DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Oorlogsgevaar in het Oosten?
Geweldige mijnontploffing
in Tsjecho-Slowakije.
3)xigeÜibich 0veezicht
Vermoedelijk 132 mijnwerkers levend begraven.
No. 3
Donderdag 4 Januari 1934
136e Jaargang
Nu Japan zich met Rusland's politiek gaat
bemoeien, kan dit ernstige gevolgen hebben.
DUITSCHLAND'S UITWEG.
Buitenland
ANGSTIGE ONZEKERHEID.
Wat vandaag de
aandacht trekt.,.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franc- door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN;
Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0 25, groote
ccntracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
posHiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
De buitenlandsche politiek van de Sovjet-
ïegeering staat nog steeds in het centrum
van de maatschappelijke belangstelling in de
geheele wereld. De reis van Litwinoff, den
ihandigen volkscommissaris voor buitenland
sche zaken van de Sovjet-regeering, naar
Washington, de besprekingen met president
Roosevelt, de toenadering tusschen Rusland
en Amerika, de reis van Litwinoff naar
Rome, de onderhandelingen daar, dat
alles zijn gebeurtenissen van vèrdragende
internationale beteekenis, waarvan de gevol
gen moeilijk overschat kunnen worden. Wij
weten natuurlijk niet, wat Litwinoff precies
met Roosevelt en zijn raadgevers heeft afge
sproken, van welken aard de wederkeerige
verplichtingen zijn, maar de beteekenis van
dat bezoek en van die besprekingen is voor
iedereen duidelijk. Te Tokio heeft men het
goed begrepen. Minder duidelijk is, wat
Mussolini met zijn utnoodiging aan Litwi
noff nastreefde, en hetgeen van nog meer be
lang is, wat hij bereikt heeft.
Behalve Italiaansch—Russische aangele
genheden, voor de bespreking waarvan Lit
winoff niet naar Rome hoefde te reizen, werd
natuurlijk de internationale toestand bespro
ken. Mussolini is bezorgd over de steeds toe
nemende verwijdering tusschen Moskou en
Berlijn, waardoor de politieke combinaties
van den Duce in de war dreigen te komen
Hij wilde een verzoening tot stand brengen,
hetgeen, te oordeelen naar het feit, dat Lit
winoff tijdens zijn verblijf te Berlijn geen
ontmoeting met Duitsche diplomaten had en
dat op het diner ter eere van Litwinoff in het
gebouw van het Sovjet-gezantschap geen
Duitsche ministers of hun belangrüke hel
pers aanwezig waren, hem niet gelukt is.
Verkoeling.
De Russische-Duitsche vriendschap, die
gedurende ruim tien jaar zulk een belangrij
ke rol in de Duitsche politiek heeft gespeeld,
behoort tot het verleden. Rusland kan
Duitschland geen groote winsten meer ople
veren, het belang van een vriendschap met
Moskou is gering geworden. Politiek kan de
vriendschap met Moskou Duitschland niets
meer geven. De economische voordeelen van
die vriendschap zijn eveneens gering gewor
den. Van hun kant zien de tegenwoordige re
geerders te Moskou evenmin voordeel voor
die vriendschap. De vervolging van de com
munisten in Duitschland zal wel het zijne tot
de verwijdering hebben bijgedragen, maar
van bijzonder groote beteekenis was ze niet.
De algemeene ontwikkeling der dingen drijft
de bolsjewiki en de Duitsche regeerders naar
verschillende kanten. De Sovjet-regeering,
die al die jaren den vrede van Versailles ver
oordeelde, zag zich gedwongen, zich bij de
mogendheden aan te sluiten, die belang heb-
Vn bij de handhaving van dien vrede.
Een Duitsche inval.
De logica van de gebeurtenissen drijft de
tegenwoordige bestuurders van Duitschland
in de richting van een „actieve" politiek in
het buitenland, d. w. z. tot expansie. In het
Westen levert een dergelijke politiek veel
gevaar op. Daarom wint te Berlijn meer en
meer de opvatting veld, dat de expansie in
het Oosten gezocht moet worden, n.1. in
Rusland.
Göring heeft eenigen tijd geleden in een
gesprek met een vooraanstaanden leider van
de Oekrainsche separatisten en met een ver
tegenwoordiger van de reactionnaire „wit
ten" openlijk verklaard, dat Duitschland een
inval in Rusland beraamt. Hij heeft daarbij
zelfs bijzonderheden verteld, hetgeen een
meer ervaren politicus zeker niet had ge
daan. In het kort komt het plan van de
Hitlerianen op het volgende neer: In de
Oekraine „breekt een opstand uit" (voorbe
reid door Duitsche agenten), daarna drin
gen „vrijwilligers" het land binnen en grij
pen naar de macht; het „buitenland' (lees:
Duitschland) snelt „de nieuwe regeering" te
hulp en bezet de Oekraine; dit land wordi
„onafhankelijk" (in den geest van het „onaf
hankelijke" Mantsjoerije)tegelijkertijd
komt een vergelijk tusschen Duitschland en
Polen tot stand; Polen staat den beruchten
Corridor aan Duitschland af en krijgt in
ruil daarvoor het westelijke gedeelte van de
„onafhankelijke" Oekraine als „invloeds
sfeer" toegewezen, met een haven aan ae
Zwarte Zee. Duitschland krijgt als „i
vloedssfeer" het oostelijke gedeelte van de
Oekraine met de rijke mijnen en de onwik
kelde industrie met groote vooruitzichten, u
Oekrainsche separatisten zullen de „reg e-
ringmogen vormen en n
dragen; de macht zal natuurlijk bij de u
mooie uniformen
sche en Poolsche „beschermers" berusten.
Levert deze „bevrijding" succes op, dan kan
Berlijn trachten ook andere gedeelten van
Rusland „onafhankelijk" te maken en daar
rechtsche regeeringen in te stellen. Behalve
met de Oekrainers voeren de Duitsche macht
hebbers onderhandelingen met de uiterst
rechtsche groepen van de Russische émigré's.
Deze laatste trekken nu naar Berlijn, dat
hun centrum wordt.
Polen moet helpen.
Intusschen kan Duitschland dat alles niet
zonder Polen doen. Berlijn heeft de toestem
ming van Polen voor de „bevrijding" van
de Oekraine noodig, omdat de „vrijwilligers
korpsen" op Poolsch gebied gevormd en on
dergebracht zullen moeten worden (Duitscïi-
land heeft nu geen gemeenschappelijke
grens met Rusland en aan de Oekraine
heeft Duitschland nooit gegrensd). En in
derdaad zien wij, dat Berlijn geheimzinnige
onderhandelingen met Warschau voert,
waarbij de bondgenoot van Polen, Frank
rijk, het land dat Polen van vernietiging
heeft gered, niet in de besprekingen betrok
ken wordt. De besprekingen loopen zooge
naamd over den Corridor, over Silezië en an
dere problemen, maar dan had Pilsoedski
geen persoonlijk aandeel aan die onderhan
delingen moeten nemen.
Het feit, dat de besprekingen door den die
tator van Polen persoonlijk geleid worden,
wijst er op, dat het om iets meer dan de re
geling van de Duitsch-Poolsche moeilijkhe
den gaat, dat de onderhandelingen te^en
Rusland en de randstaten gericht zijn (het
ligt in de bedoeling van Berlijn de randsta
ten af te schaffen, en het grondgebied onder
de „bondgenooten" te verdeelen).
Onder dergelijke omstandigheden moet
Rusland toenadering tot de tegenstanders
van Duitschland zoeken en vóór alles tot
Frankrijk. In dit opzicht is de politiek van
Litwinoff volkomen juist en wordt door alle
Russen (behalve de uiterst rechtsche, reac
tionnaire émigré's wier haat hen zóó blind
maakt, dat zij de belangen van het land over
het hoofd zien), goedgekeurd. Elke Russi
sche regeering, die de belangen van het land
goed zou willen behartigen, had dezelfde po
litiek moeten voeren. Wat Litwinoff nu doet,
is in het belang van Rusland, de eenige poli
tiek, die een Russische regeering voeren kan.
Angst voor Japan-
Het centrum van die politiek is de angst
voor Japan. Kort geleden heeft iemand tegen
mij gezegd, dat de Nederlander, „oceanisch"
denkt, dat zijn blik niet binnen de nauwe
grenzen van het Rijk in Europa beperkt
blijft, dat hij naar den Stillen Oceaan kijkt,
naar Indië. Zulke menschen, zijn er in Ne
derland ongetwijfeld te vinden, maar hun
aantal is niet groot. De meesten trekken zich
weinig van de gebeurtenissen in het Verre
Oosten aan. En intusschen nemen de gebeur
tenissen daar steeds dreigender vormen aan.
Japan zet systematisch zijn politiek door
en dringt in het vasteland van Azië steeds
verder door. Sedert een jaar hebben de ge
beurtenissen in Mongolië zich verder ontwik
keld. Rusland raakt met den dag meer inge
klemd. De strijd in het Verre Oosten wordt
meer en meer onvermijdelijk. Japan is een
geduchte tegenstander, het machtigste mili
taire rijk van onzen tijd. He' is daarom voor
Rusland zaak, zich in het Westen te „verze
keren". Daartoe dienden de pacten van Litwi
noff. In dit opzicht werd zijn actie met succes
bekroond. Het was een verstandige en juiste
politiek. In dezelfde richting wees de over
eenkomst tusschen Litwinoff en de Fransche
regeering. Het oude Fransch—Russische
bondgenootschap herleeft. En dat doen de
bolsjewiki, die geen woorden spaarden om
da' bondgenootschap 'e veroordeelen.
De dekking in het WeHen gaf Rusland
meer zelfvertrouwen en Moskou begon een
and°ren toon tegenover Tokio aan te slaan
Moskou, dat vroeger telkens toegaf, voor e'k
dreigement van Japan week en bereid was de
grootst denkbare offers te brengen, uitge
strekt Russisch grondgebied 'de Zeeprovin
cie) waarvan het bezit voor Siberië een le
venskwestie is, af te staan om een oor o<r e
vermijden, toont nu meer ruggraat. Mos
kou gaat nog verder: het versterk' de grens
voert nieuwe troenen aan, toont dat het niet
geneigd is zonder meer terug te deinzen
Een were'dnor'og?
De overeenkomst met Amerika beteekem.
voor Rusland een nieuwe winst Ied*ree";°ie
geen vreemdeling in het Jeruzalem dern te-
nationale no'itiek is. begrijpt, da de toenade
ring tusschen Washington en Moskou tegen
lapan gprich' is Beide lam en vr
bedreigd door het imperialisme van lokio.
De steun van Amerika maakt Rusland veel
sterker. Japan zal nu niet zoo licht meer
tot een aanval op Rusland overgaan. De
strijd zal veel moeilijker en bloediger zijn dan
de Japansche imjöerialisten dachten'. Het
wordt een nieuwe wereldocrlog met alle ver
schrikkingen daarvan.
Japan zal dien oorlog niet beginnen, zoo
lang het geen bondgenoot heeft, die Rus
land in den rug zou aanvallen. Zulk een
bondgenoot kan Duitschland zijn. Wie de
gebeurtenissen aandachtig volgt, heeft kun
nen opmerken, dat de betrekkingen tusschen
beide landen steeds inniger worden. Wij we
ten niet in hoeverre de beweging, als zou er
tusschen Berlijn en Tokio reeds een geheime
overeenkomst bestaan, op feiten berust. In
elk geval hoort dit tot het rijk der mogelijk
heden, zelfs tot dat der waarschijnlijkheden.
De omtrekken van de twee partijen worden
steeds duidelijker.
Voor deze gewaagde onderneming heeft
Duitschland echter zekerheid noodig, dat het
niet in den rug aangevallen wordt. Daarom
tracht Berlijn nu met het Westen tot een
accoord te komen. In Engeland bestaat een
strooming, die bereid is Duitschland tegemoet
te komen. Waarom Duitschland geen com
pensaties ten koste van Rusland te geven?
Zoo redenepren sommige politici in Enge
land (overigens zijn ook in Nederland men
schen, die op deze wijze redeneeren). De po
litiek van Litwinoff zal er nu op gericht
moeten worden om te voorkomen, dat derge
lijke opvattingen te veel veld winnen. Of hem
dit zal gelukken zal de naaste toekomst uit
wijzen.
Drie dooden geborgen.
Op de mijn „Nelson III", gelegen in het
kolengebied van Breux in het noordelijk deel
van Bohemen heeft gistermiddag een?- zeer
ernstige ontploffing plaats gehad. Het was
omstreeks 17 uur, dat men tot ver in den om
trek een hevige explosie hoorde, terwijl een
reusachtige steekvlam als een zuil boven de
schacht uitkwam. De explosie was zoo hevig,
dat alle ruiten in de omgeving, tot op 3 K-M.
afstand, zijn gesprongen. Behalve de schacht
zijn ook het directiegebouw, alsmede de sor-
teerinrichtingen totaal vernield. Op het mo
ment van de ontploffing bevond zich de mid-
dagploeg, bestaande' uit 120 tot 150 arbei
ders, in de mijn. Allen zijn van de buitenwe
reld afges'oten. De reddingswerkzaamheden
zijn onmiddellijk aangevangen en militairen,
gendarmerie en brandweerlieden waren di
rect ter plaatse om hulp te bieden. Er zal een
hulpschacht moeten worden gemaakt om bij
de ingesloten mijnwerkers te komen.
Tot nu toe zijn drie dooden geborgen.
De oorzaak van de ontploffing moet gewe
ten worden aan mijngas, dat zich ter plaatse
verzame'd had.
Nadere bijzonderheden.
Naar thans definitief vaststaat, bevonden
zich op het moment van den ramp 140 man
personeel, waaronder 9 opzichters onder den
grond. Gelijk reeds gemeld zijn vier mijnwer
kers, naar bekend is geworden, gedood, twee
arbeiders werden in het liftgebouw gedood
die gisteravond om 8 uur konden worden ge
borgen; vier mijnwerkers wisten zichzelf in
veiligheid te brengen. Verder is nog een
doode geborgen, die onder de puinen van de
liftschacht lag. Er zijn dus nog steeds 132
man ingesloten, omtrent wier lot men in
groote ongerustheid verkeert. Wat de oorzaak
van de catastrophe betreft, daarover bestaan
nog slechts vermoedens. Het is mogelijk, dat
het dynamietdepot ontploft is, dat onderge
bracht is aan den anderen kant van de mijn
van de liftschacht. Daar de geheele mijn na
de explosie met zware rookwolken gevuld
was zijn de deskundigen zeer pessimistisch
gestemd ten opzichte van het resultaat van
het reddingswerk. Omstreeks negen uur gis
teravond is men er in geslaagd versche lucht
in den mijn te drijven, daar de rook en dans
ontwikkeling omstreeks dien tijd vrijwel ge
heel tot staan was gekomen. Omstreeks d:en
tijd is de eerste reddingscolonne de mijn bin
nengegaan. Het reddingswerk zelve zal
waarschijnlijk slechts langzaam van stapel
loopen. aangezien men de mijn op ladders
moet binnenklimmen en rekening moet hou
den met instortingen e.d. onder den grond.
De ramp breidt zich uit.
De ontploffingen in de brandende mijn
Nelson III hebben zich voortgeplant over
alle drie afdeeüngen der mijn, die onder den
grond met elkaar verbonden zijn. Alle afdee
üngen hebben slechts twee uitgangen, die
door de laatste exp'osies bijna geheel ver
spreid zijn. Het reddingswerk wordt boven
dien bemoeilijkt door het voortdurende ont
wijken van brandende en vergiftige gassen.
Daardoor heeft men na de eerste drie ook
geen andere lijken meer kunnen bergen.
Het lot der ingeslotenen nog
onzeker.
De ingeslotenen bevinden zich op een diep
te van ruim 300 M. Nog steeds is niets be
kend over hun lot. De telefoonverbindingen
van de mijn zijn vernield. Het is vier mijn
werkers gelukt te vluchten naar een naburig
mijncomplex, vanwaar zij langs ladders naar
buiten konden komen. Zij waren door het in
ademen van mijngas hevig ongesteld en der
mate uitgeput, dat zij geen mededeelingen
konden versrekken. Langs denzelfden weg,
waarlangs deze vier mannen gered zijn, is
een reddingsafdeeling de mijn ingegaan. Men
weet nog niets omtrent hetgeen zij hebben
kunnen doen.
Rondom de mijn staan de familieleden der
ingesloten mijnwerkers opeengepakt. Uit ge
heel N. W. Bohemen zijn reddingswagens en
brandweerafdeelingen gealarmeerd.
Omtrent de oorzaak van het gebeurde tast
men voorloopig nog in het duister.
Weinig hoop meer; 132 dooden?
Tot nog toe konden uit de door een hevige
ontploffing geteisterde mijn „Nelson III" 16
lijken worden geborgen. In totaal zijn 132
mijnwerkers ingesloten. Klopteekens worden
van hen niet meer gehoord. De vooruitzich
ten, dat men de ingeslotenen levend zal kun
nen redden zijn zeer gering, omdat de reus
achtige steekvlammen een groote hitte ver
oorzaken. Alle toegangen tot de ongeluks
mijn zijn ingestort. Giftige gassen stijgen
door de schacht uit de gangen omhoog die de
reddingsbrigades graven, tengevolge waar
van verschillende leden der reddingsbrigade
het bewustzijn verloren.
De orde wordt door ruim 100 gendarmes
bewaard, die moeite hebben de vele honder
den verwanten der slachtoffers buiten de hek
ken van het terrein der onderneming te hou
den.
Ontzaglijke reddingsmoeilijk
heden.
Omtrent de oorzaak van de ramp heeft
men nog geen enkel vermoeden. Het jjan
zoowel een ontploffing van brandbaar gas
zijn geweest, als een explosie van het dyna-
miet-depot. Vaklieden verklaren, dat in de
Nelson-mijn reeds sedert eenige dagen een
mijnbrand woedde, die men met de grootste
moeite, doch tevergeefs, trachtte tegen te
gaan. Deze mijnbrand achtte men de vermoe-
lijke oorzaak der ontploffing. De vier ge
redde arbeiders hebben zich in zooverre her
steld, dat zij hun eerste indrukken van de
ramp konden beschrijven. Plotseling hadden
zij in de mijn een beklemmende rook bemerkt
en getracht naar de liftkooi te komen. Toen
zij echter tengevolge van de rook niet verder
konden, waren zij den anderen kant uitge
gaan en erin geslaagd door den nooduitgang
van schacht no. 7 naar boven te komen. In
schacht No. 7 moest vanmorgen tegen vier
uur het reddingswerk worden gestaakt aan
gezien een zwarte rook door de mijn trok. De
mijn moest worden gesloten.
ROEMEENSCH KABINET
AFGETREDEN!
Tatarascu formateur.
De huidige minister-president Angelescu
heeft gistermiddag het ontslag van het kabi
net bij den koning ingediend. Deze heeft het
ontslag aanvaard en aan Tatarascu opge-
tarascu was in het ministerie-Duca minister
dragen een nieuw ministerie te vormen. Ta-
van handel en industrie, welken post hij ook
onder Angelescu bezette.
Tatarascu heeft onmiddellijk den eed afge
legd. De samenstelling der nieuwe regeering
is nog niet bekend. Men meent te weten, dat
de nieuwe regeering voornamelijk uit jongere
politici der liberale Dartij, waarvan Tataras
cu algemeen secretaris is, zal worden samen
gesteld.
Tatarascu is 47 jaar oud en was twee
maal onderstaatssecretaris van binnenland-
sche zaken en voorts minister van handel en
industrie onder Ducr en Angelescu.
Tatarascu benoemd tot Roe-
meensch minister-president.
In de plaats van Ar.gelescoe is benoemd
to' minister-president de minister van handel,
Tatarascu. Tatarascu is de leider der poli
tieke liberale jeugd.
Het kabinet is overigens ongewijzigd ge
bleven. Van Titulescu heeft men nog niet
gehoord of hij als minister van buitenland
sche zaken tot het kabinet zal toetreden.
Het is niet buitengesloten, dat Tatarascu
Benoeming van jhr Mr. van Kin
schot, burgemeester van Zuidlaren
(Dr.), tot idem van Alkmaar. (Stad
en omgeving).
Oorlogsgevaar in het Oosten?
(Dag. Overzicht).
De congresrede van Roosevelt.
(Buitenland).
Ernstige mijnontploffing nabij
Praag. (Buitenland).
Roemeensche kabinet afgetreden.
(Buitenland).
Ir. Mussert over het verbod van
de N. S B. voor rijksambtenaren.
(Binnenland).
In Jutfaas een auto te water; be
stuurder verdronken. (Binnenland).
Behandeling muiterij Zeven Pro
vinciën voor den zeekrijgsraad te
Soerabaja. (Koloniën
Antwoord van minister Deckers
op de vragen van ir. Albarda over
het verbod aan den piloot Viruly om
te spreken voor de Varamicrofoon.
(Binnenland).
Aanvaring voor den Waterweg
(Binnenland
Wijziging van het Nieuw crisis-
zuivelbesluit. (Binnenland.)
Bij Didam 17 wagons ontspoord.
Geen persoonlijke ongelukken. (Bin
nenland.)
(Zie voor nadere bijzonderheden
eventueele laatste berichten).
ook zal worden benoemd tot lejder der libe
rale partij.
De benoeming van Tatarascu tot premier
heeft groote verrassing gebaard. Tatarascu
stamt uit een oude officierenfamilie. Zijn
broer Stefan heeft onlangs een mislukte po
ging ondernomen om in Roemenië een nat.-
socialistische partij te stichten.
De nieuwe regeering
Het kabinet zal waarschijnlijk niet volledig
samengesteld worden vóór de aankomst van
Titulescu te Boekarest. In politieke kringen
hoopt men, dat Titulescu ook in dit nieuwe
kabinet zijn functie van minister van buiten
landsche zaken zal blijven waarnemen.
Het dagelijksch bestuur van de liberale
partij zal morden bijeenkomen ter verkiezing
van een voorzitter.
De aanslag op Duca.
Het ingestelde onderzoek heeft uitgewezen,
dat de aanslag op premier Duca naar alle
waarschijnlijkheid reeds beraamd was voor
de ontbinding van de IJzeren Garde, toen de
liberalen aan het bewind kwamen. Prof. Na-
jonescu, die gisteren te Sinaja gearresteerd
is schijnt mede verantwoordelijk te zijn vooi
den aanslag. Prof. Najonescu is directeui
van het dagblad Cuvantul.
HET ONDERHOUD SIMON—
MUSSOLINI.
Officieele mededeeling
Naar officieel wordt medegedeeld, heefl
Mussolini gistermiddag den Engelschen mi
nister van buitenlandsche zaken, Simon, ir
het Palazzo Nenezia ontvangen. De heerer
hadden een hartelijk onderhoud, dat twef1
uur duurde. Besloten is, de besprekinger
Donderdag voort te zetten.
Verder wordt gemeld, dat de Italiaansch. i
ambassadeur te Londen, Grandi, zich even i
eens te Rome bevindt. Blijkbaar zal hij aai
de besprekingen deelnemen.
Grandi en Suvich bevonden zich geduren 1
de het onderhoud tusschen Simon en Musso
lini eveneens in het Palazzo Venezia. Woens
dagavond heeft Mussolini den Engelschei 1
minister in hotel Excelsior een maaltijd aan
geboden, waaraan werd deelgenomen doo
verschillende ministers, den Engelschen am i
bassadeur en Grandi.
Duitschland moet terug in de
Volkenbond.
De Romeinsche correspondent van de „Pi
fit Parisienne" meent, omtrent de besprekir
gen van Simon en Mussolini mee te deele
dat beide staatslieden hebben gesproken ovc
een toenadering tusschen de vier Wes
Europeesche groote mogendheden. Het plai
MacDonald zou daartoe een geschikte bas
kunnen vormen, waartegen de Italiaanse!
regeering geen bezwaren zou hebben. E 1
terugkeer van Duitschland in den Volkei
bond acht men noodzakelijk, omdat de oj 1
lossing van het ontwapeningsprobleem ni
zonder medewerking der met Frankrijk b
vriende en verbonden mogendheden zou wo
den gevonden.
DE MOEILIJKHEDEN IN HET 1
BELGISCHE KABINET.
Vandaag zal een ministerraad in Belg
worden gehouden, waarin opheldering z;
wGrden verkregen over het iot van het kab
net-de Broqueville.