DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA.
RUÜT YS1ÜG
Amateur of Prof?
maar en verder via de Zaan naar Amster
dam.
Gevraagd wordt voor dit doel een bedrag
uit te keeren van 250 per dag zoolang de
ijsgang duurt.
De secretari s lichtte het adres uit
voerig toe en merkte o.a. oip, dat het hem
bevreemdde dat aan den Langendijk slechts
weinig was gedaan.
De heer Hoogland antwoordde hierop,
dat na uitvoering der kanalisatieplannen ae
Langendijk eigenlijk pas wat kan doen.
Thans kan men niet meer dan een geul ma
ken, het ijs kan men niet kwijt worden. Dit
seizoen werkten de slechte handel in tuin
bouwproducten en de concurrentie van het
vrachtautovervoer activiteit ook niet in de
hand.
Het adres werd voor kennisgeving aange
nomen.
1. Schrijven van de N.V. Vroom en
Dreesmann te Alkmaar, waarin deze wijst
op het ongerief, dat voor den handel is ont
staan door het feit, dat de Inspecteur van de
Directe Belastingen, die de omzetbelasting
behandelt, niet in de centraa' gelegen plaats
Alkmaar is gevestigd, doch in Den Helder.
De heer Grondsma wenschte het
adres te steunen, om te voorkomen dat men
uit het centrum van handel steeds naar Den
Helder zou moeten gaan om inlichtingen te
vragen, wat zeker in den eersten tijd vaak
noodig zal blijken.
De heer G r u n w a 1 d betoogde het logi
sche van een inspectie te Den Helder, omdat
daar ook reeds een inspectie voor invoer
rechten en accijnzen is, die tevens toezicht
heeft op het recherchevaartuig. Als de zaken
van de omzetbelasting eenmaal loopen, zal
het niet zoo vaak noodig zijn naar Den Hel
der te gaan, terwijl er toch bovendien ook te
Alkmaar gelegenheid zal zijn voorlichting te
krijgen.
De voorzitter kon zich best voorstel
len, dat de minister de controle in hoofd
zaak wenschte in de plaatsen waar de be
lasting geheven wordt, d.i. bij de bron en de
plaatsen van invoer, en dus ook in Den Hel
der. Hij zou de werking van de regeling wil
len afwachten alvorens te pogen haar veran
derd te krijgen.
De secretaris deelde mede, dat de
heer Holsmuller, adj. secr. der Kamer, een
paar keeren per week naar Den Helder zal
gaan om eventueele vragen enz. van belang
hebbenden over te brengen en te bespreken
Die vragen kunnen dan tot de K. v. K. ge
richt worden.
Het schrijven werd voor kennisgeving aan
genomen.
Wet op uitverkoopen en oprui
mingen.
Ingekomen was nog een afschrift van het
ontwerp van wet op uitverkoopen en op
ruimingen.
Mr. M o e n s, wijzend op den grooten toe
loop van publiek na dergelijke aankondigin
gen, constateerde, dat uitverkoopen en op
ruimingen geliefd zijn. Zij brengen daardoor
ook het gevaar mee, geen werkelijke oprui
mingen te zijn en alleen maar middel om
collega-handelaren oneerlijke concurrentie
aan te doen. Daartegen nu werd tusschen-
ikomst der regeering gevraagd, zooals die al
bestaat in Duitschland en Denemarken.
Het ontwerp legt de uitvoering van de
voorgestelde maatregelen voor een groot
deel in handen van de K. v. K. Uitverkoopen
en opruimingen moeten vooraf de goed-
Ikeuring hebben verworven van die instel
lingen. Uitverkoop zal alleen worden toege
staan bij opheffing eener zaak of van een
bepaalde branche en dan mag de betrokken
winkelier niet binnen een jaar weer een der
gelijke zaak beginnen. Opruiming zal niet
anders dan na een seizoen worden toege
staan en niet vaker dan tweemaal per jaar,
tenzij bij verplaatsing der zaak. De redenen,
die er voor den uitverkoop bestaan, moeten
aan de K. v. K. worden opgegeven tegelijk
met de verklaring, dat de te verkoopen goe
deren op den dag der aanvrage eigendom
van den aanvrager zijn en tevens moet de
aard, de hoedanigheid en de hoeveelheid der
goederen worden opgegeven, een en ander
om te voorkomen dat tijdens de opruiming
goederen worden bijgebracht. Onderzoek
naar de op den verkoop betrekking hebbende
boekhouding moet de K. v. K. worden toe
gestaan.
Spr. geloofde, dat de wet niet te omslach
tig of te lastig in uitvoering zal zijn, alleen
de controle is misschien moeilijk.
De heer C o 11 o f vroeg hoe het con
tact met de middenstandsvereenigingen, wat
volgt uit art. 7 van het ontwerp, zal kunnen
tot stand komen.
De heer De Raat achtte dit nog al ge
makkelijk: een telefoontje.
Spr. betoogde voorts, dat het ontwerp vol
doet aan de verlangens van den middenstand.
De heer Grondsma vroeg of de con
trole ten aanzien van de artikelen berust bij
de K. v. K.
De heer De Raat geloofde dat de con
currentie daar wel voor zal zorgen. Doordat
de uitverkoopen slechts tweemaal per jaar
plaats hebben en dan nog voor alle winkels
in dezelfde branche tegelijk, zal het voor den
winkelier niet doenlijk zijn speciale uitver
koop-artikelen bij te koopen.
Na nog eenige discussie werd op voorstel
van den voorzitter besloten de zaak in
studie te geven aan de handeiscommissie.
In handen van de handelscommissie werden
voorts nog gesteld adressen uit Breda en
Hilversum met protest tegen de plannen der
regiering om den steun voor suikerbieten
teelt in te krimpen.
Hierna sluiting der vergadering.
Pde Procureur-Gene
raal, het duurste adres om
te hooren, dat uw auto niet
m orde was. Een goede
reparateur is „toch voor-
deetiger"
Schaatsensport.
De heer van Laer, voorzitter van den
K. N. S. B., schrijft ons:
Naar aanleiding van het onderschrift
van den sportredacteur onder een door
mij geschreven artikel omtrent amateur
of prof in de Alkmaarsche Courant van
20 December, meen ik toch eenige regels
te moeten antwoorden.
De sportredactie is van meening, nu
ZEd. van mij heeft gehoord, dat wel
reiskosten voor buitenlandsche reizen
vergoed mogen worden, hetgeen de ge
achte redacteur had kunnen weten,
wanneer hij zich de moeit6 had getroost
de wedstrijdreglementen van den Bond
eens ter hand te nemen, dit zelfde moet
gelden voor binnenlandsche reizen.
De redactie meent, dat de K. N. S B.
een zuiver standpunt wenscht in te ne
men en niet wil medewerken aan kleine
overeenkomsten; dit is zeer juist, doch
dikwijls is het zeer moeilijk te vechten
tegen de in stilte afgesloten overeen
komsten tusschen enkele bestuursleden
van een ijsclub en rijders van naam.
Meerdere malen is de klacht tot het
bondsbestuur gekomen van bestuurde-
ren van ijsclubs, dat rijders op den door
hen uitgeschreven wedstrijd alleen
wenschten uit te komen, wanneer zij,
evenals bij deze of gene club, waar de
rijder een vorigen dag zou starten, ook
de volle reiskosten zou vergoed krijgen.
Sterker nog, er waren rijders uit an
dere provinciën, die een rondreis maak
ten in Noord-Holland en zich eiken dag
door andere vereenigingen de geheele
heen- en terugreis lieten vergoeden naar
hunne haardsteden, en in werkelijkheid
een geheele week aan het wedstrijdrij
den bleven, en trachtten voor der. nacht
bij particulieren logies te krijgen.
Ook waren er bestuurd eren, die in
alle stilte, met vergoeding van reiskos
ten, slechts enkele rijders vroegen voor
hunne wedstrijden en dan, wanneer ge
accepteerd was, in de dagbladen groote
propaganda maakten om een uitverkoch
te ijsbaan te krijgen. Rijders van minde
ren naam en dikwijls uit dezelfde plaats,
kregen geen reiskosten vergoed.
Dit alles is zeer onsportief en moest de
kop ingedrukt worden. Derhalve is net
toestaan van vergoeding door een ijs-
clubbestuur aan een rijder verboden en
zulks terecht, want het begrip reis- en
verblijfkosten is immers ook nog rek
baar.
Daartegenover staat, dat het bondsbe
stuur objectief wel kan beoordeelen of
deelname van rijders gewenscht is op
wedstrijden en er een onbeschreven
artikel bestaat, dat luidt:
„voor vergoeding van noodzakelijk
„gebleken reis- en verblijfkosten in
„Nederland kan een deelnemer aan een
„nationalen wedstrijd zich uitsluitend
„tot het bondsbestuur wenden, dat ge
rechtigd is deze enkele vergoeding te
„betalen. De wedstrijdgevende vereeni-
„ging is verplicht op aanvraag van het
„Presidium van den Bond het door hem
„uitbetaalde bedrag te restitueereu."
Het bondsbestuur beoordeelt eerst of
deelname gewenscht is, treedt dan in
overleg met de wedstrijdgevende ver-
eeniging en neemt dan maatregelen, die
het nuttig acht en vergoedt desnoods
aan allen de onkosten. Willekeur is dan
eerstens uitgesloten, terwijl in dit geval
het bondsbestuur de vergoeding in han
den heeft en niet het bestuur der wed
strijdgevende vereeniging eenerzijds of
anderzijds de rijder, door een te hoog
bedrag te vorderen.
Wanneer nu de geachte redacteur eens
zijn oor te luisteren wil leggen en dege
nen wil vragen, die in het vorig seizoen
met mij de tocht door Friesland maak
ten, zal hij vernemen, dat deze regeling
uitstekend heeft gewerkt. Dai dit niet
van de daken geroepen behoeft te wor
den, is duidelijk, want anders zouden
de aanvragen legio zijn en zich rijders
aanmelden, die b.v. bij een kampioen
schap van Nederland in het hardrijden
werkelijk gemist kunnen worden.
Wanneer elke rijder gerechtigd zou
zijn bij dergelijke festiviteiten reis- en
verblijfkosten te eischen, dan zou in
den tegenwoordigen tijd een kampioen
schap van Nederland niet twee, doch
minsten? vier dagen moeten duren, ter
wijl anderzijds de kassen van de wed
strijdgevende vereenigingen nooit toe
reikend zouden zijn, om al die door de
inschrijvers geëischte reiskosten te vol
doen.
Ik geloof, dat de thans geldende rege
ling, zoowel voor de rijders, alsmede
voor de wedstrijdgevende vereeniging
bevredigend zal zijn.
En nu de rest.
Laat ik de geachte redactie eerst dui
delijk antwoorden, daar zij schijnbaar
mijn geschreven artikel niet heeft be
grepen.
Ik ben niet bang voor den IJ. H. N. Ik
stel dit antwoord alleen, omdat de re
dactie de vraag heeft gesteld, die overi
gens naar mijn meening in haar onder
schrift beter achterwege had kunnen
blijven, het onderschrift heeft hierdoor
aan kracht verloren en bleef daardoor
niet zakelijk.
Ik heb geprotesteerd tegen de wijze
waarop men in Noord-Holland met het
wedstrijdreglement van den K. N. S. B.
wedstrijden voor amateurs verloot en
dan tegen geld aanbiedt aan andere af-
deelingen van den IJ. H. N.
Verder heb ik geprotesteerd tegen het
feit, dat de president van den IJ. H. N.
ongelimiteerde bondsdagen heeft uitge
dacht, waarbij de ontvangende afdee-
ling 200 disponibel moet stellen voor
de overige afdeelingen van den IJ. H. N
En dan moete namateur-schaatsenrij-
ders nog strijden om een gedeelte van
deze 200 te bemachtigen voor hunne
afdeelingen.
Ik vraag mij in gemoede af, is dit be
vordering van het amateurisme.
Bij de bekerwedstrijden van den IJ
N. kan men zich nog op het standpunt
plaatsen: of de afdeelingen haar dooi
het lot toegewezen bekerwedstrijd ver
koopen aan andere afdeelingen, daar
mede hebben de amateur-schaatsen
rijders niet te maken, doch om openlijk
aanplakbiljetten te laten drukken, deze
de wereld in te sturen en hierop bekend
te maken, dat amateurs aangewezen
door verschillende afdeelingen, voor
hunne afdeelingen als amateurs moeten
kampen om voor die afdeeling 100,
50 etc. te verdienen, dat gaat te ver.
Ik geloof ook niet dat men hier mag
spreken, de IJ. H. N. is baas in eigen
huis, hier is zeer zeker de publieke
opinie gerechtigd een woordje mede te
spreken.
Verder zegt de geachte redactie, de
IJ. H. N levert goed werk, want in den
winter 1932/33 heeft hij op een door hem
georganiseerden wedstrijd den rijder
Krom ontdekt. Wanneer het een goed
rijder is geweest, zoo blijft de vraag
open, waarom is deze rijder nooit op
amateurwedstrijden uitgekomen.
De gestie om 50 beschikbaar te stel
len om een rijder door den K. N. S B te
laten uitzenden, is prachtig, maar het
is den K. N. S. B. totaal onbekend, dat de
IJ. H. N. 50 in 1933/34 alweer beschik
baar stelde om thans alsnog Keetman
in de geisgenheid te stellen om naar
Zwitserland te gaan. Ik moet deze be
wering als pertinent onwaar terug wij
zen.
En ten slotte de kortebaan wedstrij
den. Wanneer ik goed ben geinformeerd,
hebben deze wedstrijden dit jaar in
Noord-Holland aan de wedstrijdgevende
vereenigingen, zeer, zeer veel geld ge
kost, inplaats van een zoet winstje.
Enkele vereenigingen hebben zich reeds
uitgelaten in volgende jaren nooit meer
kortebaanwedstrijden te willen houden
Maar bovendien begrijpt de geachte
redactie niet, waarom de IJ. H. N niet
zelf het wedstrijdwezen voor de korte
baan in handen zal nemen om fraude
te voorkomen.
Het antwoord kan kort zijn, omdat
reeds een bond in Nederland bestaat,
die de kortebaanwedstrijden regelt en
toeziet op fraude.
Het is in de sportwereld, waar' dan
ook, geen gebruik, dat in één land twee
bonden bestaanrecht hebben voor den
zelfden tak van sport.
Ik zou mij kunnen indenken, dat de
Bond van ijsclubs in Friesland zich te
recht op het standpunt zou plaatsen: Ik
laat alleen maar rijders toe op wedstrijd-
den georganiseerd door leden van mijn
bond, want de rijders moeten onder de
door mijn bond vastgestelde reglementen
starten. Of zou het in de bedoeling lig
gen, dat de op te richten hond in Noord-
Holland dezelfde reglementen zou moe
ten hebben?
Dan kom ik terug op het geschrevene
in mijn vorig artikel, er zijn geen nieu
we regeerders noodig, de regeerders
voor dezen tak van ijssport zijn ree Is
aanwezig en zijn bij uitstek deskundig.
De nieuwe regeerders moeten dan to;h
maar bewijzen of zij deskundig zijn, ik
wil wel verklaren, dat ik deze deskun
digheid voor de korte baanwedstrijden
met al de moeilijke aankleve daaraan
verbonden niet bezit.
De geachte redactie besluit haar on
derschrift, om misverstand te voorko
men, met te zeggen dat de heer S'ikkel
geen invloed heeft uitgeoefend op de
artikelen in de Alkmaarsche Courant.
Dit heb ik ook nimmer beweerd in mijn
ingezonden stuk.
Overigens heeft de geachte redactie de
opinie, dat de IJ. H. N. den K. N. S. B.
steeds wil steunenik voel wel nietwaar
die steun in kan bestaan', doch is mij
wel bekend, dat de K. N. S. B. reeds
steun verleende aan den IJ. H. N„ b.v.
door een verbeterde druk te laten ver
vaardigen van de ijskaart van den IJ. H.
N. om het toerisme te bevorderen
Ook thans nog wordt door een der
leden van den K. N. S. B. jaarlijks de
IJ. H. N. gesteund. Maar de K. N. S. B.
en zijn leden willen baas in eigen huis
blijven, d.w.z. het wedstrijdwezen rege
len en in handen houden; deze Bond
heeft geen hulp noodig van den IJ. H. N
Laat de IJ. H. N. zich uitsluitend blij
ven bezig houden met de verkeerswegen
in Noord-Holland, het huidige bestuur
van dien IJsbond is krachtig genoeg om
dat werk aan te pakken en het duar te
verbeteren waar nog verschillende
klachten zijn op het in orde zijn van
deze verkeerswegen. Indien U, geachte
redactie, in Uw blad biervoor propa
ganda zou willen maken, zou dit tot
heil strekken van de schaatsenrijder'' in
geheel Noord-Holland
Moge de IJ. H. N. bij komende vorst
spoedig de schaatsenrijders m
Noord-Holland en in het bijzonder die
welke woonachtig zijn in Amsterdam en
Haarlem, waarschuwen, welke ijstoch
ten zijn te maken en welke verkeerswe
gen de IJ. H. N. in orde heeft gebracht,
dan zal de K. N. S. B. mededeelen, welke
wedstrijden hij in Noord-Holland heeft
georganiseerd, dan kan het schaatsen
rijdend publiek per schaats naar de
wedstrijden komen.
Van Laer,
President.
P.S.
Zooeven wordt mij gezonden een in
Uw blad voorkomend artikeltje van den
heer Paulusma, die opkomt tegen het
geschrevene mijnerzijds.
Schrijver citeert een zin uit mijn be
toog .waardoor deze zin geheel en al
uit zijn verband wordt gerukt.
Ik heb in geene deele de beroepsrij
ders belasterd, het tegendeel is waar; ik
heb zelfs deze in Friesland inheemsche
sport hoog gehouden, wa, t ik heb zelfs
betoogd, dat de Friesche ijssport om
geldprijzen in het geheel niet bezien
wordt vanuit het gezichtspunt van
amateurisme of professionalisme.
Waarvoor ik heb willen waarschu
wen is, dat men in Noord-Holland zon
der kennis van zaken, maar niet eens
wedstrijden op de korte baan moet gaan
organiseeren, zooals in Friesland, want
dan loopt men gevaar, dat deze wed
strijden worden bezocht door rijders, die
het gewonnene denzelfden avond nog
verbrassen.
De heer Paulusma schijnt het echter
in dit opzicht wel met mij eens te zijn,
want ook hij is van meening, dat niet
allen die aan den start verschijnen, de
Friesche ijssport op het oog hebben,
want zijn woorden zijn „een enkele uit
zondering natuurlijk daargelaten".
Het is derhalve gewenscht, dat die
kleine uitzondering, door ondeskundige
leiding geen algemeene regel wordt.
U dankend voor de verleende plaats
ruimte, teekent
Van Laer.
Onderschrift.
Uit het artikel van den heer van Laer
blijkt voor de zooveelste keer weer eens,
hoe moeilijk net amateur-vraagstuk wei
is, ook in de schaatsenrijderswereld.
Natuurlijk wisten wij wel, dat de reis
kosten voor onze „buitenlandsche rij
ders" vergoed mogen worden en wij
juichen dat standpunt toe, omdat juist
daardoor iedere goede rijder er, iedere
rijder, die voor de toekomst iets belooft
te worden, de gelegenheid krijgt, zich
onder de meest gunstige omstandig
heden te oefenen en wedstrijdroutine op
te doen. Maar zeiden wij laat de
K. N. S. B. dan ook toelaten, dat de rij
ders voor wedstrijden in eigen tand ver
goeding krijgen van reis- en verblijf
kosten. Bekende rijders zeggen zelf, dat
het tegenwoordig te duur is geworden
om alles uit eigen zak te betalen.
Dat wil de K. N. S. B. niet en ofschoon
wij het standpunt kunnen begrijpen en
de moeilijkheden, die uit een dergelijke
bepaling zouden voortvloeien, niet wil
len onderschatten, wijzen wij er hier
nogmaals op, dat het kwaad intusschen
nog maar steeds voortwoekert en dat
nog altijd op de een of andere manier de
onkoste'i vergoed worden.
Wat de IJ. H. N. betreft, ook wij zijn
geen bewonderaars van ongelimiteerde
bondsdagen. Wij zouden in totaal hoog
stens vier bondsdagen zeer voldoende
vinden, t.w. één voor het hardrijden, één
voor het schoonrijden dames, één voor
het schoonrijden heeren en één voor het
schoonrijden paren.
Dat er, naast de personeele prijzen,
bestaande uit medailles, tevens gereden
wordt om vereenigingsprijzen, bestaande
uit geld, och is dat zoo erg? Op die ma
nier krijgen alle vereenigingen een
kans, om kasversterking te krijgen, ter
wijl anders de ontvangende vereeniging
alleen een zoet winstje kan maken.
Wat tenslotte de kortebaanwedstrijden
betreft, wij hebben nooit geweten., dat
de Bond van IJsclubs in Friesland over
geheel Nederland werkt, doch wij heb
ben steeds gemeend, dat er een derge
lijke bond was èn in Friesland, èn in
Groningen, èn in Drente. Zoo was het
in elk geval nog in deze winterperiode,
welke juist voorbij is!
Is het daarom zoo vreemd, wanneer
wij er op aandringen, dat de IJ. H. N. de
kortebaanwedstrijden in deze provincie
ter hand neemt, natuurlijk onder dezelf
de reglementen als die welke in de
Noordelijke provincies gelden en in sa
menwerking met deze bonden?
De kortebaanwedstrijden zijn er en ze
zullen er blijven, ook hier in onze pro
vincie. Ze zullen zich uitbreiden en
daarom is liet noodig, dat er een lichaam
s, dat deze zaak regel, Hn ,ja| ,ichaam
moet de IJ. 11 ïjn en g^en andere
nieuwe bond. die t. z. t zou
worden opgericht. en
Wij zouden echter nog verder willen
gaan en wenschen: a
De K N. S. B is het centrale lichaam
voor de schaatsensport Hij
naast het amateurisme ook b~T
sporten geve daaraan leiding '°eps-
Dan zouden de andere bondu,
als
rnoo-
onder-horiden van den K N y
ten worden aangenomen en deze zoj.","0"
dan in hun gewesten het wedstrijd,60
zen op de kortebaan in handen moeten
nemen en tevens den K N. S. B behm,?
zaam moeten zijn met de amateurw©^
strijden. Er is dan steeds contact over
het geheele land, de K N. S. B. weet
steeds, wat er gebeurt, weet, dat zijn
onderbonden zorgen voor het naleven
der reglementen en ongewenschte toe
standen èn in de beroepssport, èn btf
amateurwedstrijden zullen sneller ont
dekt worden.
Wat tenslotte het werk van den IJ. H,
N. betreft, natuurlijk moet het ijstouris-
me bevorderd worden, want daarmee is
het hier in Noordholland al heel treurig
gesteld.
Maar dan moet het hoofdbestuur van
den IJ. H. N. dc volle medewerking heb
ben van de afdeelinssbesturen. Als alles
gaat zoo het hoort, dan moeten de af-
deelingssecretarissen eiken dag berich
ten sturen over den toestand der banen
in hun omgeving en deze berichten moe
ten bij één centraal punt binnen komen.
En dat gebeurt helaas niet altijd.
De jongste ijsperiode heeft het ons
geleerd: met zeer veel moeite hebben
wij over tochten enkele gegevens kunnen
krijgen en wij zouden het als krant zeer
op prijs stellen, wanneer wij in het ver
volg van alle afdeelingssecretarissen
inededeetingen kregen.
Het hoofdbestuur van den IJ. H. N.
zou o. i. verstandig doen, wanneer het
aan alle afdeelingen een nauwkeurig
omschreven taak deed toekomen, opdat
bij een volgende winterperiode de dag
bladen en dus het publiek niet
zonder gegevens zitten Het is in het
onmiddellijke belang van de sport zelve.
Dat daarnaast de IJ. H. N. ook op het
gebied van wedstrijdwezen iets goeds
lcan doen, dat hebben wij in een vorig
artikel al laten uitkomen. En onze mee-
ning is in dat opzicht niet veran.'erd.
Sportredacteur.
Turnen.
UITVOERING VAN TURNLUST.
Onze Alkmaarsche turnvereeniging
„Turnlust" houdt Zaterdag 13 Januari haar
jaarlijksche gymnastiekuitvoering in de Har
monie, terwijl een week later een feestavond
georganiseerd wordt in hetzelfde gebouw.
„Turnlust" mag zich nog steeds in een
bloeienden toestand verheugen en het werk
der leden staat nog altijd op zeer hoog peil,
Vandaar, dat de belangstelling voor dez»
turnavonden steeds buitengewoon groot is.
Beide avonden zijn toegankelijk voor le
den, kunstlievende leden en genoodigden en
dragen dus een streng besloten karakter. Wil
men deze avonden meemaken, dan za.'
men dus kunstlievend lid moeten worden,
waartoe tot 12 Januari de gelegenheid be
staat.
De familie Hoffmann verleent evenals
het vorig jaar haar medewerking op den
tweeden avond, terwijl de band van Siem
Spruit verder de vroolijkheid zal verhoogen.
Het beloven dus twee prettige en goede
avonden te worden.
Automobilisme.
RALLYE MONTE CARLO.
Een recordaantal deelnemers}
Het recordjaar 1931, dat 149 inschrijvin
gen bracht zal ditmaal waarschijnlijk over
troffen worden. Op den datum, dat de in
schrijvingen sloten, waren 142 wagens opge
geven, maar het duurt dan nog enkele da
gen, dat de laatste inschrijvingen, die op den
sluitingsdag verzonden werden, binnen zijn.
Zoolang de volledige deelnemerslijst nog niet
gepubliceerd is, zijn de startplaatsen der ver
schillende deelnemers onbekend, doch wel
weet men reeds, dat Umea, een klein plaatsje
daar boven in den poolcirkel dit jaar een
groote aantrekkingskracht heeft uitgeoefend,
ten groot aantal deelnemers, waaronder
onze landgenooten de heeren van Beeck Cal-
koen met Weber en Dikker in 8 cylinder Ford
zullen vandaar vertrekken.
Wanneer wij de deelnemerslijst nagaan
dan vinden wij daarop vooral Engelsche en
Fransche rijders sterk vertegenwoordigd,
maar laat ons dadelijk bijvoegen, dat in ver
houding tot zijne kleinheid, Holland mis
schien het beste figuur van alle naties slaat
Niet minder dan 15 Nederlandsche wagens
dat is, als wij gemiddeld 3 rijders per wa"
33. Pedro grijnsde en herhaalde „Hois, hois! waarop
de anderen in lachen uitbarstten. Piet werd nijdig, dat
ze hem durfden uitlachen, zette eerst zijn handen in
zijn zijde en sloeg toen met zijn vuist op tafel. Hij wou
net nog eens met zijn vuist een roffeltje slaan, toen
de kapitein hem onverwacht vastgreep.
-- Hij trok hem als een strootje over tafel naar zich
toe en gaf hem een gezellig pak slaag. De anderen
stonden krom van het lachen! Zoo'n kwajongen, die
tegenover hun kapitein met zijn vuist durfde te drei
gen