NIEUWJAARSWENSCHEN. ALKMAARSCHE COURANT JUiBliaz'ies Jifdschciflm PROCESSEN UII HEI VERLEDEN. ADMINISTRATIE DER ALKMAARSCHE COURANT Koophandel en bet provinciale bestuur. Het gemeentebestuur van Roosendaal heeft reeds een adres tot de regeering gericht. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar nr. 1378 is opgenomen hun be sluit van den Raad dier gemeente van 5 December j.1. waarbij zijn vastgesteld VOORSCHRIFTEN voor het leggen van gasleidingen en het plaatsen van gasverhrnïk oo stellen. Dit besluit is heden afgekondigd en gedurende drie maanden ter gemeente secretaris ter lezing gelegd. Het is aldaar levens in afdruk, tegen betaling van 0.50 verkrijgbaar. Alkmaar, 23 December 1933. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR. Burgemeester. A KOELMA, Secretaris. „Meisjesleven". Het maandblad „Meisjesleven" zet zijn triomphtocht voort. Nog juist voor Kerstmie verscheen het eerste nummer van den tweeden jaargang. Dat het dit door Willy Pétillon zoo frisch geredigeerde maandblad niet aan de beste medewerksters ontbreekt, blijkt wel uit de namen, die in dit nummer voorkomen Cissy van Marxveldt heeft een bijdrage: „Het Kerstlied", Willy Pétillon, N. van Sil- levoldt—Haasse en Titia den Hartog schre ven Kerst- en Oudejaars-verhalen. Annie de HoogNooy opent met een geestig gedicht bij een teekening van Willv Bredijk: „Voor 't komende Jaar". Over „Wintervoedering van Vogels" schreef de bekende vogelkenner W Tolsma. „De Wandelaar. Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren de December-afleve- ring van „De Wandelaar", maandblad, ge wijd aan natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geologie, folklore, buitenleven en toerisme. Ds. J. I. van Schaick schetst de emoties, die onafscheidelijk verbonden zijn aan 't fotogra- feeren van vogels. Rinke Tolman, de redac teur, wijst op de schoonheid van een groote reeks Kerstplanten en 1. F. DamstéMuller eindigt haar genoeglijk relaas van een Alpen reis in 1791. Ook een Zaansh vogelfotograaf, A. F. Bins- bergen, heeft een schitterende camerabuit ver zameld en vertelt geestdriftig van hetgeen hij m de schuilhut beleefde. A. Bayer Oumper publiceert het laatste harer reeks artikelen, die zich met het bonte Balkanleven bezig hielden, P. L. Rusticus geeft nuttige adviezen inzake de tuinwerk- zaamheden in December, terwijl Rink Groen veld aandacht vraagt voor de schoonheid van den kleinen vos en de hermelijnrups. Dr. A. C. de Koek maakt attent op de verschijnselen van den sterrenhemel en G. D. Duursma schetst de bekoringen, die er uitgaan van de Mamillaria's, een interessante cactussen- groep. Zeer uitgebreid is weer de rubriek „Van en voor de lezers" (natuurhistorisch allerlei), waarin de meest uiteenloopende onderwerpen worden aangeroerd: het jubileum van den vogel fotograaf Vijverberg, het voorkomen van kraanvogels in ons land, de vindplaatsen van blauwe druifjes, Aronskelken, kievits bloemen, enz. enz. Tientallen schitterende illustraties dragen oudergewoonte eveneens bij tot het aantrek kelijke van de aflevering. Uit Napoleon's omgeving: zijn zwager, de Koning van Napels. Onder de figuren van Napoleon's om geving is er geen schilderachtiger te bedenken dan Murat. Hij mocht dan, gelijk bijna al Napoleon's maarschalken, van een afkomst zijn, die den ouden Franschen adel de neus voor hem deed ophalen, hij lyas, gelijk maarschalk Le- fèbre, de hertog van Danzig, het zoo aar dig tegen een Fransch edelman van dien tijd uitdrukte: zelf voorvader. Want het geslacht van de Murats behoort thans met dat van de Berthiers, de Ney's en anderen, die hun bekendheid aan het Napoleontisch tijdperk danken, tot de voornaamste en voor een deel ook tot de rijkste der Fransche familiën. Murat is de eenige strijdmakker van Napoleon, die in zijn familie door zijn huwelijk met Napoleon's zuster Caroline, plaats heeft gevonden. Aanvankelijk Groother tog van Berg en Kleef, werd hij later tot koning van Napels door den keizer „be vorderd", tot niet geringe jaloezie van de andere zusters van Napoleon, in het bij zonder prinses Pauline, die het den grooten broer niet vergaf, dat op die wijze Caroline overal den voorrang had boven haar. Murat bleef, na Naooleon's eerste afdanken en zijn vertrek naar El- ba in de souvereiniteit, hem door Napo leon geschonken. Napoleon heeft zich bij zijn terugkeer duidelijk herinnerd, hoe trouweloos Murat zich tegenover hem had gedragen. Deze, die zich reeds dadelijk aan Napoleon's zijde wilde scharen, was door een legertje der Oos tenrijkers onder Neypperg verslagen en bood nu zijn diensten aan Napoleon aan. Maar vergeefs, zeker tot schade van Mu rat, wellicht ook tot schade van Napo leon. Op denzelfden 18 Juni 1815, die over Napoleon's toekomst de doodsklok luid de te Waterloo, wachtte Murat, als bede laar vermomd, op den weg, die van Mar- seille naar Nizza leidde, de komst af van maarschalk Brune, die hem het ant woord van Napoleon zou brengen. Het antwoord was zoo afwijzend als men maar denken kon, en Murat begreep dat, zou Napoleon overwinnend blijven waaraan hij nog niet twijfelde er voor hem geen plaats in Frankrijk zou zijn. Brune, een zijner oudste krijgsmakkers, weersprak hem niet dat, mocht hij hem er aantreffen, hij gedwongen zou zijn hem te arresteeren, en dat van Napoleon weinig genade viel te verwachten. Murat diende zich dus schuil te houden, vond een toevlucht bij zijn neef Bonafoux, die als kapitein een fregat commandeerde. Maar hij kon daar uiteraard niet lang blijven, want de familiebetrekkingen zouden medebrengen, dat men Murat er wel het eerst zocht. Daarom ging Bona foux naar zijn vriend, den advocaat Ma- rouin, die nabij Toulon een huis aan zee bewoonde. Hij wist dezen over te halen om gastvrijheid aan Murat te verleenen, hoewel hij hem het gevaar, dat hij daar door liep, niet onthield. Marouin was bereid den koning van Napels te ont vangen, maar wilde alles voor zijn komst in gereedheid brengen. W at niet noodig was, zoo zeide hem Bonafoux, want reeds geruimen tijd had Murat zijn koninklijke gewoonten verloren en was blijde een plaats te vinden, waar hij rus tig zijn hoofd tot slapen kon neerleggen. Murat heeft geruimen tijd in het huis van Marouin verblijf gehouden; zijn ge volg, toch nog bestaande uit een dertig tal getrouwen, die met hem uit Napels waren gevlucht, werd in de onmiddelij- ke omgeving ondergebracht. Murat's vrouw, koningin Caroline, de zuster van Napoleon, hield reeds geruimen tijd met haar kinderen in Oostenrijk verblijf, Murat was erin geslaagd om kostbaar heden uit Napels mede te nemen; zoo een groote zak met gereed geld; zoo dia manten ter waarde van vier millioen; schip koers naar Amerika had gezet. Toen deze poging tot ontvluchting mis lukt was, beraamde men plannen voor een nieuwe poging. Maar ook daarbij diende het geluk Murat niet. Weinig toch had het gescheeld of hij was nog aan boord van het schip naar Amerika gekomen; Marouin had een visscher be reid gevonden om den koning aan boord te brengen, maar toen deze bij ongeluk zijn jas losknoopte en zijn schitterend gewaad liet zien, roeide de visscher weer naar land terug, hopende van den aan zienlijken vreemdeling een grootere be looning te krijgen dan hij bedongen had. Voor Murat bleef nu niet anders over dan zich naar het nabijgelegen Corsica te begeven. Daar heerschten napoleon tische sympathteën; daar beteekende het gezag van Lodewijk XVIII in de praktijk niets; daar was bovendien gelegenheid te over om zich in spelonken en bergen te verstoppen. Maar, hoe de overtocht te wagen? Een drietal vrienden van Murat, alle drie zee-officieren, wisten voor hem een schip te verkrijgen. Op het afge sproken uur nam men Murat aan boord, maar de wind bleek niet gunstig. Men vreesde storm en raadde Murat aan nog een dag te wachten, maar hij wilde niet. Men scheepte zich dus in, maar al spoe dig kwam de storm opzetten; het kleine schip, dat nauwelijks voldoende was ge weest om de eilanden voor de kust te bereiken, werd met moeite boven water gehouden. Gelukkig ontdekte men zei len in de nabijheid, het bleek een koop- i vaardijschip, varende op Toulon. Maar schikking had, aan. En nauwelijks had het gerucht van Murat's komst zich over het eiland verspreid of van alle zijder stroomde men toe om hem te zien. Hier op Corsica, kon Murat zich veilig ach ten; hier zou niemand hem hebben kun nen aanraken; hier zou hij geheel de bevolking hebben bereid gevonden om hem te verdedigen. Maar het lag niet in Murat's aard om stil te zitten, hij wilde zijn koninkrijk heroveren. Men bereidde een expeditie daarheen voor. Een der laatste dagen dat hij te Bastia vertoefde, kwam een boodschapper van den Keizer van Oos tenrijk. Murat had tot dezen een schrij ven gericht, korten tijd nadat hij te Tou lon was aangekomen; hij had daarin veiligheid voor hem en de zijnen ver zocht. De Keizer van Oostenrijk bleek bereid om die veiligheid toe te staan, op voorwaarde, dat Murat een particulieren naam zou aannemen, zou verblijf hou den hetzij in Bohemen, hetzij in Mora- vië, hetzij in Opper-Oostenrijk, en dat Murat zich zou verbinden om deze staten nimmer te verlaten zonder de uitdrukkelijke toestemming van den keizer. Murat ontving den boodschap per, geleidde hem naar het terras, van waaruit men geheel de stad, die als het ware in licht baadde, kon overzien. Hij wees hem de kleine vloot, die in de haven gemeerd lag, en de straten, vol 1 met een juichende menigte. Nauwelijks had die menigte Murat bemerkt of kre ten vulden de lucht: leve Joachim, leve de koning van Napels, leve de broeder Evenals andere jaren zal er ook dit jaar weer in het nummer van 30 December van de gelegenheid zijn tot het plaatsen van Nieuwjaarswenschen. Zooals bekend kosten deze wenschen per gewone, enkelvoudige advertentie van 5 regels 50 cents. Ook kan men een dubbele advertentie plaatsen voor f 1. Teneinde het onzen abonné's buiten de stad gemakkelijk te maken hun wenschen in onze courant te plaa'sen, geven wij hieronder enkele modellen. Men heeft nu niet anders te doen dan de gekozen advertentie, ingevuld met naam en adre« aan ons op te zenden, 50 cent te storten op ons gironummer 37060, een postwissel van dit bedrag te zenden, of de annonce op ie geven door bemiddeling van onze Agenten of Boekhandelaren. Wij zorgen dan voor de rest. MODE Aan alle vrienden en bekenden een gelukkig Nieuwjaar. naam adres t LLEN. Aan alle vrienden en bekenden veel moois en goeds toegewenscht door naam adres Zalig uiteinde en gelukkig 1934, aan alle begunstigers, vrienden en bekenden. naam adres Ondergeteekenden wenschen bun ge achte clientèle een gelukkig en voor spoedig Nieuwjaar. naam adres naam adres wenscht zijn geachte clientèle een voor spoedig Nieuwjaar. naam adres wenecht alle begunstigers en vrienden een zalig 1934. Veel heil en zegen in het nieuwe jaar. naam adres Natuurlijk kan men zelf een tekst maken, wjj geven het boven staande als model. Voor een goede regeling is het wenschelijk Uw advertentie zoo vlug mogelijk in te zenden bij de zoo enkele kostbare souvenirs, die hij zoowel van zijn vrouw als van Napoleon behield. Bonafoux slaagde erin om voor hem een schip te huren, dat hem onder den naam van prins de Rocca Romana naar de Vereenigde Staten zou brengen. Dat schip wachtte op de reede van Tou lon, en zou een sloep uitzenden om Mu rat op te nemen. W ant het uiterlijk van den gewezen koning was in Frankrijk wel zoo algemeen bekend, en ook zoo danig karakteristiek, dat men het niet aandurfde hem gewoon in de haven te doen inschepen, en het veiliger oordeel de, dat hij in de onmiddellijke nabijheid van het huis van Marouin zou zee kie zen. Maar een half uur wachtten Ma rouin en Murat vergeefs; de sloep kwam niet; wel zag men het schip in de verte liggen, maar latei- bleek, dat de sloep te midden van de kreken en zandbanken verdwaald was. Inmiddels werden dien zelfden dag huiszoekingen gedaan zoo wel bij Bonafoux als bij Marouin, maai den koning van Napels vond men niet, want Marouin had dezen, toen het ver trek niet mogelijk bleek, verstopt in een varkenshok, slechts een vijftig meter van zijn woning verwijderd. Murat bleef dezelfde van altijd; toen men hem, na het aftrekken der soldaten, ging zoeken, vond men hem, in beide handen een pistool, maar rustig slapende. Gelijk hij geslapen heeft op menig slagveld van Europa, waaraan zijn naam voorgoed is verbonden. Den volgenden dag bleek, dat het de bemanning aan boord van dit schip hield de opvarenden voor zeeroovers en hoezeer men aanvankelijk de houding aannam te willen helpen, bleek uit een slecht uitgevoerde manoeuvre, dat men het schip wilde overzeilen om zich zoo doende van de „zeeroovers" te ontdoen. Opnieuw, met woede in het hart, moest men naar veiligheid en naar hulp rond zien. En men vond deze, toen men kor ten tijd daarna stiet op een postboot, die bestemming had voor Toulon. Een der drie zeeofficieren, die de expeditie voor Murat leidde, kende den kapitein van het vaartuig, noemde hem bij zijn naam en werd aan boord gelaten. Men nam de schipbreukelingen op en daar trof Murat een Mammeluk, die vroeger onder hem in Egypte had gediend, en door het ge luk begunstigd, vrij groote handelszaken in Marseille had. Het incognito van den koning was daardoor vanzelf opgeheven, maar aan boord bleken meer aanhan gers van het napoleontische stelsel. De kaptein wendde den steven; reeds aan boord van dit schip erkende men Murat als koning van Napels, en had men op het oog hem op den troon te herstellen. Op 25 Augustus 1815 kwam men te Bas tia, de hoofdstad van Corsica, aan, en Murat begaf zich naar het nabijgelegen iscovato om generaal Franchescetti op te zoeken. Hij vond dezen aan tafel; verzocht hem buiten te komen en noem de daar zijn naam. Franchescetti was gelukkig zijn koning terug te zien, boot hem ziin huis, ia alles wat hii ter be van Napoleon. De boodschapper wist niet wat hij zag en hoorde; geloofde een oogenblik aan een kunstig in elkaar ge zette tooneelscène, maar werd door het aantal der juichenden al spoedig van zijn dwaling genezen. Murat voerde hem daarna naar het salon, waar hij den door hem uitgekozen staf van offi cieren aantrof, in groot uniform gekleed als was men te Caserte of Capo di Monte. Het was Murat's antwoord, dat hij later slechts kon betreuren, toen al zijn illu sies in puin waren gestort. De Mammeluk, die Murat aan boord van het postschip had herkend, was naar Napels gezonden om er inlichtingen in te winnen. Hij had zich in verbinding gesteld met enkele daar woonachtige personen, bij wie hij na poleontische sympathieën aanwezig wist. Maar hij had zich ook uitgesproken tegen over zijn schoonvader, Napoütaan van ge boorte en deze waarschuwde de politie. Dege nen die in vertrouwen waren genomen, wer den gedwongen om door de politie gedicteer de antwoorden op de brieven naar Bastia te schrijven; de Mammeluk werd in de gevan genis geworpen en kon geen teeken geven. Zoodoende werd aan de vloot, door Murat uitgerust, een punt van landing aangewezen, dat door koning Ferdinand en zijn troepen zwaar bezet was. Het waren geen Napoli- taansche troepen, die men niet voldoende ver trouwen kon; neen, het waren Oostenrijksche troepen, van welke men zeker was. Nu was in zekeren zin de storm, die de kleine vloot van Murat verspreidde, te zijnen gunste; daardoor dreei men van het bepaalde punt af, en kon den raad van generaal Franche». cetti volgen om niet, als oorspronkelijk be- doeld, in Calabrië te landen, maar recht streeks door te gaan naar Triest. Op 8 Octo. ber, des morgens vroeg, bevond men zich echter ter hoogte van Pizzo. Daar landde men, ten gevolge van een dier plotselinge in vallen van Murat, die bij hem, als bij Napo leon, onbegrijpelijk waren, maar die niet, ge lijk bij den Keizer, immer door »en gelukkig gesternte waren gedicteerd. Murat ging aan land, gevolgd door een betrekkedjk klein es^ corte, gekleed in het schitterend uniform van feneraal van dien tijd. Hij landde op een ondagmorgen en de bevolking begaf zich naar de mis. Toen hij het kleine dorpje door kwam, zag hij onder de boeren een sergeant, Vella, vroeg hij op hem toegaande, kent gij mij niet meer, en toen hij geen antwoord van dezen ontving: Ik ben Joachim Murat, ik ben je koning ;voor jou de eer om het eerst te roepen: leve Joachim. Het gevolg van Joa chim liet onmiddellijk dezen kreet weerklin ken, maar de Calabrische sergeant bleef stil en zwijgend. Dit was een historisch oogen blik; de wegen van het noodlot zijn ondoor grondelijk; misschien, had deze sergeant den kreet van Murat herhaald, zou ook de bevol king dien hebben overgenomen. Hier zou Mu rat zijn eerste aanhangers hebben gevonden en kennende den afkeer van de Napolitanen van het hun opnieuw opgelegde Habsburg- sche juk, zou er niet veel voor hem noodig zijn geweest om zijn troon te heroveren. Maar de sergeant, hetzij uit persoonlijke, het zij uit algemeene overwegingen, zweeg; wendde zich af, ging naar huis en vertoonde zich niet meer. Murat en de zijnen wisten zich paarden te verschaffenbegaven zich op weg naar de nabijgelegen grootere plaats en hoopten daar hun doel te bereiken. Naar Monte Leone begaven zij zich, maar de be volking, na hun vertrek spoedig tot zichzelf gekomen, liet hen niet rustig vertrekken. Ca- labreezen hebben slechts naar de wapenen te grijpen om deze te vinden; spoedig waren 200 mannen tot de achtervolging gereed, en Murat vond zich spoedig nauwelijks een kwartier later door deze welgewapende ben de ingesloten. Hem bleef niets anders over dan de vlucht te kiezenzonder aarzelen sprong hij van het plateau, waarop hij zich bevond, en bereikte het strand in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar hij geland was. Maar de sloe pen waren weg; de booten waarmede hij ge komen was, waren zeewaarts gestevend, aan gezien verraad aan boord heerschte. In de nabijheid echter vond Murat een sloep; trachtte erin te komen met zijn beide adju danten. Een dezer, de jonge Campana, viel, door een geweerschot getroffen; wellicht was de ontvluchting aan Murat en den ander gelukt, waren niet Murat's sporen hem nood lottig geweest en hadden deze hem niet doen uitglijden. De menigte, die een omweg had moeten maken om hem te bereiken, viel a s het ware op hem en moeite genoeg kostte het den beiden aanvoerders van den troep om hen te beschermen. Men bracht hen naar het gewone dorpscachot, en daar werd Murat op gesloten temidden van bedelaars, dieven en zakkenrollers! Nauwelijks een kwartier had hij er vertoefd of commandant Mattei van de geregelde Napolitaansche troepen kwam hem halen. Murat had zijn koninklijke waardigheid her kregen; vol verontwardiging wees hij op de plaats, waar men hem opgesloten had, en zelfs de bedelaars en dieven, die hem aan vankelijk met hoongelach hadden overladen, vonden nu den Koning in hem en lieten luide kreien van: Leve Joachim hooren Murat werd nu beter gehuisvest; hij kon, gelijk hij zoo gaarne wilde, een bad nemen en kreeg behoorlijke kleeren, waarop hij te allen tijde gesteld was. Over zijn lot maakte hij zich niet veel zorg. Hij had papieren in zijn zak, die hem een vrijgeleide van den Keizer van Oostenrijk verzekerden, en hij trachtte de voorstelling ingang te doen vinden als wilde hij zich over lriëst naar Oostenrijk begeven om daar rustig te leven. Maar de Koning van Napels, b.ijkbaar wenschende zich van hem te ontdoen, benoemde een afzonderlitke commissie, die geen rekening hield met Mu rat's opmerking, dat hij óf als Koning óf als Maarschalk van Frankrijk diende terecht te staan. Integendeel, reeds twee dagen later kwam deze commissie samen; haar verhoor was even kort als haar vonnis, dai Murat tot de doodstraf veroordeelde. Hem werd niet meer dan een uur tijd gelaten om zich tot den dood voor te bereiden; hij kleedde zich in het beste gewaad, dat men hem ver schaffen kon; hij had een kort onderhoud met den hem toegewezen geestelijke; hij had, zoo zeide hij niet ten onrechte, den dood op het slagveld t^ dikwijls onder de oogen gezien om dien nog te vreezen! Als eenige gunst vroeg hij aan generaal Nunziante, die als bevelvoerend generaal optrau, om zelf het vuurpeloton te mogen commandeeren. In de vroegen ochtend van 15 October 1815 werd Murat naar de binnenplaats te Pizzo gebracht. Het vuurpeloton stond er gereed. Murat sprak het vriendelijk toe, maar den eersten keer bleek, dat al deze soldaten, zonder met elkander overleg te hebben ge pleegd, hadden gemikt boven het hoofd van den koning Hij dankte hen daarvoor, maar wees hen erop, dat hij, gevonnist zijnde, ver volgd zijnde, toch zou moeten vallen, en dat men op deze wijze zijn doodstrijd slechts verlengde. Weer gaf hij kalm, als gold het een eenvoudige oefening, de commando's; weer klonk het: Vuur! van zijn lippen en een oogenblik later had Murat, die een even ro mantische als schitterende loopbaan achter zich liet, opgehouden te leven. Aan zijn vrouw, koningin Caroline en zijn kinderen waren zijn laatste gedachten gewijd; van hen nam hij afscheid in een brief, even kort als treffend. Maar nauwelijks was hij gevallen of een bode, door koning Ferdinand van Napels gezonden, liet men tot het lijk toe. Deze bode heeft het lugubere werk verricht het lijk van Murat van het hoofd te ontdoen, en dat hoofd, men vond het na den dood van koning Ferdinand terug in een geheime kast in zijn slaapkamer, waar hij het in branden- wijn bewaarde. De geschiedenis kent niet vele voorbeelden van dergelijke lafhartigheid. Niet veel gelukkiger dan in Frankrijk, wa ren de Bourbonds, die na Murat's verdwijnen weer den troon van Napels bestegen, in dit koninkrijk. Zij hebben niet ten onrechte den naam verkregen, dat zij niets geleerd en me® vergeten hadden 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 12