DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Oorlogsgevaar in het Oosten? Geweldige mijnontploffing in Tsjecho-Slowakije. 3)xigeÜibich 0veezicht Vermoedelijk 132 mijnwerkers levend begraven. No. 3 Donderdag 4 Januari 1934 136e Jaargang Nu Japan zich met Rusland's politiek gaat bemoeien, kan dit ernstige gevolgen hebben. DUITSCHLAND'S UITWEG. Buitenland ANGSTIGE ONZEKERHEID. Wat vandaag de aandacht trekt.,. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franc- door bet geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN; Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0 25, groote ccntracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, posHiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit twee bladen. De buitenlandsche politiek van de Sovjet- ïegeering staat nog steeds in het centrum van de maatschappelijke belangstelling in de geheele wereld. De reis van Litwinoff, den ihandigen volkscommissaris voor buitenland sche zaken van de Sovjet-regeering, naar Washington, de besprekingen met president Roosevelt, de toenadering tusschen Rusland en Amerika, de reis van Litwinoff naar Rome, de onderhandelingen daar, dat alles zijn gebeurtenissen van vèrdragende internationale beteekenis, waarvan de gevol gen moeilijk overschat kunnen worden. Wij weten natuurlijk niet, wat Litwinoff precies met Roosevelt en zijn raadgevers heeft afge sproken, van welken aard de wederkeerige verplichtingen zijn, maar de beteekenis van dat bezoek en van die besprekingen is voor iedereen duidelijk. Te Tokio heeft men het goed begrepen. Minder duidelijk is, wat Mussolini met zijn utnoodiging aan Litwi noff nastreefde, en hetgeen van nog meer be lang is, wat hij bereikt heeft. Behalve Italiaansch—Russische aangele genheden, voor de bespreking waarvan Lit winoff niet naar Rome hoefde te reizen, werd natuurlijk de internationale toestand bespro ken. Mussolini is bezorgd over de steeds toe nemende verwijdering tusschen Moskou en Berlijn, waardoor de politieke combinaties van den Duce in de war dreigen te komen Hij wilde een verzoening tot stand brengen, hetgeen, te oordeelen naar het feit, dat Lit winoff tijdens zijn verblijf te Berlijn geen ontmoeting met Duitsche diplomaten had en dat op het diner ter eere van Litwinoff in het gebouw van het Sovjet-gezantschap geen Duitsche ministers of hun belangrüke hel pers aanwezig waren, hem niet gelukt is. Verkoeling. De Russische-Duitsche vriendschap, die gedurende ruim tien jaar zulk een belangrij ke rol in de Duitsche politiek heeft gespeeld, behoort tot het verleden. Rusland kan Duitschland geen groote winsten meer ople veren, het belang van een vriendschap met Moskou is gering geworden. Politiek kan de vriendschap met Moskou Duitschland niets meer geven. De economische voordeelen van die vriendschap zijn eveneens gering gewor den. Van hun kant zien de tegenwoordige re geerders te Moskou evenmin voordeel voor die vriendschap. De vervolging van de com munisten in Duitschland zal wel het zijne tot de verwijdering hebben bijgedragen, maar van bijzonder groote beteekenis was ze niet. De algemeene ontwikkeling der dingen drijft de bolsjewiki en de Duitsche regeerders naar verschillende kanten. De Sovjet-regeering, die al die jaren den vrede van Versailles ver oordeelde, zag zich gedwongen, zich bij de mogendheden aan te sluiten, die belang heb- Vn bij de handhaving van dien vrede. Een Duitsche inval. De logica van de gebeurtenissen drijft de tegenwoordige bestuurders van Duitschland in de richting van een „actieve" politiek in het buitenland, d. w. z. tot expansie. In het Westen levert een dergelijke politiek veel gevaar op. Daarom wint te Berlijn meer en meer de opvatting veld, dat de expansie in het Oosten gezocht moet worden, n.1. in Rusland. Göring heeft eenigen tijd geleden in een gesprek met een vooraanstaanden leider van de Oekrainsche separatisten en met een ver tegenwoordiger van de reactionnaire „wit ten" openlijk verklaard, dat Duitschland een inval in Rusland beraamt. Hij heeft daarbij zelfs bijzonderheden verteld, hetgeen een meer ervaren politicus zeker niet had ge daan. In het kort komt het plan van de Hitlerianen op het volgende neer: In de Oekraine „breekt een opstand uit" (voorbe reid door Duitsche agenten), daarna drin gen „vrijwilligers" het land binnen en grij pen naar de macht; het „buitenland' (lees: Duitschland) snelt „de nieuwe regeering" te hulp en bezet de Oekraine; dit land wordi „onafhankelijk" (in den geest van het „onaf hankelijke" Mantsjoerije)tegelijkertijd komt een vergelijk tusschen Duitschland en Polen tot stand; Polen staat den beruchten Corridor aan Duitschland af en krijgt in ruil daarvoor het westelijke gedeelte van de „onafhankelijke" Oekraine als „invloeds sfeer" toegewezen, met een haven aan ae Zwarte Zee. Duitschland krijgt als „i vloedssfeer" het oostelijke gedeelte van de Oekraine met de rijke mijnen en de onwik kelde industrie met groote vooruitzichten, u Oekrainsche separatisten zullen de „reg e- ringmogen vormen en n dragen; de macht zal natuurlijk bij de u mooie uniformen sche en Poolsche „beschermers" berusten. Levert deze „bevrijding" succes op, dan kan Berlijn trachten ook andere gedeelten van Rusland „onafhankelijk" te maken en daar rechtsche regeeringen in te stellen. Behalve met de Oekrainers voeren de Duitsche macht hebbers onderhandelingen met de uiterst rechtsche groepen van de Russische émigré's. Deze laatste trekken nu naar Berlijn, dat hun centrum wordt. Polen moet helpen. Intusschen kan Duitschland dat alles niet zonder Polen doen. Berlijn heeft de toestem ming van Polen voor de „bevrijding" van de Oekraine noodig, omdat de „vrijwilligers korpsen" op Poolsch gebied gevormd en on dergebracht zullen moeten worden (Duitscïi- land heeft nu geen gemeenschappelijke grens met Rusland en aan de Oekraine heeft Duitschland nooit gegrensd). En in derdaad zien wij, dat Berlijn geheimzinnige onderhandelingen met Warschau voert, waarbij de bondgenoot van Polen, Frank rijk, het land dat Polen van vernietiging heeft gered, niet in de besprekingen betrok ken wordt. De besprekingen loopen zooge naamd over den Corridor, over Silezië en an dere problemen, maar dan had Pilsoedski geen persoonlijk aandeel aan die onderhan delingen moeten nemen. Het feit, dat de besprekingen door den die tator van Polen persoonlijk geleid worden, wijst er op, dat het om iets meer dan de re geling van de Duitsch-Poolsche moeilijkhe den gaat, dat de onderhandelingen te^en Rusland en de randstaten gericht zijn (het ligt in de bedoeling van Berlijn de randsta ten af te schaffen, en het grondgebied onder de „bondgenooten" te verdeelen). Onder dergelijke omstandigheden moet Rusland toenadering tot de tegenstanders van Duitschland zoeken en vóór alles tot Frankrijk. In dit opzicht is de politiek van Litwinoff volkomen juist en wordt door alle Russen (behalve de uiterst rechtsche, reac tionnaire émigré's wier haat hen zóó blind maakt, dat zij de belangen van het land over het hoofd zien), goedgekeurd. Elke Russi sche regeering, die de belangen van het land goed zou willen behartigen, had dezelfde po litiek moeten voeren. Wat Litwinoff nu doet, is in het belang van Rusland, de eenige poli tiek, die een Russische regeering voeren kan. Angst voor Japan- Het centrum van die politiek is de angst voor Japan. Kort geleden heeft iemand tegen mij gezegd, dat de Nederlander, „oceanisch" denkt, dat zijn blik niet binnen de nauwe grenzen van het Rijk in Europa beperkt blijft, dat hij naar den Stillen Oceaan kijkt, naar Indië. Zulke menschen, zijn er in Ne derland ongetwijfeld te vinden, maar hun aantal is niet groot. De meesten trekken zich weinig van de gebeurtenissen in het Verre Oosten aan. En intusschen nemen de gebeur tenissen daar steeds dreigender vormen aan. Japan zet systematisch zijn politiek door en dringt in het vasteland van Azië steeds verder door. Sedert een jaar hebben de ge beurtenissen in Mongolië zich verder ontwik keld. Rusland raakt met den dag meer inge klemd. De strijd in het Verre Oosten wordt meer en meer onvermijdelijk. Japan is een geduchte tegenstander, het machtigste mili taire rijk van onzen tijd. He' is daarom voor Rusland zaak, zich in het Westen te „verze keren". Daartoe dienden de pacten van Litwi noff. In dit opzicht werd zijn actie met succes bekroond. Het was een verstandige en juiste politiek. In dezelfde richting wees de over eenkomst tusschen Litwinoff en de Fransche regeering. Het oude Fransch—Russische bondgenootschap herleeft. En dat doen de bolsjewiki, die geen woorden spaarden om da' bondgenootschap 'e veroordeelen. De dekking in het WeHen gaf Rusland meer zelfvertrouwen en Moskou begon een and°ren toon tegenover Tokio aan te slaan Moskou, dat vroeger telkens toegaf, voor e'k dreigement van Japan week en bereid was de grootst denkbare offers te brengen, uitge strekt Russisch grondgebied 'de Zeeprovin cie) waarvan het bezit voor Siberië een le venskwestie is, af te staan om een oor o<r e vermijden, toont nu meer ruggraat. Mos kou gaat nog verder: het versterk' de grens voert nieuwe troenen aan, toont dat het niet geneigd is zonder meer terug te deinzen Een were'dnor'og? De overeenkomst met Amerika beteekem. voor Rusland een nieuwe winst Ied*ree";°ie geen vreemdeling in het Jeruzalem dern te- nationale no'itiek is. begrijpt, da de toenade ring tusschen Washington en Moskou tegen lapan gprich' is Beide lam en vr bedreigd door het imperialisme van lokio. De steun van Amerika maakt Rusland veel sterker. Japan zal nu niet zoo licht meer tot een aanval op Rusland overgaan. De strijd zal veel moeilijker en bloediger zijn dan de Japansche imjöerialisten dachten'. Het wordt een nieuwe wereldocrlog met alle ver schrikkingen daarvan. Japan zal dien oorlog niet beginnen, zoo lang het geen bondgenoot heeft, die Rus land in den rug zou aanvallen. Zulk een bondgenoot kan Duitschland zijn. Wie de gebeurtenissen aandachtig volgt, heeft kun nen opmerken, dat de betrekkingen tusschen beide landen steeds inniger worden. Wij we ten niet in hoeverre de beweging, als zou er tusschen Berlijn en Tokio reeds een geheime overeenkomst bestaan, op feiten berust. In elk geval hoort dit tot het rijk der mogelijk heden, zelfs tot dat der waarschijnlijkheden. De omtrekken van de twee partijen worden steeds duidelijker. Voor deze gewaagde onderneming heeft Duitschland echter zekerheid noodig, dat het niet in den rug aangevallen wordt. Daarom tracht Berlijn nu met het Westen tot een accoord te komen. In Engeland bestaat een strooming, die bereid is Duitschland tegemoet te komen. Waarom Duitschland geen com pensaties ten koste van Rusland te geven? Zoo redenepren sommige politici in Enge land (overigens zijn ook in Nederland men schen, die op deze wijze redeneeren). De po litiek van Litwinoff zal er nu op gericht moeten worden om te voorkomen, dat derge lijke opvattingen te veel veld winnen. Of hem dit zal gelukken zal de naaste toekomst uit wijzen. Drie dooden geborgen. Op de mijn „Nelson III", gelegen in het kolengebied van Breux in het noordelijk deel van Bohemen heeft gistermiddag een?- zeer ernstige ontploffing plaats gehad. Het was omstreeks 17 uur, dat men tot ver in den om trek een hevige explosie hoorde, terwijl een reusachtige steekvlam als een zuil boven de schacht uitkwam. De explosie was zoo hevig, dat alle ruiten in de omgeving, tot op 3 K-M. afstand, zijn gesprongen. Behalve de schacht zijn ook het directiegebouw, alsmede de sor- teerinrichtingen totaal vernield. Op het mo ment van de ontploffing bevond zich de mid- dagploeg, bestaande' uit 120 tot 150 arbei ders, in de mijn. Allen zijn van de buitenwe reld afges'oten. De reddingswerkzaamheden zijn onmiddellijk aangevangen en militairen, gendarmerie en brandweerlieden waren di rect ter plaatse om hulp te bieden. Er zal een hulpschacht moeten worden gemaakt om bij de ingesloten mijnwerkers te komen. Tot nu toe zijn drie dooden geborgen. De oorzaak van de ontploffing moet gewe ten worden aan mijngas, dat zich ter plaatse verzame'd had. Nadere bijzonderheden. Naar thans definitief vaststaat, bevonden zich op het moment van den ramp 140 man personeel, waaronder 9 opzichters onder den grond. Gelijk reeds gemeld zijn vier mijnwer kers, naar bekend is geworden, gedood, twee arbeiders werden in het liftgebouw gedood die gisteravond om 8 uur konden worden ge borgen; vier mijnwerkers wisten zichzelf in veiligheid te brengen. Verder is nog een doode geborgen, die onder de puinen van de liftschacht lag. Er zijn dus nog steeds 132 man ingesloten, omtrent wier lot men in groote ongerustheid verkeert. Wat de oorzaak van de catastrophe betreft, daarover bestaan nog slechts vermoedens. Het is mogelijk, dat het dynamietdepot ontploft is, dat onderge bracht is aan den anderen kant van de mijn van de liftschacht. Daar de geheele mijn na de explosie met zware rookwolken gevuld was zijn de deskundigen zeer pessimistisch gestemd ten opzichte van het resultaat van het reddingswerk. Omstreeks negen uur gis teravond is men er in geslaagd versche lucht in den mijn te drijven, daar de rook en dans ontwikkeling omstreeks dien tijd vrijwel ge heel tot staan was gekomen. Omstreeks d:en tijd is de eerste reddingscolonne de mijn bin nengegaan. Het reddingswerk zelve zal waarschijnlijk slechts langzaam van stapel loopen. aangezien men de mijn op ladders moet binnenklimmen en rekening moet hou den met instortingen e.d. onder den grond. De ramp breidt zich uit. De ontploffingen in de brandende mijn Nelson III hebben zich voortgeplant over alle drie afdeeüngen der mijn, die onder den grond met elkaar verbonden zijn. Alle afdee üngen hebben slechts twee uitgangen, die door de laatste exp'osies bijna geheel ver spreid zijn. Het reddingswerk wordt boven dien bemoeilijkt door het voortdurende ont wijken van brandende en vergiftige gassen. Daardoor heeft men na de eerste drie ook geen andere lijken meer kunnen bergen. Het lot der ingeslotenen nog onzeker. De ingeslotenen bevinden zich op een diep te van ruim 300 M. Nog steeds is niets be kend over hun lot. De telefoonverbindingen van de mijn zijn vernield. Het is vier mijn werkers gelukt te vluchten naar een naburig mijncomplex, vanwaar zij langs ladders naar buiten konden komen. Zij waren door het in ademen van mijngas hevig ongesteld en der mate uitgeput, dat zij geen mededeelingen konden versrekken. Langs denzelfden weg, waarlangs deze vier mannen gered zijn, is een reddingsafdeeling de mijn ingegaan. Men weet nog niets omtrent hetgeen zij hebben kunnen doen. Rondom de mijn staan de familieleden der ingesloten mijnwerkers opeengepakt. Uit ge heel N. W. Bohemen zijn reddingswagens en brandweerafdeelingen gealarmeerd. Omtrent de oorzaak van het gebeurde tast men voorloopig nog in het duister. Weinig hoop meer; 132 dooden? Tot nog toe konden uit de door een hevige ontploffing geteisterde mijn „Nelson III" 16 lijken worden geborgen. In totaal zijn 132 mijnwerkers ingesloten. Klopteekens worden van hen niet meer gehoord. De vooruitzich ten, dat men de ingeslotenen levend zal kun nen redden zijn zeer gering, omdat de reus achtige steekvlammen een groote hitte ver oorzaken. Alle toegangen tot de ongeluks mijn zijn ingestort. Giftige gassen stijgen door de schacht uit de gangen omhoog die de reddingsbrigades graven, tengevolge waar van verschillende leden der reddingsbrigade het bewustzijn verloren. De orde wordt door ruim 100 gendarmes bewaard, die moeite hebben de vele honder den verwanten der slachtoffers buiten de hek ken van het terrein der onderneming te hou den. Ontzaglijke reddingsmoeilijk heden. Omtrent de oorzaak van de ramp heeft men nog geen enkel vermoeden. Het jjan zoowel een ontploffing van brandbaar gas zijn geweest, als een explosie van het dyna- miet-depot. Vaklieden verklaren, dat in de Nelson-mijn reeds sedert eenige dagen een mijnbrand woedde, die men met de grootste moeite, doch tevergeefs, trachtte tegen te gaan. Deze mijnbrand achtte men de vermoe- lijke oorzaak der ontploffing. De vier ge redde arbeiders hebben zich in zooverre her steld, dat zij hun eerste indrukken van de ramp konden beschrijven. Plotseling hadden zij in de mijn een beklemmende rook bemerkt en getracht naar de liftkooi te komen. Toen zij echter tengevolge van de rook niet verder konden, waren zij den anderen kant uitge gaan en erin geslaagd door den nooduitgang van schacht no. 7 naar boven te komen. In schacht No. 7 moest vanmorgen tegen vier uur het reddingswerk worden gestaakt aan gezien een zwarte rook door de mijn trok. De mijn moest worden gesloten. ROEMEENSCH KABINET AFGETREDEN! Tatarascu formateur. De huidige minister-president Angelescu heeft gistermiddag het ontslag van het kabi net bij den koning ingediend. Deze heeft het ontslag aanvaard en aan Tatarascu opge- tarascu was in het ministerie-Duca minister dragen een nieuw ministerie te vormen. Ta- van handel en industrie, welken post hij ook onder Angelescu bezette. Tatarascu heeft onmiddellijk den eed afge legd. De samenstelling der nieuwe regeering is nog niet bekend. Men meent te weten, dat de nieuwe regeering voornamelijk uit jongere politici der liberale Dartij, waarvan Tataras cu algemeen secretaris is, zal worden samen gesteld. Tatarascu is 47 jaar oud en was twee maal onderstaatssecretaris van binnenland- sche zaken en voorts minister van handel en industrie onder Ducr en Angelescu. Tatarascu benoemd tot Roe- meensch minister-president. In de plaats van Ar.gelescoe is benoemd to' minister-president de minister van handel, Tatarascu. Tatarascu is de leider der poli tieke liberale jeugd. Het kabinet is overigens ongewijzigd ge bleven. Van Titulescu heeft men nog niet gehoord of hij als minister van buitenland sche zaken tot het kabinet zal toetreden. Het is niet buitengesloten, dat Tatarascu Benoeming van jhr Mr. van Kin schot, burgemeester van Zuidlaren (Dr.), tot idem van Alkmaar. (Stad en omgeving). Oorlogsgevaar in het Oosten? (Dag. Overzicht). De congresrede van Roosevelt. (Buitenland). Ernstige mijnontploffing nabij Praag. (Buitenland). Roemeensche kabinet afgetreden. (Buitenland). Ir. Mussert over het verbod van de N. S B. voor rijksambtenaren. (Binnenland). In Jutfaas een auto te water; be stuurder verdronken. (Binnenland). Behandeling muiterij Zeven Pro vinciën voor den zeekrijgsraad te Soerabaja. (Koloniën Antwoord van minister Deckers op de vragen van ir. Albarda over het verbod aan den piloot Viruly om te spreken voor de Varamicrofoon. (Binnenland). Aanvaring voor den Waterweg (Binnenland Wijziging van het Nieuw crisis- zuivelbesluit. (Binnenland.) Bij Didam 17 wagons ontspoord. Geen persoonlijke ongelukken. (Bin nenland.) (Zie voor nadere bijzonderheden eventueele laatste berichten). ook zal worden benoemd tot lejder der libe rale partij. De benoeming van Tatarascu tot premier heeft groote verrassing gebaard. Tatarascu stamt uit een oude officierenfamilie. Zijn broer Stefan heeft onlangs een mislukte po ging ondernomen om in Roemenië een nat.- socialistische partij te stichten. De nieuwe regeering Het kabinet zal waarschijnlijk niet volledig samengesteld worden vóór de aankomst van Titulescu te Boekarest. In politieke kringen hoopt men, dat Titulescu ook in dit nieuwe kabinet zijn functie van minister van buiten landsche zaken zal blijven waarnemen. Het dagelijksch bestuur van de liberale partij zal morden bijeenkomen ter verkiezing van een voorzitter. De aanslag op Duca. Het ingestelde onderzoek heeft uitgewezen, dat de aanslag op premier Duca naar alle waarschijnlijkheid reeds beraamd was voor de ontbinding van de IJzeren Garde, toen de liberalen aan het bewind kwamen. Prof. Na- jonescu, die gisteren te Sinaja gearresteerd is schijnt mede verantwoordelijk te zijn vooi den aanslag. Prof. Najonescu is directeui van het dagblad Cuvantul. HET ONDERHOUD SIMON— MUSSOLINI. Officieele mededeeling Naar officieel wordt medegedeeld, heefl Mussolini gistermiddag den Engelschen mi nister van buitenlandsche zaken, Simon, ir het Palazzo Nenezia ontvangen. De heerer hadden een hartelijk onderhoud, dat twef1 uur duurde. Besloten is, de besprekinger Donderdag voort te zetten. Verder wordt gemeld, dat de Italiaansch. i ambassadeur te Londen, Grandi, zich even i eens te Rome bevindt. Blijkbaar zal hij aai de besprekingen deelnemen. Grandi en Suvich bevonden zich geduren 1 de het onderhoud tusschen Simon en Musso lini eveneens in het Palazzo Venezia. Woens dagavond heeft Mussolini den Engelschei 1 minister in hotel Excelsior een maaltijd aan geboden, waaraan werd deelgenomen doo verschillende ministers, den Engelschen am i bassadeur en Grandi. Duitschland moet terug in de Volkenbond. De Romeinsche correspondent van de „Pi fit Parisienne" meent, omtrent de besprekir gen van Simon en Mussolini mee te deele dat beide staatslieden hebben gesproken ovc een toenadering tusschen de vier Wes Europeesche groote mogendheden. Het plai MacDonald zou daartoe een geschikte bas kunnen vormen, waartegen de Italiaanse! regeering geen bezwaren zou hebben. E 1 terugkeer van Duitschland in den Volkei bond acht men noodzakelijk, omdat de oj 1 lossing van het ontwapeningsprobleem ni zonder medewerking der met Frankrijk b vriende en verbonden mogendheden zou wo den gevonden. DE MOEILIJKHEDEN IN HET 1 BELGISCHE KABINET. Vandaag zal een ministerraad in Belg worden gehouden, waarin opheldering z; wGrden verkregen over het iot van het kab net-de Broqueville.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 9