BUITEN ONZE GRENZEN.
Luclilvaarf.
Landbouw.
Een jaaroverzicht schrijven, kan soms
prettig zijn, maar kan ook dikwijls een
zeer onaangename taak zijn. Het hangt
er maar van af, over welke stof men een
verhaal moet schrijven en hoe die stof
is.
Wanneer wij dan een buitenlandsch
overzicht moeten weergeven, dan zal
het iedereen duidelijk zijn, dat de be
schikbare stof verre van aangenaam is.
Kan men op dezen Oudejaarsavond
althans wanneer u dit verhaal Zondag
leest! spreken over een wereldvrede?
Kan men zich er over verheugen, dat
onze groote legers en vloten tot de ge
schiedenis behooren? 1= men nu einde
lik zoo ver, dat alle na-oorlogsche
weeën tot het verleden zijn gaan behoo
ren? Is de wereld in dit eene jaar vodr-
uitgegaan? Is de welvaart teruggekeerd
en kan iedereen enkele uitzotderin-
gen daargelaten zeggen, dat het jaar
1033 een gelukkig jaar geweest is?
Helaas, op al die vragen is slechts één
antwoord mogelijk en dat isontken
nend! De wereld is er niet op vooruitge
gaan en de nieuwjaarswensch 1933 is
niet in vervulling gegaan.
Eerder is het tegendeel het geval ge
weest. Er zijn in het voorbije jaar cri-
tieke dagen geweest, er waren momen
ten, waarop wij terugdachten aan Juli
1914. Het heeft soms gedreigd, maar ge
lukkig bleef het bij dreigen.
O zeker! er zijn verschillende dingen
gebeurd, die verheugend mogen stem
men; er zijn veranderingen gekomen,
die als 'tware een ommekeer teweeg
brachten en die voorloopig althans
den toestand iets gunstiger deden zien.
Maar of die veranderingen van langdu-
renden aard zullen zijn en of die veran
deringen wel doelmatig zullen zijn, dat
zal de geschiedenis nog moeten leeren.
En de toekomstige geschiedenis is nog
een maagdelijk boek, dat echter straks
vele bladzijden zal tellen, donkere blad
zijden en zonnige bladzijden.
Wij moeten dus uiterst voorzichtig zijn
met het vellen van oordeelen, omdat er
zoo heel veel is, dat naderhand eerst
duidelijk wordt. Wij moeten voorzich
tig zijn met onze critiek, onverschillig,
of die gunstig is, of ongunstig. Het is zoo
gemakkelijk om iets af te keuren; het is
zoo gemakkelijk, om iets toe te juichen,
het als een ideaal te beschouwen, maar
wie geeft ons de zekerheid, dat wij goed
voorzien hebben? Dat kan alleen de toe
komstige geschiedenis.
Zoodat ook hier weer het spreekwoord
geldt: slechts de tijd zal leeren.
Het nieuwe Duitschland.
Bovenstaande inleiding schreven wij
niet, omdat wij een „aanloopje" wilden
hebben, maar wij hadden daar wel de
gelijk een reden voor. Het is toch im
mers duidelijk, dat dergel ijken gedach
ten bij ons opkwamen, toen wij onze
aanteekeningen over Duitschland door
bladerden. Wat moeten wij van het Hit-
lerianisme zeggen? Het was een gewel
dige verandering in Duitschland, maar
in hoeverre al die veranderingen verbe
teringen zullen zijn, zal eerst veel later
blijken.
Ontegenzeggelijk is 1933 voor Duitsch
land een zeer bijzonder jaar geworden,
nationaal en internationaal.
Toen 1933 begon, was Duitschland den
ondergang nabij. De partijpolitiek was
op den spits gedreven, groote vechtpar
tijen, moord- en doodslag, zij vormden
een dagelijksche rubriek in de kranten
en ieder vreesde, dat een burgeroorlog
zeer nabij was. Toen kwam Hitier, de
leider der nazi's, aan het bewind. Reeds
in Januari kwam hij als rijkskanselier
de zaken in handen nemen, weldra werd
in Februari de rijksdag ontbonden,
communistische demonstraties werden
verboden, gemeenteraden ontbonden, de
Pruisische landdag werd naar huis ge
zonden, noodverordeningen werden uit
gevaardigd, nieuwe rijksdagverkiezin
gen uitgeschreven en dat allemaal werk
te er toe mede, dat de nazi's een steeds
grootere macht kregen en weldra was er
in geheel Duitschland nog slechts één
geoorloofde partij, die der nationaal-
socialisten.
Men ging van nazi-zijde spoedig over
tot nog krachtiger maatregelen. De kas
sen der communisten en der soc.-demo-
craten werden in beslag genomen, een
geweldige actie tegen de Joden en tegen
Joodsche warenhuizen werden ingezet,
dagbladen werden verboden, alle vak
bonden werden ontbonden, bekende po
litieke figuren werden naar concentra
tie-kampen gebracht, en toen kwam, als
klap op de vuurpijl, den léden October
het bericht, dat Duitschland uit den Vol
kenbond was getreden!
Een maand later liet Hitier nieuwe
verkiezingen uitschrijven en deze brach
ten een enorm succes voor de nazi's, een
succes, dat trouwens verwacht werd en
waarbij men niet vergeten moet, te be
denken, dat hier van vrijheid van stem
men geen sprake was.
Ziedaar in zeer groote trekken
alles wat er in Duitschland op politiek
gebied gebeurd is.
Of het Hitler-systeem bestendig zal
zijn, moeten wij afwachten.
De brand in den rijksdag.
Het Hitler-jaar staat in nauw verband
met een andere gebeurtenis in Duitsch
land en wel de brand in den rijksdag.
Op een morgen in Februari bereikte de
wereld de tijding, dat het gebouw van
den Duitschen rijksdag was in brand
gestoken en voor een groot deel was
verwoest. Inderdaad bleek het bericht
juist, al bleek de schade kleiner dan
eerst vermoed werd.
Al heel gauw ging men in Duitschland
tot arrestaties over en een der hoofdver
dachten was de Nederlander M. v. d.
Lubbe, een man, die door zijn uiterst
vreemde houding ons een jaar lang heeft
bezig gehouden.
De Hitler-regeering heeft bij dezen
brand eer voor- dan nadeel gehad. Im
mers, de brand was volgens de Duit-
sche lezing aangestoken door com
munisten en nu had men dan eindelijk
eens iets groots, om het communisme
te bestrijden. Juist in dien tijd kon Hit-
lt. zijn grootste successen boeken.
Het valt niet te ontkennen, dat deze
brand voor de nazi's een welkom i pro
paganda was, doch wat te zeggen van
de talrijke beweringen, dat deze nazi's
zelf mede zouden hebben geholpen om
de brand te stichten?
Het langdurige en daardoor saai ge
worden proces heeft t. a. v. dit laatste
geen opheldering gebracht, niettegen
staande v. d. Lubbe bekende den brand
te hebben gesticht Zelfs is op het
oogenblik deze ernstige beschuldiging
aan het adres der Duitsche regeering
een beetje op den achtergrond geraakt
en het zou ons niet verwonderen, als wij
er nooit meer van hoorden!
Intusschen, het maandenlange proces
is nu ten einde. De verdachten
zijn verhoord, de officier heeft gespro
ken, de verdediging heeft haar moeilijke
taak vervuld en het slot was, dat tegen
v. d. Lubbe en Torgler de doodstraf
werd geëischt en dat de Bulgaarsche
verdachten wegens gebrek aan bewijs
vrijspraak moesten hebben.
Juist vóór de Kerstdagen werd het
vonnis gewezen: v. d. Lubbe werd ver
oordeeld tot de doodstraf en alle andere
verdachten werden vrijgesproken.
Men ziet, Duitschland beleefde „nog al
wat" in 1933.
In andere Europeesche landen.
De overige landen van Europa geven
niet zoo veel stof om te schrijven, wij
kunnen dus heel kort zijn.
Oostenrijk had in 1933 ook een
moeilijken politieken strijd te voeren,
doch de regeering-Dollfuss kon zich
handhaven, wellicht mede dank zij den
steun van andere mogendheden, die
zelfs toestemming gaven, om het Oosten-
rijksche leger tijdelijk te versterken.
Waarschijnlijk mag het laatste wel be
schouwd worden als een anti-Hitler-
geste.
De kleine bondskanselier dr. Dollfuss
kon in dit najaar nog van geluk spre
ken, dat een voor hem bestemde revol
verkogel zijn doel miste, zoodat deze
moordaanslag geen al te ernstige gevol
gen met zich droeg. De dader werd di
rect gepakt en is de vorige maand tot
5 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Intusschen is Oostenrijk ook in dit
jaar een arm land gebleven en waar
schijnlijk zal het in de toekomst wel niet
beter worden, tenzijde vredesverdragen
later eens herzien worden.
Hetzelfde is het geval met H o n g a-
r ij e, dat eigenlijk zonder middelen van
bestaan is, nu het na den oorlog de rijk
ste gronden verloor aan de omliggende
landen. Ook Hongarije wacht o" betere
dagen en op een herziening van de gren
zen
De Balkan bleef zeldzaam rustig,
al heeft Venizelos nog wel eens een en
kele keer zijn tong geroerd en ook
Polen had een voor dat land rus
tig jaar. En eigenlijk kunnen wij het
zelfde zeggen van Zwitserland,
België en Italië, welk laatste
lang nog steeds geregeerd wordt door
Mussolini. De dictator weet wat hij wil,
kan onderhandelingen voeren, maar
durft ook van zich af te bijten.
Spanje was weer langen tijd onrus
tig, beleefde nog deze maand een soort
burgeroorlog, die echter gauw onder
drukt werd en kreeg tenslotte een nieu
we regeering.
Rest ons nog Engeland en Frankrijk.
Engeland bleef ook dit jaar weer
zich zelf. Het heeft alles in het werk
gesteld, om nieuwe welvaart te krijgen,
het heeft zelfs niet geaarzeld, om den
gouden standaard te verlaten, maar het
groote rijk voelt nog dagelijks de strop
pen van den grooten wereldoorlog. Ver
der moest het weer alle aandacht schen
ken aan de familie Gandhi en heeft het
zijn best gedaan, om met verschillende
landen nieuwe handelsverdragen te
sluiten.
En Frankrijk was weer als steeds
het land der regeeringscrisis. Diverse
regeeringen zijn elkaar opgevolgd en
hebben getracht, leiding te geven aan
het land. Maar steeds mislukte de po
ging. Het schijnt, dat ook in Frankrijk
het parlementarisme zijn beste dagen
gehad heeft en dat Frankrijk wacht op
een sterke hand. Vermeldenswaardig is
nog, dat Frankrijk een der weinige lan
den is, die den gouden standaard kon
handhaven.
Nóg was 1932 niet ten einde, of Frank
rijk werd getroffen door een ontzettende
treinramp, welke niet minder dan 222
dooden en honderden gewonden eischte.
Over Rusland en Scandinavië valt
weinig te zeggen, zoodat wij Europa ver
der kunnen laten rusten.
Noord- en Zuid-Amerika.
Rest ons eigenlijk nog alleen Noord
en Zuid-Amerika en dan het Verre
Oosten.
DeVereenigde Staten hebben
eindelijk ook gevoeld, hoe hard de klap
pen zijn, die de wereldoorlog heeft aan
gebracht. Het eens zoo rijke land zag
zijn welvaart verdwijnen en moest bo-
vend'en tot de ontdekking komen, dat
zijn Europeesche collega's niet in staat
waren, de oorlogsschulden langer te
betalen.
President Roosevelt heeft op alle mo
gelijke manieren geprobeerd, zijn groot
en machtig land opnieuw tot bloei te
brengen, maar tot op dit oogenblik zijn
die pogingen mislukt.
Slechts over één ding zullen de Ame
rikanen zich verheugen: het land is niet
meer „droog". Sinds een maand mag
men weer alcohol gebruiken! Niet
leen. dat dit een prettig iets is voor 3e
dorstige Amerikanen, ook de schatkist
vaart er wel bij en tenslotte zou het wel
eens kunnen blijken, dat het einde der
„droogte" het einde beteekende van een
groot gedeelte van het bandietisme.
In Z u i d-A merika en op Cuba
heeft men dit jaar „prettig oorlogje ge
speeld". Dat heeft heel wat slachtoffers
gekost, dat heeft heel wat ellende ver
oorzaakt en dat heeft tenslotte heel wei
nig resultaat gehad. Op het oogenblik
is het daar weer „pais en vreê", maar de
vraag is: hoe lang zal dat duren?!
In het Verre Oosten.
In C h i n a is natuurlijk ook weer ge
vochten. Dat schijnt daar niet anders te
kunnen. Ten eerste zijn het diverse
groepen Chineezen, die om de heer
schappij vechten, dan is er Jappn, dat
naar afzetgebied en nieuwe koloniën
zoekt en tenslotte trachten de commu
nisten op minder aangename wijze de
rust te verstoren.
China zal ook in 1934 wel weer het ter
rein van oorlog zijn. Het zal wel evenals
andere jaren een vulkaan blijven.
Hebben wij te veel gezegd, toen wij be
gonnen met de opmerking, dat er niet
zoo heel veel prettigs over 1933 valt te
vertellen?
Wij durven voor 1934 bijna geen
wensch uit te spreken, omd.i wij vrijwel
zeker weten, dat ook 1934 ons geen
idealen toestand zal brengen.
Moge het anders "uitkomen!
Wanneer wij een beknopt overzicht schrij
ven over onze Nederlandsche luchtvaart,
dan spreekt het welhaast vanzelf, dat wij met
onze K.L.M. beginnen.
De Konink'ijke Nederlandsche Luchtvaart
maatschappij kan op een uitstekend jaar te
rugzien. Zij heeft weer tal van diensten op
de meest belangrijke Europeesche steden on
derhouden en men vioog met een zeldzame
regelmaat.
Wat ons land zelf betreft, de „beurtvaart"
onderging een belangrijke uitbreiding. Zee
land kreeg een voortdurende verbinding met
Waalhaven, Twente en Eelde kregen zomer
diensten en bovendien was Groningen gedu
rende het vacantieseizoen nog met de Duit
sche badplaats Borkum verbonden.
Doch naast deze lijnen mogen wij de lang
ste luchtlijn ter wereld, Amsterdam- Bata
via, niet vergeten. Deze lijn is het troetel
kindje geworden, niet alleen van de K.L.M.,
maar van onze geheele bevolking. Nederland
is terecht trotsch op deze lijn, omdat on
danks de groote moeilijkheden de week-
dienst op ons Indië met 'n prettige regelmaat
verliep. Zoo regelmatig werd deze dienst
zelfs, dat het publiek nauweiijks met de
vliegtuigen in de krant volgde. Men wiet het
immers toch vooruit: het toestel vertrekt
Donderdag en komt natuurlijk na zocveel
dagen in Bandoeng aan. En omgekeerc ge
beurde precies hetzelfde!
Inderdaad, de K.L.M. mag trotsch zijr op
haar Indië-lijn en het verheugt daarom de te
meer, nu blijkt, dat deze lijn „groeit". Het
aantal kilo's post is heel, geleidelijk groo'er
geworden, er kwamen v£e' meer passagiers
en alleen het vrachtgoed bleef beneden de
verwachting. Echter, het ;iet er naar uit, dat
spoedig de tijd zal zijn aangebroken, dat de
Indië-lijn zich zelf kan bedruipen. En dat is
misschien het belangrijkste wel!
Twee gebeurtenissen trokken juist den
laatsten tijd de aandacht. Allereerst was het
snelle Pander-vliegtuig de P.H.-O.S.T., klaar
gekomen. Men zou met dit vliegtuig in 3 tot
4 dagen naar Indië vliegen.
Luitenant Asjes en piloot Geyssendorfer
zouden het toestel veilig en wel heen en terug
brengen. De voorbereidingen waren goed, de
diverse proeven verliepen naar hartewensch
en zoo vertrok in een vroegen morgen de
Postjager naar het Zuiden.
Men kent het plotselinge einde van de reis.
In zeer korten tijd was Rome bereikt, doch
Athene zou men niet zien. Nauwelijks had
de Postjager Italië verlaten, ofeen der
motoren weigerde en me.n moest terugkeeren
naar het vasteland.
Op dit oogenblik is de Postjager weer uit
Italië vertrokken met een nieuwe motor en
nieuwe post.
Slechts eenige dagen later zou de Zilver
meeuw, een splinternieuwe Fokker met intrek
baar landingsgestel starten, eveneens voor
een snelle Indië-vlucht. Ook hier hadden de
proeven een vlot verloop en ook hier waren
de voorbereidingen goed. Doch de Zilver
meeuw vertrok niet. Juist toen ..ien zou star
ten, weigerde de middelste motor en het
bleek, dat deze vervangen moest worden
Zoodat twee snelle vluchten niet doorgin
gen.
Hoe Smirnoff en Soer de gewone Pelikaan
in recordtijd naar Batavia brachten, hoe dit
toeste' én de post van de Zilvermeeuw én die
van de Postjager naar Bandoeng bracht, och
het is nog zoo kort geleden, dat wij er nu
niet verder over hoeven uit te wijden. We
kunnen alleen hopen, dat de Pelikaan op het
oogenblik. dat de lezer dit overzichtje leest,
weer hee'huids op Sch'phol is gearriveerd.
o
Beleefde de K.L.M. dus een goed jaar. met
de luchtvaartclubs ging het al heel voorspoe
dig. Er werden enkele nieuwe vereenigingen
opgericht, anderen breidden z'ch uit en over
al heerschte een groote activiteit. Opnieuw
werd een tweednagsche rondvlucht boven
Nederland gehouden en ook deze groote
vlucht slaagde schitterend.
Behalve het mntorv'iegen interesseerde
men zich ;n stügende ma'e voor de zweef
vliegerij. In tal van p'aatsen en vliegcentra
werden zwefclubs ongericht en de instruc
teurs beleefden veel olez'er van hun leerlin
gen d:e met nogewektheid de lessen volgden
en d:e snoedig hun eerste sprongen en
vlucht'es konden maken. He'aas een dnode-
li'V onge'uk viel te betreuren: te Grijosbeek
bii Oron'irren verloor de vlieger Stol het le
ven. toen hii m"t een zweefvliegtuig tenen pen
schuur bitste en aan zijn zware verwondin
gen over'eed.
o
Tnnc'otte is er non cfe Tni,;t-»ire luchtvaart
Veel ''linnen we van deze luchtvaart niet zeg
den. Natuurliik werd er veel gevlogen, even
natuurliik werden er weer vele noodland'n-
ren gpm^akt
Soesterberg beleefde een prettigen dag,
maar weinig later ook een zeer droeven dag
De jonge officier-v.ieger van Asch van
Wijck vestigde een nieuwe hoogterecord vooi
Nederland, doch slechts weinige weken later
trof Soesterberg een zware slag. Op een zon
nige morgen vertrok een aantal toestellen
naar het Zuiden. En boven de Betuwe
botsten twee van deze vliegtuigen tegen el
kaar aan Vier levens waren te betreuren
en onder hen bevond zich de jonge record
houder van Asch van Wijck. De anderen wa
ren luitenant v. Coehoorn van Sminia, ser
geant van Hardeve.d en sergeant Vermeulen,
waaraan onze Nederlandsche luchtvaart heei
veel verloren heeft.
En nu gaan wij een nieuw jaar beginnen.
Moge de luchtvaart in Nederland en moge
de lijnen op de buitenlandsche stations en op
Indië een verderen gTcei beleven.
Wij hebben een nationale .uchtvaart en een
nationale luchtvaartindustrie. Wij mogen en
moeten er trotsch op zijn.
De buitenlandsche luchtvrart.
Het jaaroverzicht van de Duuen.andsche
luchtvaart staat eenerzijds, evenaiS de Neder
landsche, in het verblijdende teeken van
vooruitgang, van tecnnische verbe.eringen en
de daaruit voonv.oeiende opvoering van de
snelheid ;aan den anderen kant heelt het ver
voerwezen door de lucht in het afge.oopen
jaar weer siachtoiiers, ja, ze.fs vele slachtof
fers geeiscnt.
Hoe kan het ook anders! Ieder land is
trotsch op zijn luchtmateriaal, wil in geen
geval oneer doen voor een ander land en nu
men dus net tegenwoordige v.iegtu.g met
zijn strocmiijnenvorm bijna volmaakt heeft
gemaakt, is al.es gericht op de vermeerde
ring van snelheid. En wanneer men tracht de
snelheid op te voeren, onwillekeurig hoe en
waar dan ook, dan zullen deze experimenten
menschenlevens kosten en zoo kan 1933 te
rugzien op veen, die gevallen zijn om de
luchttechniek te dienen.
Laat ons echter met de zonnige zijde van
de medaille beginnen: Allereerst dan legde
de Graf Zeppelin met de regelmaat van een
klok tientallen keeren den aistand Ber.ijn
New-York af en zöo is eigenlijk dit jaar de
finitief een overbrugging gekomen tusschen
Duitschland en de Ver. Staten door middel
van de luchtoverbrugg'ng met de „Zepp".
Zonder het minste spoor van defect „tuft"
het Duitsche luchtschip over den Oceaan en
bij aankomst te Berlijn of New-York word'
thans nauwelijks aandacht geschonken aan
het luchtgevaarte, dat over den aardbol
zweeft en waar eens duizenden oogen voor
in extase waren.
Tot zoover de roem op Luitschland's
luchtmacht, al willen we het wereldrecord
zweefvliegen, met stukken gebroken door den
jongen Duitscher Schmidt, niet onvermeld la
ten. De maand Augustus was een succes voor
hem, want onmiddellijk ic de wereldrecord
houder door de Hitler-regeering bevorderd
tot officier in het militaire vliegercorps.
Nog duide'ijk ligt de groote tocht van Bal-
bo in ons geheugen, dit te meer, omdat het
machtige Italiaansche eskader ons land de
eer aandeed op den doortocht naar Amerika,
op Schellingwoude te da en. Einde Juli ver
trok Balbo met ziin 24 reuzen-watervliegtui
gen uit Italië en landde met 96 man te
Schellingwoule, alwaar één vliegtuig veron
gelukte en één lid van de bemanning, er het
leven bij liet. Weinig hoopvol was het begin.
Maar gelukkig kwam het esrader zonder on
gelukken te Chiago aan, waar de bemanning
een enthousiaste hulde in ontvangst had te
nemen. Over de Azoren ging he. verder huis
waarts, maar de terugreis was minder voor
spoedig dan de heenreis. Op de Azoren im
mers stortte één der vliegtuigen in zee en ver
dronk één officier jammerlijk in de golven,
terwijl 3 anderen zwaar gewond werden.
Dit laatste ongeluk bracht wel even een
schaduw op de overigens succesvolle tocht,
maar desondanks werd het eskader mei ge
weldige pracht en praal het oude Rome bin
nengehaald, waar Mussolini ze'f de wakkere
vliegoffieieren huldigde en hen ten voorbeeld
ste de voor anderen.
Minder glorieus, maar zeker niet minder
eervol was de bekende wereldreis van het
echtpaar Lindbergh en hoe ver de faam van
de Nederlandsche luchtvaart in de were'd is
doorgedrongen, bewijst wel het bezoek,
waarmee dit eminente echtpaar ook ons land
vereeren.
Via Groenland en Denemarken daalde het
slanke vliegtuig eveneens te Schellingwoude.
Het echtpaar bezocht toen de K.L.M.-Iucht-
havens en we herinneren ons nog goed de
aanmerking van ko'onel Lindbergh op de
destijds gereedstaande „Postjager". Zou hij
toen al gezien hebben, dat er'iets haperde
Zonder het kleinste ongelukje werd de reis
voortgezet, totdat, nu enke'e weken geleden,
het echtpaar weer veilig en wel in Amerika
arriveerde. Bescheiden a's altijd nemen ze nu
hun welverd'ende rust.
Een ander Amerikaansch succes was de
wereldreis van den één-oogigen vlieger Wil-
ly Post, die enn slaagde binnen 24 uur over
den Oceaan van New-York naar Berlijn te
vliegen. Deze tocht is van daaruit één zege
tocht geworden en nóg zien we met bewon
dering op nrar hem, die een zoo belangrijk
orgaan, n.1. het linkeroog, moest missen en
desondanks a s wereldvlieger een naam wist
te verwerven, waar menig gezond en wel
licht even talentvol vliegofficier van zou wa
tertanden.
Een minder opvallende tocht was die van
het Fransche luchteskader onder leiding van
capt. Vuillemin, een soorge'ijke tocht a's die
van Balbo, alleen minder gevaarlijk, omdat
hier uitsluitend boven land werd gevlogen
naar Zuid-Afrika en dus de kans op veronge
lukken minder was. Veel drukte is er dan
ook van deze tocht niet gemaakt.
En nu. geachte lezers, zijn we helaas uit
gepraat met de mooie prestaties op het ge
bied van de luchtvaart. Het behoort ook tot
de plicht van dezen overzichtschrijver om u
nog een ander mede te deelen over de andere
zijde van de medaille.
Allereerst verongelukte in Maart nabij
Dixmuiden in België een groot Engelsch ver-
keersvl'egtuig, waarbij de 15 inzittenden het
leven lieten.
Op den vroegen morgen van den 16en
Anril geraakte het Amerikaansche luchtschip
„Akron" in den storm en nóg herinneren we
ons de golf van medeliiden, die toen opsteeg
bij het vernemen, dat 70 personen hierbij den
dood >n de golven vonden.
Na een korte rustpooze verongelukten in
Juli de twee Lithausche vliegers boven Bran.
denburg, die een wereldreis wilden onderne-
men.
Verder waren er nog de helaas jaarlijkse!*
terugkeerende vliegongelukken, waarbij 1 tot
3 personen om het leven kwamen. Vooral ook
de vlieg-botsingen te China en Japan bij de
talrijke luchtgevechten, mogen we niet onver
meld laten. En hiermede zijn we dan geko
men aan het eind van ons luchtvaartover
zicht en het nieuwe jaar met al zijn myste
ries en geheimenissen staat thans voor ons.
Moge de techniek op het luchtvaartgebied
vooruitgaan tot heil der menschheid.
Voor den landbouw-overzichtschrijver
biedt 't verloopen jaar meer steunpunten
dan het vorige. Dit klinkt vreemd in de
ooren van hen die wel weten dat de
ergste gevolgen van de Inzinking van
onzen export nog pas tot uiting begin
nen te komen.
Tot op het oogenblik van de Londen-
sche conferentie leeft het Nederlandsche
bedrijfsleven nog in de onbestemde en
zoete verwachting dat de landbouw-
export niet geheel te gronde zou gaan.
Na de mislukking dier conferentie is
hier een zekerheid voor in de plaats ge
treden, n.1. deze, dat onze voormalige
exportgebieden in de naaste toekomst
hun heil zullen trachten te vinden in
autarkie of zelfvoorziening en dit zoe
ken te bereiken met een reeks tot het
doel voerende middelen.
Voor ons land is deze zekerheid daar
om van belang, omdat men thans weet
waaraan men toe is en geen misver
stand behoeft voort te bestaan omtrent
de situatie. Heel ons bedrijfsleven, han
del, industrie, landbouw en scheepvaart
zullen zich hebben in te stellen op het
geen van den export en Import over
blijft. Het bestaan van ruim 8 millioen
zielen steunde tot heden op een basis
die aan dat aantal min of meer evenre
dig was. Die evenredigheid zal binnen
kort blijken niet meer te bestaan.
Onze vijand is niet meer het buiten
land dat moeite heeft onze producten te
betrekken en te betalen, onze vijand
wordt nu de bijkans niet te overziene
tegenstelling tusschen binnen'and che
belangen. Voor een goed waarnemer
zijn die thans allerwege na te gaan.
Dankbaar kunnen we zijn een regee
ring te bezitten die steunt op zoo ruim
mogelijke basis van partijen die orde
willen handhaven, die bereid blijkt vi
tale bedrijven op den grens van een be
staan te willen houden en doof L ijft
voor proeven met muntverzwakking on
danks den aandrang met meer of min
der zuivere bedoelingen. Een regeering
die ruim genoeg ziet om bestaande te
genstelling van belangen te onderken
nen, zooals die tot uiting komen bij
landen met verschi.lende economische
structuur.
Op die regeering rust de zware taak
ook den landbouw te zien als onderdeel
van een geheel.
De tot heden toegepaste maatregelen
dragen geheel het kenmerk van het
nieuwe.
Ze bedoelen den arbeid, besteed aan
de producten van landbouw en veeteelt
van vaderlandschen bodem, nog juist
geldelijk loonend te houden.
Via de beurs van den medeburger
tracht men dit doel te benaderen en cri-
siswetten zijn de hiertoe aangemeten
bevoegdheden, die dit alles mogelijk
moeten maken.
Of de ingeslagen weg de juiste is? Men
moet er het beste van hopen Aan critiek
op de onderdeelen ontbreekt het niet. De
aard van de maatregelen vindt excuus
in het buitengewone van den toestand.
Bij de regeering heerscht wel de over
tuiging dat voor dogmatische beschou
wingen over de voortreffelijkheid van
het vrijhandelsverkeer op dit oogen
blik geen plaats is en dat, noodgedwon
gen, in- en uitvoer naar en uit bepaalde
landen tegen elkander dienen te worden
afgewogen, dus op voet van wederkee-
righeid van den uitvoer nog te redden
wat er te redden is. Het internationaal
bedrijfsleven zal nog veel ervaring moe
ten opdoen omtrent de mogelijkheid van
zelfvoorziening. We zitten weldra te
midden van al deze proefnemingen en
helaas niet als de sterkste tusschen de
partijen. Grondstoffen hebben we weinig
en onze koopkracht is sterk aan het af
nemen. Over de mogelijkheden om ons
zelf te helpen, heerschen hier nog
wonderlijk gebrekkige denkbeelden.
Bij de onderhandelingen over het
nieuw afgesloten handelsverdrag met
Duitschland is spoedig als algemeena
indruk bekend geworden dat de Duit
sche onderhandelaren hun vroegere on
handelbaarheid grootendeels hadden
prijsgegeven. Dit behoefde echter niet
te leiden tot de verwachting dat zij hun
naam van goed geoefende onderhande
laren geen eer zouden aandoen, integen
deel! Hun schijnbare bereidwi'ligheid
stond blijkbaar in verband met de ze
kerheid dat de tegenpartij (de Nederlan
ders) tb-ms voldoend gewapend waren
met bevoegdheden om invoer tegen uit
voer af te wegen. De vindingrijkheid
van dr. Schacht inzake transferregelin
gen is goed bekend bij de Ned. crediteu
ren. Het schijnbare voordeel dat onze
kaasproducenten ten deel zou vallen
door een verlaging van 28.5 tot 20 R. M.
kan ten allen tijde te niet gedaan wor
den doordien de Duitsche importeur
zich verbindt tot een vernuftig uitge
dachte regeling. Hij koopt onze kaas en
moet ze te koop aanbieden aan een Cen
traal Stelle, van wie hij ze tegen een
soort van winst terug moet koopen.
Deze winstmarge is geen invoerrecht»
doch werkt wel als zoodanig ten opzich
te van den Duitschen consument Zelfs
het argument dat Duitschland hier in
de hand kan houden het stabiliseeren
van binnenlandsche kaasprijzen, neemt
het feit niet weg dat de Centraal Steil#
de macht tK*"oudt de kaas even onbe
reikbaar te wken voor Duitsche beur
zen als ooit te voren. Van vindingrijk-