende terecht te
staan. Integendeel, reeds twee dagen later
kwam deze commissie samen; haar verhoor
was even kort als haar vonnis, dai Murat
tot de doodstraf veroordeelde. Hem werd
niet meer dan een uur tijd gelaten om zich
tot den dood voor te bereiden; hij kleedde
zich in het beste gewaad, dat men hem ver
schaffen kon; hij had een kort onderhoud
met den hem toegewezen geestelijke; hij had,
zoo zeide hij niet ten onrechte, den dood op
het slagveld t^ dikwijls onder de oogen gezien
om dien nog te vreezen! Als eenige gunst
vroeg hij aan generaal Nunziante, die als
bevelvoerend generaal optrau, om zelf het
vuurpeloton te mogen commandeeren.
In de vroegen ochtend van 15 October
1815 werd Murat naar de binnenplaats te
Pizzo gebracht. Het vuurpeloton stond er
gereed. Murat sprak het vriendelijk toe, maar
den eersten keer bleek, dat al deze soldaten,
zonder met elkander overleg te hebben ge
pleegd, hadden gemikt boven het hoofd van
den koning Hij dankte hen daarvoor, maar
wees hen erop, dat hij, gevonnist zijnde, ver
volgd zijnde, toch zou moeten vallen, en dat
men op deze wijze zijn doodstrijd slechts
verlengde. Weer gaf hij kalm, als gold het
een eenvoudige oefening, de commando's;
weer klonk het: Vuur! van zijn lippen en een
oogenblik later had Murat, die een even ro
mantische als schitterende loopbaan achter
zich liet, opgehouden te leven. Aan zijn
vrouw, koningin Caroline en zijn kinderen
waren zijn laatste gedachten gewijd; van hen
nam hij afscheid in een brief, even kort als
treffend. Maar nauwelijks was hij gevallen
of een bode, door koning Ferdinand van
Napels gezonden, liet men tot het lijk toe.
Deze bode heeft het lugubere werk verricht
het lijk van Murat van het hoofd te ontdoen,
en dat hoofd, men vond het na den dood van
koning Ferdinand terug in een geheime kast
in zijn slaapkamer, waar hij het in branden-
wijn bewaarde. De geschiedenis kent niet
vele voorbeelden van dergelijke lafhartigheid.
Niet veel gelukkiger dan in Frankrijk, wa
ren de Bourbonds, die na Murat's verdwijnen
weer den troon van Napels bestegen, in dit
koninkrijk. Zij hebben niet ten onrechte den
naam verkregen, dat zij niets geleerd en me®
vergeten hadden 1