DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA. RUÜT YS1ÜG Amateur of Prof? maar en verder via de Zaan naar Amster dam. Gevraagd wordt voor dit doel een bedrag uit te keeren van 250 per dag zoolang de ijsgang duurt. De secretari s lichtte het adres uit voerig toe en merkte o.a. oip, dat het hem bevreemdde dat aan den Langendijk slechts weinig was gedaan. De heer Hoogland antwoordde hierop, dat na uitvoering der kanalisatieplannen ae Langendijk eigenlijk pas wat kan doen. Thans kan men niet meer dan een geul ma ken, het ijs kan men niet kwijt worden. Dit seizoen werkten de slechte handel in tuin bouwproducten en de concurrentie van het vrachtautovervoer activiteit ook niet in de hand. Het adres werd voor kennisgeving aange nomen. 1. Schrijven van de N.V. Vroom en Dreesmann te Alkmaar, waarin deze wijst op het ongerief, dat voor den handel is ont staan door het feit, dat de Inspecteur van de Directe Belastingen, die de omzetbelasting behandelt, niet in de centraa' gelegen plaats Alkmaar is gevestigd, doch in Den Helder. De heer Grondsma wenschte het adres te steunen, om te voorkomen dat men uit het centrum van handel steeds naar Den Helder zou moeten gaan om inlichtingen te vragen, wat zeker in den eersten tijd vaak noodig zal blijken. De heer G r u n w a 1 d betoogde het logi sche van een inspectie te Den Helder, omdat daar ook reeds een inspectie voor invoer rechten en accijnzen is, die tevens toezicht heeft op het recherchevaartuig. Als de zaken van de omzetbelasting eenmaal loopen, zal het niet zoo vaak noodig zijn naar Den Hel der te gaan, terwijl er toch bovendien ook te Alkmaar gelegenheid zal zijn voorlichting te krijgen. De voorzitter kon zich best voorstel len, dat de minister de controle in hoofd zaak wenschte in de plaatsen waar de be lasting geheven wordt, d.i. bij de bron en de plaatsen van invoer, en dus ook in Den Hel der. Hij zou de werking van de regeling wil len afwachten alvorens te pogen haar veran derd te krijgen. De secretaris deelde mede, dat de heer Holsmuller, adj. secr. der Kamer, een paar keeren per week naar Den Helder zal gaan om eventueele vragen enz. van belang hebbenden over te brengen en te bespreken Die vragen kunnen dan tot de K. v. K. ge richt worden. Het schrijven werd voor kennisgeving aan genomen. Wet op uitverkoopen en oprui mingen. Ingekomen was nog een afschrift van het ontwerp van wet op uitverkoopen en op ruimingen. Mr. M o e n s, wijzend op den grooten toe loop van publiek na dergelijke aankondigin gen, constateerde, dat uitverkoopen en op ruimingen geliefd zijn. Zij brengen daardoor ook het gevaar mee, geen werkelijke oprui mingen te zijn en alleen maar middel om collega-handelaren oneerlijke concurrentie aan te doen. Daartegen nu werd tusschen- ikomst der regeering gevraagd, zooals die al bestaat in Duitschland en Denemarken. Het ontwerp legt de uitvoering van de voorgestelde maatregelen voor een groot deel in handen van de K. v. K. Uitverkoopen en opruimingen moeten vooraf de goed- Ikeuring hebben verworven van die instel lingen. Uitverkoop zal alleen worden toege staan bij opheffing eener zaak of van een bepaalde branche en dan mag de betrokken winkelier niet binnen een jaar weer een der gelijke zaak beginnen. Opruiming zal niet anders dan na een seizoen worden toege staan en niet vaker dan tweemaal per jaar, tenzij bij verplaatsing der zaak. De redenen, die er voor den uitverkoop bestaan, moeten aan de K. v. K. worden opgegeven tegelijk met de verklaring, dat de te verkoopen goe deren op den dag der aanvrage eigendom van den aanvrager zijn en tevens moet de aard, de hoedanigheid en de hoeveelheid der goederen worden opgegeven, een en ander om te voorkomen dat tijdens de opruiming goederen worden bijgebracht. Onderzoek naar de op den verkoop betrekking hebbende boekhouding moet de K. v. K. worden toe gestaan. Spr. geloofde, dat de wet niet te omslach tig of te lastig in uitvoering zal zijn, alleen de controle is misschien moeilijk. De heer C o 11 o f vroeg hoe het con tact met de middenstandsvereenigingen, wat volgt uit art. 7 van het ontwerp, zal kunnen tot stand komen. De heer De Raat achtte dit nog al ge makkelijk: een telefoontje. Spr. betoogde voorts, dat het ontwerp vol doet aan de verlangens van den middenstand. De heer Grondsma vroeg of de con trole ten aanzien van de artikelen berust bij de K. v. K. De heer De Raat geloofde dat de con currentie daar wel voor zal zorgen. Doordat de uitverkoopen slechts tweemaal per jaar plaats hebben en dan nog voor alle winkels in dezelfde branche tegelijk, zal het voor den winkelier niet doenlijk zijn speciale uitver koop-artikelen bij te koopen. Na nog eenige discussie werd op voorstel van den voorzitter besloten de zaak in studie te geven aan de handeiscommissie. In handen van de handelscommissie werden voorts nog gesteld adressen uit Breda en Hilversum met protest tegen de plannen der regiering om den steun voor suikerbieten teelt in te krimpen. Hierna sluiting der vergadering. Pde Procureur-Gene raal, het duurste adres om te hooren, dat uw auto niet m orde was. Een goede reparateur is „toch voor- deetiger" Schaatsensport. De heer van Laer, voorzitter van den K. N. S. B., schrijft ons: Naar aanleiding van het onderschrift van den sportredacteur onder een door mij geschreven artikel omtrent amateur of prof in de Alkmaarsche Courant van 20 December, meen ik toch eenige regels te moeten antwoorden. De sportredactie is van meening, nu ZEd. van mij heeft gehoord, dat wel reiskosten voor buitenlandsche reizen vergoed mogen worden, hetgeen de ge achte redacteur had kunnen weten, wanneer hij zich de moeit6 had getroost de wedstrijdreglementen van den Bond eens ter hand te nemen, dit zelfde moet gelden voor binnenlandsche reizen. De redactie meent, dat de K. N. S B. een zuiver standpunt wenscht in te ne men en niet wil medewerken aan kleine overeenkomsten; dit is zeer juist, doch dikwijls is het zeer moeilijk te vechten tegen de in stilte afgesloten overeen komsten tusschen enkele bestuursleden van een ijsclub en rijders van naam. Meerdere malen is de klacht tot het bondsbestuur gekomen van bestuurde- ren van ijsclubs, dat rijders op den door hen uitgeschreven wedstrijd alleen wenschten uit te komen, wanneer zij, evenals bij deze of gene club, waar de rijder een vorigen dag zou starten, ook de volle reiskosten zou vergoed krijgen. Sterker nog, er waren rijders uit an dere provinciën, die een rondreis maak ten in Noord-Holland en zich eiken dag door andere vereenigingen de geheele heen- en terugreis lieten vergoeden naar hunne haardsteden, en in werkelijkheid een geheele week aan het wedstrijdrij den bleven, en trachtten voor der. nacht bij particulieren logies te krijgen. Ook waren er bestuurd eren, die in alle stilte, met vergoeding van reiskos ten, slechts enkele rijders vroegen voor hunne wedstrijden en dan, wanneer ge accepteerd was, in de dagbladen groote propaganda maakten om een uitverkoch te ijsbaan te krijgen. Rijders van minde ren naam en dikwijls uit dezelfde plaats, kregen geen reiskosten vergoed. Dit alles is zeer onsportief en moest de kop ingedrukt worden. Derhalve is net toestaan van vergoeding door een ijs- clubbestuur aan een rijder verboden en zulks terecht, want het begrip reis- en verblijfkosten is immers ook nog rek baar. Daartegenover staat, dat het bondsbe stuur objectief wel kan beoordeelen of deelname van rijders gewenscht is op wedstrijden en er een onbeschreven artikel bestaat, dat luidt: „voor vergoeding van noodzakelijk „gebleken reis- en verblijfkosten in „Nederland kan een deelnemer aan een „nationalen wedstrijd zich uitsluitend „tot het bondsbestuur wenden, dat ge rechtigd is deze enkele vergoeding te „betalen. De wedstrijdgevende vereeni- „ging is verplicht op aanvraag van het „Presidium van den Bond het door hem „uitbetaalde bedrag te restitueereu." Het bondsbestuur beoordeelt eerst of deelname gewenscht is, treedt dan in overleg met de wedstrijdgevende ver- eeniging en neemt dan maatregelen, die het nuttig acht en vergoedt desnoods aan allen de onkosten. Willekeur is dan eerstens uitgesloten, terwijl in dit geval het bondsbestuur de vergoeding in han den heeft en niet het bestuur der wed strijdgevende vereeniging eenerzijds of anderzijds de rijder, door een te hoog bedrag te vorderen. Wanneer nu de geachte redacteur eens zijn oor te luisteren wil leggen en dege nen wil vragen, die in het vorig seizoen met mij de tocht door Friesland maak ten, zal hij vernemen, dat deze regeling uitstekend heeft gewerkt. Dai dit niet van de daken geroepen behoeft te wor den, is duidelijk, want anders zouden de aanvragen legio zijn en zich rijders aanmelden, die b.v. bij een kampioen schap van Nederland in het hardrijden werkelijk gemist kunnen worden. Wanneer elke rijder gerechtigd zou zijn bij dergelijke festiviteiten reis- en verblijfkosten te eischen, dan zou in den tegenwoordigen tijd een kampioen schap van Nederland niet twee, doch minsten? vier dagen moeten duren, ter wijl anderzijds de kassen van de wed strijdgevende vereenigingen nooit toe reikend zouden zijn, om al die door de inschrijvers geëischte reiskosten te vol doen. Ik geloof, dat de thans geldende rege ling, zoowel voor de rijders, alsmede voor de wedstrijdgevende vereeniging bevredigend zal zijn. En nu de rest. Laat ik de geachte redactie eerst dui delijk antwoorden, daar zij schijnbaar mijn geschreven artikel niet heeft be grepen. Ik ben niet bang voor den IJ. H. N. Ik stel dit antwoord alleen, omdat de re dactie de vraag heeft gesteld, die overi gens naar mijn meening in haar onder schrift beter achterwege had kunnen blijven, het onderschrift heeft hierdoor aan kracht verloren en bleef daardoor niet zakelijk. Ik heb geprotesteerd tegen de wijze waarop men in Noord-Holland met het wedstrijdreglement van den K. N. S. B. wedstrijden voor amateurs verloot en dan tegen geld aanbiedt aan andere af- deelingen van den IJ. H. N. Verder heb ik geprotesteerd tegen het feit, dat de president van den IJ. H. N. ongelimiteerde bondsdagen heeft uitge dacht, waarbij de ontvangende afdee- ling 200 disponibel moet stellen voor de overige afdeelingen van den IJ. H. N En dan moete namateur-schaatsenrij- ders nog strijden om een gedeelte van deze 200 te bemachtigen voor hunne afdeelingen. Ik vraag mij in gemoede af, is dit be vordering van het amateurisme. Bij de bekerwedstrijden van den IJ N. kan men zich nog op het standpunt plaatsen: of de afdeelingen haar dooi het lot toegewezen bekerwedstrijd ver koopen aan andere afdeelingen, daar mede hebben de amateur-schaatsen rijders niet te maken, doch om openlijk aanplakbiljetten te laten drukken, deze de wereld in te sturen en hierop bekend te maken, dat amateurs aangewezen door verschillende afdeelingen, voor hunne afdeelingen als amateurs moeten kampen om voor die afdeeling 100, 50 etc. te verdienen, dat gaat te ver. Ik geloof ook niet dat men hier mag spreken, de IJ. H. N. is baas in eigen huis, hier is zeer zeker de publieke opinie gerechtigd een woordje mede te spreken. Verder zegt de geachte redactie, de IJ. H. N levert goed werk, want in den winter 1932/33 heeft hij op een door hem georganiseerden wedstrijd den rijder Krom ontdekt. Wanneer het een goed rijder is geweest, zoo blijft de vraag open, waarom is deze rijder nooit op amateurwedstrijden uitgekomen. De gestie om 50 beschikbaar te stel len om een rijder door den K. N. S B te laten uitzenden, is prachtig, maar het is den K. N. S. B. totaal onbekend, dat de IJ. H. N. 50 in 1933/34 alweer beschik baar stelde om thans alsnog Keetman in de geisgenheid te stellen om naar Zwitserland te gaan. Ik moet deze be wering als pertinent onwaar terug wij zen. En ten slotte de kortebaan wedstrij den. Wanneer ik goed ben geinformeerd, hebben deze wedstrijden dit jaar in Noord-Holland aan de wedstrijdgevende vereenigingen, zeer, zeer veel geld ge kost, inplaats van een zoet winstje. Enkele vereenigingen hebben zich reeds uitgelaten in volgende jaren nooit meer kortebaanwedstrijden te willen houden Maar bovendien begrijpt de geachte redactie niet, waarom de IJ. H. N niet zelf het wedstrijdwezen voor de korte baan in handen zal nemen om fraude te voorkomen. Het antwoord kan kort zijn, omdat reeds een bond in Nederland bestaat, die de kortebaanwedstrijden regelt en toeziet op fraude. Het is in de sportwereld, waar' dan ook, geen gebruik, dat in één land twee bonden bestaanrecht hebben voor den zelfden tak van sport. Ik zou mij kunnen indenken, dat de Bond van ijsclubs in Friesland zich te recht op het standpunt zou plaatsen: Ik laat alleen maar rijders toe op wedstrijd- den georganiseerd door leden van mijn bond, want de rijders moeten onder de door mijn bond vastgestelde reglementen starten. Of zou het in de bedoeling lig gen, dat de op te richten hond in Noord- Holland dezelfde reglementen zou moe ten hebben? Dan kom ik terug op het geschrevene in mijn vorig artikel, er zijn geen nieu we regeerders noodig, de regeerders voor dezen tak van ijssport zijn ree Is aanwezig en zijn bij uitstek deskundig. De nieuwe regeerders moeten dan to;h maar bewijzen of zij deskundig zijn, ik wil wel verklaren, dat ik deze deskun digheid voor de korte baanwedstrijden met al de moeilijke aankleve daaraan verbonden niet bezit. De geachte redactie besluit haar on derschrift, om misverstand te voorko men, met te zeggen dat de heer S'ikkel geen invloed heeft uitgeoefend op de artikelen in de Alkmaarsche Courant. Dit heb ik ook nimmer beweerd in mijn ingezonden stuk. Overigens heeft de geachte redactie de opinie, dat de IJ. H. N. den K. N. S. B. steeds wil steunenik voel wel nietwaar die steun in kan bestaan', doch is mij wel bekend, dat de K. N. S. B. reeds steun verleende aan den IJ. H. N„ b.v. door een verbeterde druk te laten ver vaardigen van de ijskaart van den IJ. H. N. om het toerisme te bevorderen Ook thans nog wordt door een der leden van den K. N. S. B. jaarlijks de IJ. H. N. gesteund. Maar de K. N. S. B. en zijn leden willen baas in eigen huis blijven, d.w.z. het wedstrijdwezen rege len en in handen houden; deze Bond heeft geen hulp noodig van den IJ. H. N Laat de IJ. H. N. zich uitsluitend blij ven bezig houden met de verkeerswegen in Noord-Holland, het huidige bestuur van dien IJsbond is krachtig genoeg om dat werk aan te pakken en het duar te verbeteren waar nog verschillende klachten zijn op het in orde zijn van deze verkeerswegen. Indien U, geachte redactie, in Uw blad biervoor propa ganda zou willen maken, zou dit tot heil strekken van de schaatsenrijder'' in geheel Noord-Holland Moge de IJ. H. N. bij komende vorst spoedig de schaatsenrijders m Noord-Holland en in het bijzonder die welke woonachtig zijn in Amsterdam en Haarlem, waarschuwen, welke ijstoch ten zijn te maken en welke verkeerswe gen de IJ. H. N. in orde heeft gebracht, dan zal de K. N. S. B. mededeelen, welke wedstrijden hij in Noord-Holland heeft georganiseerd, dan kan het schaatsen rijdend publiek per schaats naar de wedstrijden komen. Van Laer, President. P.S. Zooeven wordt mij gezonden een in Uw blad voorkomend artikeltje van den heer Paulusma, die opkomt tegen het geschrevene mijnerzijds. Schrijver citeert een zin uit mijn be toog .waardoor deze zin geheel en al uit zijn verband wordt gerukt. Ik heb in geene deele de beroepsrij ders belasterd, het tegendeel is waar; ik heb zelfs deze in Friesland inheemsche sport hoog gehouden, wa, t ik heb zelfs betoogd, dat de Friesche ijssport om geldprijzen in het geheel niet bezien wordt vanuit het gezichtspunt van amateurisme of professionalisme. Waarvoor ik heb willen waarschu wen is, dat men in Noord-Holland zon der kennis van zaken, maar niet eens wedstrijden op de korte baan moet gaan organiseeren, zooals in Friesland, want dan loopt men gevaar, dat deze wed strijden worden bezocht door rijders, die het gewonnene denzelfden avond nog verbrassen. De heer Paulusma schijnt het echter in dit opzicht wel met mij eens te zijn, want ook hij is van meening, dat niet allen die aan den start verschijnen, de Friesche ijssport op het oog hebben, want zijn woorden zijn „een enkele uit zondering natuurlijk daargelaten". Het is derhalve gewenscht, dat die kleine uitzondering, door ondeskundige leiding geen algemeene regel wordt. U dankend voor de verleende plaats ruimte, teekent Van Laer. Onderschrift. Uit het artikel van den heer van Laer blijkt voor de zooveelste keer weer eens, hoe moeilijk net amateur-vraagstuk wei is, ook in de schaatsenrijderswereld. Natuurlijk wisten wij wel, dat de reis kosten voor onze „buitenlandsche rij ders" vergoed mogen worden en wij juichen dat standpunt toe, omdat juist daardoor iedere goede rijder er, iedere rijder, die voor de toekomst iets belooft te worden, de gelegenheid krijgt, zich onder de meest gunstige omstandig heden te oefenen en wedstrijdroutine op te doen. Maar zeiden wij laat de K. N. S. B. dan ook toelaten, dat de rij ders voor wedstrijden in eigen tand ver goeding krijgen van reis- en verblijf kosten. Bekende rijders zeggen zelf, dat het tegenwoordig te duur is geworden om alles uit eigen zak te betalen. Dat wil de K. N. S. B. niet en ofschoon wij het standpunt kunnen begrijpen en de moeilijkheden, die uit een dergelijke bepaling zouden voortvloeien, niet wil len onderschatten, wijzen wij er hier nogmaals op, dat het kwaad intusschen nog maar steeds voortwoekert en dat nog altijd op de een of andere manier de onkoste'i vergoed worden. Wat de IJ. H. N. betreft, ook wij zijn geen bewonderaars van ongelimiteerde bondsdagen. Wij zouden in totaal hoog stens vier bondsdagen zeer voldoende vinden, t.w. één voor het hardrijden, één voor het schoonrijden dames, één voor het schoonrijden heeren en één voor het schoonrijden paren. Dat er, naast de personeele prijzen, bestaande uit medailles, tevens gereden wordt om vereenigingsprijzen, bestaande uit geld, och is dat zoo erg? Op die ma nier krijgen alle vereenigingen een kans, om kasversterking te krijgen, ter wijl anders de ontvangende vereeniging alleen een zoet winstje kan maken. Wat tenslotte de kortebaanwedstrijden betreft, wij hebben nooit geweten., dat de Bond van IJsclubs in Friesland over geheel Nederland werkt, doch wij heb ben steeds gemeend, dat er een derge lijke bond was èn in Friesland, èn in Groningen, èn in Drente. Zoo was het in elk geval nog in deze winterperiode, welke juist voorbij is! Is het daarom zoo vreemd, wanneer wij er op aandringen, dat de IJ. H. N. de kortebaanwedstrijden in deze provincie ter hand neemt, natuurlijk onder dezelf de reglementen als die welke in de Noordelijke provincies gelden en in sa menwerking met deze bonden? De kortebaanwedstrijden zijn er en ze zullen er blijven, ook hier in onze pro vincie. Ze zullen zich uitbreiden en daarom is liet noodig, dat er een lichaam s, dat deze zaak regel, Hn ,ja| ,ichaam moet de IJ. 11 ïjn en g^en andere nieuwe bond. die t. z. t zou worden opgericht. en Wij zouden echter nog verder willen gaan en wenschen: a De K N. S. B is het centrale lichaam voor de schaatsensport Hij naast het amateurisme ook b~T sporten geve daaraan leiding '°eps- Dan zouden de andere bondu, als rnoo- onder-horiden van den K N y ten worden aangenomen en deze zoj.","0" dan in hun gewesten het wedstrijd,60 zen op de kortebaan in handen moeten nemen en tevens den K N. S. B behm,? zaam moeten zijn met de amateurw©^ strijden. Er is dan steeds contact over het geheele land, de K N. S. B. weet steeds, wat er gebeurt, weet, dat zijn onderbonden zorgen voor het naleven der reglementen en ongewenschte toe standen èn in de beroepssport, èn btf amateurwedstrijden zullen sneller ont dekt worden. Wat tenslotte het werk van den IJ. H, N. betreft, natuurlijk moet het ijstouris- me bevorderd worden, want daarmee is het hier in Noordholland al heel treurig gesteld. Maar dan moet het hoofdbestuur van den IJ. H. N. dc volle medewerking heb ben van de afdeelinssbesturen. Als alles gaat zoo het hoort, dan moeten de af- deelingssecretarissen eiken dag berich ten sturen over den toestand der banen in hun omgeving en deze berichten moe ten bij één centraal punt binnen komen. En dat gebeurt helaas niet altijd. De jongste ijsperiode heeft het ons geleerd: met zeer veel moeite hebben wij over tochten enkele gegevens kunnen krijgen en wij zouden het als krant zeer op prijs stellen, wanneer wij in het ver volg van alle afdeelingssecretarissen inededeetingen kregen. Het hoofdbestuur van den IJ. H. N. zou o. i. verstandig doen, wanneer het aan alle afdeelingen een nauwkeurig omschreven taak deed toekomen, opdat bij een volgende winterperiode de dag bladen en dus het publiek niet zonder gegevens zitten Het is in het onmiddellijke belang van de sport zelve. Dat daarnaast de IJ. H. N. ook op het gebied van wedstrijdwezen iets goeds lcan doen, dat hebben wij in een vorig artikel al laten uitkomen. En onze mee- ning is in dat opzicht niet veran.'erd. Sportredacteur. Turnen. UITVOERING VAN TURNLUST. Onze Alkmaarsche turnvereeniging „Turnlust" houdt Zaterdag 13 Januari haar jaarlijksche gymnastiekuitvoering in de Har monie, terwijl een week later een feestavond georganiseerd wordt in hetzelfde gebouw. „Turnlust" mag zich nog steeds in een bloeienden toestand verheugen en het werk der leden staat nog altijd op zeer hoog peil, Vandaar, dat de belangstelling voor dez» turnavonden steeds buitengewoon groot is. Beide avonden zijn toegankelijk voor le den, kunstlievende leden en genoodigden en dragen dus een streng besloten karakter. Wil men deze avonden meemaken, dan za.' men dus kunstlievend lid moeten worden, waartoe tot 12 Januari de gelegenheid be staat. De familie Hoffmann verleent evenals het vorig jaar haar medewerking op den tweeden avond, terwijl de band van Siem Spruit verder de vroolijkheid zal verhoogen. Het beloven dus twee prettige en goede avonden te worden. Automobilisme. RALLYE MONTE CARLO. Een recordaantal deelnemers} Het recordjaar 1931, dat 149 inschrijvin gen bracht zal ditmaal waarschijnlijk over troffen worden. Op den datum, dat de in schrijvingen sloten, waren 142 wagens opge geven, maar het duurt dan nog enkele da gen, dat de laatste inschrijvingen, die op den sluitingsdag verzonden werden, binnen zijn. Zoolang de volledige deelnemerslijst nog niet gepubliceerd is, zijn de startplaatsen der ver schillende deelnemers onbekend, doch wel weet men reeds, dat Umea, een klein plaatsje daar boven in den poolcirkel dit jaar een groote aantrekkingskracht heeft uitgeoefend, ten groot aantal deelnemers, waaronder onze landgenooten de heeren van Beeck Cal- koen met Weber en Dikker in 8 cylinder Ford zullen vandaar vertrekken. Wanneer wij de deelnemerslijst nagaan dan vinden wij daarop vooral Engelsche en Fransche rijders sterk vertegenwoordigd, maar laat ons dadelijk bijvoegen, dat in ver houding tot zijne kleinheid, Holland mis schien het beste figuur van alle naties slaat Niet minder dan 15 Nederlandsche wagens dat is, als wij gemiddeld 3 rijders per wa" 33. Pedro grijnsde en herhaalde „Hois, hois! waarop de anderen in lachen uitbarstten. Piet werd nijdig, dat ze hem durfden uitlachen, zette eerst zijn handen in zijn zijde en sloeg toen met zijn vuist op tafel. Hij wou net nog eens met zijn vuist een roffeltje slaan, toen de kapitein hem onverwacht vastgreep. -- Hij trok hem als een strootje over tafel naar zich toe en gaf hem een gezellig pak slaag. De anderen stonden krom van het lachen! Zoo'n kwajongen, die tegenover hun kapitein met zijn vuist durfde te drei gen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 14